K°. 110C4-
I^oudei-dag 9 Januari.
A0. 189S
(§eze {Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 8 Januari.
F1 euilleton.
TE RJSEUWSC5ER8G.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. i f 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlyke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootero
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
OUieiöele llonnlsgevlngen.
Burgemeester on Wethouders vaD Leiden.
Hor/.ieu de openbare kennisg. ?iug omtrent do
verplichting lot het doen van aang fm voor de N.itionalo
Md.tie in de maand Januari 1896, voor hen, die op
den laten Januari vau dit jaar hun 19do jaar ziju
ingetreden, en alzoo do poxeoneu, geboren iu hbt
jaar 1877, alsmede voor hen. die eerst nu het intreden
van hun 19do jaar, doch vóór het volbrengen van
hun 20ste, ingezetenen zijn geworden;
Brengen ter algemec-no kennis:
dat lot deze inschrijving Zitting wordt gehouden op
h«t Raadhuis, van des voormiddags 10 tot des
namiddags 3 uren,
op Maaudag den 6den Januari, voor de bewoners
van do wijkon I, II en III,
op Dinsdag den 7den Januari, voor do bewoners
van do wykeu IV on V,
op Woensdag den 8sten Januari, voor de bowoners
van wijk VI,
op Dondetdag den 9den Januari, voor de bewoners
van wrjk VII,
op Vrijdag den lOdon Januari, voor de bewoners
van de wijkon VIII on IX of de buitenwijk,
en dat de geboorteakten, die de belanghebbenden
bij do inschrijving, onder opgave der woonplaats Yan
den ingeschrevene, behooren over te leggen, dagelijks,
den Zondag uitgezonderd, zijn te ver;.rijgen ter
Seoreiarie dezer gemeente (afdeeling Burgerlijke
Stand), van des voormiddags 10 tot des namiddags
3 uren, wanneer tove.s voor beu, die hier niet zijn
geboren, aanvrage tor verkrijging dier akten kan
worden gedaan.
Burgemoeeter eu Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Bnrgemeester.
2 Januari 1896. KIST, Secretarie.
De gisternamiddag gehouden zitting van do
Kamer van Koophandel en Fabrieken, voor
gezeten door den heer P. C. L. DriesseD,
werd bijgewoond door alle leden van dit college.
Allereerst werd overgegaan tot installatie
van het nieuwbenoemd lid, den heer C. Goekoop
Azn., wiens geloofsbrieven na onderzoek waren
in orde bevonden en tot wiens toelating
werd besloten.
De Voorzitter bracht vervolgons de ge
bruikelijke nieuvrjiarswonschon uit voor de
leden en hunne gezinnen, waarna bij monde
van den vice voorzitter, den heer H. C. Juta,
hem wederkeerige heilwenschen werden
aangeboden.
Bi) acclamatie worden herbenoemd tot
voorzitter, onder voorzitter en secretaris van
deze vergadering, opvolgend: de heeren P. C.
L. Driessen, H. C. Juta en Mr. J. H. Goudsmit.
Allereerst was nu aan de orde oene circu
laire van de Oemein Nüteiger Vercin te Kleef,
houdende verzoek aan de Kamer, bij de Regee
ring aan te dringen, de telepboone-xploitatie
van Staatswege te doen geschieden, en zulks
op grond dat de regeering van het Duitsche
itJk tot het in het leven roepen eener tele-
phoon-verbinding met Nederland alleen dè,n
wil samenwerken, indien de regeering van
ons land geneigd wordt bevonden deze ver
binding van Staatswege tot stand te brengen.
Werd besloten aan bovenvermeld verzoek
gevolg te geven en dit te ondersteunen, of
schoon de Kamer als haar gevoelen uitsprak,
dat in deze van tusschenkomst der Regeeririg
niet veel werd verwacht, getuige hot feit, hoe
vole bezwaren het kostte, zelfs maar eene
intercommunale verbinding te Leiden tot stand
te br ngen.
Vervolgens kwamen ter tafel: circulaire
van de Kamer te Gorredijk, houdende ver
zoek, bil de Regeoring aan te dringen op aan-
spraaklykbeid van don Staat voor abuizen,
begaan door telegrafisten bij overseining van
berichten.
Besloten dit verzoek niet te ondersteunen,
omdat men meende, dat het niet lag op den
wig der Kamer in deze tusschenkomst te
veileenen.
Circulaire van de Kamer to 's Gravenhage,
de wenscblijkheid uitsprekende van reor
ganisatie der Kamers var; Koophandel in het
algemeen, ook met het oog op de opheffing van
het patentrecht, als een der factoren van de
tegenwoordige samenstelling der hierbedoelde
collogies. De hiertoe strekkende beschouwing
ging vergezeld van verschillende vragen, in
w lke richting reorganisatie van het kiesrecht
voor Kamers wonschelijk moest worden
geacht.
Besloten word, in hoofdzaak zich te ver
eenigen met het ter zake aan de Regoering
gericht] adres, doch, alvorens een definitief
oordeel uit te spreken, aan eene commissie
op to dragen der Kamer te dienen van prae-
advies. Tot leden dier commissie werden aan
gewezen de heeren Juta en Verhey van Wyk,
die eventueel met den Secretaris, den heer
Mr. Goudsmit, tevens de Kamer ter algemeene
bijeenkomst van afgevaardigden zullen verte
genwoordigen.
Aan de orde was nu het voorstel van B.
en W., tot verhooging van marktgeld voor
vee, op de veemarkt aangebracht. Door de
Kamer waren in een uitgebreid schrijven ver
schillende bedenkingen tegen dit voorstel in
gebracht. Naar aanleiding daarvan hebben
Burg. en Weths. een nieuw voorstel inge
diend.
Na uitvoerige en zeer geanimeerde beraad
slagingen besloot de Kamer aan Burg. en
Weths. te kennen te geven, dat zy met ge
noegen kennis had genomen van bet voorstel
ten opzichte der veemarkt en het haar aan
genaam was, dat Burg. en Weths., zooverre
althans mogelijk, op hare bedenkingen hadden
acht geslagen.
De minderheid evenwel van de Kamer
meende als haar gevoelen te moeten te ken
nen geven, dat, hoezeer de inrichting der vee
markt wel eenigszins was verbeterd, die ver-
botering toch niet van dien aard was dat
daardoor een afdoend resultaat kon worden
vorkregen of de deswege gemaakte kosten
gerechtvaardigd konden worden geacht.
Naar wy vernemen, zal de heer C. M.
Pleyte, directeur van het „Ethnograpbisch
Museum" van „Artis" te Amsterdam, met
1 Mei z\jn ontslag nemen om te Leiden als
compagnon eenor uitgeversfirma aldaar op te
treden. (Vad.)
De Afd. Rynsburg e. O. van de Alge
meene Yereeniging voor Bloembollencultuur
hield den 6den Januari hare eerste vergade
ring in het pas begonnen vereenigingsjaar.
Yan de 49 leden waren er 41 opgekomen,
die door den president met een hartelijk
woord werden welkom geheeten; waarna de
afgevaardigden ter Algemeene Vergadering
een beknopt overzicht gaven van de bespre
kingen aldaar. Als nieuwe leden werden aan
genomen: C. v. Delft Jz., P. Brussó3 Gz. en
D. Brussóe Cz.
Aan de orde was nu rekening en verant
woording van den penningmeester, die, tot
groot genoegen van de vergadering, kon
med. doelen dat de ontvangstea over 1895
bedroegen 170.87, de uitgaven f 111.10,
zoodat de rekening met een batig salco van
f 59.77 sloot. Het woord van lof, gesproken
door den voorzitter, had de accurate penning
meester dan ook wel verdiend.
Vervolgens kwam het woord aan den
secretaris, die, by zyn veelomvattenden werk
kring, ook nog een verslag moet samenstellen
van 't afgeloopen vereenigingsjaar. Hieruit
bleek dat er 9 vergaderingen werden gehou
den, die vry wel werden bezocht, dat het
ledental van 39 tot 49 was geklomm.n, dat
vanwege de afdeeling 3 veilingen werden ge
houden van droge bloembollen, die uitstekend
slaagden. De Vereeniging, zoo besloot de
secretaris zyn verslag, is nog jong, maar toont
toch al hare kracht naar buiten.
Vooral spoorde hy daarom de leden aan,
dit doel te helpen bevorderen en met het
bestuur de oud-vaderlandscho spreuk in eere
te houden: „Eendracht maakt macht".
Nu kwam de hoofdschotel op tafel. Eene
verloting met 49 pryzen, waaronder zeer
fraaie, gaf de verklaring van de groote
opkomst der leden. Allen gingen dan ook met
een prys naar huis, want nieten waren er niet.
De bevolking der gemeente Bodegrave
bestond op 31 December 1894 uit 1873 ra.
en 2029 vr., te zamen 3902 personen. In 1895
werden geboren 74 m. en 71 vr., te zamen
145 kinderen. Er vestigden zich 138 m. en
177 vr., te zamen 315 personen. Overleden
zyn 52 m. en 48 vr., totaal 100 personen.
Naar elders vertrokken 127 m. en 195 vr.,
totaal 322. De bevolking bedroeg dus op 31
Dec. 1895 1906 m. en 2034 vr., te zamen
3940 zielen. Levenloos werden aangegeven 7
kinderen. Er werden 40 huwelykon geslotön.
Door Burgemeester en Wethouders van
Haarlemmermeer zijn by Godeputeerde Staten
van Noord-Holland bezwaren ingebracht tegen
het besluit van den Gemeenteraad van Haar
lem, tot wegruiming vau do brug over de
Ringvaart by de Fuikvaart.
H. M. de Koningin heeft gisteren het
weefgetouw in ontvangst genomen, Haar door
de Nederlandsche School van Nijverheid en
Handel te Enschedee ten geschenke aange
boden en sedert eenige dagen ten Paleize
opgesteld.
H. M. heeft dit zeer fraaie toestel in werking
gezien en de heer Maassen, leeraar aan ge
noemde school, gaf aan do Koningin uitleg
van het toestel.
H. M. de Koningin-Regentes heeft aan
gekocht de schilderij, vervaardigd door J. M.
Ten Kate Mzn. en voorstellende de uitreiking
der onderscheidingen in de Maliebaan in Juli
van het vorige jaar.
Dit d0 3k was op hot jongsto gala bal ten
Hove tentoongesteld en werd toon door velen
bezichtigd.
Omtrent de plaats gehad hebbende luis
terrijke soiróe by den Britschen gezant te
's Gravenhage kan nog het volgende worden
medegedeeld
H. M. de Koningin-Regentes en hare jongste
zuster Prinses van Waldeck-Pyrmont werden
by aankomst in het gebouw der legatie door
het geheele personeel van het gezantschap
ontvangen. Het 12 jarig zoontje van den
Engelschen gezant bood der Vorstin een
bouquet van orchideeën aan.
H. M. werd by Haar entrée in de balzaal
begroet met het Wilhelmus, door het orkest
gespeeld. Zy onderhield zich met schier alle
gasten, wier aantal ruim 200 bedroeg en die
zich in de verschillende zalen, welke in alle
hoeken met palmen en planten prijkten, be
wogen.
De Rffahtes droeg een robe van_violet
fluweel m^t witte kanten en verliet te half-
twaalf het bal.
De Prinses, die het bal opende met den
heer Y. Rumbold, zoon van den gezant, is
gebleven tot na den cotillon, welken zy danste
met baron Snouckaert van Schauburg, Hr. Ms.
kamerheer, en welk gedeelte van het bal ge
leid werd door E. graaf Van Limburg Stirum.
De bénoodigdheden, by dezen daus gebruikt,
kwamen uit Parijs en de bloemen, daarby
uitgereikt, uit Nizza.
Van het Turksch gezantschap te's Gra
venhage is de volgende mededeeling ontvangen
„De Turksche Legatie is gemachtigd het
bericht tegen te spreken, in verschillende
bladen opgenomen, volgens hetwelk 900 Ar
meniërs door de Koerden te Orfa zouden zijn
vermoord.
„Men heeft zich bepaald tot eene scher
mutseling van weinig beteekenis, die te
Biredjik heeft plaatsgehad tusschen Armeniërs
en Muzelmannen; en, dank zjj do krachtige
maatregelen onmiddellijk door de plaatselijke
overheden genomen, werd de orde dadelyk
hersteld.
„Van weerszijden zyn gevallen vijf dooden
en een vijftigtal gewonden.
„Orde en rust blijven heerschen in het
geheele keizerrijk."
Hoewol het gouden jubileum van de
Vereeniging van den H. Vincentius van Paulo
zooals gemeld, eerst in Juli a. s. feestelijk
zal worden herdacht, dagteekent de totstand
koming van deze liefdadige instelling in Neder
land, en wel het eerst te 's-Gravenhage, van
10 Februari 1846.
Wij vernemen dat ter herinnering aan dien
gedenkwaardigen dag de Apostolische Nuntius
op 10 Februari de mis zal opdragen in de
H. Jacobuskerk, aan de Parkstraat te 's-Gra
venhage.
Ter geruststelling van de vele familie
betrekkingen harer ambtenaren en beambten
in Zuid-Afrika kan de directie der Nederland
sche Zuid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij
mededeelen, dat. zij in den ochtend van 7
dezer een telegram uit Pretoria heeft ont
vangen, aldaar afgezonden op 2 Januari en
52)
Dat, zeide de reiziger, was genoeg. Hij zou
niet verzuimen my te laten weten, wat de
mededeeling aan den verraden Cubaan zou
uitworkeu.
Ik vroeg nog het adres van den man en
zeide dat ik zeer gaarne hom, zoo noodig,
met geld wilde steunen om hem te helpen
zijne rechten te doen gelden.
„Het is zeer vriendelyk van u," antwoordde
hij; „Gomez is te vinden op No. 6, Carters
Yard, Halton Garden."
Ik schreef het adres in mijn zakboekje op.
De reiziger ging nu naar de deur en ont
sloot haar. Terwijl hij dit deed, kwam Horton
binnen en zeide:
„Kom, kom, doctor, gij moet werkelijk
niet den geheelen avond van ons wegblijven;
mijne vrienden roepen om u, en als gij hun
niet wat waarzeggerij ten beste geeft, zullen
zij het mjj nimmer vergeven."
Dr. Eifel ging dus mee met mijn gastheer.
Wat mij betreft, ik bleef alleen achter in de
studeerkamer en dacht over hetgeen hij
gezegd had.
XTX.
In de studeerkamer.
Welke was de beteekenis en wat zouden
waarschijnlijk de gevolgen zijn van de vreese-
lyke ontdekking, die ik gedaan had? Eén
ding was duidelijk, dacht ik, zonder eenigen
schijü van twijfel. Do lage diefstal, dien
Lumley aan Pedro Gomez gepleegd had, was
de misdaad, waarvoor hij in de gevangenis
zou komen. Hoe spoedig zijn inhechtenis
neming, vonnis en veroordeeling zouden plaats
hc-bben, kon ik niet zeggen en behoefde ik
niet te vragen.
Ik had hem afgejaagd zonder eenige hulp
hoegenaamd van mijne wonderbare Gave. Het
overige zou ik op zyn beloop laten. Boven
dien, had ik niet het middel om de stappen
der justitie te verhaasten? Waarschijnlijk,
daar de misdaad in de Vereenigde Staten
gepleegd was, zou het voor Gomez noodig
zjjn een uitleveringsmandaat voor Lumleys
aanhouding te verkrijgen. De Cubaan was
arm, maar ik was nu rijk, en kon en zou
hem de middelen verschaffen om den schurk
zfine rechtmatige veroordooling te doen onder
gaan. Het proces zou slechts een korten tyd
vereischen, misschien enkele weken. Dan zou
Craven Lumley van ons pad verwijderd wor
den als een verpletterde slang, en elke
belemmering tusschen my en het voorwerp
van den vurigsten wensch van mijn hart zyn
weggenomen.
Hoe inmiddels te handelen tegenover Frank
en zyne zuster? De eerste gedachte was, dat
myn plicht zoowel als myn belang meebracht,
hem terstond op de hoogte te stellen van de
feiten, die te mijner kennis gekomen waren.
Het gevolg daarvan zou natuurlijk zijn, dat
er een einde kwam aan de compagnieschap
en aan het engagement. Maar er waren andere
overwegingen, waarmee ik rekening moest
houden. In de eerste plaats, wat Dr. Eifel
mij had gezegd, was mij in strikt vertrouwen
medegedeeld, en ik had hem mijn woord
gegeven het te eerbiedigen. Van dat woord
zou ik wel is waar door hem ontslagen kun
nen worden, indien ik mijne redenen aan
voerde maar was het voorzichtig dit te doen
Frank had nog vertrouwen in zijn compagDon,
en indien h\j te weten kwam wat ik wist,
zou hy dan Lumley niet kunnen waarschuwen
voor het gevaar en hem in staat stellen er
aan te ontsnappen? Bovendien, Lumley zou
naar alle waarschijnlijkheid de beschuldiging
ontkennon en verklaren, dat zij het gevolg
was van eene samenspanning van mijn kant
om hem by de Rayners te benadeelen. Hy
zou niet lang in die houding kunnen vol
harden, maar het zou hem ten minste tyd
geven. Neen, dacht ik, het beste zou zyn
voorloopig het geheim voor myzelven te
houden.
Terwyi ik met deze overwegingen bezig
was, kwam Frank de kamer binnen.
„Wel, Paul," zeide hy, „hoe is het? Zyt
gy niet wèl? Ik vrees dat gy niet bestand
zyt tegen de warmte en den rook in die
kamer in uw zwakken toestand. Gy hebt
gelyk bier wat te verademen."
„Neen," antwoordde ik, „ik voel my heel
wèl. Ik was een beetje verbysterd. Maar nu
ben ik weer in orde. Laten wy ons by de
anderen voegen I"
Höt spreekt vanzelf, dat ik nog zeer
geagiteerd was door myn gesprek met Dr.
Eifel; maar myn geest was opgewekt door
de hoop, die my bezielde.
meldende, dat alle reden voor ongerustheid
voor de veiligheid van hot personeel beeft
opgehouden te bestaan.
De gemeenteraad van Amersfoort be
sloot gisteren tot den bouw eener tweede
begraafplaats, welke zal worden aangelegd
volgens het ontwerp van den hoer II. F.
Hartogh Heys van Zouteveen, tuin architect
aldaar.
Na een zeer laDgdurigo discussie werd door
den Raad besloten, in dit bestek geen bepa
lingen omtrent minimum-loon en maximura-
werktyd op te nemen.
Tot wethouder der gemeente Finster-
wolde is benoem i de heer J. F. Dallinga.
Te Winkel is in den ouderdom van 80
jaar overleden de heer H. Rezelman, sedert
1884 burgemeester dier gemeente en lid van
de Provinciale Staten van Noord Holland, voor
het district Schagen.
Te Delft is m den ouderdom van 38 jaar
overleden de heer IJ. Van der Meulen, kapi
tein der artillerie.
Justus Van Maurik houdt thans lezingen
in België.
Byeengero pen door de heeren A. S. Van
Reesema, P. R. Mees en H. J. Meeskamp
van Emden, had gistermiddag te Rotterdam
een bijeenkomst plaats van oud leden van
het Transvaal-ambulance-comité van 1881.
Uit de toelichting, door de drie heeren ge
geven, bleek dat men bezorgd was over het
geen in Transvaal alsnog zou kunnen
plaats hebben. Als redenon voor die bezorgdheid
noemde ra9n de verbolgenheid der Engelsche
bladen, de veranderde omstandigheden ten
opzichte van 1881, zooals o. a. het aan het
bewind zyn van Salisbury, die, gelyk bekend
is, Majuba nooit heeft kunnen vergeven, enz.
Bovenal ligt hot geval er toe, dat president
Kruger zal aandringen op de herzi ning der
conventie van 1884, die voor tweeërlei uit
legging vatbaar blyft, en daarin zal Engeland
niet zoo gemakkeiyk toestemmen. Mooilyk-
heden zyn dus te wachten en dan moet men
hier gereed zyn om te toonen dat nog altyd
de sympathieën hier voor Transvaal zyn en
men zoo goed mogelijk wil trachten te helpen.
Alle aanwezigen bleken het hierover eens.
Alleen omtrent de détails was nogal wat
verschil van gevoelen. Eet resultaat der be
sprekingen evenwel was, dat de aanwezigen
een Trans vaal-comité vormden en zich meer
personen zullen zien te assumeeren. De werk
zaamheden van dit comité zullen zich bepalen
tot het werken door geschriften op het gezond
verstand der Engelschen; het bewerken der
publieke opinie in Nederland ten gunste van
Transvaal; het zich in verbinding stellen met
het Roode Kruis, om zoo noodig ook hulp
te kunnen veileenen op het gebied der am
bulance; het versterken der goede elementen
in Transvaal door immigratie van krachtige
stamverwanten.
De koninklyke goedkeuriog is ver
kregen om in de Bank-van Le ning te Deventer
ook in 1896 en in 1897 te mogen voortgaan
met de heffing van 10 percent rente voor
de te beleenen panden.
„Wy zullen nog niet naar binnen gaan,"
zeide Frank. „Ik ben biy u hier alleen te
hebben. Herinnert gy u niet, oude jongen,
dat, toen gy straks naar mij toe kwaamt, ik
u zeide, dat ik u iets byzonders to zoggen
had dat ik nieuws voor u had?"
Ik had het inderdaad vergetoD, zóó opge
wonden was ik; maar nu wekten Franks
woorden natuuriyk myne nieuwsgierigheid
op. Ik begreep terstond, dat dit nieuws
Ethel betrof. Daarin werd ik niet bedrogen.
„Wel," zeide Frank, „ik heb u iets te
zeggen, dat u zekor veel genoegen zal doen,
en ik moet bekennen, dat het ook my lang
niet onverschillig is. Nadat Lumley u gister
avond bezocht had ik weet dat hy het
deed, maar niet wat daarby is voorgevallen
kwam hy onmiddeliyk naar ons toe. Ey zeide
m;1 geen woord over het onderwerp, maar
had een afzonderiyk gesprek met Ethel. Nu
verkeert zy juist weer in zoo'n vreemden
toestand en dan ie het arme kind zeer
veranderlijk: het eene oogonblik gedrukt en
neerslachtig, dan weer plotseling levendig en
eene buitengewone kalmte en zelfbeheer-
sching toonende. Het is niet natuuriyk."
Hoe nauwkeurig stemde wat hy zeide
overeen met wat ik by haar waarnam bij
ons eerste samonzyn!
„Etbel en Lumley, ging Frank voort, „had
den, zooals ik zeide, eon afzonderlek gesprek;
maar van wat er tusschen hen plaats had, weet
ik niets. Toen Lumley beneden kwam, zin
speelde hy er niet op, en kort daarr. verliet hy
ons. Toen ging ik Ethel opzoeken. Z v :sin een
van hare vreemde toestanden, als i mand, die
droomt, 6n ik kon geen woord uit haar
krygen. Het is somtyds het beste haar in
die omstandigheden met rust te laten. Indien
men haar lastig valt, volgt er moer dan
waarschynlyk een van die vreeselyke zenuw
toevallen. Gy hebt er een voorbeeld van
gezien den dag, toen gy haar meenaamt naar
het hospitaal. Ik liet haar daarom dien
avond met rust. Van morgen was het heel
anders met haar. Zy kwam beneden zeer
bleek en kalm en maakte als gewooniyk de
toebereidselen voor hot ontbyt. Na een poosje
zeide zy plotseling: „Frank, ik wilde u iets
zeggen."
„Wal dan, lieve?" vroeg ik. „Frank," zeide
zy op een vreemden, kalmen toon, vast en
beslist: „Frank, mijn besluit is genomen."
„Waaromtrent, lieve?" vroeg ik.
„Ik zal niet," zeide zy, „met Mr Lumley
trouwen." Natuuriyk was ik uiterst verbaasd,
zoozeer, dat ik niet wist, wat te zeggen. Maar
zy gaf my geene gelegenheid daartoe, want
zy ging voort: „Zeg hem dat" met een
byzonderen nadruk op „hem." „Wien?" vroeg
ik, „Lumley?" Want ik dacht dat zy myn
compagnon bedoelde. „Neen," zeldo zy, op
dezelfde kalme wyze: „Angus!"
Angus? O, welk eene vreugde, welk eene
verrukking gevoelde ik by het hooren van
dat woord de eerste maal, zoo ver ik wist,
dat zy myn voornaam geuit had! Wat be
duidde dat? Wat anders kon het zyn dan
een bewys van liefde, een onmiskenbaar
teeken, dat myne vurige, hartstochteiyke
genegenheid door haar, myn lieveling, beant
woord werd? Wordt, vervolgd.)