Breestraat
h. Haiistesimakerssteeg.
De bekende Jaarlijksche
zal plaats hebben van af HEDEN tot en met
Ale goederen tanen gepast, doch niet
geruild of on zicht gezonden worden.
otisM
Het Magazijn is geopend van 9-1 uur 's voormiddags,
van 2-5 uren 's namiddags en van 6-9 uren 's avonds.
Schilder- en Teekenles.
TE BÜUB, ad 285:
^lijnlandsche Bankvereeniging,
f. W. Keintz Go.,
K kijn 11. beiden.
afdeeling leiden.
F"©uill©ton.
TE NIEUWSGIERIG.
hot INKEREN HUIS met TUIN aan den
Hoo/en Rijndijk nabjj Leiden, No. 128.
Bevattende: 4 Kamers, Serre, Keuk-n,
Bo lenkamers, voorzien van Waterleiding en
vele gemakken. 348 10
Inlichtingen verstrekken G. DE VINK,
Steenhouwer, Morechsingel 279, Leiden, en
J. VELLENKOOP, Houthandel, Zo&terwoude.
YERKADE's
Prima Zaansche Bosch uit
in busten, wordt uitsluitend van
de beste grondstoffen bereid. Ver-
ftak king in blik waarborgt zindo-
rjkbeid en herkomst.
VERKADE Coup., Zaandam.
1100 9
In het Schilderen en Teekenen wordt
onderwijs gegeven door den onderge-
toekende, oud-leerling der Rijks academie van
Beeldende Kunsten te Amsterdam.
328 10 Aanbevelend,
P. G. MAAN,
HfArendljlt IVo. ?8. Kunstschilder.
(^etcten a deposito voot
feiten e*i Zanden Jewiyrt.
7120 9
VERGIUKRIKK met Vrouwen op
Vrfjdng i Januari e. k., 's avonds te
S urn in liet Nutsgebouw
Behandeling van ingekomen vragen.
S. KUTSCH LOJENGA,
381 10 Secretaris.
JANUARI.
O 384 400
63)
En toen doed die wreedo schurk een verhaal
van vooruit beraamde, misechion ii laagheid
nooit geëvenaarde schelmerij. Partij trekkende
van Franks zorgloozen, tragen aard, had
Lutnloy bet herhaaldelijk zóó aangelegd, dat
Frank ten behoeve van do firma stukkon van
fraudulouzsn aard teekende. Frank zette er
alleen zijne handteekening onder voor de
firma, op de verzekoring van z(jn compagnon,
dat het wol in orde zou zijn.
Do wijze, waarop dit werd uitgevoerd, was
in den regel als volgt: Er was afgesproken,
dat Frank altijd voor een korten tyd 'a mor
gens op kantoor zou komen en dan nog eoDs
'61 amiddags laat Bfj z kore gelegenheden
ging Lumley opzettelijk even vóór het uur
van de poet heeD, het verzoek aohterlatende,
dat Mr. Rayner do papieren zou onderteekenen,
die er nog waren als lij) zou binnenkomen.
De arme, moegaande Frank, maar al te blij
dat b)i er zoo gemakkelijk afkwam, stemde
gereedelijk toe, en teekende dus dikwijls
stukkon, die, Indien by had geweten wat zy
behelsden, by nooit geteekend zou hebben;
liever zou by zich de hand hebben afgehakt.
Maar eene nog duivelscher daad werd door
dien aartsschurk bedreven. Hy kwam eens
op het kantoor met een verbondon hand en
z O arm in esn doek, en, onder voorgeven,
at by zich verstuikt had en niet schryven
kon, liet hy Frank alle stukken teekenen,
die do handteekening dor firma verelschten,
en daar waren er by van zeer gevaarlyken
aard. De meeste van deze vervalschingen
werden, zooals ik zeide, gedekt door volgende
transacties, ofschoon het moeliyk was te
zeggen, hoeveel er van niet hadden kunnen
ontdekt worden en aanleiding gegeven tot
vervolging, wanneer eenmaal de firma door
andore misdryven achterdocht had gewekt
of beschuldigd was.
Het doel, waarvoor by zyn onschuldigen
compagnon in dit schandeiyk plan betrok,
was duidelyk. Lumley voorzag, dat het vroeger
of later noodzakeiyk zou zyn om Frank als
actief, niet louter passief, medeplichtige to
hebben; en hy had besloten, indien het hem
niet gelukken zou zyn gevoel van eer tot
zwijgen te brengen, hom ton minste zóó in
het nauw te brengen, dat by genoodzaakt
zou zyn zoo berekende de schurk om
tot eigeu veilighoid met zyn schuldigen com
pagnon eamen te werken. Er valt byna niet
aan te twyfelen, dat Lumley niet voornemens
was zoo spoedig er mee voor den dag te
komen, en dat zyn boosaardig plan om Frank
te verleiden hem nog niet ryp scheen. Maar
de drang, hem door Gomez opgelegd, dwong
hem terstond den slag te slaan; hy sloeg
dus en miste.
Het waa eeret op den avond van den dag,
waarop gebeurdo wat ik nu beschreef, dat
Lumley aan Frank het afschuweiyke voorstel
deed, waarvan ik sprak. Frank ging naar
huis, verdrietig en beschaamd over de ont
hulling, en wel zeer laat, om geen aandacht
te wokken. Hy ging ook vroeg vóór het
ontbyt uit, zich verontschuldigende over zyue
afwezigheid, en verscheen op het kantoor
met het vaste besluit Lumley voor de laatste
maal te spreken. De schurk ontving hem
hartelyk, zelfs opgeruimd; verklaarde dat hy
had besloten Binke do aandeelen terug te
geven, die hy hem ontstolen had, zeggende
dat hy er een middel op gevonden had ze
terug te koopen. Hy verzocht Frank, niet
meer te denken aan de andere verklaringen,
die hy had gedaan, welke hy valsch noemde
en alleen geuit met het doel om hem tot
Lumleys wenachen over te halen. Hy zeide
dat Frank beter zou doen nu niet te blyven,
maar dea namiddags terug te koeren; dan
zou hy hem het volle bewys geven, dat de
verzekeringen, die hy nu gedaan had, juist
waren.
Frank, geenszins voldaan, verliet het kan
toor en bracht den dag in een van de buiten-
wyken door, waar hy myien ver over velden
en wegen wandelde, alleen om zyn bittere
gedachten en vreeselyken angst van zich af
te zetten.
Hy keerde ongeveer tegen het vastgestelde
uur terug en naderde het kantoor, toen hy
werd tegengehouden door een van zyne
klerken, die natuuriyk zeer aan hem gehecht
wareD, met het bericht, dat Lumley sedert
'e morgens niet op het kantoor geweest was
en dat politieagenten beide compagnons
zochten. Tegelykertyd overhandigde hy hem
den volgenden brief:
„"Waarde Frank 1
't Is uit, en het epyt ray te zeggen, dat
er niets anders op zit dan ons leven en onze
vrijheid in veiligheid te stellen. Ik ben weg
het doet er niet toe waarheen. Volg myn
raad en tracht eene zeehaven te bereiken en
met het eerste het beste schip te vertrekken.
Ik heb niet meer geld dan wat ik zelf noodig
heb, anders had ik nog wat voor u achter-
gelaten. Maar ik denk wel, dat uw vriend
Paul ik zal de verplichtingen, die ik aan
hem heb, nimmer vergeten u van de noodige
fondsen zal kunnen voorzien. Misschien zoudt
gy goed doen hem zoo spoedig mogelyk op
te zoekeD, indien dit briefje u bereikt. Geloof
my, beBte jongen, dat het my werkelijk spyt,
dat wy in die moeilykheid zyn geraakt, want
jk houd oprecht van u, al moogt gy het niet
denken. Ik boop ook, dat uw vader en Ethel
somtyds niet onvriendeiyk zullen denken aan
Uw vriend en compagnon
C. L."
Dit waa het verhaal het afschuweiyk,
wreed verhaal van trouweloosheid en mis-
dryf dat ik hoofdzakelyk uit Franks wilde,
onsamenhangende woorden byeenbracht, geuit
te midden van menigen uitroep van angst,
toorn en wanhoop, nu eens terwyi hy
zat, dan weer ale hy opstond en heen en
weer liep, de handen wringende en zich de
haren uittrekkende als een krankzinnige.
Genoeg, meer dan genoeg was gezegd, om
my den vreeselyken toestand duidelyk te
maken. Als rechtsgeleerde kon ik niet anders
zien dan dat hy hopeloos in moeilykheden
was gewikkeld, zelfs al had ik niet het
vreeseiyk geheim by my rondgedragen van
wat het eind zou zyn. Hy kon zich niet uit
het net loswerkeD, dat die duivel, Lumley,
voor hem geweven had. Zelfs indien de beide
deelgenooten werden gearresteerd en verhoord,
welke jury kon er toe gebracht worden om
to gelooven, dat Frank onschuldig was?Zyn
deelnemen aan het bedrog tegen Binks alloen
zou volkomen bewezen worden, en had hy
niet bovendien eenige jaren gedeeld in de
wiDst van deze frauduleuze zaken, en er niet
alleen in gedeeld, maar haar overvloedig ver
kwist in genot en vermaak? Binks, dat was
zeker, zou zyn getuigenis aflaggen met al de
spyt en wraak, die de omstandigheden mee-
brachten, verbitterd door het verlies van zyno
aandeelen, en do wyze, waarop ze hem ont
futseld waren. Het eenige, dat kon verwacht
worden, was dat Frank de minst schuldige
van beiden zou blyken, en een zachter vonnis
ontvangen, dat toch nog streng zou zyn. En
indien wat meer dan waarschyniyk was-
die listige schurk, Lumley, een tydlang aan
de justitie koa ontsnappen, hoeveel te gevaar-
ïyker zou Franks toestand zyn als de oenlge
van de deelgenooten, die gevangengenomen
werd, de eenige, op wien de wet zich
wreken konl
Dus, uit welk oogpunt ook beschouwd, was
de toestand wanhopig en ik wist ongelukkig
dat er geen hoop bestond.
„Nu, Faul," zeide Frank eindelijk, toen een
van zyne vlagen van angst eenigszins bedaard
wae, „wat moet ik beginnen?"
(Wcrdl vervolgd.)