N°. 11037
Maandag; 17 Februari.
;895.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
■V
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADT~ERTENinËN
regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt 0.05 berekend.
Van 1 6
Derde Blad.
Een wèlgescliapen zoon!
Al beeft ook de tijdgeest een anderen vorm
gevonden, 69n vorm, waarby de ouders in de
tweede plaats komen by de aankondiging van
bun Jan,Frederik of Karei August, toch schynt
my de kennisgeving: „Ons werd een welge
schapen zoon geboren", om meer dan een
reden verkiesiyk. Immers van het „welge
schapen zyn" hangt niet slechts het levens
geluk af van het kind, dat men als Jan,
Frederik, Karei of August in het doopboek
en burgeriyk register zal doen inschryven,
maar ook de oudervreugde is daar ten
nauwste aan verwant; dit woord beslist over
de-vraag of de jonggeborene inderdaad vreugde
brengt in zyns vaders huis.
Een welgeschapen kring. Gelukkige ouders I
Nu gaat py weldra dit kind bespieden in al
zyn verrichtingen en elke verbiydt ustraks,
als zyn oogjes het licht wat beter kunnen
verdragen, ontstaat het zoet gekibbel, of zy
de kleur van 's vaders oogen of wel van die
der moeder vertoonen zullen. Dan poogt gy
al spoedig door geluid of gebaar die oogjes
op u te vestigen, en nu doet gy dageiyks
nieuwe ontdekkingen. „Zie, hy luistert!" Kyk,
hij lacht l Hy kraait! Hy spartdtl En eindelijk
hy heeft poe gezegd, neen pa gezegd, en alle
pogingen worden gedaan om nog eenmaal
het zoet geluid te hooren.
Gelukkige ouders 1 Laat waanwysbeid vry
spotten met uw vreugde, geniet ze en daBk
den Algoede, Die ze u te genieten gaf, want
uw blydschap is niet overdreven, is niet
kinderachtig, zooals de onnadenkende die zou
willen noemenimmers slechts trapsgewyze
wordt het u geopenbaard, dat dit kind, wel
geschapen naar het uiteriyk, ook wèl be
werktuigd isen dit is de voortzetting en
voltooiing uwer oudervreugd.
Hoe vreeseiyk 6taat daartegenover de
smart der ouders, die het gemis van een der
zintuigen by hun kind moeten constateeren,
of wel waar het kind, dof van geest, niet
kraait van pret of de handjes naar het speel
goed uitstrekt en by het toenemen der dagen
niet toeneemt in wat men by kinderen
kenneiykheid noemt. Arme ouders, vergeefsch
zyn al uw pogingen, om geest, leven,
schalkscbheld in dat kind op te wekken, uw
achteriyk stumpertje, dat uwe liefde niet kan
beantwoorden, uwe smart niet kan begrypen,
is idioot. Arme ouders 1 Arm ook en zeer
te beklagen zelfs dan, wanneer uw positie u
toelaat in den luister deslevefis (in de plooien-
der overdaad, schreef ik haast) uwen kommer
te verbergen. Arme ouders, ook dan wanneer
ge voor uw ongelukkig kind kunt doen al
wat kunst en wetenschap vermogen, wanneer
gy het zelfs een vleugel van uw huis kunt
inruimen en het een eigen dienstpersoneel
ter beschikking kunt stellen.
Ook zy, die met de zorgen des levens te
kampen hebben, die geheel hun kracht moeten
geven om het dagelyksch brood voor zich en
de hunnen te winnen, worden getroffen door
zulke ramp. "Wat dat beteekent in de enge
woning, waaruit de gezonde jeugd naar buiten
springt, omdat het hun binnen te benauwd,
te beperkt is, maar waar de arme idioot aan
vastgekluisterd is? Hy, die niet kan deelnemen
aan de spelen, maar de speelbal is der over-
moedigen.
Wat het zeggen wil dat kind, welks edeler
vermogens sluimeren, wiens eenig genot be
staat in de voldoening aan de lagere eischen
der natuur, zulk een schepsel een schralen
broodkost te moeten reiken, op een schamel
leger hem een groot gedeelte des levens te
moeten zien slyten Deze vragen hebben zoo
veel pynlyks in zich, dat hot niet onder
woorden te brengen is. De idioot oefent op
zyn omgeving een allertreurigsten invioed uit,
hy stoort het levensgeluk der gezonden, hy
is een voorwerp van voortdurend toezicht,
een wezen, dat altyd zorgen geeft, kosten
vergt, zonder ooit die liefde, die zorgen, die
kosten te kunnen vergoeden. Meer nog, hy
is veelal een beletsel voor de ouders om zich
vry te kunnen bewegen, ten einde in het
levensonderhoud te voorzien, daarby komt dat
de idioot, aan wien geen bepaalde en zeer
inspannende zorg gewyd wordt, inderdaad ver
dieriykt. Heil dus het bestuur van de St.- Vin-
cmtius- Vereenigingdat gemeend heeft zyn
halve eeuwfeest niet beter te kunnen vieren
dan door het initiatief tot het oprichten van
een idiot°n gesticht. Eet Centrum opende het
eerst zyn kolommen voor bydragen tot dit
zoo begeeriyk doel; ook andere bladen nemen
daartoe giften in ontvangst.
O, gy allen, die u verheugt in lichameiyke
volkomenheid, o gy, die de wereld verblyden
mocht met het bericht: Ons werd een welge
schapen zoon geboren. O gy, over wie de
smart kwam een wanschapenheid het leven
te hebben geschonken. O, gy allen, ontfermt
u over de ongelukkige ouders en het onge
lukkige kind, wier rampen door bykomende
armoede inderdaad het toppunt bereiken 1
Welaan, wat den enkele niet mogelyk is, is
voor velen te zamen een speel werkje, dat
ieder dan iets doe, en de liefde, nooit moede,
zal zich de middelen in den schoot geworpen
zien, om de armen in dezen lydenslast ter
hulp te komen en in den ongelukkigen idioot
zal zy dan pogen het menschelyke zooveel
mogelyk te ontwikkelen en door goede ver
zorging, licht, lucht en zindelykheid hem het
bestaaa draagljjk te maken. Dat het zoo zy!
Daar het getal hulpbehoevonde idioten
inderdaad niet gering is en dit liefdewerk
den steun van ieder weldenkende verdient,
zoo durft schryfster dezes zich vleien, dat
ditwoord van opwekking door do pers zal
worden voortgedragen, zy het dan als feuilleton.
By voorbaat haar myn dank.
Mevr. BongabtzSmeets.
Volksbanier.)
Leiden, 15 Februari.
Wy herinneren onze lezers er aan, dat
morgen, Zondag, de eerste serie van de ten
toonstelling Rochussen-Testas-Bles te 4 uren
in de Lakenhal gesloten wordt. Woensdag
zal de tweede serie gereed zyn, die tot 7 Maart
te bezichtigen biyft.
By de verkiezing voor een ab actis
collegii van het Leidscbe Studentencorps
werden uitgebracht 124 stemmen. Volstrekte
meerderheid 63. De eene candidaat verkreeg
61, de andere candidaat 53 stemmen, zoodat
tusschen deze beiden eene herstemming moet
plaats hebben.
Voor het examen in do nuttige hand
werken zyn geslaagd ie dames P. J. B.
Cramer, van Leiden, (leerling van mej. M.
Sparnaay), A. M. Heilo, van Voorschoten, en
G. Bakker, van Oudshoorn.
Men schryft ons uit Leiderdorp, d.d. 15 dezer:
Naar men verneemt, zal de toegang tot de
lezing, welke, vanwege de Chr. Jongelings-
vereeniging „Abiléne" den 20sten Februari a.s.
des avonds te 7 uren in de Ned. Herv. Kejk
alhier door dr. J. Th. De Visser, predikant
te Amsterdam, hoopt gehouden te worden,
vry zyn, zoodat verwacht mag worden dat
eene groote belangstelling aan den dag zal
worden gelegd.
Velen toch, die van deze inderdaad zeer
schoone lezing over Z. Eerw. 's bezoek te
Jeruzalem, welke enkele weken geleden door
hem ook te Leiden voor een buitengewoon
talryk publiek en dat wel tegen een toegang
van 0.50 ten voordeele eener nuttige in-
stellig, gehouden werd, hebben gehoord en
toen niet in de gelegenheid waren dezen zoo
begaafden redenaar te hooren, zullen zeker
de aankondiging daarvan 'gisteravond met
genoegen gelezen hebben 4en deze niet-alle
daagsche gelegenheid niet laten voorbygaan,
zonder er gebruik van gemaakt te hebben.
Op 1 Januari 1896 bevonden zich in de
gemeente Valkenburg 111 kiuderen tusschen
6 en 12 jaren. Hiervan genoten 103 kinderen
lager ODderwys, hetzy in de gemeente of
daar buiten. Van de 8 resteerende, kunnen
3 eerst met 1 April a.s. plaatsing bekomen;
1 kind was tot dusverre door lichaamszwakte
verhinderd, terwyi 1 meisje nog niet is ge
vaccineerd.
De slotsom is derhalve, dat slechts 2 kin
deren, die daarvoor in de termen vallen, van
alle onderwys versloken zyn.
Ds. A. Ten Have, predikant te Polsbroek,
heeft een beroep ontvangen naar de Ned.-Her-
vormde gemeente van Ter-Aar.
De indeeling van de manschappen der
nationale militie van de lichting 1896 uit de
gemeente Lisse zal plaats hebben te Leiden,
in het Invalidenhuis, op Maandag 9 Maart
a. b., des v.oormiddags te 9 uren.
Men schryft ons uit KoudekerkDeze
week had in de openbare school de 23ste
uitvoering van do lste en 2de klasse der
zangschool plaats.
In aanmerking genomen de weinige voor
bereiding, kan men haar als zeer goed ge
slaagd noemen. Vooral de nummers met
piano-begeleiding en de quatre-mains mochten
zich in den byval van het aanwezig publiek
verheugen.
Zooals de president in zyn rede by de
opening van het feest opmerkte, is het te
betreuren, dat zoo weinig onders van het
nut der zangkunst overtuigd schynen te
zyn, daar anders de vereeniging meer leden
moest tellen. Wy sluiten ons by zyn wensch
aan, dat dit moge veranderen, daar wy over
tuigd zyn dat noch bestuur noch directeur
moeite ontzien om de vereeniging te doen
bloeien. Een woord van hulde komt zeker
den directeur, den heer Okkerse, toe, die in
zoo weinig tyd zooveel tot stand wist te
brengen, en aan mej. v. E. voor haar gevoel
vol pianospel.
De bevolking der gemeente Koudekerk
bedroeg op 31 December 1894 1427, nl. 717
m. en 710 vr. Zy vermeerderde gedurende
het jaar 1895 door geboorte met 26 z. en
26 d., door vestiging met 55 m. en 83 vr.
Zy verminderde door sterfte met 17 m. en
15 vr., door vertrek met 69 m. en 87 v.,
zoodatzy gehpel vermeerderde met- tn. en
7 vr. en óp 31 December 1895 beliep 722
m. en 717 vr., totaal 1439 zielen.
De schietvéreenigir.g „Hollandia", te Kat-
wyk, werd uezer dagen by koninkiyk besluit
erkend. Hoewel nog kortelings opgericht, is
het ledental reeds niet onbelangryk. Voorzitter
is de heer A. v. Prooyen, te Katwyk aan den
Ryn.
Uit "Wadding8veen meldt men ons, dat
Woensdag-avond 11. eenige dames en heeren
uit die gemeente optraden voor de leden van
't Leesgezelschap en hunne geïntroduceerden
met een paar tooneelstukken, nl. „Uitgaan"
en „De geleende kamer". Een vry talryk
publiek was opgekomen, dat met belang
stelling de opvoeringvolgde. Namens de aan
wezigen bracht de voorzitter van 't Gezel
schap, de heer K. v. d. Torren Jz., een bar-
teiyk woord van dank aan hen, die tot dezen
genotvollen avond hadden meegewerkt.
Donderdag avond vergaderde de vereeniging
„De Werkman", te Waddingsveen. Uit het
verslag van het 13de boekjaar bleek, dat de
ontvangsten waren 988.43 en de uitgaven
ƒ646.24, zoodat er een batig saldo was van
ƒ342.19. Het geheele batig saldo bedraagt
thans 2596.20. Het aantal leden is aan 't
einde van dit boekjaar 168. Dat deze zoo nut
tige instelling moge biy ve bloeien, is onze har-
toiyke wensch.
De heer Sterk, onderwyzer te Waddingsvoen,
heeft van den Raad der gemeente een verlof-
tyd van 10 a 12 maanden gekregen. Men zal
hem als onderwyzer alhier blyven beschou
wen, zoo hy voor zich een geschikten plaats
vervanger weet te vinden.
De lyst der stemgerechtigde ingelanden
in het 8ste kiesdistrict van het Hoogheem
raadschap Rynland, hoofdplaats ^ydabrugge,
voor het dienstjaar 1896, bevat de namen van
353 stemgerechtigden, die te zamen 1007
stemmen kunnen uitbrengen, wegens eigen
dommen, gelegen onder do gemeenten Wou-
brugge, Alkemade en Rynzaterwoude.
De dienstplichtigen der nationale militie,
lichting 1896, uit de gemeenten Nieuwveen,
Zevenhoven, Leimuiden, Ter-Aar, Woubrugge,
Alkcraade en Rynzaterwoude (het 14de militie
kanton, hoofdplaats Woubrugge) worden den
9den Maart a. s., 's voorm. 9'/4 ure, afgeleverd
in het Invalidenhuis te Leiden.
De Haagsche tooneelvereeniging „Entr
Nous", die de vorige maal by hare uitvoering
te Alfen zooveel succes oogstte, zal binnen
enkele weken aldaar eene uitvoering geven.
Het getal ingeschrevenen voor de natio
nale militie in de gemeente Alfen, lichting
1897, bedraagt 47; voor de gemeente Aarlan-
derveen 27.
De onderhandelingen tusschen H. M. de
Koningin-Regentes en H. K. H. de Groot
hertogin van Saksen over het Paleis van wyien
Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden, t6
's-Gravenbage, z(jn zooverre gevorderd, dat do
verkoop van het Paleis en aanhoorigheden aan
Hare Majesteit is bepaald.
Het Paleis zal vermoedeiyk reods Mei a. s.
in het bezit van Hare Majesteit overgaan,
hoewel het natuurlyk bestemd is om eerst
óver eenige jaren door Hare Majesteit te
worden betrokken.
De commissie te 's-Gravenhage, voor de
oprichting van een gedenkteeken voor Con-
stantyn Huygens, ontving eene bydrage van
100 van het „Provinciaal Utrechtsch Genoot
schap van Kunsten en Wetenschappen". Deze
bydrage is te meer welkom, omdat de ver-
eiscbte som nog niet byeen is. (Penningmeester
der commissie is de heer D. F. Scheurleer;
secretaris mr. O. Bake, beiden te 's-Graven
hage).
De zeemiliciens-verlofgangers der lichting
1894 in de provincie Zuid-Hollanl zyn rp
den 23sten April a. s. voor den tyd van zts
weken onder de wapenen geroepen.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
hebben ongegrond verklaard het door Willem
Jacobus Gyzeny, loteling voor de gemeente
Gouda, ingebracht bezwaar teg6n zyne a. n-
wyzing voor den dienst en hem voor mn
dienst der nationale militie 1896 aangewezen.
Mr. R. A. Fockema heeft voor den
Hoogen Raad den eed afgelegd als raadsheer
in het gerechtshof te Leeuwarden.
Als advocaat en procureur by den
Hoogen Raad is beöediga jhr. mr. O. H. C.
Flugi van Aspermont.
Aangaande de lustrum-feesten te Utrecht
wordt aan het „Utr. Dbl." nog het volgende
medegedeeld
De hoofdpersoon, F. A. C. graaf Van Lynden
van Sandenburg, krygt een harnas, gemaakt
naar 't origineele model, door keizer Maximi-
liaan II gedragen, welk origineel zich bevindt
in de groote arsenaal-verzameling te Weenen.
Verder komen er ongeveer 18 geharnaste
ridders in buitengewoon fraaie bronzen en
aluminium rustingen, waaronder zullen uit
munten do aartshertogen.
De drie vorstelyke personen, die op het tor
nooi zullen verschijnen, zyn vergezeld van
hunne herauten, die zeer fraaie kostumes
zullen dragen. Iedere heraut heeft zyn eigen
staf, voorzien van de emblemata en wapens
van den vorstelyken persoon, welken hy
voorstelt.
Een en ander is toevertrouwd aan de zorgen
van de Koninkiyke Utrechtsche Fabriek van
Zilverwerken, van C. J. Begeer.
Verhaal uit Labrador.
2)
Doordien hy zich in Schotland er aan ge
wend had, in een behoorlyk huis te wonen,
bevielen hem de holen en de huidentent in
zya land niet meer. Hy liet zich door de
timmerlieden der missie een vast houten huis
bouwen met een grooten haard en andere
gericflykheden en faciliteiten.
Het gevolg was, dat alle huwbare Eskimo
meisjes met hem coquetteerden en hem
gaarne tot man wilden hebben. Doch Tuki
liet haar smachtenzyn hart klopte voor een
zekere Suzanna, de dochter van den koopman
en herbergier Andrews. Deze, een oud jager
der Hudsonbaai-pelscompagnie, was de aan-
zienlykste en rykste man in de kleine, by
de missie Nain ontstane visschersplaats. Hy
dreef ruilhandel met de Eskimo's en had
altyd de grootste voorraden. Ook had hy met
den kapitein van het schip van Leith tot
wederzydache tevredenheid de beste zaken
gedaan.
Zyn dochter Suzanna was volstrekt geen
schoonheid. Zy was klein, had een stompen
neus, dikke wangeD, roode haren, maar een
opgeruimd gemoed. Zy had Tuki betooverd,
die in haar zyn vrouwelyk ideaal zag.
Reeds vroeger had by pogingen gedaan,
haar tot bruid te krygen. Suzanna hield
namelyk wel van hem; ook was zy zich
bewust, dat zy geen al te hooge eischen kon
stellen. Maar heur vader had hem indertyd
met verachting afgewezen.
Nu echter was Tuki ryk geworden en
bezat hy een mooi houten huis. Zoo dacht hy
dus met hoop in het hart weer eens te
mogen aankloppen. Inderdaad behandelde de
voormalige trapper hem nu met meer achting,
maar toch wees hy hem af met de besliste
woorden: „Myn dochter zal geen Eskimo
huwen 1"
Suzanna vras daarover zóó bedroefd, dat
zy haar gewone opgeruimdheid verloor; zy
weende zich de oogen rood, waardoor haar
gezicht er lang niet mooier op werd. Haar
afgewezen minnaar echter had er zeer veel
verdriet van want ook een jonge Eskimo
bezit een gevoelig hart, en de liefde oefent
haar geheimzinnige macht in alle hemel
streken, aan de Noordpool en in het woestyn-
zand, uit.
Om zich wat afleiding te bezorgen, besloot
Tuki in het binnenland te gaan jagen. Hy
trok het gewone, zeer practische Eskimo-kos
tuum aan, nam zyn beste jachtgeweer, waar
mede hy goed had leeren omgaan, en maakte
zyn zeilboot reisvaardig. Hy had het voornemen,
in de bergen aan de rivier zoo mogelyk eenige
zwarte vossen te schieten, welker fraaie vellen
zeer kostbaar zyn. Met een gunstigen oosten
wind voer hy den breeden stroom op, die zich
in de bocht van Nain uitstort.
n.
Toen de koene Portugeesche zeevaarder
Gaspar Cortereal in het jaar 1501 op zyn
Noordpoolreis een kuststreek van het reus
achtige, ongeveer twintigduizend vierkante
mylen groote schiereiland van Noord-Amerika
ontdekte, gaf hy aan de streek den naam
„Tierra Labrador," wat „bebouwbaar land"
beteekent. Een wonderlyke, zeer ongepaste
naam! Want in Labrador vindt men in de
dalen van het binnenland wel boomgroei,
maar van een bebouwing van den bodem
kan by het klimaat van het land geen
sprake zyn.
De kusten zyn het beat bekend. Daar wonen
sedert honderden, misschien sedert duizenden
jaren, stammen der Eskimo's, die, wat hun
onderhoud aangaat, op de zee, namelyk op
visschery en robbenvangst, aangewezen zyn.
Het bergachtige binnenland is nog byna
geheel onbekend. Men weet alleen, dat in
het zuiden groote wouden, in het noorden
ontzaglyke woestynen, vele meren en stroo
men zich bevinden. Eenige Indianenhorden
trekken daarin rond, de Naskopis en de Skof
fis, zooals zy door de Eskimo's genoemd wor
den. De blanke vtsschers en schippers, die
soms pelzen van hen koopen, noemen hen
„Mountaineers" en verstaan daaronder „Berg-
Indlanen". Deze wilde roode jagers zyn zeer
bekwame boogschutters. De Eskimo's waren
ten tyde van ona verhaal hun erfvyanden.
Waar Indianen en Eskimo's elkander ont
moette, ontstond altyd een bloedig gevecht.
Noch aan de eene noch aan de andere zyde
kende men erbarming.
Vreemd is het, dat men nog niet van het
zuiden uit het groote land nauwkeuriger is
gaan onderzoeken, wat toch zonder groote
moeiiykheden uitvoerbaar schynt. Mettertyd
zal men er nog wel toe besluiten en dan
waarschyniyk menige gewichtige en nuttige
ontdekking doen.
Toen Tuki ongeveer twintig kilometer ver
den stroom opgevaren was, stuurde hy zyn
vaartuig onder een overhangenden rotswand
door in een hem bekond hol, welks achter
grond er uitzag als een vreeswekkende muil,
waarin hy zich nooit gewaagd had. Daarop
nam hy zyn geweer, steeg uit en waadde
door het water tot aan den oever.
Hy doolde ongeveer een half uur lang tus
schen de rotsen, toen hy een wilde geit ont
waarde, waarop hy schoot. Hy miste. Direct
daarna echter vernam hy een gillend kryga-
geschreeuw. Tot zyn grootste ontzetting ont
dekte hy op eeDigen afstand eene bende van
ongeveer twintig Naskopi-Indianen, die direct
op hem los stormden, nadat zy door het
geweerschot waren opmerkzaam gemaakt.
Slechts een haastige vlucht kon hem red
den. De weg, waarlangs hy gekomen was,
was hem reeds afgesneden. Hy moest dus
een andere richting inslaan, om zyn verbor
gen boot te bereiken.
Doch zyn onbekend pad werd weldra byna
onbegaanbaar.
Naakte rotsen om hem heen. Donkere
slangensteen met lagen van gneis, glimmer,
kwarts en kalkspaath. Tuki wjst evenwei
niets van geologie en mineralogie. Voor hem
was de steen niets dan een steen, en de rots
een rots.
Het kryg8ge8chreeuw zyner vervolgers werd
duidelyker hoorbaar. Zy waren hem nader
gekomen.
Nu geraakte hy by het haastige loopen
en klimmen vooreen diepe, niet te bespringen
kloof, een van de soort, die men in het verre
zuiden „canon" noemt. Van boven was zy
zoo schuin als een kerkdak, twintig meter
naar beneden liep zy steil af en men kon
den grond der kloof niet zien.
Er was geen uitweg meer. Tuki moest zich
gevangen geven en den gruwelyksten dood
aan den martelpaal ondergaan, óf' hy moest
zich in den afgrond storten.
Hy verkoos het laatste.
„Misschien ligt daar beneden in den afgrond
nog een dikke laag wintersneeuw", dacht hy.
„Als d&t het geval is, kan ik my nog redden.
Zoo niet, dan word ik verpletterd; doch dit
is altyd nog beter dan door de roode vyanden
langzaam doodgemarteld te worden."
De Indianen waren nog slechts vyftig pas
van hem af. Eenigen spanden reeds hun
bogen. Eensklaps wierp Tuki zich op den
grond, en in het volgende oogenblik rolde
hy by de schuine belling neer. De toesnel
lende Indianen zagen nog, hoe hy in den
schynbaar bodemloozen zwarten afgrond
stortte. Zy hieven -een triumfgehuil aan, want
zy dachten natuurlyk, dat de Eskimo daar
beueden verpletterd moest liggen.
Bevredigd in hun wraakzuchtige gevoelens
trokken zy af.
En Tuki?
De wakkere Eskimo maakte het naar
omstandigheden heel goed.
(Slot volgt.)