N*. 11050. Dinsdag 3IaarL A 1896 geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 2 Mairt. Feuilleton. Naar Friedrichsruli! LEIDSCH DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommera 1 1.40. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. De commissie van do Kweekschool voor Bewaarsehoolhouderessen alhier heeft, na ge houden examen, ten overstaan van de school commissie en den burgemeester, de hoofdakte voor bewaarschoolhouderes uitgereikt aan de dames Sophie Goedkoop, te Bussum, Trijntje Cupéri, te Leeuwarden, Alida Boon, te Monni kendam, Roelofje Lambert, te Leeuwarden, en Aagje Ingeneeger, te Leiden. In de morgengodsdienstoefening in de Pieterskerk alhier herdacht ds. G. Van Her waarden, predikant by de Ned.-Herv. gem., gisteren zijn vijf en-twintig jarige evangelie bediening. Hjj hield eeno rede naar aanltiding van Joh. 14 vers 27 (eerste gedeelte). De talrijke schare zong hem by het eindigen van den dienst Psalm 134 vers 3 toe. Uit Delft, de vorige standplaats van ds. Van Herwaarden, waren eenige belangstellen den naar hier gekomen, om van deze plechtige gedachtenisviering getuigen te zijn. Blijkens achterstaande advertentie is de lozing van dr. Schaepman in de Leidsche afdeeling van den Bond van Nederlandsche onderwijzers uitgesteld tot "Woensdag 11 Maart a. s. De ledenvergadering der Leidsche Ver zekeringsmaatschappij tegen invaliditeit en ongelukken der werklieden was goed bezocht. De aan de orde zijnde voorwaarden en tarieven werden besproken en goedgekeurd. In plaats van den heer J. Van Dam werd als bestuurslid gekozon do hoer C. ft. Van Ruyven. Uit de mededeelingen van den voorzitter bleek dat de nieuwe maatschappij zich in aller sympathie mag verheugen, daar zy nu reeds ver over de honderd loden telt en reeds een bedrag van f 200,000 verzekerd heeft. Het gebeurt niet dikwijls, dat hier op Zondag avond komedie wordt gogeven, althans in den schouwburg aan de Oude Vest. Aan andere gelegenheden om uit te gaan ontbreekt het dan ook niet voor zekere rangen in de maatschappij. Dat niettemin de tegen gister avond aangekondigde voorstelling in den schouwburg velen welkom was, toonde de vrij goede opkomst, behalve die der loge- bezoekers, en dat nog wel terwijl op het op tredende gezelschap grootendoels het „onbe kend maakt onbemind" kon worden toe gepast, want de koninklijk goedgekeurde Nederlandsche Tooneelvereeniging van Amster dam onder directie van den heer L. H. Chrispyn was hier nog niet op de planken verschonen. Ook de keuze van het stuk, „De kleine Lord", tooneelspel in drie bedrijven, naar het Eogelsch van F. Hudson Burnett vertaald door P. Deka, met regie van den directeur zeiven, had ongetwijfeld tot die belangstelling medegewerkt, want de vroegere voorstellingen daarvan door de vereeniging „Het Noderlandsch Tooneel" hadden oen besten indruk achter gelaten. Werden toen de hoofdrollen vervuld door den heer Frits Bouwmeester en de jonge juffrouw Stoete, thans waren ze in handen van den heer Van Kuyk als de oude, brom. merige, jichtriige graaf Dorincourt en de jonge juffrouw S. De Boer als zijn kleinzoon Cedric Eriol, die door zijn lieftalligheid een geheelen ommekeer in het karakter van zijn grootvader, die zelfs zijn door hem beminde moeder eerst niet wilde zien, wist teweeg te brengen. Al was de heer Van ICuyk geen Bouw meester, zoo speelde hy zijn rol toch ver dienstelijk en omtrent de jongejuffrouw De Boer zullen velen zeer zeker met verwondering en verbazing vervuld zyn geworden, dat een jong kind reeds zulk een omvangrijke rol als de hare kon vervullen, en wel op eene wijze zooals zy dit deed; immers, zy toonde meestal zoo duidelijk dat wat zij zeide ook begreep. Byna den geheelen avond was zij op de planken en boeide zy de aandacht van het publiek, dat bij herhaling van zijne tevredenheid blyk gaf en waaronder ook de jeugd vertegenwoor digd was, welke eveneens dikwijls hare tevre denheid ten opzichte van de kleine actrice deed merken. De overige optredenden vervulden hunne rollen insgelijks op bevredigende wyze, van wie we o a. noemen mej. Mulder als de liefhebbende moeder van den tot lord ver heven jeugdigen Cedric Errol; mevrouw De Boer Yan Ryk in bet eerste bedrijf bij mevr. Errol als zy het spelen van den kleine buiten gadeslaan; den heer Chrispijn, die als de gemoedelijke advocaat Havisham voor de rechten der miskende weduwe van des ouden graven zoon in de bres springt, en den heer Van Westerhoven, die als kruidenier tot het welslagen van het geheel ook goed mede werkte. Het gezelschap heeft een gunstigen indruk gemaakt en het zou niet te verwonderen zyn, als, na deze kennismaking, by een weder optreden er van, de schouwburg nog beter zou bezet z\jn. De uitslag der gehouden aanbesteding door de firma Jan Zuurdeeg Zoon, onder beheer van den architect den heer W. F. Van der Heyden, wegens het maken van een ketelhuis met bemetseling van twee stoom ketels en daarmede in verband staande wer ken, is dat waren ingekomen 5 biljetten, van d9 volgende heeren: J. De Kier, te Leiden, ƒ5300, W. Splinter, alhier, ƒ5276, D. Koore man, alhier, ƒ4990, A. Smittenaar, te Leider dorp, 4555, en W. Van der Hoogt, te Leiden, ƒ4551. Het werk U gegund aan den laagsten inschryver. Voor het examen nuttige handwerken zyn gesLagd de dames: M. W. H. Ten Holdeu en M J. A. Aewerdonk, uit Leiden; C. Dülle- mans, uit Zoeterwoude. Geslaagd is voor de 2de kl. der R. N. S. T. J. Gerth Van Wijk, leerling van het Instituut „Wullings" te Voorschoten. Men schryft onsDe afdeeling van „Patri monium" te Oude Wetering vierde haar 10de jaarfeest. Als spreker trad voor haar op dr. Kimmel, met het onderwerp: „De natuur kunde van den mensek." Op populaire wijze deelde hy mede: de voeding, spysvertering, bloedvorming, adem haling en werking dier organen, waardoor de mensch leeft en ontwikkelt. Met het oog op den tyd, die voor deze lezing beschikbaar was, kon spreker de werking van de zuur-, kool-, water- en stikstof en koolzuur op het menschelyk lichaam niet volledig uitwerken, om het den hoorders gemakkelyk te doen begrypen. Het nafeest werd recht huishoudelyk en aangenaam gevierd. Begin en einde gingen by „Patrimonium" met gebed en dankzegging gepaard, in haar gewone vergaderlokaal. De bond van besturen en onderwyzers van Chr. Scholen „Oude-Wetering en Omstreken" vergaderde in het Gerof. Kerkgebouw te Lei- muiden. De vergadering was goed bezocht en werd door ds. Van der Voet met gebed geopend. Sprekers waren de heeren Pranger, onderwyzer, en Bontje, hoofd der Chr. school te Oude-Wetering. De eerste behandelde het ondorwerp: „De Chr. school en het godsd. onderwys" de heer Bontje: „De Chr. school een eisch Gods". Aandachtig aangehoord, werd uiteengezet wie van dat onderwys gebruik moeten maken en wie niet, en verband gebracht tusschen huisgezin, school en catechisatie, om ten slotte tot aansluiting by den Chr. Schoolbond aan te sporen. Op uitnoodiging van het bestuur der Chr. school te Oude Wetering, zal de heer Boon, van Wilnis, Donderdag avond optreden in het Geref. Kerkgebouw, met eene rede tot opwek king voor Chr. onderwys. In het Raadsverslag van Woubrugge moest nog vermeld worden dat ook het voor stel van B. en Ws. in zake het verzoek van dr. Van Deventer door den Raad zonder hoofdelijke stemming word goedgekeurd. Gedurende de maand Februari werd ten postkantore te Warmond in de Rykspost- spaarbank ingelegd ƒ2569, verdeeld over 93 inlagen. Terugbetaald werd er 1195, verdeeld over 17 terugbetalingen. Van af 1 Januari werden 40 nieuwe spaar bankboekjes afgegeven; in 't geheel zyn er thans 683 boekjes te Warmond in omloop. Aan het Rykstelephoonkantoor te Warmond werden gedurende de maand Februari wederom 49 telegrammen behandeld. Van af den dag der oprichting van genoemd kantoor, d. i. 17 October jl., is nog nooit storing op den draad Warmond-Noordwyk waargenomen. Door dykgraaf en hoogheemraden van Rynland zyn aanbesteed: I. Het eenjarig onderhoud van sluizen, bruggen, enz. in 9 perceelen. Gegund werden de navolgende werken aan de na te noemen inschry vers, voor de sommen achter hunne namen vermeld, t. w.: lste perceel. Gouwe sluis en wachters- woning, Ph. Stopper, te Alfen, 195; 2de perceel. Zwi.tersluis in den Weipoort- schen Vliet, A. Verver, te Leiderdorp, 42; 3de perceel. 's-Molenaarsbrug en woning, C. Pannevis, te Oudshoorn, ƒ930; 4de perceel. Zwammerdamsche brug en woning, W. Boot, te Zwammerdam, ƒ159; 5de perceel. Bruggen over een sluisje naast het kanaal te Alfen, C. Pannevis, te Ouds- hporn, 44; 6de perceel. Gebouw voor waarnemingen te Oude Wetering en telegraaflijn tusschen Oude-Wttering en Roelof-Arendsveen, C. Zoet, te Oude-Wetering, 156; 7de perceel. Sluizen in de Room- en Meer- burgerwatering, A. Verver, te Leiderdorp, 41 8ste perceel. Bruggen over de Leidsche Vaart by Rynsaterwoude en Langeraar, G. Reyneveld, te Rynsaterwoude, 50; 9do perceel. Brug over den Ryn tusschen Alfen en Aarlanderveen, C. Pannevis, te Ouds hoorn, 155. II. Levering van houtwaren in 5 perceelen lste perceel. A. Van Dam, te Nederlang- broek, 953 2de perceel. J. Dekker Jzn., te Westzaan, ƒ503 91; 3-.0 perceel. C. Van der Torren Jzn., te Waddingsveen, 73.75; 4de perceel. Dezelfde, ƒ808; 5de perceel. L. Eindhoven, te Zwolle, 428.80. III. Levering van dyk- en wegmaterialen en metselsteen in 7 perceelen: lste perceel. Van Koppenhagen Co., Utrecht, ƒ488.40; 2de perceel. H. W. De Vries, te Haarlem- merliede, ƒ748; 3de perceel. Niet gegund. 4de perceel. F. J. Swots, to Hardingsveld, 222.50; 5de perceel. P. Van Vliet Wzn., te Leiden, ƒ139; 6de perceel. Van Koppenhagen Co Utrecht, ƒ161; 7de perceel. G. Jonkman, te Leimuiden, ƒ133.90. De wis- en natuurkundige afdeeling van de Koninklijke Academie van Wetenschappen vergaderde onder voorzitterschap van prof. Van de Sande Bakhuyzen, die aan hot begin der vergadering eenige belangrijke mededee lingen deed, o. a. van de ontvangst van eene merkwaardige zending wolken-phofograpbieën, in de tropen opgenomen, welke photo's ter circulatie onder de loden gegeven worden. Van het departement van justitie is een schryven ingekomen, waariy instemming be tuigd wordt met het plan van het bestuur, om de commissie uit het instituut, benoemd in zake de gehoorigheid in de gevangenissen, in directe verbinding met den minister te doen treden Het ministerie van binnenlandsche zaktn vraagt by missive advies aan de academie in zake het volgende: Curatoren van de Leidsche universiteit vragen verlof om in het natuurkundig laboratorium samengeperst gas en door samenpersing vloeibaar gemaakt gas te mogen gebruiken Dit verzoek is ingevolge de wet van 2 Juni 1895 aan B. en Ws. van Leiden ter inzage ge zonden, welk college belangryke bezwaren opperde tegen de inwilliging. Op deze bezwaren antwoordt de hoogleeraar directeur in een nota aan H. M. de Koningin-Regentes. De minister van binnenlandsche zaken vraagt thans aan de academie of zy het verzoek voor inwilliging vatbaar acht, en zoo niet, welke be perkende bepalingen men zou moeten vast stellen. De voorzitter stelde voor, de zaak in handen eener commissie te stellen, welk voorstel aangenomen werd. D.rn leden Van der Waals, Lely, Korteweg en Hoogowerff verzocht de voorzitter, de commissie te willen vormen. De vier heeren verklaarden zich onmiddeliyk bereid, nadat de voorzitter er nog op gewezen had, dat het uit te brengen advies niet alleei voor dit byzonder geval, maar ook principiëel van belang is. Nadat alle ingekomen stukken afgehan el 1 waren, nam prof. W. F. R. Suringar (van Leiden) het woord naar aanleiding van een uit het eiland St.-Martin ontvangen collectie melocacti communes. Omtrent de ontvangen exemplaren moest spr. tot zyn leedwezen meedeelen, dat zy alle stervende zyn, en zyn hoop eenige er van opnieuw te zien bloeien, dus ydel gebleken is. Toch waren zy by aankomst gelukkig nog in een toestand om gephotographeerd en be studeerd te worden. Spr. deelde hieromtrent het een en ander mede. Vervolgens deden nog eenige andere leden korte mededeelingen van wetenschappelyken aard en ten slotte nam prof. Oudemans, van Amsterdam, het woord, ten einde der verga dering mede te deelen, dat het voor het laatst is, dat hy de functie van secretaris vervult. Spr. heeft wegens zyn bereikten zeventig jarigen ouderdom zyn ambt van hoogleeraar moeten neerleggen en heeft besloten Amster dam metterwoon te verlaten. Hy wordt dus vanzelf van werkend lid rustend, zoodat de afdeeling een nieuwen secretaris zal moeten benoemen. De voorzitter betreurde het, dat de heer Oudemans zyne functie zal moeten neerleg gen. Men is echter genoodzaakt er zich by neer te leggen en spr. zal de heeren byeen- roepen tot het doen van eene keuzo. Een goede bekende in den Nederland- schen boekhandel vierde gisteren feest: de heer H. A. M. Roelants, te Schiedam, her dacht zyn 50 jarige werkzaamheid als boek handelaar en uitgever. In 1827 te Schiedam geboren, kwam hy op 12 jarigen leeftijd by een boekhandelaar in de leer; toen hy negentien jaar was, be gon hy een eigen zaak. Zeer bescheiden moest hy beginnen, alleen als boekhandelaar, maar al na drie jaar mocht hy den winkel in een hem t09behoorend huis overbrengen, en kor ten tyd dairna richtte hy een drukkery op, welke hy door rustelooze werkzaamheid en door een buitengewoon succes als "uitgever tot eene hoogte heeft gebracht, als waarop maar weinige inrichtingen zich thans kunnen beroemen. De drukkery, hoe klein begonnen, is er eene van grooton omvang en die veel wel vaart brengt in Schiedam, waar de eigenaar, sedert tal van jtren lid van den Raad, in zeer hoog aanzien staat. Benoemd is tot leeraar in wiskunde en lynteekenen aan de H. B. School en Burger avondschool, tevens directeur van laatstge- melde inrichting te Gorkum, de heer F. J. Vaes, als zoodanig tydeiyk werkzaam. Keulens botoekenis als oude historische stad in het licht stellend, besprak hij den lanqzamen achteruitgang gedurende deFran- Bche heerschappij en het herleven onder Pruisena leiding, met name na de slechting der wallen. Oberbürgomeister Becker kon hier de opmerking maken, dat Keulen juist aan den vorst do ontmanteling voor een goed deel te danken had. Do vorst gaf daarop als zijn meening te kennen, dat bij een tegen stander was van vestingen in dien zin, dat zij licht te veel weermiddelen op één punt concentreerden. Keulen had met de Rijnlanden de lasten dor grensverdediging lang moeten dragen. Nu was door het resultaat van den oorlog van 1870 deze verdedigingsgordel meer naar het westen verschoven. In de laatste 300 jiar, zeide Bismarck, hebben wjj telkens aanvallen van onze naburen moeten ver duren, en de oorlog van 1870 heeft er toe moeten leiden, de beide provincies Elzas- Lotharingen tot beveiliging der grens te nemen. Of de bevolking zich direct heeft kunnen verzoenen met de veranderde ver- houdingen, was naast deze politieke nood zakelijkheid der annexatie van minder belang. De Franschen hebben in het begin dezer eeuw er verd.diging van Hamburg meedoogonloos de in het verdedigingsdistrict liggende huizen rornield, zonder te vragen, wat de eigenaars er van zouden zeggen. Op ons bezoek terug komend, zeide de vorst, dat het hem ver heugde, in de hem te beurt vallende groote eer ook de meening van Keulen te her kennen, dat het met de nieuwe toestanden tevreden is. Onder de toespraak bracht de vorst de hand schynbaar onwillekeurig herhaaldeiyk aan de pyniyke plaats in het gezicht. Zyn houding evenwel verraadde geen vermoeid heid. Een hem door zijn schoonzoon toe geschoven stoel gebruikte hy gedurende onze aanwezigheid eenige oogenblikken om er op te leunen; by zyn toespraak echter bleef hy vry staan. De beker werd daarop in alle byzonderheden bekeken en bewonderd, waarby het stadswapen nog tot enkele opmerkingen aanleiding gaf. Ook de lederen mappe, waarin het adres was gelegd, vond de waardeering van den vorst. Het adres zelf nam de vorst eveneens met groote belangstelling in ont vangst. Daarop verzocht de vorst zyn dochter den Oberbürgemei8ter naar tafel te geleiden; wy, overigen, volgden en namen in het midden van de voor 18 couverts gedekte tafel plaats. Het bloemgeschenk der stad Keulen, een op een lauwerkrans gebouwde, ongeveer 50 centi meter hooge kroon van gele rozen, was het middelpunt der tafel. Een ryk koud ontbyt gaf stof tot geanimeerde tafelgesprekken, waaraan de beminnelyke gemalin van graaf Wilhelm Bismarck met name levendig deel nam. De Brunswyksche en Lüneburger depu tatie was inmiddels door den vorst ontvangen. Na korten tyd verscheen de vorst, nam naast den Oberbürgomeister plaats en nam terstond levendig aan het onderhoud deel; het sprak vanzelf, dat hy, als hy sprak, een aandachtig luisterend auditorium vond. Hy bracht zyn laatste bezoek aan Keulen ter sprake, waar hy by het uitrukken ten oorlog aan het sta tion getuige was geweest van de groote geestdrift van het volk. Daarna sprak hy van den wynbouw in de Rynlanden en merkte op, dat in alle wyn- verbouwende landen de producent over 't ge heel zelf weinig verteert; alleen de Ryn maakt een uitzondering, daar gunt de wyu- boer zich zyn dronk. De Zwaben, vervolgde Bismarck, gaan zelfs zoo ver, dat zy niets uit voeren en hun product zelf verbruiken. By het vertrek van Keulen was ons door de beide firma's Leiden en Mumm medegedeeld, dat zy tot vulliDg van den beker byzonder edelen en ouden Rynwyn naar Friedrichsruh gezonden hadden. Toen nu de vorst zelf het edele nat in den fonkelenden beker goot en, over den grooten inhoud van den beker zich verwonderend, den wyn onderzoekend onder den neus hield, klaarde het vriendelyk gezicht op, en opstaande (wy volgden allen zyn voor beeld), bracht hy op geestige wyze een toost op de stad Keulen uit, terwyi hy de mede verschenen Brunswyksche deputatie vriende lyk in den toost als gemeenschappeiyke Noord- Duitsche stambroeders bedacht. De heerlyke wyn smaakte hem uitstekend, en op zyn verzoek deed de beker de ronde, om door hem weer nieuw gevuld den terugweg om de geheele tafel opnieuw te maken. Of de stemming er toe meewerkte, of hoe het kwam van den tic douloureux (zooals do vorst de pyn noemde) was later niets meer te be- morkon. Kort daarna werd hem zyn lange pyp ge bracht en met den lucifer van Bismarcksch kaliber (ongeveer 1 cM. breed) word het rook- offer aangestoken. Onder zware rookwolken praatte de vorst nog wat, tot ook eonigo gasten als deputatie van Laoenburg en Mëlln hun toespraak tot hem richtten en als ant woord van den vorst een geestige beschou wing over verdraagzaamheid van buren ont vingen. Met nauwe buren, die iemand op de tafel kyken, zeide Bismarck, in vrede te leveD, is een veel grootere verdienste dan met verre vrienden. Met de Keulenaars in conflict te komen, is byna niet mogeiyk. Het feit, dat onmiddeliyke buren vrede houden, en dat hy nu, behalve als buur, ook nog van rechts wege tot hen behoorde, was hem een kost baar bewustzyn. Hierna namen wy afscheid, en by den afscheidsgroet van mijn bemin nelyke tafeldame vond ik gelegenheid te zeggeD, dat een Keulsche jonge dame nog met een ruiker aan de deur stond en zich gelukkig zou achten, als zy den vorst haar hulde kon brengen. Zoo kwam het, dat door tu88chenkomst van de dames Von Rantzau en Von Bismarck de Keulsche jonge dame en haar vriendin uit Bremen door den vorst ontvangen en haar bloemen kwyt werden, en wel tegen een pand, dat honderden haar zouden benyden. De vorst kuste beide dames op de wangen. Mot dit geïmproviseerd slot effect trokken wy, vol aangename herinne ringen, naar het park, bespraken de ontvangst en zonden de telegrammen over een heerlijk doorgebrachten dag de wereld in. De vroolyke stemming over de ontmoeting duurde nog voort, toen wy op Alsterlust ons avondet n gebruikten, vóór ons do door de ondergaande zon heeriyk beschenen watervlakte, waarop zeilbooten en zwanen voortgleden. Het hoofd onzer deputatie moest des avonds nog, wegens gewichtige stedelijke aangelegen heden, naar huis. Een ander lid der deputatie ging naar Beriyn, naar de vergadering van geneeskundigen, maar kwam in Kiel weer by ons, om hot Noord Oostzeekanaal mode te bezichtigen. "Wy tweeën, die overbleven, met de dames, gebruikten den volgenden dag met Hamburgs haven door te varen, het uit stekende museum voor kunstoyverheid en dat voor natuurlyke historie te bezichtigen. De rangschikking in bet laatste is zeer indruk wekkend by het binnentreden. Het geheele gebouw is een groote ruimte met verschil lende galerijen. Maar hoe schoon de eerste indruk dezer regeling ook is, toch springen de nadoelen er van spoedig in het oog. Eer stens de groote ruimtevorkwisting en in do tweede ^plaats de afbreuk, welke de geëxpo seerde, op zichzelf reusachtige voorwerpen (geraamten van walvisschen en dergeiyken) door de groote afmetingen van het gebouw lydon. De op zichzelf merkwaardige reuzon- dieren verliezen zich in de ruimte. Ook moet de verwarming groote moeilykbeden opleveren. (Slot volgt.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1