N°. 11023
Vrijdag 31 Januari.
A0 1896.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit iiommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 30 Januari.
Feuilleton.
In de val geloopen.
IEIDSCH
BAfrBLAB
IC
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DER ADVERTENTTEN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseereri bulten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Ofllciëele Kennisgevingen.
Do Burgemeester van Leidon herinnert bg deze
don geeetolijkon en studenten in de god
geleerdheid, die reeöa bg do nationale militie
zijn ingelijfd, alsmede hnn, die daartoe kunoen
worden opgeroepen, dat zij tot hit bekomen der
on'iheffing van don vrerkeljjken dionet, bedoeld bij
de eerete zineiiedo van art. 127 dor wet van 19
Augustus 18C1 (Staatsblad No. 72), K®wgzigd bij de
wet van 4 April 1-92 (Staatsblad No. 56), rerpl clit
zgn tu'schen den 20sten Januari en den letou Februari
dezes jaare, hunne aanvragen, met het daarbij be-
hoorend bewijsstuk, bg hem, Burgemeester, in te
dienon.
Loiden, De Burgemeester van Leldsa,
17 Jan. 189f. F. WAS.
Door curatoren der Universiteit alhier is,
met ingang van 1 Februari a. s., benoemd tot
tweeden custos aan deUniversiteits-Bibliotheek
alhier, de heer H. Cornet, thans schrijver
aan die instelling.
Naar vernomen, zal in do maand
Maart in een drietal cursusvergaderingen de
hoogleeraar mr. W. Van der Vlugt voor de
afdeeling Leiden van het Algemeen Neder-
landsch Werkliedenverbond optreden. De eerste
twee avonden zal door ZHQ. de geschiedenis
der Engelsche vakverbonden behandeld wor
den, den derden avond het opnemen van be
palingen in bestekken omtrent minimum-loon
©n maximum arbeidsduur.
Voor niet leden der afdeeling zullen gratis
toegangskaarten verkrijgbaar worden gesteld.
Evenals pater Bolsïus, uit Ouden1 osch,
zijn ook dr. R. Horst en dr. C. L. Reuvens,
conservatoren aan het Museum voor Natuur
lijke Historie te Leiden, benoemd tot buiten-
landsch lid der Keizerlijke Maatschappij van
Natuurkundige Wetenschappen te Moskou.
Men schrijft ons uit Woubrugge: De
heer Blommendaal, van Leiden, hield alhier
z(jne aangekondigde lezing over „Patrimo
nium". Na lezing van Ps. 46 en gebed sprak
hij over het heden van „Patrimonium", na eerst
een terugblik op het verleden te hebben ge
worpen, hoe „Patrimonium", geboren uit den
nood der tijden, tegen de revolutie, maar ook
tegen alle conservatisme gekant is. Herinne
rend aan haar naam (vaderlek erfdeel), be
toogde 8pr. dat zy hare leden voor dat erfdeel
der vaderen tracht te bewaren, maar tevens
ook dat erfdeel voor hare leden, zoodat „Patri
monium", zich bewegende binnen deze lijnen,
is Nederlandsch historisch.
HU spoorde de Christelijke werklieden aan
zich alzoo onder den vorm van Gods Woord
te bewegen, en te strijden tegen het ver
keerde op 't sociaal terrein des levens. Wat
„Patrimonium" wil, ook voor de toekomst,
zette spr. aan de hand van het bekende
sociaal program uiteen.
Na nog een woord van opwekking tot aan
sluiting, om ook hier een afdeeling op te
richten, eindigde spreker zijne boeiende lezing
met dankgebed.
Men schrijft ons uit Leiderdorp: Heden
viert een zeer geacht ingezeteno alhier, do
heer C. Van der Maaren, oud commissaris
van politie en waterschout te Rotterdam, zyn
80sten geboortedag. Wy wenschen den hoog
bejaarden, doch zeer krassen man nog vele
levensjaren toe.
Men schrijft ons uit Voorhout:
Dinsdag avond jl. had in het toepasselijk
versierde schoolgebouw alhier de aangekon
digde feestvoorstelling plaats vanwege de
Katholieke Kiesvereenigiug „Eensgezindheid".
Het bestuur had do goede intentie gehad
voor dien avond den Bredaschen coupletzanger
Abr. De Winter te engageeren, bygestaan door
enkele specialiteiten.
De verwachting was hoog gespannen. De
roep toch, die van De Winter uitgaat, is zóó
groot en zóó algemeen overeenstemmend in
lof, dat 't geen wonder was het schoolgebouw
reeds vóór het aangegeven uur geheel bezet
te zien door bUna al de leden der Vereeniging
met hunne dames.
Behalve dezen waren ook de eere voorzitter,
de hoogeerw. heer pastoor dezer parochie,
alsmede een tiental professoren van het
seminarie „Hageveld" en andere notabelen,
tegenwoordig. De burgemeester was ver
hinderd de uitvoering by te wonen.
Om ruim zeven uren werd de soirée ge
opend met enkele muzieknommers. Vervol
gens trad op de heer Sir Matthieu Collen,
een specialiteit in het bespelen van allerlei
instrumenten, met een vaardigheid, die menig
een verbaasd deed staaD en dio terecht veel
byval lnoogstte. Ook toen diezelfde heer na
de pauze als snelteokenaar optrad, was het
hem gebrachte applaus niet minder en er
moet worden toegegeven, dat hy een Diet
onbelangrijk aandeel heeft gehad in het wel
slagen van den avond.
De glanspunten echter bleven de voor
drachten van den genialen De Winter. Want
geniaal ia hy in den vollen zin des woords.
Geen enkele regel wordt door hem gedecla
meerd, of er zit eene beschouwing in, geen
enkel lied, of 't is een parodie op bekende
toestanden. Zyn mimiek, zooals wy o. a. die
in „Jongens van Jan De Witt" en in het
9Eierenvrouwtje van Oirschot" zagen, was
éónig mooi. Zyn glasheldere stem imponeerde
alle aanwezigen, die als 't ware ademloos
zyne voordrachten aanhoorden en eerst nadat
de laatste klanken waren weggestorven door
uitbundig handgeklap hunne erkentelykheid
uitdrukten.
En dan de buitengewone kieschheid zyner
voordrachten, zoo geheel verschillend van die
van vele andere komieken, welke meestal in
het platte hunne aardigheden zoeken, dat
vooral bewees, dat toaar talent niet behoeft
te wroeten in bedorven toestanden, wil't iets
goeds scheppen en ten gehoore brengen.
Wy kunnen het hierby laten. Wy zyn
overtuigd, dat De Winter by de leden der
Kiesvereeniging den besten indruk heeft
achtergelaten en dat algemeen ingestemd is
geworden met de woorden van den penning
meester der Vereeniging, den heer L. Vester,
toen deze, by het einde der soirée, den grooten
zanger in flinke taal hartelyk dank bracht
en hem een welgemeend „tot weerzien"
toeriep.
Ten slotte zy hot bestuur der Vereeniging
een woord van dank toegebracht voor de
moeite en opofferingen, die het zich ter wille
der leden heeft getroost. Wij gelooven hierby
niemand te kort te doen, als wy een byzon-
der woord van hulde brengen aan den hoog-
geachten eere-voorzitter, aan den president,
den heer J. Van der Hulst, den secretaris,
den heer W. Kettsnis, en den penningmeester,
den heer L. Vester, die onvermoeid reeds da
gen te voren zyn werkzaam geweest om het
feest in alle deelen te doen slagen. Zy hebben
eer van hun werk gehad l
„Eensgezindheid" heeft een feestavond ge
vierd, waarop het trotsch mag terugzien. Moge
de Vereeniging steeds in bloei toenemen, trouw
aan hare beginselen, trouw aan haar devies.
Voor de aanstaande maskeradefeesten
van het Utrechtsch Studentencorps worden
groote toebereidselen gemaakt. De levering
der_ kostumes voor den optocht en het tor
nooi is opgedragen aan de firma Merawski,
een nieuw huis, dat zich te Utrecht gevestigd
heeft. Ia verband met het tomooifeest zullen
aan den stoet tal van geharnaste ridders deel
nemen. De hoofdpersoon, A. baron VanLynden,
zal in den stoet een zwart met goud versierd
harnas dragen; h6t zal evenals van enkele
heeren uit het gevolg van alluminium ver
vaardigd zyn, dat zich prachtig bewerken laat.
Het tornooi zal plaats hebben op het terrein,
waar in de maskeradeweek het groote sport-
feest wordt gehouden. Een middeleeuwsche
slotpoort, waardoor de stoet moet binnentre
den, zal daar worden opgericht. Tevens zal
op het terrein een tribune worden opge
richt, waarop duizenden personen kunnen
plaats nemen. Uit alle oorden van het land
zullen de dagen van het tornooi extra-treinen
loopen.
In het begin der volgende maand zullen
de oefeningen voor het tomooifeest een aan
vang nemen.
Te Rotterdam is in den ouderdom van
72 jaren overleden de heer P. Van Staveren,
oud-secretaris van Delftshaven.
Het stoomschip „Admiral", van Hamburg
en Amsterdam naar Oost-Afrika, arriveerde
29 Jan. te Aden; de „Bromo", van Java naar
Rotterdam, vertrok 29 Jan. van Marseille; de
„Maasdam" vertrok 29 Jan. van Rotterdam
naar Nieuw-York.
By koninkiyk besluit is den ontvanger
der directe belastingen D. L. H. Van Bassen
Jongbloed, te Utrecht, op verzoek eervol ont
slag verleend, met behoud van aanspraak op
pensioen.
Aan de commissie tot het houden van een
vergelykend onderzoek van candidaten, din
gende naar het getuigschrift van voldoend
afgelegd examen voor opzichters v.in den
Rykswaterstaat, ingesteld by koninkiyk besluit
van 14 dezer, nog als lid toegevoegd D. E. C.
Knuttel, ryk8bouwmeebter in het 2de district
te 's Gravenhage.
Gren.STeranderiiig tusscheu Amsterdam,
SlotoD, Diemen en Nienwer-Amste).
Ingekomen is de Memorie van Antwoord
van den Minister van Binnenl. Zaken op het
Voorloopig Verslag der Tweede Kamer.
De minister wyst op het verschil van uit
gangspunt, dat by de beoordoeling van dit
wetsontwerp klaarbiykeiyk tusschen hom en
een deel der leden bestaat.
Do administratieve bezwaren, aan den tegen-
woordigen toestand verbonden, zyn onge-
twyfeld zeer groot en de wegnoming daarvan
is een gewichtige grond ten gunste van de
nieuwe grensregeling. Maar de beslissende
reden, waarom de minister het door Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland voorbereide
ontwerp warm ondersteunt en aanbeveelt, is
gelegen in den plicht om te zorgen, dat by
voortgaande uitbreiding van Amsterdam ook
in andere richtingen, dan waar thans de ge-
meenteiyke grens aan beide zyden door be
bouwde wyken wordt ingenomen, en by wer
ken ter bevordering van algemeen stedeiyke
belangen, in het vervolg niet dezelfde be
zwaren worden ondervonden, welke zich by
de vorming van de reeds bestaande Amster-
damsche stadswyken op een door de gemeen
telijke grens op grillige wyze doorsneden
gebied io zoo ruime mate hebben doen ge
voelen.
"Wegneming van belemmeringen, die aan de
vorming van bloeiende steden in den weg staan,
is- steeds het eerste doel; de wegneming der
.bezwaren en onbillykheden, die zich doen ge
voelen, wanneer stadsaanbouw het gemeenteiyk
territoir overschrydt, sluit zich hierby in de
tweede plaats aan.
Amsterdam is ten dezen niet op geiyken voet.
behandeld met andere steden. By andere steden
groote en kleine, heeft mon geiyke bezwaren
voorkomen en is de uitbreiding door gemeente-
lyke grensverandering voorbereid en bevorderd.
Het landsbelang niet enkel het gemeente-
ïyk belang der betrokken plaatsen eischt de
vorming van bloeiende steden, voorzien van
alles wat de gezondheid en geestes ontwikkeling
harer bewoners, de vermeerdering barer oeco
nomische. kracht, de nauwgezette behartiging
harer verkeersbelangen en eene biliyke verdee
ling der aan dit alles verbonden gemeenteiyke
lasttn kan bevorderen. Het eerst noodige ten
behoeve van dit landsbelang is, dat een aaneen
gesloten stads territoir niet onder verschillende
gemeenteiyke administratiön worde gesteld.
Jui6t wegens het algemeen belang, hetwelk
ook in de toekomst voor het geheels laud er
in gelegen is, dat de steden zich krachtig
ontwikkelen, is de vraag, of de betrokken
ingezetenen met de grensverandering inge
nomen zyn, voor het Ryksbestuur niet van
overwegend gewicht.
Misschien zou de toestand geheel ver-
dwyneD, wanneer hy niet gevoed werd door
den tegenwoordigen toestand van het ge-
meent elyk belastingstelsel.
Blykbaar meent men te Nieuwer Amstel,
dat de nieuwe grensregeling met het oog op
de gemeenteiyke lasten voor de bewoners
ook op den duur nadeelig is. Dit kan echter
voor zeer velen hunner licht verkeeren. H^n
zou reeds, voor zoover zy te Amster m
beroepen uitoefenen, dubbele belasting heb et;
getroffen, iDdien het hooger bestuir den aan
slag te Amsterdam der zoogenaamde forensen
had goedgekeurd.
Zonder op de nieuwe regeling van het
gemeentolyk belastingstelsel vooruit te loopen,
mag toch door den minister niet worden ver
zwegen, dat hy het onbiliyk vindt, dat uit
wonenden, die geregeld ter uitoefening van
een beroep in eene gemeente vertoeven en
aldaar te dien einde winkels, kantoren of
andere lokaliteiten ter hunner beschikking
hebben, er desniettemin niet in de persoon-
ïyke lasten, bedoeld by art. 240, secundo 4de
lid, der Gemeentewet, bydragen.
By Nota van wyziging zyn eenige verande
ringen aangebracht, deels ter verduid*.lyking,
deels ter verbetering van eenige cyfers in hot
oorspronkeiyk ontwerp, noodig geworden door
tydens de voorbereiding plaats gehad heb
bende kadastrale vernummering.
Verschuiving van den terrayn van in-wor-
king treden tot 1 Januari 1898 schynt niet
op goede gronden te rechtvaardigen.
De termyn van 1 Mei 1896 is in nader
overleg met Gedep. Staten van Noor (-Hol
land, die de wenschelykheid van spoedige
invoering beamen, gekozen, ten einde admi
nistratieven omslag zooveel mogeiyk te voor
komen.
Gemengd Nieuws.
Tot de gebouwen hier ter sted6,
die reeds sedert onheuglyke jaren een zekere
vermaardheid genieten, behoort ook het hotel
„Plaats Royai", waaraan tevens een restaurant
is verbonden. Iedereen kent dat op den hoek
Noordeinde en Kort-Rapenburg zeer gunstig
gelegen perceel, zoo niet inwendig, dan toch
van buiten. Er is echter eene zaal aan ver
bonden, waarvan de eigenaar, de heer J. W.
Ouwerkerk, het jammer vond dat er niet
meer gebruik van gemaakt werd, terwyi ze
zoo uitmuntend geschikt is voor het houden
van vergaderingen als anderszins. Zoo gaarne
zou hy zien dat daarin verandering kwam.
Maar er was een bezwaar aan verbonden. Hy
had geen vergunning en zooals bekend is,
zit men daar niet altyd „op een droogje".
Om in dit ongerief te voorzien, heeft hy
een „buitengewone vergunning" aangevraagd
en verkregen.
Dit gaf hem aanleiding om tevens aan het
gebouw zelf eveneens eenige veranderingen
te doen aanbrengen en een van die verbete
ringen is, dat de bezoekers thans niet meer
de lange gang van de zyde van het Noord
einde behoeven te passeeren, maar onmid-
deliyk aan het Kort-Rapenburg de zaal kunnen
binnenkomen, doordat door het uitbreken van
een gedeelte van den muur, daar een deur
met een naar de zaal leidende kleine trap
kon bevestigd worden.
Insgelyks bevindt zich in die zaal, van waar
men een waarlyk aardig, interessant uitzicht
naar buiten heeft, thans een buffet, hetwelk
de noodige ververschingen aanbiedt, doch by
id
Maar waarom spaarden zij Amelia dan,
in plaats van haar werkelijk te Tergeven?"
„Daarvoor bemint Granger het meisje
liog te veel; voor zijn daden heeft hij een
tweeledig doel."
„Ik ga nu dadelijk naar den schurk, om
hem, met de revolver op de keel, het ge
heim af te persen."
„Dan onttrek ik mjj aan de z^ak."
„Waarom arresteert ge hom vandaag
maar niet?"
„Omdat we de bewijzen nog niet in han
den hebben en omdat we veel gemakkelijker
tot de gewenschte oplossing kunnen komen."
„We kunnen hem dwingen, Amelia's ver
blijfplaats op te geven."
„Mijn beste man, wat zijt ge toch oner
varen: we kunnen niets dwingen, zoolang we
geen onomstootelijke bewijzen hebben."
„En al dien tijd is Amelia in de macht
van dien slechtaard."
„Laat alles aan mij over en ik verzeker
u, dat zjj spoedig op vrjje voeten zal zijn."
„Hij heeft haar wellicht reeds gedwongen
een huwelijk met hem aan te gaan."
„Neen, daarvoor vreest hij mij te zeer."
„Wie weet hoe hij haar reeds gemarteld
heeft!"
„Kunt ge mij nu niet een weinig ver
trouwen?"
„Acht en veertig uren wil ik afwachten
en mij geheel naar uw raad gedragen."
„Ge moet voortdurend op uw hoede zijn
voor sluipmoordenaars; zijt gij gewapend?"
„Altijd."
„Stel niet te veel vertrouwen op uw eigen
kracht; zelfs de moedigste staat machteloos
tegenover een sluipmoordenaar."
„Wanneer hoor ik weder van u?"
„Morgenochtend."
„Wilt ge mijn adres hebben?"
„Gaarne, en houd u gereed, zoodat ik u
elk oogenblik kan laten roepen."
„Ik beloof het u."
„En nu verzeker ik u op mijn woord
van eer, desnoods wil ik u mijn loven ten
pand geven, dat gij Amelia weer zult zien,
even lieftallig en even schoon, ik herhaal
het nogmaals, als gij haar den laatsten keer
gezien hebt. En ik durf u verzekeren, dat
ik niet houd van praatjes maken."
Nadat Meade vertrokken was, bleef Harry
Park bjjna twee uren bezig met zich zóó
te vermommen, tot hjj eindelijk geheel
onherkenbaar was. Hjj was een man met
een koel verstand, die kalm het vóór en
tegen der dingen berekende, eer hij over
ging tot handelend optreden.
Sinds hij gemengd was geworden in de
geheimzinnige zaak, had hjj die geen uur
uit het geheugen verloren. Den vorigendag
had hjj een half uur doorgebracht in de
Morgue in Brookljjn, met het bestudeeren
der trekken van den op het kerkhof ver
moorden man.
Niemand was Jiet .ongelukkig slachtoffer
komen opeischen en Harry Park begreep,
dat hjj voor het listigste, slimst doordachte
plan stond, wat hem in zjjn goheele loop
baan nog was voorgekomen.
Het was reeds avond geworden, eer zijn
toilet voltooid was; waren de kennissen
van den vermoorde hem tegengekomen, dan
hadden zy vol schrik uitgeroepen, dat de
doode was opgestaan.
XHL
Hjj wilde er de proef van nemen, in
hoever zjjn list gelukt was, en daarom begaf
hjj zich rechtstreeks naar Brooklyn. In de
Morgue lag nog steeds tentoongesteld het
lijk van den man, die door juffrouw Brown
herkend was als de klerk van een rechts
geleerde.
Op de pont sprak een vreemdeling hem
aan op gemeenzamen toon en noemde hem
George Austin.
De detective hielp den man, vreemd ge
noeg, niet uit den droom, door te zeggen:
„Ge vergist u, ik ben George Austin niet,"
maar zeide eenige banale phrasen tegen hem.
Gedurende dat korte gesprek nam Harry
den vreemdeling nauwkeurig waar, doch
deze toonde geen de minste verbazing over
de ontmoeting.
Harry Park had het een zaak van geringe
beteekenis gevonden om de kleeding van
den vermoorde precies na te bootsen, doch
om den juisten toon der Btem te treffen,
was moeilijker geweest, daar de detective
hem bjj zijn leven nooit had hooren spreken.
Hem had geen ander hulpmiddel ten dienste
gestaan dan het bestudeeren van den vorm
van den mond, om daardoor da spraak af
te kunnen loiden.
Doch de vreemdeling meende inderdaad
Austin voor te hebben en Harry lachte
vergenoegd om de wèlgelijkende imitatie,
die hjj had weten te verkrijgen.
De dood vaD den ongelukkige scheen nog
niet bekend te zjjn bij zijn kennissen; dat
bleek duidelijk uit de kalmte, waarmede
de vreemde tot hem, den gewaanden George
Austin, sprak. Harry bereikte de Morgue
en schelde aan.
De concierge opende de deur en deinsde
met een kreet van schrik achteruit.
De detective stapte door tot onder de
helder brandende gasvlam.
„Do dooden worden weder levend!"
schreeuwde de concierge.
Met zjjn natuurlijke stem antwoordde Park
„Ik wenschte liet lijk te zien van den
man, die op het kerkhof te Greenwood
vermoord i6 gevonden."
„Goede vriend, ge kunt niet anders zjjn
dan zjjn tweelingbroederhet is een treurige
zaak voor u," zeide de concierge, Harry
medelijdend op den schouder kloppend.
Ilij leidde hem in het vertrek, waar de
dooden lagen; de vermoorde lag nog juist
zooals hy dadelijk van het kerkhof was
binnengebracht. De detective wierp slechts
een vluchtigen blik op het verstijfde gelaat,
dat hjj, zonder dat de concierge het wist,
reeds zoo nauwkeurig had bestudeerd. Deze
bleef naast den bezoeker staan, wachtend
op de hevige uitbarsting van smart, die hjj
meende, dat de vermeende tweelingbroeder
ten beste zou geven.
„Ik heb dien man nooit gezien," merkte
hjj kalmpjes op, tot verbazing van den
bewaker.
„Is hjj dan niet uw tweelingbroeder?"
„Ik heb nooit een broeder gehad."
„Wat komt ge dan hier doen?"
Men zeide mij, dat ik zoo verwonderlijk
veel op hem geleek, en daarvan wilde ik mij
met mjjn eigen oogen overtuigen."
„Schurk! Ellendeling! Mensch zonder een
greintje gevoel, boe kunt ge hier uw eigen
broeder ten aanscbouwe van iedereen laten
liggen?"
„Ik zeg u, dat ik den man nooit ge
zien heb."
„Ge zult deze plaats niet verlaten, eer
ge met den inspecteur van politie gesproken
hebt," dreigde de concierge.
„Heel goed, dat zullen we toch eens zien
„Niet dan over mijn lichaam komt ge
die deur uit!"
De detective kwam vlak bij den man staan,
zoodat dezo ontsteld terugweek en uitriep:
„Blijf van mjj af!"
„Luister eens naar mij en verraad u
niet," zeide Harry, die den man heel goed
kende.
„Ik zal hulp roepen; hier is een geheim
zinnig feit, dat opgelost dient te worden."
Ilarry schoof zjjn hoed uit zijn oogen en
trok eens aan zijn pruik.
„Ben ik niet mooi verkleed, goede vriend
(Wordt vervolgd.)