fö°. 11005
"Vrijdag ÏO Januari.
A0. 1396
feze [Courant wordt dagelijks, mei uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nonimer bestaat uit TWEE
Bladen.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden por 3 maanden.
Franco per post-. i
Afzonderlijke Nommers
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Verandering van de grens tusschen de
gemeente Leiden eenerzijds en de
gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en
Zoeterivoudo anderzijds.
Door de Regeering is by de Tweede Kamer
een wetsontwerp ingediend van bovenvermelde
strekking, luidende als volgt:
In naam van Hare Majesteit Wilhelmina,
by de gratie Gods, Koningin der Nedorlanden,
Prinses van Oranje Nassau, enz., enz., enz.
Wij Emma, Koningin-Weduwe, Regentes
van het Koninklijk;
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen,
saluut 1 doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben,
dat het wensohciyk is de grensscheiding tus
schen de gemeente Leiden eenerzyds en de
gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter-
woude anderzyds te wyzigen;
Zoo is het, dat Wy, den Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten
Generaal, hebben goedgevonden en verstaan,
goiyk Wy goedvinden en verstaan by deze:
Artikel 1.
De grene tusschen de gemeenten Leiden
en Leidordorp wordt veranderd als volgt:
Van het punt, gelegen in het midden der
Slacksloot in het verlengde van de oostzyde
der oosteiyke sloot langs het verbindings-
spoor naar de Leidsche gasfabriek, loopt de
grens in zuideiyke richting langs de oostzyde
van die sloot tot op den noordoosthoek van
het perceel, thans kadastraal bekend als
Leiderdorp sectie A no. 2471, daarna in zuid
oostelijke richting, midden door de sloot ge
legen tusschen de kadastrale perceelen eener
zyds bekend als Leiderdorp sectie A no. 2471
en 1963 en anderzyds als Leiderdorp sectie
no. 37, 40 en 41, tot aan de kade langs de
ringsloot van den Slack- of Grooten en Kleinen
Stadspolder, gaat dwars over die kade tot in
gemeld© ringsloot en door het midden dier
ringsloot tot in de Drift.
Daarna in zuidelijke richting door het
midden der Drift in eene rechte lyn tot in
het midden van den Ouden Rijn; dat midden
volgende in westelyke richting tot aan het
punt, waar de Broersloot in den Ouden Ryn
komt, verder door het midden van die Broer-
sloot tot aan het punt, waar die Broersioot
in het midden van den Nieuwen Ryn komt
en van daar, het midden van den Nieuwen
Ryn oostwaarts volgende, tot aan het punt,
waar het verlengde van de Roomburger
wetering in den Nieuwen Ryu valt.
Artikel 2.
De grens tusschen de gemeenten Leiden
en Oegstgeest wordt veranderd als volgt
Beginnende midden in den Ryn aan de
westzijde van de brug over den Rijn in den
spoorweg Lei ien WoerdeD, loopt de grens
in noordeiyke richting langs de westzyde van
den spoorweg LeidenWoerden, overeen
komende met de westelyke grens der
kadastrale perceelen Oegstgeest sectie F no.
9 en 5, tot aan het punt, waar die spoor
baan met die van den Hollandschen IJzeren
Spoorweg samentreft; gaat vervolgens dwars
over dien spoorweg tot aan de westzyde der
noordwestelyke bermsloot in de grens der
perceelen, gemeente Oegstgeest, sectie E no.
660 en 661 en daarna langs de noordwest-
zyde van den Hollandschen IJzeren Spoor
weg met insluiting der daarlangs loopende
sloot in noordoostelyke richting tot aan
de sloot langs de westzyde der laan
van het detc-ntiehuis en langs de west- en
zuidzyde dier sloot tot aan het perceel ten
zuiden der gevangenis, thans Rykswerk-
innchting voor vrouwen, gemeente Oegstgeest,
sectie E No. 1534; voorts langs de oost en
zuidzyde van genoemd perceel tot ia de
MoleDsloot van den Pesthuispolder en noord
waarts door het midden dier sloot tot in de
Poelwatering, wier midden in noordoostelyke
richting wordt gevolgd tot in het midden
van de Haarlemmertrekvaart.
Van daar vervolgt de grens door het mid
den van de Haarlemmertrckvaart in zuidelyke
richting tot in het verlengde der scheisloot
tusschen de kadastrale perceelen Oegstgeest,
sectie D No. 191 en No. 208, loopt daarna
door het midden dier scheisloot tot aan den
Hollandschen IJzeren-Spoorweg en verder
noorooostwaarts de westzyde van de westelyke
spoor wegsloot volgende tot de noordelyke
grens van genoemd perceel No. 191; gaat
dan dwars over den Hollandschen IJzeren
Spoorweg tot in de sloot lang3 het verbindings
spoor naar de Leidsche gasfabriek en steeds
de noordoostelyke zyde van hot verbindings-
spoor volgende, met insluiting der slooten,
zooals die door grenspalen zyn verkend, tot
in het midden der Slacksloot.
Artikel 3.
De grens tusschen de gemeenten Leiden en
Zoeterwoude wordt veranderd als volgt:
Beginnende in het midden van den Nieuwen
Ryn, by het punt, waar het verlengde van
de Roomburger-wetering in den Nieuwen Ryn
valt, loopt de grens in zuidwestelyko richting
langs de oostelijke en zuidtlyke zydon van
de Roomburger-wetering, tot aan en over de
spoorbaan Leiden Woerden. Verder gaat de
grens in noordwestelyke richting langs de
we.stzyde der westelyke sloot langs genoem
den spoorweg dwars over den Leidschen vliet
en daarna genoemde westelyke spoor wegsloot
langs hare westzyde noordwaarts volgende
tot aan het noordelyk einde van het perceel
gemeente Zoeterwoude, sectie A n°. 3598.
Van hier vervolgt de grens noordwaarts langs
het midden der westelyke spoorwegsloot tot
in de sloot ten wc-sten der kade langs de
westzyde der spoorwegbaven en loopt verder
door het midden dier sloot, tot aan den
Hoogen Ryndyk, gaat dwars over den Ryn
dyk en verder langs den muur aan de west
zyde van den havenmond en in die richting
tot het midden van den Ryn; dat midden
oostwaarts volgende tot aan de spoorwegbrug.
Artikel 4.
Het grondgebied, dat aan de gemeente LeideD
wordt toegevoegd, gaat met 1 Juli 1896 tot
die gemeente over.
Artikel 5.
De gemeente eigendommen, gebouwen en
werken der gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest
en Zoeterwoude, in do af te scheiden ge
deelten gelegen, gaan met alle daartoe be
hoorendo zaken tot de gemeente Leiden over.
Artikel 6.
Het onderwyzend personeel, verbonden aan
de op voornoemd grondgebied gelegen open
bare scholen, gaat over in dienst der gemeente
Leiden, alsof het zyne aanstelling van het
bestuur dier gemeente ontvangen had.
Artikel 7.
De kadastrale en andere stukken, uitslui
tend betrekking hebbende op het overgaande
grondgebied en op betgeen volgens artikel 5
aan de gemeente Leiden overgaat, worden aan
haar uitgekeerd. Hot bestuur dezer gemeente
beeft ten allen tyde het recht kosteloos inzage
te nemen van de archieven der gemeenten
Leiderdorp, Oegstgeest on Zoeterwoude en
daaruit afschriften en uittreksels op zyne
kosten te vorderen.
Artikel 8.
De gemeente-opcenten op de personeele
belasting over het dienstjaar 1896/1897 wor
den op het grondgpbied, dat van Leiderdorp,
Oegstgeest en Zoeterwoude naar Leiden over
gaat, ten behoeve dier gemeenten geheven.
Van de zuivere opbrengst dier opcenten
wordt het ,0/n gedeelte uitgekeerd aan de
gemeente Leiden. De gemeoDte-opcenten op
do grondbelasting worden, voor zooveel
het overgaand grondgebied betreft, over
het dienstjaar 1896 geheven ten behoeve der
gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter
woude. Van de zuivere opbrengst dier op
centen wordt de helft uitgekeerd aan de ge
meente Leiden. De sommen, waarover de ge
meenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en
Zoeterwoude jaariyks krachtens art. 1 der
wet van 26 Juli 1885 (Staatsblad No. 169)
kunnen beschikken, ondergaan door den over
gang van grondgebied geene verandering.
Artikel 9.
De ingezetenen, gevestigd op het grond
gebied, dat tot de gemeente Leiden overgaat,
worden voor de verkiesbaarheid tot leden van
den gemeenteraad van 1 Juli 1896 af als in
gezetenen der gemeente Leiden beschouwd.
Voor zooverre deze personen geplaatst zyn
op de te Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter
woude opgemaakte kiezerslysten tot het kiezen
van leden van den gemeenteraad, worden zy
op 30 Moi 1896 door de besturen dier ge
meenten van die ïy'sten geschrapt. Die be
sturen zenden tevens op gemelden dag uit
treksels der kiezerslysten, voor zooveel zy
de bedoelde personen betreffen, aan het be
stuur der g?meente Leiden, hetwelk die per
sonen, voor zoover zy overeenkomstig het
bepaalde by artikel 1 der Kieswet voor het
kiesrecht in die gemeente in aanmerking
kunnen komen, zoo spoedig mogelyk na
1 Juli 1896 plaatst op de kiezerslysten tot
het kiezen van leden van den gemeenteraad.
Do burgemeester van Leiden doet een uit
treksel der aldus aangevulde kiezerslysten,
voor zooveel zy bedoelde personen betreffen,
aanplakken en op de secretarie der gemeente
voor een ieder ter inzage noderleggen en zorgt
dat van dit een en ander openbare kennis
geving geschiedt. Op geiyke wyze als om
schreven in het tweede en derde lid wordt
gehandeld met de personen, die geplaatst zyn
op de kiezerslysten tot bet kiezen van leden
van de Tweede Kamer der Staten-GeDeraal
en de Provinciale Staten, met dien verstande,
dat de schrapping te hunnen aanzien plaats
vindt op 1 Juli 1896.
Met den dag der kennisgeving worden de
aangevulde lysten van kracht, behoudens de
wyzigingen, daarin ten gevolge van rechter-
ïyke uitspraken of by herziening te brengen.
Artikel 10.
Op hen, die voor do lichting der nationale
militie van 1896 in de gemeenten Leiderdorp,
Oegstgeest en Zoeterwoude zijn ingeschreven
en gevestigd zyn op het grondgebied, dat
van die gemeenten naar de gemeente Leiden
overgaat, is artikel 23 der wet betrekkelyk
de nationale militie toepasselyk. Voor de toe
passing dier wet en der te harer uitvoering
gegeven voorschriften blyvea zy mitsdien
beschouwd worden als militieplichtigen van
eerstgenoemde gemeenten. Zy, die in de ge
meenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter
woude voor de lichting der nationale militie
van 1897 zyn ingeschreven en zy, die aldaar
voorkomen in het register, bedoeld in artikel
135 van voormelde wet, worden, voor zoover
zy gevestigd zyn op het grondgebied, dat
van die gemeenten naar de gemeente Leiden
overgaat, op de registers van laatstgenoemde
gemeente overgeschreven.
Op hen, die tot de schuttery der gemeenten
Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude bo-
hooren en op hen, die aldaar op de ingevolge
de wet van 11 April 1827 (Staatsblad No. 17)
op te maken schuttersrol voor 1896 gebracht
zullen worden en aan wie de kennisgeving,
voorgeschreven by artikel 14, laatste lid, dier
wet, zal zyn gedaan, is, voor zoover zy ge
vestigd zyn op het grondgebied, dat van ge
noemd e gemeenten naar de gemeente Leiden
overgaat, artikel 27, eerste lid, van even Ter-
melde wet toepasselyk, met dien verstande,
dat do daarby voorgeschreven kennisgeving
door hen niet wordt gedaan.
Artikel 11.
De notaris ter standplaats Zoeterwoude,
wions woonplaats, kantoor en verblyf by het
in werking treden dezer wet gevestigd is in
het gedeelte der gemeente Zoeterwoude, dat
tot de gemeente Leiden overgaat, mag zijne
woonplaats, kantoor en verblyf gevestigd
biyven houden in het by de gemeente Leiden
gevoegd gebied.
Artikel 12.
Do raden der gemeenten Leiderdorp on
Oegstgeest zyn op 1 Juli 1896 ontbonden.
Gedeputeerde taten van Zuid Holland be
palen den dag, waarop de keuze der leden
van de nieuwe raden van Leiderdorp en
Oegstgeest zal plaats hebben en den dag,
waarop zoo nooaig eene herstemming zal
worden gehouden. Deze bepaling geschiedt
zoodanig, dat de keuze plaats heeft in de
maand Juni en de eerste vergadering van do
nieuwe raden gehouden wordt op 1 Juli 1896.
Het eerste derde gedeelte van de nieuwe
raden van Leiderdorp en Oegstgeest en de
eerste helft der wethouders treden af op den
eersten Dinsdag van September 1898.
Artikel 13.
Deze wet treedt in werking met den dag
harer afkondiging.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staats
blad zal worden geplaatst, en dat alle
Ministerieele Departementen, Autoriteiten,
Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand
zullen houden.
Blemorie Tan Toelichting.
Gelyk reeds meermalen door de Regeering
is te kennen gegeven, is naar haar oordeel
uitbreiding van het grondgebied der gemeente
Leiden dringend noodig. Het beginsel, hetwelk
zy ook op de gemeente Leiden wenscht toe
gepast te zien, is in de Memorie van Toelich
ting op het ontwerp van wet tot verandering
van de grens tusschen de gemeente Amster
dam eenerzijds on de gemeenten Sloten, Die-
men en Nieuwer-Amstcl anderzyds (Hande
lingen 1894-1895, Bylagen 198, 3), uiteen
gezet. De verschillende gronden, daarby voor
de vergrooting van het gebied der hoofdstad
aangevoerd, gelden evenzeer ten aanzien van
Leiden. Sedert tal van jaren ondervindt deze
stad de bezwaren van het ontoereikende van
haar gemeenteiyk terrein en wordt haar na-
tuurlyke ontwikkeling en groei daardoor be-
lommerd. Op een enkele onheteekenende «f
wyking na, worden do gemeentolijke grenzen
nog steeds gevormd door de sin elgrach'en
om haar thans gesloopte wallen. De gehuele
oppervlakte van de gemeente L iden loslaat
slechts 198,48 hectaren. In geheel Zuid Hol
land zijn slechts vijf gemeenten, die een klei
ner grondgebied hebbennl. Hellevoetsluis,
Oudewater, Schoonhoven, N'ieuwpoort en Am-
merstol. By de krachtige uitbreiding der stede
lyke bevolking in de laatst* tientalb n van jaren
moest Leiden met zyn uiterst beperkt gebied
woekeren om aan steeds toenemen e moeilijk
heden het hoofd te bieden. Reeds in 1872 meen
do de toenmalige voorzitter der commissie van
financiën uit den Leidschen gemeenteraad, de
hoogleeraar Buys, dat, mocht ook de Ruïne
aan de gemeente als bouwterrein ontvallen,
bet oogenhlilc gekomen zou zyn voor grens-
uitbreiding. In 1873 werd het Ruïneplein kos
teloos aan het Ryk afgestaan.
De Minister van Binnenlandse.be Zaken,
Geertsema, voegde by zyne dankbetuiging
daarvoor de verzekering, dat eventueele voor
stellen tot grensuitbroiding to zijner tyd in
nauwgezette en welwillende overweging zou
den worden genomen.
Verscheidene Leidsche inrichtingen zyn reeds
thans buiten de gemeente gevestigd. De Leid
sche Ambachtsschool, een voornaam gedeelte
van de stedelyke gasfabriek, de Rijkswerk
inrichting voor vrouwen, waarvan het bestuur
te Leiden zetelt, de garnizoens-infirmerie, de
stations van den Hollandschen Spoorweg, van
de stoomtram naar Katwijk, Noordwyk en
Haarlem en van die naar 's-Gravenhage lig
gen buiten do grenzen der gemeente. Voor
nieuwe academische gebouwen, voor inrich
tingen van openbaar nut, als een abattoir, is
binnen de gemeente geen terrein meer be
schikbaar. Eene niet minder ernstige schaduw
zijde van den tegenwoordigen toestand is, dat
verhuizing naar de tot de aangrenzende lan
delyke gemeente behoorende buitenwyken
slechts voordeelen aanbiedt aan de meer ge
goeden, terwijl de vaak slecht gehuisveste
arbeidersbevolking door de heffing der perso
neele belasting daarvan wordt teruggehouden
en het gemis van bouwterrein binnen Leiden
zelf verbetering der woningstoestanden aldaar
tegenhoudt.
Hoewel aan geschikte woningen voor meor-
gegoeien binnen Leiden geen gebrek is, hebben
tal van gemeenteambtenaren, onderwyzers
en officieren zich naar de grensgemeenten
verplaatst. Evenzoo een groot aantal studenten,
ja zelfs hoogleeraren. De voordeelen der Uni
versiteit, welke op historische gronden aan
Leiden behooren ten goede te komen, vallen
tbans gedoelteiyk aan de grensgemeenten
ten deel.
Wat betreft de uitvoering der Rykswetten,
deze kan uit den aard der zaak beter ge
schieden door Leiden aan door de landelyko
gemeenten, waarvan de kommen op ,/i a s/4
uur gaans van de stad liggen. By den dienst
der postery6n en der telegr..phie wordt dan
ook reeds eene indeeling gevolgd, die van de
gemeenteiyke afwykt en meer aan de werke-
lykheid beantwoordt.
Ook ten aanzien der zorg voor politietoe
zicht, brandweer, bestrating, verlichting, dem
ping van sloten, enz. ware Leiden veel boter
en met minder inspanning tegen zyne taak
opgewassen dan zyne landelyke naburen.
Daarentegen moet de Leidsche schuttery
buiten de gemeente gaan exerceeren.
Tegenover dit alles mag de tegenstand der
omliggende gemeenten niet wegen, te minder,
omdat die tegenstand wortelt in het voor
uitzicht in de gemeentelyke belasting van
Leiden te moeten deelen, hetwelk uit een
oogpunt van billijkheid van do geheele be
volking, die feitelijk Leidsch is, mag worden
geëncht.
Dat in het byzonder nog in de laatst ver
kopen jaren de vestiging van eene feitelijk
Leidsche bevolking buiten Leidens territoir
in sterke mate is toegenomen, leeren de vol
gende gegevens0
Het aantal perceelen, dat van Leiderdorp,
Oegstgeest en Zoeterwoude naar Leiden zoude
zjjn overgegaan volgens de voorgestelde
grensregeling, bedroeg in 1894 respectieveiyk
784, 614 en 1073, tegen respectieveiyk 513,
422 en 402 in 1890. De bevolking van het
aan te hechten gebied telde in 1894 respec
tleveiyk 2676, 2014 en 2563 zielen, tegen
respectievelijk 2042, 1765 en 1842 in 1890.
177 perceelen waren in 1894 aan de gas-
lei :ing aangesloten, 1232 *.an de duinwater
leiding, tegen 132 er 996 in 1892. Het gym
nasium, de hoogere br.rg» rschool en de open
bare lagere scholen r 1ste en 2de klasse
werden in 1894 bezo 1 door 391 leerlingen,
tegen 290 in 1892. E.i hoewel het aantal
inwoners van Leid n sedert eenige jaren
geregeld ©enigermate toeneemt is die ver
meerdering alleen het gevolg van ei-n over
wicht der geboorten. In 1893 vestigden zich
3297 personen binnen de gemeente, 3712
vertrokken daaruit. Het belastbaar inkomen
daalde van f 5,645,972 in 1890 tot f 5 459,174
in 1894.
Waar deze gang van zaken viel waar to
nemen, terwyl voorstellen tot grensverande-
ring aan de orde en in voorbereiding waren,
kan met zekerheid worden voorzien, cat,
mocht deze maatregel niet tot stand komen,
in de eerstvolgende jaren vestiging van meer-
gegoeden in de buiten wy ben ten nadeel* van
Leiden op nog grooter schaal zal plaats hebben.
Aan de gemeente Leiden zullen volgens het
ingediende voorstel worden toegevoegd respec
tieveiyk 97,85 en 150 H. A., thans ehoo-
rende tot het grondgebied van L°ider orp,
Oegstgeest en Zoeterwoude, bewoond door
respectieveiyk 2765, 1828 en 2755 personen,
waaronder respectieveiyk 191, 181 en 329
kiezers.
Do oraschry ving van het gebied dat by Leiden
zal worden gevoegd, is opgemaakt overeenkom
stig het advies van Gedeputeerd* staten van
Zuid-Holland (1), behoudens de aanhechting
volgens den wensch van Leiden van eene
strook gronds aan de overzyde van den spoor
weg naar Haarlem. Reeds sedert lang is de
Stationsweg geheel bebouwd; inzonderheid
daar ter plaatse springt het willekeurige van
eene grens, die dwars over die straat met
haar druk verkeer heenloopt, in het oog.
Intusschen behoort niet alleen die straat in
haar geheel, benevens bet ter zyde gelegen
station tot Leiden te worden gebracht, doch
evenzeer do voortzetting van den Stationsweg,
die de spoorbaan overschrydt, met den om
ringenden grond. In de nabybeid van hot
6tation toch zyn ook aan de overzyde van
de spoorbaan tal van huizen en villa's ver
rezen, terwyl de stoomtram naar Haarlem
aan die overzyde haar punt van vertrek heeft.
Bleef het bedoeld terrein tot Oegstgeest be
hooren, zoo zoude reeds in de naaste toe
komst opnieuw eene dichtbevolke stadswyk
ontstaan, in onmiddellijke aansluiting met
den Stationsweg, doch juist buiten Leidens
grens gelegen.
Blykens missive van Gedeputeerde Staten
van Zuid Holland, dd. 24/30 Januari 1893,
G. S., No. 5, eischten de drie gemeenten do
navolgende schadevergoeding:
Leiderdorp f 6650, als vergoeding voor een
overgaand gebouw;
Oegstgeest f 100,000, zynde de gekapitali
seerde jaariyksche netto-winst, die het op
bet af te scheiden gebied behaalt;
Zoeterwoude f 20,000, voor gebouwen en,
voor het geval dat het bedrag der personeele
belasting, dat h9t Ryk uitkeert, mocht worden
gewijzigd in verband met de grensverandoring,
f 4300 jaariyks.
Overeenkomstig het voorstel van Gedepu
teerde Staten wordt echter geene uitkeering
als schadevergoeding toegekend.
Daarentegen bepaalt het voorstel uitdruk-
keiyk, dat geene verandering wordt gebracht
in de uitkeering, bedoeld by art. 1 der wet
van 26 Juli 1885 (Staatsblad No. 169). In
dit opzicht brengt de grensveranJerlng dus
aan de tot haar oorspronkeiyk zuiver landeiyk
karakter terugkoerende gemeenten niet alleen
geen verlies, doch zelfs een niet onbelangryk
voordeel, hetwelk blijkens de door Gedepu
teerde Staten verschafte gegevens tegen het
uit anderen hoofde te lyden verlies in ruime
mate opweegt.
Vergoeding te geven wegens winstderving,
in dier voege, dat de kapitaalswaarde van
het verschil tusschen de belastingopbrengst
van het overgaand gebied en de daaraan
verbonden uitgaven zoude zyn uit te keeren,
mag niet worden ingewilligd. Die winst vindt
haren oorsprong enkel in te lange vertraging
van de door de billijkheid en bet algemeen
belang geboden nieuwe grensregeling. Uit de
overgelegde staten biykt overigens, dat do
financiêele toestand der grensgemeenten, ook
na aanneming der voorgestelde regeling, vol
doende krachtig biyft.
Tot toelichting van de artikelen van het
ontwerp zy verwezen naar de Memorie van
Toelichting, beboorendo by het in den aanhef
dezes genoemde ontwerp van wet betreffende
de verandering der grenzen van Amsterdam.
Art. 6. Bepalingen, als vervat in de 2de,
3de en 4de alinea van art. 5 van dat ontwerp,
kunnen naar het gevoelen van Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland hier worden gemist,
aangezien de administratie der gemeenten
Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude ten
f1) Bovengemeld advice ie met do daarby be-
hooreD Ie «tukken ter griffie nedergelegd, tor iDzag
voor d a leden.