zy wil de bewtiztin tegenover Giülia niet uit hare handen geven. Doo ielyk haat zy die vrouw, z'y zou haar kunnen en willen worgen, maar het is de vrouw van Fabio, den be klagenswaardiger, onergdenkenden Fabio, die niets van dat alles weten mag, en Eugenia bljjft machteloos. Bitter verwijt zy haar man zijn gedrag, in gloeiende bewoordingen spreekt zij van hare liefde, baar smart, haar wanhoop. Dit schijnt op Alberto te werken, althans h(j vernedert zich voor baar en vraagt nogmaals v rgiff nis. Beiden zullen Milaan verl. ten en buiten afl-.-i.1ing c-n vergetelykheid gaan zoeken. Zy gaan, maar het leed der jonge vrouw vermindert niet. Alberto zoekt slechts ver giffenis, by spreekt slechts van zyne achting, doch nooit komt een woord van liefde voor Eugenia over zyne lippen. En toch, dat is het eenige wat zy zoekt, waarnaar zy vurig v rlangt. Vergiffenis, die hoeft zy, de vrouw, die liefheeft, al lang geschonken, maar zy wil nu ook zijne liefde, zijn hart. Nog drukt zoo die toestand op beiden als een vriend uit Milaan hunne eenzaamheid komt verstoren. Hy komt in opdracht van Giulia de brieven terugeischen, die zy aan Alberto geschreven heett. Brengt de bood schapper, Giampiero, ze niet mede, dan zal zij zelvo komen en een groot schandaal moet onverm0del|jjk volgen. Giampiero bezweert Alberto hem dio brieven te bezorgen, hy tracht hem van Giulia afkeerig te maken door deze in hare ware gedaante af te schil deren. Doch Alberto gelooft h»m niet, alles wat Giulia do-t, dient slechts om hem weer tot zich te halen. Toch zal hy trachten die brieven van Eugenia te krygen. Na lang bidden geeft zy aan Alberto's verzoek gehoor in de hoop daanoor haar man weer meer aan zich te verbinden en ook om der wille van Fabio. Doch nau-weiyks heeft Alberto de vurig verlangde stukken weer in zyn bezit of de kracht begeeft hem. Hy vo ft zich nu weer vry om tot Giulia terug te keeren, alle goeae voornemens blyken ydel te zyn geweest en n,i i-en korten stryd neemt hy, met de brieven, do vlucht. Hij gaat naar Milaan. Eugenia ont :ekt wat hy ge laan beeft en nu ten einde raad volgt zy Alberto met Giampiero en seint aan Fabio om ook te komen. Nog eenmaal, voor het laatst, tracht Giampiero Alberto, die voorgoed weg wil, tot betere gedachten to brengen; alles tevergeefs Eugenia beeft in den nacht aan Giulia geschreven en, te Milaan gekomen, ontvangt zy antwoord. Giulia doet afstand van Alberto, dien zy nooit, heeft liefgehad, zy heeft h-in sl cl -ts geh< or gegeven toen zy van Alberto vernam dat Fabio de minnaar was van Eugenia. Dio laagheid van Alberto is voor do vrouw te veel om fee drag n, een brief van Alberts, door Giulia ingealot-n, geeft haar hot bewys dat by briar nojit heeft liefgehad. Zy legt do ontvangen brieven op dezelfde plaats waar zy do brieven van Gi li.i a-n baar man ge vonden heeft, neemt een revolver en schiet zich in de borst. Allen snellen toe en Alberto smeekt van de stervende vergiffenis. Zy weyrert, zy sterlt om de geliefdon te scheiden en neemt het geheim voor Fabio mede in haar graf. Toch blyft zy tot haar laatsten snik de vrouw, die liefheeft, want met inspanning der uiterste krachten richt, zy nog hot hoofd op naar Alborto, die over haar gebogen ligt en geeft in oen kus op zyne lippen don guest. Van dit stuk had Leiden gisteravond de première. Zoo ooit, dan betreur ik het ditmaal dat de eischen der journalistiek meebrengen dat over een tooneelwerk, zoo pas opgevoerd, onmiddellyk een oordeel in het openbaar moet worden uitgesproken. By een stuk als dit toch is eon gezet overdenken, een herhaald beschou wen dringend noodig- om eenige zekerheid te erlangen dat onze beschouwingen niet. voorbarig, niet onjuist zyn. Dit stuk laat zich maar zoo ineens niet omvatten. Men zou er dagen over kunnen redetwisten, go- beele couranten over kunnen vullen. Dat wy dus slechts met schroom en bescheidenheid onzo opmerkingen in hot midden brengen, spreekt vanzelf. Er zijn fouten, die dadeiyk in het oog springen. Vooreerst het f«-ir, dat Giulli, over wie zooveel gesproken wordt, om wie alles wat geschiedt, zich beweegt, slechts als een naam ouzo ooren bereikt; zy zelve komt niet ten tooneole. Dat is technisch verkeerd. Hoe kunnen wy oordeelen over die bel.npryke figuur, die tweede hoofdpersoon zonder haar te zien, te hooren? Het karakter van Alberto is af hank lyk van dat van Giulia en nu moet men maar op goed geloof aannemen alles wat er over die vrouw verteld wordt. Dat mag niet. Dat ontneemt aan Alberto's passie het levende, het voor ons belangryke; door het niet verschynen laat die geheimzinnige Giulia ons koud. Dat heeft Praga natuurlyk ook wel geweten, maar toch heelt hy zich brutaal aan dien eisch onttrokken, misschien om te meer licht op Eugenia te doen vallen. "Ware Giulia ten tooneele gevoerd, zy zou een hoofdrol hebben moeten vervullen en dan al6 tegen stelling met Eugenia voel effect kunnen heb ben, doch Praga heeft het anders gowild. Hier on by vele andere zaken stelt men zich de vraag: heeft de auteur wel het recht gehad (in literairen zin gesproken) om wat hij ons toonde zoo weinig aanneraeiyk te maken? Zoo byv. in de hoofdgedachte: de groote liefde van Eugenia voor dien man. Zoo iets, dan is dat onbegrypelyk. Zeker, die vrouw booft lief, innig, zelfopofferend, maar toch is haYe liefde van een byzonder soort. Hoog, verheven is zy immers niet, die hartstocht stemp It Eugenie noch tot heldin, noch tot martelares. Niet ook in die liefde, slechts in de zwakheid van haar karakter vinden wy do oplossing van het drama; de dood van de hoofdpersoon is gean uitvloeisol van hare op offerende liefde, maar slechts van wanhoop. Trouwens, kracht ligt absoluut niet in haar karakter; welke fiere vrouw, ook eene lief hebbende, zou zóóveel van een nietswaardigen man verdragen? Nietswaardig en onbeduidend in zyne grenzenlooze laagheid is die man, aan wien zooveel hartstocht verspild wordt. Hy liegt en doet meer dan één meineed, hij bedriegt en huichelt en is toch in dat alles een karak- teriooze, berekenende dwaas. Moet nu juist door het afstootende van Alberto's figuur de liefde van zyne vrouw te beter uitkomen, dan blyft het een open vraag of dat door den schryver goed gedacht is. Maar naast dez9 bedenkingen moeten wy to h ook erkennen dat in de beide hoofd figuren wel kracht van tevkening schuilt, en, is de gloed en warmte ook riiet altyd juist en consequent toegedeeld, toch is die gloed aanwezig- en enkele fijne trekjes getuigen onbetwistbaar van des schrijvers talent. De geheele laatste acte is mooi bewerkt, de neven personen: de rechtschapene, ongelukkige Fabio en de lichtzinnige, maar eorlijko Giam piero zyn goed geschil lerd. Een eig-naardig bezwaar is dat slechts vier personen hst gansche stuk spelen. Er wordt te weinig gehandeld, te veel gesproken on geredeneerd en dat altyd over één en dezelfde zaak, met vallen en opstaan. Daarcoor worden vaak herhalingen aangetroffen, die hinderlijk wer ken; óóno gedachte wordt tot vier, vylrnal-n toe uitgesp oken en dat maakt het stuk ge rekt. Het is te lang; öf de be iry ven moesten korter wazen öf hun aantal tot c.rio bep-rkt. H' t is een zwaar stuk om te zien, met veel en l.ng stil spel, weinig actie of afwisseling. Zoo staan dan ook hier, evenals in elk menschenwerk, goed en minder goed naast elkaar, doch zooveel is zeker, dat men het stuk niet tc-n eenenmalo, met een.dooddoener, mag af keuren. Marco Pr. ga heeft getoond niet do eerato de beste te zyn en de hand, die dit werk geschreven beeft kan ook nog wtl wat mooiers en beters geven. Aan de opvo- ren en stelt „Eene vrouw, die liefheeft" zeer zw .re eischen. Het is v r- bazend mo ilyk om het te spuien. De Rotter dammers hebben zich met eere van die taak gekweten. Met de grootste waardeermg wil len wy gewagen van het spel van de hoofd persoon, Mevr. Van KerckhovenJ.inkers. Daar was gloed en passie in, waar liet moest ingehouden, elders wild opbruisende en in onbedwongen kracht zich uitende. E ne cor beille met bloemen, haar door de Sctiou w burg commissie als huld^blyk vereerd, vendLndo zy ten vuile. Moge de oven veraiensMykeals syiiip-thieke kunstenares ook te Rott-ruam haar ernstig streven met een groot succes bekroond zien! Tartaud speelde de lastige rol van Alherto met toewyuicg en talent; zóó zouden wy ons dien man wel gedacht hebben. Jan C. De Vos als Fabio was zeer goed, vooral in da twee eerste bedryven. Zyne grime was uit stekend. Bron igeest had in Giaropi- ro weer etne rol, die hem gemakkeiyk en goed afging. Hy was weer een onveroetei lyk viveur, doch ook in de ernstigste oogenblikken was zyn ap I hoogst verdienstelyk Wy wenschen den wakkeren artisfcen veel succes met dit stuk, maar of het „pakken" zal?Ik zou het niet durven voorspellen, v. B. Gemengd Nieuws. Tot het doen herpen .der ge- wono gewichten, benevens der maten en strijkers, wordt door den yker in het gubouw aan de Lam ra eren markt zitting gehouden voor de bewoners der perceelen van de Morschstraat op 20 Februari van 9 11 uren; voor die van den Stationsweg van 11 12 uren; voor die van do Haverzaklaan van 1 1 '/j uur; voor die van de Narmstraat van V/i 2 uren; voor die van de IC aresteeg van 2 4 uren, en voor de bewoners der overige straten en buurten van L<-iden op 27 Februari, 3, 4 en 5 Maart, Likens van 9 12 en van 14 uren. Do directie van bet postkantoor alhier verzoekt ons hot navolgende te plaatsen Daar het blykt, dat door velen nog by voorkeur wordt gebruik gemaakt van de Fransche of Engelscho mail voor de verzending naar Nederl. Oori-Indió, k*n het zyn nut hebben belanghebbenden er op te wyzi-n, dat van af 1 April 1895 de vaart der Nederl. paketbooten is versneld geworden on deze thans den over tocht in minder tyd doen dan do vorenver- melde vreemde maatschappyen. Yan Juli tot December 1895 maakten de Nederlandsehe paketbooten vluggere reizen dan de Fransche; slechts éénmaal in dat tydvak was de overtocht naar Batavia per Fransche paketboofc van kortoren duur dan per Neuerlandsche. Meermalen ook geschiedden de reizen V3n Nederland over Marseille of Genua per Nederl. paketboot in minder dagen dan die over Brindisi met de Britsche. Het wachten met het ter post bezorgen van de correspondentie voor Ned. OosL-Indiö op de gelegenheid per Fransche ofEngelscbe mail heeft in den regel latere aankomst ten gevolge. Men schryft ons uit De Kaag: Als een vervolg van het bericht, van verle tten week, over de achtervolging van een paar beruchte stroopers, door den opziener Bodaan en den vol Jwachter Post, zy vermeld, dat wel degelyk vischwant in beslag is ge nomen door bovengenoemde politiemannen; doch niet, dan na levensgevaar en bloed vloeiing. Post, in een schuitje gesprongen, bleef in de nabyheid van de vischschuit. Op eens bemerkte Post, dat zy wendden en recht op hem aanhielden. Door een vluggo beweging van Post mislukte de toeleg en ontkwam hy aan den dood. De opziener Bodaan bleef in de nabyheid op den wal, opdat, mochten ze soms Post te ver vooruit raken, ze toch den dans niet zouden ont springen. Na been en wedervaren kwamen zy ein- deiyk weder by de Oude Wetering, waar Bodaan reeds aanwezig was en den ketting by de poot gedeeltelyk. had laten ophalen. Nu liep de vischschuit boven op den ketting on kon niet meer vóór- of achieruit. Bodaan en Post waren nu terstand by hen- In het eerst bleven de beide visschers zeer kalm. Zy lieten hun vischakte zien en hun want keuren. A angezien het want was, waar mede wel in Noord-HolLmJ, maar niet m Zuid Holland mag gnvischt worden, zooge naamde bltinutten, zeide Bodaan, dat hy dit visehwant in beslag moest nemen. Maar taen haat je het laven gaande. Post en Bodaan, reeds eon gedeelte in de hand houdende, hielden dit vast; één der-visschers meende dit uit hunne handen te trofcfc-.p, doch dit mislukte, het net scheurde. Dit ging tot drie malen achtereen. De vis*cher trok zóó ver- woedj dat het bloed lan_-s zdjne haiiJfcH vloeide. Voor de derde maal scheurde het net en nu ging de schuit, die inmiddels vlot w-as ge raakt, er van door. Da stukken net bleven in het bezit der politic Aan een zeorzwaren plicht hebben deze politie-mannen volnaan. Te Katwyk aan Zee m.aakten in den loop dtr vorige Week 19 schuiten be sommingen van 22 tot 95. Yischpryzen: taroot 4 a ƒ7, kleine id. f 2 a 3,. griet la ƒ1.50, tong ƒ0.60 a 1, bunschol 30 a 75 ct., rog 50 a 75 c-t., kabeljauw 2 a 2.40 per stuk, schol ƒ6 a 10, gr. kokant ƒ7 10 a 7.60, scuarren f 4.20 a 5 per mand. Voor 15 mauoen garnalen werd ƒ2.50 a ƒ3 per mand besteed. Het O. M. by daHa.ags-ch.-e recht- bank eischtü gisteren t< gen H., Pishtenisht 2'/2 jaar gevangenisstraf wegens poging tot gebruikmaking van e n valsch stuk (reis- wissels) en pogiDg tot oplichting. De Hooge Raad ver wierp, giste ren de cassatieberoepen van lo. den kurken- snyd-r, die wonens gewei pleging tegen de politie op oen N. Z. Voorburgwal te Amster dam tot 3 maanden is veroordeeld; 2o. de twee Auisteraamsche werklieden, wegens weder- spam.igheid onder verzwarende omstandighe den, te Sloten gepleegd, veroordeeld tot 6 maanden. Men herinnert zich dat toen mevrouw Van Wermeskerken eenige w..ken geleden uit het voodoo, ig arrest werd ont slagen, waarin men haar gebracht had onder verde king, dat zy haren man had willen vergiltigen, tevens gemeld werd, dat de H.var- lemscbe po iiie deze zaak geenszins van de rol had genomen, maar h-t o.iderzo.k nu in een an a re lichting voortzette. De verdere instructie is nu opgedragen aan den rechter commissaris mr. T. De Clercq van Weel. na iat de rechter, uie, by ontstentenis van genoemdon recht-r-commissaris, het oerste- geduelte van het onderzoek geleid had, mr. W. A. 't Hooit, aan de rectitoauk heeft te kennen gegeven dat hy verhinderd was die instructie verder voort te zetten, waarom de rechtbank de verdere beuanueling dezer zaak thans heeft opgedragen aan den rechter commissaris voor strafzaken, mr. De Clercq van Weel. Zaterdag duurde de instTuctie van 10 tot 4 uren on heden zou, het onderzoek voortge zet worden To Weende, gemeente VI ach t- wedde, is de boerderij van Boelen»-afgebrand. Het voorhuis bleef behouden. Er zya 20 koeien verbrand. Toen de koetsier D. to Utrecht Zaterdag-middag op de Oudegracbt liep, eene portefeuille onder den arm dragende, waa in eenige quitantiee geborgen w.iren, die hy voor zyn meester moest, incasseeren, werd hem die portefeuille opeens ontrukt. Omziende, zag hy een hom onbekenden man hard weg loopen, dien hy terstond achtervolgde, doch niet mocht achterhalen, doordien het dezen gelukte met zyn buit in eeu zystraat te veruwynen. ZaterdagavondiOm halfzes was Jan De Geest, op den Ezel iyk aldaar, nog bezig, de oude wilgen van bun 4 jarig hout te ontdoen, toen zyn 8-jarige jongen hevig huilende, hem kwam zeggen: „Vader! moeder is dood!" waarop de man hevig verschrikt zyn w-rk staakte ea spoedig naar de Achterwetering huiswaarts keerde. Hy vond zyne vrouw niet dood, doch door zware vermoeiing in diepen slaap. Zy waa van Amersfoort komen, loopen. UD.) Prins Hendrik van Orleans is na eene afwezigheid van 22 maanden van eene reis door Azië te Parijs teruggekeerd. Hy heeft de bronnen van de Ixawaddy en den kortsten weg van China naar Indiö out dekt. Voor deze laatste ontdekking heeft hy zich harde ontberingen moeten getroosten. Zestien dagen lang trok de prins met zyn gezelschap door een onbewoonde bergstreek. De levensmiddelen geraakten op. De prins reisde vooruit om levensmiddelen te zo. ken en eon bewoonde plaats te bereiken. Na 27 uren lang zonder eten of drinken te zyn ge weest, bereikte hy eindeiyk een dorp, van waar uit hy zyn achtergebleven reisgezellen mondvoorraad kon zenden. Het gelukte hem al z(jne manschappen weder om zich te ver zamelen en met hen de reis voort te zetten. Slechts één man, die door een ffjger werd verscheurd, ging verloren. To Keulen hoeft een rat oen kind van 3'/2 maand verschrikkelyk gebeten en aan het gezichtje geknaagd. Daar de moeder zwaar ziek was, had men het kind in een kamer afzonderlyk gelegd. Tegen over de kamer van do moeder woondo een man, die zich bezighield met het dresseeren van Amerikaansche ratten. Een dezer hees ten was in de kamer gekomen, waar het kind lag. Toen op liet geschreeuw van de kleine iemand binnenkwam, zag hy tot zyn schrik, dat een groote rat aan den neus van het kind knaagde. Het dier bad het kind bijna een geheel oor, een groot stuk van den neus, een stuk van het voorhoofd, een stuk van de wang en byna een geheelon duim afge knaagd. Het kind is daarop naar het gast huis gebracht. De eigenaar van de ratt6n is ter verantwoording geroepen. M arkt be rlohten. Rotterdam, 24 Februari. Het aanbod was heden weder grooter dan de vraag zoodat meest alle arti kelen nawar traag van de hand. gingeD. Witte Tarwe word tot vorige prijzen gedetailleerd, maar niet alles kon opgeruimd wordeD. Canada zonder handel. INLANDSCHE GRANEN. Vlanm. en Zeeuw., de beste ƒ6.20, ƒ6.50 tot f 8.65 dito dito middelh. „5.50, „6.60 „6.8') Flakk. en Overm., de beste 6.10, 6.25 6.10 dito dito middelh. 5.3U, 5.40 5.50 Mindere én geringe soorten 4.90, 5.6.10 Cinada.6.—, 5.15 5.25 Voorts word verkocht per 100 Kilo. Goede qualiteit Witte tot ƒ8. Middel ditoT.50 T.90 Mindere dito7.7.30 lioodo Tarwe ruimer aangeboden Tan.166 tot 172. Kogge w»8 in do mindere soorten moeilijker te plaatsen. Zeeuwsche en VL, naarqnal,, 3.75, ƒ3.90 tot ƒ4. Overm. en N.-Brab., w „3.40, „3.60 „3.80 Geringere soorten 8.20 3.b0 Gerat. WL.t-er- traag; Zomer-prijshoudend Cheva lier- zonder verandering. Ylaam. en Zeeuwscho Winter- van ƒ3.80 tot ƒ4.10 Overmasscbe o Flakk. 8.60 4. Afw. en miudero soorten 2,^s0 3.4J VI.. Zeeuw, en Flakk. Zomer- 3.40 3.80 Mmdtre qualiteit 2.85 3.10 Ohovauor3;5U 4.8u Vöorte werd per 100 Kilo vorkooht. Winter-, yolgena qn lifceït. 5.75 tot ƒ6.50 Zomer-5.90 6. Chevalier-6.7 5 Haver ru mdo tamelijk vlug op. Blanke oa wichtige qualiteit. van 3.tot 3.25 Zeouwsche on andere inl. Voera.„2.50 „2.90 Lichtere dito dito 2.2') 2.40 Geringere soorten1.75 2. Voorts werd geduan per 100 Kilo. Goede Yoersoortenƒ5. 5 tot f 5.90 Ordinaire „5.50 5.70 Mindere 5.20 5.40 Öpult zonder aanvoer. I'aardeuboouen ruim aangeboden on gewone quali teit lu cents lager. Vlkumocb© en Zeeuwscho. ƒ4.70 tot ƒ5.— Ovorinaaeche4.60 4.90 Gori gero ooorten„4.25 „>4*60 Duiveuboonen 5.7.0 tot ƒ6. Öchapenboouen met anngevoord. BrniLebonnen ondervonden wat mo6r attentie en werden tot 25 ceuts verhooging verkocht. Waicherschevan ƒ10.76 tot 11.25 De beste VUaui. en Zeeuw. 1U.25 10.60 Urd imiro dito dito 9./Ö 10. Geringere8..— 9. Wi loboonen weinig ter markt en onveranderd verkocht. Walchorsohevan 12.60 tot 12.75 VU urn. en Zeeuw., do beste. 12.12.5 dito dito ordiua re 11 50 11-75 Miudero en g< nnge soorten. 9.75 „10.76 Ulautv» rwteu vonden door het koude weder wat beter ahrek; prijzen onveranderd. Wa.chwuchevan ƒ8.25 tot ƒ8.75 D beute Zuenvr.. en Vlaam. 7.25 8^ Middolb. ql. dito en Eiakk. 6.25 7. Geringe e4.e0 „5.26 Boi.ekners wei ig oT met verba deld. Koolzaad, schaars van flt75 tot Hennepzaad ƒ6.20 tot. ƒ7.25. K uuriezaad ouv randerd (raag. Hot b bte 6.75 tot 7.25, middel-qualiteit 5.50 tot ƒ6.25 on gering era soorten ƒ4.25 tot 6.25. DUlTEKliAN D.>CüL UltANEN. Tarvre met zner kleinen voorraad. Saudomirca ƒ184; Odessa Poolscbo met 176 on Azima by party met ƒ165 betaald. UÜ'ertos rm buit on koe wol iets lager dan vorige week waren voor doze m;.rkt nog to hoog. Stem ming heden algemeen weder vaster. lii Rogge ging weinig om; voorraad klein. Helena ƒ119 tot ƒ122- Hucearabische 117 113 dito stoomende 115 „11'6 Nicolajcf „110 „111 Novorosisk 109 LiO Bt.-l'eUtcbaïKer110 113 Dn o per117 118 Gerst zonder verandering. Nicolajefƒ106 tot ƒ109 Odeesa D 5- „1 7 dita stoomende„105 106 Donau108 ITO Haver vaster. St. l'etersburger f tot ƒ6.50 Beval 6.25 Libau„6.85 Boekweit flauwer. Stateƒ120 a 122 Oana 1a128 Boekw itgrntten weinig benoadigd. Grove St. Petereburger.ƒ210 a 212 Middel dito 195 196 Vour-Erwten van ƒ4.75 tot ƒ5. Mais m t ruim aanbod en veel handel. Bonte Amerikaansoho uit liohter 85 tot 89 dito dito uit stoomboot. 83 84 duo dito stoomende83 84 Foxanian lna Navorosiek uit sl oomboot 96 96 Odessa100 102 Utrecht, 24 Februari. Op do heden alhier gehouden paardeuuiarkt waren 1165 paarden en Teulena aan gevoerd. De pww«lcu worden vorhoclit van 40 tot ƒ1000; do- veulens van floO tot f 170. INGEZONDEN. DBCornm. Geachte Redactie! Er zyn van die zaken, onafscheideiyk aan sommige personen in hun ambt of stand verbonden, waarvan het goed is ze te erken nen en ze zoo te laten. Aan volwassen per sonen en grysaards staat het niet altijd langs de straten te draven. Aan een hooggeplaatst persoon zou het niet voegen met zyne dienst meid langs de ijsvlakte te zwieren. En zoo ook geelt het geen pas, in een kerkgebouw bijvalsbetuigingen te doen hooren. Ik kom tot deze laatste opmerking, wyl Uw verslaggever van de uitvoering der Cnris telykc ZangvereonigiDg flZingt den Heer f de vraag oppert: „Zou het zoo verkeerd zyn op bescheiden wyze in een kerkgebouw zyne goedkeuring t© betuigen over eone goede uit voering van zuiver christeiyke liederen?" In onze gedachten behoort aan een kerk gebouw eene aandachtig luisterenie schare, die stil ter neer zit by de pre liri. g van den leeivtar op den kansel, ook stil ter neer zit bij het aanaachtig God loven en pryzen in het lied. Onder onze voorstellingen is er zelfs geen plaats voor een kerkgebouw, wair de ge meente het gebed van den predikant begeleidt met ae „Hallelujah's" en „Amen's" van de heilssoldaten in hunne bjjeqnko nsten. Eo dit is maar goed ook. Het kerkgebouw is Gods huis. De schare zitte daar stille. Ook als de gewone godsdienstoef n.ng plaats heeft gemaakt voor eene zanguitvoering en dus do kanselredenaar, die daar anders het woord heeft en leinn? geeft aan de by een* komst, plaats heeft gemaakt voor de uitvoe renden. En uw verslaggever voelt hier wel iets van, anders zou hy geen verlof vragen op bescheiden wyze te applaudiseeerön. Ik ben het met h^m eens Is hy bijvals betuigingen noodig acht voor liet wekken van eene gewenachte geestdrift on ier de uitvoe renden en hoorders. Daarom geloof ik ook dat eene zangvereeniging alleen voor het ten gehoore brengen van kerkelyke muziek een kerkgebouw moot aanvragen. Eene gewone uitvoering van gewone zangnummers, hoe aardig ze ook allen onder den naam van „Christelyk" op het programma mogen voor komen, hebbe in eene gewono zaalruimte plaats! Doch is er besloten, dat zoo'n uitvoering zal geschieden op eene plaats meer in het byzonder aan God gewy l, zoo bewaren de apgukoraenen het decorum, verbonuen aan de plaats, wa.jr men zich bevinut. Maar er is meer. Onder die bescheiden manier van toejuichen kan verst an worden een weinig handgeklap. Beter is bet, als de zetter ait woordje „weinig" avursUat, want wie kan zich eene schare voorsrellen, die L.nszaam en bedaard in de hauuen zit te klappen- Enfin! Handgeklap is toegel ten. Wie zal h.8t nn verhinderen op eene volgende uitvoe ring, de to- juichingen, die dus nu geoorloofd zyu, te geven in den vorm van voetjotrappel? Ja, waarom zal zoo'n enkel g oepje hier en daar voor het gemak geen gebruik maken van hunne wandelstokken en pnraplui s? Zal men in een go ishuia op eene bescheiden wyze mogen toejuichen, zoo zul men eerlijk heidshalve daar ook een nummer bescheiden mogtn uitfluiten, als het totaal in het water valt. Natunriyk. Waarom niet? En als. uw ver slaggever wenscht dat er alleen geappl tu- di8S'-erd zal worcen als een lied. buitengewoon schoon gezongen is, zoo vraag ik hem. wie hepalen zal of het nu waanyk voor toejuichen in aamnerking komt Het „af kloppen" van een zangstuk komt toch ook wel eens voor. En dan kunnen alle opgekomenen wel bepalen dat teekenen van afkounng geschikt zyn. Geachte Redactie! Ik meen aang-toond te hebbon, hoo kerkgebouwen niet in de eerste plaats in aanmerking komen voor ge wone uitvoeringen, doch hebben zi daar plaats, zoo bedenke een ieder, dat men te zamen gekomen is in een gebouwT dat aan alle luiarnchtigheid vreemd- is. U hartelyk dankend, voor de plaatsruimte, die u hebt willen afstaan, voor >.it woord uit de hoofdstad des lands, van iemand, die nog altyd met veel belangstelling nagaat, wat er-jn zyne geboorte- en vroagere woon plaats gBbeurt, noem ik my, Amsterdam, UEJ. dienstw Dien. 22 Febr. 1896. A. Terdu Geachte Heer Ter du, te Amsterdam! Het zou terecht onbeleef i gevonden worden, mdien ik U niet even. beantwoordde, en beleefdheid zag ik. gaarne onaisntn-idölyk aan my verbonden en vooral door U erkend Het zij my dan vergund U van harte dank te zuggun voor Uw antwoord op myne vraag in het verslag; let wel.: myne vraag! Juist omdat ik my niet stellig durfde uiten, deed ik een vraag; anders had ik in beslisten zin gesproken. En ziehier nu eerlyk wat ik denk omtrent het applaudisseoren in een kerk ook ik weet en bedenk steeds dat de kerk Gods Huis is na lezing van Uwe in vele opzich ten hoogst verdienstelijke beantwoording: Zou men zoo dwaas kunnen zyn om, luide goedkeurende het goede vooral tot aanmoe diging dor zangers iu een kerk te gaan flui ten als een stuk „totaal in 't water valt" ('t is g©9n kleinigheid en der zangv. „Zingt den Heer" onbekend zeer zeker), te gaan stampen en slaan met voeten en wandel- en parapluie-stotken, in stede van in de handen te klappen (niet als kinderbellen mannen m?t mechaniek, maar als gewone, verstandige menschun) zou mon in mosrelyk „afkloppen" eon sein zien 'tot allerlei afkeuriugsnitingen, dat dan applaus ten eenenmale nagelaten worde! Is zoo iets te ^en van een be schaafd christelijk publiek m een kerk en nu moeten we dit tot onze teleurstelling en met weerzin aannemen, omdat de heer Terdu, di« 't best weten k n, het voor mogeiyk^als te wachten, voorstelt dan geen applaus! Vooraf om den kennersblik op het publiek zij onze dank gebracht aan deD heer Terdu. Kent by dat publrik inderdaad, dan zou het toestaan van 3ppl?.udisseeren allerafkenrens- waardigste gevolgen kunnen hebben, en ant-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 2