N°. 10993 Dinsdag 34 December. A0.1895 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 23 December. Feuilleton. TE ftSIEUWSCIERIC. LEIDSCH BAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANTi Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommers 1.10. 1.10. 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootero letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. llltlioofde van het Kerstfeest zal deze Conrac.it a. s. Woensdag en Donderdag niet worden uitgegeven. Wederom hadden wy heden een jubilaris in ons midden: W. J. Marsteller, die thans gedurende 25 jaren werkzaam is op de binderij van de boekdrukkerij en uitgeverszaak van den beer A. W. Sythoff alhier. Deze dag bleef ook voor hem niet onop gemerkt, want hy ontving van verschillende zijden met de stoffelyke bljjken van belang stelling tevens de hartelijkste gelukwenschen. Namens zijn patroon werd hem voor zijn betoonden trouw en ijver een gouden remontoir horloge vereerd, door diens in de zaak werk- zamen zoon en schoonzoon een notenhouten speeltafeltje, door kantoorpersoneel, chefs en redactie een staande étagère, door gezellen van de bindery, waar zijne plaats door zyn confraters versierd was, een fauteuil, door per soneel van drukkery en zettery zes stoelen, een inktkoker en een servies. Voor al deze bewijzen van sympathie was dc jubilaris zeer gevoelig, die er dan ook by herhaling zyn hartelyken dank voor betuigde. Het was een dag, die steeds by hem in de aangenaamste herinnering zou blyven, terwyi hy zich verder in aller welwillendheid en kameraadschap bleef aanbevelen. In het Nutsgebouw alhier had, onder voorzitterschap van den heer Adr. J. Van Achterberg, de vergadering plaats van archi tecten, aannemers, patroons, enz. in zake het oprichten eener vereeniging voor verzekering tegen invaliditeit en ongelukken der werklieden. In deze vergadering werden de statuten der vereeniging vastgesteld en is besloten daarop de koninkiyke goedkeuring aan te vragen. Al de aanwezigen traden als leden toe en staande de vergadering werd alreeds voor een aanzieniyk bedrag voor het waarborg kapitaal geteekend. In de volgenae maanden zullen de huis-, houdolyke verordening en de voorwaarden en tarieven in eene byeen te roepen vergadering vastgesteld worden. Het bestuur werd opnieuw herkozen en tot nieuwo leden werden benoemd de hoeren H. J. Jesse en C. J. Van der Drift. "Wy maakten reeds melding van de matinée voor kinderen van mejuffrouw Van Hennes uit Utrtcht. Toch komen we er nog even op terug en wel om aan de ouders te laten lezen, wat het „Handelsblad" er indertyd over schreef: „Wilt ge zelf bewonderen dat talent om met kinderen om te gaan, dan kunt ge het zien werken met volle kracht in Odéon. Beter nog, zend er alleen uw kinderen heen, opdat de matinée (die zooveel mogelyk alleen voor kinderen wordt gegeven) aan haar doel be antwoorde. „En laat dan na afloop uw kleinen met babbelgrage mondjes u vertellen hoe heerlijk 't was hoe ze in 't liedje van 't meisje en 't sysje keusch meenden te hooren de teere geluiden van snoezig-donzige vogeltjes hoe ze 't toch eigenlyk heel grappig vonden van Jan, dien stouten bengel, om zyns vaders wandelstok te nemen voor een hengel. En als ge even later uw meisjes vindt spelen met haar poppon, zullen ze misschien probeeren na te neuriën het zoet wiegeliedeke, dat in haar hartjes een teeder snaartja trillen deed. Maar veel mooier en veel verrukkelijker nog zullen ze hebben gevonden de vertelling van de „muizenwereld", dat allerliefst verhaaltje, dat tooveraroompje, dat als een fijnkleurige water vlinder de onschuldige kinderfantasie op tril lende gazenvleugoltjes meevoert naar een licht wonderwereldje. Die luistert er met stille bly- heid naar de zachtzilveren tonen van een o, zoo teer klingelend Wilhelmus van Nas- souweof met een wel wat meeiy- dend, maar toch eigenlyk zich verkneuterend glimlachje naar het grappig hinken van den gevallen Willie. Met een beetje heusch ont zag en ernstige oogen ziet ze den deftigen muizenburgemeester klimmen op de tribune en voelt misschien een heel klein steekje van jaloezie in 't vriendelyk hartje by het schitterend succes van Willie op het muizen- feest. Met onbedwingbaren danslust trippelt ze mee op de huppelende maat der muizen polka en is even verrukt als de enthusiaste muizen over het koog-trillend liedeke van jonkvrouwe nachtegaal. „Laat ze er dan heen gaan uw kinderen, naar dat droomwerelaje, en als ze by u terug komen zullen ze u voorzingen 't zacht: „Slaap kindje slaap," waarby het muizenkind in sluimerdeen u verhalen van het won- derdroef luiden der doodsklok, heel zacht, als komend van heel veren van de statige muizwnbegrafenis en de sombere rede van den burgemeester, die hulp vroeg aan de menschen- kinderen tegen de wreedheden van poes. En ze zullsn u bedelen om ook zoo'n klein hals bandje met rinkelende belletjes, opdat hun eigen fluweelig, lief poesje niet mee zai kun nen doen aan moorden in de kleine muizn- wereld. Maar 't aardigst zal hun nog ge klonken hebben de pittige, opwekkende mui- zenmarscb, en misschien zal u kleine Willie, by gebrek aan bekkens, maar zoolang nemen twee voorwerpen van kostbare en breekbare materie, en uw klein Joziontje tromrommelen met vuistjes of scherpe nageltjes op 't fijne hout van uw sierlyk salontafeltje, en met hoog geluid nabootsen de grappige stemmetjes der damesmuizen, begeleid door Willie, die de marschmolodie fluit, om u toch precies te laten hooren hoe leuk en vreeselyk I aardig het was. De Leidsche gymnastiek- en scherm vereeniging „Hercules" (opgericht 1 November 1884), onder de zinspreuk „Ontwikkeling door Arbeid" en huldigende vooral het „Mens sana in corpore sano", alsmede het „Vrank, vry, vroom, vroed", gaf in de Stadszaal Zaterdag avond hare zevende openbare uitvoering, op geluisterd door flinke muziek. De groote zaal geraakte langzamerhand geheel gevuld met belangstellende dames en heeren, waaronder gymnastiekleraars, hoofden van scholen, onderwyzers," militaire autori teiten, leden van zusterverenigingen, enz., waarvan velen daartoe ongetwyfeld genood zaakt door alleszins wettige redenen ver over den tyd van aanvang plaats kwanvn nemen in de zaal, waarin by het toontel boogopgaand groen was aangebracht. 't Was inderdaad te betreuren, dat velen niet vroeger aanwezig waren, vooral met het oog op het openingswoord van den voorzitter der Vereeniging, den heer A. Dirks, dat zóó flink en vloeiend werd gesproken, dat tal van presidenten van verenigingen hier ter stede er een voorbeeld aan konden nemen. Zooals te begrypen is, wees de heer Dirks op het groote nut der gymnastiek en tevens dadrop, dat ze nog te weinig steun vindt, niet het minst te LeideD, en hoopte hy dat deze uit voering er toe mocht medewerken, dat veel meer dan thans het geval is, in do toekomst de aandacht aan de gymnastiek zal worden ge schonken. Deed deze uitvoering vooral zien w&t gymnastiek was, dan werd het doel, dat er mee beoogd werd, bereikt. Het schermen bleef daarom thans achterwege. Over de uitvoering zelve kunnen we kort zyn en wel hoofdzakelyk omdat ze zoo uit stekend slaagde. Inderdaad, we hebben de werkende leden en de adspiranten van „Her cules" nog nooit onder leiding van hun direc teur, den heer Ph. De Vries, zoo uitstekend zien werken, en de woorden, die we iemand in de pauze na de eerste afdeeling een lid eener zustervereeniging hoorden toevoegen: „Daar kun je een puntje aan zuigen", bleven ook na de pauze geüeel van kracht. Zoowel de vryo oeleningen, de stok- en staafoefeningen (welke in den laatsten tyd veel veranderingen ten goede hebben onder gaan) als de voor het meuren :tel van het publiek wellicht belangwekkender oefeningen of bewyzen van oefening, kracut en uitmuntende leiding, aan ringen, rek en brug verdienden zeer zeker de veelvuldigo toejuichingen van hen, die zo met aandacht volgden, en we vroegen ons ernstig af hoe toch wel de beste voorwerker der Vereeniging zou gewe/kt hebben, ware hij hierin thans niet door ziekte verhinderd, als de anderen reeds zulke schitterende proeven aflegden. De athletische standen (den adspiranten, waarvan velen reeds heelwat voor de toekomst beloven en die ook wat standen betreft goed voor den dag kwamen) vormden een uitste kend slot van het degelyke geheel, dat, behou dens een niet horizontaal liggen van alle staven als dit by de uitvallen wenscbelyk was; een aanraking met de beenen van de barren als dit niet plaats mocht hebben; een wan kelen by de vrye oefeningen als het stevig ruften op één voet vereischte was, en Dog eenige kleinigheden van ondergeschikten aard, alle reden tot tevredenheid gaf en, ook waar de Voorzitter de leiding op zich nam, d« zaak der gymnastiek werkelyk gediend moet hebben. Het bal, onder leiding van den heer J. J. Groenewoud, dat eerst vry laat een aanvang nam, aangezien de voorstelling pas na midder nacht eindigde, verliep zooals wenscheiyk was. We wenschen „Hercules", op het oogenblik vry krachtig, nog veel leden toe, alsmede vruchtdragende openbare oefeningsavonden; y? voor den clubtocht op schaatsen op een Zondag in Januari of Februari; een aangename soiróe musicale, dansante et déclamatoire op 23 Maart in den Foyer der Stadszaalprettige clubtochten op Zondagen in de zomermaanden verrukkelyk weer voor de Augustus soiróa in „Zomerzorg"; en als het by een „Hercules"- programma waarin, behalve o. a. „spreuken", een gymnastenlied en een artikel van den heer A. Dirks, al deze nummers voorko men niet anders kan, weer aankondigin gen van cacao, limonade, wyn, likeur, ry wielen, hoeden en petten, photographie-benoodigd- heden, drukwerk, heerenkleeding en gelegen heid tot biljarten en vergaderen. Naar wy vernemen, heeft prof. dr. J. P. N. Land, sedert 10 September 1872 hoog leeraar in de geschiedenis der wysbegeerte, logica, metaphysica en zielkunde aan de uni versiteit alhier, wegöns redenen van gezond heid tegen 1 Januari 1896 eervol ontslag gevraagd. Het werk tot uitbreiding der fabriek van verduurzaamde levensmiddelen der firma Tiölemati en Dros, aan de Hooigracht hoek Vleerensteeg, alhier, waarvan verleden week de aanbesteding plaats had, is gegund aan den heer W. Van der Drift, die op één na de laagste inschrijver was. De heer W. H(oeker), juwelier te Amster dam, schryft, onder het opschrift: „Een Zegel- ring", het volgende in het jongst verschenen nummer van het weekblad „De Kroniek": Do waarde der grondstof is wel een hoofd oorzaak, ciat betrekkeiyk zoo weinig voorwer pen, uit edele metalen vervaardigd, voor ons bewaard zyn gebleven. De verleiding om de rentelooze waarde om te zetten in tot munt herschapen edel metaal, schynt onzen voor vaderen dikwyis te sterk geweest te zyn. Vooral in de eerste helft dezer eeuw werd byna uitsluitend gelet op innerlyke waarde en had men geen oog voor de kunstwaarde van het werk onzer 16de- en 17de-eeuwsche handwerksartiesten. In 't byzondor is, van hetgeen in dien tyd vervaardigd is in goud, het meest kostbare metaal, helaas al te voel verdwenen. Het is dan ook wel de moeite waard, het op te merken, dat, wanneer een goudsmidsproduct uit dien tyd te voorachyn komt, het, door betere gezindheid van het tegenwoordig ge slacht, al spoedig voor verdere gevaren veilig gesteld wordt. Leidens Gemeenteiyk Museum (de Lakenhal) heeft het voorrecht, dank zy do vrygevigheid van eenige belangstellende burgers, daartoe opgewekt door 's Museums conservator, den hoor Verster, in het bezit te zyn gekomen van een kunststukje in goud van omstreeks 1600. Wat wellicht een by-oorzaak was van deze aanwinst voor het museum, is het feit, dat dit voorwerp, een zegelring, afkomstig is uit de familie van Leidens o verbekenden burge meester Van der WerfF, van wiens roemryke nagedachtenis een rechtgeaard Leidenaar nog altyd maar niet slapen kan. De ring, helaas beschadigd, is geheel ver sierd met blauw, wit en zwart email en doet denken aan den besten tyd der Renaissance. Aan de bovenzijde is een glazen plaatje ingevat, waarin zeer zorgvuldig gegraveerd een ruit- (jonkvrouw». ïyk) schild, gedeeld, rechts het wapen: Van der Werf; links het wapen Assendelft. Zeer waarschynlyk is voor e-n kleindochter van Van der Werft deze ring ge maakt. De kleuren van dit wapen worden aangeduid door onder het glas aangebrachte, gekleurde foelie. Waar zoo menig museum volgepropt wor t met allerlei historische lorren en prullen, is zulk een aankoop of geschenk een waardige tegenhanger. In het „Wkbl. v. Geneesk." schryft de Leidsche hoogleeraar Treub over wylen den Amsterdamschen hoogleeraar Van der Mey o. a. het volgende Op 30 jarigen leeftyd hoogleeraar in de verloskunde en gynaecologie goworden, was hy èn door zyn studie èn door zyn uitge breide obstetrische praktyk voorbeschikt, om de eerste obstetricus van Nederland te worden. En dat is hy dan ook geworaen, niettegen staande hy zoo jong, nog geen 45 jaren oud, is heengegaan. „Altyd was en bleef de verloskunde het lievelingsgedeelte van zyn werk. Hoe hy dat werk opvatte, zal kunnen biyken uit net „Leerboek der Verloskunde", dat, in manuscript grootendeels gereed, naar ik hoop welura als monument to zfiner eere zal kunnen verschynen. De „Vereeniging tot bevordoring van bloembollenteelt van Rynsburg en Omstreken" hield eene vergadering, waarop onder de te behandelen punten o. a. voorkwam het ver kiezen van 3 bestuursleden. Gekozen werd de heer A. v. d. Eykel Jz. in de plaats van den heer M. v. d. Perk, die bedankt had, terwyl de beide periodiek aftredende bestuurs leden A. De Mooy Jr. en N. v. Egmond Dz. werden herkozen. Verder werd nog besloten rechtspersoonlykhoid voor de Vereeniging aan te vragen. Te Woubrugge zyn herkozen tot notabel der Ned.-Herv. gemeente de heer W. Van der Waa, tot kerkvoogd de heer H. Van der Boon Joh.zn., tot ouderling de heer A. Visser en tot diaken de heer W. Strook man. Do benoeming van den heer Wm. Boot tot notabel deelden wy reeds mede. Tot onderwyzer aan de Christelyke school te Muiden ls benoemd de heer P. Esveld, te Aalsmeer, die deze benoeming heeft aan genomen. Op de 22ste lyst van de zeventiende jaar collecte voor de Scholen met den Bybel in de „Standaard" komt o. a. voor een uniegift van G. Van Egmond, te Koudekerk, van f 3. Door den kerkeraad van de Ned.-Herv. gemeente te Benthuizen is gekozen tot ouder ling de heer Pieter Van den Berg, en her kozen tot diaken de heer Jacob Van Dorp. Door den heer A. Elink Sterk, Ingenieur van den Hdarlemmermeerpolder, is een adres verzonden aan de Koningin, waarin wordt aangedrongen op vernietiging van het besluit van den gemeenteraad van Haarlem, waarby werd bepaald dat met 1 Jan. a. s. de brug 28) Juist. Er was iets vreemds met dat wed den op Dreadnought, en ik kan er niet by, dat zyn naam my ontsnapte. Als hetzelfde eens gebeurde met Fairy, dacht ik. „Te drom mel I" zeg ik, „ik zal slim zyn." Zoodra ik te Newmarket was aangekomen, ging ik naar een kennis van mij in den kriDg en vroeg hem, of hy met my wedden wilde op ol ditmaal kwam het er uit Fairy. „Goed," zeide by en schreef my er voor op. Wat ik op Fairy zette, komt er niet op aan. Het was meer dan achttien pence, dat begrypt gy. Niet genoeg om my te maken of te breken. Maar we zyn er nog niet. Daar komt een cliënt van my, een aangenaam jong heer, die eene lieve, mooie vrouw en aardige kinderen heeft. Wy, oude turfieten, mogen hem allen gaarne en zyn altyd bereid hem iets goeds aan de hand te doen, als wij kunnen. Nu, mynheer, hy komt naar my toe en zegt: „Hoe vaart gy, Bloom?" „Heel wel, dank u," zeg ik. „Welk paard zal den Cambridgeshire winnen?" zegt hy. „Hemel, mynheer, „daar is geen zeggen van," zeg ik; „dat weet gy even goed als ik." „Kom, Bloom," zegt hy weer, doe ons wat goeds aan de hand. „Komaan, gy weet er meer van." Mr. Paul, ik had het hart niet hem te weigeren. Ik had die Fairy van u de duivel moge haar halen 1 - in den zin, die my door het brein spookte; en denkende hoe gelukkig gy met Dreadnought waart, kon ik my niet weer houden. Denk eens aan, dat Fairy het toe vallig won en hy ontdekte dat ik op haar gewed had, wat zou die persoon denken, als ik haar hem niet aan de hand gedaan had? Wel, hy zou Stephen Bloom niet een schaaps kop genoemd hebbeo, maar een gemeenen ouden bedrieger misschienik kom er dus de Hemel vergeve het my! mee voor den dag, en noem hem Fairy als degeeu, die het waarschyDlyk wiDnon zal." „Ik hoop," zeide ik, „dat hy er niet veel by verloren heeft?" „Veel verloren I" riep de commissionnair uit; „veel verloren? Wel, hy is vry wel uit gekleed geruïneerd I In plaats van my de zaak over te laten, ging hy zelf aan de gang en waagde eene groote som op Fairy. Hy kwam onder de bookmakers, wedde hoog op de merrie, totdat het nieuws zich verspreidde en de iDzetten op haar vielen tot vyf tegen één. Wat moest by toen anders doen dan zwaar zetten tegen Phoenix, die eerste favoriet was geworden? Kortom, ik geloof, dat hy byna al wat hy bezat verloor; dat hy zyn mooi huis zal moeten verlaten, dat vrouw en kin deren op straat gezet worden. En dat alles, doordien ik Fairy heb aangeraden I" Hier zweeg de goede man, zeer verdrietig kykende. Ik was geërgerd, ontsteld over dit ver- schrikkelyk nieuws. Ik had er geen schuld aan, ten minste niet rechtstreeks, maar het smartte my te denken, dat ik, door my met weddenschappen in te laten, daartoe aan leiding gegeven had. In hoeverre ik er ver- antwoordeiyk voor was, zou niet gemakkeiyk te zeggen zyn, maar ik had een gevoel van spyt en afkeer. Toen rees er eene gedachte by my op. „Het doet my leed deze geschiedenis te ver nemen, Mr. Bloom," zeide ik. „Het schynt eenigszins myn schuld te zyn geweest." „Hoegenaamd niet, mynheer," wierp de commissionnair tegöD. „Het was evenmin uw schuld als die van den man in de maan. Het was alles de schuld van dien ellendigen ouden schaapskop, uw onderdanigen dienaar. Was het niet door die koppige bygeloovigheid van my om in uw geluk te gelooven en gy z y t ge lukkig ik zou nooit dien jongen man zulk een slechten raad gegeven hebben. Maar er is niets aan te doen en ik heb u alles opge biecht." „Maar, Mr. Bloom," zeide ik, „ik heb eene groote som van u gewonnen, en ik heb die niet noodig. Wilt ge my het genoegen doen die aan te nemen en aan uw ongelukkigen cliënt ter hand te stellen?" „Neen, mynheer," antwoordde Mr. Bloom, zich oprichtende. „Dat gaat nietl Het is zeer vriendelyk van u, maar als er iets gedaan moet worden, is er maar één, die het doen mag, en dat zyt gy niet. Of iemand dien jongen man uit de sloot zal helpen, doet er niet toe; maar als het u eenige voldoening kan geven ik zal het u ronduit zeggen er zal voor hem gezorgd worden. Ik begreep, dat het nutteloos zou zyn meer te zeggen. Mr. Bloom stond dan ook op en deed tot myne groote verlichting geen voor stel om eene nieuwe weddenschap aan te gaan. My de hand gevende, zeide hy-. „Nu, vaarwel, Mr. Paul 1 Ik feliciteer u met uw geluk. Gy verdient het, omdat gy flink en een goed mensch zyt; en als ik u verder van dienst kan zyn, gy hebt myn kaartje en weet wa&r u te vervoegen. Inmiddels heb ik nog een goeden raad voor u, waarvan gy kunt gebruik maken als gy wiltlaat u nooit in met een schaapskop. Hierop wendde hy zich om, verliet myne kamer, en ik zag hem niet weer. Toen hy vertrokken was, dacht ik na over de vreemde geschiedenis, die hy my verteld had. Weinig had ik gedacht, dat myn wedden tot zulke droevige gevolgen zou leiden. Zoo als Mr. Bloom te recht zeide, was ik niet te beschuldigen voor den ondergang van dien ongelukkigen onbekende. Niet rechtstreeks misschien, maar ten minste indirect; en ging ik op dezelfde wyze voort met myne macht ten eigen voordeele te gebruiken, hoevele zulke rampen zouden er nog door myn toe doen kunnen veroorzaakt worden I Dit maakte my meer dan ooit afkeerig van de wed rennen en het denkbeeld er mee in betrek king te staan. Ik deed daarom de gelofte, dat myn laatste transactie met Mr. Bloom de laatste zou zyn, en dat ik nimmer meer met zulk gevaariyk vuur zou spelen. Maar als ik daarvan afzag, welke andere middelen stonden my dan ten dienste om myn wensch te bevredigen en in staat gesteld te worden te trouwen en myne vrouw te verschaffen al wat aan hare behoeften en haren smaak voldeed. Het moge vreemd schynen, dat ik zoo verlegen stond om dit vraagstuk op te lossen met de macht, die ik bezat; maar ik beken, dat ik weinig ervaring had van het harde, practische, alle- daagsche werken! En zelfs al had ik eenig plan gereed gehad om myne belangen te be vorderen, ik was zóó weinig bedreven in de kunst om geld te maken, dat ik er niet toe kon komen den noodzakelyken eersten stap, in welke richting ook, te doen. Maar ik dacht, dat de tyd, nadenken en de natuurlyko loop der gebeurtenissen mij waarschynlyk vroeger of later den weg zouden wyzen, dien ik had in te slaan, en dat, als ik maar het geduld had om te denken en te wachten, de ge legenheid wel zou komen. XI. Een souper. Gedurende twee of drie dagen zag noch hoorde ik iets van Frank Rayner of zijne familie, maar hoezeer ik ook verlangde Ethel Rayner weer te zien en den gunstigen indruk te versterken, dien ik geloofde op haar ge maakt te hebben, was die tyd in zoo ver nuttig, dat hy my gelegenheid gaf, myne aandacht te wyden aan die practische vragen naar wegen en middelen, waarvan ik zooeven sprak. Ik had eene rekening geopend by eene Bank in de buurt, daar het grootste gedeelte van myne winst in bewaring gebracht, dat- met eene matige som gelds, die ik reed bezat, nagenoeg duizend pond bedroeg. Vooi myn doen was ik ryk en ten minste voo eenigen tyd onafhankelyk. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1