MENGELWERK. woont. n. Maar of men te tien uren, te elf uren of zelfs te middernacht naar bed gaat, doet niets ter zake, mits men het lichaam de normale hoeveelheid slanp gunt; men kan daart.ij zeer oud worden. Men zou hoogstens het naar bed gaan, op een zeer laat uur, kunnen afkeuren, niet zoozeer om den tijd, dio men wakende doorbrengt, maar wel wegens de wijze, waarop men dien dikwijls besteedt. De tijd van opstaan hangt af van dien, waarop men naar bed gaat. Esn gezond per soon, dio dit te tien uren doet, kan te zes uren opstaan; maar dezelfde man, door om standigheden genoodzaakt, eerst om één uur te kunnen gaan slapen, zal tot negen uren kunnen blijven liggen. Uit een gezondheids oogpunt bestaat daarin geen onderscheiJ. De uren, aan den "slaap gewtfd, zijn te verg. lyken met den tijd, waarop men zijne maaltijden gebruikt; ook te dien opzichte houde men rogelmati.-heid in het oog; men kan dan daarvoor een tijd bepalen, die het best met de levenswijze strookt. Indion men een slaap van ongeveer acht uren, als van gemiddelden duur beschouwt, is het duidelyK dat een rusttijd van minder dan zes uren onvoldoende is, en hoevele beroepen zijn er niet,, oio door gebrek aan slaap langzame zelfmoorden zijn, hetzij de slaap van te korten duur is of te dikwijls afgebroken wordtI Op de planken en auteur. Uit het Bugelsch van T. G. PHILIPS. Heel verliefd van compfexie was ik nooit geweest en toch vond ik mijzelf de laatste weken een onuitstaanbaar wicht. Eerst toen ik in den wmkel stond om het portret van den man te koopen, na minstens tienmaal besluiteloos voor de groote spiegelruit van dien aanblik genoten te hebben, werd het mij pas recht duidelijk hoe idioot ik ny eigenlijk aanstelde. Het was dus werkelijk zoo, ik kon mijzelf het feit nfet meer loochenen, op mijn dertigste jaar was ik verliefd geraakt, zoo bals over kop, zoo onbesuisd, alsof ik een bakvischje van zeventien was. En dat nog wel op een acteur, die mij persoonlek volkomen onbekend was! Het was werkelijk al te gek! Niet alleen dat ik van geen verliefde natuur was, maar algemeen hield men mij voor afkeorig van de mannen, iets wat mijn rcosder gedurende mijn prülo jeugd veel ver driet berokkend had. Meermalen werd er in den buistlyken kring schamper gelachen om mfln eigenaardige opvattingen, zooals myn familie zoo goei was cio to noemen. Yan flirten en dansen had ik altijd een hartgron- digen afkeer gehad; omdat ik het anderen zag doen, probeerde ik het ook eens een enkele maal, maar het ging my in het geheel niet af. En ik had ook niets aantrekkeliiks voor de heeren der schepping; ik verveelde hen, iets wat mi) al buitengewoon koud liet. Zy konden my geen grooter genoegen doen dan my maar ongemoeid aan myn werk Lo laten. En ik had nu juist een leventje zooals ik het my steeds gewonscht had: een gezellig thuis, een prettigon vriendenkring, en veel succes met myn booken, want, in alle beschei denheid zy het u medegedeeld, ik ben oen echryfster. Op eon goeden avond begaf ik my naar den schouwburg en zagdaarBrudenelI acteeren. Zyn spel mteresjr.urdo my zeer, en zyni ernstig voorkomen, kalmu manieren en rustfgo stem floden my zeer aangenaam aan. By de groote jBcöne, waarmede het stuk stond of viel, over trof hy zichzelf en van dat oogenblik af stond het by my v.: at dat hy do eerste artist der wereld was. Binnen een week ging ik nogmaals op ter schouwburg en weder genoot ik van het spol en de voordracht evenars den vongen keer. Van nu aan kwam ik er zoo dikwyls dat ik de keeren niet zou kunnen tellen al h;.d ik bet gewild Ik hob u reeds verteld de belacheiyke af metingen, die mijn gevoelons jegens dan acteur aannamen. Veertien dagen lang was ik eiken middag voor de winkelruit blyven staan tot ik eindelijk de verzoeking niet meer kon weerstaan, naar binnen ging en het welgelijkend portret kocht. Op een Zondag ontmoette ik hom op een diner by een mijner kennissen. De gastvrouw stolde ons aan elkaar voorde heer Brudenell, juffrouw Cloeve. „George EffinghaD, weet u." Ik was inwendig uiouwsgierig of hy myn boekon zou gelezen hebben. Hy sprak ook nu met dezelfde ernstige stem als ct hot tooneel; ik wensebte hem geluk met zyn schittorende triomfen en hy dankte my voor myn warme huldebetuigingen. Toevallig zat ik naast hem aan tafel en ik herinner my nog zeer goad hoe trotsch ik my gevoelde hem over de een of andere kleinigheid te hebben laten lachen. Ons gesprek liep hoofdzakelijk over do komedie en ik vroeg hem of mevrouw Bland, de eerste actrice van den troep, hem geen (linke hulp was. „Dat ïykt maar zoo," antwoordde hy schouder ophalend, „dat gaat van zelf." Ik was verbaasd, want ik had zeker ge dacht dat die rol in andere handen veel minder tot haar recht had gekomen. „Zy is de lievelinge van het publiek en by een troep als de rnyne heeft men met dat verschyn3el rekening te hóuden," ging hy voort. „Geloof my, zonder haar ging hot stuk even g09d." „Maar den hoer Warrington zoudt ge toch niet kunnen missen?" „Waarom niet? Die heeft nu in het geheel niets te doenl Neen, het geheele stuk rust op my." „Het moet ontzettend vermoeiend zyn," meende ik. „Ja, den eersten avond, dan moest ge my na afloop eens zien. Niemand dan een tooneel speler van beroep kan begrypen wat het^ zeggen wil de hoofdrol in een stuk te spelen.^ Hy gaf my nu een interessant verslag van zyn ervaringen en het verbaasde mij te hooren hoe hy jarenlang niet moer dan drie guineas in de week liad verdiend. „Ik liep vjn huis weg met het vaste plan te slagen, doch de eerste harde leerjaren zal ik nooit vergeten." „Vertel my er eens iets van," zeide ik. „We zouden in Edinburgh een voorstelling geven en op de laatste repetitie kwam een briefje van den man, die de hoofdrol moest vervullen, dat ziekto hem verhinderde te komen. We zouden „Hamlet" geven en de directeur was wanhopend; hulpeloos keek by den kring roncl tot zyn blik op my viel. Waarom by my juist uitkoos, is my altyd een raadsel gebleven, doch hy deed het en my naderbij wenkend zeido hy: „Brudenell, gü zult van avond voor Hamlet spelen." De zaal draaide met mij in het rond, doch be grijpend dat bet al heel dom zou wezen die schoono kans voorby to laten gaan, ant woordde ik„Goed, mynheer, en u zult over myn spel tevreden zyn." „En Ik kende de passages van buiten, ging naar Galton Hill en reciteerde daar den gan- schen middag Shakespeare voor de vogels en dc Tiasehen in landelijke eenzaamheid. Myn tanden klapperden, toen bet tijd word my naar de komedie te begeven en ik vreesde geen moed open durven doen, op het tooneel. In de kleedkamer werd ik door ieder voor don gok gehouden, daar al do collega's my benydden. By het eerste gebel dwong ik my tot kalmte ea eenmaal voor bet voetlicht wist ik van geen verlegenheid meer." Peinzend keek hy my aaD, met de witte hand de lange lokken naar achter strijkend. „Spreek liever eens over uzelf," zeide hy, „ik verveel u met myn herinneringen." Nu dat deed ik en wel zoo amusant, zooals ik mij ten minste verbeeldde, dat het my niets verwonderde te hooren dat Brudenell my een alleraardigste praatster genoemd had Hoe ik my dien avond voelde, waag ik eenvoudig niet te beschrijven. Ik ontmoette hom voor de tweede maal op een groot feest in den schouwburg by do tweehonderdste of driehonderdste opvoering van het stuk, waarin bij de hoofdrol vervulde. Het wa3 een schitterende avond en aan toosten, kwinkslagen en hartolijko wonschen voor den held van het feest ontbrak hot zeker niet. George Brudenell nam veel notitie van mij, hy sprak over mijn laatste boek en vroeg my om met hem samen oen tooneelstuk te schryven. De extase van geluk, waarin ik verkeerde, zal rk noort vergeten; ik zweefde gewoon in do wolken en had iemand er my aan durven berinneren dat ik even te voren nog op den boganen grond geloopen had, ik zou het dien vermetele pertinent hebben tegengesproken. „Ik ben geen schry ver," merkte hy nederig op „maar myn bekendheid met het tooneel weegt daar wel tegen op. Het stuk heb ik reeds in myn hoofd on do hoofdrol or in zal ik zelf vervullen." Verrukt stemde ik in alles toe en reeds den volgenden dag zond hy my zyn schets, dïe ik volstrekt niet mooi vond, doch waarvan ik met grooten ijver begon oen stuk te maken. Nu en dan kwam by eens zien of ik goed opschoot en wie weet waar myn malle ver blindheid my nog toe geleid zou hebben, waren mtf gelukkig op eon goeden koer de oogon niet plotselïnggeopond geworden, zoodat ik hem aanschouwde zooals by werkeiyk was ia al zyn ydellieid en kleinheid. Het tooneelstuk, was af en ik zond het hem; na een week kreeg ik een briefje of ik hem eens wilJe komen bozoeken. Hy was in zyn heiligdom, zooals hy zyn studeer kamer noemde en" op het schryfbureau lag het manuscript. Met een vriendelyken lach werd ik ver welkomd en my een stoel aanbiedend, zeide by: „Ik ben biy dat ge komt; er moet heel wat in uw werk veranderd worden." „Hoezoo?" vroeg ik onuoozol. „Wol, de rol van mevrouw Bland moet wat minder omvangrijk en veel veranderd worden." „Veranderd?" „Ja, want dat zou te veel de aandacht van my afleiden; kyk eens, ik heb hier enkele plaatsen onderstreept." Ik zag dat hy minstens vyftig rogels van een dikke blauwe potloodstreep had voorzien. „En dan Is er nog iets on dat is een heele groote fout; go laat my niet ieder bedryf afsluiten. Als het scherm valt, moet ik altyd op het tooneel zyn." „Maar vindt ge dat hier wel artistiek? De loop van het stuk in aanmerking genomen, dunkt my „Artistiek 1" lachto hy: „kom, kom, het geldt hier een zaak en niet de kunst. Zoo als gy het stuk geschreven hebt, wordt het applaus veel to veel verdeeld; terwijl ik op het tooneel sta, loopt mevrouw Bland onop- houdeiyk rond. Neen, myn lieve juffrouw Cleeve, dat gaat niet, dat moet juist omge koord worden." Hier kwam de meid binnen met een boodschap en hy vroeg verlof hem even te willen excuseeren. Ik was bly'de alleen te zyn, want ik was stupéfait. Het was dus geen kunst, maar een zaak en de rollen moesten worden ver anderd, omdat hy Brudenell dan moer door den engelenbak zou geapplaudisseerd worden Droomde ik of had ik goed gehoord? Ik las de onderstreepte zinnen nog eens na; welk een ydelheid, welk een verachtelijke kleinzieligheid! En dat was de man, dien ik voor een groot kunstenaar had gehouden I Op het bureau lagen een paar drukproeven, ik zag dat het 't verslag was van een inter view; in zijn groote, aanstellerige hand waren verbeteringen aangebracht. Ik las en kon myn oogon niet gelooven: „Brudenell keek op met zijn schranderen blikbad hijzelf op den rand geschreven. Wat verder had by op een stukje aangespeld papier den volgenden zin tusschengevoegd: „Brudenell, evenals Sarah Bernhardt, onder scheidt zich door verscheidene talenten. Hy schildert, en voor een amateur buiten gewoon goed; eer hij zich aan de kunst wydde, schreef hy vele interessante verhalen in tijdschriften en deed hy belangrijke mede- deelingen in couranten. Laat de Engelsche schouwourgbezoeker tot dankbaarheid gestemd worden bij het bedenken dat hy dezen in- spannenden arbeid opgaf om geheel zich aan z(jn moeilijke roeping te kunnen geven. Evenals alle groote mannen is Brudenell buitengewoon nederig en bescheiden met de grootste moeilijkheid en niet dan na lang aanhouden- werden we tot hem. toegelaten en eenmaal binnen, konden we er hem eerst maar niot toe krijgen over zichzelf taspreken." Hy kwam binnen en ik nam afscheid, zeggend dat ik my zijn wenken ten nutte zou maken. Ik ben heel in myn schik dat ik dat stuk voor hem heb in elkaar gezet, want zouder dat werk was ik misschien niet zoo spoedig genezen geweest van mijn bespotte- lyke liefde. De schok gaf my mijn vroeger gezond verstand terug. Het drama is nooit in druk verschenen en die ontmoeting met hem is mgr> laatste' geweest. Laait my be sluiten met te zeggen dat ik recht Blijde ben dat de gevaarlijk o aanval bij my zoo-ti kort verloop heeft gehad en dat de genezing vol komen was. Waar is dc kippendief? INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur t Vergun mij nog één enkel plaatsje in uw blad. Met een bezwaard ereraoed las ik hot stukje, dat myn onkunde te kennen gaf, omtrent hetgeen men tegenwoordig op con- (Oirsen doet en Iaat (N. B. myn Iei-ftijd is 26 jaar en mijne ondervinding van conconr sen dagtet-kent van jr 6 jaren)En ik trok op naar Den Haag, waar juist een n tionale en" internationale wapen strijd, welke don den Nederl. Schermbond was uitgeschr.- ven, gehouden werd. Natuurlyk voedde ik de stellige verwachting, daaruoor op de hoogte te komen van h>-t „moderne schermen" en i.y mijne terugkomst in myn va Jerstad te kun nen uitroepen: „Eureka"; maar bélaasl boe meedoogenloos is aan rnyne w nschen de bodem ingeslagen: van schoonheid, sierlijk heid, van liet geven van punten voor stand, houding, enz., enz., waarvan de heer Knoop spreekt, geen spoor. Stellig geloof ik dan ook, dat het door Z Et. uitgereikt brevet van onkunde verkeerd geadresseerd is en geef den heer Knoop den welgemeenden raad, zynen medeleden, die vroeger reeds op wed strijden ui'kwamen, mede te deeDn, dat in hoofdzaak de regelen zyn als eertyds, of somtijds nog erger. Een staaltje wil ik U noemen, wat ik nim mer heb gezien. Er waren n.l. oogonblfSrfcvn, dat de degenschermers schouder tegen schou der stonden en den degen alk dolk gebruik ten om elkaar te p pardon, om elkander eenen op Franscher loost geschoeiden stoot toe te brengen. Of zoo'n stoot geteld werd, vraagt U? Volgens de bewering van den heer Knoop durf rk dit niet te bevestigen, doch zooveel is zeker, dat bij niet belet werd. Doch in één adem voeg ik er by: er waren ook eer lijke trekkers. Maar de heer Knoop denkt toch niet, dat die in Leiden ook niet te vinden zyn geweest ot' nog te vinden zyn. Ook hierop kan do heer Knoop antwoord verkrijgen by zyno toekomstige modeleden, en dat antwoord zal luie en-, dat op elk con cours kaf en koren is, en ik voor ray als volbloed Leidenaar, beween, dat er in Leiden zeer goed koren was en nog is. Of denkt de heer Knoop, dat eer niet meer waard is dan een prys; want men rekende het zich tot een zeer groote eer, dat tot eenige Leidsche schermers door vreemden gezegd werd„Jelui zullen niet makkelijk een prys behalen, want ge> trekt veel te mooi en veel te eerlijk!" My dunkt, als de heer Knoop even nadenkt, is dat meer dan een. prys, on een zeker hewys tegen de verdachtmaking der Leidsclie meesters. Maar, geachte heer Knoop, wees verzekerd, dat zal U te zyner tjjd in de ooren klinken en wel door uwe medeleden, die mannen zyn, geen jongelieden en die ik wel voor zoover ken, dat zy wel onderscheid zullen maken tusschen verkeerd geplaatsten eigenwaan en ware liefde voor do schermkunst. Wat uwe verdere opmerkingen betreft omtrent meesters, die geen les willen geven aan verenigingen, waar de Gymnastiek beoefend wordt, hier mede wart U zoowat alles dooreen, landen, personen, wetten en gebruiken, want weet U nog niet, dat in Nederland een leeraar in de gymnastiek wettelijk bevoegd is tot het geven van Schermonderriclit r Kunt U ook beweren, dat dit in België en Frankryk het geval is? Of ligt het niet hierin, den landaard in aan merking nemende, dat de „cerclos d'escrime" als paddestoelen uit den grond ryzen en er derhalve in die landen overvloed van profes seurs in de schermkunst moet zijn? Erkent U dus alleen bedoeld© heeren1 ate premiers en denkt U rui beuachi dat de hoeren Jfcw: Koop man te Rotterdam, H. Koopman te te-Gttivei»- hage, J. A. Meijerin k te Hawtemi ([Bestuur decs van den Ned. Sehermbond)' en» nog zoo veel anderen, minder zijn dam da door U g© noemden, aï geven zy ook les aa*r vereoriL- gingent waar rie Gymnastiek beoefend wordü? Bepaald, mijnheer Knoop, dan beklaag ik U wegens dat bekrompen denkbeeld. Geachte mynheer Knoop, er was in den onden tijd, den tijd va ui Jacob Gats, weet F, een spreuk, dio altyd doorgegaan is. Deze luidt:- „die naeBtr gelyckt heeft best godaen" era toen werd er ook Fransch gewenkt, dut verzeker ik U. En nu, Mynheer de Redacteur, myn dank voor u.wu wel willendheid en. wensch hel hierbij te laten, daar ik van da schermkunst geen levenyquaeacijs denk te maken. LeiDKN,. Uw Dw. Dr. 27 Dec. LS95L Ml C.. "Willedqands.. Hiermedet sluiten wy, het debat over dez& zaak.. Rb».] llHPgerlyke Stand. KATWIJK. Geborcir: Arendje, D. v. Teunis Goeimtat en Maria Hobbel. Maactje; Dl v. Jan Van der Kwaak en Johanna Van don Oever. G e h u w d: Jlacob Van Dnvveirvoorde jm. inefc Pietje MoyvogeJ jdi Jacob'Van Duyajrw. niet Maaltje Varkomaaer. Overleden: DiisTc Schonenborg 1 j, Jacob Guyt 78 j.r geil. nret K. M'. Bdhririgor. Maria Cornelia Vam Veen 8 im. Aura Zwanenburg G w. Adriana Zwitser 47 j,, echlg, v. Dirk. Vboys. L18SE. G e b o-r e nMaria, D. v. C. Hoogkamer en M. Langoveld. GerarrUis, Z. v. L,. Van der Hulst en E. B. Van Winscn. Frauoiscus Josephns Maria, Z'. v. 51r. Büscliman en D. M. Denmaan Overleden: Anna Frerika G in. RIJNSBURG. Geboren: Abraham, ZT. v. Pieter v. d. Kwaak en Catbarina VanEgmond. Samuel, i.. v. Gcarit Hermans' en Janna DeMoodj, Getrouwd": Pieter iiietho.ven.23j. en Elisabeth Willebrordh Liobregt 26 j. Qverled én: Johanna Zwaan 08 j.„ echtg. v. Jacob De Mooij. Wülempje Star '21 j. WOUBliUGGE. Geboren: Cornell's Johannes, Z. v. Hemlr.itfua Sanne en. PetroncUtuVan Straten. Ondertrouwd: Anthonius Clemens Borst jm. 32 j. en Mïetjo Van Heteren jd! 25 j. Overleden:. Aaitje Riepe* wed. v. Arie Van. Beijoren, 80 j. Gemengd Nieuws» Op zeer b r u. t al e w ij. z o z y n in den nacht van den eersten op den tweeden Kerst dag een paar kerels een woning te- ArnstercL m binnendrongen. De heer G. Borg, boekhande laar in de Prinsenstraat. 6, verliet dien. nacht te vijf uren met zyne echtgenoote zijne woning, om in eene der Katholieke kerken de nachtmis by te wonen. Do meid bleef met ©en 20vontal kinderen achter. Nog vóór deze meid de knippen op de deur bad kumen. doen, openden oen paar kerels (die blijkbaar op de loer hadden gestaan) de deur en traden binnen. De meid, hen ziende, en zeer beangst geworden, vlood terug en sloot zich. met de kinderen, op. He kerels onderzochten alles,; beschadigden veel, doch konden, dank. zy den wijzen voorzorgs maatregelen van den heer Borg, niet veel van hun gading om mee te nemen vinden. Na een geruimen tyd' bezig geweest te zyn„ verlieten zij het huis, gelijk, zy gekomen waren. Men kan zich demkevigen angst voorstellen, waaraan de arme meid en het oudste tien jarige kind, dat wakker werd, al dien tyd zyn blootgesteld gewesst. CN. v. d. D.) Een stuk weiland in de Friesche gemeente "Wynbritseradeel, dat voor p. ra. 20 jaar verkocht werd voor f 600 per pondemaat of 363/v aren, kon nu niet meer opbrengen dan f 320 per pondemaat. Uit de Sittardsche gemeente- raadsvergadering van Zaterdag jl.overgeno men uit „De Limburgsche Aankonuiger", weekblad van Sittard: Aan de orde is de gasquaestie. Voorzitter. Ik heb eerst nog een voorstel Ie doen dat voortaan alle ahonnementen van de barieren vooruit betalen moeten. Breuning. Dat moet van zelfs gebeuren. V. Hier is het echter niet het geval. Dols. Ik ben tegen de barieren ini do stad. Custcrs. Ik ook. Voorzitter. Dat weet ik heer Dols, zooals tegen alles, evenals de andere leden, behalve wanneer or quaestie is gtld van de stad uit te geven- Het voorstel van den voorzitter wordt daarna aangenomen. Gadiöt. De Gitskes quaestie in Overhoren is nog niet afgehandeld, breng dat voor een volgende zi:ting op het convocatie-briefje. Voorzitter. Ik kan. u vooruit zeggen dat het heele dorp er tegen is. F. ArnoLdts. Wilt u ook myn voorstel voor ©en stadsopaichter overnemen, ir behoeft hem cog niet te benoemen, slechts een post er tocht uit t© Irekkec. V. Hebt. u anders, niet» te daeoy welk© re kening na aak t u toch on dal voos het losgaan van. een paan pil ."urntjes aan het haIkon?Pak weg, ir springt aardig ©m met het geldt vaa de stad, ik doe- hel, niet.. A. Dam verzoek ik een paar' heereru myn. voorstel t& steunen. Dei heeren Dols, Zl/ikan ea Breuning steu nen: het voorstal. Voorzitter. Hier steunt men alles wat geld lost. D® voorzitter wil de zitting verlaten. Verheggen- Zijt gy eem verstandig hurg.e* moester, u kunt wellicht een opzichter hebben, voor 300 fis. Voorzitter. Wgi beibbera vroeger een opzdclas- ler giebad cib wat heeft die uitgericht? F. Arncldta.. IDie its doodgegaan na 6 wekeny iio fteett nïfitra kunnen doen. Ala u toch den èpaichtai niet gehad haht vboc hert.verbouwen $er kazerne, daD zouden wij eeim zior» hoe ter ui güfcomeï» waart. Ik. vrerzock, daarom, het voorstel in omvraag te brengen. V. Ik do© tosti möek A. Bare zyt u. togoo' b-Jangen dor ge meente» err in obstructie; als. u da r.ekeningem gezien hacfit, dan konri«t. n ziera hora de ge- BieentO' oen wij-water vat ie, waaraan een ieder ian sappen- Verheggen. Haal de fleeeh,. dan drinken wy er nog een 1 Dols. Ik: zag- ook gaarne een pOBt voor het élachthiai® mtgetrokkem, dat Js. iets dat zeker noodig is. Voorzitter. Ik begrijp u, beer Dols. D\ Breng dari ook dit voorstel in omvraag., F. Arnuldts» Eerst het, m<yfle. Voorzitter. Ik werjer hert;, omdat, er geoa geld is, maar wacht evonv ik zall h«t. doea. Togen» srteinmem do Voorzitter, Nessen an Custorsv de overige leden stommen viool*. F. Arnoldfrs. Dos bvengt ui een posb vaa a 600 ffo. liicivoor op do begroolmg. V. Geon quaestie ©F van^, het ia om gek lu worden, ui rutnaect de burg©ry an maakt alles op. A. Het is juist om t» beauioigon. V. Neen, wet om op do flesch. te gaan;, waar betalen w\j alles vaa, nu is weer zoo veel aan gas te betalen of een proces ataafc m te wachten EüQ'ige dagen geleden deeLde.n wjj mode, dat het 50-j.irig bestaan dei Chrysantha- mum verec-nigingt®'LondeD.doorhet.heu'ien vag ©ene reusaehtigo Ghrysantheiiium-tentoonbtcJr Jting' herdacht zou worden. Thanss i« het. pro gramma reeds verschenen, waaruit Üjjci, dal sr versuft illen de piyzan worden uil gelooid, gezamenlijk toti oeoo waarde vaa vier duizend achthonderd gulden. Eene advertentie ail het ^London .Journal"' van 15 Juli 1.712. „Juist uïtJ Holland medegebracht eene prach tige verzameling oranje- en «itroeaboo Jien? effen en bont, fijn roomkleurig en geel, van de beste soorten, vol vruchten en bloesems, van verschillende grootten, gc-schikt om de ©raDjerie of het boudoir der dames te ver sieren. „Zeer goedkoop te leveren door Jamfs Letl«y, adres den heer Frasier, naast Bsaufort-Houso, aan. den waterkant te Chelsea. Allen, heeren #n dam.es, kunnen daar de merkwaardigste sooften. van bolgewassen uit Holland, en aniere deelen van Europa, tegen da laagste prijzan. geLeverd worden.'T Het zou niet onaardig zyn, te vernemen, wat James Letley thans zou aanbieden f U;it Treptow, by Berlyn, wordt gameid omtrent een gevecht tnsschen een havik en een karper, aan den vyver by het tentoonstellingsterrein aldaar. Nadat de roof vogel eenigen tyd in de lucht kringen had beschreven, schoot hy plotseling op den water- spifgeL af, greep bliksemsnel een grooten visch aan de staartvin en verhief zich met zyn roof ongeveer 2 meter haven het water. Het slachtoffer slingerde zich echter zoo ver twijfeld heen en weder, dat de havik Iiefc moest loslaten. Nauwelyks echter had de visch den vyvor weer bereikt, of de vogel had hem ook weer uit zyn klauwen, ditmaal aan de rugvinnen, gepakt. Oügetwyfeld zou oe roover ten slotte met zyn buit ontkomen zyn, als eenige welgemikte steenworpen hem geen aanleiding hadden g-ge ven den visch in den steek te laten en ijliogs weg ta vliegen. De geredde visch, die een karper bleek te zyn, haastte zich om weer ondor te duiken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6