N°. 11003
Woensdag 8 Januari.
A0. 1893
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 7 Januari.
W* on i 1 leton.
TE M8EUWSCIERJG.
PRIJS DEZER COURAMT:
Voor Loiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco por post 1-40.
Afzondorlyke Nommers i 0.05.
PRUS DER ADVERTEHTTEN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17|. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Ofiiciëele Keuuisgeyinffeo.
Vergadering van don Gemeenteraad van Leiden,
©p Donderdag 9 Jan., dea namiddaga to twee uren.
Punten ter behandeling:
1°. Benoeming van een lid van do Commissie der
Bewaataoholen. (3j6)
2®. Yeraoek van W. F. Van der Heijden, omtrent
het doen rooien van een boom aan don Stations
weg vóór perceel No. 7/9 (308)
3°. Vooratol omtrent h t verleenen van geheele of
gedeeltelijke vrijstelling van de betaling van
ecboolgeld voor leerlingen van do Kweekschool
voor O jdorwijzera, wonende buiten de ge
meente. (311)
4°. Verzoek van Z. Van der Meij, tor bekoming in
cijcndom van een etnkje grond aan den Mare-
eingel. (.312)
5°. Idem van O. Van HenebergeD, om terugbetaling
van schoolgeld, lager onderwas. (313)
6°. Voordel omtrent den afstand in eigendom van
Lithographache eteenen aan de Univereiteite-
bibl otneek. (315)
7°. Idem tot wijziging van het Raadsbesluit van 21
April 1392 omtrent de verhuring van de tapgt-
klopperij. (317)
8*. Idem omtrent do openbare aaubeateding van de
leveriDg van het Veralag der Handelingen van
den Gemeenteraad, enz. (314)
9°. Verzoek van W. J. D. Van Voorthuyeen, om
terugbetaling van schoolgeld, lager onderwijs. (1)
10°. Voordel tot hot verkenen van eene toelage aan
den eervol ontslagen agent van politie F.
Frida ts. (321)
11°. Concept-Verordening hondende Reglement, op
het beheer on heatuur van het Krankzinnige -
gesticht. (2)
12°. Voorstel tot wijziging van het Reglement hou
dende bcpaliogen omtrent het gebraik van gaa
door particulieren (320)
13°. Vaststelling van het Tweede Suppletoir Kohier
der Plaatselijke Directe Belastiog, dienst 1895 (3)
14°. Voorstel omtrent het doen Yan cemge ver-
bouwiogen in bot voormalig Caecilia Gasthuis
ton behoeve van de Leidache Maatschappij van
Weldadigheid. (4)
15°. Idem omtrent aansluiting aan de Tel phoon van
do woning van den Wethouder van Fabricage. (5)
16°. BegrootiBg dienat 1896 van bet H. G.- of Arme
Wees- en Kinderhuis. (318)
17°. Voorstel tot het doen rooien van boomen. (6)
Door Burgemeester on Wethouders van Zoetermeer
en Zegwaard ia kennis gegeven, dat de loteliugeD,
die venaugen bg de Zeemilitie te dienen, zich aaar-
to vóór den lston Februari a. e. ter plaateeljjke
Becrotarie bohooren aan te melden.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Zoe
termeer]
Gelet liebbendo op het bepaalde bg art. 18 der
Wet van 4 December 1872 (Staatabl. No. 134) ter
voorziening legen boBmottelïjke ziekten;
Brengen ter algomecuo kennis dat op Woonsdagen
15 Jan., 15 April, 15 Juli en 14 Oct. 1896, telkens
dca namiddaga van 12 tot 2 uren, ten huize van den
heer A. Meerburg, arts aldaar, gelegenheid zal be
staan tot kostelooze inenting en herinenticg.
Naar aanleiding van een desbetreffend ver
zoek van den heer W. J. D. Van Voorthuysen
deelen B. en Ws. den gemeenteraad mede
dat krachtens het Raadsbesluit op de heffing
van schoolgeld op de openbare lagere scholen
van 13 October 1887 voor elk ingetreden
kwartaal het volle schoolgeld is verschuldigd,
ook al heeft de leerling het onderwas over
dien geheelen tyd niet genoten, torwgl by
tusschentyds verlaten van de school geene
teruggave wordt toegestaan. Echter kan de
Gemeenteraad op gemotiveerd verzoekschrift
aan de ouders of die hen vervangen, welke
tussckentijds de stad metterwoon verlaten of
zich in de gemeente vestigen, gedeeltelyke
teruggave of kwytschelding verleonon.
Wat nu het verzoek betreft van adressant,
wiens dochter de Meisjesschool 1ste klasse
wegens ziekte heeft verlaten, om terugbetaling
van schoolgeld over het laatste kwartaal 1895,
is B. en Ws. na onderzoek gebleken, dat de
dochter van adressant reeds den 28sten
September jl. de school niet meer kon be
zoeken wegens ongesteldheid, doch dat adres
sant eerst den 24sten October jl. aan het
Hoofd der school heeft medegedeeld dat zgne
dochter de school moest verlaten op raad van
den geneesheer. Hoezeer nu van het vertrek
vóór 1 October had moeten zyn kennis ge
geven, meenen B. en Ws. dat er wel termen
bestaan gunstig op het verzoek te beschikken,
nu gedurende het geheele laatste kwartaal
geen onderwys is genoten.
Zy geven mitsdien in overweging aan
adressant terugbetaling te verleenen van
schoolgeld voor zgne dochter, vroeger leer
linge van de Meisjesschool 1ste klasse, over
het laatste kwartaal 1895.
Den gemeenteraad bieden B. en Ws. ter
vaststelling aan een ontwerp-Verordening,
houdende Reglement op het beheer en bestuur
van het Krankzinnigengesticht „Endegeest."
Het ontwerp is opgemaakt in overleg met
de Raadscommissie in zake het Krankzinnigen
gesticht en de Commissie voor de Huishoude
lyke Verordeningen. De verdere reglementen
en instructiën zullen later worden ingediend.
Het bevat o. a. de volgende artikelen:
Art. 1. Het gesticht is bestemd voor do
verpleging van ten hoogste 350 krankzinnigen
van do 3de klasse en zal behooren te voldoen
aan de voorwaarden, gesteld door do Provinciale
Staten der provincie Zuid-Holland in hunne
vergadering van 12 Juli 1895.
Met inachtneming van dit besluit bepaalt
de Gemeenteraad het bedrag der verplegings-
kosten en de verder© voorwaarden tot op
neming en verpleging.
Art. 2. Het bestuur van het gesticht wordt
opgedragen aan een Commissie van vyf leden,
onder den naam van Commissie van het
Krankzinnigengesticht „Endegeest."
Het voorzitterschap dier Commissie wordt
waargenomen door een lid van het College
van Dagelyksch Bestuur, door dit College aan
t;e wyzen.
De vier overige leden worden door den Raad
uit zyn midden benoemd uit een door Burg.
en Wetbs., na raadpleging der Commissie,
ingediende aanboveling van twee personen
voor iedere vacature.
Art. 3. De vier laatstgenoemde leden heb
ben zitting gedurende vier jaar.
Ieder jaar treedt ééa hunner volgens een
by loting op te maken rooster af.
Het aftredend lid is dadeiyk weder ver
kiesbaar.
Art. 4. De Commissie wordt bygestaan
door een secretaris, door Burg. en Weths. uit
de ambtenaren ter Secretarie aan te wyzen.
Art. 5. Onder het Bestuur van de Com
missie zullen werkzaam zyn:
a. een Geneesheer Directeur.
b. één of meer andere geneesheeren, tenzg
de Raad, in het geval, bedoeld in art. 5 alinea
2 van het Kon. Besluit van 16 Sept. 1895,
(Stsbl. No. 161) van oordeel mocht zyn, dat
door den gsneesheer-directeur alleen voldoende
in den geneeskundigen dienst kan worden
voorzien.
c. zoodanige verdere beambten en werk
lieden, als by Huishoudeiyk Reglement nader
zullen worden aangewezen.
Art. 6. De Commissie kan, behoudens hare
bevoegdheid zich zoo noodig van de hulp of
voorlichting van andere deskundigen te be
dienen, de dionsten van den gemeente-archi
tect, wanneer zy die behoeft, inroepen.
Art. 7. De Commissie is bovoegd ten allen
tydo voorstellen, die zy in het belang van
het gesticht acht, by den Raad in te dienen.
Art. 8. De Geneesheer Directeur en de
overige geneesheeren worden benoemd door
den Raad uit een door B. en Ws., na raad
pleging der Commissie, opgemaakte voordracht
van twee personen.
De overige beambten, alsmede de werk
lieden, worden door de Commissie aangesteld,
voor zoover die bevoegdheid by liet Huis-
houdeiyk Reglement niet is toegekend aan
den Directeur.
De tot aanstelling bevoegd© macht is
tevens bevoegd tot schorsing en ontslag,
behoudens echter de bevoegdheid van de
Commissie om in afwachting van hetgeen
nader door den Raad mocht worden beslist,
tot eene voorloopige schorsing van den 2den
en verdere geneesheeren over te gaan.
De Commissie is verplicht zulk een door
haar uitgesproken voorloopige schorsing binnen
2 x 24 ureü ter kennis te brengen van den
Raad.
Art. 9. De jaarwedden van den Geneesheer-
Directeur en de overige geneesheeren worden
door den Raad op een daartoe door B. en Ws.,
na raadpleging der Commissie, te doen voor
stel, vastgesteld.
De bezol igingen der overige beambten en
der werklieden worden "door de Commissie
geregeld.
Door de Commissie over den Arbeid der
LvMsche M;atschappy van Weldadigh-id is
verzocht eenige wyziging te brengen in de by
haar in gebruik zynde localiteit in het voor
malig Caecilia-Gasthuis. Zy wensclit nameiyk
een lokaaltje af te breken en daarvoor in de
plaats in gebruik t© nemen, om tot kantoor
te worden ingericht, bet gedeelte van een
ander lokaal.
Na ingesteld onderzoek door do Commis
sie van Fabricage is gebleken dat het thans
in gebruik zynde kantoortje wegens de groote
vochtigheid als nadeelig voor de gezondheid
kan worden aar gemerkt. Voor afbraak be
staat evenwei geen reden. Dit gebouwtje ver
keert nog in voldoenden toestand en kan als
bergplaats nog gebruikt worden. Overigens
bestaat er geen bezwaar het gevraagde go-
deelte van de andere localiteit, beboorende
tot het Cholera-Hospitaal, te doen verbouwen
en tot kantoor to doen inrichten.
B. en Ws. geven den gemeenteraad mits
dien in overweging het aangewezen gedeelte
der localiteit tot wederopzeggens in gebruik
te geven aan Bestuurders dor L'-idsche Maat-
schappy van Weldadigheid, ten einde voor
haro rekening tot kantoor to worden inge
richt, overeonkomstig aanwyzing van den Ge
meente Architect.
By Raadsbesluit van 9 Juli 1874 werden
tot wederopzeggens aan Bestuurders van ge
noemde Maatschappy kosteloos in gebruik
gegeven eenige lokalen van het Caecilia-Gast
huis, door B. en Ws. in overleg met Bestuur
ders aan te wyzen.
B. en Ws. deelen den gemeenteraad
mede dat het noodig wordt geacht dat de
aanstaande woning van den wethouder van
fabricage, tevens plaatsvervangend hoofd van
de brandweor, van gemeentewege aan de
telephoon wordt aangesloten.
Zij geven mitsdien in overweging hen tot
die aansluiting te machtigen, zullende alsdan
later, zoo noodig, een voorstel worden inge
diend tot verhooging van den betr kkelyken
post der begrooting.
Voor de handelsbedienden-vereeniging
„Kennis is Macht" alhier zal, geiyk uit
achterstaande advertentie llykt, a s. Vrydag
avond weder eene lezing gehouden worden.
Als secretaris der Vereeniging van den Ned.
Export zal mr. P. Droogleever Fortuyn den
Nedc-rlandschen uitvoerhandel besproken, een
onderwerp, wel geschikt om de belangstelling
van industriöelen en handelaars te wekken.
Mejuffrouw A. C. Van Dnykeren, onder-
wyzeres aan de openbare lagere school te
Zyderveld, heeft voor de benoeming in gelyke
betrekking te Benthuizen bedankt.
Bedankt is voor hot beroep naar de
Geref. Kerk te Nieuw-Venn -p (Haarlemmer
meer) door den- heer J. Kok, te Ngmsgen.
Sir Horace Rumbold, Engelands gezant
by ons hof, gaf gisteravond in het gezant-
schapsbotol te 's Gravenhage een soirée, welke
vereerd werd met de tegenwoordigheid der
Koningin Regentes eu Prinses Elisabeth van
Waldeck Pyrmont.
Da vorstelyke gasten verschenen te 10'/4
uur, nadat de meeste genoodigden uit hof-,
regeerings diplomatieke en adeliyke kringen
met hunne dames waren afgestapt.
De gastheer ontving met zyn beide zjods
de vorsteiyke bezoeksters, die beiden witte
balrobes droegon, in de vestibule en geleidde
Haar, gevolgd door het personeel der legatie
en het gevolg der Regentes, naar de kwistig
versierde salons.
De soirée duurde tot laat in den nacht. De
Regentes keerde vóór middernacht naar het
pal-is terug.
Het bestuur der vereeniging „Armen
zorg," in Den Haag, heeft namens HH. MM.
de Koninginnen een gift van f 300 ontvangen.
Naar men uit 's-Gravenhage meldt, be
staat het plan in den aanstaanden zomer het
50-jarig bestaan van de Vereeniging van den
H. Vincentius a Paulo feesteiyk te herden-
kon in tegenwoordigheid van do bisschoppen
en de hooge geestolykheid.
By die gelegenheid zal dr. Schaepman een
feestrede houden en zal voor de honderden
deelnemers aan de viering, die uit de residen
tie en verschillonde andere plaatsen des lands
verwacht worden, een groot feestmaal wor
den aangericht.
De by het Oost-Indische leger nieuwe-
noemde offi. van gezondh. 2de klasse H. M.
Neeb (arts) zal, na by het koloniaal werf
depot beëedigd en in zyn Dieuwen rang in
dienst gesteld te zyn, in het genot van
onbepaald verlof worden gesteld in afwachting
van nadere bestemming.
Uit het verschenen jaarverslag van het
Fonds tot verbetering der schraalste predi
kants traktementen in de Ned.-Herv. Kerk
blijkt dat de ontvangsten in 1894 hebben
beiragen de som van f 16,067.25s, waaronder
eene gift van den heer Lebret, groot ƒ1000.
De uitgaven bedroegen f 15,660.595, waarvan
f 4638 47 aan uitbetaalde toelagen. Er is al-
zoo een batig slot van f 16,067.25s.
Uit dit fonds wordt eene toelage gegeven
aan die predikanten, wi-r traktement minder
dan f 900 bedraagt. Die toelage bedraagt zulk
een cyfer, dat er thans geen enkel predikant
is, of hy geniet minstens f 900 traktement.
Een achtenswaardige dame, mevrouw de
weduwe G. W. Herklots Suermondt, is te
Rotterdam overleden op hoogen ouderdom.
Hare liefdadigheid was alom bekend; voor
verschillende instellingen van philaothropi-
schen aard was zy een hechte steun en eene
yverige bestuurderes. Hare gastvryheid was
in de geostelgke we eld alom bekend, zoodat
haar woonhuis met recht betiteld werd met
„De geesteiyke herberg." Den grooten Spur-
gcon telde zy meermalen onder hare logeer
gasten.
Mot zekerheid wordt aan de „Tel." ge
meld dat de burgemeester van Hilversum, de
heer J. E. C. Schook, tegen Juli a. s. zyn
ontslag als zoodanig zal vragen.
Door het DagdJyksch Bestuur van het
Nederlandsch Landbouwcomitó is een advies
gezonden aan den minister van waterstaat,
handel en nijverheid betreffende de runder-
horzel, dat in het Landbouwweekblad is opgo-
nomen. Daaru.t biykt dat de runierborzel in
ons land vojrkomt, zg het ook niet zoo veel
vuldig als byv. in Engeland; en dat zy schade
veroorzaakt en de nadeélige invloed er van
wordt ondervonden. Deze horzol is daarom
zoo nadeelig, omdat zg ah made zich in de
huid van het rund verbergt en tegen het
voorjaar uit de onderhuid te voorschyn komt,
waarJoor de lederhuid vol wormsteken wordt
en 15 a 25 pet. in handelswaarde vermindert.
In Engeland worden de maden by het ryp
worden uit de huid geknepen en gedood,
waardoor men het volgende jaar minder last
van de dieren heeft. Een andere methoJe is,
om ze te dooden in het vee zelf, door do
aangetaste plaatsen te besmeren met wagen
smeer of ranzige boter.
Te Zwolle is met veel opgewektheid
feest gevierd ter eere van dr. E. Mehler, die
den lsten Jan. jl. gedurende 25 jaar als rector
aan het gymnasium aldaar verbonden was.
Dr. Mehler was vóór zyn benoeming te
Zwolle in dezelfde betrekking werkzaam te
Brielle, Hoorn on Sneek. Van hem kan, zegt
de „Z. C.", worden getuigd dat hy tot een
der beste leerlingen behoorde van Cobet. Na
op zeer jeugdigen leeftyd te Bonn gepromo
veerd te zyn, waar hg onder den grooten
49)
Als dit zijne meening was over die ver
dachte handelingen, zou hy er dan ook niet
toe geleid kunnen worden, ze zelf te plegen
of er ten minste aan deel te nemen? Voor
hoe oprecht en dóór on dódr eerlyk ik hem
ook hield, zou niet zijn geweten aan het
wankelen kunnen gaan, zijn gevoel van eer
langzamerhand afgestompt worden, door de
compagnieschap en het voorbeeld van zulk
een doortrapten schurk als zijn compagnon?
En dat Craven Lumley een schurk was,
daaraan bestond bij mij geen twijfel. Zijne
verklaringen en snoeveryon ten huize der
Rayners hadden mijne vermoedens opgewekt,
zijne pas gedane uitlatingen tegen m(j ze
bevestigd. En nu het tweede punt! Mijn schot
op good geluk af toen ik beweerde iets
van zijne geheime misdaden te weten trof
blijkbaar het doel, en ik was er zeker van,
dat hy eenmaal, en in oen of ander vér-
afgelegen oord, eene misdaad had begaan
geweldpleging of bedrog de miedaad, of
één van de vele misdaden misschien, waar-
voor het vreeselyk lot, dat ik wist dat hem
boven het hoofd hiog, de vergelding zou zyn.
Hierin lag een dubbel gevaar voor Frank.
Ten eerste, dat hy tot eenige onwettige daad
zou verleid worden door zulk een man, en
ten tweede het gevaar voor hem en de zynen,
dat zou ontstaan als Lumleya euveldaden aan
het licht kwamen en gestraft werden, hetgeen
ik wist, dat in het korte tydsverloop van een
jaar zou plaats hebben, ja misschien ieder
oogenblik te wachten was. Die ramp zou
natuurlyk een groot schandaal veroorzaken,
een ellendig einde maken aan de compagnie
schap en misschien de geheele familie ten
ondergang brengen. Behalve dit vreeselyk
vooruitzicht, scheen de mogelykheid, dat
Ethel in dien tyd de vrouw van een veroor
deelden misdadiger zou kunnen zyn, het
ergste in eene heele reeks van afscbuwelyk-
heden.
Kon er niets gedaan worden om die rampen
af te wenden? Kon er niets gedaan worden
om de gevangenneming van dien schurk te
verhaasten en hom en zyn vernietigenden
invloed uit onzen kring te verwyderen, voordat
het te laat was? Kon ik maar iets te weten
komen uit zyn verleden; iets, waardoor ik
hem voor het gerecht kon brongen of daartoe
medebelpen, voordat hy er in slaagde Frank
te verderven en met Ethel te trouwen, dan
zou het vraagstuk opgelost zyn. Maar myue
macht om de toekomst te weten te komen
had geene betrekking op het verledens. Ik
verkeerde geheel in het duister en wist niet
waarheen my om licht te wenden.
Het was in dien gemoedstoestand, dat ik
met zeer weinig belangstelling de twee of
drie brieven begon te lezen, die my door
m(1n klerk naar Brighton waren opgezonden
en nu met de laatste post teruggekeerd.
Zy waren van geen belang en ik smeet ze
op zyde. De eene vooral scheen eene spot-
terny in myn tegenwoordige stemming. Hy
was van een vriend, Albert Horton; iemand,
dia groote bekwaamheden bezat op bet ge-
bied der wetenscbappelyke letterkunde, en
een zeer vrooiyk en gezien kameraad, wiens
woning de plaats van byeenkomst was van
eene groote coterie van voorname en kundige
lui. Deze brief van hem was, dat zag ik
terstond, alleen eene uitnoodiging voor een
van die aangename en interessante rook-
avonden, en or.der andere omstandigheden
zou ik verheugd zyn geweest haar aan te
nemen. Maar ik waa in geen stemming voor
gezellig genot, van welken aard ook. Ik
wilde met rust gelaten worden om te
denken eu plannen te makeD.
Toen ik voor 't oogenblik ten einde was
mot hulpmiddelen te bedenken om de vreese
iyko moeilykhedeo, die my te wachten
stonden, tegen te gaan, nam ik toevallig,
zeer lustoloos, Hortons brief voor de tweede
maal op, en zag, dat op de eenvoudige uit-
noodiging, waarmee hy begon, iets anders
volgde. Terwyi ik vorder las, word myne
belangstelling gewekt, want de inhoud deed
een nieuw donkbeeld by my opryzen.
Horton begon met te vragen, hem genoegen
te willen doen met myn gezelschap op den
avond van den dag, volgende op dien, waarvan
ik spreek. Toen vervolgde hy:
„Ik weet, waarde Paul, dat gy moeilyk
uit uw schelp te krygen zyt; maar ik heb
werkeiyk byzondere redenen om te wenschen,
dat gy onze kleine byeenkomst bywoont.
Niet alleen zullen er verscheidene goede be
kenden zyn, zooals Alfred CouleoD, de dichter,
J. B. Franklin van de Kon. Academie, Frank
Rayner, de altyd vroolyke, Coriklin van de
Kon. Maatschappy, en vele anderen van dien
stempel; maar ik bob my ook weten te ver
zekeren van den beroemden reiziger, Dr.
Eifel, die, zooals gy weet, juist van zyn
laatsten tocht is teruggekeerd. Eifel is wer
keiyk een zeer merkwaardig man. Er is
misschien geen land, waar by geen verhlyf
heeft gehouden of dat hy niet bezocht heeft;
by schynt alles te weten en alle menschen
te kennen, en zyne verhalen van avonturen
in do verst verwyderde deelen der wereld
zyn buitengewoon bolangryk.
Maar dat is niet alles. Eifol heeft eene
groote reputatie als beoefenaar van chiro
mantie en men zogt dat zyne beoordeeling
van het karakter uit de lynen der hand het
merkwaardigste van dien aard is, terwyl hy
door hetzelfde middel eomtyds de toekomst
van een menschenleven met opmorkelyke
juistheid voorspelt. Wat hy doet is werkeiyk
van wetenschappeiyk belang, en, afgescheid>a
daarvan, geeft het aanleiding tot niet weinig
levendigheid en genot. Nu heb ik er, meen
ik, genoeg van gezegd om u te „vangen."
Kom dus ons den grooten Duitschen leeuw
heipen ontvangen."
In elke omstandigheid zou deze uitnoodi
ging verleidelyk zyn geweest. Nu was zy
eenvoudig onweerstaanbaar. Eenige weken
geleden zou ik voornameiyk zyn aangetrokken
door het vooruitzicht een soort van mede
profeet te ontmoeten en my te vermaken
door zyne voorspellingen op de proef te stellen.
Daaraan dacht ik nu weinig. Wat my sterker
aantrok, was de kans het was maar eene
kans dat mogelyk deze veel bereisde man
den persoon ontmoet had, wiens verleden ik
zoo vurig verlangde na te sporen, of ten
minste in etaat zou zyn my op weg te helpen
om iets aangaande hem te weten te komen,
dat my van nut kon zyn.
Ik schreef dus terstond aan Horton en ba-
loofde den volgenden avond de byeenkomst
te komen bywonen, maar verzocht hem, ais
eene byzondere gunst, my eene vroege ge
legenheid te verschaffen voor een kort gesprek
met den grooten reiziger, voordat zyne aan-
dacht door do overigen van het gezolechap
kon in beslag genomen worden.
Ik beloofde te zullen gaan eD ik ging.
Horton had eene BUite van elegante kamers,
ofschoon geen van alle zeer groot, in oen
fraai oud buis te Koneingtoo, en zyn bric-a-
brac en werken van kunst waren beroomd.
Ik kwam wat vroeg, maar toch was de
receptiekamer reeds tamelyk gevuld on kwa
men er telkens nieuwe bezoekers. Byna
iodereeu rookte en er was een algemeen
gegons van gesprekken, want de meesten
der aanwezigen kenden elkander, en er
heerschte altyd op Hortons byeenkometen
die prettige beschaafde ongedwongen toon,
die een van de aangenaamste elementen van
het gezellig leven is. Hyzelf was een uit-
stekend gastheer, bewonderenswaardig om
zyn tact en gemoedelykbeid.
„Ik ben biy, dat gy gekomen zyt, Paul,"
zeide hy, toen ik binnenkwam.
Wordt vervolgd.)