N°. 11063. Woensdag 18 Maart. A0. 1896 (Beze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 17 Maart. F'emlleton. Het visioen Tan Marcus Swainson. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandon. f 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommorg 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officiëele liennigsevinsoa. Vergadering ran den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag 19 Maart, des Dan idiage te twee uren. Punten tor behandeling: 1°. Benoeming van een derde onderwijzeros aan de school 4de klasse No. 1. (47) 2°. Verzoek van W. J. O. Liepenbach, om terug betaling van schoolgeld, lager onderwijs. (44) 8°. Idem van d«n Directeur der Maatschappij van zuivelinrichtiDgen „Neerlandia", iu zake de vast gestelde recognitie voor het gebruik van grond. (45) 4°. Suppletoirs eKaf "ar begrooting ad ƒ8000.— Uitbreiding van het kapitaal der gemeente in de Bank-van-Leeuieg. (46) 6°. Verzoek van Moj. E. Van der Harst, om ontslag als dorde onderwijzeres aan do sokooi 8de klasse No. 1. (48) 6°. Idem ala voren van Mej. O. F. Den Older, als derde onderwijzeres in de Haidworken aan de school 3de klasse Ne. 4. (49) 7°. Verschillende verzoeken omtrent het gebruik van de Gehoorzaal voor ooncerten en bals op Zondagavond. (42) 8*. Vcrzooken van do Buffotmaatschappij en anderen in zake verlagiDg van do paoht6om van de bo- dioning der buffetten der Gehoorzaal. (60) 9°. Voorstel omtrent den aankoop van bet perceel Nienwsteeg No. 10 en do voormalige drukkerjj, daaraan grenzende. (51) 10°. Verzoek van de Wed. H. Polles, om terugbetaling van schoolgeld lager onderwgs. (63) 11°. Voorstel tot overneming van een strookje grond aan don Middelweg, van de Gemoente-Gommissie van bet Nederd.-Horvormd Kerkgenootschap. (52) 12°. Voorstel omtrent do aanscelliog van oen commice- redaotoor ter 8eerotano. (67) 13°. Verzoek van Mej. L. Drost, om het gebruik van do school aan de Mare ten behoeve van do Zondagsschool »do Vier en twintig huizen". (65) 14°. Idem van de Wed. Muys van de Moer, om vrijstelling van de betaling van eohoolgeld, Hoogere Bur^ersohool voor Jongens. (56) 16°. Voorstel omtrent het kosteloos gebruik van de Gehoorzaal te» behoeve van de tentoonstelling van teokaniogen en werkstukken van „Mathesis Soientiarum Genitrix". (58) 16°. Staat van af- on overschrijving op de begrooting voor 1895, van do Bank-van-Lcening. (60) 17°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1896, van het Roomsoh-Ks-lh. Woos- en Oudeliodenhuia. (59) 18°. Bekening over 1895 van de Kamer van Koop handel en Fabriekon. (51) Directe Belastingen. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeeno konnis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen zijn ter hand gesteld de kohieren dtr Pen-oiieele Belasting, Noe. 11, 12 en 13 van den dionst 1895/96, en executoir verklaard don 12den Maart 1896, en herinnert voorts don belanghebbenden aan hunne verplichting om den aanslag op den bij de Wet bepaalden voet te voldotn. Leiden, De Burgemeoster voornoemd, 14 Maart 1896. F. WAS. Burgemeester en Wethouders van Leidon; Gezien art. 8, late alinea, der wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten v&u inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnon veroorzakon; Brengen bij deze ter algomeene ken uia dat door kon vergunning is verleend aan S. DE BOER Az. en rechtverkrijgenden tot liet oprichten van eene bergplaats van spiritus in k< t perceel Doeznstraat 12. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Loidon, F. WAS, Burgemeester. 16 Maart 1896. E. KIST. Secrotarie. D« Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen de vooriracht van Com missarissen der Bank van Leening tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting van die inrichting voor het jaar 1895 en stelt mitsdien voor don overgelegden staat, in ontvangst en uitgaaf ad f 262.79, goed te keuren. Dezelfde Commissie heeft evenmin beden kingen tegen het voorstel van Burg. en Weths. van 9 Maart ji. in zake den onderhandschen aankoop van de daarbij bedoelde perceelen in de Nieuwsteeg van de wed. F. S. Van de Pavord Smits voor de som van f 8000 met de kosten geraamd op ƒ400 en stelt derhalve voor ook dienovsreonkomstig te besluiten en den overgelegen suppletoiren staat van begrooting dienst 1896, vast te stellen. Zij beeft eveneens geen bezwaar tegen het voorstel van Burg. en Weths. wan2Maartjl. tot verhooging van het kapitaal der gemeente in da SI ads-Bank van-Leening met ƒ8000 en het daardoor te brengen op ƒ75000 en stelt derhalve voor dienovereenkomstig insgelijks te besluiten en tot de vaststelling van den overgelegden suppletoiren staat van begrooting dienst 1896, over te gaan. - Onder overlegging van een schrijven van commissarissen der Bank-van-Leening, geven B. en Ws. den gemeenteraad in over weging het kapitaal der gemeente in de Bank van-Leening met f 8000 te vermeer deren, te vinden nit de Buitengewone Ont vangsten en den overgelegden suppletoiren staat, van begrooting vast te stellen. Het kapitaal der gemeente in de Bank-van-Leening bedraagt thans 67,000, zoodat het by aanneming van dit voorstel zal bedragen 75,000. Bedoeld schreven van commissarissen luidt als volgt: „De operatiën der Bank-van-Loenlng zyn in den laatsten tyd wederom zóó beduidend toegenomen, dat wij op dit oogenblik dringend behoefte hebben aan kasgeld. „Wy mogen Uw College herinneren, dat wij, na van het te onzor beschikking staande kapitaal in October 1893 5000 te hebben teruggegeven, in September 1894 opnieuw f 8000 in de kas der gemeente hebben teruggestort. By die teruggaven stelden wy de uitdrukkeiyke reserve, dat, wanneer do Bank later opnieuw behoefte mocht krygon aan gemelde sommen of een gedeelte daar van, wy dan ook daarover ten allen tyde geheel of gedeelteiyk zouden kunnen be schikken. „Niettegenstaande deze reserve, verzetten redenen van comptabiliteit er zich tegen, dat wy thans zonder Raadsbesluit de beschikking krygen over het noodige bedrag. „Wy hebben mitsdien de eer UEdelAchtb. te verzoeken een Raadsbesluit te willen provoceeren, krachtens hetwelk het te onzer beschikking staande kapitaal wederom met een bedrag van ten hoogste f 8000 zal kunnen worden verhoogd." - Door do Gomeente-Commissio van bet Ned.-Hervormd Kerkgenootschap is B. en Ws. bericht dat wordt overgegaan tot het afbreken van het aan die gemeente behoorend perceel Middelweg No. 6, welk perceel niet meer zal worden opgebouwd, en dat, wanneer de ge meente Leiden prys stelt op het bezit van den buiten het te plaatsen bek vry komenden grond, de commissie bereid is dien grond gratis af te staan. Na onderzoek door de Commissie van Fabricage is B. en Ws. gebleken dat het wenscheiyk is dat bedoeld strookje, dat thans deel uitmaakt van de openbare straat, groot 25 centiaren, ten name van de gemeente worde overgeschreven. B. en Ws. geven den gemeenteraad mits dien in overweging het aanbod aan te nemen en alzoo te besluiten dat van genoemde Gemeente-Commissie door de gemeente in eigendom wordt overgenomen bedoeld perceel Middelweg No. 6, op het kadaster bekend onder Serie I No. 191, groot 25 centiaren, en dat perceel voor openbare straat in te richten. Yoor eene beter dan de vorige bezochte vergadering der afdeeling Leiden van het „Algemeen Nederlandsch Werklieden-verbond" zette gisteravond mr. W. Yan der Ylugt in de Concertzaal van den heer Ephraim, aan de Haarlemmerstraat alhier, zgne mededee- lingon over Britsche vakvereenigingen voort. Aanvankelyk, zeide spr., hadden de baan brekers geen geluk. Dat lag hieraan, dat de eerste vereenigingen hoofdzakelijk of alleen het vormen van weerstandskassen bedoelden. Succes konden zg slechts hebben, als haar nut niet langer alleen by uitzondering, maar dag aan dag voelbaar werd. Dat verkreeg men door met do weerstandskassen ondersteunings kassen te verbinden. Met cgfers werd een denkbeeld gegeven van de beteekenis, welke die ondersteuningskassen vooral in de twee groote „geamalgameerde genootschappen" (machinebouwers en timmerlieden) hebben verkregen. Toen eenmaal op die wyzo de be weging in gang was gebracht, konden later ook groote bonden zonder het lokmiddel van begrafenis- eD pensioenfondsen omhoogschieten. Hoe werd nu die macht gebruikt?In menig opzicht tot zegen. Met het leerstuk der staats onthouding gclgk met de praktgk van onver dedigbare staatsinmenging werd, ten deele onder den druk der opkomende „unions", gebroken. De loonen konden in goede jaren stygen, in minder goede zelfs somtyds zich handhaven, omdat de vereeüiging in kennis van de arbeidsmarkt en weerstandsvermogen aanvulde, wat den veréénzaamden werkman in die opzichten had ontbroken. Uit den vicieuzen cirkel van vroeger trad de arbeiders- wereld voortaan in eene wisselwerking van verbeteringen. Betere loonen maakten betere voeding mogelgk. Deze weer verhoogde de werkkracht, waardoor nog weder de verdiensten konden stygon, wat vooral met cyfers betref fende de katoenny verheid van Lancashire werd toegelicht. Eindeiyk matigden de toelagen bg werkeloosheid, zg het ook ten koste van groote offers, de schommelingen in den loonstandaard. Hooger nog dan die stolTeiyke voordeelen stelde spr. den terugkeer van een hartelyken zin in de verhouding tusschen werklieden en ondomemera, het duideiykst sprekend in den titel der „wet aangaande werkgevers en arbeiders", die in 1875 de oude wet over „meester en knecht" vorving, het meest be vorderd door verzoeningsraden en scheids- gerichten en door de in aantal toenemende fabrieken met werklieden deelhebbers. Nu ook, voornamelgk sinds de enquête van 1867, de openbare meening is bggedraaid, mag men, zeide spr., de zedelgke winst dus samenvatten: de oudo rechtsverhouding van beerscbappyen en onderdanigheid heeft in wet en zeden plaats gemaakt voor eene van gulweg-erkende rechts- gelykheiden op dien nieuwen grondslag begint de oude gemoedeiykheid der manieren, slechts in beschaafder vormen, te worden hersteld. Ten slotte merkte spreker nog op: lo. dat het succes der „trade-unions" tot dusver slechts partieel is geweest. En 2o. dat, voor zoover het behaald werd, veel strgd en in dien stryd veel karaktersterkte is noodig ge bleken. Die karaktersterkte heeft zich geuit by de leden in offervaardigheid en inspan ning, by plaatsalgke en algemeone secretaris sen in onvermoeiden yver, by de hoofdleiders in stipto eeriykheid, wgze matiging, discretie en hooge onbevangenheid. "Werd vaak, met name in den slry J met onderkruipers („zwart- pooten"), de laatsto deugd gesteld op eene zware proef, deze bleek in den regel niet te zwaar te zyn geweest. Mot een slotwoord over het „motto", dat sociale vragen zedelgke vragen zyn, eindigde spreker zgne rede, die nog tot een paar vra gen en antwoorden stof gaf. Ook nu oogstte spreker den hartelyken dank der vergadering in voor bet gesprokene, en werd aan 't slot, na het geven van nog enkele gevraagde inlichtingen, met een har- telgk applaus die dank bevestigd. Yoor deg zomercursus hebben zich tot deelneming aan de lessen van „Mathesis Scientiarum Genitrix" aangegeven 52 leer lingen. Het departement Leiden der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen zal a. s. Donderdag avond eene byeenkomst der leden met hunne dames houden, waarop wy de aandacht wen- schen to vestigen. In die byeenkomst toch zal als spreker optreden dr. J. F. Yan Bem- melen, van Den Haag, met het onderwerp: „Koralen en Koraalriffen.Is deze stof reeds niet van belang ontbloot, nog interessanter zal ze worden door de lichtbeelden, waarmede het gesprokene zal worden opgehelderd en aanschouweiyk gemaakt, zoodat bet aan aan- trekkelgkheid zeker niet zal ontbreken. Het aantal kiezers in deze gemeente bedraagt, volgens de thans vastgestelde kiezerslijsten, 2222 voor de Tweede Kamer, 2220 voor de Provinciale Staten en 2214 voor den Gemeenteraad. Op deze Igsten komen voor 34 lodgers (kamer bewoners), terwgl door geene personen volgens het 4de lid van artikel 7 der kieswet, mede eigendom in onverdeelde goederen is bewezen. Op de vorige lysten kwamen voor 2233 kiezers voor de Tweede Kamer, 2233 voor de Provinciale Staten en 2230 voor den Gemeen teraad. Het aaDtal lodgers was toen 35. Voor het examen in de nuttige hand werken zyn geslaagd de dames: J. L. Dee en P. Fles, beiden van Leiden, alsmede mej. S. J. C. M. Hollemans, van Aarlanderveen. In de gisteravond door de Eerste Kamer gehouden vergadering deelde de voorzitter mede, dat de door de Tweede Kamer aange nomen wetsontwerpen zyn ingekomen, ook het wetsvoorstel van den heer Gerritsen voorts, dat de geloofsbrieven zgn ingekomen van mr. M. C. Van Hal, het nieuw gekozen lid, die echter wegens ODgesteldhei 1 deze week niet zal kunnen geïnstalleerd worden. De geloofsbrieven werden in handen gesteld van eene commissie, bestaande uit do heeren Van Pall indt, Nyssingh en Van Bonov l Faure. Eindelgk zyn tal van stukken ingekomen en adressen betreffende de grensregelirg van Amsterdam. De vergadering werd verdaagd tot a. s. Donderdag te twee uren. Een dertigtal leerlingen en oud leerlingen van prof. Van 't Holf te Amsterdam waren Zaterdagavond in het „American Hotel" bijeen om van dien geleerde by zyn vertrek naar Beriyn afscheid to nemen. Dr. L. Th. Reicher sprak namens zgn mede leerlingen den heer Van 't Koff een woord van sympathie toe en reikte hem e n oorkonde over, waarin de onderteekenaars betuigden, dat, hoezeer het vertrek van den grooten scheikundige bun leed deed, zg zeker waren, dat hg in zgn werkkring to Berlgn ook ten voordeele van Nederland zou arbeiden. Met harteiyke woorden dankto prof. Van 't Hoff voor dit biyk vaD waardeering en sym pathie. Blgkbaar was het hem zeer aange naam te bemerken, dat hg van hen, die hem het best konden, door zgn gaan naar Berlgn, niet vervreemden zou. In eeno te Groningen gehouden verga dering van afgevaardigden der 17 democra tische vereenigingen, die aangesloten zijn bg het provinciaal comité voor kiesr^chtuit- breiding, is besloten één groote provinciale meeting aldaar te houden op den tweeden Paaschdag. By de gemeentebesturen van Haarlem en van Heemstede is bericht ontvangen, dat, na kennisneming ran do ter zako uiige-rachto rapporten, Gedep. Staten van Noord-Holland besloten hebben, thans geen verder gevolg to geven aan hun ontwerp tot wyziging van do grens tusschen de beide gemeenten. Te Heemstede wapperde gisteren, naar aanleiding van dit besluit, van dorpstoren en raadhuis de driekleur. Door den minister V3n koloniën zyn do heeren J. Luyten, A H. Haak, L B. Mölman, H. T. Hofs, J. J. A. Bolkestein, O. Visser, A. J. H. Scherp, A. L. Van den Berge, D A. Bloemendaal, A. F. W. Weyers, J. J. A. Kievits en J. C. Van Gils gesteld ter beschik king van den gouverneur generaal van Ned.- Indiö, om t« worden benoemd tot on Jerwyzer der derde klasse bg het openbaar lager onder- wys voor Europeanen en met dezon geiyk- gestelden in Nederlandsch-Indië. By koninkiyk besluit is benoemd tot notaris binnen het arrondissement 's Hertogen bosch, ter standplaats Valkenswaard, A. Van Galon, thans notaris te Bergeyk, en verder bepaald dat do openvallende riotarisplaats te Bergeyk voormeld, alsmede de notarisplaats te Hoeze, opengevallen door de benoeming van F H H. Schrgvers tot notaris te Eindhoven, onvervuld zullen blyven. 4) Maurice wachtte niet op een tweede bevel, hg verliet bet vertrek, vastbesloten geen uur langor in zyns vaders huis te blyven. In zyn haast liep hy Jane byna omver, die aan het sleutelgat had staan luisteren. De voordeur sloeg dicht en Swainson hoorde de voetstappen van zyn zoon over het tuinpad kraken en eindeiyk wegsterven. III. Swainson was in het gewone loven een bezadigd man; iemand, die met een koel, scherp verstand berekeningen maakte, die zelden faalden. Als de uitbarsting van een vulkaan was deze ongewone uiting van woede over hem gekomen en toen zyn eerste toom voorbg was, zonk hy uitgeput achterover in zgn stoel, zelf verbaasd over het feit, dat hy zich geheel door zyn hartstocht had laten mee slepen. Op straat klonk een versleten stem die van een arme vermoeide zwerfster, gedul dig voortzingend in den scherpen wind. Swainson stond op, om zich naar bed te begeven, en toen hy plotseling ontwaakte, had hy niet kunnen zoggen hoe lang by reeds geslapen had. Vaag meende hy de klok een slag te hooren slaan, doch hy was te slaperig, om er zeker van te zyn. Het was pikdonker in de kamer en in den wgden, hoogen schoorsteen bulderde de wind het was ahof het hechte huis schudde op zyn grondvesten. Langzaam stierf dit geluid weg, totdat eindeiyk niets meer duideiyk hoorbaar was dan muziek, die deed denken aan de tonen, ontlokt aan een aeolusharp. Plotseling kwam er een helderlichte plek in de duisternis rondom hem en terwyi Swainson vol verbazing lag toe te kyken, zag hy duideiyk een lichte massa de vormen aannemen van een vrouwelyko figuur. Adem loos toekykend, zag hy dat het de gedaante was van zyn echtgenoot©, sinds twaalf jaren overleden. Het moge vreemd klinken, maar hy was in het minst niet verschrikt; al had hy willen spreken, om hulp willen roepeD, hy had niet gekund; zyn tong bleef beweging loos in zgn mond. Swainson had zyn vrouw altyd mooi ge vonden, maar nu straalde haar gelaat van een bovenaardsche schoonheid. Hy wreef zich de oogen uit, zag naar de duisternis in de hoeken der kamer en vestigde daarna weder den blik op de verschyning, schitterend van licht. „"Wat zou dit te beteekenen hebben?" dacht hg. „Nooit in myn leven is my nog zoo iets vreemds overkomen." Nog vreemder echter zou hg zoo aanstonds opzien, de gedaante bewoog zich en zachtjes zwevend kwam zy nader, tot zy het bed van Swainson beroikt had. In dit korte oogenblik was de uitdrukking van het gelaat geheel veranderd. De gelykenis met zyn vrouw was nog treffend, maar de zachte, vriendelyke blik dor oogen had plaats gemaakt voor een dreigend samentrekken der wenkbrauwen. Het herin nerde hem aan het beeld van de Recht vaardigheid, doch zonder blinddoek. Van vleesch en been was deze Jostitia, wat veel dieper indruk maakte das do afbeelding in marmer of in gips. Na veel vergeefsche pogiBgen, om zyn tong los te krygen, gelukt# hot hem eindeiyk te vragen: „Waarom zyt gy hier?" „Ik wil u eenige tafereolon uit uw leven nogmaals doen zien," antwoordde de ver- schyniDg; „kom mede l" Zachtjes raakte de gedaante Swainson aan als door een tooverslag rees hy op en stapte hy uit bed. Alle macht over zichzelven scheen hem ontnomen. Zy verlieten het huis, hoe had hy niet kun nen zeggen, en begaven zicb uit de voorstad, waar hy woonde, naar het open veld. Hier en daar stond een enkel huisje verspreid, totdat zy eindeiyk dicht by elkaar gebouwd stonden. Het landschap was Swainsor bekend; hy wist, dat naast den smid eeD school was en dat riviertje, de oude schilderachtige kork en de herberg herkende hg dadelyk. Hoeveel herinneringen waren er niet verbonden aan die schoolnog zag hg zichzelf en 2yn broeder Walter zitten, naast elkaar op de eerste bank, en de oude gryzo meester door het lokaal loopend, den jongens verbiedend. „Marcus Swainson „Present, „Walter Swainson 1" „Present, moester V' Welk een lange tyd was dat geleden; nu waren beideD reeds in den herfst des levens. Doch do geestverscbyning hield eerst op by een oud huis met hooge schooreteenen. Plotseling veranderde de atmosfeer, Swainson voelde zich omwaaien door een zoel windje, de boomen stonden dik in het gebladerte, de nachtegaal zong zgn droefgeestig lied in lang uitgerekte tonen. De avondzon verlichtte het landschap en tooverde op de hoogopgaande stengels der rozen en op de bruine bladeren van den beuk gouden tinten. Het was zyn ouderlyk huis, waar hy zyn jeugd had doorgebracht Zy traden een der vertrekken binnen, even vredig en stil als het buiten was, was hot ook bier. In den hoek der kamer stond groot vaders deftige klok, doch haar slinger bewoog zich niet. Swainson keek naar bet groote eikenhouten ledikant met de antieke styien; zgn moeder lag daarop uitgestrekt, naast het magere, uitgeteerde lichaam, ieder aan een kant, stonden twee jonge mannen. Haar handen rustten in de hunne. Plotseling herinnerde Swainson zich, dat men de klok had laten stilstaan, omdat haar trekken de stervende hinderden. „Breng my wegl" smeekte hy tot zgn geleider. Doch deze antwoordde slechts: „Luister." De stervende vrouw sprak, met moeite vormde zy de klanken, langzaam, met gebro ken stem hoorde Swainson haar zeggen: „Myn lieve zoons, ik ga u verfkten; gy zult nu voor uzelf moeten zorgen. Het zal- een harde stryd zyn, doch laat nimmer uw hart. koud worden, uw sympathie voor olkaar verflauwen. Biyft elkaar liefhebben; hoort go my, jongens?" „Ja, moeder," antwoordden beiden met ge smoorde stem. „En belooft ge my dat?" Walter en Marcus Swainson legden do belofto af. Sinds lang was hy dit sterfbed vergeten, doch nu herinnerde hg zich opeens weder ?.llo3. Het bl^oko, smalle gelaat op het kussen werd al witter, voor hot laatst strekte de armo ïyderos haar uitgeteerde handen naar beidon uit on bracht die te zamen. Hy voelde hoe die handdruk losser werd en do vingers styf en koud worden, on bg wist dat nu alles was afgeloopenzyn moeder waB dood. Hy voolde, dat iemand zyn schouder aan raakte, en zich omkeerend, zag hg de geost- verscbyning, die met de hand naar de beide jongens, naast het bed, wees. „Herkent gy ben?" „Ja, Walter en ik." „Herinnert ge u wat volgde?" Swainson boog toestoramond het hoofd. „Gg werdt beidon koopman in loder en het ging u voorspoedig io zaken. Toen werd uw broeder verliefd." „Spaar my spaar myi" pleitto Swainson, als vreesdo by de wonden der geestver schyning. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1