Praatjes over Kunst.
Burgerlijke Stand.
ft. KASTEELEN, Langegracht 112,
de Wed. G. F. VAN DE BRANDE,
De kapitein luitenant ter zee J. Cardiaaal,
met 16 Januari 1896, eervol ontheven van het
bevel over vlïr. Ms. monitor „Matador" en dat
bevel alsdan opgedragen aan den kapitein
luitenant ter zee A. Seret.
De benoemde kapt. ter zee W. M. J. Visser,
commandant van Ilr Ms. korvet „Sommelsdijk"
dien-tdoend stationsschip te Curag'O, eervol
van het thans door hem gevoerde bevel ont
heven en dat bevel opgedragen aan den
kapitein-luitenant ter zee J. CarJinaal, een en
ander met ingang van don dag, volgende op
dien, waarop laatstgenoemde hoofdofficier te
Curasao zal zijn aangekomen.
Het stoomschip „Maasdam", van Rotter
dam naar Nieuw-York, passeerde 20 Dec.
Dover; de „Werkendam", van Nieuw York
naar Rotterdam, passeerde 20 Dec. Dover;
de „Kaiser", van Hamburg en Ylissingen
naar Oost Afrika, arriveerdo 18 Dec. te
Lissabon; de „Kanzier" vertrok 19 Dec. van
Zanzibar naar Vlissingen en Hamburg; de
„Ataka" is 17 Dec. van Arasterdam en
Londen te Kaapstad aangekomen; de „Gel-
norland" is 20 Dec. van Rotterdam te Batavia
aangekomen; de „Maasdam", van Rotteroam
naar Nieuw-York passeerde 20 Dec. Praw-
lepoint; de „Prinses Amalia", van Amsterdam
naar B ttavia, passeerde 20 Dec. Kaap
Finisterre; de „Prinses Marie" is 20 Dec.
van Batavia te IJmuiden aangekomen.
T IV i£ IS II JE K A IE K.
By de voortzetting, gistermiddag, der be
handeling van het hoofdstuk Waterstaat wilde,
overeenkomstig htt a ovies van den heer Con
rad, de Minister eerst de uitkomsten van 't
baggeren in 't Hellegat afwachten, alvorens
over to gaan tot verbetering van den water
weg DorutBrouwershavon, waarnaar hy
bereid is een onderzoek In te stellen, waar
van do heer Van Gfjn akte nam, met aan
drang op spoed, welken de minister toezegde,
zonder zich te verbinden, by de volgende be
grooting voorstellen te doeD.
Bfi uen post voor een nieuwen liebtopstand
aan den Hoek van Holland verklaarde do heer
Guyotdo hoop nog niet op te geven op betere
verachting van den ingang van den Rotter-
damschen Waterweg.
De Minister verwachtto verbetering der
verlichting bfi plaatsing van een nieuw licht-
toestel.
Aan don heer Smeenge deelde hy mede,
dat e?n onderzoek is ingesteld naar den
aanleg van een vluchtbaven aan het Krammer.
De heeren Conrad en Staalman wezen op
den bedenkoiyken toestand der zeewering in
NoorJ-Uolland, cd eerstgenoemde drong aan
op spoedige beöindiging van het geschil, des
noods door tussehenkomst der wetgevende
macht.
De Minister handhaafde het standpunt, dat
do Staat Diet verplicht is tot onderhoud der
zeewering. Een speciale wet acht hy niet de
gewenschto oplossing, ttnzy die wet regelt
de verplichtingen, aan Noord Holland op te
leggen.
Avondvergadering van Vrijdag.
By het in deze avondzitting voortgezet
debat over Waterstaat werd by art. 78 door
den hoer Rutgers van RozenburgConrad en
den Minister een debat gevoerd over het
stoomgemaal te Schellingwoude. Da heer
Rutgers nl. beweerde, dat hot nieuwo stoom
gemaal te zwak is en dat het wensehelyk is
de ketels van het oude stoomgemaal te ver-
storkon, wat de Minister en do heer Conrad
niet volkomen toegaven. Intusschen beloofde
do Minister een nauwkeurig onderzoek.
By art. 80 drong de ho r De Kanter erop
aan, dat do exploitalio van de visschersbavon
te IJmuiden zóó zal geregeld worden, dat zy
niet tot monopolio leidt, wat ook den Minister
niet scheen aan te lokken, hoewel hy geen
stellige verklaring kon geven.
By art. 93 beloofde do Minister don heer
Smeenge zooveel mogclyk te zullon bespoeöigon
het onderzoek in hoever de Drenthscho Kanaal
maatschappy aan de concessie-voorwaarde, be
treffende de Hoogoveensche vaart voldoet.
By art. 102 (Wanneperveenscho en Giet
hoornscho wegen) bcloofdo do Minister den
lieer Meesters een nader onderzoek naar den
toestand dier wegen te zullon instellen.
By art. 107 drong de hoer Borgcsius er op
aan, den weg Zutphen-Emmerik in Ryksbeheer
te nemen met subsiJio van belanghebbenden,
wat de Minister niet kon beloven, dio wel
bereid was een bydrage te overwegen. Ook.
tegenover den heer Kolkman bleef de Minister
zyn standpunt volhouden.
By art. 111 (nieuwe sluis te Spaarndam)
verzekerde do Minister aan don heer Vcegens
dat hy niet vorder zou gaan dan toekenning
van '/3 dor werkciyke kosten en ten hoogste
f 60,000.
By art. 114 drong de lieer Beidt aan op
hot geven van oen vasto aanstelling aan de
werklieden by do Lmdsgobouwen, ten einco
hun recht op pensioen te verzekeren. Hy wees
er daarby op, dat do machinist by de Kamer,
na jarenlangen dienst plotseling overleden, zyn
vrouw nagenoeg onverzorgd achterliet.
De Minister wees op de enorme toeneming
van vast-j ambtenaren in de laatste jaren, die
nog bolangryk zou vermeerderen, indien aan
don wenscli van den heer Hcldt werd voldaan.
By een eventuoele nieuwe regeling zullen
deze werklieden ook Sn aanmerking komen.
By art. 117 (Landsgobouwen) drukte de
hoor De Beaufort (Wyk) de hoop uit, dat by
restauratie der Grafelyke Zalon de Minister
zich zou doen voorlichten door deskundiger,
waartoo hy ook rekende don Referendaris voor
Kunsten by Binnonl. Zaken.
De hoer Vcegens daarentegen drong by den
Minister aan zijn standpunt te handhaven
en geen inbreuk door het Dep. v. Binnenl.
Zaken toe te staan op het beheer van het
Dept. van Waterstaat.
De Minister constateerde dat het verschil
tusschen beide Departementen betrof het
herstel van een topgeveltje in een door
Binnenl. Zaken gewenschten stijl, wat den
Ryksbouwmeester niet gewenscht scheen.
Daar er thans correspondentie over de zaak
wordt gevoerd, zal by daaromtrent niets verder
zeggen. Voor de verdere restauratie, die van
meer belang is, zullen deskm digen worden
geboord, ook die van Binnenl. Zaken. Er
zullen plannen worden gemaakt en niets zal
worden weggebroken, wat historische waarde
heeft. Aan het Gerechtshof zyn evenwel deelen
die gemist kunnen worden.
By art. 120 (Spoorwegen) drukte de heer
Hesscling van Suclitclen den wensch uit, dat
de Staat in den vorm van rentogarantio den
spoorwegaanleg zou steunen. Hy achtte dit
oen uitstekende wyze van subsidieeren.
De beer Farnecombe Sanders drong aan
op verbetering der overwegen te Haarlem,
die nog steeds gevaar opleveren, en op eene
spoedige verbouwing van het 6tation aldaar.
De heer Bahlmann vroeg overkapping van
het station tc Tilburg en of er geen termen
bestonden voor naasting van het lyntje Turn
houtTilburg, dat in handen van den Bel
gischen Staat zou komen.
De heer Schaepman drong aan op aansluiting
te Leeuwarden van de treinen uit Groningen
op die naar Amsterdam (Holl. Spoor). Mede
drong hy aan op vermeerdering van het
materieel te Leeuwarden tot vervoer van land
bouwproducten. De heer De Ra?» wees op den
ellenaigen toestand van het station Rozendaal.
De heer Veegens verzocht, indien dit niet
gebeurd is, onderzoek door een commissie van
de grieven van het voormalige Rfinspoorweg-
personeel.
De Ministerde verschillende opmerkers
beantwoordende zeide geen beslissing te kunnen
geven in zake den N.-O. locaal-spoorweg. De
gemeente Haarlem wilae de Min. raadplegen
over den ombouw van het station. Verbouwing
van het station Tilburg zou groote kosten
vorcerenover naasting van de lyn Turnhout—
Tilburg kon de Min. zich niet uitlaten; op
aansluiting te Leeuwarden blyft 's Ministers
aandacht gevestigdde toestand te Rozendaal
is eenigszins zo.g'-iyk, maar oplossing niet
gemakkelyk om hoogo kosten. Het wetsont
werp betreffende ambtenaren van de voor
malige Rynspoormaatschappy zal binnen enkele
dagen de Kamer bereiken. De discussie is
gevorderd tot art. 133.
De vergadering werd om tien minuten vóór
halftwa^lf verdaagd tot hedenmorgen te elf uren.
Op art 178 is door den heer Bahlmann een
amendement voorgesteld, om voor de aroei js-
inspectie niet meer gelden toe te staan dan
voor de aanstelling van 3 adjunct-inspecteurs
a f 2500.
Vlokken.
LXXL
Vele leden van den „Haagschen Kunst
kring" zonden op de thans geopende expositie
hoven de Passage niets van hun werk in;
toch is ze in menig opzicht belangryk te noe
men, al mag de vraag wel eens ernstig worden
overwogen of de poorten van dit Genootschap
zich niet al te spoedig ontsluiten voor ben,
die zich als „werkend" lid aanmeldeD, en of
een enkele, minder begaafde onder de aquarel
listen hier niet wat al te vrygevig met zyn
waterverf studies is geweest. Do moest-impor-
tante inzendingon zyn die van Théopbile De
Bock, Jan Toorop, Paul Rink en Mevrouw
Lucie Ekker.
Van eerstgenoemde, een expressievolle
„dósespoir", en fraaie afdrukken van eeno
houtsnede „kindertjes"; een breiend Katwykscb
meisje (studio van 1892) en handige kryt-
krabbels. De „Zaaier" en een „portret", van
de Amsterdarascho „Wit on zwart" tentoon-
stelling bekend, ziet men toch gaarne weer
eens terug. Rink gaf naast een meisjesportret
verscheidene landschappen, gezichten op dat
typigo Geldersch landschap in de Betuwe.
Ook in „herfst", een half-ontbladerden boom,
is het lugubere zeer mooi weergegeven. Van
Mevrouw Ekker verdi6r.t vooral vermeld oen
zorgvuldig geteekend „katje"; het zachte-
donzige is juist vertolkt en de levendige oogjes
zyn vol uitdrukking.
Ook zyn er verscheidono landschappen, zeer
goed van compositie, van haar hand. En, verder,
(voor eon vollodig overzicht i3 het hier de
plaats niet), wil ik nog de aandacht vestigen
op Isaüc Israèls' „Visschersvrouw", met het
kind op don arm, op Plasschaert's gestiliseerde
„golven", op Veldheer's meisje (houtsnede) en
op de papavers, mot het kussende vrouwen
hoofd. EJzard Koning gaf een uitvoerig duor
werkte teekening, Jordens twee „korenlanden",
Van Hoy torna „uilen" en „parkiettulpen", Jan
sen „schuiten", Uyne o. a. een „kerk", Jessu
rum de Mesquita oen typig „danseresje".
Voorts zyn vertegenwoordigd: mevr. Bilders
v. Bosse, A. Koning, v. Oosterzee, Gunue
weg, v. Andringa, Ekker, Nassau Noordewior,
Kuypers, mej. Van der Willigen, Frits Maris,
Smissaart, De Moor, Gips en Ledoboer.
Een raad ten slotte: men bezoeko do zaal
tjes van den Kring by voorkeur vóór den
middag; ^Jozo „donkere dagen voor Kerstmis"
zyn voor tentoonstellingen al heel weinig
geschikt.
„Die IrrlichteVvon Marie Petersen.
Dit is wel een heel-eenvoudig geschreven
verhaaltje, vol poëzie, sentiment en weemoed,
en dankbaar ben ik haar, op wier aanraden
ik het gelezen heb.
Al die verschillende dwaallichtjes, hun leven
's nachts vertellend in het mystieke woud, en
beluisterd door den knaap, wiens geschiedenis
door dit sprookje verbeeld wordt, ten aan-
hooren van de grashalmen en het riet, de
tbymplantjes en de veldanjelieren, de kik-
vorschen en de uilen, de vleermuizen en de
meikevers, de waterlelie en de glimwormen,
wien de lichtjes beurtelings weer antwoorden,
het is alles zoo tooverachtig en zoo boeiend
weergegeven.
Maar de grond van dit sobere sprookje is
niettomin uiterst droefgeestig, en, al komen
er ook vroolyke trekjes in voor, het slot
is diep tragisch.
In menig opzicht heeft het my aan Frederik
Van Eeden's „Kleine Johannes" herinnerd;
misschien ook wel juist door die waterlelie.
En. nu ik opnieuw het boekje dooroladerd
heb, komt het my voor, dat de bezorging
van een goede Bollandsche vertaling zyn nut
zou kunnen hebbeD, als 't mogi-iyk was, ver
lucht hier en daar met illustraties van Van
Hoyterqa of Wenckebach.
Van den geleerden „Uhu" en het „Kauzchen"
kan eerstgenoemde artist ontegenzeggelijk
heel wat maken, terwyl de kinderscènen aan
Wenckebach's „Muizenwereld" denken doen.
De prys van drie stuivers (het verscheen in
de „Universal Bibliothek" onder No. 2641),
brengt het binnen veler bereik.
Van den heer J. A. Loeber Jr. mocht ik
eenigo smaakvol ontworpen en keurig be
werkte boekbanden bewonderen.
Er blykt overtuigend uit, dat hy niet be
hoort tot het gilde, dat slechts het gewone
bestelwerk vervaardigt, hetwelk door de weinige
ontwikkeldheid van den smaak van het publiek
nog maar steeds bij het oude blyft, maar
dat deze bekwame binder ook zyn oogen verder
den kost gevend, nieuwe motieven zoekt en
vindt, gedreven door liefde tot zyn vak.
Want dat het „mooi nieuwe" in dezen al te
lang verwaarloosden tak der kunstnijverheid
zich ook in onzen tyd van kentering zou
doen gevoelen, was al vooruit voorspeld, en
Engeland vooral heeft krachtig den stoot
gegeven tot dit „nieuwere". Zuiver bewerkt
zyn dezer hoorn-perkamenten kaften, met
gestiliseerde bloemvormen als de fuchsia, de
geranium, de lelie en het madeliefje, en teer
zyn de zacht gele, week-gryze, zyïg paarse
tinten aangebracht op 't ruomkleurig perkament.
En, dat de heer Loeber nog meer in zyn
mars voert, daarvoor levert overtuigend een
lederen bandje het bewys, waarop in over
gangen van een fraai Rembrandtiek-bruin,
herinnerend aan het bekende „spat"-werk,
Tartarin de Tarascon is afgebeeld.
Ook een meester b toont by zich in bet
bandverguldon. Ik spreek hier den wensch
uit, d. t de heer Loeber, door het houden van
eeno kleine, intieme tentoonstelling, ook vele
anduren in de gelegonlit.nl zal stellen met zijn
voorzeker zóór-superieuren arueid kennis te
maken. C. V.
LISSE. Geboren: Johannes, Z. van J. Was
senaar en Mi C. Janson.
Overleden: Cornelia Van Midden, wed. van
J. Van Ruiten, 82 j. Cornelia Schuts, echtg.
van J. Barn hoorn, 65 j.
RIJNSBURG. Geboren: Teunis, z. van Tounis
Starkenburg en Catharina Slijkhuis.
Overleden: Hendrik Hogewoning, 3 j.
Mariclia Zandbergen, 45 j.
Ondertron w d Piet Riethoven on Elisabeth
Wiilebrords Liobregt.
Gehuwd: Pieter v. Egrnond 21 j. en Cornelia
Zwaan 18 j.
SASSENHEIM. Goboren: Gerrit, Z, van J.
Van der Schrier en J. J. Sckner. Maria Johanna,
D. van W. Yan Duin en li. De Zwart. Gerardus
Marcus, Z. van M. J. Van Kampen en J. Augus-
tinus. Petrus, Z. van Th. Kniest on A. Van
der Wejjden.
Overloden: Joannes De Zwart, 76 j. Pieter
Fransen, 5 w. Pieter Vaars, 53 j.
WüUBRUGGE. Ge boron: George, Z. van
Frederik Otte en van Engel inn Meyer. Adriaua
Margaretha Wilhelmiua, D. van Remier Kroes en
Margaretha Williclmina De Vor. Joanna Theo
dora, D. van Thoodorus Borst en van Johanna
Schrama.
Ovorloden: Dirkje Metselaar, jd. 18 j., D.
van Cornells Metselaar en van Petronella Van
Straten. Pieter Oldenburg, (wonende to Gro
ningen), 10 j., Z. van Thijs Oldeüburg en van
Geertje Tonnis.
Katerdag- en Woensdagavond is het
l<EIIIfcCIH DACJBliAD thans ook ver-
krygbaar a 2 Cents per nummer by:
by de Gasfabriek,
en by:
Spoorstraat 2 (Havorzaklaan).
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
De heer "Willebrands heeft zich eenigo dagen
geleden aan de spits gesteld van de thans be
staande gymnastiek- on schermveroenigingen
alhier door het beantwoorden van mijn schril-
ven van 7 Dec. j.l. Al dadelyk bleek my
daaruit, dat mynheer Wlllebrands schermen
geleerd heeft zooals dat in Leiden onderwe
zen wordt en van ander onderricht zeer wei
nig afweet. Genoemde heer denkt zeker dat
in Leiden of alleen in ons land de scherm
kunst beoefend wordt, want vast ben ik er
van overtuigd, dat de heer Willebrands anders
zou spreken, als hy eens zag hoe of de Bel
gische en Franscho meesters met hunne wa
pens werken.
Dat de heer W. de concoursen uit den
laatsten tyd heeft bezocht, geloof ik evenmin,
althans vast niet die, welke door oen Neder-
landschen Schcrmbond worden gegeven want
juist de Nederlandscho Schermbond poogt de
schermkunst in ons land to verbeteren en
daardoor te veredelen. Daar wordt niet alleen
gewerkt om touchés, maar ook om punten
voor stand, houding, uitval, stooton, afwe
ringen, enz., enz. Of heeft de heer Willebrands
nooit gehoord van een schoonbeidswedstryd
op een concours? Die Bond beoogt juist het
geheel veranderen van de vroegere concour
sen, zooals de heer Willebrands die beschryft.
En boe kan men een concours in dien zin
veranderen? Een heel eenvoudig antwoord
volgt: „door te zorgen dat men in de ver-
eenigingen, die aan het concours deelnemen,
netjes neen keurig leert werken En dat is
juist myn doel, waarvoor ik flinke jongelui
opriep, die pleizier en wilskracht hebben om
door veel, ontzettend veel oefening tot netjes
schermen te leeren, en het is juist de Franscho
methode, die daartoe het middel aan de hand
doet.
Wat de andere aangelegenheid betreft, nl.
hot vcreenigbaar zyn van gymnastiek en
schermen, my dunkt, daarop kon de heer
Will-jbrands een beter antwoord geven dan
laatst, wanneer hy eens wist hoe hoog de
eischen zyu om de Fransche sebermmethode
te beoefenen, maar er bestaat nog iets anders,
om den heer W daarv n te overtuigen. En
wel iets, wat hy waarschijnlijk nooit gehooid
heeft, n.l. dat er onderwijzers in de scherm
kunst gevonden worden, die weigeren onder
wijs te geven in vereeDigingen, waar iets anders
godaan wordt dan schermen, zelfs geen gym
nasi iele.
Dat zijn onderwyzers, die het ernstige van
hun taak begrijpen, maar tegelijk ook onder
wyzers, dio men de premierskan noemen.
Zoo vindt ge o. a. den heer Hesse in Amster
dam, den heer Van Umbeek in AntwerpeD,
den heer Delèse in Brussel en den heer Du
Croix in Parijs; dat zyn allen "professoren in
hun vak. Proiesseurs sur l'ópëe, sur le sabre,
le fusil, etc., etc.
Maar nu eigenlijk de hoofdzaak. Daar ik
voor het tegenwoordig veeleischend scherm-
onderricht alleen jongelui noodig heb, dio
licnamelyk flink zyn ontwikkeld, ook al zyn
het geen gymnasten, zoo zou ik de overigen,
wat minder gebouwd op het oogenblik, en
die eerst het plan mochten opgevat hebben
lid van de nieuwe schermvereeniging te wor
den, maar aanraden den weg van den heer
Willebrands in te slaan en eerst maar eens
eenige jaartjes gymnastiek te gaan leeren, om
dan later, als zy wat kracht in hun handen
hobben, eeos aan het scbermen te denken.
Bovendien hoop ik toch dat de heer Wille
brands by het lezen van myn schryven van
voor eenige dagen niet gedacht zal hebben
dat ik loden zou trachten af te trocholen van
de bestaando gymnastiek- en sc/iermvereeni-
gingon alnier, dat zou my ten zeerste spyton,
want dan zuu ook daarin ce heer Willebrands
myno bedoeling niet geraden hebben. Neen,
my tot zoo iets verlagen daartoe ban ik niet
in staat. Maar gelukkig voor de zaak, waar
voor ik vecht, heb ik alreeds gemerkt dat
hier in Leiden wel degelijk flinke jongelui te
vinden zyn, die met eenige voorlichting maar
al to goed begrijpen, dat bet schermen in
Leiden ver achteruit is geschoven, en die dan
ook gaarne bereid zyn hunne krachten in te
spannen tot de oprichting van eene vereeni-
ging, waar niets godaan wordt dan schermen
alleen, zooaat daarvan na verloop van een
paar jaar iets te verwachten is, en zy by een
concours den naam hunner stad hooger weten
te houden dan de thans bier bestaande schor-
mers. Ik bedoel hier nationale cf internatio
nale concoursen.
U oankond, Mynheer de Redacteur, voor
uwe ruimte, biyf ik,
Leiden, Hoogachtend,
20 Dec. 1895. H. Knoop,
Haarlemmerstraat 128.
CORRESPONDENTIE. - Abonnó te W.!
De verklaring waarom niet van alle gemeenten
een gemeenteraadsverslag wordt gegeven, is
gemakkelyk. Wanneer do Burgemeester er
tegen is aan de Raadszitting openbaarheid te
geven en den veldwachter verbiedt modede9-
ling te doen wanneer de Raad zitting houdt,
hoe kunnen wy dit dan te weten komen?
Het „Leidsch Dagblad" wil gaarne nu
het in de omliggende gemeenten zoo druk
gelozon wordt Raadsverslagen geven; hot
is alleen de moeilijkheid te weten te komen
dag en uur. Wil een der Raadsleden ons deze
mededeelen, het verslag in het „Dagblad" zal
verschynen 1
G emengd Nieuws.
Ook in onze gemeente worden,
evenals elders, tal van maatregelen genomen,
om den kinderen (veelal leerlingen van Zon
dagsscholen), dio uit den minder gegoeden stand
in dü eerste plaats, een aangenaam Kerstfeest
te bereiden. We meenen ons tot deze alge-
meene vermelding te kunnen bepalen.
De „Hollander" meldt dat de
Slagersgezellen-Vereeniging in Den Haag
morgen-, Zondag ochtend, in het „Casino"
aldaar een vergadering zal houden om te
spreken over Zondagsrust
Er is wel eens door een Raads
lid te Haarlemmermeer beweerd dat de lan
taarns te Hoofddorp geplaatst werden voor
dronken menschen.
Als dat waar is, dan schynen zo slecht
aan haar doel te beantwoorden, daar De B.,
Donderdag-avond door de duisternis misleid,
in de tocht liep,
Hedenmorgen geraakte de brc.öd
wagen van T. J. v. R., te Zoeterwonde, toen
zfin knecht met brood ventte, in de oord-
buurt te water. Do knecht moest zelf te water
gaan om hond en kar weder op het droge
te brengen.
AanhetstrandteScheveningentus-
schen do Keizerstraat en de Gedenknaald wordt
thans, in a insluiting aan den bazaltmuur, door
Delfland over eene lengte van 40 Meter
een verdedigingswerk van rysbeslag en keien
aangelegd.
Omtrent het gebeurde met den
veldwachter Taatgen, te Wildervank, wordt
aan de „Yeend. Ct." gemeld, dat Taatgen
meer dan twintig jaren gemeente- en onbe
zoldigd rijksveldwachter aldaar was.
Terwyl zyn vrouw en kinderen zich in het
achterste gedeelte dor woning bevonden, het
was omstreeks halfelf des voormiddags, begaf
Taatgen zich naar de voorkamer, nam een
jachtgeweer van den zolder en maakte met een
enkel schot eon eind aan zyn leven. Hy werd
in zittende houding gevonden in een leuning
stoel; het hoofd was gedeeltelyk verbryzeld,
zoo jat het vermoeden voor de hand ligt, dat
do ongelukkige man den loop van het geweer
in den mond gestoken en toen afgetrokken
moet hebben.
Uit Berlijn meldt men van den
16Jen Decou'ber jl.Rechercheurs van politie,
die in de Rosenthalerstrasse naar zakken
rollers speurden, bemerkten een slank jong-
mensch, gekleed in gryze manteljas, die zich
op zonderlinge wyze tegen half-Yolwasseu
meisjes aandrong. By nader toezien namen
de beambten waar, dat het jonge mensch eene
schaar te voorschyn haalde en voorzichtig de
haarvlecht van het meisje afsneed. Het bleek
een 15 jarig Hoogere-Burger scholier te wezen,
die eene verzameling meisjesvlechten aanlegde.
Verleden Woendag avond zyn hem niet minder
dan zes vlechten ten offer gevallen. Eene huis
zoeking by zyne ouders bracht uit zyne kamer
eene volledige collectie te voorschijn. Zelfs de
vlechten der wassenbeelden in de panopticums
waren voor de schaar van het jonge mensch
niet veilig geweest.
Kapitein Campbell, van het
Engelsche stoomschip „Condor te Hamburg
van Southampton aangekomen, passeerde ca.
10 mijlen ten Westen van Borkurn vuurschip
een vol water drijvend vaartuig, vermoodelyk
een Nederlandsche vischsmak. Het voor- en
achtergedeelte van het schip, benevens de
mast, waren boven water zichtbaar. Het
vaartuig dreef direct in de kosrs naar het
Borkumer vuurschip en is zeer gevaariyk voor
do scheepvaart.
Van de Londensche markt. De
corrospon :ent van de „N. R. Ct." te Londen
seint:
Op do markt van de Amerikaansche Sporen
alhier heerscht een paniek. Alles wordt zonder
mededongen over boord geworpen. In de
ueursknngen vreest men dat de politieke
crisis voeren zal tot een goud- en derhalve
tot een finantióele crisis in Noord-Amerika,
terwyl de speech, Donderdagavond door den
kanselier der schatkist te Bristol gehouden,
eon ongunstigen inuruk maakte.
Te Woenen zyn uit Konstanti-
nopel ernstige berichten over Anatoliö en
Armenië onfvangen.
De rapporten van consuls en particulieren
geven treurige byzonderheden omtrent go-
pleegde gruwelen. Te Cesarea zouden den
30sten November en de volgende dagen 1500
Christenen zijn vermoord. H^t z ndingsstation
Lavrocordato is verwoest, dc bewoners zyn
vermoord. De vrouwen werden mishandeld
vóór de aanvallers ze dooiden; de kinderen
opgeworpen en op do punten der bajonetten
opgevangen.
Da overheid moet bevolen hebben, alleen
de vreemde zendingsstations te sparen, doch
met deze lastgeving zou door de soldaten en
de politie geen rekening zyn gehouden.
Koning Leopold heeft het besluit
geteekend, waarby het houden eener inter
nationale tentoonstelling te Brussel in 1897
wordt goedgekeurd.
Te Philadelphia is een werksta
king uitgebroken onder het trampersoneel.
Dientengevolge rijden alleen de wagens van
oen maatschappy, die by het geschil niet is
betrokken. Er zyn echter 300 wagens vernield,
voor de pogiDgen om den dienst voort te
zetten werden opgegeven.
Niet lang geleden werd gesproken
over een vergiftigingszaak te Brugge, die veel
gelykenis vertoonde met de zaak-Joniaux.
In deso zaak is uitspraak gedaan door het
Hof van Assises van Oost Vlaanderende
beschuldigde, vrouw Aerens, die haar man
had vergiftigd met rattenkruit, is ter dood
veroordeeld.
Een ervaren telegraaf-inspecteur
was op inspectie. Hy kwam op een kantoor
en begon een praatje met den telegrafist van
dienst. De ambtenaar werd opgebeld. Het
bericht, dat hy opnam, luidde:
„De inspecteur zit op deMyn en zal z(jn
neus wel ergens insteken. Pas op."
De telegrafist keek wanhopig, want de in
specteur had natuuriyk ook gehoord wat er
geseind was. Dat bleek ook aan den waar
schuwenden vriend, want zelf aan het toestel
plaats nemende, seinde de inspecteur terug:
„Te laat. Hij heeft er zyn neus al in gestoken."
Te Weenen trachtte een vrouw
in een winkel een valsch biljet van tien
gulden te wisselen. Op de straat wachtte een
man, die zich tegen hare in hechte: isneming
wilde verzetten en daarom ook gearresteerd
werd. Op het politiebureel gebracht, namen
beiden vergif in, met het gevolg dat de vrouw
na enkele oogenblikken bezweek. De identiteit
van de beide personen kon nog niet vas*
gesteld worden.