"Vrijdag SO Maart. A°. 1896 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 19 Maart. Feuilleton. Oet visioen van Marcus Swainson. N°. 11065. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandon. Franco por post Aizondoriyke Nommer» f 1.10. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Ofüoiëele Kennisgevingen Kiezerslijsten. Burgemeester on Wethouders van Loiden; Gezien art. 10 der wet yau 4 Juli 1850 (Staats blad No. 37). zooals die is gewijzigd bij het Vilde mddiiioueele artikel der Nieuwe Grondwet; Brengen ter algemeens kennis, dat de lgaten der personen, die tot het verkiezen van leden van de Tweedo Earner der Staten-Generaal, van de Provin- oi-.lo Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijo, op heden zijn vastgesteld en gedurende de eeretkomendo veertien dagen voor een ieder ter iüzage ncdergelegd Zijn op de Plaatselijke Secretarie, terwgl een exem plaar van elk dier lijsten is aangeplakt op de kleine pers van het Raadhuis en ieder persoon bevoegd tot uitoefening van hot kiesrecht gorochtigd is bij «ngózegeld verzoekschrift tegen die lijsten bezwaren in te dienen binnen den tijd van veerti.n dagen. Voorts wordt bekend gemaakt, dat ecne opgave i van do personen, die van de lijsten zijn gesohrapt, mede op do kloino pers van het Raadhuis is aange plakt mot vermolding van de oorzaken, waarom zg daarop niet meer voorkomen. Burgomeester en Wethouders voornoemd, Leidon, 14 Maart 1896. F. WAS, Burgemeester. E. EIST, Secretaris. B(j koninklijk besluit vau 18 dezer zyn bekrachtigd de bij besluiten van den Raad der gemeente Amsterdam van 4 dezer gedano benoemingen van: dr. Hector Treub, hoog leeraar aan de Ryks-Unive:sitei(. te Leidtn, en dr. W. H. Bakhuis Roozeboom, lector aan üe Rijks-Universiteit te Leiden, tot gewoon hoogleeraar aan de Gemeentelijke Universiteit, te Amsterdam. Door den minister van koloniën is de heer A. L. Van den Berge, onderwijzer aan de openbare jongensschool der 2da kl. te Leiden, ter beschikking gesteld van den Gouverneur Goncraal van Ned.-Indië, om te worden be noemd tot onderwijztr der 3de klasse bij het openbaar lager onderwijs voor Europeanen en met dezen gelijkgestelden in Ned.-Indiè. In de jaarvergadering der Leidsche Coöperatieve "Winkelvereeiiiging „Door volhar ding verkregen", welke gisteravond in het lokaal „Ephraïm" is gehouden, werden, na opening door den voorzitter, door den secretaris- boekhouder de notulen der vorige vergadering gelezen, en, ten gevolge daarvan, door den voorzitter de noodige inlichtingen verstrekt; daarna werd den secretaris-boekhouder ver zocht verslag uit te brengen omtrent den toe stand der Vereeniging, waaraan het volgende is ontleond: het aantal leden bedroeg einde 1895: 120; het ledenkapitaal 1501 47, het reservekapitaal ƒ78.595, de goederen inventaris ƒ2006.19 en de gereedschappenrekening ƒ317.61. De totale omzet in den winkel bedro?g ƒ7600. De broodcontractant leverde aan -34 leden der Vereeniging in het vorig jaar 32,777 brooden tot een totaal-bedrag van ƒ1653; de leverancier eer brandstoffen leverde gedurende dien tyd 2765 heet. brandstoffen, benevens 189,000 stuks turven, makende te zamen een be-lrag van 2554, terwyl door 16 leden, die van het schoenencontract gebruik hadden gemaakt, van 1 Januari tot 20 Nov. 1895, (met dien datum heeft de contractant het contract opgezegd) werd besteed ƒ145. Daarna werd door de commissie van veri ficatie rapport uitgebracht omtrent hare be vindingen, z(J constateerde dat alles in de beste orde was bevonden en bracht het be stuur een woord van dank Yoor de vele be moeiingen, de Vereeniging betreffende, waarop de voorzitter zyn wederkeerigen dank aan bedoelde commissie overbracht wegens hare stipte en veel tyd roovende accuraatheid, in deze betoond. Vervolgens werd overgegaan tot de bestuurs verkiezingen. Volgens rooster moesten aftre den: lo. de secretaris-boekhouder, 2o. de tweede penningmeester, benevens één com missaris; deze allen werden met by na alge- meene stemmen herkozen; ook eene vacant gekomen plaats in de commissie van verifi catie werd aangevuld, evenals die der plaats vervangende leden dier commissie. Met een woord tot opwekking en aansporing, om de waren meer dan tot nu toe uit den winkel te betrekken, hetgeen niet anders dan ten goede moet komen van de leden, sloot de voorzitter de vergadering. Den leden zal, zoo spoedig mogelijk, een gedrukt verslag worden toegezonden. De opkomst was gering, en dit niettegen staande trouwe opkomst was verzocht. De 1ste luit. W. J. Methorst, van het 2de reg. veld art. te Leiden, wordt met 1 Mei gedetacheerd by het corps rydende artillerie te Arnhem. De 1ste luit. W. Laatsman, van het 2de reg. veld-art., wordt 1 Mei e. k. overgeplaatst van Den Haag naar Leiden. Van Dale's „Woordenboek der Neder- landsche Taal" is bekend, het heeft burger recht verkregen. De eerste uitgave er van was klein, de volgende reeds grooter en zoo wies uit Van Dale's uitgave langzamerhand het boek, dat Nederland twaalf jaren heeft gebruikt als h6t standdaardwerk van Neder- landsche lexicologie. Weder is een nieuwo uitgave van Van Dale's Woordenboek noodig. Was de bewerking daarvan opgedragen aan den bekenden Nederlandschen taalkundige H. Kuiper Jr., die als onder de oogen van de redactie van het Woordenboek der Neder- landsche Taal arbeidde, zjjn onverwacht overlijden in Januari 1895 belette hem, z\jn werk verder dan tot de letter G te voltooien. Mochten de uitgevers toen den heer dr. G. J. Boekenoogen bereid vinden, de onvolbrachte taak te aanvaarden, na enkele maanden viel dezen de eer te beurt, zelf in de redactie van het Woordenboek op te treden. Nu zet de heer A. Opprel, doctorandus in de Neder- landsche letteren, het werk voort en zal het spoedig tot een einde brengen. Met zorg herzien en bijgewerkt, zal deze vierde uitgave, (welke thans by de heeren Mart. Nyhoff te 's-Gravenhago en A. W. Sytboff te Leiden V6rschynt onder den titel „Groot Woordenboek der Nedtrlandsche Taal") naar schatting 120 vel druks van 16 blad zijden, elk van twee kolommen beslaan, blad zijden aanzienlijk grooter dan die van den der den druk. Zoowel gebruik makend van de laatste ontdekkingen op taalkundig gebied, als door de vermeerdering van de verklaarde technische termen, zal Van Dale's Woorden boek in deze nieuwe bewerking stellig zyn naam handhaven als het Woordenboek der Nederlandsche taal. De prys is zoo matig mogeiyk gesteld. Elke maand verschynt een aflevering van zes vel oruks, terwyl, als het werk compleet zal verschenen zyn, een keurige en goed- koope band voor het boek verkrijgbaar zal worden gestdd. De druk is klein, maar zeer duideiyk. Met gerustheid, met volle overtuiging kan deze vierde, zoowel naar inhoud als vorm zoozeer vermeerderde en verbeterde uitgave, het Nederlandsche publiek worden aanbevolen. Geen Nederlander, die zyn taal liefheeft, kan het ontberen. Het is noodig zoowel voor den letterkundige van beroep als voor den onder- wyzer, zoowel voor den man, die zuiver Noderlandsch wil schrijven, als voor een elk, die eenigerlei wyze de pen hanteert. De heer T. Lekkerkerker, cand. tot den H. Dienst te Zoeterwoude, is beroepen by de Ned.-Herv. gemeente te Hagestein. De lysten der kiezers van leden voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten en den Gemeenteraad in de gemeente Sassenheim zyn gesloten met een totaal kiezers van 149. De door Burgemeester en Wethouders van Oegstgeest vastgestelde kiezerslysten bevatten 378 namen van kiezers zoowel voor leden van den Raad, de Provinciale Staten als van de Tweede Kamer der Staten-GeneraaL B. en Ws. dierzelfde gemeente maken bekend dat do kiezer?lysten gedurende 14 dagen van af 14 Maart tot en met den 28sten Maart 1896 ter gemeente secretarie voor een ieder ter inzage liggen. Bezwaren tegen die lysten kunnen vóór den 29sten Maart by den Raad worden iüge- bracht. Tot voorzitter van den Boekborstpolder te Voorhout is gekozen de hear L. Hoogduin en tot secretaris penningmeester van dien polder de heer P. Warmerdam. Tot voorzitter van den Luizenmarktpolder te Voorhout is gekozen de heer P. v. Steyn en tot secretaris penningmeester de heer L. Belt. In by voegsels der Staatscourant van 19 dezer zyn opgenomen de by koninkiyk besluit goedgekeurde statuten van de naamlooze vennootschap „De Steenfabriek en Kalkbran- dery. Rynstroom", te Valkenburg by Leiden, aangegaan voor een tydvak van 75 jaren. Haar kapitaal bedraagt 100,000, in 200 aandeelen van 500, waarvan 104 zyn ge nomen; de overige moeten geplaatst zyn vóór 1 Jan. 1902. De heer P. Van Rooyen, die voor 100 aandeelen beeft ingeschreven, brengt daarvoor in de vennootschap den eigendom eener steenfabriek met al wat daar toe behoort; by is aangesteld tot direóteur. Commissarissen zyn de heeren G. C. Miran- dolle, oud-kapitein der mariniers en industriöel, C. V. Zehender Vissers, gep. maj.-intendant van het O. I. leger, en L. F. G. Mollinger, particulier, allen te 's-Gravenhage. Door de hoeren Gauverik en De Kanter, ingenieurs te Amsterdam, is by het gemeente bestuur te Boskoop concessie gevraagd, voor zooveel die gemeente betreft, tot den aanleg Vin een electrische tram van Gouda over Boskoop naar Alfen, in verband met hun concessie aanvraag tot electrische verlichting in de gemeente Boskoop. Het Nederlandsch Landbouwcomité, welks dagelyksch bestuur in de volgende maand weer byeenkomt, zal in Mei ter algemeene vergadering worden byeengeroepeu, o. a. tot behandeling van de wet op den suikeraccyns. Zaterdag zal het Delftsch studentencorps op de gebruikelijke wyze zyn Dies Natalis vieren. Van den gekostumeerden optocht moet dit jaar byzonder veel werk gemaakt worden. Reeds eeDige weken geleden prykten de aanplakborden aldaar met veelkleurige geheim zinnige gedeelten van het programma, dat dien dag in den vorm van een optocht zal uitgevoerd worden. De minister van binnenlandsche zaken heeft, met ingang van 1 April a. 8., aan J. Arendsen de Wolff, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als assistent voor de schei- kunoe aan de Polytechnische School te Delft. Door den minister van koloniën is de heer T. G. G. Valette gesteld ter beschikking van den gouverneur generaal van Ned.-Indië, om by het middelbaar onderwys daar te lande te Worden benoemd tot leeraar in de moderne talen. Uit een circulaire, door de. directie van het staalbad Haarlem aan de oud geabon- neerden van het Brongebouw rondgezonden, blykt, dat er dit jaar zuslig ochtend- of avond concerten aldaar zullen worden gegeven, waarvan het eerste valt op Donderdag 14 Mei (een matinée van de kapel van Zaagmans), terwyl het laatste concert op 13 September wordt gehouden. Voor iDgezetene en vreemdeling zal veel muzi-k te genieten zyn. Het orkest van h&t Concertgebouw, de grenadiers en jagers, de knpel van het 2de, 3de, 4de, 7de en 8ste regiment infanterie, het Uirechtsch stedelyk orkest, de Leidsche schuttery en de Haar- lemsche kapel van Kiions, het gemeentelyk muziekcorps, zullen zich om beurten gedu rende het seizoen doen hooren. De drinkhal wordt by gunstig weder half April geopend; het badhuis is reeds in wer king, zoodat nog slechts de badgasten moeten komen, om van Haarlem te maken wat het kan zyn: een aangenaam en gezond „Kurort" voor landgenoot en vreemdeling. De heer G. Wagemans, die gisteravond by de heeren Van Lier, te Amsterdam, zyn 25-jarige tooneelloopbaan herdacht in „Hoe ouder hoe gekker," kreeg verschillende kran sen. De zaal was goed bezet. Aan het slot der voorstelling voerden op het tooneel de heoren Lageman en Homeyer het woord, om den feestvierende kransen en geschenken aan te bieden namens directie, collega's, technisch personeel en namens afwezige collega's en het Tivoli-gezelschap te Rotterdam. Aangaande het nieuwe exercitie regle ment voor de infanterie en do schuttery vastgesteld voor de invoering van het geweer van 6.5 mM. kaliber, verneemt men dat het de behandeling, het dragen, laden, enz. be- langryk vereenvoudigt. Het geweer zal voortaan steeds worden ge dragen zonder bajonet; alleen by het snelvuur, dat den storm-aanval voorafgaat, wordt de bajonet op den loop geplaatst. De normale draagwyze is „aan den schou der" d. i. aan den riem over den rechter schouder. Eene nieuwe beweging is het „in den arm" nemen vermoedelijk eene eerbewyzing waarby het geweer rechtstandig vóór en tegen den linkerschouder wordt geplaatst. Alle vroegere handgrepen zyn vervallen, behalve het „overnemen", het „presenteeren" en de houding „by den voet". Ook het „aan rotten zetten" is vervallen; by de rust wordt de ransel afgehangen en het geweer met de tromp daarop gelegd. De lading is ongeveer golyk gebleven. By het vuren zoowel in het gelid als by het tirailleeren worden steeds het doel en het mikpunt aangegeven. Het tirailleur vuur zal worden beoefend tot op een afstand van 1200 M. De beoefening en uitvoering van dit regle ment zullen by de infanterie reeds dadeiyk moeten geschieden. Door Burg. en Weths. van Amsterdam, wordt den Raad het voorstel gedaan, den Parktuin niet meer te verhuren, maar tot bouwterrein te besteramen. Een pLn van bebouwing is overgelegd, waaruit de bedoeling blykt, een deel van hot terrein te behouden als openbare wandelplaats. Bhjkens by het departement van marine ontvangen bericht is: 1. Hr. Ms. flottieljevaartuig „Nias", onder bevel van den luitenant ter zee der 1ste kl. jhr. J. A. G. Van der Staal, adjudant van H. M. de Koningin, den 18den dezer van Djeddah vertrokken, ter voortzetting van de reis naar Oost-Indiö; 2. Hr. Ms. korvet „Alkmaar", onder bevel van den kapt.-luit. ter zea A. VL _F. C. Van Woerden, in den voormiddag van 18 dezer te Gibraltar aangekomen. Het stoomschip „Borneo", van Java naar Rotterdam, vertrok 17 Maart van Port-Said; de „KoDingin-Regentes", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 18 Maart te Genua; de „Prinses Marie" vertrok 18 Maart van Batavia naar Amsterdam; de „Spaarndam" arriveerde 18 Maart van Nieuw-York te Rotterdam; de „Edam" is 18 Maart van Rotterdam naar Nieuw York vertrokken; de „General", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, is 17 Maart Gibraltar gepasseerdde „Oengaran", van Batavia naar Rotterdam, pass erde 18 Maart Wight. Do gewone audiënties van de ministers van koloniën en marine zullen op Vrydag 20 dezer niet plaats hebben. By koninkiyk besluit is toestemming verleend aan W. F. Smits, burgemeester der gemeente Jutfaas, om tot 1 Mei 1897 te Utrecht te wonen. Aan P. Feenstra, gewezen protestantsch goe8teiyke by de gevangenissen teLeeuward* n, verleend een pensioen van 137 en am J. J. Van der Harst een pensioen van 1651 's jaars. In den tegenovergestelden hoek stond een mahoniehouten boekenkast; het bovenste ge deelte der deur was van vensterglas. De boe ken waren weinig in getal, maar uitgezocht en netjes gebonden. Op den schoorsteen stonden twee portretten in ivoren lystjes, bustes van Mendelsohn en Shakcsspeare, en in het midden een vergulde pendule met de inscriptie„Aan Arthur Langley en zyn vrouw aangeboden door enkele vrienden op hun trouwdag." Dus zy waren in Langley's huis, maar W«ar was hyzelf? Swainson dacht huiverend $an wat hy zooeven gezien had; gaarne had hy dadeiyk duizend pond neergelegd, als hy Langley ongedeerd de deur dezer kamer zag binnenkomen. Nu voerde de geestverschyning hem naar een aangrenzend vertrekje, dat als keuken gebruikt werd en waar Rose bezig was het avondmaal klaar te maken, en Madge de laatste hand legde aan een kostuum, waarvan het maakloon hen voor hongeriyden zou moete i bewaren. By de kachel zat hun eeDig broertje, een ▼e t je van tien jaar, van zyn geboorte af blind. Ztic.;ijes, droefgeestig speelde hy op de viool. „Het is tien uur, Madge; moet ge dat kostuum niet wegbrengen? vroeg Rose. De blinde knaap legde zyn viool weg en naar zyn jongste zuster gaande, sloeg hy beide armen om haar hals. „Ja, Madge, leg uw werk neer, twee blin den in de familie kunnen we niet betalen." „Als we dan even vriendeiyk en tevreden waren als jy, Alec, zou het nog zoo erg niet zyn," zeide Madge, terwyl zy hem kuste. „Zoo- dra vader komt, scheid ik uit." „Hy kon er reeds lang zyn," merkte Rose op, naar de klok ziende; „ik begryp niet, dat hy er nog niet is." Swainson wilde schreeuwen: „Hy staat op de brug en wil zich verdrinken, ga hem toch redden l" maar zyn tong was als verstyfd en geen geluid kwam er over zyn lippen. „Zeide hy niet waar hy heenging?" vroeg Madge; „toen hy uitging, was ik nog in- koopen aan 't doen." „Hy zeide, dat hy naar een oud vriend ging om over zaken te spreken." „"Wie?" „Mynheer Swainson." Een blos steeg Madge naar de wangen. „Al kan ik niet zien, Madge," riep Alec „weet ik toch dat je hart hoorbaar klopt." „Malle jongen, laat my toch los denkt ge, dat ik er op gesteld ben door verstikking te sterven; kom, help Rose liever een handjel" „Beloof my dan, dat akelige werk te laten liggen." De huisschel ging over en Alec, die op den tast door het geheele huisje den weg kon vindeD, haastte zich naar beneden om de open deur te doen. Een mannenstem werd in de gang ver nomen. goddank," zuchtte Swainson. Y. Doch hy werd teleurgesteld, want de per soon, die de kamer binnentrad, was niet Langley, maar een flink gebouwd jongmensch van omstreeks 25 jaar. Ietwat verlegen blikten de ronde oogen uit het goedige gezicht, dat door een baard was omringd. In de rechterhand hield een valiesje, waaruit de hals van een gans kwam kyken, en met de linker- plukte hy zenuwachtig aan zyn hoed. „Goeden avond, juffrouw Rose, goeden avond juffrouw Madge," stotterde hy„het is wel wat laat op den avond voor een bezoek, maar ik heb zoo juist pas myn winkel gesloten, zoodat ik niet eer weg kon. Ik hoop, dat gy beiden wel zyt." „Dank u, heel wel, mynheer Babbs," antwoordde Rose; „neem plaats als het u belieft." Mynheer Babbs scheen te willen gaan zitten en te willen vertrekken tegelyk; eindeiyk besloot hy geen van beide te doen en bleef hy daarom slaan. De kop van de gans slingerde uit het valies mede met iedere beweging, die zyn lichaam maakte. „Neen, ik moet eigeniyk dadelyk heen; ik zal maar niet gaan zitten, dank u; ik maak wel myn excuses, dat ik nog zoo laat hier ben, maar ziet ge, juffrouw Rose, dat is 't nu met my: ik doe altyd dingen, die ik liever moest nalaten." Hy boog diep en de gans viel daardoor geheel op den grond; hy raapte die op en Lracht het doode dier ter hoogte van zya hart in plaats van zyn hoed, zooals hy van plan was. Toen hy tot die ontdekking kwam, bloosde by hevig en maakte een achterwaartsche beweging naar de deur. „En ik vergeet nog iets te zeggen!" riep hy, weder naar de tafel komend; doch plotseling ophoudend, vroeg hy op geheel anderen toon- „Hoe gaat het met den heer Langley?" De meisjes wierpen een verschrikten blik op de klok en Rose antwoordde: „Hy is nog niet terug, mynheer Babbs; we maken ons waariyk ongerust over hem; zoudt ge my een groot genoegen willen doen?" „Wat ge maar wilt, juffrouw Rose; ah, ik begryp u al, ik moet zeker uw vader gaan zoeken." „Juist geraden." „Ik zal dit valiesje maar hier laten" en meteen zette hy de gans in den uitersten hoek der kamer neer, blyde er zoo af te komen, zonder die speciaal met eenige woorden te behoeven aan te bieden. „Ik ga met u mede, mynheer Babbs," zeide het blinde kind. „Geef my dan maar de hand, Alec; we komen spoedig terug met uw vader, juf frouw R086." De goedhartige kruidenier trok de huis deur achter zich toe en begaf zich op weg, om den heer Langley te zoeken. „Zouden zy hem vinden?" vroeg Swainson aan de geestverschyning. „"Wacht en zie," antwoordde deze. Toen de twee meisjes alleen waren, stond Madge op van haar stoel en knielde op den grond naast haar zuster, die haar eenig&zins verbaasd aanzag. „Wat is er, Madge?" „Gy zeidot, dat vader naar Swainson is gegaan; weet ge ook waarom?" „Hy moest hem over gewichtige zaken spreken," zeide hy. „Was dat kl?" „Ja; maar waarom stelt ge daar toch zoo'n belang in?" „Omdat, omdat, Maurice Swainson my verleden is tegongekomen en my toen ver* teld heeft „Nu, wat?" „Hy zeide, dat hy my liefhad," fluisterde Madge en verborg het hoofdje aan den schouder barer zuster. „Nu, dat is toch werkelyk niets vreemds; was dat allee, wat hy zeide?" „Neen, hy vroeg my ook zyn vrouwtje te worden." „En wat hebt gy geantwoord?" „Gy weet wel, dat ik als kind reeds voel van Maurice hield; nog dikwyis -later dacht ik aan hem on o, Rose, ik heb hem zoo lief." „Ik begryp my waariyk best, dat myn zoon zjjn hart aan haar verloren heelt," dacht Swainson, met welgevallen op de kleine groep neerziende. „En denkt ge, dat vader daarover met Swainson is gaan spreken?" vroeg Rose. „Ik weet het niet; vader weet er, geloof ik, nog niets van. Gy zyt de eerste, Rose, wie ik myn geheim mededeel." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1