N°, 11077.
Zaterdag 4 April.
A". 1896
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
F'eu.HIeton.
HET OPONTHOUD.
LEIISCH
DA&BLAD.
PRIJS DEZER COURANT'.
Voor Leiden per 8 maanden. I f 1.10.
Franco per post i s 1.40.
Afzonderlijke Nommerg ïxï i i i. 0.05.
PRUS DER AD VERTEN TIJËTN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grooter#
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Dit nominer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 2 April.
Men meldt uit Amsterdam: De gemeente
raad stelde onlangs ten fine van preadvies
In handen van B. en Ws. eene missive van
B. en Ws. van Leiden, ten geleide aan een
afdruk van het door den Raad dier gemeente
aan den minister van binnenlandsche zaken
gericht adres, betreffende het tot stand komen
van wettelijke bepalingen in zake de parti
culiere banken-van-leening of zoogenaamde
huizen van koop met recht van weder-inkoop.
De Raad van Leiden geeft aan de Raden
der gemeenten, waar geroeentolfike banken-
van-leening bestaan, in overweging tot het
door hem beoogde doel samen te werken en
alzoo aan de regeering te doen blyken van
hunne adhaesie aan de strekking van het
adres.
Omtrent deze zaak hebben Burg. en Weth9.
het gevoelen gevraagd van commissarissen der
stadsbank van-leening.
Uit de ODtvangen adviezen blykt, dat het
kwaad, dat de Raad der gemeente Leiden wil
togen gaan, ook te Amsterdam zeer groot is
en steeds toeneemt. Legio zijn er de particu
liere huizen van koop met recht van weder-
inkoop. De strijd tegen hot kwaad zeggen
Burg. en Weths. heeft onze volle sympathie,
en ook ons schijnt het wenschelyk dat eene
wettelijke regeling tot stand kome op de
particuliere banken-van-leening en gelijk
soortige onder anderen naam optredende
instellingen. Zij vragen mitsdien machtiging
aan den minister van binnenlandsche zaken
instemming te betuigen met het door den
Riad der gemeente Leiden ingediend adres.
Door de afd. Bodegrave der Hollandsche
Maatschappij van Landbouw is besloten tot
het oprichten van een winterlandbouwcursus.
In het laatst van Mei zal door de afdeeling
een stierenkeuring gehouden worden.
De heer H. N. Van der Made, klerk-
telegrafist 3de kl. aan het plaatsbureel van
het Staatsspoorstation te 's Gravenhage, heeft
met lo Mei a. s. eervol ontslag gevraagd
wegens zijne benoeming tot ambtenaar bij de
Nederlandsche Zuid-Afnkaansche Spoorweg
maatschappij.
In de gisternamiddag gehouden zitting
besloot de gemeenteraad te Haarlem op voor
stel van B. en Ws., om de pont, die bij ont
stentenis van een brug, in den dienst over de
Ringvaart voorziet, npg eenigen tijd aan te
houden. De poging om van het gemeentebestuur
van Haarlemmermeer in den eventueelen bouw
van een nieuwe brug een subsidie te verkrijgen,
was afgestuit hierop, dat Haarlemmermeer
,wel tien jaar lang ƒ100 's jaars wilde geven,
maar onder beding dat Haarlem voortdurend
(dat wil dus zeggen voor altijd) de brug in
stand houden en onderhouden zou, een voor
waarde, waarop B. en Ws. natuurlijk niet
wenschten in te gaan.
Van Ged. Staten was ingekomen de tijding,
dat dit College het wetsontwerp tot wijziging
van de grens tusschen Haarlem en Heemstede
heeft ingetrokken en de voorzitter stelde voor,
dit schrijven than.s voor kennisgeving aan te
nemen, waaruit de heer Van Styrum, naar
's Voorzitters hoofdknikken te recht, consta
teerde, dat er later wel gelegenheid bestaan
zal, om de zaak te bespreken. De wethouder
De Kanter was met dit besluit van Gedep.
Staten volstrekt niet ingenomen en gaf niet
onduidelijk te verstaan, dat z. i. Ged. Staten
te veel acht hadden geslagen op de meening
van do burgerij, d. i. op die van de commissie
uit de burgerij, die het plan indertijd zeer
h6eft afgekeurd. Hij was er verbaasd over en
het deed hem leed.
Intusschen werd de brief voor kennisgeving
aangenomen.
Zonder debat van boteekenis keurde de Raad
een voorstel goed tot vaststelling van de
rangorde en regeling van de traktementen
van het onderwyz°Dd personeel aan de scholen
voor lager onderwijs.
De meerdere kosten worden geraamd als
volgt, altijd in de op zichzelf natuurlijk on
juiste onderstelling, dat over tien of vyltien
jaren nog hetzelfde onderwijzend personeel
als thans werkzaam zal zijn: In 1896 met
ƒ2150, in 1901 met ƒ8000, in 1906 met
ƒ11,400, in 1911 met ƒ15,500.
Het voorstel treedt den lsten Juli in
werking.
Aan de Vereeniging tegen het mishandelen
van Dieren te Haarlem werd ter tegemoet
koming in de kosten van een asphyxiatie
toestel met gas, dat zjj hier wil oprichten,
een som van 75 toegestaan voor éón jaar,
waarvoor zij zich verbindt, de door de politie
opgevangen honden kosteloos af te maken.
Te Haarlem vierde gisteron de heer F.
H. H. Doffegnies, directeur van het post
kantoor aldaar, zijn veertigjarige dienstver
vulling by den dienst der posterijen.
Reeds vroeg in den morgen werden den
jubilaris door de gezamenlijke commiezen hun
gelukwenschen, vergezeld van een fraai cadeau,
aangeboden en ontving hij in de met planten
versierde kamer de heil wenschen van de brie
venbestellers en adsistenten m6t een keurig
uitgevoerde photograpbie van het geheele
corps bestellers en adsistenten. In de Zijl
straat en de Nieuwe Groenmarkt bi) het post
kantoor wapperde uit alle woningen de drie
kleur.
De aan het departement van marine te
's Gravenhage bijgebouwde vleugel is in ge
bruik genomeno. a. zijn er de bureelen van de
Inoische HyJrographie in gevestigd.
De heer W. Nivel, sectie ingenieur by
de Nederl. Zuider Spoorwegmaatschappij, heeft
om gezondheidsredenen tegen den lsten Mei
a. s. op zfin verzoek eervol ontslag uit den
dienst dier Maatschappy bekomen.
Tot leeraar in de wiskunde aan het
gymnasium te Tiel is benoemd de heer J. C.
Bolt, leeraar te Amsterdam.
Dr. J. E. Couvée, leeraar aan de Ryks
Hoogere Burgerschool „Willem II" te Tilburg,
hield voor zyne medeleeraren en enkele ge-
noodigden eene belangwekkende voordracht
over „Kathode-stralen" en „Röntgen stralen."
Door tal van proeven toonde spreker, hoe
eene electrische vonkontlading ontstaat en
hoe die gewyzigd kan worden. Vervolgens
werden besproken de ontladingen in lucht
verdunde ruimten, Geisslersche en Crooke'sche
buizen. By de laatste ston 1 hy een geruimen
tyd stil, om de vele eigenschappen van het
kathodelicht te laten zien; o. a. mechanische
werking, warmtewerking, phosphoressentie
van glasschelpjes, coslestien, enz.
Ten slotte werden door Röntgen stralen
een kikvorsch en een horlogeketting in een
sigarenkistje, nog overdekt door oen doek, ge-
photographeerd en, na ontwikkeling, het zeer
goed geslaagde cliché aan de aanwezigen
vertoond.
De heer Couvée had zeer veel succes met
zyne belangwekkende voordracht. (P. N. B. Ct.)
De minister van binnenlandsche zaken
brengt voorloopig ter kennis van belang
hebbenden, dat in 1896 de examens ter ver-
kryging van akten van bekwaamheid voor
lager onderwys in de Fransche taal zullen
worden gehouden in de maand Augustus, zoo
noodig ook in het laatst van Jnli, en die voor
middelbaar onderwys in de maand December,
zoo noodig aanvangende in het laatst van
November;
die voor de Engeleche en Hoogduitsche
talen zoowel voor het lager als voor het
middelbaar onderwys in de maand Augustus,
zoo noodig aanvangende in het laatst van Juli;
die voor de gymnastiek zoowel voor de akte
lager onderwys (vak s), bedoeld in art. 65 der
wet op het lager onderwys, als voor het
middelbaar onderwys, en die voor lager onder
wys in de landbouwkunde en voor middelbaar
onderwys in de landbouwkunde, den tuinbouw
en de houtteelt, in de maand Augustus, zoo
noodig in September;
di3 voor middelbaar onderwys in hand- en
rechtlynig teekénen en de perspectief, voor
lager onderwys in het handteekenen, en die
voor boetseeren in de maanden Augustus en
September en zoo noodig in October;
die voor middelbaar onderwys in de wis-
en natuurkundige wetenschappen, boekhouden,
Nederlandsche taal en letterkunde, geschie
denis, aardrykskunde, staathuishoudkunde,
statistiek, staatsinrichting en schoonschry ven,
zoomede die voor lager onderwys in de wis
kunde, bedoeld in art. 65 der wet op het
lager onderwys, in de maanden November en
December.
Het tydstip, waarop zy, die xich aan deze
examens wenschen te onderwerpen, z ch daar
toe zullen behooren aan te melden, zal nader
worden bekendgemaakt. (Sts. Ct).
Den burgemeester van Arnhem, jbr. D.
J. A. A. Van Lawick van Paost van Nyevelt,
sedert korten tyd ongesteld, is een verlof van
vier weken toegestaan. Gistermorgen is hy
tot herstel van gezondheid naar Wiesbaden
vertrokken.
Hr. Ms. flottielje vaartuig „Nias", onder
bevel van den luitenant ter zee lste klasse
jhr. J. A. G. Yan der Staal, adjudant van H.
M. de Koningin, is den lsten dezer te
Colombo (Ceylon) aangekomen.
In de gisteren gehouden zitting van den
gemeenteraad van Alkmaar werd tot gemeente
ontvanger benoemd de heer G. G. Yonk, met
elf stemmen. De heer R. Yan Lennep ver-
eenigde zes stemmen op zich.
De gemeenteraad van Middelburg ver
wierp gisteren het voorstel tot opneming van
bepalingen in gemeentebestekken omtrent
minimum-loon en maximum-arbeid.
Gistermiddag te 4 uren had de uitbeta
ling aan de artisten der Nederlandsche Opera
te Amsterdam plaats. Eerst wilden zy de aan
geboden 49 pet. niet aanvaarden, doch zy ein
digden met in ontvangst te nemen, wat zy
kry^en konden, onder protest evenwel voor
de overblyvende 51 pet. Mr. Biederlack trad
hier by als rechtsgeleerd adviseur voor de
artisten op.
Naar het „Hbl." ook verneemt zyn de artis
ten van plan om, indien het hun toekomende
niet spoedig uitbetaald wordt, de contracten
te verbreken en voor eigen rekening de onder
neming verder te exploiteeren.
In eene Dinsdagavond gehouden ver
gadering van leden der coöperatieve brood
bakkers- en verbruiksvereeniging „De Hoop"
te 's Gravenhage werd door de commissarissen
verslag uitgebracht omtrent de rekening en
verantwoording over 1895, in debet en credit
sluitende met een bedrag van 38,583,344.
De balans der bakkery toont een winstcyfer
aan van 65,478.10'/,, de afd. kruidenierswa
ren maakte een winst van 9755.79, zoodat
over het vorige jaar de bakkery 16 pet., de
afd. kruidenierswaren 8 pet. aan hare verbrui
kers uitkeert.
De maatschappy van onroerende goederen
„de Residentie" zal tot een millioen gulden
worden uitgebreid.
Het stoomschip „Amsterdam" vertrok 1
April van Rotterdam naar Nieuw York; de
„Edam" is 1 April van Rotterdam te Nieuw-
York aangekomen; de „Gelderland1*, van
Rotterdam naar Java, is 31 Maart Malta
gepasseerd; de „Reichstag" is 31 Maart van
Zanzibar naar Hamburg vertrokken; de „Voor
waarts", van Batavia naar Amsterdam, ver
trok 1 April van Marseille; de „Deucalion",
van Amsterdam naar Java, vertrok 1 April
van Liverpool.
De gewone audiëntie van den minister
van justitie zal op 7 dezer niet plaats hebben.
By koninklyk besluit is een pensioen
verleend ten laste van den Staat aan W.
Arends, ten bedrage van ƒ372 'sjaars.
Aan den hoofdcommies by het departement
van oorlog mr. W. J. Wintgens, de persoon-
lyke titel verieend van referendaris.
Benoemd tot adjudant by het regiment
grenadiers en jagers, de eerste luitenant T. H.
L. Leclercq, van het corps.
De Oost-Indische ambtenaar met verlof
J. P. Th. Van Nunen, laatsteiyk leeraar in de
geschiedenis en de land- en volkenkunde aan
de afdeeling taal-, land- en volkenkunde van
het gymnasium Willem III te Batavia, op
zyn verzoek, wegens physieke ongeschiktheid,
eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toe
kenning van pensioen.
Lezing over Suriname.
In de in het Nutsgebouw gehouden verga
dering van het Departement Leiden der Neder
landsche Maatschappy ter bevordering van
Ny verheid trad als spreker op de heer J. Bakkor,
van Amsterdam, terwyl aan deze lezing ver
bonden was een tentoonstelling van 300
photographiëen, eigendom van bet Koloniaal
Museum te Haarlem. Deze 6choon9 photo-
gwiphièen, door een amateur, den heer Julius
E. Muller, lid der Koloniale Staten van Suri
name, genomen, gaven een juist denkbeeld
van het schoone dier kolonie, en tevens
maakten wy daardoor kennis met de typen
der inlandsche bevo'k ng, welke uit verschei
dene rassen bestaat, zooals: Indianen, Bosch
negers, Afro-Mongolen, Javaansche en Britsch-
Indische emigranten, terwyl ook byna alle
Europee8che volken in de kolonie vertegen
woordigd zyn.
Spreker begon met er op te wyzon, dat
het een bedroevend feit is, dat deze kolonie,
welke reeds 300 jaar in ons bezit ie, nog
200 weinig bekend is, en hy stelde zich ten
doel, aan te tooneD, dat de kolonie alleszins
waard is, meer bekend te worden; want dat
zy daardoor van hot grootste nut voor ons
land worden kan.
De kolonie Suriname is 4- a 5 maal zoo
groot als ons land, en toch wonen er slechts
60,000 menscben, wel een bewys, dat zy nog
niet overbevolkt is. En, vroeg 6preke~, zijn r
nu redenen, waarom dit het gev.il is? Neen,
in geenen deele; want de grond is uitstekend,
het land bevat veel natuurschoon, ryk oin
aan houtsoorten, waaronder de meest ge
zochte, terwyl de bodem zeer gouühoudsnd
is. Is dan het klimaat zoo slecht? Ook dat
Is het geval niet, want, al heet het, dat ia
Suriname de gele koortsen heerschen, spreker
verzekerde, dat in de laatste 40 jaren geen
enkel geval zich had voorgedaan. W 1 zyn
de aangrenzende kusten van Demerary en
Cayenne ongezond, maar in Suriname vindt
men het heeriykste klimaat. Wel is bet er
warm, maar dit wordt getemperd door een
N. O. wiud, welke op het heetst van den dag
het sterkste is.
Ook heeft men niet veel te vreezen van
wilde dieren, als tygers en slangen, daar deze
by de nadering van den mensch zich terug
trekken.
Yan dit beeriyke land, waarover spreker
in het breede uitweidde, is slechts t/l0 ge
deelte bekend, en dat nog wel slechts 15 a
20 uren gaans de rivieren op, en dan nog
maar een smalle strook langs de oevers dier
rivieren, want wat tusschen d6 rivieren in
ligt, is ook zoo goed als onbekend. De bodem
bestaat uit een 40 uren gaans breede strook
alluvialen grond, welke evenwijdig met oe
kust loopt. Daardoor loopen op verschillende
afstanden zandritsen, waarschyniyk vroeg ro
zeestranden, waarop de piachtigste boomen
groeien, als mahonie, gutta-percha, purper en
groen-hard.
Deze alluviale grond is zoo vruchtbaar, dat,
wanneer men de daarop staaDdo bosst-hen
slechts heeft neergekapt, men er dadelyk op
2)
De booswicht had haar met een scheermes
den strot afgesneden en, wellicht om van zyn
prooi zeker te zyn, haar nog een tweede,
diepere snede in den onderhals toegebracht.
Na weinige oogenbhkken was de ziel
togende vrouw dan ook niet meer in leven.
De koelbloedige moordenaar had van de
redenen, welke hem tot het plegen van dezen
gruwelyken moord hadden kunnen aanzetten,
de sprekendste blyken achtergelaten. Het
kabinet der weduwe was opengebroken en
op een stoel lagen haar voornaamste kost
baarheden van goud, zilver en kleinoodiën,
benevens een draagbare hoeveelheid contanten,
in een bonten zakdoek geknoopt. Het bleek,
dat de booswicht in dit huis Diet onbekend
was geweest. Hy had zyn helsche daad op-
zetteiyk beraamdzyn doel was gekozen
geweest. Reeds had hy zyo slachtoffer gewis
getroffen, maar nog was zyn daad ten halve
Tolbracht, daar hy, toen er op het angstig
gillen der ongelukkige menschen kwamen
toeschieten, en men reeds een poging deed
om de deur open te brekeD, in overyhng door
het venster de vlucht genomen en, hetzy uit
vrees voor ontdekking, hetzy in angstige ver
warring, of om door Diets in zyn vlucht
belemmerd te wordeD, den geroofden en reeds
samengepakten buit had moeten laten liggen.
De bekwame dorpsschout deed onmiddeliyk
proces-ver baal van het voorgevallene opmaken
en vergat niet, de geringste byzonderheden
van zyn bevinding by die akte te doen aan
stippen, terwyl men intusschen aan alle
kanten den moordenaar nazette. Daar nu de
paardendokter Yan Y. in dien ganschen omtrek,
tot by de kinderen toe, bekend was, kreeg
men hem weldra op het spoor. Nog dien
zelfden avond werd hy in een kleine herberg,
even vóór de poorten van A., gegrepen en
gevankelyk binnen de stad zyner inwoning
gevoerd. Hy ontstelde by zyn gevangenneming
zóó hevig, dat er eenige oogenblikken noodig
waren, eer hy weder tot zichzelven kwam
en men hem kon boeien.
Welk een ontzetting en verslagenheid dit
voorval, zoodra het binnen A. ruchtbaar werd,
algemeen teweegbracht, is met geen pen
te beschryven. Van V. was, niettegenstaande
zyn onordeiyk gedrag jegens zichzelven, om
zyn bekwaamheid en zyn heusch voorkomen
overal tameiyk wel gezien, en niemand had
zóó iets, als waarvan hy verdacht werd, van
hem kunnen vermoeden.
De gevangene werd niet vóór den volgenden
dag na zya inhechtenisneming in verhoor
genomen. Dit eerste verhoor werd gehouden
voor een commissie van onderzoek, samen
gesteld uit eenigen der leden van het land-
schappeiyk gerechtshof, toenmaals zitting
houdende te A., en was de inleiding tot een
rechtzaak, welke niet naliet de algemeene
belangstelling en opmerkzaamheid tot zich
te trekken.
De gevaDgene begon met den arglooze, den
man, van a'le schuld ten eenenmale onbewust,
te spelen. Dan, niet alleen traden twaalf onder
scheidene getuigen tegen hem op, wier ver
klaringen, alle onder eede afgelegd, de eene
meer, de andere minder, de betuigingen zyner
onschuld luid wederspraken; maar ook werd
hem door het gerecht zeker papier voor
gelegd, dat wel geen rechtstreeksche beschul
diging tegen hem behelsde, maar hetwelk
toch door do wyze, waarop het gevonden
werd, tot de vreeseiykste vermoedens aan
leiding gaf. Dit geschrift was een onder hand-
sche akte van schuldbekentenis, waaruit bleek,
dat Yan Y. aan de vermoorde weduwe
driehonderd gulden, welke zy hem geleend
had, schuldig was. Het werd van alle effecten,
welke de ongelukkige weduwe bezat, alleen
in den samengeknoopten doek gevonden;
terwyl al haar overige papieren onaangeroerd
in het kabinet waren biyven liggen.
Een zonderlinge omstandigheid ware het
immers, wanneer een ander dan de gevangene
juist dit papier, aan welks uit-den-weg ruiming
Van V. zooveel gelegen was, in den doek
gepakt had, dewyl daaruit dadelyk de vraag
moest ontstaan, waarom niet de gruwzame
roover ook de aDdere effecten, die meest
in land88chuldbrieven bestonden, had trachten
mede te nemen.
Behalve de vier leden, dit in den avond
van den noodlottigen moord op het nood-
geschreeuw der ongelukkige waren komen
toeschieten, en die allen daarin overeen
stemden, dat zy in dengene, die toen uit het
opgeschoven raam zich wegmaakte, duideiyk
den gevangengenomen Jan "Willem Van V.
herkend hadden, traden nog acht andere
geiuigen op, wier hoofdzakelyke verklaringen
ik hier kort wil mededeelen.
Twee dier getuigen waren een landman
met zyn knecht, die verklaarden dat zy beiden
in den avond van don moord zich op een
balfuur afstands van het dorp op den akker
bevonden; dat juist omtrent dien tyd, nadat,
geiyk zy naderhand vernamen, de moord
geschied was, de veearts Yan Y. hen met
gezweepten gang was voorbygestovendat
zy hem niet alleen een „goeden avond"
hadden toegewenscht, maar hem ook achterna
geroepen hadden: „hoe hy zulk een haast
maakte om naar de stad te komen, daar hy
de poort toch gemakkeiyk halen kon;" doch
dat, niettegenstaande hun roepen, Van V. zyn
weg met zulk een overhaasting vervolgde,
dat hy zich zelfs den tyd niet vergund had
om slechts naar hem om te zien. De gevangene
verklaarde deze getuigenis voor een volstrekte
onwaarheid, daar hy zeide, niet alleen ruim
anderhalf uur vroeger dan deze beide getuigen
opgaven, L. verlaten, maar daarenboven een
bypad, en dus een anderen weg, gekozen te
hebben, zoodat men bygevolg hem onmogeiyk
op dat tydstip voorby dien akker had kunnen
zien gaan.
De zevende getuige was een ryke vee-
weider uit B., een dorpje, twee uren van L.
Deze verklaarde, dat daags vóór den moord
de thans gedetineerde Jan Willem Yan V.
zich ten zynen huize vervoegd en hem
honderd gulden ter leen gevraagd had, met
aanbod, een aanzienlyken interest van die som
te zullen geven, daar hy zich door geldge
brek in dringende omstandigheden bevond
en dat alstoen de gevangene op dio weige
ring met woestheid was uitgevallen, zeggende:
„Dan zal ik het over een anderen boeg
wenden; ik moet geld hebben, al zou de
duivel my de munt daarvan slaan;" welke
uitdrukking hy, getuige, zich toenmaals had
laten aanleunen, maar die hem na de ver-
8chrikkeiyke gebeurtenis geen oogenblik was
uit de gedachte geweest. Tegen deze getui
genis had de beschuldigde Diets anders in te
brengen dan dat hy, ja, iets dergelyks mocht
gezegd hebben, maar dat de getuige wel van
een zwartgallig gemoedsgestel moest zyn, om
van een zóó loszinnig uitgedrukt gezegde oen
zoo vreeselyke toepassing te maken.
De achtste en de negende getuige waren een
landeigenaar en diens dochter, mede uit B.,
die verklaarden, dat weinige weken vóór den
moord de gevangene ten huDnen huize ge
geten had; dat er toen over tafel onder
anderen van de nu vermoorde weduwe te L.
gesproken was, en dat by die gelegenheid
Van Y. omtrent die vrouw de hatelykste
uitdrukkingen gebezigd had, haar had uitge
maakt voor een vrekkig oud wyf en een
schraapzuchtige woekeraarster en ten laatste
zich had laten ontvallen: „Dat vrouwmensch
is niet veel beter dan een oude merrie;
wanneer het my te doen stond, ik zou zoggen:
naar den vilder or meel"
(Wordt vervolgd.)