N°. 11071
Vrijdag 27 Maart.
A0. 1896
feze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 26 Maart.
Feuilleton.
De Pruisische Luitenant.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURAJMTj
Voor Leiden per 8 maanden. f 1.10.
Franco per post,1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENÏTÉN
1—6 regels 1.05. Iedere regel moer f 0.171. Grootera
Van
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekond.
Voor bet incasseeren bulten do stad
la de eerste April uit een historisch oog
punt een belangrijke datum voor de Neder
landers in het algemeen wegens een bij
een ieder bekend feit uit de vaderlandsche
geschiedenis, voor een onzer stadgenooten
zal de aanstaande lste Aprildag dat in het
bijzonder zijn. Dan toch zal den heer A. L.
Nagel alhier het voorrecht ten deel vallen
zijne 40-jarige werkzaamheid by het dienst
vak der posteryen te mogen herdenken.
Na eerst van het begin daarbij de verschil
lende rangen te hebben doorloopen, werd hy
overgeplaatst naar het kantoor Leiden, om er
den heer Fichet als directeur op te volgen,
den man, die zich zoo in byzondere mate de
algemeene sympathie had weten te verwerven.
Dit was een gevolg van de welwillendheid,
vriendeiykheid, hulpvaardigheid, welke immer
door hem tegenover het publiek aan den dag
werden gelegd en natuuriyk ook niet op zyn
personeel zonder invloed bleven. Het Leidsche
postkantoor stond alzoo goed aangeschreven.
Voor den heer Nagel was de aanvaarding
zyner nieuwe betrekking dus wèl en niet
gemakkeiyk. Gemakkelijk, omdat |zyn voor
ganger den weg tegenover het publiek had
gebaand, ongemakkelijk, omdat niet alle men-
schen volkomen dezelfde eigenschappen be
zitten.
De heer Nagel is echter gebleken ook hier
de rechte man op de rechte plaats te zyn.
Streng, maar rechtvaardig waar het den
dienst betreft, gaat ook hy van den regel
uit: de post is er voor het publiek en niet
het publiek voor de postl Wendt men zich,
wanneer ook, om raad of inlichtingen voor
deze of gene zaak, welke duister mocht schy-
nen, tot hem, hy is steeds bereid de verlangde
inlichtingen te geven en wel op een voorko
mende, op zulk een wyze, welke die inlich
tingen daardoor dubbel belaugryk maken.
Zulke directeuren vindt men volgens de
overlevering niet overal en van allen kan
niet hetzelfde gezegd worden.
Wy twijfelen er dan ook niet aan, of onze
stadgenooten, vooral zy, die, hoe dan ook,
▼eel met de postery in betrekking komen of
or gebruik van maken, zullen den hoog
geachten jubilaris op zyn a. s. 40-jarigen
feestdag op ondubbelzinnige wyze van hunne
belangstelling doen biyken.
In het Nutsgebouw alhier is gehouden
do gewone algemeeno vergadering der ven-
Booten in de Leidsche Broodfabriek. Uit de
gedane mededeelingen bleek, dat het debiet
over 1895 in totaal bedroeg: 1,832,892 kilo
gram brood en 686,369 stuks beschuit. De
gemiddelde broodprijzen over 1895 waren:
gebuild brood 11.27 ets., ongebuild brood 9.27
ets., krentenbrood 13.67 ets. per kilogram en
roggebrood 10.27 ets. per 1 '/2 kilogram.
Het Invitatie concert van „Sempre Cres
cendo" zal niet op 28 April, zooals voorloo-
pig was vastgesteld, maar eerst op Vrydag
8 Mei plaats hebben.
De netto opbrengst, ten voordeele van de ver-
eenigingen „Sehoolkindervoeding" en „Liefde
fonds", van het concert van genoemd stu.
denten-muziekgezelschap, op 6 Maart jl. ge
houden, bedraagt 116.18 voor ieder; der
halve by elkaar 232 36.
- Men schrijft ons uit Noordwyk:
Wie in dozen tyd Noordwyk en zyn vclo
bloemkweekers bezocht, hoorde over byna
niet anders spreken dan wat men hier kan
koeten de vraag van den dag: „Wanneer
wordt het Flora-park geopend
Na lang wikken en wegen heeft het bestuur
besloten de tentoonstelling van bol- en knol
gewassen in den kouden grond, genaamd
Flora-park", te openen op Zaterdag 4 April
a. s., dus den dag vóór Paschen.
De velen, die het eerste Flora-park, in 1887
gehouden, hebben bezocht, hebben daarvan
ongetwijfeld de aangenaamste herinneringen
bewaard; welnu, wy mogea hun de ver
zekering geven, dat het 2de Flora-park zyn
voorganger volkomen waardig is. Wy zouden
onbescheiden worden door reeds nu op te
sommen wat al schoons zal te zien zyn, zoo
moeder Natuur niet al te nukkig zich toont.
Men kome en zie!
Nu de krokussen en de hyacinten byna
reeds in vollen bloei staan, bieden de velden
om Noordwyk een verrukkelijk schoon ge
zicht; stamde op de duinen indenabykeid
van Villa Stirum byv. ziet men een tooneel
vóór zich, zóó schoon, als metterdaad aan
kustplaatsen tevergeefs gezocht wordt.
Geen wonder, dat hot bezoek met den dag
toeneemt en ongetwijfeld zou dit nog meer
het geval zyn, indien eindelijk de directie van
onze stoomtram eens blyk gaf van goede
gezindheid, óók voor deze gemeente. Maar,
helaas, zoolang de Noordwyksche stoomtram
in de handen der tegenwoordige beheerders
blijft, is daarin geen verbetering te verwachten,
zeer ten nadeele van velen en ookvan
do exploiteerende Holl. IJzeren-Spoor weg-
Maatschappy.
Trouwens, velen maken dan ook gebruik
van de stoomboot „Noordwyk" die, varende
langs Warmond en Voorhout, een zeer ge
makkeiyk aangenaam en goedkoop vervoer
middel is.
Wie in deze dagen Noordwyk-Binneo en
Noordwyk aan-Zee tot het doel eener wande
ling of van een fiets-tocht maakt, bezorgt
zich een aangenamen dagl
Men schrijft ons uit Roelof-Arendsveen
Met leedwezen werd alhier de tydig ver
nomen, dat de heer J. W. Jorissen, seder 15
Juli 1895 als arts in deze plaats werkzaam,
naar Amersfoort vertrekt, om daar in eene
voor hem zeer voordeelige positie te treden.
Gedurende dien korten tyd heeft deze be
kwame man zich door zyn yver, kennis, toe
wijding en aangenamen omgang de achting
en genegenheid van geheel Roelof-Arendsveen
weten te veroveren. De beste wenschen ver
gezellen hem dan ook naar zyne nieuwe
Btandplaatsl
Intusschen biyft gelukkig de Veen niet
verstoken van geneeskundige hulp. De heer
Rooswinckel, arts te Rypwetering, heeft be
reids de praktyk van den heer Jorissen ter
hand genomen, en het lydt geen twijfel, of
cie zal zich ook weldra in de algemeene
sympathie mogen verheugen. Indien de ge
ruchten waarheid behelzen, zal deze, eveneens
zeer kundige arts, zich eerlang in de Veen
metterwoon vestigen.
By do Geref. gemeente te Werkendam
is beroepen tot predikant ds. J. H. Donner Jr.,
te Nieuwdorp.
Men scbryft uit Bodegraver Wegens het
nogal groot getal leerlingen, dat aan eiken
onderwijzer is toevertrouwd, en ook omdat
met Januari 1897, ter voldoening aan de Wet,
nog een onderwyzer noodig is, heeft het
bestuur der Chnsteiyke School alhier besloten
weldra tot de oproeping van een derden
onderwyzer over te gaan.
Tot onderwijzeres aan do school met
den Bijbel te Naaldwyk ia benoemd mej. A.
J. Spier, te Woubrugge.
Op den 21sten Juli a. s. zal, biykens
de aankondiging in de Staatscourant, het
toelatingsexamen tot het Reservekader wor
den gehouden.
JongJiedon, die geen aanspraak hebben
op vrijstelling van dat examen en het op prijs
6töllen tot het Reservekader toe te treden,
moeten zich vóór den 21sten Juni a. s. tot
deelneming aan het bedoelde examen hebben
aangemeld by den hoofdofficier voor het
Reservekader.
De gelegenheid tot het afleggen van het
bovenvermelde examen wordt 6lechts éénmaal
per jaar opengesteld. Velen reeds ondervonden
in vorige jaren teleurstelling, wyi zy hadden
verzuimd zich tot deelneming aan dat examen
tydig aan te melden.
Ieder, die in den loop van dit jaar den
leeftijd van 17 jaar bereikt en die niet ouder
is dan 24 jaar, kan aan dat examen deel
nemen.
Geoefendheid io den wapenhandel is geen
vereischte. In dat vak kan later een na-examen
worden afgelegd.
Nadere inlichtingen omtrent don dienst, de
verdeoling van d-.n diensttyd, de vooruitzich
ten en andere bijzonderheden kan men inwin
nen by don hoofdofficier voor het Reserve
kader te Utrecht, Lelig Erf, No. 2.
Dat velen onzer jongelieden aan de roepstem
van het legerbestuur gehoor geven I
Dat, zooveel mogeiyk, ieder hunner zich
den toegang tot het Reservekader verzekerel
Daardoor toch kan men de gelegenheid vinden,
om, zonder schade in eenig opzicht, veeleer
zelfs in zyn welbegrepen belang, den eersten
plicht jegens het vaderland te vervullen.
De lste luit. H. J. Balfoort, van het
3de reg. inf., werkzaam ten bureele van den
hoofdofficier van het Reservekader, wordt
overgeplaatst van Utrecht naar Leiden.
Voor de verkiezing van twee bestuurs
leden der vereeniging „Opleiding van onder
wijzers en onderwyzeressen in Zuid-Holland",
in plaats van de heeren A. J. Labberton, van
Alblasserdam, en L. Akkerhuys, van Schoon
hoven (niet herkiesbaar), is de volgende
alphabetische voordracht opgemaaktlste
vacature: de heeren J. A. Van Dyk, te Lei
den; J. J. Ten Have, te 's-Gravenhage, en
W. De Vletter, aldaar 2de vacature: de heeren
H. Blommendaal, te Puttershoek; H. Van
Efforen, te Alblasserdam, en P. M. H. Wel
ker, te Numansdorp.
HH. MM. de Koningin en de Koningin-
Regentes woonden gisteravond in het Ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen te
's-Gravenhage oen gedeelte van het 9de
Diligentia-concert by, het laatste in dit seizoen.
De Commissaris der Koningin in de prov.
Noord Holland zal Vrydag de gemeente Zaan
dam met een bezoek vereeren,
Het laatste bezoek van Z.Ex. aan die ge
meente bad plaats in 1889.
Naar de „N R. Ct." verneemt, is door
de reeders G. Du Ry van Beest Holle, te
's-Gravenhage, en J. G. Van Wingerden, te
Vlaaruingen, het contract met den Staat ge-
teekend tot uitgifte in erfpacht van 40,000
vierkante meters grond aan den Hoek van
Holland, met bet doel aldaar eene visschers
haven te graven.
De behandeling voor de Afdeeling van
den Raad van State voor de geschillen
van bestuur van het geschil tusschen Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland en het
gemeentebestuur van Gouda betreffende de
verplichting tot onderhoud van den weg,
loopende van de Hoflaan te Rotterdam tot
de Mallegatsluis te Gouda, is voor onbepaalden
tyd uitgesteld wegens het ongeval, den lands
advocaat mr. Thorbecke overkomen, die in
deze zaak als gemachtigde moet optreden.
Te Amsterdam is tot leeraar in de
Nederlandscho taal- en letterkunde aan het
gymnasium benoemd dr. P. Leendertz, te
Groningen, tot onderwijzers aan openbare
lagere scholen: de beeren K. Van Dalfsen en
H. Aspad, te Deventer.
Heden herdenken de heeren W. J.
Snellen, directeur van het postkantoor te
Uirecht, en F. H. H. Doffognies, directeur
van het postkantoor te Haarlem, hun veertig
jarige loopbaan by het vak der posteryen.
De minister van Staat, baron Gericke
van Herwynen, is naar Brussel teruggekeerd.
In verband met de aangekondigde proef
nemingen te Scheveningen met de nieuwe snel-
vuurkanonnen, zyn te 's Gravenhage aange
komen de heer Nordonfelt, uitvinder van het
stelsel dier 7.5 cM.-kanonnen, de heer De
Schrijver, vertegenwoordiger van de firma
Co .kerill, te Seraing, en de Belgische ingenieur
De Thiry. De heeren vertoefden gisteren te
Scheveningen tot het treffen van voorberei
dende maatregelen.
De minister van oorlog brengt ter ken
nis van belanghebbenden, dat er voor zes
burger-geneeskundigen (artsen), die voor den
militairen geneeskundigen dienst physiek ge
schikt zyn, gelegenheid bestaat om te worden
benoemd tot officier van gezondheid der 2de
klasse by het personeel van den geneeskun
digen dienst der landmacht, onder het genot
eener premie voor eens van f 2500.
Het plan, om te Nymegen dezen zomer
een driedaagsch zangersfeest te organiseeren
in de sociëteit „De Vereeniging," neemt steeds
vaster vorm aan. Het aanvankelijke comité
van drie leden heeft zich tot een flinke com
missie uitgebreid, welke zich binnenkort met
hare financiëele plannen tot de ingezetenen
zal wenden, in de overtuiging, aat haar een
krachtige steun niet zal worden onthouden.
Als data voor het feest werden gekozen
7, 8 en 9 Augustus a. s.de zangvereeniging
„De Mastrechter Staar" zal zich doen hoorsn
er bestaat het plan een buitonlandsch muziek
corps voor een middag- en avondconcert te
engageeren; solisten van naam zullen hum e
medewerking verleenen en vauxhals, bals
champêtres, enz., enz. komen op het voor-
loopig programma voor.
Met den trein van 12.29 nam. uit Am
sterdam naai Antwerpen zullen, tot nadere
aankondiging, 27 Mrt. en verder eiken Maan
dag en Vrydag brieven en andere stukken
worden verzonden aan het oorlogsschip „Van
Speyk", te Port-Said. De brieven en andere
stukken, welke men in die recht6treek8che
zending wenscht te zien opgenomen, bebooren
voorzien te zyn van twee elkaar kruisende
strepen over het geheele adres, loopende van
den eenen hoek naar den anderen.
By koninkltyk besluit is benoemd en
gecommitteerd, om Nederland op de 16 Juni
a. s. te Buda-Pe*th te openen internationale
telegraafconferentie te vertegenwoordigen, re
heer J. P. Havelaar, directeur generaal der
posteryen en telegraphie, aan wien wordt
toegevoegd de heer A. Kruyt, inspecteur der
telegraphie in algemeenen dienst.
De Staatscourant van 26 dezer bevat
de wet van 20 Maart jl. (Stsbl. No. 39), tot
verandering van de grens tusschen de gemeente
Amsterdam eenerzyds en de gemeenten Sloten,
Diemen en Nieuwer Amstel anderzyds.
De Raad der gemec-Dte Nieuwer-Amstel is
op 1 Mei 1896 ontbonden.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
bepalen den dag, waarop de keuze der leden
van den nieuwen Raad van Nieuwer-Amstel
zal plaats hebben, en den dag, waarop, zoo
noodig, een herstemming zal worden gehouden.
Deze bepaling geschiedt zoodanig, dat de keuze
plaats heeft in de maand April en de eerste
vergadering van den nieuwen Raad gehouden
wordt op 1 Mei 1896.
Het eerste derde gedeelte van den nieuwen
Raad van Nieuwer Amstel en de eerste helft
der wethouders treden af op den eersten
Dinsdag van September 1897.
By koninklijk besluit van 25 dezer is,
ter belooning van aan den lande bewezen
buitengewone diensten ter zake van de krijgs
verrichtingen tegen Lombok in 1894, aan den
majoor der artillerie van het leger in Neder-
landsch Indië G. Feullletau de Bruyn alsnog
toegekend de eeresabel met het gebruikeiyke
opschrift.
Naar het „N. v. Ned." meldt, komt
„Trilby" in Mei by „Het Nederlandsch Tooneel"
op de planken. Het wordt dan alle dagen
gespeeld, omdat de vereeniging voor het eerst
na zeer vele jaren niet metr op de Groningscbe
kermis voorstellingen geeft. De heeren Van
Loghem en Leur zyn naar Londen geweest,
om do vertooning aldaar te bestudeeren.
Naar de „Limb. Koerier" verneemt, is
door jhr. Meyer, kolonel van het 2de reg.
huzaren, te Venloo in garnizoen, pensioen
aangevraagd.
8)
Dat gold baar en haar dwepen met de
Franschen. Zy had het ala een zware, baar
aangedane beleedigiDg opgenomen. Sedert dien
tyd haatte zy alle Duitsche officieren, de
ulanen het meest.
Toen stierven heur ouders. Haar viel het
aan Frankryk gebleven landgoed ten deel en zy
trouwde met den uit den Elzas geëmigreerden
monsieur Heil, die baar ln heur haat tegen
de Dultschers zooveel mogelyk versterkte.
Gusje, toen nog een kind, wiet van het
voorval tusschen Amélie en den Duitechen
officier niets en zag in den haat harer zuster
tegen al wat Duitsch is Blecht3 een van die
vooropgezette meeningen, zooals men er aan
de Fransch Duitsche grens nog zoo dikwyis
aantreft. Haar man had by de gardehuzaren
gediend en in dat fiere regiment langzamer
hand zyne antipathieën tegen Duitschland
afgelegd. Daar bovendien de voortbrengselen
van zyn landgoed in bet oude Duitsche ryk
gratige koopers vonden, maakte hy zich
allengs van de zoogenaamde proteatparty los
en gevoelde zich, zoo niet e9n patriottisch
Duitscher, dan toch verzoend met de ver
houdingen en tevreden, en inflnenceerde op
zpn jonge vrouw in gelyken zin.
De zusters hadden nu gezamenlyk gegeten,
zaten in een priëel en dronken koffie.
E.-nsklaps verscheen een troep ulanen, met
een ongeveer 24-jarigen luitenant aan het
hoofd. Mevrouw Richter begaf zich onmid-
deliyk in huis om de dienstboden te verwit
tigen, terwyi madame Heil in het priëel bleef
zitten. Intusschen waren de ulanen tot voor
het hek gereden en maakten halt. Een toe
vallig aanwezige tuinman wees hun den weg
naar de zygebouwen en zeide„Daar worden
de ulanen en de paarden ingekwartierd; de
luitenant woont hier in het heerenhuis."
Nochtans wendde de luitenant zyn schoon
paard en reed met zyn manschappen eveneens
naar bet voor dezen bestemde kwartier. Na
ongeveer tien minuten kwam hy te voet
terug, ging door den tuin, zag madame Heil
in bet priëel zitten en kwam naar haar toe
met de woorden: .Pardon, mevrouw, dat ik
hier binnendring. Het lot der inkwartiering
dwingt my, u lastig te vallen. Mag ik vragen,
waar u beveelt, dat ik zal logeeren?"
,U dacht zeker, dat u eveneens in de
zygebouwen ingekwartierd zou worden? Op
zoo'n gedachte zou een Fransch cavalerie-
officier nooit gekomen zyn. Die zou heel
andere aangekomen zynl"
.Hoe stelt u zich dan de aankomst van
een Franschen officier voor, mevrouw?"
„Die zou als een ridder uit den ouden tyd
met zyn manschappen tot voor de trap
gereden, daar uit het zadel gesprongen en
haastig naar zyn kamer gegaan zyn, om zich
daar van het stof te reinigen en zich om te
kleeden, ten einde zich behoorlyk aan de
vrouw des huizes voor te Btellen. U komt te
voet als een gewoon soldaat."
,Ik kan slechts wenschen, mevrouw, dat
u gelyk heeft en onze kameraden aan gene
zyde der grens altyd zoo in hun kwartier
aankomen als u het schildert.
„Waarom wenacht u dat?"
„Omdat het verkeerd is."
„Hoezoo?"
„Wy beschouwen het als onzen plicht na
een vermoeiende manoeuvre de paarden Diet
meer nutteloos te plagen. Daarentegen achten
wy het noodzakeiyk, eer wy aan ons eigen
onderdak en aan ons eigen gemak denken,
toe te zien, of de paarden en manschappen
goed en naar de voorschriften ingekwar
tierd zyn. Dat heb ik eveneens gedaan en
gezien, dat alles in de beste orde ie. Nu
verzoek ik u, my myn kamer te laten aan
wijzen."
Madame Heil beet zich op de lippen. Zy
wilde iets antwoorden. Toen echtor op dat
oogenblik haar zuster in het priëel trad,
merkte zy kort op: „Hier is de vrouw des
huizes. Ik ben haar zuster."
De officier wendde zich na tot mevrouw
Richter.
„Mevrouw, ik herhaal oprecht myn leed
wezen, u lastig te moeten vallen; maar ik
ben niet by machte, er iets aan te veranderen.
Myn naam is Kolb."
„Pardon, luitenanti Ik hoop, dat u zich,
zoo lang u hier is, in myn huiB wèl zult
gevoelen. Myn man is, helaas, op reis en
kan u dus niet de honneurs bewyzen. Wan
neer wenscht u te eten?"
„Als het u past."
„Laten wy zeggen over een halfuur."
„Ik ben u zeer dankbaar, mevrouw."
„Goed, ik zal voor u hier in bet priëel
laten dekkeD."
De olficier zag in deze woorden het toeken,
om zich te verwyderen. Hy salueerde en
wilde gaan. Op dit oogenblik merkte madame
Heil op: „Misschien vindt luitenant Kolb het
aangenaam, thee met ons te driüken."
Haar zuster keek haar verrast aan, maar
voegde er onmiddellyk by: „Wy drinken
tegen zeven uren thee op het terras. Mogen
wy op u rekenen?"
„Het zal my een groote eer zyn, te komen."
Hy salueerde nogmaals, ging naar het huis
en werd daar door een bediende naar zyn
kamer geleid.
„Maar, Améliel Jy wilt met den Duitschen
officier verkeeren? Ik vind het zeer aardig van
je, want het zou my zeor pyDlyk zyn geweest,
hem ale een opgedrongen vyand te behandelen.
Maar zonder jouw tuBschenkomBt zou ik het
nimmer gewaagd hebben, hem te inviteeren.
De man bevalt je dus?"
„Bevallen - niet in 't minst. Ik haat hem,
zooals ik alle Duitsche officieren haat."
„Waarom heb je hem dan genoodigd?"
„Omdat - omdat ik misschien rekening
wilde houden met je positie als Duitsche
grondeigenares."
„Zoo? Dat had ik eigeniyk niet van je
gedacht."
Een bediende kwam vragen, waar hy voor
den luitenant dekken moeBt.
„Hier, in het priëel." Met deze woorden
stond mevrouw Richter op. Haar zuster volgde
het gegeven voorbeeld en beiden verlieten den
tuin. Daar de huisvrouw zich excuseerde
wegens huishoudelyke bezigheden, nam ma
dame Heil een boek, begaf zich daarmede
naar een echadnwryk plekje aan den vyver,
ging in de daar aangebrachte hangmat liggen
en scheen te lezen. Heur gedachten waren
echter niet by het boek. Met moeite bewaarde
zy haar zelfbeheeraching. Inwendig kookte
zy, om zoo te zeggen, van woede. De korte
leB, welke de jonge officier haar gegeven had,
griefde haar als een beleediging, en zy besloot,
eindeiyk eens heur baat tegen deze Duitsche
schoolmeesters in officiersrok te luchten. Zy
had evenwel haar zuster te lief, om in haar
huis een „toonoel" uit te lokken, en dat,
terwyi zy als een Boort van bystand opge
roepen wae. Maar wraak wilde zy hobben,
wraak op de Duitsche officieren in het alge
meen en op de ulanenofficieren in bet byzorider.
Langzamerhand scheen zy het met zichzelve
eens te zyn. Een leelyke glimlach ontsierde
haar anders zoo aantrekkelyk gezicht. Weldra
echter had zy zichzelve weer geheel iri de
macht. De plooien verdwenen uit baar trekken,
zy sloeg het boek open en ten slotte las zy
heel aandachtig in „De Wevers" van Haupt-
mann. Kalmeerend werkte deze loctuur echter
niet op haar opgewonden gemoed.
Mevrouw Richter gaf zich geen rekenschap
van hot gedrag barer zuster. Zy dacht by
zichzelve, dat het een harer grillen waB, en
wydde zich aan de huishouding.
Wordt vervolgd.)