N°. 11092 I>cmcler<ïag 33 April. A0. 1896 ,§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven PERSOVERZICHT. Kct gcschoudcu Ambtsgeheim. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: "Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco por post1.40. .Afzonderlijke Nommers0.0s. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad TTTorr'l- r 05 Ticeede Blad. In een tweede en slotartikel (voor het eerste verwezen we naar ons vorig Overzicht) bespreekt De Standaard verder de vraag of door afwenteling op den kooper de prijs van een arbeidsproduct zoodanig is vast te stellen, dat de werkman er een vol doend loon door ontvangt. „Ook o. i.," zegt bet blad, „kan de consu ment meer betalen, en zou door dit meerdere het loon genoegzaam kunnen verhoogd wor den, om den arbeider in staat te stellen, zelf naar beboeren voor zijn gezin en voor den ouden dag te zorgen. Immers, betaalt de koo per g9en hooger prijs dan nu, dan moet toch in den nood der arbeidende klassen, maar dan door philanthropic en belasting, voorzien worden. Het geld moet er dus toch af. De vraag is alleen, of de kooper hot geven zal bij zijn koop, of straks de burger als aalmoes en belasting. En voor die keuze staande, heeft het geven van meer bij koop stellig voorkeur. Immers, wie te weinig be taalt voor wat hij koopt, en dan dat minder betaalde straks als aalmoes uitreikt, heeft toch b\j Hem, Die in het verborgene ziet, zijn loon weg. Blijft dus alleen de vraag: Kan de consument gedwongen worden, om hoogere prijzen te betalen?" Deze vraag zou allereerst bevestigend kun nen beantwoord worden voor die artikelen, waar de consument niet buiten kan en wel door het vormen van vakorganisaties, die den prijs vaststellen en weigeren onder het minimum-loon hun arbeid te prestoeren. Voor luxe-artikelen is dit systeem evenwel prac- tisch al dadelijk onuitvoerbaar, omdat de con sument, wat z. i. te duur is, niet koopt en men hem daartoe niet kan dwingen. Maar ook is het coaliseeren van werkkrach ten, ter verkrijging van een aan de nooddruft beantwoordend loon voor noodzakelijke pro ducten, in gewone vakorganisatie bij lange geen afdoende maatregel, zoolang de voor waarden der produclie in de verschillende landen zoozeer uiteenloopen. Vooral in ons land met zijn noodzakelijken vrijen handel zou eene verhooging van prys voor een nood zakelijk consumtie-artikel terstond den buiten- landschen mededinger herwaarts overbrengen. Het heften van invoerrechten tot een hoog bedrag, zoodat de grenzen feitelijk voor bui- tenlandsche mededinging gesloten blijven, acht men niet uitvoerbaar, wil men den uitvoer niet belemmeren. Zulk oen invoerrecht is slechts mogelijk binnen zeer matige grenzen. „Doch dan is ook het einde, dat de werkman, om nu b j dat cijfer te blijven, niet tot zijn ƒ16ko t, en dus niet in staat is, om in de kosten van onderwijs, pensionneering, onz. zelf geheel te voorzien, en dat derhalve of zyn nooddruft onverzorgd blijft, èf wel, en ziehier do tweede weg, dat de Overheid voor het onderwijs zijner kinderen, enz. hem subBidiöe.e. Altooi met dien verstande, dat dit niet gelde als onderstand, maar feitelijk een terugbetaling zjj van het te kort ontvangen loon; terwijl omgekeerd de belastingbetaler dan feitelijk als belasting slechts datgene zou betalen, wat hij uitge wonnen had op den minderen prys van z(jn gekochte waar. „In wat aldus verkregen werd èn uit een matige verhooging van het invoerrecht èn uit verhoogde belasting, zou dan genoeg be schikbaar zijn, om den werkman wekelijks van de betaling voor het onderwijs, voor pensioen, voor weduwenfonds, ziekenfonds, enz., in zooverre te ontslaan, dat hij feitelijk precies evenveel ontving, alsof hij bij booger loon dat alles zelf voor zyn rekening Dam. „Nu lacht ons dit hulp stelsel in het minst niet toe. Volle uitbetaling van Iood, prjjzing van de waar op 25 pCt. booger, en over lating van allo zorg voor zjjn gezin aan den arbeider zeiven, onderwijs incluis, zou ons veel juister, veel gewenschter, meer men8cholijk dunken. Maar we vragen: Kunt ge ijzer met banden breken, en ziet ge metterdaad op afwenteling op den kooper, d. i. op het dwingen van den consument, kans?" Deze vraag beantwoordt De Standaard Diet en hij eindigt derhalve met eene berusting in het minder gewenschte hulp stelsel. Ziet het blad, vraagt Hel Centrumhier niet voorbij, dat nu reeds oen sterke twijfel aan de practische uitvoerbaarheid bhxvan begint te rijzen en dat men ook in arbeiders kringen er aan begint te denken, het met een geheel ander produclis-systeem te be proeven, waarbij men trachten wil, rechtstreeks van den producent tot don consument te komen, om althans den winstaftrek van den tusschenman uit te spaten voor eigen voordeel? Zoo besluit De Katholieke Werkman een artikelenreeks, waarin gewezen wordt op „De nieuwe koers", welke zich begint baari te breken, nl. die der productief-gonootschappen, waarvan in ons land reods een viertal be staat, van welke de eerste en de oudste thans werkt met een allergunstigst resultaat, t9i wijl or nog een tweetal andoren in voorbereiding 'zyn. Het blad doet uitkomen, dat dit arbeids- systeem den werkman vanzelf voort tot betere verdeeling van de welvaart, dat hot steunen daarvan den vereenigden arbeider een plicht is in zijn eigen belang. In De Standaard is het volgend ingezonden stuk uit D. geplaatst: In den laatston tijd is er in de bladen geschreven over verbetering van de positie dor klerken by de belastingen. Eén middel daartoe zou m. i. onder meer kunnen zijn een ministerieel verbod, om jon gens beneden don loeftyd van 16 jaren, onder welke benaming ook, op de belastingkantoren te gebruiken. Een zoodanig verbod zou tovons zeer in het belang der belastingschuldigen zijn, omdat dan het geheim van hun aanslag in de Ver mogensbelasting en in do Bedrijfsbelasting niet meer zou worden toevertrouwd aan kin deren, van wie de rechter ingeval van over treding van art. 272 W. v. S. (schending van geheimen) moet onderzoeken, of zij met oor deel des onderscheids hebben gehandeld. Thans wordt genoemd geheim aan zoo jeugdigen toevertrouwd. Hier ter plaatse toch zijn na de invoering der Vermogensbelasting en der Bedrijfsbelasting zoowel bü don ont vanger der registratie als bij den ontvanger der directe belasting jongens beneden den leeftijd van 16 jaren werkzaam geweest, en ik zag zelfs eens een van hen het in een dezer belasting betaalde boeken. Deze toestand, waarover ik meer dan één persoon zijn ontevredenheid hoorde uitspreken, eischt verandering en het komt mij voor, dat het de plicht van de leden der Tweede en Eerste Kamer is, op verbetering in dezen aan te dringen. Wij lezen in De Maasbode: In een Duitsch liberaal blad lezen wij de volgende beschrijving van de wijze, waarop de marktprijs gemaakt wordtof het in Nederland ook zoo gaat, mogen de boeren zeiven beantwoorden vooral in de klei nere plaatsen. De handelaars (tusschenpersonen, die do marktwaren en bet vee opkooper.) beschou wen de boeren niet anders dan als hunne vijanden, die z\j trachten het vel over de ojren te haleD; de boeren echter schijnen het nog immer als onvermijdelijk te beschouwen, dat men van hun leder riemen snijdt. Men beschouwe eens eene markt en zie eens, hoe de marktprijs bijv. in Limburg (DuitschRed. Maasbodegemaakt wordt. In lange wagens hebben de boeren hun artikelen aangevoerd; nu staan daar de boeren achter hunne graan zakken, met hoop en zorg vervuld, of het graan toch eeDigszins draaglijken prijs mocht opbrengen. Nu naderen de Joden, nemen uit de zakksn eon handvol graan en betasten het; hoofdschuddend gaan z\j eebter overal voorbij, verklarende, dat zij niet kunnen bieden, daar de marktprijs niet is vastgesteld. Eindelijk komen zy bij een boer, wiens graan onzuiver en van mindere waarde is; nu ziet men h6n teekenen van verstandhouding geven met dezen is de marktprijs vastte stellen, want deze zal zyn slechte waar wel voor minderen prijs laten 1 Snel wordt nu deze „m a r k t p r ij s" over do geheele markt bekend. Of de boeren nu al roepen, dat deze prys te laag is, dat zy er hun graan niet voor kunnen laten, het baat nietsde m a r k t- p r y s is bepaald, en als de boeren hunne zakken niet weder mede willen nemen, moeten zy zich bij dien prys nederleggen. Wat baat hiertegen dan een bond van graan- boeren, die zich verbinden niet onder zekeren prys te verkoopen, die overeenkomen buiten den tusschonhandel om zelf het graan te verkoopen aan de graan- verbruikers?" Wat oit liberale blad hier schrijft, btamen wy by uitzondering eens volmondig en zien er een nieuw bewijs in van do noodzabelyk- heid voor de landbouwers, om zich te ver eenigen tot krachtige en practische samon- werking. Gemengd Nieuws. De Olympische spelen. De meesten der vreemde mededingers in deze spelen zijn verleden week van Athene ver trokken. Zy werden vergezeld naar het spoor wegstation door hunne Qrieksche confraters, die hun hartelyk vaarwel zeiden. Toen de trein het station uitstoomde, hieven dezen voor de laatste maal een luid gejuich aan. Intusschen komen in correspondenten nog eenige nadere schilderachtige byzonderheden voor aangaande den wedloop naar Marathon, die, gelyk men weet, tot voldoening van geheel Griekenland, door een Griek, den boerenzoon Louis, werd gewonnen. Het tooneel dat volgde, toen do overwinnaar het Stadion binnenstoof, was onbeschryfiyk; 50,000 men- schen barstten los in de grootste opge wondenheid. Mannen omhelsden en kusten elkander, vrouwen vergoten tranon enz., iedereen stond op en wenkte met kleine Grieksche vlaggetjes of zakdoeken. Een Qrieksche geneeskundige uit Marseille, dien zyn vaderlandsliefde naar Athene gedreven had, een oude heer, zakte van opgewondenheid bewusteloos ineen. Intusschen was de hard- looper by de koninklyke loge gekomen, vergezeld van een Kroonprins, Prins George, en de scheidsrechters, die in denzelfden pas naast hem aansnelden. De Koning stond op en ontblootte het hoofd. In het gezicht der ganscbe menigte werd de overwinnaar omarmd en gekust door de beide Prinsen en ver scheidene generaals. Hy boog voor den Koning, daarop vatten do Prinsen hem on Ier den arm en vergezelden hem naar een lokaal, waar geneeskundigen k9m hielpen. Buiten duurde echter de opgewondenheid voort, duiven met lange blauwe en witte linten werden losgelaten en vlogen door de arena; ook de tweede en derde aankomenden, beiden Grieken, werden warm begroet. De over winnaar was by den proefloop niet tegen woordig geweest en slechts met moeite had hy vergunning gekregen om aan den wedloop deel to nemen, die 2 uur 55 minuten duurde, d. i. voor den KM. 4''/10 minuut. Zyne inspanning is reeds rykelyk beloond; een Grieksche mil'ionnair heefl hem 25,000 drachmen geschonken, een dame een horloge met ketling en indien hy alles ontvangt, wat kooplieden en hotelhouders hem beloofd heb ben aan kleederen en spy'zen, zal by goedkoop kunnen leven. Een arme melkboer, die eiken morgen zyne geiten door de straten dry ft, verbond zich om jaar in jaar uit gratis melk te leveren; een caféhouder om hem van koffie te voorzien; een barbier om hem zyn leven lang om niet te schereneen groenten- boer om hem voor niets groenten te leveren; een hotelhouder om hem gratis middagmalen en soupers te verstrekken en een tandarts om hem zonder betaling, zoolang hy leeft, tanden te trekken 1 Do buitenlanders, die aan den wedloop deelnamen, vitlen langzamerhand onderweg uitgeput neer, hoewel zy oerst voorop liepen de Grieken waren eerst achter, maar spaarden hunne krachten tot het laatst. Te Gloucester waren sedert het uitbreken der pokkenepidemie Donderdag jl. 1302 ziektegevallen voorgekomen op een bevolking van nog geen 40,000 zielen. By verscheidene aangetasten zyn vlagen van waanzin voorgekomen. Eén hunner heeft zelfs getracht zich met een scheermes van kant te maken. Een winkelier, die het heerschen van pok ken in zyn gezin bad stilgehouden en dien tengevolge vermoedelyk aan 30 zyner klanten, enz. de ziekte in huis bracht, is door de politierechtbank veroordeeld tot een boete van slechts 20 shillings en de kosten. De „Grand Jury" to Gloucester heeft by hare zitting van Vrydag een verklaring op gesteld, ten betooge, dat de vaccine-wet ge- wyzigd dient te worden, in dier voege, dat do bevoegdheid tot toepassing er van behoort overgedragen te worden van de plaatselyke „Boards of Guardians" aan èen departement van bestuur, byv. de „Local Government Board." Voorts dringt zy aan op de nood* zakc.lykheid van onverwyide inenting van alle kinderen en de revaccinatie van volwassenen. Door voetbalspelers is inmiddels de ziekte naar Plymouth overgebracht, waar nu alle aangekondigde wedkampen verboden zyn. Ook te Heywood zyn in drie dagen tyds vyftien gevallen voorgekomen. De hoer Succi, die zich, gelyk men weet, te Weenen wederom onderwerpt aan een vrywillige „hongerkuur" van 30 dagen, heeft nu reeds 22 dagen gevast. Zyn toestand is voortdurend zeer goed; ook ziet hy er volstrekt niet uit of hy in geen 22 dagen niet gegeten heeft. Alleen is hy byna 13 KG. afgevallen. Te Antheit (Henegouwen) kwam een jongeling met gezwollen lip by een ookter, die bevond dat de man door een insect go- stoken was. Eene operatie baatte niet meer en na eenige dagen stierf de jongeling onder vreeselyk lyden. Hy was slechts 22 jaren, de steun zyner moeder. UITLOTINGEN. Servië, 3 pets. Premioloteo 1831. TrokkiDg op 14 April 189G. 16 Serieën: 251 1189 3954 50c3 £310 5622 6052 6480 637 1874 4122 5222 5462 566S 6137 6521 Premièu: Serio Nr. fr. Serie Nr. fr. Scrio Nr. fr. 251 43 500 5083 50 500 6052 11 90000 1874 6 275 5222 47 1000 6380 28 275 1874 16 3500 5162 47 10000 6521 S2 600 1874 45 1000 Met fr. 100 do overigo nummers, vervat in boven genoemde 16 serieën. Betaalbaar 14 Mei 1896. Burgerlijke Stand. HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd: ft. S. Janszen en G. M. Hollander. K. Schekkerman en M. T. Nugteien. K. Roos en N. Van deo Heuvel. Gehuwd: P. De Jeu en M. Wezelenburg. Bevallen: M. Van OeveronWildcrom 'L. G. Van HuizenVan Wieringen Z. J. Meiman Straathof D. M. HuismanMooijes D. J. H. MeijerVoorneveld Z. C. De VosVisbeen D. J. Van der HengstThier Z. AI. A. Van der PoelVan dor Wilt Z. M. Scbünliago Van Gellekom Z. M. LeeuwrikDe PousZ. B. MeijerBetjes 'Z. C. S. GriekspoorDe Blacij D. levenl. Overleden: H. Van der Heijden 12 w. A. E. Troost 3 m. H. Clemens—Zandbergen 43 j. C. Leen 23 m. J. Kunis S m. Gabrielle zag zeer spoedig, dat zyn rond slenteren de kleine Rosa gold, do nicht van den hotelhouder, die tot over de ooren ver liefd scheen op den knappen medischen student Ongeveer acht dagen na Gabrielles aankomst kwam een knappe jonge man postzegels koopen. Het werd haar warm om het hart, omdat hy glimlachte en een vriendelyk woord z'-ide. Het was de eenige zoon van een ryken wyuhandelaar, die bier de landwynen opkocht en in de residentie groote zaken deed. Ofschoon hy te Weenen gestudeerd had, was hy op hot kantoor van zyn vader gekomen. Tot nu toe had hy de postzegels altyd laten halen; nu kwam by zelf. En ook den volgenden dag was by persooniyk gekomen, ooi een brief te lat9n aantec-kenenby scheen dat nu altyd zelf te moeten doen. Gabrielle weende nu niet meer; zy had een kleine verstrooiing zy wachtte op Anton Jost. Door het venster van haar kamertje overzag zy het marktplein en zag zy het groote huis, dat de familie Jost toebehoorde. Zy zag hom dus telkens komen. Op zekeren dag verscheen Anton Jost wederom voor hot loket, ditmaal, om Gabrielle namens zyn ouders voor Zondagavond uit te noodigen. Er was visite, merkte de jonge man op. Zy accepteerde verheugd, want de oude Jost was tevens burgemeester van Brauneck. Door zyn bemoeiingen vooral was het postkantoor hier opgericht. Zeker, de heer Anton interesseerde zich voor haar en noodigdo haar zoo eerbaar, als het vcor den zoon van den Braunecker burgemeester paste, in het huis zyner ouders. Zij weende niet meer. Er kwam nog een andere onverwachte afwisseling by. De jonge Moldenhauer namelyk was ver trokken en Gabrielle bemerkte maar al to goed, hoe het kleine Roosje zyn afwezigheid betreurde. Zeker, de heer Moldenhauer had het jonge ding het hoofdje op hol gebracht. Nog denzelfden avond kwam Rosa voor een gulden postzegels koopen en zeide tot Gabrielle: „Juffrouw, ik wil mjjn brieven liever zelf halen; mag ik u verzoeken, ze my niet to zenden of aan anderen te geven?" Een heimelyke briefwisseling dus! Waar- schynlyk wilde de zoon van den fabrikant zich nog niet binden, allerminst aan de nicht van een dorpskastelein. Dat verklaarde alles. Spoedig herkondo Gabrielle de brieven van het verliefde paar. Eiken dag lag in de brievenbus een sierlijk couvert met een eenigszins bleek en karakterloos adres. Ook Rosa kreeg dagelyks haar brief, zoodra de postkar aangekomen was. Do zyne waren van den beginne af dunner; Rosa had her baalde keoren extra port betaald, hy nog geen enkelen keer. Maar dat was zeer natuurlijk; zy had moer tyd. Een man heeft meer bezig heden dan zulk een verliefd dorpskind. Gabrielle was reed3 zelf altyd nieuws gierig, of de brieven stipt kwamen en gingen. Da blief van hem was de eerste, die op zekeren dag wegbleef. Rosa scheen oen weinig teleur gesteld, maar toch kalm. „Er komen morgen twee brieven," zeide zy„hy heeft hem vandaag zeker te laat bezorgd." Den volgenden dag kwamen er geen twee brieven, maar één, haastig geschreven. En nu kwamen en gingen do brieven weer regel matig heen en weer Intusschen was ook de groote Zondag voorbygegaan, waarop Gabrielle de eerste visite by de familie Jost meemaakte. Men had haar zeer vriendelyk ontvangen; blyk- baar had de familie besloten, zich over do alleen-staande dame te ontfermen. Maar de kleinburgerlyke toon van dezen kring, de nauwe, nergens het alledaagsche overscbry- dende horizon deed haar formeel schrikken. Mevrouw Jost, een korte, gedrongen vrouw met een energiek voorkomeD, stelde het jonge meisje in het eerste kwartier met de ver houdingen der familie in kennis. „Mynheer," zeide zij, „heeft den besten neus in den omtrek. Hy ruikt, waar een goeden druppel is, nog eer hy hot kruis op de kerk ziet. Ja, mynheer is een eerste wijnkenner." Het was te komisch, dat zy met „mynheer" haar echtgenoot bedoelde. Iedoreen wist, dat de eigenlyke heer in huis, in de zaak en dus in de gehoele plaats niemand anders was dan mevrouw Jost. Met trots sprak zy van haar Anton, van den eenigen zoon, met wien zy blijkbaar hoogdravende plannen had. „Ik heb hem laten lecron wat goed en duur is," meende zy „Maar al was by ook nog veel knapper tegenspreken mag hy nietl" Op dezelfde wyze karakteriseerde zy in korte, ruwe woorden de overige personen van het gezelschap,. Het onderhoud liep uitsluitend over per soonlijke en plaatselyke belangen. In het „salon" van mevrouw Jost werden al de gioote hervormingen voorbereid, die Brauneck tot een merkwaardigo luchtbadplaats moesten maken. Gabrielle moest lachen over een ver schil van meening, dat tusschen de vrouw des huizes en den eveneens aanwezigen heer Pfeiffer ontstond. Pfeiffer, die Gabrielle met warmte hier begroet en ook zeer netjes met haar gekout bad, rao98t zich later ook om anderen bekom meren en mengde zich in het gesprek der dorpsnotabelen. Hy meende, dat het tyd was, de straten te verlichten, en de kuiper stemde levendig met hem in. Mevrouw Jost echter verklaarde: „Wy willen geen nachtleven in Brauneck l" De heer Jost sloot zich natuuriyk by deze meening aan. „Neon, een nachtleven hebben wy niet nooaig I" meende hy, en daarmede waren de straatlantarens uitgedraaid, nog eer zy gebrand hadden. Pfeiffer, die ook onder deze monschen niets van zyn vriendeiyk-zachte, zy het ook terug houdende natuur verloor, zweeg verder. Hy kende zyn menschen. Hy scheen Gabrielle van daag joDgor dan vroeger. Zyn donker haar ver toonde ternauwernood d9n alloreersten lichten weerschyn een paar zilverdraden. „Ik zou de paar gryze haren wel kunnen uittrekken," schertste hy, „maar voor wio zal ik my jonger maken?" Gabrielle dreigde glimlachend met den vinger: Dat zou hy wel weten! Maar hy beweerde, met komiachen yver, dat by een oud man was, wien de jonge dames nog slochts als „oom" achtten. Het speet h m zeer, dat hy Gabrielle niet mocht uitnoodigen, om haar zyn schatten te laten zien. Maar misschien kon zy eens met mevrouw Jost komeD, die hem zooeven beloofd had, zyn „snorrepyperyen" eens te komen zien. Eigenlyk zag en hoorde Gabrielle dat alles slechts terloops. Meer dan zy zelve misschien vermoedde, behoorde haar aandacht aan Anton, die wel is waar een weinig terughoudend, maar nog altyd even lief en vriendelyk was al8 aan het loket. Van nu af was Gabrielle zeer tevreden, ja gelukkig. Mevrouw Jost had haar verzocht, terug te komende heer Anton naderde haar steeds meer, kocht postzegels, bracht bloemen, kortomhet kleine postkantoor was licht en zonnig geworden in den donkeren wlntertyd« Wat haar bedroefde was alleen Rosa's briefwisseling. De jonge Moldenhauer schreef al lang Diet eiken dag meer; slechts nu en dan kwam er een briefje van hem. Rosa daarentegen kwam een tydlang nog altyd dagelyks mot haar brief. Vervolgens schreef ook zy een poos niet. Misschien wachtte zy, of hy vragen zou, maar hy vroeg niet. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 5