N°. 11063.
Woensdag 18 Maart.
A0. 1896
(Beze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 17 Maart.
F'emlleton.
Het visioen Tan Marcus Swainson.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandon. f 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommorg 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Officiëele liennigsevinsoa.
Vergadering ran den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 19 Maart, des Dan idiage te twee uren.
Punten tor behandeling:
1°. Benoeming van een derde onderwijzeros aan de
school 4de klasse No. 1. (47)
2°. Verzoek van W. J. O. Liepenbach, om terug
betaling van schoolgeld, lager onderwijs. (44)
8°. Idem van d«n Directeur der Maatschappij van
zuivelinrichtiDgen „Neerlandia", iu zake de vast
gestelde recognitie voor het gebruik van grond. (45)
4°. Suppletoirs eKaf "ar begrooting ad ƒ8000.—
Uitbreiding van het kapitaal der gemeente in de
Bank-van-Leeuieg. (46)
6°. Verzoek van Moj. E. Van der Harst, om ontslag
als dorde onderwijzeres aan do sokooi 8de klasse
No. 1. (48)
6°. Idem ala voren van Mej. O. F. Den Older, als
derde onderwijzeres in de Haidworken aan de
school 3de klasse Ne. 4. (49)
7°. Verschillende verzoeken omtrent het gebruik
van de Gehoorzaal voor ooncerten en bals op
Zondagavond. (42)
8*. Vcrzooken van do Buffotmaatschappij en anderen
in zake verlagiDg van do paoht6om van de bo-
dioning der buffetten der Gehoorzaal. (60)
9°. Voorstel omtrent den aankoop van bet perceel
Nienwsteeg No. 10 en do voormalige drukkerjj,
daaraan grenzende. (51)
10°. Verzoek van de Wed. H. Polles, om terugbetaling
van schoolgeld lager onderwgs. (63)
11°. Voorstel tot overneming van een strookje grond
aan don Middelweg, van de Gemoente-Gommissie
van bet Nederd.-Horvormd Kerkgenootschap. (52)
12°. Voorstel omtrent do aanscelliog van oen commice-
redaotoor ter 8eerotano. (67)
13°. Verzoek van Mej. L. Drost, om het gebruik van
do school aan de Mare ten behoeve van do
Zondagsschool »do Vier en twintig huizen". (65)
14°. Idem van de Wed. Muys van de Moer, om
vrijstelling van de betaling van eohoolgeld,
Hoogere Bur^ersohool voor Jongens. (56)
16°. Voorstel omtrent het kosteloos gebruik van de
Gehoorzaal te» behoeve van de tentoonstelling
van teokaniogen en werkstukken van „Mathesis
Soientiarum Genitrix". (58)
16°. Staat van af- on overschrijving op de begrooting
voor 1895, van do Bank-van-Lcening. (60)
17°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1896, van
het Roomsoh-Ks-lh. Woos- en Oudeliodenhuia. (59)
18°. Bekening over 1895 van de Kamer van Koop
handel en Fabriekon. (51)
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeeno
konnis, dat aan den Ontvanger der Directe Belastingen
zijn ter hand gesteld de kohieren dtr Pen-oiieele
Belasting, Noe. 11, 12 en 13 van den dionst 1895/96,
en executoir verklaard don 12den Maart 1896, en
herinnert voorts don belanghebbenden aan hunne
verplichting om den aanslag op den bij de Wet
bepaalden voet te voldotn.
Leiden, De Burgemeoster voornoemd,
14 Maart 1896. F. WAS.
Burgemeester en Wethouders van Leidon;
Gezien art. 8, late alinea, der wet van den 2den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het
toezicht bij het oprichten v&u inrichtingen, welke
gevaar, schade of hinder kunnon veroorzakon;
Brengen bij deze ter algomeene ken uia dat door
kon vergunning is verleend aan S. DE BOER Az.
en rechtverkrijgenden tot liet oprichten van eene
bergplaats van spiritus in k< t perceel Doeznstraat 12.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Loidon, F. WAS, Burgemeester.
16 Maart 1896. E. KIST. Secrotarie.
D« Commissie van Financiën heeft geene
bedenkingen tegen de vooriracht van Com
missarissen der Bank van Leening tot het
doen van af- en overschrijving op de begrooting
van die inrichting voor het jaar 1895 en
stelt mitsdien voor don overgelegden staat,
in ontvangst en uitgaaf ad f 262.79, goed
te keuren.
Dezelfde Commissie heeft evenmin beden
kingen tegen het voorstel van Burg. en Weths.
van 9 Maart ji. in zake den onderhandschen
aankoop van de daarbij bedoelde perceelen
in de Nieuwsteeg van de wed. F. S. Van de
Pavord Smits voor de som van f 8000 met de
kosten geraamd op ƒ400 en stelt derhalve voor
ook dienovsreonkomstig te besluiten en den
overgelegen suppletoiren staat van begrooting
dienst 1896, vast te stellen.
Zij beeft eveneens geen bezwaar tegen het
voorstel van Burg. en Weths. wan2Maartjl.
tot verhooging van het kapitaal der gemeente
in da SI ads-Bank van-Leening met ƒ8000 en
het daardoor te brengen op ƒ75000 en stelt
derhalve voor dienovereenkomstig insgelijks te
besluiten en tot de vaststelling van den
overgelegden suppletoiren staat van begrooting
dienst 1896, over te gaan.
- Onder overlegging van een schrijven
van commissarissen der Bank-van-Leening,
geven B. en Ws. den gemeenteraad in over
weging het kapitaal der gemeente in de
Bank van-Leening met f 8000 te vermeer
deren, te vinden nit de Buitengewone Ont
vangsten en den overgelegden suppletoiren
staat, van begrooting vast te stellen. Het
kapitaal der gemeente in de Bank-van-Leening
bedraagt thans 67,000, zoodat het by
aanneming van dit voorstel zal bedragen
75,000.
Bedoeld schreven van commissarissen luidt
als volgt:
„De operatiën der Bank-van-Loenlng zyn
in den laatsten tyd wederom zóó beduidend
toegenomen, dat wij op dit oogenblik dringend
behoefte hebben aan kasgeld.
„Wy mogen Uw College herinneren, dat
wij, na van het te onzor beschikking staande
kapitaal in October 1893 5000 te hebben
teruggegeven, in September 1894 opnieuw
f 8000 in de kas der gemeente hebben
teruggestort. By die teruggaven stelden wy
de uitdrukkeiyke reserve, dat, wanneer do
Bank later opnieuw behoefte mocht krygon
aan gemelde sommen of een gedeelte daar
van, wy dan ook daarover ten allen tyde
geheel of gedeelteiyk zouden kunnen be
schikken.
„Niettegenstaande deze reserve, verzetten
redenen van comptabiliteit er zich tegen, dat
wy thans zonder Raadsbesluit de beschikking
krygen over het noodige bedrag.
„Wy hebben mitsdien de eer UEdelAchtb.
te verzoeken een Raadsbesluit te willen
provoceeren, krachtens hetwelk het te onzer
beschikking staande kapitaal wederom met
een bedrag van ten hoogste f 8000 zal kunnen
worden verhoogd."
- Door do Gomeente-Commissio van bet
Ned.-Hervormd Kerkgenootschap is B. en Ws.
bericht dat wordt overgegaan tot het afbreken
van het aan die gemeente behoorend perceel
Middelweg No. 6, welk perceel niet meer zal
worden opgebouwd, en dat, wanneer de ge
meente Leiden prys stelt op het bezit van
den buiten het te plaatsen bek vry komenden
grond, de commissie bereid is dien grond
gratis af te staan.
Na onderzoek door de Commissie van
Fabricage is B. en Ws. gebleken dat het
wenscheiyk is dat bedoeld strookje, dat thans
deel uitmaakt van de openbare straat, groot
25 centiaren, ten name van de gemeente
worde overgeschreven.
B. en Ws. geven den gemeenteraad mits
dien in overweging het aanbod aan te nemen
en alzoo te besluiten dat van genoemde
Gemeente-Commissie door de gemeente in
eigendom wordt overgenomen bedoeld perceel
Middelweg No. 6, op het kadaster bekend
onder Serie I No. 191, groot 25 centiaren,
en dat perceel voor openbare straat in te
richten.
Yoor eene beter dan de vorige bezochte
vergadering der afdeeling Leiden van het
„Algemeen Nederlandsch Werklieden-verbond"
zette gisteravond mr. W. Yan der Ylugt in
de Concertzaal van den heer Ephraim, aan
de Haarlemmerstraat alhier, zgne mededee-
lingon over Britsche vakvereenigingen voort.
Aanvankelyk, zeide spr., hadden de baan
brekers geen geluk. Dat lag hieraan, dat de
eerste vereenigingen hoofdzakelijk of alleen
het vormen van weerstandskassen bedoelden.
Succes konden zg slechts hebben, als haar
nut niet langer alleen by uitzondering, maar
dag aan dag voelbaar werd. Dat verkreeg men
door met do weerstandskassen ondersteunings
kassen te verbinden. Met cgfers werd een
denkbeeld gegeven van de beteekenis, welke
die ondersteuningskassen vooral in de twee
groote „geamalgameerde genootschappen"
(machinebouwers en timmerlieden) hebben
verkregen. Toen eenmaal op die wyzo de be
weging in gang was gebracht, konden later
ook groote bonden zonder het lokmiddel van
begrafenis- eD pensioenfondsen omhoogschieten.
Hoe werd nu die macht gebruikt?In menig
opzicht tot zegen. Met het leerstuk der staats
onthouding gclgk met de praktgk van onver
dedigbare staatsinmenging werd, ten deele
onder den druk der opkomende „unions",
gebroken. De loonen konden in goede jaren
stygen, in minder goede zelfs somtyds zich
handhaven, omdat de vereeüiging in kennis
van de arbeidsmarkt en weerstandsvermogen
aanvulde, wat den veréénzaamden werkman
in die opzichten had ontbroken. Uit den
vicieuzen cirkel van vroeger trad de arbeiders-
wereld voortaan in eene wisselwerking van
verbeteringen. Betere loonen maakten betere
voeding mogelgk. Deze weer verhoogde de
werkkracht, waardoor nog weder de verdiensten
konden stygon, wat vooral met cyfers betref
fende de katoenny verheid van Lancashire werd
toegelicht. Eindeiyk matigden de toelagen bg
werkeloosheid, zg het ook ten koste van groote
offers, de schommelingen in den loonstandaard.
Hooger nog dan die stolTeiyke voordeelen
stelde spr. den terugkeer van een hartelyken
zin in de verhouding tusschen werklieden en
ondomemera, het duideiykst sprekend in den
titel der „wet aangaande werkgevers en
arbeiders", die in 1875 de oude wet over
„meester en knecht" vorving, het meest be
vorderd door verzoeningsraden en scheids-
gerichten en door de in aantal toenemende
fabrieken met werklieden deelhebbers. Nu ook,
voornamelgk sinds de enquête van 1867, de
openbare meening is bggedraaid, mag men,
zeide spr., de zedelgke winst dus samenvatten:
de oudo rechtsverhouding van beerscbappyen
en onderdanigheid heeft in wet en zeden plaats
gemaakt voor eene van gulweg-erkende rechts-
gelykheiden op dien nieuwen grondslag begint
de oude gemoedeiykheid der manieren, slechts
in beschaafder vormen, te worden hersteld.
Ten slotte merkte spreker nog op: lo.
dat het succes der „trade-unions" tot dusver
slechts partieel is geweest. En 2o. dat, voor
zoover het behaald werd, veel strgd en in
dien stryd veel karaktersterkte is noodig ge
bleken. Die karaktersterkte heeft zich geuit
by de leden in offervaardigheid en inspan
ning, by plaatsalgke en algemeone secretaris
sen in onvermoeiden yver, by de hoofdleiders
in stipto eeriykheid, wgze matiging, discretie
en hooge onbevangenheid. "Werd vaak, met
name in den slry J met onderkruipers („zwart-
pooten"), de laatsto deugd gesteld op eene
zware proef, deze bleek in den regel niet te
zwaar te zyn geweest.
Mot een slotwoord over het „motto", dat
sociale vragen zedelgke vragen zyn, eindigde
spreker zgne rede, die nog tot een paar vra
gen en antwoorden stof gaf.
Ook nu oogstte spreker den hartelyken dank
der vergadering in voor bet gesprokene, en
werd aan 't slot, na het geven van nog
enkele gevraagde inlichtingen, met een har-
telgk applaus die dank bevestigd.
Yoor deg zomercursus hebben zich tot
deelneming aan de lessen van „Mathesis
Scientiarum Genitrix" aangegeven 52 leer
lingen.
Het departement Leiden der Maatschappy
tot Nut van 't Algemeen zal a. s. Donderdag
avond eene byeenkomst der leden met hunne
dames houden, waarop wy de aandacht wen-
schen to vestigen. In die byeenkomst toch
zal als spreker optreden dr. J. F. Yan Bem-
melen, van Den Haag, met het onderwerp:
„Koralen en Koraalriffen.Is deze stof reeds
niet van belang ontbloot, nog interessanter
zal ze worden door de lichtbeelden, waarmede
het gesprokene zal worden opgehelderd en
aanschouweiyk gemaakt, zoodat bet aan aan-
trekkelgkheid zeker niet zal ontbreken.
Het aantal kiezers in deze gemeente
bedraagt, volgens de thans vastgestelde
kiezerslijsten, 2222 voor de Tweede Kamer,
2220 voor de Provinciale Staten en 2214
voor den Gemeenteraad.
Op deze Igsten komen voor 34 lodgers (kamer
bewoners), terwgl door geene personen volgens
het 4de lid van artikel 7 der kieswet, mede
eigendom in onverdeelde goederen is bewezen.
Op de vorige lysten kwamen voor 2233
kiezers voor de Tweede Kamer, 2233 voor de
Provinciale Staten en 2230 voor den Gemeen
teraad.
Het aaDtal lodgers was toen 35.
Voor het examen in de nuttige hand
werken zyn geslaagd de dames: J. L. Dee
en P. Fles, beiden van Leiden, alsmede mej.
S. J. C. M. Hollemans, van Aarlanderveen.
In de gisteravond door de Eerste Kamer
gehouden vergadering deelde de voorzitter
mede, dat de door de Tweede Kamer aange
nomen wetsontwerpen zyn ingekomen, ook
het wetsvoorstel van den heer Gerritsen
voorts, dat de geloofsbrieven zgn ingekomen
van mr. M. C. Van Hal, het nieuw gekozen
lid, die echter wegens ODgesteldhei 1 deze
week niet zal kunnen geïnstalleerd worden.
De geloofsbrieven werden in handen gesteld
van eene commissie, bestaande uit do heeren
Van Pall indt, Nyssingh en Van Bonov l Faure.
Eindelgk zyn tal van stukken ingekomen
en adressen betreffende de grensregelirg van
Amsterdam.
De vergadering werd verdaagd tot a. s.
Donderdag te twee uren.
Een dertigtal leerlingen en oud leerlingen
van prof. Van 't Holf te Amsterdam waren
Zaterdagavond in het „American Hotel" bijeen
om van dien geleerde by zyn vertrek naar
Beriyn afscheid to nemen.
Dr. L. Th. Reicher sprak namens zgn
mede leerlingen den heer Van 't Koff een
woord van sympathie toe en reikte hem e n
oorkonde over, waarin de onderteekenaars
betuigden, dat, hoezeer het vertrek van den
grooten scheikundige bun leed deed, zg zeker
waren, dat hg in zgn werkkring to Berlgn
ook ten voordeele van Nederland zou arbeiden.
Met harteiyke woorden dankto prof. Van 't
Hoff voor dit biyk vaD waardeering en sym
pathie. Blgkbaar was het hem zeer aange
naam te bemerken, dat hg van hen, die hem
het best konden, door zgn gaan naar Berlgn,
niet vervreemden zou.
In eeno te Groningen gehouden verga
dering van afgevaardigden der 17 democra
tische vereenigingen, die aangesloten zijn bg
het provinciaal comité voor kiesr^chtuit-
breiding, is besloten één groote provinciale
meeting aldaar te houden op den tweeden
Paaschdag.
By de gemeentebesturen van Haarlem
en van Heemstede is bericht ontvangen, dat,
na kennisneming ran do ter zako uiige-rachto
rapporten, Gedep. Staten van Noord-Holland
besloten hebben, thans geen verder gevolg to
geven aan hun ontwerp tot wyziging van do
grens tusschen de beide gemeenten.
Te Heemstede wapperde gisteren, naar
aanleiding van dit besluit, van dorpstoren en
raadhuis de driekleur.
Door den minister V3n koloniën zyn do
heeren J. Luyten, A H. Haak, L B. Mölman,
H. T. Hofs, J. J. A. Bolkestein, O. Visser,
A. J. H. Scherp, A. L. Van den Berge, D
A. Bloemendaal, A. F. W. Weyers, J. J. A.
Kievits en J. C. Van Gils gesteld ter beschik
king van den gouverneur generaal van Ned.-
Indiö, om t« worden benoemd tot on Jerwyzer
der derde klasse bg het openbaar lager onder-
wys voor Europeanen en met dezon geiyk-
gestelden in Nederlandsch-Indië.
By koninkiyk besluit is benoemd tot
notaris binnen het arrondissement 's Hertogen
bosch, ter standplaats Valkenswaard, A. Van
Galon, thans notaris te Bergeyk, en verder
bepaald dat do openvallende riotarisplaats te
Bergeyk voormeld, alsmede de notarisplaats
te Hoeze, opengevallen door de benoeming van
F H H. Schrgvers tot notaris te Eindhoven,
onvervuld zullen blyven.
4)
Maurice wachtte niet op een tweede bevel,
hg verliet bet vertrek, vastbesloten geen uur
langor in zyns vaders huis te blyven. In zyn
haast liep hy Jane byna omver, die aan het
sleutelgat had staan luisteren.
De voordeur sloeg dicht en Swainson hoorde
de voetstappen van zyn zoon over het tuinpad
kraken en eindeiyk wegsterven.
III.
Swainson was in het gewone loven een
bezadigd man; iemand, die met een koel,
scherp verstand berekeningen maakte, die
zelden faalden.
Als de uitbarsting van een vulkaan was
deze ongewone uiting van woede over hem
gekomen en toen zyn eerste toom voorbg
was, zonk hy uitgeput achterover in zgn
stoel, zelf verbaasd over het feit, dat hy zich
geheel door zyn hartstocht had laten mee
slepen. Op straat klonk een versleten stem
die van een arme vermoeide zwerfster, gedul
dig voortzingend in den scherpen wind.
Swainson stond op, om zich naar bed te
begeven, en toen hy plotseling ontwaakte,
had hy niet kunnen zoggen hoe lang by
reeds geslapen had. Vaag meende hy de
klok een slag te hooren slaan, doch hy was
te slaperig, om er zeker van te zyn.
Het was pikdonker in de kamer en in den
wgden, hoogen schoorsteen bulderde de wind
het was ahof het hechte huis schudde op
zyn grondvesten. Langzaam stierf dit geluid
weg, totdat eindeiyk niets meer duideiyk
hoorbaar was dan muziek, die deed denken
aan de tonen, ontlokt aan een aeolusharp.
Plotseling kwam er een helderlichte plek
in de duisternis rondom hem en terwyi
Swainson vol verbazing lag toe te kyken,
zag hy duideiyk een lichte massa de vormen
aannemen van een vrouwelyko figuur. Adem
loos toekykend, zag hy dat het de gedaante
was van zyn echtgenoot©, sinds twaalf jaren
overleden.
Het moge vreemd klinken, maar hy was
in het minst niet verschrikt; al had hy
willen spreken, om hulp willen roepeD, hy
had niet gekund; zyn tong bleef beweging
loos in zgn mond.
Swainson had zyn vrouw altyd mooi ge
vonden, maar nu straalde haar gelaat van
een bovenaardsche schoonheid.
Hy wreef zich de oogen uit, zag naar de
duisternis in de hoeken der kamer en vestigde
daarna weder den blik op de verschyning,
schitterend van licht.
„"Wat zou dit te beteekenen hebben?"
dacht hg. „Nooit in myn leven is my nog
zoo iets vreemds overkomen."
Nog vreemder echter zou hg zoo aanstonds
opzien, de gedaante bewoog zich en zachtjes
zwevend kwam zy nader, tot zy het bed van
Swainson beroikt had. In dit korte oogenblik
was de uitdrukking van het gelaat geheel
veranderd.
De gelykenis met zyn vrouw was nog
treffend, maar de zachte, vriendelyke blik dor
oogen had plaats gemaakt voor een dreigend
samentrekken der wenkbrauwen. Het herin
nerde hem aan het beeld van de Recht
vaardigheid, doch zonder blinddoek. Van
vleesch en been was deze Jostitia, wat veel
dieper indruk maakte das do afbeelding in
marmer of in gips.
Na veel vergeefsche pogiBgen, om zyn
tong los te krygen, gelukt# hot hem eindeiyk
te vragen:
„Waarom zyt gy hier?"
„Ik wil u eenige tafereolon uit uw leven
nogmaals doen zien," antwoordde de ver-
schyniDg; „kom mede l"
Zachtjes raakte de gedaante Swainson aan
als door een tooverslag rees hy op en
stapte hy uit bed. Alle macht over zichzelven
scheen hem ontnomen.
Zy verlieten het huis, hoe had hy niet kun
nen zeggen, en begaven zicb uit de voorstad,
waar hy woonde, naar het open veld. Hier
en daar stond een enkel huisje verspreid,
totdat zy eindeiyk dicht by elkaar gebouwd
stonden.
Het landschap was Swainsor bekend; hy
wist, dat naast den smid eeD school was en
dat riviertje, de oude schilderachtige kork en
de herberg herkende hg dadelyk. Hoeveel
herinneringen waren er niet verbonden aan
die schoolnog zag hg zichzelf en 2yn broeder
Walter zitten, naast elkaar op de eerste bank,
en de oude gryzo meester door het lokaal
loopend, den jongens verbiedend.
„Marcus Swainson
„Present,
„Walter Swainson 1"
„Present, moester V'
Welk een lange tyd was dat geleden; nu
waren beideD reeds in den herfst des levens.
Doch do geestverscbyning hield eerst op
by een oud huis met hooge schooreteenen.
Plotseling veranderde de atmosfeer, Swainson
voelde zich omwaaien door een zoel windje,
de boomen stonden dik in het gebladerte, de
nachtegaal zong zgn droefgeestig lied in lang
uitgerekte tonen. De avondzon verlichtte
het landschap en tooverde op de hoogopgaande
stengels der rozen en op de bruine bladeren
van den beuk gouden tinten.
Het was zyn ouderlyk huis, waar hy zyn
jeugd had doorgebracht
Zy traden een der vertrekken binnen, even
vredig en stil als het buiten was, was hot
ook bier. In den hoek der kamer stond groot
vaders deftige klok, doch haar slinger bewoog
zich niet.
Swainson keek naar bet groote eikenhouten
ledikant met de antieke styien; zgn moeder
lag daarop uitgestrekt, naast het magere,
uitgeteerde lichaam, ieder aan een kant,
stonden twee jonge mannen. Haar handen
rustten in de hunne.
Plotseling herinnerde Swainson zich, dat
men de klok had laten stilstaan, omdat haar
trekken de stervende hinderden.
„Breng my wegl" smeekte hy tot zgn
geleider.
Doch deze antwoordde slechts: „Luister."
De stervende vrouw sprak, met moeite
vormde zy de klanken, langzaam, met gebro
ken stem hoorde Swainson haar zeggen:
„Myn lieve zoons, ik ga u verfkten; gy
zult nu voor uzelf moeten zorgen. Het zal-
een harde stryd zyn, doch laat nimmer uw
hart. koud worden, uw sympathie voor olkaar
verflauwen. Biyft elkaar liefhebben; hoort
go my, jongens?"
„Ja, moeder," antwoordden beiden met ge
smoorde stem.
„En belooft ge my dat?"
Walter en Marcus Swainson legden do
belofto af.
Sinds lang was hy dit sterfbed vergeten,
doch nu herinnerde hg zich opeens weder ?.llo3.
Het bl^oko, smalle gelaat op het kussen
werd al witter, voor hot laatst strekte de
armo ïyderos haar uitgeteerde handen naar
beidon uit on bracht die te zamen.
Hy voelde hoe die handdruk losser werd
en do vingers styf en koud worden, on bg
wist dat nu alles was afgeloopenzyn moeder
waB dood.
Hy voolde, dat iemand zyn schouder aan
raakte, en zich omkeerend, zag hg de geost-
verscbyning, die met de hand naar de beide
jongens, naast het bed, wees.
„Herkent gy ben?"
„Ja, Walter en ik."
„Herinnert ge u wat volgde?"
Swainson boog toestoramond het hoofd.
„Gg werdt beidon koopman in loder en het
ging u voorspoedig io zaken. Toen werd uw
broeder verliefd."
„Spaar my spaar myi" pleitto Swainson,
als vreesdo by de wonden der geestver
schyning.
(Wordt vervolgd.)