Maandag 16 Maart. A\ 1896 <§ouiant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. liet visioen van Marcus Svvaiuson. li". 11061. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden. I 1.10. Franco per posti j t i 1.40. AfzonderlOke Hommers0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN s Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grooter» letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Dit nommei' bestaat uit VIER Bladen. Eevsle Blad. Leiden, 14 Maart. By de Tweede! Karqer zyn ingediend de aangekonuigJe wijzigingen der Gemeente en der Provinciale Wet. Van het wetsontwerp tot wijziging der Gemeentewet luidt art. 2: „Art. 6 (der Gemeentewet) wordt gelezen «Ie volgt: De leden van den raad worden gekozen in kiesdistricten door hen, die volgens de in art. 6 der Kieswet bedoelde lijst tot bet kiezen van leden van den raad bevoegd zyn. De oistricten, waarin de gemeenten Am sterdam, Rotterdam en 's Gravenhage verdeeld zijn voor de verkiezing van leien van de Tweede Kamer der Staten Generaal, zijn tevens kiesoistricten voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad. In elk dier districten wordt een gelijk getal leden van den gemeenteraad gekozen. De gemeente Utrecht wordt voor de verkie zing van leden van den gemeenteraad in kiesdistricten verdeeld in dier voege, dat elk der districten, waarin die gemeente verdeeld is voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, wordt gesplitst in twee kiesoistricten. De overige gemeenten van boven de 15,000 zielen worden voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad in one kiesdistricten gesplitst. Behoudens het bepaalde bij het tweede en met inachtneming van het bepaalde bi) het derde en vierde lid, regelen Gedeputeerde Sta ten, den raad gehoord, de verdeeling oer kies districten en het getal der in elk district zoo in bet geheel als by elke periodieke altreaing te kiezen leden. Zy zorgen hi-.rby dat in oe kiesdistricten zooveel mogelijk een gel(jk getal leden gekozen worde en dit getal in benoor lyke evenredigheid sta tot de bevolking van ieder district. Is het noodig dat in een der districten een Md meer of minder gekozen worde dan in de andere, zoo wor.it hiervoor het distnct aan gewezen, waarvan de bevolking het meest of bet minst talryk is. De regeling in het vorige lid bedoeld, ge schiedt opnieuw, zoodra volgens het bepaalde by art. 4 (der Gemeentewet) vermeerdering of vermindering van het getal leden van den raad noodig is. Gemeenten van 15,000 zielen of minder vormen één kiesdistrict" Verder kunnen de kiesdistricten bjj plaatse lijke verordening in stemdistncten worden verdeeld. Zoeais men weet wordt, volgens art. 50 der voorgestelde Kieswet, alleen gestemd over die candidaten, die opgege\en zyn noor ten minste 50 kiezers of door den voorzitter en den secretaris eener erkende kiesvereniging, die den candidaat gesteld heeft bi) meerder heid en met ten minste 25 stemmen van ki zers, leden der vereeniging, of. i dien deze eene centrale kiesvereemging is, van de ver- eenigingen die daarvan deel uitmaken. Die regeling zal gelden voor de verkiezingen van leden der Tweede Kamer. Met het oog op kleinere gemeenten is du voor de gemeenteraadsverkiezingen voorge steld, dat, in afwyking van het bepaalde in art 50 der kieswet, in kiesdistricten met min der dan 2000 kiezers voor den Gemeenteraad, de candidaatstelling door ten minste l/hft ge deelte van het aantal dier kiezers vereischt wordt Is het aantal dier kiezers minder dan 120, dan wordt de candidaatstelling door ten minste 3 kiezers vereischt. Voor de a didaatatelliog voor de Provinciale •Staten worct voor alle kiesdistricten van min er dan 2000 kiezers het getal van ten minste V*o der kiez.rs vereischt. Als dag der gewone verkiezingen wordt nu, evenals voor de verkiezing voor de Tweede Kamer, ook voor oie- voor de Provinciale Staten en voor den gemeenteraad de eerste Dinsdag der maand Juni voorgesteld. Dat op die wijze de verkiezingen voor de verschillende vertegenwoordigende lichamen kunnen samenvallen, levert geen bezwaar op, omdat, volgens het voorstel der Regeering, de dag der verkiezing slechts is de dag van de inlevering der namen van de candi daten, waarover zal gestemd worden. Deze 8temming zelve heeft later plaats. In de gemeenten, waar tegen het samen vallen van de dagen van stemming of herstemming voor de verschillende licha men bezwaar zou kunnen bestaan, kunnen de gemeentebesturen daarvoor verschillende dagen aanwezen. Aau het diner, door den Duitschen ge zant by ons Hof, baron Yon den Brincken, gisteren in het „Hótel des Indes" te 's Graven hage den commandant en officieren van het Duitscbe opleidingsvaartuig „Storch" aange- 'ooJen, hebben, behalve dezen, deelgenomen de prediker en de doctor, op dat vaartuig geplaatst, benevens do gezantschapsraad van Duitschland, den heer Yon Schlözer, de Duit- sche consul generaal te Amsterdam en de consul van dat Rijk te Rotterdam. Te tien uren was de maaltijd geëindigd en keerden de Duitsche officieren naar Rotterdam teiug. Ds. Valk, predikant by de Gereformeerde Gemeente A te Scheveningen, heeft bedankt voor het beroep naar Maassluis. Door de heeren W. Hovy, G. C. Harren steyn, H. Koekoek en B. J. Lindeboom, t9 Amsterdam, is het plan gevormd tot oprich ting eener Christelijke Hoogere Burgerschool. Om tot de uitvoering van dit plan te gera ken, worden alle leeraren, die beslist op den bodem der onfeilbaarheid en onaantastbaar heid van Gods Wourd staan, de bevoegdheid hebben tot het geven van M. U. O., en die zich geroepen gevoelen hunne krachten aan zulk eene school te wijden, uitgenoodigd zich bi) een dezer heeren aan te melden. Hieruit zal moeten blijken of er genoeg zulke leeraren zyn. Verder zal beslist moeten worden waar de school dient gevestigd te worden. Amsterdam zou daarvoor de ge schiktste plaats zijn of het zou overweging verdienen om aan het Gymnasium te Zetten zulk eene Hoogere Burgerschool te verbinden. Als er 60 leerlingen kwamen, zou het schoolgeld ongeveer ƒ450 per jaar moeten bedragen. Donderdag herdacht de heer C. F. Steil- wag, pred. bij de Ev. Luth. gem. te Deven ter, die nu naar Wildervank beroepen is, zijne 25 jarige ambtsvervulling, bij welke gelegen heid by vele b'^yzen van sympathie ontving. Aan de armen zyner gemeente deed hy een uitdeeling van levensmiddelen en brandstoffen. Nu de permanente haven-commissie te Oosterend aan den Minister van Waterstaat een project voor eene nieuwe haven heeft aangeboden, dat 125,000 zal moeten kosten of ƒ50,000 minder dan het plan, in het vorig jaar aan do regeering overgelegd, be sloot de gemeenteraad van Texel adressen van adhae8ie te zenden aan den genoemden minister en ook aan de Provinciale Staten van Noord-Holland. Het stoomschip „Borneo", van Batavia naar Rotterdam, is 12 Maai t Perim gepasseerd de „Bromo," van Rotterdam naar Batavia, vertrok 12 Maart van Marseille; de „Merapi" arriveerde 12 Maart van Rotterdam te Batavia; de „Bundesrath", van Hamburg en Amstcr dam naar Oo-.t-Afrika, is 12 Maart van Napels vertrokken; de „Schiedam", van Nieuw York naar Amsterdam, passeerde 13 Maart Praw- lepoint; de „General," van O.-Afrika naar Ylissingen en Hamburg, is 11 Maart te Marseille aangekomen; de „Kaiser", van Durban naar Hamburg, passeerde 12 Maart Ouessant; de „Maasdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, is 12 Maart Prawlepoint gepasseerd; de „Admiral" vertrok 10 Maart van Mozambique naar Rotterdam en Hamburg; de „Maasdam", van Rotterdam naar Nieuw- York, passeerde 12 Maan Lizard; de „Kanzier" arriveerde 11 Maart van Hamburg en Amster dam te Dar es Salaamde „Oengaran," van Batavia naar Rotterdam, vertrok 11 Maart van Marseille; de „Prins Willem Hl" vertrok 12 Maart van Amsterdam naar West-Indiö; de „Reichstag" vertrok 10 Maart van Durban via Zanzibar naar Hamburg. Het StudeutentooneoL Telken jare, wanneer de Leidsche Muzen zonen zich aangorden om hun plechtig offer aan Thalia te brengen, biedt onze schouw burgzaal een aanblik, zóó verrassend, zóó tekooriyk, dat men haast den wensch uiten zou: „Och, was het maar altyd zool" Maar neen, dat zou alweer niet goed zyn, omdat dan de aardigheid er zoo spoeoig af zou wezen; een dergelyko aanolik moet eene uitzondering blyven, dan weten wy immers dauelyk by het aanschouwen van die zeloxaam gevulde zaal: „Wy zyn heden weer do gasten der studenten en waar die de Leidsche burgers uitooojigen, daar is het goed, daar is het gezellig." Al is het publiek nog zoo talryk (en dit het zoo was, vraagt het aan allen, die er geweest zyn en ze zullen u vertellen hoe vol het op alle rangen en banken was), toch is het een besloten gezelschap en dit juist geeft het eigenaardige cachet aan die uitvoeringen. Allen zyn de genoodigden van éénzelfde corporatie, een zekere onderlinge band houdt al die gasten te zamen, men komt om te zian, te hooren en daarna te dansen. Het is oen partytje, een „avondje" in het groot. Den vooravond, die anders met een praatje, wat muziek, een partytje en soms een voordrachtje gevuld wordt, zien wy hier ingenomen door een comedie-voorstelling in optima forma op een echt tooneel, met echte decors; en geen werk van rederykers of zoo iets, maar een flink, groot stuk, dat door vele mannen en vrouwen van het vak ai gespeeld is, en nog wel met heusche dames er by. Ja, die dames l Is het niet om te water tanden en om de dagen van voorheen te be jammeren, toen óók de Leidsche studenten comedie speelden, maar, helaas, zonder dames of met nagemaakte! Och. och, wat een dames kwamen er toen somtyds voor het voetlicht, het was om van te yzen! Gelukkig degenen, die thans dat voorrecht smaken, ze moeten zich met meer gemak in hunne rollen bewegen, zich beter thuis gevoelen op het tooneel in dat onvervalschte gezelschap, zy moeten met meer gloed en overtuiging kunnen spelen. Wat zou zoo'n avondje ook wezen zonder dames? Nietwaar, zy brengen de kleuren en geuren aan, zy brengen licht en vrooiykheid, warmte en schittering 1 Reeds by den aanvang merkt men het overal, dat er eene feest stemming heerscht, die stygt naarmate de tyd verstrykt. Dat het laat wordt op zoo'n party, wie is er, die het niet van te voren weet? Dat hoort immers zoo'n beetje by het genoegen. En als in het nachtelyk uur een verslaggever een enkel woord van dank op het papier stelt, ruischt daar in de geïmproviseerde balzaal de muziek nog, de lieve voötjes trippeLn, de studie- en andere beenen bewegen zich vlug, men danst, men geniet en bespreekt nog in vele waardeerende woorden alles wat dien avond aan de bewonderende blikken van het publiek vertoond is. Van critiek is daarby natuuriyk geen sprake; het gaat niet aan zyne gastheeren in het huis, waarin ze ons 8ameniiepen, te beoordeelen. Hoeveel te minder recht hebben wy clan het in 't openbaar te doen. Blaam hoort hier niet ter plaatse. Maar wil men absoluut weten hoe oe uit voering geweest is, welnu, vraagt het aan die velen, die door hun langdurig en welge meend applaus de ondubbelzinriigste blyken van bewondering heoben gegeven, wendt u vooral tot de Leidsche bloemisten en ge zult bet hooren hoe druk die bet hebben gehad. Met vroolyke drukte, by wyien ln amicale ver warring werden de kransen zonder tal, de fraaie bloemenkorven opgedragen en aangeooden, terwyl een aanhoudend gejuich by voortduring bewees hoezeer die huldebiyken in den geest van het publiek vielen. Opgewekt en vroolyk is ook deze avond weer voorbygegaan, by zeer velen zal hy nog Lng in dankbaar aandenken blyven. Het orkest, beter en zorgvuldiger bezet dan ge- woonlyk, voerde aantrekke^yke marschen en walsen uit, een uitstekend mildel ora op te wekken ten dans. Eén ding slechts is te be jammeren, nl. dat uit den aard der zaak de dames, die meespelen, zoo spoedig door anderen vervangen moeten worden. Evenwel, men begrypt het en moet er zich dus by i eerleggen. Toch mogen wy ten slotte een gelukwensch niet onderdrukken en wel met de goede kan sen, die in dit opzicht de Studententooneel- vereeniging dit jaar gehad heeft. De drie dames toch, die ditmaal hunne medewerking ver leenden, kunnen er van overtuigd zyn dat hun optreden met warme erkenteiykbeid is begroet, en zoo het aan ons stond, wy zouden by de prachtige bloemgeschenken, die reeds zyn geschonken, gaarne als eenvoudige, maar welgemeende hulde, nog een enkele bloem leggen aan de voeten van haar, die zoo aaruig treurde om baren Gabriöl. De tyd spoedt voort en na deze acteurs zullen anderen komenmoge voor hen een even groot succes zyn weggelegd als deze dilettant-tooneel8peler8 hebben weten te be halen I v. B. TWEEDE EASIER. Jachtwet. By het sectie-onderzoek van het wetsont werp tot wyziging en aanvulling van eenige bepalingen der wet tot regeling der jacht en visschery werd van verschillende zyden de opmerking gemaakt, dat de voorgestelde wyzi ging een tameiyk onbeduidend karakter draagt, terwyi men eene algemeen© herziening zeer wenscheiyk achtte. Uit vrees, dat deze op den achtergrond zou geraken, verklaarden eDkele leden zelfs niet te willen medewerken tot kleine partieel© verbeteringen, gelyk er thans een wordt vooi gesteld. Voorts vroeg men of thans door den Minister nog wordt onderschreven de vroeger door hem afgelegde verklaring, dat hy zeer geneigd is mede te werken tot vermindering van na doelen, die uit de tegenwoordige jachtwet voortvloeien. Nogmaals werd ontwikkeld en aanbevolen het denkbeeld, om de bepalingen omtrent de jacht en die omtreQt de visschery niet langer in één wet te vereenigen. De weDscbelykbeid, om strengere bepalingen tot instandhouding der kleine visschery in de wet op te nemen, kwam ter sprake. In het belang der bezitters van eenden kooien drongen veleo aan op het verbod van het jagen op en het schieten van waterwild in de territoriale watoren en in de buiten wateren des Ryk8 zonder machtiging van den Minister. Velen waren teleurgesteld doordien eene zoodanige verbodsbepaling nu niet is voor gesteld, terwyi anderen daarvoor met d6n Minister een afzonderlijk wetsontwerp noodig achtten, hoewel ook deze leden de vertraging niet gerechtvaardigd oordeelden. Van éóno zyde werd het billyk geacht, de houders van eendenkooien van de verplichttng eene jacht akte te nemen vry te stellen. Enkele |leden betreurden dit de handel tl kievitten door de nu voorgesteldo wet zal bemoeilykt worden, omdat die handel vooi velen in het noorden des lands niet onaan zienlijke verdiensten oplevert, doch de denk. Hy begreep dat bespotteiyk maken niet altyd het meest doeltreffende wapen was tegen een oprechte liefde en hy meende iets te weten, dat veel scherper wondde. Na zyn zoon geduldig aangehoord te hebben, wonsebte hy nog eens over de zaak na te denken, en Maurice waande reeds alles ge wonnen te hebben. Hy had zich naar zyn kamer begeven eo wachtte daar vol hoop tot zyn vader hem zou laten roepen. Swainson was toen weer aan het berekenen gegaan en had gezien dat het jaar, dat acuter hem lag, buitengewoon voordeelig was geweest, tot hy gestoord was geworden door het aan dienen vaD Langley. Hy wilde nu, zooals hy het schertsend uit drukte (want inderdaad, Swainson schertste somtyds, hoewel nooit aangenaam) twee vliegen in één klap slaan en nu bereidde hy zich al handenwryvend voor tot die genoeglyke taak. n. De eerste vlieg, waarvoor do hand reeds opgeheven waa, die hem vermorzelen zou was Maurice, die de kamer binnentrad. Met geheime vreugde verheugde Swainson zich reeds op betgeen komen zou. Nogmaals liet hy Maurice zyn geheele liefdesgeschiedenis vertellen, alleen om het genot, de executie zoo lang hy wilde te kunnen verschuiven. Maurice behoefde hiertoe niet aangemaand te worden. „Hm, hm, hm," bromde Swainson, niet ongeiyk aan het geluid van een wesp, die om zyn slachtoffer heen gonst en het meest kwetsbare plekje uitzoekt, waar hy zeker weet, dat de angel do meeste pyn zal ver oorzaken. En zyt gy er zeker van, dat ge dit meisje lief hebt?" „O, heel zeker, ik geloof, dat ik haar altyd heb liefgehad." „En dat is al heel lang, als men terug kan zien op zulk een lang leven als het uwe; hm, hm, hm," merkte Swainson hoonend op. „En weet gy zeker, dat het meisje uwe liefde beantwoordt?" Madge? O, daar ben ik by na zeker van, ik wacht slechts op uw belofte om er geheel zeker van te worden." „En wat zyn haar vooruitzichten?" „Haar vooruitzichten, hoe bedoelt gy? Wat zyn de vooruitzicbten van een ongefortuneerd meisje? De arme Madge moet geheel voor zichzelf zorgen; denk eens, vader, wat dat wil zeggen, voor een meisje, dat niet sterk is en vroeger betere dagen gekend heeft en in weelde is opgevoed." „Gemis aan voorzorg is volgens myn iDzien even schuldig als een moord." „Maar, vader „Nu, noem het zooals gy wilt, Ik biyf het gemis aan voorzorg noemen." „Men kan niet altyd aannemen dat onge lukkig zyu in zaken eigen schuld is; wie weet hoe het ons nog eens tegenloopt 1" „Wy zullen, hoop ik, op aüe« gewapend zyn en zooveel mogeiyk trachten voorbereid te wezen op omstandigheden, die gebeuren kunnen." Maurice knikte toestemmend. „Laat ons nu nog eens nagaan, hoe de zaak eigeniyk staat: Gy wiii dit meisje trouwen „Ja," „En gy gelooft, dat zy ongefortuneerd is?" „Ja." „Hm, hm, hm; dat zyn dus haar vooruit zichten, maar nu de uwe." Maurice keek zyn vader aan; verwon dering en verontwaardiging sprak uit dien blik. Hy wa9 geheel afhankeiyk van zyn vader; vyfhonderd pond, die xyn moedor hem had nagelaten, maakte xyn geheelen rysdom uit. Intyds bedacht hy zich, toen hy haastig een onvriendelyk antwoord wilde geven en zich geweld aandoende om kalm te blyven, zeide by: ,U zult beter met myn vooruitzichten bekend zyn dan ik, vader; ik heb my met die ge dachte nooit veel beziggehouden." „Ik was geheel vergeten, dat er beneden in de ontvangkamer een bezoeker zit te wachten; bet geduld van dien man zal wel ten einde zyn." Swainson haalde zyn horloge uit en na dit geraadpleegd te hebben, begon hy weder met zyn pennebouder te balanceeren. Maurice dacht, dat zyn vader het gesprek op een ander onderwerp zou breDgen. „Geef my nu aDtwoord, vader." „Zoodra myn bezoeker vertrokken is, zal ik u antwoorden; gy weet zeker wie hy is?" „Neen," antwoordde Maurice verbaasd. „Nu, blyf dan hier, dan kunt ge e©d8 kennis met hem maken." Swainson drukte op de schel en het dienst meisje verscheen. „Laat dien heer boven, Jane." Spoedig daarop verscheen de bezoeker in het gat van de deur, die Jane voor hem openhield. Toen de heer Langley zag, dat er een derde persoon in de kamer was, bleef hy aarzelend staan. Zyn gelaat was bleek en duiaeiyk stoaden de sporen van veel lyden en veel zorg er op afgedrukt. By de slapen was zyn haar geheel wit en de zwarte baard begon reeds sterk te gryzen. Zyn gestalte gaf den indruk van buitengewone lichaams kracht, hoewel de schouders eenigszins ge bogen waren. Verbaasd keek Maurice den bezoeker aan en by zag van zyn vader naar Langley en van dezen weer naar zyn vader, als wachtend op een verklaring van dit ongewoon bezoek. Op bet eene gelaat las hy geen enkele aan doening en op het andere die van verlegenheid en schaamte. „Het spyt my, dat ik u moest laten wach ten, mynheer Langley, maar ik bad ernstige zaken met n.yn zoon te bespreken, dingen van veel belang. Wellicht herinnert ge u hem nog?" „O, ja, hoewel hy heelwat langer en zwaarder is geworden sinds dien tyd. Gy waart niet booger dan zoó, Maurice." Met zyn baud wees hy ter hoogte van de tafel. „En altyd bezig met guitenstreken, niot- waar mynueer Swainson?" „Ik heb zooveel auaere dingen gehad om my mede bezig te houden," antwooidde de aangesprokene op een toon van meerderheid „dat ik zulke kleinigheden waarlyk niet he' onthouden. Kinderaardighedeu vind ik nu juis' niet erg belangryk of amusant." De beer Langley keek verlegen voor zich en Maurice, die dit opmerkte, zeide, als orr het onaangenaam gezegde van zyn vader goed te maken: pIit geloof, dat u gelyk hebt, maar die t en zyn al zoo lang geleden, dat ik er my niot veel meer van htnnner; wel weet ik, dat ik altyd gaarne by u kwam Swainson werd toevallig overvallen door een geweldige boestbui. „Ja, dat was een gelukkige tyd," ging Maurice voort, die zich niet zoo spoedig var de wys liet brengen. „Behalve, toen gy op zekeren avond ver loren waart; dat was zekei geen gelukkig dag, nietwaar, mynheer Swainson?" Deze was eenter te verdiept in het be schouwen van het plafond, om te kunnen antwoorden. (Wordt vervolgd,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1