N°. 11092
I>cmcler<ïag 33 April.
A0. 1896
,§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven
PERSOVERZICHT.
Kct gcschoudcu Ambtsgeheim.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
"Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco por post1.40.
.Afzonderlijke Nommers0.0s.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
TTTorr'l- r 05
Ticeede Blad.
In een tweede en slotartikel (voor het
eerste verwezen we naar ons vorig Overzicht)
bespreekt De Standaard verder de vraag of
door afwenteling op den kooper
de prijs van een arbeidsproduct zoodanig is
vast te stellen, dat de werkman er een vol
doend loon door ontvangt.
„Ook o. i.," zegt bet blad, „kan de consu
ment meer betalen, en zou door dit meerdere
het loon genoegzaam kunnen verhoogd wor
den, om den arbeider in staat te stellen, zelf
naar beboeren voor zijn gezin en voor den
ouden dag te zorgen. Immers, betaalt de koo
per g9en hooger prijs dan nu, dan moet
toch in den nood der arbeidende klassen,
maar dan door philanthropic en belasting,
voorzien worden. Het geld moet er dus toch
af. De vraag is alleen, of de kooper hot geven
zal bij zijn koop, of straks de burger als
aalmoes en belasting. En voor die keuze
staande, heeft het geven van meer bij koop
stellig voorkeur. Immers, wie te weinig be
taalt voor wat hij koopt, en dan dat minder
betaalde straks als aalmoes uitreikt, heeft
toch b\j Hem, Die in het verborgene ziet,
zijn loon weg. Blijft dus alleen de vraag:
Kan de consument gedwongen worden, om
hoogere prijzen te betalen?"
Deze vraag zou allereerst bevestigend kun
nen beantwoord worden voor die artikelen,
waar de consument niet buiten kan en wel
door het vormen van vakorganisaties, die den
prijs vaststellen en weigeren onder het
minimum-loon hun arbeid te prestoeren. Voor
luxe-artikelen is dit systeem evenwel prac-
tisch al dadelijk onuitvoerbaar, omdat de con
sument, wat z. i. te duur is, niet koopt en
men hem daartoe niet kan dwingen.
Maar ook is het coaliseeren van werkkrach
ten, ter verkrijging van een aan de nooddruft
beantwoordend loon voor noodzakelijke pro
ducten, in gewone vakorganisatie bij lange
geen afdoende maatregel, zoolang de voor
waarden der produclie in de verschillende
landen zoozeer uiteenloopen. Vooral in ons
land met zijn noodzakelijken vrijen handel
zou eene verhooging van prys voor een nood
zakelijk consumtie-artikel terstond den buiten-
landschen mededinger herwaarts overbrengen.
Het heften van invoerrechten tot een hoog
bedrag, zoodat de grenzen feitelijk voor bui-
tenlandsche mededinging gesloten blijven, acht
men niet uitvoerbaar, wil men den uitvoer
niet belemmeren. Zulk oen invoerrecht is
slechts mogelijk binnen zeer matige grenzen.
„Doch dan is ook het einde, dat de werkman,
om nu b j dat cijfer te blijven, niet tot zijn
ƒ16ko t, en dus niet in staat is, om in
de kosten van onderwijs, pensionneering, onz.
zelf geheel te voorzien, en dat derhalve of
zyn nooddruft onverzorgd blijft, èf wel, en
ziehier do tweede weg, dat de Overheid voor
het onderwijs zijner kinderen, enz. hem
subBidiöe.e. Altooi met dien verstande, dat
dit niet gelde als onderstand, maar
feitelijk een terugbetaling zjj van het
te kort ontvangen loon; terwijl omgekeerd
de belastingbetaler dan feitelijk als belasting
slechts datgene zou betalen, wat hij uitge
wonnen had op den minderen prys van z(jn
gekochte waar.
„In wat aldus verkregen werd èn uit een
matige verhooging van het invoerrecht èn
uit verhoogde belasting, zou dan genoeg be
schikbaar zijn, om den werkman wekelijks
van de betaling voor het onderwijs, voor
pensioen, voor weduwenfonds, ziekenfonds,
enz., in zooverre te ontslaan, dat hij feitelijk
precies evenveel ontving, alsof hij bij booger
loon dat alles zelf voor zyn rekening Dam.
„Nu lacht ons dit hulp stelsel in het minst
niet toe. Volle uitbetaling van Iood, prjjzing
van de waar op 25 pCt. booger, en over
lating van allo zorg voor zjjn gezin aan den
arbeider zeiven, onderwijs incluis, zou ons
veel juister, veel gewenschter, meer
men8cholijk dunken. Maar we vragen:
Kunt ge ijzer met banden breken, en ziet
ge metterdaad op afwenteling op den kooper,
d. i. op het dwingen van den consument,
kans?"
Deze vraag beantwoordt De Standaard Diet
en hij eindigt derhalve met eene berusting
in het minder gewenschte hulp stelsel.
Ziet het blad, vraagt Hel Centrumhier
niet voorbij, dat nu reeds oen sterke twijfel
aan de practische uitvoerbaarheid bhxvan
begint te rijzen en dat men ook in arbeiders
kringen er aan begint te denken, het met
een geheel ander produclis-systeem te be
proeven, waarbij men trachten wil, rechtstreeks
van den producent tot don consument te
komen, om althans den winstaftrek van den
tusschenman uit te spaten voor eigen voordeel?
Zoo besluit De Katholieke Werkman een
artikelenreeks, waarin gewezen wordt op „De
nieuwe koers", welke zich begint baari te
breken, nl. die der productief-gonootschappen,
waarvan in ons land reods een viertal be
staat, van welke de eerste en de oudste thans
werkt met een allergunstigst resultaat, t9i wijl
or nog een tweetal andoren in voorbereiding
'zyn. Het blad doet uitkomen, dat dit arbeids-
systeem den werkman vanzelf voort tot betere
verdeeling van de welvaart, dat hot steunen
daarvan den vereenigden arbeider een plicht
is in zijn eigen belang.
In De Standaard is het volgend ingezonden
stuk uit D. geplaatst:
In den laatston tijd is er in de bladen
geschreven over verbetering van de positie
dor klerken by de belastingen.
Eén middel daartoe zou m. i. onder meer
kunnen zijn een ministerieel verbod, om jon
gens beneden don loeftyd van 16 jaren, onder
welke benaming ook, op de belastingkantoren
te gebruiken.
Een zoodanig verbod zou tovons zeer in
het belang der belastingschuldigen zijn, omdat
dan het geheim van hun aanslag in de Ver
mogensbelasting en in do Bedrijfsbelasting
niet meer zou worden toevertrouwd aan kin
deren, van wie de rechter ingeval van over
treding van art. 272 W. v. S. (schending van
geheimen) moet onderzoeken, of zij met oor
deel des onderscheids hebben gehandeld.
Thans wordt genoemd geheim aan zoo
jeugdigen toevertrouwd. Hier ter plaatse toch
zijn na de invoering der Vermogensbelasting
en der Bedrijfsbelasting zoowel bü don ont
vanger der registratie als bij den ontvanger
der directe belasting jongens beneden den
leeftijd van 16 jaren werkzaam geweest, en
ik zag zelfs eens een van hen het in een
dezer belasting betaalde boeken.
Deze toestand, waarover ik meer dan één
persoon zijn ontevredenheid hoorde uitspreken,
eischt verandering en het komt mij voor,
dat het de plicht van de leden der Tweede
en Eerste Kamer is, op verbetering in dezen
aan te dringen.
Wij lezen in De Maasbode:
In een Duitsch liberaal blad lezen wij de
volgende beschrijving van de wijze, waarop
de marktprijs gemaakt wordtof het in
Nederland ook zoo gaat, mogen de boeren
zeiven beantwoorden vooral in de klei
nere plaatsen.
De handelaars (tusschenpersonen, die do
marktwaren en bet vee opkooper.) beschou
wen de boeren niet anders dan als hunne
vijanden, die z\j trachten het vel over de
ojren te haleD; de boeren echter schijnen het
nog immer als onvermijdelijk te beschouwen,
dat men van hun leder riemen snijdt. Men
beschouwe eens eene markt en zie eens, hoe
de marktprijs bijv. in Limburg (DuitschRed.
Maasbodegemaakt wordt. In lange wagens
hebben de boeren hun artikelen aangevoerd;
nu staan daar de boeren achter hunne graan
zakken, met hoop en zorg vervuld, of het
graan toch eeDigszins draaglijken prijs mocht
opbrengen. Nu naderen de Joden, nemen uit
de zakksn eon handvol graan en betasten het;
hoofdschuddend gaan z\j eebter overal voorbij,
verklarende, dat zij niet kunnen bieden, daar
de marktprijs niet is vastgesteld.
Eindelijk komen zy bij een boer, wiens graan
onzuiver en van mindere waarde is; nu ziet
men h6n teekenen van verstandhouding geven
met dezen is de marktprijs vastte
stellen, want deze zal zyn slechte waar
wel voor minderen prijs laten 1 Snel wordt nu
deze „m a r k t p r ij s" over do geheele markt
bekend. Of de boeren nu al roepen, dat deze
prys te laag is, dat zy er hun graan niet
voor kunnen laten, het baat nietsde m a r k t-
p r y s is bepaald, en als de boeren hunne
zakken niet weder mede willen nemen, moeten
zy zich bij dien prys nederleggen. Wat baat
hiertegen dan een bond van graan-
boeren, die zich verbinden niet onder
zekeren prys te verkoopen, die overeenkomen
buiten den tusschonhandel om
zelf het graan te verkoopen aan de graan-
verbruikers?"
Wat oit liberale blad hier schrijft, btamen
wy by uitzondering eens volmondig en zien
er een nieuw bewijs in van do noodzabelyk-
heid voor de landbouwers, om zich te ver
eenigen tot krachtige en practische samon-
werking.
Gemengd Nieuws.
De Olympische spelen. De
meesten der vreemde mededingers in deze
spelen zijn verleden week van Athene ver
trokken. Zy werden vergezeld naar het spoor
wegstation door hunne Qrieksche confraters,
die hun hartelyk vaarwel zeiden.
Toen de trein het station uitstoomde, hieven
dezen voor de laatste maal een luid gejuich
aan. Intusschen komen in correspondenten nog
eenige nadere schilderachtige byzonderheden
voor aangaande den wedloop naar Marathon,
die, gelyk men weet, tot voldoening van
geheel Griekenland, door een Griek, den
boerenzoon Louis, werd gewonnen. Het tooneel
dat volgde, toen do overwinnaar het Stadion
binnenstoof, was onbeschryfiyk; 50,000 men-
schen barstten los in de grootste opge
wondenheid. Mannen omhelsden en kusten
elkander, vrouwen vergoten tranon enz.,
iedereen stond op en wenkte met kleine
Grieksche vlaggetjes of zakdoeken. Een
Qrieksche geneeskundige uit Marseille, dien
zyn vaderlandsliefde naar Athene gedreven
had, een oude heer, zakte van opgewondenheid
bewusteloos ineen. Intusschen was de hard-
looper by de koninklyke loge gekomen,
vergezeld van een Kroonprins, Prins George,
en de scheidsrechters, die in denzelfden pas
naast hem aansnelden. De Koning stond op
en ontblootte het hoofd. In het gezicht der
ganscbe menigte werd de overwinnaar omarmd
en gekust door de beide Prinsen en ver
scheidene generaals. Hy boog voor den Koning,
daarop vatten do Prinsen hem on Ier den
arm en vergezelden hem naar een lokaal,
waar geneeskundigen k9m hielpen. Buiten
duurde echter de opgewondenheid voort,
duiven met lange blauwe en witte linten
werden losgelaten en vlogen door de arena;
ook de tweede en derde aankomenden, beiden
Grieken, werden warm begroet. De over
winnaar was by den proefloop niet tegen
woordig geweest en slechts met moeite
had hy vergunning gekregen om aan den
wedloop deel to nemen, die 2 uur 55 minuten
duurde, d. i. voor den KM. 4''/10 minuut. Zyne
inspanning is reeds rykelyk beloond; een
Grieksche mil'ionnair heefl hem 25,000
drachmen geschonken, een dame een horloge
met ketling en indien hy alles ontvangt, wat
kooplieden en hotelhouders hem beloofd heb
ben aan kleederen en spy'zen, zal by goedkoop
kunnen leven. Een arme melkboer, die eiken
morgen zyne geiten door de straten dry ft,
verbond zich om jaar in jaar uit gratis melk
te leveren; een caféhouder om hem van
koffie te voorzien; een barbier om hem zyn
leven lang om niet te schereneen groenten-
boer om hem voor niets groenten te leveren;
een hotelhouder om hem gratis middagmalen
en soupers te verstrekken en een tandarts
om hem zonder betaling, zoolang hy leeft,
tanden te trekken 1
Do buitenlanders, die aan den wedloop
deelnamen, vitlen langzamerhand onderweg
uitgeput neer, hoewel zy oerst voorop liepen
de Grieken waren eerst achter, maar spaarden
hunne krachten tot het laatst.
Te Gloucester waren sedert
het uitbreken der pokkenepidemie Donderdag
jl. 1302 ziektegevallen voorgekomen op een
bevolking van nog geen 40,000 zielen.
By verscheidene aangetasten zyn vlagen
van waanzin voorgekomen. Eén hunner heeft
zelfs getracht zich met een scheermes van
kant te maken.
Een winkelier, die het heerschen van pok
ken in zyn gezin bad stilgehouden en dien
tengevolge vermoedelyk aan 30 zyner klanten,
enz. de ziekte in huis bracht, is door de
politierechtbank veroordeeld tot een boete
van slechts 20 shillings en de kosten.
De „Grand Jury" to Gloucester heeft by
hare zitting van Vrydag een verklaring op
gesteld, ten betooge, dat de vaccine-wet ge-
wyzigd dient te worden, in dier voege, dat
do bevoegdheid tot toepassing er van behoort
overgedragen te worden van de plaatselyke
„Boards of Guardians" aan èen departement
van bestuur, byv. de „Local Government
Board." Voorts dringt zy aan op de nood*
zakc.lykheid van onverwyide inenting van alle
kinderen en de revaccinatie van volwassenen.
Door voetbalspelers is inmiddels de ziekte
naar Plymouth overgebracht, waar nu alle
aangekondigde wedkampen verboden zyn.
Ook te Heywood zyn in drie dagen tyds
vyftien gevallen voorgekomen.
De hoer Succi, die zich, gelyk
men weet, te Weenen wederom onderwerpt
aan een vrywillige „hongerkuur" van 30
dagen, heeft nu reeds 22 dagen gevast. Zyn
toestand is voortdurend zeer goed; ook ziet
hy er volstrekt niet uit of hy in geen 22
dagen niet gegeten heeft. Alleen is hy byna
13 KG. afgevallen.
Te Antheit (Henegouwen) kwam
een jongeling met gezwollen lip by een ookter,
die bevond dat de man door een insect go-
stoken was. Eene operatie baatte niet meer
en na eenige dagen stierf de jongeling onder
vreeselyk lyden. Hy was slechts 22 jaren,
de steun zyner moeder.
UITLOTINGEN. Servië, 3 pets. Premioloteo 1831.
TrokkiDg op 14 April 189G. 16 Serieën:
251 1189 3954 50c3 £310 5622 6052 6480
637 1874 4122 5222 5462 566S 6137 6521
Premièu:
Serio Nr. fr. Serie Nr. fr. Scrio Nr. fr.
251 43 500 5083 50 500 6052 11 90000
1874 6 275 5222 47 1000 6380 28 275
1874 16 3500 5162 47 10000 6521 S2 600
1874 45 1000
Met fr. 100 do overigo nummers, vervat in boven
genoemde 16 serieën. Betaalbaar 14 Mei 1896.
Burgerlijke Stand.
HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: ft.
S. Janszen en G. M. Hollander. K. Schekkerman
en M. T. Nugteien. K. Roos en N. Van deo
Heuvel.
Gehuwd: P. De Jeu en M. Wezelenburg.
Bevallen: M. Van OeveronWildcrom 'L.
G. Van HuizenVan Wieringen Z. J. Meiman
Straathof D. M. HuismanMooijes D. J. H.
MeijerVoorneveld Z. C. De VosVisbeen
D. J. Van der HengstThier Z. AI. A. Van
der PoelVan dor Wilt Z. M. Scbünliago
Van Gellekom Z. M. LeeuwrikDe PousZ.
B. MeijerBetjes 'Z. C. S. GriekspoorDe
Blacij D. levenl.
Overleden: H. Van der Heijden 12 w.
A. E. Troost 3 m. H. Clemens—Zandbergen 43
j. C. Leen 23 m. J. Kunis S m.
Gabrielle zag zeer spoedig, dat zyn rond
slenteren de kleine Rosa gold, do nicht van
den hotelhouder, die tot over de ooren ver
liefd scheen op den knappen medischen
student
Ongeveer acht dagen na Gabrielles aankomst
kwam een knappe jonge man postzegels
koopen. Het werd haar warm om het hart,
omdat hy glimlachte en een vriendelyk woord
z'-ide. Het was de eenige zoon van een ryken
wyuhandelaar, die bier de landwynen opkocht
en in de residentie groote zaken deed. Ofschoon
hy te Weenen gestudeerd had, was hy op
hot kantoor van zyn vader gekomen.
Tot nu toe had hy de postzegels altyd
laten halen; nu kwam by zelf. En ook den
volgenden dag was by persooniyk gekomen,
ooi een brief te lat9n aantec-kenenby scheen
dat nu altyd zelf te moeten doen.
Gabrielle weende nu niet meer; zy had
een kleine verstrooiing zy wachtte op Anton
Jost. Door het venster van haar kamertje
overzag zy het marktplein en zag zy het
groote huis, dat de familie Jost toebehoorde.
Zy zag hom dus telkens komen.
Op zekeren dag verscheen Anton Jost
wederom voor hot loket, ditmaal, om Gabrielle
namens zyn ouders voor Zondagavond uit te
noodigen. Er was visite, merkte de jonge
man op. Zy accepteerde verheugd, want de
oude Jost was tevens burgemeester van
Brauneck. Door zyn bemoeiingen vooral was
het postkantoor hier opgericht.
Zeker, de heer Anton interesseerde zich
voor haar en noodigdo haar zoo eerbaar, als
het vcor den zoon van den Braunecker
burgemeester paste, in het huis zyner ouders.
Zij weende niet meer.
Er kwam nog een andere onverwachte
afwisseling by.
De jonge Moldenhauer namelyk was ver
trokken en Gabrielle bemerkte maar al to
goed, hoe het kleine Roosje zyn afwezigheid
betreurde. Zeker, de heer Moldenhauer had
het jonge ding het hoofdje op hol gebracht.
Nog denzelfden avond kwam Rosa voor een
gulden postzegels koopen en zeide tot
Gabrielle: „Juffrouw, ik wil mjjn brieven
liever zelf halen; mag ik u verzoeken, ze my
niet to zenden of aan anderen te geven?"
Een heimelyke briefwisseling dus! Waar-
schynlyk wilde de zoon van den fabrikant
zich nog niet binden, allerminst aan de nicht
van een dorpskastelein. Dat verklaarde alles.
Spoedig herkondo Gabrielle de brieven van
het verliefde paar. Eiken dag lag in de
brievenbus een sierlijk couvert met een
eenigszins bleek en karakterloos adres. Ook
Rosa kreeg dagelyks haar brief, zoodra de
postkar aangekomen was. Do zyne waren
van den beginne af dunner; Rosa had her
baalde keoren extra port betaald, hy nog geen
enkelen keer. Maar dat was zeer natuurlijk;
zy had moer tyd. Een man heeft meer bezig
heden dan zulk een verliefd dorpskind.
Gabrielle was reed3 zelf altyd nieuws
gierig, of de brieven stipt kwamen en gingen.
Da blief van hem was de eerste, die op zekeren
dag wegbleef. Rosa scheen oen weinig teleur
gesteld, maar toch kalm.
„Er komen morgen twee brieven," zeide
zy„hy heeft hem vandaag zeker te laat
bezorgd."
Den volgenden dag kwamen er geen twee
brieven, maar één, haastig geschreven. En
nu kwamen en gingen do brieven weer regel
matig heen en weer
Intusschen was ook de groote Zondag
voorbygegaan, waarop Gabrielle de eerste
visite by de familie Jost meemaakte. Men
had haar zeer vriendelyk ontvangen; blyk-
baar had de familie besloten, zich over do
alleen-staande dame te ontfermen. Maar de
kleinburgerlyke toon van dezen kring, de
nauwe, nergens het alledaagsche overscbry-
dende horizon deed haar formeel schrikken.
Mevrouw Jost, een korte, gedrongen vrouw
met een energiek voorkomeD, stelde het jonge
meisje in het eerste kwartier met de ver
houdingen der familie in kennis.
„Mynheer," zeide zij, „heeft den besten neus
in den omtrek. Hy ruikt, waar een goeden
druppel is, nog eer hy hot kruis op de kerk
ziet. Ja, mynheer is een eerste wijnkenner."
Het was te komisch, dat zy met „mynheer"
haar echtgenoot bedoelde. Iedoreen wist, dat
de eigenlyke heer in huis, in de zaak en dus
in de gehoele plaats niemand anders was dan
mevrouw Jost. Met trots sprak zy van haar
Anton, van den eenigen zoon, met wien zy
blijkbaar hoogdravende plannen had.
„Ik heb hem laten lecron wat goed en
duur is," meende zy „Maar al was by
ook nog veel knapper tegenspreken mag
hy nietl"
Op dezelfde wyze karakteriseerde zy in
korte, ruwe woorden de overige personen van
het gezelschap,.
Het onderhoud liep uitsluitend over per
soonlijke en plaatselyke belangen. In het
„salon" van mevrouw Jost werden al de
gioote hervormingen voorbereid, die Brauneck
tot een merkwaardigo luchtbadplaats moesten
maken. Gabrielle moest lachen over een ver
schil van meening, dat tusschen de vrouw
des huizes en den eveneens aanwezigen heer
Pfeiffer ontstond.
Pfeiffer, die Gabrielle met warmte hier
begroet en ook zeer netjes met haar gekout
bad, rao98t zich later ook om anderen bekom
meren en mengde zich in het gesprek der
dorpsnotabelen. Hy meende, dat het tyd was,
de straten te verlichten, en de kuiper stemde
levendig met hem in.
Mevrouw Jost echter verklaarde: „Wy
willen geen nachtleven in Brauneck l"
De heer Jost sloot zich natuuriyk by deze
meening aan. „Neon, een nachtleven hebben
wy niet nooaig I" meende hy, en daarmede
waren de straatlantarens uitgedraaid, nog eer
zy gebrand hadden.
Pfeiffer, die ook onder deze monschen niets
van zyn vriendeiyk-zachte, zy het ook terug
houdende natuur verloor, zweeg verder. Hy
kende zyn menschen. Hy scheen Gabrielle van
daag joDgor dan vroeger. Zyn donker haar ver
toonde ternauwernood d9n alloreersten lichten
weerschyn een paar zilverdraden. „Ik zou
de paar gryze haren wel kunnen uittrekken,"
schertste hy, „maar voor wio zal ik my
jonger maken?"
Gabrielle dreigde glimlachend met den
vinger: Dat zou hy wel weten! Maar hy
beweerde, met komiachen yver, dat by een
oud man was, wien de jonge dames nog
slochts als „oom" achtten. Het speet h m
zeer, dat hy Gabrielle niet mocht uitnoodigen,
om haar zyn schatten te laten zien. Maar
misschien kon zy eens met mevrouw Jost
komeD, die hem zooeven beloofd had, zyn
„snorrepyperyen" eens te komen zien.
Eigenlyk zag en hoorde Gabrielle dat alles
slechts terloops. Meer dan zy zelve misschien
vermoedde, behoorde haar aandacht aan Anton,
die wel is waar een weinig terughoudend,
maar nog altyd even lief en vriendelyk was
al8 aan het loket.
Van nu af was Gabrielle zeer tevreden,
ja gelukkig. Mevrouw Jost had haar verzocht,
terug te komende heer Anton naderde haar
steeds meer, kocht postzegels, bracht bloemen,
kortomhet kleine postkantoor was licht en
zonnig geworden in den donkeren wlntertyd«
Wat haar bedroefde was alleen Rosa's
briefwisseling. De jonge Moldenhauer schreef
al lang Diet eiken dag meer; slechts nu en
dan kwam er een briefje van hem. Rosa
daarentegen kwam een tydlang nog altyd
dagelyks mot haar brief. Vervolgens schreef
ook zy een poos niet. Misschien wachtte zy,
of hy vragen zou, maar hy vroeg niet.
{Wordt vervolgd.)