N°. 11039 Woensdag 19 Februari. A 1898 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Het wapen van edel metaal. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER CODP^AUT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per poste 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.06. PRIJS DER ADVERTENTTËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen. NOTIFICATIE. Dg Gedeputeerde Staten dor provincie Zuid-Holland, Gelet op art. 73, aliüea 2, der Wet van den éden Juli 1850 (Staatsblad No. 37); Noodigen de iowoners der provincie Znid-Hol'and. die elders in 'a Rrjke directe belastingen zijn aange slagen, uit, om daarvan vóór den luien April 1806 aan hun College te doen blaken, door overlegging van het aanslagbiljet of van een uittreksel uit de kohieren dor Rgka directe belastingen, ten einde daarop worde gelet bg het opmaken der 1 ij t van de hoogstaangeslagenen, verkiesbaar tot Afgevaardigden ter Eerste Kamer van de 8taten- Generaal. De aanslagbiljetten of uittreksels uit de kohieren moeten, wat de grondbelasting aangaat, den dienst 1896 betreffen. Da bedoelde stukken behooren door belangheb benden te worden ingezonden r.an hot lokaal van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Hclland, met op gave van: 1*. den naam, de voornamen en de woonplaats van den aangeslagone; 2°. de gemeente en de degteekening Bijnor ge boorte; en 3°. bijaldien hij buitenslands is geboren, of, en zoo ja, waarom hg als Nederlander is te beschouwen, met ver i elding van do dagteekening zijner naturali satie, indien deze moobt hebben plaats gehad. 's-Graveuhage, den Sden Februari 1896. De Gedeputeerde Staten voornoemd, FOCK, Voorzitter. F. TA YENRAAT, Griffier. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Ge/ien het adres van de firma KOOLE, NICOLA Co., houdende verzoek om vergunning tot het plaatsen van een stoommachine met coi densatie van 15 paardekraohten in hare fabriek aan het Levendaal No. 69, voor drijfkracht der Bakkerg, Melkinrichting en dynamo. Gelet op de artt. 6 en 7 der wet van 3 Juni 1875 (Staatsblad No. 95); Geven bij deze kennis aan het publiek dat ge noemd verzoek met de bglagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie gelegd is; alsmedo dat op Maandag 2 Maart a. s., 'e voormiddags te elf uren, op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen dat verzoek in te brengen. Bnrgemoester en Wethoudors voornoemd, Leiden, F. WA8, Durgemeoater. 17 Februari 1896. E. KIST, Seoretaris. Burgemeester en Wethouders van Zegwaard bren gen ter algemoene konnis, dat ter uecroiarie ter lezi-.g is nedergelejrd de staat, vermeldi-Dde de kin deren boven do zes en benedeD de twaalf jaren, die zioh op den laten Januari 11. bevonden in die ge meente en niet voorkomen op de Igsten dor sohool- gaande kinderon. opgemaakt naar aanleiding van art. 80 der wet van 17 Augustas 1878 (Stsbl. No. 127.) Leiden, 18 Februari. Naar aanleiding van de in ons vorig nommer vermelde koninklijke goedkeuring op de statuten van den „Verhuurdersbond van Huiseigenaren" alhier, vernemen wy nader van den secretaris, den heer J. Van der Tas, dat de Bond is opgericht den lsten Mei des vorigen jaars en, toen begonnen zynde met oen aantal van 43 leden, er thans 169 sterk is, van welke leden tot op heden ztfn inge schreven 2220 woningen. Het doel dezer Vereeniging moet niet worden verward met dergelijke bestaande, aangezien haar werkzaamheden te zeer er van verschillen en ook volgens het reglement, zoowel bestuur als de leden onderling, zorg dragengoed bewoonbare woningen te zullen verhuren, zoodat het voor dea goedwilligen huurder niet van belang ontbloot is, in een der huizen van Bondsleden te kunnen wonen. De slechte praktijken der huurders worden evenwel met kracht tegengegaan, waarom dan ook op zedelijk gebied deze Bond op prijs kan worden gesteld. De geringe contributie kan niet één huis eigenaar of eigenares tegenhouden zich bij dezen Bond aan te sluiten, althans het be stuur is overtuigd dat wel van lieverlede ieder verhuurder zal dienen toe te treden. Voor het examen in de nuttige hand werken is geslaagd mej. J. Wybrands en voor de fraaie handwerken mej. C. E. Vos, beiden van Leiden, de eerste tevens leer linge van mej. Sparnaay; voor de nuttige mej. J. A. Bos, van Ter-Aar. De aflevering der manschappen voor de nationale militie lichting 1896 der gemeenten Zoetermeer en Zegwaard is bepaald op Don derdag 12 Maart 1896, des voormiddags te acht uren, in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's Gravenhage. Ten Raadhuize der gemeente Alfen en daarna te Aarlanderveen is zitting gehouden door eene commissie uit Gedep. Staten van Zuid-Holland, bestaande uit de heeren mr. P. L. F. Blussé, jbr. mr. H. A. C. De la Basse cour Caan en mr. C. J. E. Graaf v. Bylandt, bijgestaan door den hoofd-ingenieur van den waterstaat te VGravenhage en den burge meester, tot het aanhooren van bezwaren tegen het plan der vaartverbetering tusschen den IJsel en de Ringvaart van den Haarlem- mermetrpolder. Volgens den thans verschonen staat van ontvangsten en uitgaven van de Martha stich ting, de inrichting voor onverzorgde kinderen te Alfen aan den Rijn, medegedeold door den penningmeester jhr. Van den Bergh van Heem stede, is voor de inrichting over 1895, met inbegrip van een legaat, groot f 6000, ontvan gen f 52,034.69. De uitgaven bedroegen f 45,792 78, waaronder voorkomt een bedrag van f 10,500 voor gedeeltelijken aankoop van de nieuwe inrichting „Rijnstroom", zoodot ae jaarrekening sluit met een saldo van f 6241.91. Tegenover dit voordeelig slot stond echter nog op 31 December 1895 aan onbetaalde rekeningen te voldoen een bedrag van f 8936.24. Het bestuur van den Haarlemmermeer polder herdacht Zaterdag het veertigjarig bestaan V3Q dat college. Het was nl. in 1856, dat het polderbestuur geconstitueerd werd en den nieuwen polder overnam van de Commiswe van Beheer en Toezicht voor de Droogmaking, wier taak toen, na een 19 jarige werkzaamheid, afge loopen was. De heer H. Van Wickevoort Crommelin is de eenig nog overgeblevene van de mannen, die het eerste bestuur vormden. Na afloop van de gehouden algemeene ver gadering werd den heer Crommelin b\J raqnde van den dijkgraaf een prachtige zilveren inkt koker aangeboden, versierd met zijn familie wapen en het wapen van het waterschap Haarlemmermeer en voorzien van een inscrip tie, vermeldende hoe het geschenk den beer Crommelin vereerd werd door het bestuur en de hoofdambtenaren van den polder. De Dies Natalis van het Delftsche Studentencorps zal dit jaar op de gebruike lijke wüze gevierd worden op Zaterdag 21 Maart a. s. Te Barneveld is in den ouderdom van 69 jaar gestorven do heer J. F. Zurhaar, vroeger ieeraar aan de Koninklijke Muziekschool te 's Gravenhage. In de plaats van den overleden dr. E. Mehler wordt voor het onderwys in het Duitsch aan het gymnasium te Zwolle aan bevolen de heer M. J. Verkozen, Ieeraar aan het gymnasium te Kampen, op een toelage van f 900 's jaars. Gistermiddag werd vanwege het Remon- strantsche kerkgenootschap te Rotterdam aanbesteed het maken van een kerkgebouw op de bestaande fundeeriugen aan den Wester singel. Laagste inschrijver was de heer H. J. Nederhorst, te Gouda, voor f 103,895. Sedert gisteravond vertosft te Amster dam de Staatssecretaris der Zuid-Afrikaansche Republiek, dr. W. J. Leyds, die, zooals men weet, gedurende een week of acht te Beriijn was, om genezing te zoeken van een keel lijden. De ontvangst was zijner en Amsterdam waardig. De heer Leyds ia een jonge man in de kracht van zijn leven, ongeveer 37 jaar oud Zfln vader was officier bij het Indische leger en toen deze gestorven was, kwam de jonge Leyds in Nederland en ging zich bekwamen voor den onderwijzersstand. Hy genoot zijn opleiding aan de kweekscholea te Haarlem en Amsterdam en was op 20 jarigen leeftyd onuerwyzer Hoewel bij des daags acht uren lang les moest geven, wist hy 's avonds nog tijd genoeg te vinoen om zich te bekwamen voor zijn toelatingsexamen tot de Universi teit. wist dit examen binnen een jaar te ooen en promoveerde daarna binnea een paar j ren tot doctor in de reebtsw. tenscuap. Hij voert niet hec praedicaat Mr., doch Dr., omoat in Zuid-Afrika het eerstgenoemde praedicaat niet zou begrepen worden. To^n president Kruger in 1884 in Neder land was, viocg hjj aan een geacht man, thans bthoorenue tot een der Nederlanosche Regeeringscolleges, of deze met hem naar Atrika wiLe gaan en in de Republiek optreden als Staatsprocureur. Deze bedankte, doen zeide een zeer geschikt jookman voor deze betrekking te weten: hij beval den jongen L yus aan, die toen juist zou promuveeren, en één dag na zijne promotie was hfl door president Kruger in dienst der Republiek genomen. De heer Leyds maakte zich in de Republiek èu als mensch èn als ambtenaar spordig zóó geacht, dat hy na een pa ir jaar door den Volksraad werd gekozen tot de hooge be trekking van Staatssecretaris, een ambc, waartoe hy kort geleden, toen hy moest aftreden, weaeiom werd gekozen. Door den minister van oorlog is bepaald, dat in den loop van dit jaar 79 paarden, van 3'/i a 4 jaren oud, voor het wapen der artillerie in Engeland en Ierland zullen worden aangekocht. Naar men verneemt, zal het Chr. Natio naal Zendingsfeest dit jaar gehouden worden op het landgoed „Meer-en Berg," gelegen te Heemstede, onder Haarlem. Hr. Ms. korvet „Alkmaar," onder bevel van den kapitein luitenant ter zee A. W. F. C. Van Woerden, is in den namiddag van den 17den dezer te Beyrouth (Syrië) aange komen. Aan boord was alles wel. Dat het „Centsfonds", uitsluitend be staande uit het alle vyf dagen (traktements dag) vrijwillig afzonderen van één cent door het actief dienende leger beneden den rang van officier, by velen sympathie ondervindt, blykt uit de omstandigheid, dat van af 1 Maart tot en met 24 Dec 1895 (dus in minder dan tien maanden) f 2190.53 is ingekomen ten be'oeve van de Vereeniging van gepens. onderoificieren en minderen van het Neder- landsche leger. Aan vrflwi lige jaarlyksche bydragen werd ontvangen f 549.75, makende een totaal van f 2740.38. H. M. de Koningin-Regentes heeft bericht ontvangen van het overlijden van Haar oud tante H D. H. de prinses-weduwe Hermann van Walde. k, geboren gravin Teleki Von Szek, ge' oren 2 Octobor 1814. H. D. H. prinses Hermann van Waldeck is overleden op het kasteel van Landau, bij Pesth. Het Hof zal deswege voor 14 dagen den lichten rouw aannemen. Naar men verneemt, zal de oorlogsstoomer „Nias" op zyne reis naar Oost-In iië, welke door een gebrek aan h t stoomtoestel moest uitgesteld worden, ook Djeddah aandoen. De Engelsche gezant, sir Rumbold, is van Den Haag naar Londen vertrokken. De kapt. van speciale diensten W. F. L. Roskes, van het 8ste reg. inf. te Doesburg, zal eerstdaags den militairen dienst met pensioen verlaten. Naar men verneemt, zullen door de 2de divisie infanterie tegen het einde van Sep tember groote najaars-manoeuvres worden gehouden. Men bericht aan de „Tel.", dat dr. H. A. E. Smeenk, 2de geneesheer aan het krank zinnigengesticht te '8 Hertogenbosch, benoemd is tot geneesheer directeur van het krank zinnigengesticht te Pretoria, op een jaarwedde van f 26,000. De gewone audiéntiên van de ministers van financiën en vau oorlog op 20 dezer zullen niet worden gehouden. Het stoomschip „Laertas" is 14 Febr. van Amsterdam en Liverpool te Batavia aan gekomen; de „Prins Fredèrik Hendrik" is 17 Febr. van Paramaribo naar Amsterdam ver trokken; de „Prins Willem II" is 16 Febr. van Amsterdam te Paramaribo aangekomen; de „Prins Willem III" arriveerde 17 Febr. van Suriname te Amsterdam; de „Smeroe", van Java naar Rotterdam, arriveerde 17 Febr. te Suez; de „Titan", van Batavia naar Am sterdam, passeerde 16 Febr. Prawlepoint; de „Lawoe", van Rotterdam naar Batavia, arri veerde 16 Febr. Southampton; de „Prins Alexander", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 17 Febr. te Genua. B(j koninklyk besluit is benoemd tot ridder in de orde van den Nederland*chen Leeuw, mr. W. F. Dykers, griffier derarron- dissements-rechtbank te Amsterdam. [Mr. Dykors vierde gisteren zyn 50-jarige ambtsvervulling by de rechterlyke macht.] Bevorderd: mr. S. Hannema, referendaris by het departement van buitenlandsche zaken, tot administrateur by dat departement. Benoemd by het 2de regiment huzaren, tot eersten luit., de tweede luit. A. Van^Iens, van het 3de reg, huzaren. De kapitein kwartiermeester E. H. Je Jan sen, van het lste reg. veld art., op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen be paald op /"1495 'sjaars. Lager Onderwijs. De Tweede Kamer ontving een wetsont werp tot wyziging van eenige artikelen der wet op het lager onderwys ten aanzien van: lo. Vrije en orde-oefeningen der gymnastiek. Het onderwys in die vak ken wordt op 1 Januari 1897, zooals men weet, verplichtend. En nu meent de minister van binnenl. zaken, dat de bozwaron, welke tegen de verplichte invoering in vorige jaren hebben geleid (de onmogelykheid, om dat onderwys by gemis van een daarvoor ge schikte localiteit of oefenplaats, te doen geven zonder schade voor de gezondheid der leer lingen), zich tege.i de verplichte inveering met lo. Januari 1897 nagenoïg in gelyke mate zullen doen gevoelen als voorheen. De Regeering acht het daarom doeltreffend, dat de vrye en orde oefeningen dor gymnastiek wel onder de verplicht leer ikker» aan de openbare lag-n scholen blyven opgenomen, mits de gelegenheid geopend zy om aan be zwaren, ontleend aan het ont -rek n van ge legenheid of %-A islyka cniJdelen t»r verschaffing van de noodige localiteit en by uitzonde i ig ook aan gemis van leerkrachten, vo »rt urend tegemoet te koruen. Naar h'.t oord© 1 oer Regeering zal zulks kunnen geschieden door aan Gedeputdorae Staten bevoog'h ii te geven, om van de verplichti g tot het geven van dit ODderwys, telkens voor ten booeste vyf jaren, don districts-scho >lopzi<?ner gehoord, by een met redenen omkleed besluit onthef fing te verleenen. De opneming van een daartoe strekkende bepaling in de wet wordt in het wetsontwerp voorgesteld. Tevens wordt voorgesteld om voor het byzonder onderwys aan het bezwaar te gomoet te komen door do verplichting tot het gt-ven van onderwys in vak j op (ie ligere scholen als voorwaarde tot het verkrygen der Rijks bijdrage, bedoeld in art. 54bis der wet, te doen vervallen. 2o. Lager onderwys in Tuinbouw kunde. Na de organisatie van het tuinbouw- onderwys wenscht de Reg-eri g voor de onderwyznrd der lagere scholen de mogelijk heid te openen eene akte van bekwaamheid voor lager onderwys in de beginselen er tuinbouwkunde te verkrygen. Daartoe wordt voorgesteld onder de vakken op te nemen dat der tuinbouwkunde. De be loeldo akte 8) Hy geleek op den vorst als het eene ei op het andere; de predikant, by wien hij was opgevoed, ontving de vergoeding daarvoor door bemiddeling van 's vorsten bankier, en zyn schoolmakkers noemden hem altyd, als hy er niet by was, „de prins;" in zyn tegen woordigheid durfden zy dat niet meer doen, want hy had er eens twee voor die aardig heid duchtig afgeranseld. Hy heette Bernard, vrijheer Yon Botterode, naar het jachtslot gy kent het, zeide Doortje. Zekerlyk kende ik het mooie, oude slot. Botterode zou houtvester worden en de keuze, om hem daartoe op te leiden, hem practisch te bekwamen, viel op uw groot vader, zoo ging Doortje voort. Meneer de opperhoutvester was er weinig mee inge nomen, en vooral, toen by een byzonder schryven van de regeering ontving, waaraan de vorst eigenhandig nog iets had toegevoegd. Het werd er niet beter op, toen de jonge man kwam, somber van uitzicht, schuw, ongezellig, met iets lamlendigs in zyn houding, zonder eenige fermiteit, en daarby zoo precies op den vorst gelykend! De opper houtvester was een man van strenge zeden en geen verschoonend rechter over de vorste- lyke uitspattingen der jeugd, en dat nu juist hy vaa dat treurige jonge mensch iets moest zien te maken, ergerde hem byzonder. „Wie of wel de moeder geweest zou zyn zeide hy tot zyn vrouw, „korte rokken, tricots, balletkostuum, gevoed met suikergoed en confituren kijk maar naar dat jam merlyk uiterlyk, dat geeft zulk een menschenras. Men ziet al in de verte, dat hy met chocolade is grootgebracht! Beenderen als een reekalf. Hy heeft nog van zyn leven geen roggebrood gegeten." „Maar, Stetten, die uitstekende knokken doen het hem toch ook niet 1 Denk maar eens aan „Editha," dat paard staat in den stal als een hoopje ongeluk en als het gezadeld is en gy rydt er mee uit wat een mooi figuur maakt het dar.l" Als zyn vrouw hem op dat paard bracht, kwam er gewoonlyk een lach om zyn mond, want hy hield byzonder veel van die mooie Engelsche merrie, hoewel ook zy reeds de beste jaren achter den rug had en nu nog maar kleine ritten met haar meester maakte. „Ja, zie je, Anita een paard „Och, oudje, gy zyt onbiliyk en liefdeloos. Kan de arme jongen het helpen, dat de vorst zyn vader is? En bovendien was zyn moeder werkeiyk met hem getrouwd." „Met de linkerhand I" „Nu, dat is hetzelfde 1 Hy kon toch van een danseres geen prinses maken." „Dan is het toch ook maar de lichtzinnig heid een beetje bemanteld I Want toen zyn broer, onze vorige erfprins, stierf en onze tegenwoordige vorst troonopvolger werd, toen werden ze eenvoudig één twee drie ge scheiden." „Maar, man," viel mevrouw Von Sietien in. „Wat anders, Anita? Hy trouwde immers een half jaar later de tegenwoordige vorstin. Of zoudt gy onzen landsvader ouder de Mor monen willen brengen?" „De Hemel beware my, Stetten 1 Er is geen voorbeeldiger man." „En dusl" „Ik wou maar zeggen, dat zy niet ge scheiden werden I De barones Van Botterode stierf, eer het tot een scheiding kwam, dat weèt ik. Drie weken na den dood van den erfprins stierf ook zy." „Natuuriyk aan vliegende tering 1" „Neen aan vergif." „Daar heb ik nooit van gehoord." „Wel mogelyk maar ik well De dokter heeft het my eens vertrouweiyk medegedeeld; zy nam het vergif, om hem niet in den weg te zyn, en wyi zy zonder hem niet kon leven. Als dus uw Botterode slap en zonder energie ia dan heeft hy het niet van zyn moeder." „Dat is een romannetje, Anita; ik geloof aan dat vergif niet, en ik vind dien Botterode de onaangenaamste persoon, diea ik ken." Daarby bleef het. En ik, vervolgde Doortje met een treurigen hoofdknik, ik was de eerste, die merkte, dat niet allen Botterode zoo onaangenaam vonden; freule Isotta dacht er heel anders over. Zy spraken aan tafel wel niet met elkaoder, die beiden, maar des zomersavoads zag ik ze te zamen aan den zoom van het woud wandelen, en als de opperhoutvester eens van huls was, kwam hy in de woonkamer en speelde hy op de piano, terwyl mevrouw en freule Isotta luis terden. En hoe mooi kon hy spelen, dat ging van de eene melodie op de andere; men zou het voor onmogelyk hebben gehouden, dat uit zulk een armzalige, kleine kast zooveel welluidende tonen konden komen, als men het niet zelve gehoord had. Soms las by ook; hy hield veel van Hoffmann von Fallers leben, wiens liederen iedereen zong, en dat ergerde grootpapa. „Hy moest liever zyn neus in een boek over het vak steken," zeide hy, „in plaats van democratische liedjes te lezen. Wy heb ben het aan deze dichters en bun consorten te danken, dat ieder schavuit, die het kruit betalen kan, er maar op losbrandt, terwyl het vroeger een ridderlijke uitspanning was en alleen hy jagen mocht, die de kunst ver stond. Maar natuurlijk mokt hy er over, dat hyzelf niet erfprins is." Von Botterode bad het niet gemakkeiyk by den ouden heer; bet onaangenaamste werk, de slechtste schietplaatsen waren zyn deel, en daarby de eeDe terechtwyzing over de andere. Maar de bleeke man met de zwaarmoedige, donkere oogen lette er nauwe lijks op. Hy deed wat bem bevolen werd zonder tegenspraak en vergat 's avonds by de brandende lamp, al lezende en schryvende, de lasten des daags. Op zekeren dag ging freule Isotta met haar naaiwerk in de loofhut, die op eenigen afstand van het huis in het bosch staat, en toen zy uren daarna terugkwam, had zy brandende oogen en purperroode wangen, en was aan het naaiwerk niets gedaan. Daarvoor lag er een blos van geluk op het mooie gelaat en deed zy alles wat zy verrichtte als in oen droom. En tegen het avondeten, dat buiten onder de linde werd genuttigd, viel zy haar moeder in de woonkamer om den hals; kuste haar, en hoorde ik, door het open raam, haar jubelen: „O, moeder, moeder; wanneer mag ik u voorlezen wat hy voor my heeft gedicht?" Mevrouw de opperhoutvesterin deed meizoo als menige moeder, haar kind overstelpen met een vloed van woorden en verwytenzy wist hoe zy het vertrouwen in haar kon bewaren en zeide alleen: „Ik lees het liever vuor myzelf, Isotta, leen my de blaadjes." Maar dat wilde deze niet, en zoo begreep haar moeder, dat niet alles, wat op het papier stond, ook voor haar oogen bestemd was. En des avonds laat kwam freule Isotta by my op myn zolder kamertje; zy had gewoond en zette zich stil by het venster neder; eindelijk vroeg zy my: „Doortje, waarom houdt vader niet van Botterode?" „Dat weet ik niet, freule." „Weet gy, wat hy vandaag zeide? Botterode was een ondankbaar mensch, een nul, noch vi8ch noch vogel, een nagel aan zyn doodkist 1 Maar geloof mij, Doortje, er is geon beter mensch op de wereld 1" Ik wist niet wat te antwoorden. Haar gelijk geven, was olie in hot vuur; haar tegen- sproken zeer gevaarlyk. Het is n oeilyk mefe verliefde menschen om te gaan, Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1