fö°. 11005 "Vrijdag ÏO Januari. A0. 1396 feze [Courant wordt dagelijks, mei uitzondering van fpn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nonimer bestaat uit TWEE Bladen. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden por 3 maanden. Franco per post-. i Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Verandering van de grens tusschen de gemeente Leiden eenerzijds en de gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterivoudo anderzijds. Door de Regeering is by de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend van bovenvermelde strekking, luidende als volgt: In naam van Hare Majesteit Wilhelmina, by de gratie Gods, Koningin der Nedorlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz., enz., enz. Wij Emma, Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninklijk; Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut 1 doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wensohciyk is de grensscheiding tus schen de gemeente Leiden eenerzyds en de gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter- woude anderzyds te wyzigen; Zoo is het, dat Wy, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, goiyk Wy goedvinden en verstaan by deze: Artikel 1. De grene tusschen de gemeenten Leiden en Leidordorp wordt veranderd als volgt: Van het punt, gelegen in het midden der Slacksloot in het verlengde van de oostzyde der oosteiyke sloot langs het verbindings- spoor naar de Leidsche gasfabriek, loopt de grens in zuideiyke richting langs de oostzyde van die sloot tot op den noordoosthoek van het perceel, thans kadastraal bekend als Leiderdorp sectie A no. 2471, daarna in zuid oostelijke richting, midden door de sloot ge legen tusschen de kadastrale perceelen eener zyds bekend als Leiderdorp sectie A no. 2471 en 1963 en anderzyds als Leiderdorp sectie no. 37, 40 en 41, tot aan de kade langs de ringsloot van den Slack- of Grooten en Kleinen Stadspolder, gaat dwars over die kade tot in gemeld© ringsloot en door het midden dier ringsloot tot in de Drift. Daarna in zuidelijke richting door het midden der Drift in eene rechte lyn tot in het midden van den Ouden Rijn; dat midden volgende in westelyke richting tot aan het punt, waar de Broersloot in den Ouden Ryn komt, verder door het midden van die Broer- sloot tot aan het punt, waar die Broersioot in het midden van den Nieuwen Ryn komt en van daar, het midden van den Nieuwen Ryn oostwaarts volgende, tot aan het punt, waar het verlengde van de Roomburger wetering in den Nieuwen Ryu valt. Artikel 2. De grens tusschen de gemeenten Leiden en Oegstgeest wordt veranderd als volgt Beginnende midden in den Ryn aan de westzijde van de brug over den Rijn in den spoorweg Lei ien WoerdeD, loopt de grens in noordeiyke richting langs de westzyde van den spoorweg LeidenWoerden, overeen komende met de westelyke grens der kadastrale perceelen Oegstgeest sectie F no. 9 en 5, tot aan het punt, waar die spoor baan met die van den Hollandschen IJzeren Spoorweg samentreft; gaat vervolgens dwars over dien spoorweg tot aan de westzyde der noordwestelyke bermsloot in de grens der perceelen, gemeente Oegstgeest, sectie E no. 660 en 661 en daarna langs de noordwest- zyde van den Hollandschen IJzeren Spoor weg met insluiting der daarlangs loopende sloot in noordoostelyke richting tot aan de sloot langs de westzyde der laan van het detc-ntiehuis en langs de west- en zuidzyde dier sloot tot aan het perceel ten zuiden der gevangenis, thans Rykswerk- innchting voor vrouwen, gemeente Oegstgeest, sectie E No. 1534; voorts langs de oost en zuidzyde van genoemd perceel tot ia de MoleDsloot van den Pesthuispolder en noord waarts door het midden dier sloot tot in de Poelwatering, wier midden in noordoostelyke richting wordt gevolgd tot in het midden van de Haarlemmertrekvaart. Van daar vervolgt de grens door het mid den van de Haarlemmertrckvaart in zuidelyke richting tot in het verlengde der scheisloot tusschen de kadastrale perceelen Oegstgeest, sectie D No. 191 en No. 208, loopt daarna door het midden dier scheisloot tot aan den Hollandschen IJzeren-Spoorweg en verder noorooostwaarts de westzyde van de westelyke spoor wegsloot volgende tot de noordelyke grens van genoemd perceel No. 191; gaat dan dwars over den Hollandschen IJzeren Spoorweg tot in de sloot lang3 het verbindings spoor naar de Leidsche gasfabriek en steeds de noordoostelyke zyde van hot verbindings- spoor volgende, met insluiting der slooten, zooals die door grenspalen zyn verkend, tot in het midden der Slacksloot. Artikel 3. De grens tusschen de gemeenten Leiden en Zoeterwoude wordt veranderd als volgt: Beginnende in het midden van den Nieuwen Ryn, by het punt, waar het verlengde van de Roomburger-wetering in den Nieuwen Ryn valt, loopt de grens in zuidwestelyko richting langs de oostelijke en zuidtlyke zydon van de Roomburger-wetering, tot aan en over de spoorbaan Leiden Woerden. Verder gaat de grens in noordwestelyke richting langs de we.stzyde der westelyke sloot langs genoem den spoorweg dwars over den Leidschen vliet en daarna genoemde westelyke spoor wegsloot langs hare westzyde noordwaarts volgende tot aan het noordelyk einde van het perceel gemeente Zoeterwoude, sectie A n°. 3598. Van hier vervolgt de grens noordwaarts langs het midden der westelyke spoorwegsloot tot in de sloot ten wc-sten der kade langs de westzyde der spoorwegbaven en loopt verder door het midden dier sloot, tot aan den Hoogen Ryndyk, gaat dwars over den Ryn dyk en verder langs den muur aan de west zyde van den havenmond en in die richting tot het midden van den Ryn; dat midden oostwaarts volgende tot aan de spoorwegbrug. Artikel 4. Het grondgebied, dat aan de gemeente LeideD wordt toegevoegd, gaat met 1 Juli 1896 tot die gemeente over. Artikel 5. De gemeente eigendommen, gebouwen en werken der gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude, in do af te scheiden ge deelten gelegen, gaan met alle daartoe be hoorendo zaken tot de gemeente Leiden over. Artikel 6. Het onderwyzend personeel, verbonden aan de op voornoemd grondgebied gelegen open bare scholen, gaat over in dienst der gemeente Leiden, alsof het zyne aanstelling van het bestuur dier gemeente ontvangen had. Artikel 7. De kadastrale en andere stukken, uitslui tend betrekking hebbende op het overgaande grondgebied en op betgeen volgens artikel 5 aan de gemeente Leiden overgaat, worden aan haar uitgekeerd. Hot bestuur dezer gemeente beeft ten allen tyde het recht kosteloos inzage te nemen van de archieven der gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest on Zoeterwoude en daaruit afschriften en uittreksels op zyne kosten te vorderen. Artikel 8. De gemeente-opcenten op de personeele belasting over het dienstjaar 1896/1897 wor den op het grondgpbied, dat van Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude naar Leiden over gaat, ten behoeve dier gemeenten geheven. Van de zuivere opbrengst dier opcenten wordt het ,0/n gedeelte uitgekeerd aan de gemeente Leiden. De gemeoDte-opcenten op do grondbelasting worden, voor zooveel het overgaand grondgebied betreft, over het dienstjaar 1896 geheven ten behoeve der gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter woude. Van de zuivere opbrengst dier op centen wordt de helft uitgekeerd aan de ge meente Leiden. De sommen, waarover de ge meenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude jaariyks krachtens art. 1 der wet van 26 Juli 1885 (Staatsblad No. 169) kunnen beschikken, ondergaan door den over gang van grondgebied geene verandering. Artikel 9. De ingezetenen, gevestigd op het grond gebied, dat tot de gemeente Leiden overgaat, worden voor de verkiesbaarheid tot leden van den gemeenteraad van 1 Juli 1896 af als in gezetenen der gemeente Leiden beschouwd. Voor zooverre deze personen geplaatst zyn op de te Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter woude opgemaakte kiezerslysten tot het kiezen van leden van den gemeenteraad, worden zy op 30 Moi 1896 door de besturen dier ge meenten van die ïy'sten geschrapt. Die be sturen zenden tevens op gemelden dag uit treksels der kiezerslysten, voor zooveel zy de bedoelde personen betreffen, aan het be stuur der g?meente Leiden, hetwelk die per sonen, voor zoover zy overeenkomstig het bepaalde by artikel 1 der Kieswet voor het kiesrecht in die gemeente in aanmerking kunnen komen, zoo spoedig mogelyk na 1 Juli 1896 plaatst op de kiezerslysten tot het kiezen van leden van den gemeenteraad. Do burgemeester van Leiden doet een uit treksel der aldus aangevulde kiezerslysten, voor zooveel zy bedoelde personen betreffen, aanplakken en op de secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage noderleggen en zorgt dat van dit een en ander openbare kennis geving geschiedt. Op geiyke wyze als om schreven in het tweede en derde lid wordt gehandeld met de personen, die geplaatst zyn op de kiezerslysten tot bet kiezen van leden van de Tweede Kamer der Staten-GeDeraal en de Provinciale Staten, met dien verstande, dat de schrapping te hunnen aanzien plaats vindt op 1 Juli 1896. Met den dag der kennisgeving worden de aangevulde lysten van kracht, behoudens de wyzigingen, daarin ten gevolge van rechter- ïyke uitspraken of by herziening te brengen. Artikel 10. Op hen, die voor do lichting der nationale militie van 1896 in de gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude zijn ingeschreven en gevestigd zyn op het grondgebied, dat van die gemeenten naar de gemeente Leiden overgaat, is artikel 23 der wet betrekkelyk de nationale militie toepasselyk. Voor de toe passing dier wet en der te harer uitvoering gegeven voorschriften blyvea zy mitsdien beschouwd worden als militieplichtigen van eerstgenoemde gemeenten. Zy, die in de ge meenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeter woude voor de lichting der nationale militie van 1897 zyn ingeschreven en zy, die aldaar voorkomen in het register, bedoeld in artikel 135 van voormelde wet, worden, voor zoover zy gevestigd zyn op het grondgebied, dat van die gemeenten naar de gemeente Leiden overgaat, op de registers van laatstgenoemde gemeente overgeschreven. Op hen, die tot de schuttery der gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude bo- hooren en op hen, die aldaar op de ingevolge de wet van 11 April 1827 (Staatsblad No. 17) op te maken schuttersrol voor 1896 gebracht zullen worden en aan wie de kennisgeving, voorgeschreven by artikel 14, laatste lid, dier wet, zal zyn gedaan, is, voor zoover zy ge vestigd zyn op het grondgebied, dat van ge noemd e gemeenten naar de gemeente Leiden overgaat, artikel 27, eerste lid, van even Ter- melde wet toepasselyk, met dien verstande, dat do daarby voorgeschreven kennisgeving door hen niet wordt gedaan. Artikel 11. De notaris ter standplaats Zoeterwoude, wions woonplaats, kantoor en verblyf by het in werking treden dezer wet gevestigd is in het gedeelte der gemeente Zoeterwoude, dat tot de gemeente Leiden overgaat, mag zijne woonplaats, kantoor en verblyf gevestigd biyven houden in het by de gemeente Leiden gevoegd gebied. Artikel 12. Do raden der gemeenten Leiderdorp on Oegstgeest zyn op 1 Juli 1896 ontbonden. Gedeputeerde taten van Zuid Holland be palen den dag, waarop de keuze der leden van de nieuwe raden van Leiderdorp en Oegstgeest zal plaats hebben en den dag, waarop zoo nooaig eene herstemming zal worden gehouden. Deze bepaling geschiedt zoodanig, dat de keuze plaats heeft in de maand Juni en de eerste vergadering van do nieuwe raden gehouden wordt op 1 Juli 1896. Het eerste derde gedeelte van de nieuwe raden van Leiderdorp en Oegstgeest en de eerste helft der wethouders treden af op den eersten Dinsdag van September 1898. Artikel 13. Deze wet treedt in werking met den dag harer afkondiging. Lasten en bevelen, dat deze in het Staats blad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Blemorie Tan Toelichting. Gelyk reeds meermalen door de Regeering is te kennen gegeven, is naar haar oordeel uitbreiding van het grondgebied der gemeente Leiden dringend noodig. Het beginsel, hetwelk zy ook op de gemeente Leiden wenscht toe gepast te zien, is in de Memorie van Toelich ting op het ontwerp van wet tot verandering van de grens tusschen de gemeente Amster dam eenerzijds on de gemeenten Sloten, Die- men en Nieuwer-Amstcl anderzyds (Hande lingen 1894-1895, Bylagen 198, 3), uiteen gezet. De verschillende gronden, daarby voor de vergrooting van het gebied der hoofdstad aangevoerd, gelden evenzeer ten aanzien van Leiden. Sedert tal van jaren ondervindt deze stad de bezwaren van het ontoereikende van haar gemeenteiyk terrein en wordt haar na- tuurlyke ontwikkeling en groei daardoor be- lommerd. Op een enkele onheteekenende «f wyking na, worden do gemeentolijke grenzen nog steeds gevormd door de sin elgrach'en om haar thans gesloopte wallen. De gehuele oppervlakte van de gemeente L iden loslaat slechts 198,48 hectaren. In geheel Zuid Hol land zijn slechts vijf gemeenten, die een klei ner grondgebied hebbennl. Hellevoetsluis, Oudewater, Schoonhoven, N'ieuwpoort en Am- merstol. By de krachtige uitbreiding der stede lyke bevolking in de laatst* tientalb n van jaren moest Leiden met zyn uiterst beperkt gebied woekeren om aan steeds toenemen e moeilijk heden het hoofd te bieden. Reeds in 1872 meen do de toenmalige voorzitter der commissie van financiën uit den Leidschen gemeenteraad, de hoogleeraar Buys, dat, mocht ook de Ruïne aan de gemeente als bouwterrein ontvallen, bet oogenhlilc gekomen zou zyn voor grens- uitbreiding. In 1873 werd het Ruïneplein kos teloos aan het Ryk afgestaan. De Minister van Binnenlandse.be Zaken, Geertsema, voegde by zyne dankbetuiging daarvoor de verzekering, dat eventueele voor stellen tot grensuitbroiding to zijner tyd in nauwgezette en welwillende overweging zou den worden genomen. Verscheidene Leidsche inrichtingen zyn reeds thans buiten de gemeente gevestigd. De Leid sche Ambachtsschool, een voornaam gedeelte van de stedelyke gasfabriek, de Rijkswerk inrichting voor vrouwen, waarvan het bestuur te Leiden zetelt, de garnizoens-infirmerie, de stations van den Hollandschen Spoorweg, van de stoomtram naar Katwijk, Noordwyk en Haarlem en van die naar 's-Gravenhage lig gen buiten do grenzen der gemeente. Voor nieuwe academische gebouwen, voor inrich tingen van openbaar nut, als een abattoir, is binnen de gemeente geen terrein meer be schikbaar. Eene niet minder ernstige schaduw zijde van den tegenwoordigen toestand is, dat verhuizing naar de tot de aangrenzende lan delyke gemeente behoorende buitenwyken slechts voordeelen aanbiedt aan de meer ge goeden, terwijl de vaak slecht gehuisveste arbeidersbevolking door de heffing der perso neele belasting daarvan wordt teruggehouden en het gemis van bouwterrein binnen Leiden zelf verbetering der woningstoestanden aldaar tegenhoudt. Hoewel aan geschikte woningen voor meor- gegoeien binnen Leiden geen gebrek is, hebben tal van gemeenteambtenaren, onderwyzers en officieren zich naar de grensgemeenten verplaatst. Evenzoo een groot aantal studenten, ja zelfs hoogleeraren. De voordeelen der Uni versiteit, welke op historische gronden aan Leiden behooren ten goede te komen, vallen tbans gedoelteiyk aan de grensgemeenten ten deel. Wat betreft de uitvoering der Rykswetten, deze kan uit den aard der zaak beter ge schieden door Leiden aan door de landelyko gemeenten, waarvan de kommen op ,/i a s/4 uur gaans van de stad liggen. By den dienst der postery6n en der telegr..phie wordt dan ook reeds eene indeeling gevolgd, die van de gemeenteiyke afwykt en meer aan de werke- lykheid beantwoordt. Ook ten aanzien der zorg voor politietoe zicht, brandweer, bestrating, verlichting, dem ping van sloten, enz. ware Leiden veel boter en met minder inspanning tegen zyne taak opgewassen dan zyne landelyke naburen. Daarentegen moet de Leidsche schuttery buiten de gemeente gaan exerceeren. Tegenover dit alles mag de tegenstand der omliggende gemeenten niet wegen, te minder, omdat die tegenstand wortelt in het voor uitzicht in de gemeentelyke belasting van Leiden te moeten deelen, hetwelk uit een oogpunt van billijkheid van do geheele be volking, die feitelijk Leidsch is, mag worden geëncht. Dat in het byzonder nog in de laatst ver kopen jaren de vestiging van eene feitelijk Leidsche bevolking buiten Leidens territoir in sterke mate is toegenomen, leeren de vol gende gegevens0 Het aantal perceelen, dat van Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude naar Leiden zoude zjjn overgegaan volgens de voorgestelde grensregeling, bedroeg in 1894 respectieveiyk 784, 614 en 1073, tegen respectieveiyk 513, 422 en 402 in 1890. De bevolking van het aan te hechten gebied telde in 1894 respec tleveiyk 2676, 2014 en 2563 zielen, tegen respectievelijk 2042, 1765 en 1842 in 1890. 177 perceelen waren in 1894 aan de gas- lei :ing aangesloten, 1232 *.an de duinwater leiding, tegen 132 er 996 in 1892. Het gym nasium, de hoogere br.rg» rschool en de open bare lagere scholen r 1ste en 2de klasse werden in 1894 bezo 1 door 391 leerlingen, tegen 290 in 1892. E.i hoewel het aantal inwoners van Leid n sedert eenige jaren geregeld ©enigermate toeneemt is die ver meerdering alleen het gevolg van ei-n over wicht der geboorten. In 1893 vestigden zich 3297 personen binnen de gemeente, 3712 vertrokken daaruit. Het belastbaar inkomen daalde van f 5,645,972 in 1890 tot f 5 459,174 in 1894. Waar deze gang van zaken viel waar to nemen, terwyl voorstellen tot grensverande- ring aan de orde en in voorbereiding waren, kan met zekerheid worden voorzien, cat, mocht deze maatregel niet tot stand komen, in de eerstvolgende jaren vestiging van meer- gegoeden in de buiten wy ben ten nadeel* van Leiden op nog grooter schaal zal plaats hebben. Aan de gemeente Leiden zullen volgens het ingediende voorstel worden toegevoegd respec tieveiyk 97,85 en 150 H. A., thans ehoo- rende tot het grondgebied van L°ider orp, Oegstgeest en Zoeterwoude, bewoond door respectieveiyk 2765, 1828 en 2755 personen, waaronder respectieveiyk 191, 181 en 329 kiezers. Do oraschry ving van het gebied dat by Leiden zal worden gevoegd, is opgemaakt overeenkom stig het advies van Gedeputeerd* staten van Zuid-Holland (1), behoudens de aanhechting volgens den wensch van Leiden van eene strook gronds aan de overzyde van den spoor weg naar Haarlem. Reeds sedert lang is de Stationsweg geheel bebouwd; inzonderheid daar ter plaatse springt het willekeurige van eene grens, die dwars over die straat met haar druk verkeer heenloopt, in het oog. Intusschen behoort niet alleen die straat in haar geheel, benevens bet ter zyde gelegen station tot Leiden te worden gebracht, doch evenzeer do voortzetting van den Stationsweg, die de spoorbaan overschrydt, met den om ringenden grond. In de nabybeid van hot 6tation toch zyn ook aan de overzyde van de spoorbaan tal van huizen en villa's ver rezen, terwyl de stoomtram naar Haarlem aan die overzyde haar punt van vertrek heeft. Bleef het bedoeld terrein tot Oegstgeest be hooren, zoo zoude reeds in de naaste toe komst opnieuw eene dichtbevolke stadswyk ontstaan, in onmiddellijke aansluiting met den Stationsweg, doch juist buiten Leidens grens gelegen. Blykens missive van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland, dd. 24/30 Januari 1893, G. S., No. 5, eischten de drie gemeenten do navolgende schadevergoeding: Leiderdorp f 6650, als vergoeding voor een overgaand gebouw; Oegstgeest f 100,000, zynde de gekapitali seerde jaariyksche netto-winst, die het op bet af te scheiden gebied behaalt; Zoeterwoude f 20,000, voor gebouwen en, voor het geval dat het bedrag der personeele belasting, dat h9t Ryk uitkeert, mocht worden gewijzigd in verband met de grensverandoring, f 4300 jaariyks. Overeenkomstig het voorstel van Gedepu teerde Staten wordt echter geene uitkeering als schadevergoeding toegekend. Daarentegen bepaalt het voorstel uitdruk- keiyk, dat geene verandering wordt gebracht in de uitkeering, bedoeld by art. 1 der wet van 26 Juli 1885 (Staatsblad No. 169). In dit opzicht brengt de grensveranJerlng dus aan de tot haar oorspronkeiyk zuiver landeiyk karakter terugkoerende gemeenten niet alleen geen verlies, doch zelfs een niet onbelangryk voordeel, hetwelk blijkens de door Gedepu teerde Staten verschafte gegevens tegen het uit anderen hoofde te lyden verlies in ruime mate opweegt. Vergoeding te geven wegens winstderving, in dier voege, dat de kapitaalswaarde van het verschil tusschen de belastingopbrengst van het overgaand gebied en de daaraan verbonden uitgaven zoude zyn uit te keeren, mag niet worden ingewilligd. Die winst vindt haren oorsprong enkel in te lange vertraging van de door de billijkheid en bet algemeen belang geboden nieuwe grensregeling. Uit de overgelegde staten biykt overigens, dat do financiêele toestand der grensgemeenten, ook na aanneming der voorgestelde regeling, vol doende krachtig biyft. Tot toelichting van de artikelen van het ontwerp zy verwezen naar de Memorie van Toelichting, beboorendo by het in den aanhef dezes genoemde ontwerp van wet betreffende de verandering der grenzen van Amsterdam. Art. 6. Bepalingen, als vervat in de 2de, 3de en 4de alinea van art. 5 van dat ontwerp, kunnen naar het gevoelen van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hier worden gemist, aangezien de administratie der gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude ten f1) Bovengemeld advice ie met do daarby be- hooreD Ie «tukken ter griffie nedergelegd, tor iDzag voor d a leden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1896 | | pagina 1