N3. 10S96
31aaiiclag 30 December,
A°. 1895
feze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Dit nonimer bestaat uit DRIE
Bladen.
Nieuwjaarswenschen
Leiden, 28 December.
Feuilleton.
TE NSEUWSCïERSC.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 5
Franco per posti
Afzonderlijke Nommers s
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17^. Grootere
Van 1-6
letters naar plaatsruimte,
wordt f 0.05 berekend.
Voor het incasseeren buiten de stad
Eerste Blad.
worden van af ^-den aangenomen ad 25
Ccats per advertentie voor het Leidsch
Dagbladdat a. s. Dinsdag avond verschijnt.
Buiten Leiden wonenden kunnen postzegels
zenden.
Advertentiön, na Maandag-avond 6 uren
aangeboden, worden '*«iekeu.*i ad öO Cents.
Oiiioiëei® Koanisgeriugeu.
DeBurgemeester als hoofd van de Politie der
gemeenten Zoetermeer en Zegwaard beeft per pu
blicatie kennis gegevon dat vóór, op of na den
aanstaanden Nieuwjaarsdag geen bedelarij onder de
bentming „Nkuwjairwenschon" binnen die ge-
'moenton mag pl.tats hebben en waarschuwt een
ieder, zich daarvan to onthouden, zulleude uit de
opbrengst eener te docno buitougowone collecte eene
uitdeelicg aan minvermogenden geschieden.
In de gisteravond gehouden vergadering
van de Afdeeling Leiden en Omstreken van
de Maatschappy tot bevordering der Bouw
kunst waren, op verzoek van het bestuur,
door den Rijksbouwmeester D. E. C. Knuttel
voor de kunstbeschouwing afgestaanteeke-
niugen van verschillende gebouwde en in
aanbouw zijnde post- en telegraafkantoren,
o. a. te Leiden, Amsterdam, 's Hertogenboscb,
Sittard, Heusden, Gemert en Hansweert, die
met belangstelling werden bezichtigd. Door
het bestuur zal don heer K. worden dank
gezegd voor het afstaan dezer keurige collectie
en zal de Yereeniging, ook voor het vervolg,
by haren geachten oud-voorzitter worden aan
bevolen.
Ingevolge een schrijven van den Arbeids
raad, om te voorzien in twee vacatures, ont
staan door periodieke aftr ding, werden
b.noemd tot leden van dien Raad de hoeren
J. Bo m en W. Splinter en tot afgevaardigden
naar do algemeene vergadering van don
Arbeidsraad de heeren H. J. Jesse en P. C.
De Yrind.
De heeren F. A. Wempe en D. Veilbrief
brachten by monde vaD eerstgenoemde ver
slag uit over het geldeiyk beheer van den
penningmeester. De rekeriing was in orde
bevonden. Den penningmeester, den heer J.
Van Dam, werd dank gezegd voor zyn nauw
keurig beheer.
Daarna opende de voorzitter de discussion
over het voorstel van een twintigtal afdee-
lingsleden tot afscheiding van de Maatschappy.
Uit den loop dier besprekingen bleek wel dat
de neiging tot afscheiding algemeen was. Het
voorstel, vervolgens in stemming gebracht,
werd aangenomen. Het bestuur stelde daarop
de volgende motie voor: „Het bestuur der
Afdeeling Leiden en Omstreken van de Maat-
schappy tot bevordering der Bouwkunst,
overwegende het voorstel van een twintigtal
leden tot afscheiding van de Maatscbappy en
gehoord de discussiën in de vergadering van
den 27sten Dec. 1895, stelt voor, de betrek
king met de Maatschappy te verbreken en
als zelfstandige vereeniging op te treden, doch
in de overtuiging, dat samenwerking van een
zoo groot mogelijk aantal bouwkundigen nuttig
is, spreekt het de wenscheiykheid uit, dat
eventueele aansluiting 't zy by een gereor
ganiseerde Maatschappy, 't zy by eene andere
vereeniging van geiyke strekking, mogeiyk
biyft."
Deze motie werd met algemeene stemmen
op één na aaDgonomen, zoodat de Afdeeling
Leiden en Omstreken als onderdeel van de
Maatschappij vervalt, maar op denzelfden voet
als zelfstandige vereeniging biyft voortbestaan.
Op verzoek van de vergadering zal het
bestuur der afdeeling, nu als zoodanig afge
treden, als commissie vóór de volgende ver
gadering een nieuw reglement ontwerpen en
dat der vereeniging ter goedkeuring aanbieden,
waarna tot de keuze van een bestuur kan
worden overgegaan.
Na eenige besprekingen werd de vergadering
met eenige toepasseiyke woorden door den
voorzitter gesloten, daarby de beste wenschen
uitsprekende voor de aanstaande werkzaam
heden der vereeniging.
Den 27sten dezer, des avonds te half-
acht, hield de vereeniging „Dorcas" hare
jaarlyksche uitdeeling van kleederen aan de
behoeftige gezinnon der Evangelisch-Luther-
scbe gemeente alhier. Dezen werden uitge-
noodigd, op dion tijd te verschynen in de
consistorie der Luth. Kerk, daartoe welwil
lend door heeren kerkrentmeesters afgestaan.
Hoewei de Vereeniging dit jaar geruiraen tyd
den arbeid niet kon voortzetten, ton gevolge
van gebrek aan lokaal van samenkomst, was
er zóó bard gewerkt, dat nog 100 stuks
meer gedeeld was dan het. vorige jaar. Onge
veer 460 stuks goed werden uitgedeeld, waar
onder eenige dekens. Ten gevolge van een
gift, haar gezonden door eene dame, die
onbekend weris'cht te blyven, ontving elk
gezin bovendien nog ryst of gort.
Ds. Van Kleeff, uitgenoodigd om by de uit
deeling tegenwoordig te zyn, dankte uit naam
der armen den dames werkende leden voor
hun belangloos liefdewerk, en sprak zyn
beste wenschen uit voor den bloei der Ver
eeniging.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft, met ingang van 1 Febr. 1896, op zyn
verzoek, eervol ontslag verleend aan dr. J.
G. Boerlage, als onder-directeur by 's Ryks
herbarium aan de Ryks universiteit te Leiden,
en de hem verleende toelating als privaat
docent in de wis- en natuurkunde aan de
Rijks-universiteit te Loiden, met ingang van
1 Febr. 1896, op zyn verzoek, ingetrokken.
Gedurende de 1ste helft der maand Dec
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet bestoid konden worden:
Kramer, Altirechts, Amsterdam; C. H. Stik-
kelorum, A. Bolder, 's Gravenbage; K, Bijlaars,
Hilversum; A. G. Acket, Utrecht; Wed. A.
Sistelha,niet vermeld. Briefkaart: Weynands,
Haarlem.
Brieven, besteld geweest naar het Buiten
land: C. Sieylaars, San-Francisco (Amorika);
Sussmann, Schwerin (Duitschland); Penchot,
Parys (Frankryk).
De inschryving voor de nationale militie
in de gemeente Zoetermeer, voor de jonge
lingen, geboren in het jaar 1877, kan ge
durende de geheele maand Januari a. s. ge
daan worden. Daartoe zal echter bepaaldelyk
zitting worden gehouden op Woensdag 15
Januari a. 8., des voormiddags van 10 tot
12 uren.
Uit Waddingsveen meldt men ons, dat
op den tweeden Kerstdag een feest was
bereid aan de leerlingen der Zondagsschool
van de Afdeeling Waddingsveen (Nederl.
Protestantenbond). Ondanks het gure weder,
was een vry talryk publiek van de plechtig
beid getuige. Het feest werd met gebed ge
opend en gesloten door ds. Lolcaraa van
Boskoop Een dameskoor zong oen toepas-
selyk lied, terwyl aan de kinderen fraaie
geschenken werden uitgereikt. Zelden prykte
een schooner kerstboom dan op dit heerlyke
feest.
Op den 2l6ten Januari a. s. zal te
Waddingsveen weer de verkiezing plaats
hebben van een lid van den gemeenteraad,
in de plaats van wylen don heer Van Lange.
Met zeer veel deelneming is in Waddings
veen het overly den vernomen van den heer
H. M. Van der Haak, te 's Gravenhage. In
zijae betrekking als lid van den gemeenteraad
en als commissaris van de Spa irkas te Wad
dingsveen had by zich door zyne uitstekende
gaven van verstand en hart tal van vrienden
verworven.
Voor de lotelingen der lichting 1896 is
de gelegenheid tot inschryving in d9 gemeente
ILll go n opengesteld in de maand Januari,
echter meer bepaaldelyk op Maandag 6
Januari 1896.
Heden Zaterdagavond, zal in het „hotel
de Vergulde Wagen" een leden-vergadering
worden gehouden van de Afueeling Alfen-
Oudshoorn der Hollandsche Maatschappij van
Landbouw.
Beroepen is by de Nod.-Herv. gemeente
to IJlst ds. C. B. Oorthuys, te Katwyk a/Zee.
Men schryft ons uit Koudekerk De heer
Lamping, uit Naaldwyk, daartoe aangewezen
door het hoofdbestuur, trad in de laatste open
bare vergadering van het departement Kou
dekerkHazerswoude der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen als spreker op.
E9n zeer belangryk onderwerp, „Vrag9n
van den dag op maatschappeiyk gebiod",
werd door spreker behandeld en zyn wy het
niet in alle opzichten met hem eens, do
boeiende wjjze, waarop hy ons zyno zienswyze
mededeelde, moet voorzeker geroemd worden.
Met eene kleine bydrage besloot spreker zyne
zeker leerryke voordracht.
Du Pomologische Vereeniging te Boskoop
heeft een krediet toegestaan aan de commis
sie van handelsbelangen aldaar, om gegevens
te verzamelen, ten einde eene spoorweg-
v rbinding hetzy van den Staat of van de
Hollandscho Spoorwegmaatschappy te verkry-
gen, wat voor den handel in boom en en
planten van groot belang zou zyn, wyl het
goederenvervoer en het reizigersverkeer zich
telken jare uitbreidt.
In do te Haarlem gehouden Raadsver
gadering werd besloten het pontverkeer over
de Ringvaait van den Haarlemmermeer by
de Fuikvaart tot einde Maart 1S96 te doen
voortduren. De daar bestaande brug zal niet
met 1 Januari a s. worden afgebroken, maar
ook tot einde Maart in stand blyven.
Benoemd zyn tot Kamerheeren in bui
tengewonen dienst van H. M. de Koningin
d9 hoeren: B. A. baron Van Verschuer, jonk
heer E. W. Van Woede, jonkheer P. J. Vegelin
van Claerbergen, J. D. baron Van Wassenaer
van Rosande en mr. J. A. H. baron Van
Zuyien van Nyevelt, allen thans Kamerheeren
in buitengewonen dienst van wylen Z. M. den
Koning, alsmede P. A. -J. baron De Smeth
van Alphen, thans kamerjonker van wyion
Z. M. den Koning.
- De heeren prof. C F. H. Koch, te Gro
ningen, prof. C. H. H. Spronk, te Utrecht, en
prof. W. Nolen, to Leiden, benoemd tot com
missie van prae-advies voor de medaille, ge
sticht als hulde aan de nagedachtenis
van wylon C. B. Tilanus, verzoeken de
inzending vóór 1 Maart 1896 van werken, die,
in hot tydvak van 1 November 1889 tot 1
November 1894 geschreven, voor het toeken
nen van genoemde medaille in aanmerking
bebooren te komen.
lo. De medaille zal uitgereikt worden aan
den schrijver op bet gebiod der heelkunde in
haren meest uitgebreiden omvang, die daar
voor naar het oordeel van hot genootschap bet
moest in aanmerking komt.
2o. De medaille zal alleen toegewezen wor
den aan Nederlanders, of aan hen, die in
Nederland of zyno kolon ën gevestigd zyn.
3o. Het genootschap heeft het recht, de bo-
kroonde manuscripten in zyue werken op te
nemen.
4o. Behalve geschriften op het gebied der
heelkunde in engeren zin, zullen, met uitzon
dering van academische proefschriften, alle
oorspronkelijke bydragen tot do biologische
wetenschappen, die voor de heelkunde gewich
tig zyn, by de toekenning der medaille in
aanmerking genomen worden.
5o. De stukken kunoen zoowel door den
schrijver als door anderen worden ingezonden.
In hot laatste geval geeft de commissie don
schrijver daarvan zoo spoedig mogeiyk kennis.
Indien deze niet binnen ééne maand schrifte-
ïyk van zyne goedkeuring doet blykon, wor
den zyne geschriften buiten beoordeeling ge
laten Manuscripten kunnen anoniem met
verzegelde naambriefjes worden ingezonden.
6o. Geen werken worden ter mededinging
toegelaten, die langer dan vyf jaar vóór do
benoeming der commissie in het licht ver
schenen zyn.
Het prae advies zal aan do leden vóór de
algemeene vergadering gedrukt toegezonden
worden.
Wanneer meer dan éón schryver de bekro
ning wordt waardig geacht, wordt over de
toewyzing der medaille tusschen hen geloot.
- Na afloop van de openbare vergadering
van de Eerste Kamer zyn gisternamiddag de
afdeelingen onmiJdeliyk overgegaan tot on er-
zoek van de hoofdstukken betreffende het Huis
der Koninginnen en de Nationale Schuld.
Voorts van de Wet op de Middelen en van
het Conversie ontwerp, alle welke ontwerpen
vóór 1 Januari a. s. moeten worden behandeld.
Tot rapporteurs daarover zyn benoemd de
heeren Rahusen, Engelberts, Muller, Nysingh
en Smitz.
Voor de overige by de Kamer aanhangige
ontwerpen zyn benojmd tot rapporteurs do
heeren: Van Lynden, Rengers, Van Marle,
Kist en Van Zinnicq Bergmann.
De voorzitter van de Eerste Kamer, de
heer Van Naamen van Eemnes, vereenigde
gisteren ten zynen huize een deel der leden
van dit Wetgevend Lichaam aan een gast
maal, waartoe ook eenige mioisters waren
uitgenoodigd.
De Duitsche gezant, baron Von den
Brincken, zal den 31st.n December a. 8. van
verlof op zyn post te's-Gravenhage torug zyn.
Den 2den Januari worden in het „Hótel
des Indes" aldaar verwacht de onlangs by
ons Hof geaccrediteerde gezant van Perziê,
generaal Nazare Aga; de militaire attaché
van Rusland, kolonel Dmitri de Sraagume,
zoomede de heeren Bengesco, gezant, Kretzu-
lesco, secretaris van legatie 1ste kl., en
Lahovary, attaché, allen van Rumenió by hot
Nederlandsche Hof.
Gisteravond vereenigde H. M. de Koningin-
Regentes aan het diner den gepensionneerden
luitenant-generaal jhr. Verspyck, adjudant-
generaal van H. M. de Koningin, kanselier der
Nederlandsche Orden; den gepensionneerden
schout-by-nacht baron Van Hogendorp, adju
dant in buitengewonen dienst van H. M. de
Koningin; jhr. De Ranitz, kamerheer van
H. M. de Koningin, particulier secretaris van
H. M. de Koningin-Regentes; den lsten lui
tenant jhr. Van Suchtelen van de Hanre,
ordonnance-officier van H. M. de Koningin.
Door de afd. Schiedam van het Alg.
Ned. Werkliedenverbond is aan den gemeente
raad aldaar een adres gezonden, daarby ver
zoekende dat door den gemeenteraad acihaosie
worde betuigd met het adros van den
gemeenteraad van Leiden aan do Regeering
in zake de huizen van koop met recht van
wederinkoop.
Door de arrond.-rechtbank te Rotterdam
is, ter vervulling van eene vacature van
rechter in dat college, opgemaakt de navol
gende alphabetische lyst van aanbeveling:
mr. H. R. A. Boonen; mr. G. W. baron Van
der Feltz en mr. W. H. Van Nes van Meer
kerk, substituut-griffiers by de arrond.-recht
banken te Rotterdam, Heeren veen en Zwolle.
Wegens ongesteldheid van den president
van den Hoogen Raad, mr. Kist, werd de
gisteren door genoemd college gehouden zitting
iD revisie geleid door den vice-president, mr.
Coninck Liefst.ing, en de gewone zitting ter
behandeling van burgerlyke zaken door den
oudsten raadsheer, mr. Kalff.
Als advocaat en procureur by don
Hoogen Raad is beöedigd mr. J. Wolterbeek
Muller.
37)
„Wel," antwoordde Binks dof en traag, „ik
denk ze nog een beetje te houden."
„Zeker zeker 1" zeide de compagnon
senior; „maar denk er aan, als gy ze mocht
wegdoen, dat ik ze van u nemen wil. Zy
zijn op zichzelf wel niets waard, maar met wat
beleid zou er iets mee gedaan kunnen worden
op de Beurs, en ik weet het orakel in
werking te brengen."
Bink3 zeide niets; maar ik giste vry wel,
wat Mr. Lumley bedoelde. Uit hetgeen ik
van Mr. Wainwright vernomen had, kon
ik duideiyk opmaken, dat Franks knappe
compagnon een van die slimme manoeuvres
op hot oog had, waardoor fondsen van weinig
of geen waarde door valsche berichten of
voorstellingen een tydlang opgedreven kuDnen
worden, zoodat de houder er van ze op een
gunstig oogenblik tot zyn eigen voordeel
kon verkoopen. Dat was niet de soort van
effectenhandel, waarmee ik my wilde inlaten
maar de smaken verschillen 1
Zoodra onze eerste sigaar was opgerookt, gaf
Lumley weer het commando.
„Nu naar boven," was al wat hy zeide,
terwyl hy opstond en naar de deur ging,
met een blik op Binks, als om hem uit te
noodigen vóór te gaan. De lummelige fat
volgde den wenk en verliet de kamer; toen
legde Mr. Lumley onmiddeliyk beslag op Frank
en volgde, en liet my weer achteraan komen.
In deze orde gingen wy de trap op. BiDks
ging het eerst het salon binnen, en Mr. Lumley
bleef nu by de deur staan, Frank voor een
paar miDUten aan den praat houdende, als
om, naar het my scheen, myne binnenkomst
te vertragen.
Indien my'n vermoeden juist en dit eene
vooraf beraamde manoeuvre was, dan slaagde
zy volkomen. Toen wy het salon binnengingen,
zat Ethel aan een tafeltje en die dikke lummel
naast haar.
En nu wendde de compagnon senior zich
weer, blykbaar opzettelyk, tot my, en her
vatte zyne eindelooze verhalen. Hy ging naar
d6n haard, en met zyn rug er naar toe
gekeerd, sprak hy Frank en my toe. Ik
wenschte toen dat er een vonk uit den haard
mocht vliegen en hem verteren.
Natuurlyk was alle gelegenheid om Ethel
te spreken my benomen. Ik kon geene ver
ontschuldiging of krygslist bedenken om van
den eindeloozen Lumley af te komen en
Binks plaats naast Ethel in te nemen. En
daar zaten zy nu, die twee engel en nyi-
paard noemde ik ze in myne jaloersche
woede samen gezellig aan eene tafel, by
de lamp, pratende en platen en phofeogra-
phieën bekykende juist het tooneel, dat ik
my had voorgesteld, alleen met dit verschil,
dat ik in de plaats van dien leeiyken Bioks
had moeten zyn.
Ik was woedend maar wat kon ik doen
Nog sprak die hatelyke, vervelende vent
als zoodanig beschouwde ik hem reeds lang
maar door o Hemel I wat ratelde hy I met
die razend makende herhaling van „ik," „my,"
„myn" en „ikzelf," zoodat ik den eersten
persoon enkelvoud in al zyne vormen voor het
leelykste woord begon te houden.
Wat was zyn plan? Het was klaar als de
dag. Daar was die fat Binks, ryk, blykbaar
een bewonderaar van Ethel; en hier was
Lumley, de tiran van het gezin, die zich
opgeworpen had als heer des huizes, wiens
orders werden opgevolgd, die zyn uiterste
best deed om dat lieve, zwakke, vrien-
aeiyke meisje het meisje, dat ik innig lief
had te dwingen tot een engagement met
dien ellendigen, dommen ezel. Ik kon niet ge-
looven, dat zoo iets gebeuren zou; het was
te verschrikkeiyk, te afschuwelyk, om aan
te denken. Ethel zou zich zeker nimmer aan
zulk een lot kunnen onderwerpen! En toch,
was het niet duideiyk, dat deze harde, be
rekenende, behendige despoot al zyn best
deed om zulk eene misdaad te doen ge
schieden Het voornemen alleen was reeds
eene misdaad.
Weldra begon de praatzieke man op dezen
toon:
„Ik biyf nooit lang op ééne plaats. Ik heb
een dozyn verschillende landen bezocht, maar
hield er my nooit langer dan twee of drie
jaar op. Maar nooit verliet ik eene plaats,
zonder er beter aan toe te zyn dan toen ik
er kwam; en nooit had ik tweemaal achter
een hetzelfde by de hand. Koopman, dokter,
speculant, exploiteur van mynen, leverancier,
fabrikant, financier, alles is van myn gading.
Wat ik onderneem gelukt en werpt my aar
dig wat af. Ik denk hier eveneens te zullen
doen als ik elders deed, Frank er dezer
dagen van dóór te gaan en u aan uw lot
over te laten.
Ik wenschte dat hy het doen zou, het
was myn vurig verlangen, en hoe eer hoe
liever. Misschien zou dit al te onderworpen
gezin, dat maar boog voor den sterken wil
van één schoonprater, niet lang met zyne
tegenwoordigheid gekweld worden. Misschien
zou die ru8telooze geest, nadat hij zyn dool
bereikt had, verlangend om zyne hoogge
roemde talenten op een nieuw en onontgon
nen gebied te beproeven, te eeniger tyd zyn
compagnieschap met Frank ontbinden en zyn
deel van de wiast meenemen, om het in
een ander en vèrafgelogen land te exploiteeren.
Wat zou dat gelukkig zyn welk een hinder
paal zou dan van myn pad verwyderd wezen!
Want werd die wensch vervuld, dan zou er
natuurlyk een einde komen aan hot plan van
Lumley om myne lieve Ethel met dat mon
ster Binks te vereenigen.
Eensklaps, terwyl de man met zyne harde,
door den neus klinkende, Yankee-achtigo
stem maar voortging met zyne denkbeelden
over verandering van plaats en bezigheden
op te dreunen, kwam de gedachte by my op,
de zaak op de proef te stellen. Zou hy inder
daad Engeland verlaten en elders nieuwe
avonturen zoeken? In een oogenblik zou ik
daaromtrent zekerheid kunnen hebben, en
deze wilde ik my verschaffen.
Behoedzaam ging ik na, in welken vorm
ik daartoe de vraag zou stellen. Men zal zich
herinneren, dat ik dikwijls zulk eene proef
had genomen aangaande de naaste toekomst
van eenigen van Franks vrienden, door te
vragen en te vernemen waar zy zouden zyn
en wat zy zouden doen over een bepaalden
tyd. Deze vragen had ik meestal uit louter
nieuwsgierigheid gedaan. Ik wilde er nu zoo
esn doen met een ernstig doel. Ik zag er niet
tegen op, dat het gevolg onheilspellend voor
Mr. Lumley zou kunnen zyn. Bleek het, dat
hy zou verdrinken of opgehangen worden
nu, ik zou er my niet bepaald over verheugen,
maar althans zyn lot met christeiyke onder
worpenheid kunnen dragen.
Zoo deed ik dan terwyl ik tegonover
hem stond, ofschoon hy voor het oogenblik
Frank aansprak, wiens rug gedeelteiyk naar
my was toe gewend myn onfeilbaren moni
tor de volgende vraag:
„Wat en waar zal Craven Lumley
het volgend jaar om dezen tyd
zyn?"
Gelukkig keek niemand naar mygelukkig
zag geen van de beide compagnons myn
gelaat, toen, snol als de gedachte, het ver-
achrikkeiyke antwoord kwam:
„Hy zal als misdadigor inde g'e-
vaogenis weze n."
Ik huiverde; het was alsof een masker
van ys op mijn gelaat was gevallen. Ik
voelde, dat ik doodsbleek moest geworden
zyn van ontsteltenis by de vreeselijke open
baring.
Wordt vervolgd.)