MENGELWERK. zullen de nieuwe kiezers eveneens weinig invloed op de partij verhoudingen hebben. „Alloen in Noord Holland zal de verandering in de sterkteverhoudiogen der partijen wel licht sterk genoeg zijn, om in sommige dis tricten, waar thans de meerderheid nog tegen eeno kiesrechtuitbreiding zoover als de Grond wet haar naar de ruimste opvatting toelaat gekant is, die meerderheid in eene minderheid om te zetten. Ik wil echter aannemen, dat het geheole kiezerscorps na de invoering van hot kiesrecht-Van Houten iets meer demo cratisch getint zal wezen. Wil dat nu ook zeggen, dat men met dat moer democratische kiezerscorps terstond met kans op goeden uitslag op eene nieuwe, onder de bestaande constitutie finale, kiesrechtregeling zal kunnen aansturen Mr. Treub beantwoordt die laatste vraag ontkennend; het is een illusie, zegt by, en do gronden voor dit beweren zullen in een volgend artikel worden uitoengezet. Verslag van de vergadering der Maat- scliappy ter bevordering van Nijverheid. In de op Woensdagavond gehouden ver- gadoring van hGt departement Leiden der Maatschappij ter bevordering van Nijverheid trad als spreker op Dr. D. De Loos, dien wy het genoegen hadden reeds meermalen en over verschillende onderwerpen te hooren lezen. Ditmaal had spreker op zich genomen, ons de werking en inrichting van de muntmeters te verklaren. HU begon met de toegevendheid der leden in te roepen, indien deze verkla ringen aan duideiykbeid mochten te wenschen o^orlaten, daar hy zou mededeelen wat hem door den directeur der Gasfabriek hier ter stede omtrent deze meters was medegedeeld. Als inleiding begon spreker ons eerst de werking en inrichting der tegenwoordig moest gebruikte gasmeters, nl. de natte en droge meters, te verklaren. Wat de natte meters betreft, die volgens het oordeel van deskun digen beter voldoen dan de droge, deze hebben het groota nadeel, dat in den winter het daarin zich bevindende water bevriest. Men kan dit op verschillende wijzen tegen gaan: lo. door bUvoeging van alcohol; maar daar deze vloeistof spoedig verdampt, is deze diarvoor het minst geschikt; 2o. door glyce- ri e; dit heeft echter dit bezwaar, dat het de metalen aantast; 3o. door chloorcalcium, en dit is wel het beste middel, echter moet het geheel neutraal zUn en workt het ook eenigs- zins op de metalen in, wanneer or lucht bykomt. De vorm der natte meters is aan iedereen bekend, maar zeker niet de inwendige inrich ting. Door middul van eon teekening op groote schaal kregen wU deze te zien. De meter wordt, tot op eon bepaalde hoogte, door een overloopbuis aangegeven, met water gevuld. In dit water dryft een vlotter of flutteur, aan welks bovonoinde een klep bevestigd is, die zich, wanneer het water op don juisten stand bevindt, opent en het gas gelegenheid geeft in den motor te stroomen. Door een knievor- mige buis stroomt het gas nu in de trommel, een om een horizontale as draaibare blikken bus met schoepen als van eeno turbine. Door de drukking van het gas tegen deze schoepen gaat do trommel draaien, en do as, aan welker einde een tandrad bevestigd is, brengt een horizontale stang in beweging. Deze stang heeft aan haar boveneinde een tandrad, dat op een samenstel van raderen werkt, waaraan de wfizers voor de telling bevestigd zUn. De wüzerplaton geven de oen boden, tientallen, enz. aan. In de drogo meters bevindon zich twee caoutchouczakken, die beurtelings gevuld en geledigd worden. Aan deze zakken zUn platen bovestigd, waaraan hef hoornen, die door het opblazen en 1 digen bewogen worden en deze brengen wederom twee staande assen in beweging, aan welks boveneinde twee stangen bevestigd zün, die op een zich in het midden bevindende as werken. Daar het vullen en ledigen zeer gelUkmatig geschiedt, is het toestel van hefboomen en stangen zoo ingericht, dat deze as gaat draaien en door een tandrad op do telwUzers werkt. Om te voorkomen dat het uitstroomen onregel matig geschiedt, en daardoor het licht ongelijk matig zou branden, is eon schuif aangebracht, die beurtelings het gas uit den lston en 2den zak laat stroomen. Spreker toonde ons twee gasmeters, een drogen en een natten, waar van de wan don van glas waren, en hierdoor kon men zeer good de werking van hot toe stel gadeslaan. Da muntmeters zyn, wat do inwendige inrichting betreft, goheel aan de bovenbe schrevene goiyk; eebtor bevindt zich aan de eene zyde een sleuf om er de 2,/2-cents- stukken iu te werpen, en een zeer vernuftig gevonden toestel, om, wanneer dit muntstuk is ingeworpen, don meter te doen werken. Steekt men in do sleuf óéu 2I/a-cts-stuk, dan moet men daarna een kraan een halven slag omdraaien, dan valt de munt in een daar onder geplaatst bakje, dat met zegel der Gasfabriek gesloten is, zoodat men de daarin govallon stukken er niet uit kan nemen. Door het omdraaien van de kraan heeft men van een rad, dat met 12 tanden voorzien is, één tand omgedraaid en daardoor gelegenheid gegeven aan een daarachter gelegen klep, zich te openen. Dezo klep wordt door een spiraal veer ge sloten gehouden, en deze veer kan zich ont spannen, wanneer twee schuin bygewerkte nokken langs hunne hellende vlakken terug- loopen. Staan de nokken met de uiterste punten tegen elkaar ,dan is de veer gespauuen. Men kan twaalf 2'/2 centen achter elkaar in werpen; maar by ieder stuk moet. men de kraan omdraaien; het is dan mogeiyk voor 80 C9nts gas te verbruiken. Op een wjjzer- plaatje kan men zien hoeveel stuks men er in werpt, en voor hoeveel waarde men nog kan verbruikon, daar door middel van een tandrad dit toestel naarmate van het verbruik weer in zyn vorigon stand, d. i. op nul, wordt teruggebracht. De bovengenoemde nokken sluiten met de haaksche zijden tegen elkander aan, als men er 12 stuks heeft ingeworpen, zoodat het dan onmogeiyk is er meer by te doen. Het is zeer moeilyk eene juiste beschrijving van deze inrichting te geven en waarschynlyk zal men, zonder bet toestel gezien te hebben, de inrichting er van niet volkomen begrypen. Men is zeer geheim met de fabricage van deze meters, en daardoor ontbreken op het oogenblik groote modellen en teekeningon, waardoor het zeer moeiiyk valt een juiste beschryving te geven van de werking van het mechanisme. Om hot fraudeeren te voorkomen, zijn or nog de gewone telwyzerplaten aangebracht, zoodat, wanneer de verbruiker soms het centen bakje mocht willen ledigen, deze toch het verbruikte gas aangeven. De gasfabriek levert doze muntmeters aan personen, wier huur waarde niet meer dan f 250 'sjaars bedraagt. Daarvoor bekomen zy, behalve den meter, een gasleiding voor een pit, een kooktoestel met 1 meter caoutchouc-slang. De kostende prys van het gas is 6 cents per kub. meter; deze ééne cent meer dan de gewone gasprys is voor aflossing en rente van het kapitaal der leiding bovengenoemd. Op het oogenblik zyn hier ter stede 66 zulke meters geplaatst, terwyi in het geheel 242 aanvragen zyn ingekomen. Het verbruik is per dag gemiddeld 1,45 M.s, dus op 6 cants per meter gerekend 83/t cent. De meters worden op het oogenblik éénmaal per week gecontroleerd, wat natudrlyk zeer veel last veroorzaakt; maar men denkt in het ver- Een Kerstverhaal, Uil het Engelsch van Mrs. Pattisson, Het was Kerstavond en bitter koud. In gure vlagen blies de snerpende oostenwiod door de straten van Londen; als een vale, gryze sluier hing de ondoordringbare mist over de groote wereldstad. In een armoedig kamertje van een onaan zienlijk huis, waaiin ovenveel gezinnen als vertrekken waren, zat een jonge vrouw van zeven en twintig jaar met koortsachtige haast op do machine te naaien. Do riekendo lamp wierp nauwelyks licht genoeg op het werk dat zy onderhanden had. Het bloeko gelaat droeg onmiskenbaar sporen van oen wanke lende gezondheid en telkens word het tengere lichaam geschud door een hardnekkige kuch. De eenvoudige zwarte japon, die zij droeg, gaf den indruk van keurige netheid. Eon klein meisje van een jaar of zes zat op don grond voor het vuur; do groote blauwe oogon hield zy strak iu de vlam gevestigd, die uit de kolen opsteeg. „Moeder, het is Kerstavond, nietwaar?" vroeg zU- „Ja, lieveling," klonk het met een zucht van vermoeidhoidvoor haar waren immers alle jaargetydon goiyk, geen enkel seizoen bracht haar meerdere vreugde aan; behalve do eenige lichtstraal, haar kind, bleef haar leven zooals het do laatste jaren geweest was: egaal donker. „Denkt gy, moeder, dat het Kerstkindje van avond by ons zal komen?" „Neen kindje, by arme menschon zooals wy komt het Kerstkindje niet; dat weet alleen de woningen der ryken te vinden." „Krygen we morgen kalkoon en plumpud ding moeder, omdat het dan Kerstdag is?" „Als het Kerstkindje het niet brengt, Min nie, vrees ik van niet." De kinderoogen vulden zich met tranen; stil snikkend als oen kind, dat gewend is aan veel leed, nam zy haar oude plaatsje voor het vuur weder in. Ruth Grayson naaide geduldig voort, het loven was haar reeds lang tot een last en wat baatte raurmureeren. Op haar negentiende jaar was zy getrouwd met een dronkaard, die daarby nog vorslaafd was aan het spel; kort volg dit eens in de veertien dagen te zullen doen. Hiermede besloot spreker zUne rode, die tot het einde met de moeste aandacht gevolgd werd. Van de gelegenheid om nog eenige inlichtingen te verkrygen, maakte de heer Kaiser gebruik om den spreker te vragen, welke de redenen waren, waarom de natte meter boven den drogen te verkiezen was. Zyns inziens was juist het omgekeerde het geval en hy meende dat een dergeiyke uit spraak uit den mond van den geachten spr. misschien de laatste soort in discrediet zou brengen. De heer De Loos antwoordde dat hem dit door den directeur der Gasfabriek was mede gedeeld. De heer De Sturler meende dat het nadeel der droge meters daarin gelegen was, dat men hot caoutchouc der zakken met voldoende lenig kon houden. Do heer Kaiser daarentegen hield staande dat men hierin door de nieuwste vindingen geslaagd was. Da heer Vorhey van Wyk had eene bere kening gemaakt, dat de Gasfabriek toch nie.t zooveel voordeel by de plaatsing dier met is kon hebben, daar men de aanlegkosten en de levering van hot benoodigde materièel niet uit de meerdere opbrengst van 1 cent per meter kon betalen. Ziehier de berekening: 1.45 M3. per dag, dus voor 365 dagen 529.25 M3. 529,25 M3 a 6 ets. per M«. is ƒ31.76 529,25 5 26 46 verschil f 5.30 Hiertegen merkte de heer Kaiser op, dat deze meerdere inkomsten van f 5 30 wel degeiyk door de commissie van de Gasfabriek voldoende geacht waren voor aflossing tn rente. Niets meer aan de orde zynde, nam de vice-voorzitter, de heer De Stuiler, het woord om den heer De Loos dank te zeggen voor zyne bolangryke mededeelingen, waarmede de vergadering met applaus instemde. P. na do geboorte van haar kind ve rliet by haar en zy bleef zonder g«>ld en zonder vrienden om haar voort to helpen, aebtor. Nooit had zy meer iets van hem gehoord en zy wensebte niet zyn gelaat ooit weer to zien; haar voortdurende vrees was dat by haar mocht ontdekken on dat hy op een goeden dag plotseling voor haar zou staan om het kind mede te nemen. Hoe zy de eerste weken na het weggaan van haar echtgenoot doorkwam, weet God alleen. Na hertualduiyk het hoofd gestooton ts hebben, slaagde zy er eindelyk in werk te krygen voor een dor groote magazynen in het West End. Ü9 laatste draad was afgehecht; z(j vouwde het .verk netjes op, en na hot kind goedendag gekust te hebben, veiliot zy het huis om het karig loon te gaan ontvangen. Da verhuurster der kamer zou zoolang op kleine Minnie passen. Juffrouw Brown had echter ook nog oenigo noodzakelijke boodschappen en daarom liep zy oven uit, de voordeur op een kier latend. Het kind keerde met de gedachten terug naar het Kerstkindje en bleef peinzend voor zich uitziende op den grond zitten. Eensklaps hoorde zy de voordeur opengaan, stappen weerklonken in de gang. Zou juffrouw Brown nu al terug zyn? dacht zij. Maar neeD, de deur der kamer werd opengemaakt en een mannenhoofd vertoonde zich om do deur, door de tropische zon gebruind en met een paar vriendelijke blauwe oogon. Minnie was in het minst niet verschrikt over deze onver wachte verschyning en naar hom toeloopendo, vroeg zy: „Zyt gy het Kerstkindje?" „Neen kleintje," antwoordde de vreemdo- liDg met een vrooiyken lach, „maar wie weet of ik er niet eens voor spelen wil: bon jy eon dochtertje van Ruth Grayson? „Ik heet MinDie Grayson, en hoe heet gy Kent gy moeder?" „Ik heb je vader gekend en ik kom van hem. "Waar is moeder?" „Moeder is even uit en juffrouw Brown ook." „En dus ben jy maar alleen; ben je niet bang van me?" „Neen, want ik dacht dat gy het Kerst kindje waart." „Nu, misschien ben ik het wel." Hy ging by het vuur zitten, trok het kind op zyn knie en deed haar een menigte vragen omtrent haar moeder. „En nu ga ik nog eens even hoen," zeide hy, „in dien tyd is uw moedor misschien terug en dan breng ik iets voor u beiden mede." Toen Ruth eindelyk doodelyk vermoeid en bleek van de koude terugkwam, spong Minnie haar juichend te gemoet. „Moeder, het Kerstkindje is er geweest!" „Het Kerstkindje?" vroeg de vrouw met een vermoeid lachje. „Ja, en hy wilde u ook zien en by brengt iets voor ons medel" „Maar, Minnie, hoe zag het er uit?" „O, moeder, het was een man met blauwe oogen en hij zeide dat by vader kende, en hy komt terug." Zy moest gaan zitten, do arme vrouw; alles draaide met haar in de rondte. Hy was dus teruggekomen en hU zou ongetwytold het kind medenemen. „O, God, daar is hyi" riep zy, toen de deur openging en de vreemdeling binnentrad. By den eersten blik zag zy echter dat haar echtgenoot het niet was. „Wie zyt gy?" was haar eerste vraag. „Ik heb uw man gekend in de Diamant velden in Zuid-Afrika", antwoordde hy. „Hebt gy hom gekend?"Weet hy myn woon plaats? 13 hij ook in London?" „Neen, Dick Grayson is dood, van hom zult go geen last meer hebben." „Is hy dood?" „Ja, arme kerel." „Vertel my alles", zeide zy. „Ik ontmoette hem voor het eerst in de Diamantvelden, niemand van ons bemoeide zich voel met hem. Hoe dat kwam, weet ik niet, en eerst in den ossenwagen, die ons naar Kimberley bracht, knoopte ik een gesprek mot hem aan. Twee dagen na ons vertrek werd by overvallen dóór een hevige koorts en hy yldo altyd door over een vrouw en een kind, die hy verlaten had en die zeker nu al lang van gebrek zouden zyn omgekomen. „Rutb, vergeef het my toch 1" riep hy telkens. Het was een hopeloos geval, daar zyn gestel geheel was ondermynd door het misbruik van sterken drank. Op den vierden dag ver minderde hy zichtbaar en omstreeks twaalf uren, in een helder oogenblik, greep hy myn hand en smeekte my, by myn terugkomst in Engeland zijn vrouw en kind op te zoekeo. zoo die nog in leven waren ten minste. „Zeg haar", zeide hy, tusscben ieder woord naar adem hygend, „dat ik berouw heb over al het verdriet, wat ik haar heb aangedaan. Jack Strahan, ik weet dat ge een eariyk man zijr, hier zyn al de diamanten, die ik gevonden heb, geef ze haar en breng haar myn laatsten groet over." Een uur later stierf hy, en onder de brandende stralen der zon begroeven we hem, tusscben de heuvelen. Geen teekon wyst zyn laatste rusi plaats aan, geen predikant zond een laatste gebed voor hem op, het was eon vroeind sterf bed en een treurige begrafenis. Ik heb myn woord gehouden: zoodra ik m Engeland kwam, heb iü aan de detectives in Scotland Yard uw woonplaats gevraagd. Na uw naam opgegeven te hebben, verkreeg ik eindelyk na veel vruchteloos zoeken de ge- wonschte zekerheid. Ik hoop dat gy Dick al zyn tekortkomingen zult willen vergeven." „Ik vergeef hem," antwoordde zy, zacht schreiend, „zooals ik zelf ook hoop dat my eenmaal vergeven zal worden." „En nu heb ik n nog mede te doelen dat do diamanten, die ik voor u in bewaring heb, oon som vertegenwoordigen, die u in staat zal stellen, iets beters by de hand te nemen, dan dat afmattende eeuwigdurende naaiwerk." „En kom nu eons kyken, Minnie," wendde by zich tot het meisjs, „wat het Kerstkindje voor je heeft medegegeven." „God zegene u, mynheer Strahan," was al wat Ruth vormocht uit te brengen Vrooiyk begonnen de Kerstklokken te lui den, duidelyk weerklonken de zware tonen door den helderen vriesnacht, tot in de stille afgelegen straat, waar Ruth Grayson zoo menig droevig Kerstfeest had doorgebracht. Een jaar is verloopen en bet is weder Kerstfeest. Over de kale velden ligt dik de sneeuw gespreid; do naakte takken der hoo rnen zyn in een glinsterend witten mantel gehuld. Om oen vrooiyk knappend houtvuur, grillig opvlammend in den wyden schoorsteen, zitten John Strahan, zyn vrouw Ruth en kleine Minnie. Ruth's gezicht heeft de zïekelyko bleekheid verloren, de buitenlucht en de veranderde levensomstandigheden hebben die groote ver andering gewerkt. John Strahan is gebleken een trouw vriend voor haar te zyn en toen hy eea half jaar na hun eerste kennismaking haar vroeg zyn vrouw te worden, b9hoefde zy met haar antwoord niet lang te dralen. Vol vertrouwen op hem trad zy de toekomst to gemoet. Zy vestigden zich op een boerderijtje, waar John zooveel van zyn land trachtte te maken als maar eenigszins mogelyk was. Zy spreken over hun laatste Kerstfeest, doorgebracht in het armoedig vertrek in een der achterbuurten van Londen. „Vader, gy waart werkeiyk het Kerstkindje verleden jaar", zeide Minnie. „Neen Minnie, ik -geloof eerder dat moeder het Kerstkindje was, daar zy u zooveel geluk en weelde heeft bezorgd, sinds dien avond." Met vochtigen blik keek de gelukkige vrouw van den man naar het kind en hen vriendelyk toelachend, zeide zy met van aandoening bevende stem: „Ik geloof dat God zelf ons al dat geluk en dien voorspoed geschonken heeft." „Dat geloof ik ook, Minnie," stemde de vader toe. Buiten viel de sneeuw onhoorbaar zacitfi dikke, wollige vlokken neder, c'e dorpsklok luidde en van ver over de witte paden kwam n da kerkgangers om het kindeke te aanbidden in den Kerstnacht. Gr e m engd Nieuws. W. K., huzaar by het depöt-eska- dron van het 3de regiment huzaren te Leiden, werd door den KrUgsraad te 's-Gravenhage wegens diefstal met braak en valsche sleutels, niettegenstaande zyne outkentcnis, veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf. Hiervan in appèl gekomen, werd dc schuldig verklaring en veroordeeling gehandhaafd en kreeg hy van het Hof nog twee maanden gevangenisstraf er by. Aan.de Ryks Munt te Utrecht worden binnenkort de werkzaamheden hervat, die oDgeveer twee jaren zullen duren. Er zal 6 ton pasmunt voor Iudië en 4 ton voor Nederland gemaakt worden, benevens nieuw kopergeld. Als een bijzonderheid wordt ge meld, dat de zilveren pasmunt wordt vervaar digd uit do op den Radja van Lombok buit gemaakte ryksdaalders. M. T.C. J., geboren teKortgene 4 Mei 1875, heeft in het laatst van October de ouderlyke woning verlaten en is daarin tot heden niet teruggekeerd. Het laatst is zy gezien to Nieuwen Hoorn (Hellevoetsluis) en van daar vei trokken in gezelschap van den deserteur J. C. Van D., luitenant der marine, van wien de geruchten zeggen, dat hy naar Australië is gevlucht. De commissaris van politie der 4de afdeeJing te's-Gravenhage verzoekt namons de moeder dat het meisje opgespoord, aangehouden en voor hem geleid wor^e. Te St.-Petersburg was een jong meisje, mej. Rouroyantseff, wegens vergiftiging van haar vader tot een zekere straf veroor deeld. In hooger beroep werd de straf echter tot yyf jaar gevangenis verminderd op grond dat zij onder den invioed van hypnotische suggestie do misdaad had gepleegd. Mej. Roumyantstff was verliefd op een kapper, die haar op bevel van een geneesheer moest masseeren. Op diens aanstoken heeft zy haar vader, een ryk grondeigenaar, om het leven gebracht door midoel van een langzaam werkend vergif. Drie maanden lang zag zy het lyden van den armen man aan zonder de minste wroeging. Ook by het verhoor bleef de beschuldigde volmaakt onverschillig. Haar advocaat vond hierin aanleiding een genees kundig onderzoek der verstandelijke ver mogens van het meisje te verzoeken. Dit werd toegestaan en bracht aan het licht, dat de kapper haar in hypnotischen toestand had gesuggereerd haar vader te vermoorden. Van een bestraffing of gerechtelyke ver volging van den kapper meldt het bericht niets. Een bewogen leven. Te Bordeaux heeft zekere Jacques Pore terechtgestaan, die, hoewel hy eerst vyf en dertig jaren oud is, reeds een alleravontuurlyksten levensloop achter den rug heeft. Toen hy onder dienst kwam, bad hy reeds verscheidene vonnissen ondergaan en werd hy naar de bataljons in Afrika gezonden; daar deserteerde by echter spoedig met de beurs van een zyner wapen broeders Na verscheidene jaren in Kabylië een zwer vend leven geleid te bebbeD, W6rd hy gevat on door den krijgsraad tot vyf jaren dwang arbeid veroordeeld. Toen zyn straftyd geëin digd was, werd by naar Tongkin gezondeD, waar hy een eerepenning ontviDg wegens het redden van zyn kapitein van den ver- drinkingsdoop. In Algeriö teruggekeerd, deser teerde hy opnieuw en kwam te Bordeaux, waar hy wegens oplichting veroordeeld werd tot achttien maanden gevangenis en verbanning. Een jaar na zyne deportatie, ontvluchtte hy uit Cayenne in gezelschap van negen ka meraads, waarvan drio onderweg omkwamen en, na twintig dagen ontbering geleden te hebben, slaagde hy er in Biitsch Guyana tf bereiken, van waar hy naar Bolivia en latei naar Venezuela ging. In dit land was juist een opstand uitgebarsten -en, wegens zyne militaire kundigheden, werd hy weldra tot luitenant benoemd. Maar het verlangen om Frankrijk terug te zien werd hem te sterk. Hij kwam nogmaals te Bordeaux terug, waar hy onder een valschen naam en zich voor Spanjaard uitgevende, voor de zooveehte maal wegens oplichtery tot een jaar gevan genis veroordeeld en naar zyn voorgewend vaderland verbannen werd. Na zyn straf geboet te hebben, kwam hy nogmaals in Fraükryk terug, Citmaal er zich op toeleggende, eige naars van voertuigen en fietsen op te lichten. Ter zake van c!eze feiten is hy nu tot vyf jaren gevangenis veroordeeld. Zeer opgeruimd verliet hy de rechtzaal, zich geDoeglyk de handen wryvende en ver klarende, dat hy, te bly zynde vyf jaren in Frankriik te zullen doorbrengen vóór hy weer naar Guyana behoefde terug te keeren, geen appèl zou aanteekenen. QTe Arlon (België) heeft bij een winkelier in vuurwapens een ontplofüog plaats gehad, op het oogenblik, dat er drie klanten in den winkel waren; dezen en de winkelier worden ernstig gewond door de springende patronen. Het huis geraakte in brand; de vrouw van den winkelier en zijn twee kin- eiertjes werden gered. De kassier van een modemaga* z(jn in de 23ste avenue te Nieuw-Tork ver zekert dat een zijner klanten hem jaarlijks voor haar en haar dochter meer dan vijftig duizend dollars betaalt, en dat veertig anderen per jaar tien duizend dollars, of vijf en twintig duizend gulden, aan japonnetjes besteden 1 Waar is zün liami-aad?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6