Praatjes over Kunst. Burgerlijke Stand. ft. KASTEELEN, Langegracht 112, de Wed. G. F. VAN DE BRANDE, De kapitein luitenant ter zee J. Cardiaaal, met 16 Januari 1896, eervol ontheven van het bevel over vlïr. Ms. monitor „Matador" en dat bevel alsdan opgedragen aan den kapitein luitenant ter zee A. Seret. De benoemde kapt. ter zee W. M. J. Visser, commandant van Ilr Ms. korvet „Sommelsdijk" dien-tdoend stationsschip te Curag'O, eervol van het thans door hem gevoerde bevel ont heven en dat bevel opgedragen aan den kapitein-luitenant ter zee J. CarJinaal, een en ander met ingang van don dag, volgende op dien, waarop laatstgenoemde hoofdofficier te Curasao zal zijn aangekomen. Het stoomschip „Maasdam", van Rotter dam naar Nieuw-York, passeerde 20 Dec. Dover; de „Werkendam", van Nieuw York naar Rotterdam, passeerde 20 Dec. Dover; de „Kaiser", van Hamburg en Ylissingen naar Oost Afrika, arriveerdo 18 Dec. te Lissabon; de „Kanzier" vertrok 19 Dec. van Zanzibar naar Vlissingen en Hamburg; de „Ataka" is 17 Dec. van Arasterdam en Londen te Kaapstad aangekomen; de „Gel- norland" is 20 Dec. van Rotterdam te Batavia aangekomen; de „Maasdam", van Rotteroam naar Nieuw-York passeerde 20 Dec. Praw- lepoint; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar B ttavia, passeerde 20 Dec. Kaap Finisterre; de „Prinses Marie" is 20 Dec. van Batavia te IJmuiden aangekomen. T IV i£ IS II JE K A IE K. By de voortzetting, gistermiddag, der be handeling van het hoofdstuk Waterstaat wilde, overeenkomstig htt a ovies van den heer Con rad, de Minister eerst de uitkomsten van 't baggeren in 't Hellegat afwachten, alvorens over to gaan tot verbetering van den water weg DorutBrouwershavon, waarnaar hy bereid is een onderzoek In te stellen, waar van do heer Van Gfjn akte nam, met aan drang op spoed, welken de minister toezegde, zonder zich te verbinden, by de volgende be grooting voorstellen te doeD. Bfi uen post voor een nieuwen liebtopstand aan den Hoek van Holland verklaarde do heer Guyotdo hoop nog niet op te geven op betere verachting van den ingang van den Rotter- damschen Waterweg. De Minister verwachtto verbetering der verlichting bfi plaatsing van een nieuw licht- toestel. Aan don heer Smeenge deelde hy mede, dat e?n onderzoek is ingesteld naar den aanleg van een vluchtbaven aan het Krammer. De heeren Conrad en Staalman wezen op den bedenkoiyken toestand der zeewering in NoorJ-Uolland, cd eerstgenoemde drong aan op spoedige beöindiging van het geschil, des noods door tussehenkomst der wetgevende macht. De Minister handhaafde het standpunt, dat do Staat Diet verplicht is tot onderhoud der zeewering. Een speciale wet acht hy niet de gewenschto oplossing, ttnzy die wet regelt de verplichtingen, aan Noord Holland op te leggen. Avondvergadering van Vrijdag. By het in deze avondzitting voortgezet debat over Waterstaat werd by art. 78 door den hoer Rutgers van RozenburgConrad en den Minister een debat gevoerd over het stoomgemaal te Schellingwoude. Da heer Rutgers nl. beweerde, dat hot nieuwo stoom gemaal te zwak is en dat het wensehelyk is de ketels van het oude stoomgemaal te ver- storkon, wat de Minister en do heer Conrad niet volkomen toegaven. Intusschen beloofde do Minister een nauwkeurig onderzoek. By art. 80 drong de ho r De Kanter erop aan, dat do exploitalio van de visschersbavon te IJmuiden zóó zal geregeld worden, dat zy niet tot monopolio leidt, wat ook den Minister niet scheen aan te lokken, hoewel hy geen stellige verklaring kon geven. By art. 93 beloofde do Minister don heer Smeenge zooveel mogclyk te zullon bespoeöigon het onderzoek in hoever de Drenthscho Kanaal maatschappy aan de concessie-voorwaarde, be treffende de Hoogoveensche vaart voldoet. By art. 102 (Wanneperveenscho en Giet hoornscho wegen) bcloofdo do Minister den lieer Meesters een nader onderzoek naar den toestand dier wegen te zullon instellen. By art. 107 drong de hoer Borgcsius er op aan, den weg Zutphen-Emmerik in Ryksbeheer te nemen met subsiJio van belanghebbenden, wat de Minister niet kon beloven, dio wel bereid was een bydrage te overwegen. Ook. tegenover den heer Kolkman bleef de Minister zyn standpunt volhouden. By art. 111 (nieuwe sluis te Spaarndam) verzekerde do Minister aan don heer Vcegens dat hy niet vorder zou gaan dan toekenning van '/3 dor werkciyke kosten en ten hoogste f 60,000. By art. 114 drong de lieer Beidt aan op hot geven van oen vasto aanstelling aan de werklieden by do Lmdsgobouwen, ten einco hun recht op pensioen te verzekeren. Hy wees er daarby op, dat do machinist by de Kamer, na jarenlangen dienst plotseling overleden, zyn vrouw nagenoeg onverzorgd achterliet. De Minister wees op de enorme toeneming van vast-j ambtenaren in de laatste jaren, die nog bolangryk zou vermeerderen, indien aan don wenscli van den heer Hcldt werd voldaan. By een eventuoele nieuwe regeling zullen deze werklieden ook Sn aanmerking komen. By art. 117 (Landsgobouwen) drukte de hoor De Beaufort (Wyk) de hoop uit, dat by restauratie der Grafelyke Zalon de Minister zich zou doen voorlichten door deskundiger, waartoo hy ook rekende don Referendaris voor Kunsten by Binnonl. Zaken. De hoer Vcegens daarentegen drong by den Minister aan zijn standpunt te handhaven en geen inbreuk door het Dep. v. Binnenl. Zaken toe te staan op het beheer van het Dept. van Waterstaat. De Minister constateerde dat het verschil tusschen beide Departementen betrof het herstel van een topgeveltje in een door Binnenl. Zaken gewenschten stijl, wat den Ryksbouwmeester niet gewenscht scheen. Daar er thans correspondentie over de zaak wordt gevoerd, zal by daaromtrent niets verder zeggen. Voor de verdere restauratie, die van meer belang is, zullen deskm digen worden geboord, ook die van Binnenl. Zaken. Er zullen plannen worden gemaakt en niets zal worden weggebroken, wat historische waarde heeft. Aan het Gerechtshof zyn evenwel deelen die gemist kunnen worden. By art. 120 (Spoorwegen) drukte de heer Hesscling van Suclitclen den wensch uit, dat de Staat in den vorm van rentogarantio den spoorwegaanleg zou steunen. Hy achtte dit oen uitstekende wyze van subsidieeren. De beer Farnecombe Sanders drong aan op verbetering der overwegen te Haarlem, die nog steeds gevaar opleveren, en op eene spoedige verbouwing van het 6tation aldaar. De heer Bahlmann vroeg overkapping van het station tc Tilburg en of er geen termen bestonden voor naasting van het lyntje Turn houtTilburg, dat in handen van den Bel gischen Staat zou komen. De heer Schaepman drong aan op aansluiting te Leeuwarden van de treinen uit Groningen op die naar Amsterdam (Holl. Spoor). Mede drong hy aan op vermeerdering van het materieel te Leeuwarden tot vervoer van land bouwproducten. De heer De Ra?» wees op den ellenaigen toestand van het station Rozendaal. De heer Veegens verzocht, indien dit niet gebeurd is, onderzoek door een commissie van de grieven van het voormalige Rfinspoorweg- personeel. De Ministerde verschillende opmerkers beantwoordende zeide geen beslissing te kunnen geven in zake den N.-O. locaal-spoorweg. De gemeente Haarlem wilae de Min. raadplegen over den ombouw van het station. Verbouwing van het station Tilburg zou groote kosten vorcerenover naasting van de lyn Turnhout— Tilburg kon de Min. zich niet uitlaten; op aansluiting te Leeuwarden blyft 's Ministers aandacht gevestigdde toestand te Rozendaal is eenigszins zo.g'-iyk, maar oplossing niet gemakkelyk om hoogo kosten. Het wetsont werp betreffende ambtenaren van de voor malige Rynspoormaatschappy zal binnen enkele dagen de Kamer bereiken. De discussie is gevorderd tot art. 133. De vergadering werd om tien minuten vóór halftwa^lf verdaagd tot hedenmorgen te elf uren. Op art 178 is door den heer Bahlmann een amendement voorgesteld, om voor de aroei js- inspectie niet meer gelden toe te staan dan voor de aanstelling van 3 adjunct-inspecteurs a f 2500. Vlokken. LXXL Vele leden van den „Haagschen Kunst kring" zonden op de thans geopende expositie hoven de Passage niets van hun werk in; toch is ze in menig opzicht belangryk te noe men, al mag de vraag wel eens ernstig worden overwogen of de poorten van dit Genootschap zich niet al te spoedig ontsluiten voor ben, die zich als „werkend" lid aanmeldeD, en of een enkele, minder begaafde onder de aquarel listen hier niet wat al te vrygevig met zyn waterverf studies is geweest. Do moest-impor- tante inzendingon zyn die van Théopbile De Bock, Jan Toorop, Paul Rink en Mevrouw Lucie Ekker. Van eerstgenoemde, een expressievolle „dósespoir", en fraaie afdrukken van eeno houtsnede „kindertjes"; een breiend Katwykscb meisje (studio van 1892) en handige kryt- krabbels. De „Zaaier" en een „portret", van de Amsterdarascho „Wit on zwart" tentoon- stelling bekend, ziet men toch gaarne weer eens terug. Rink gaf naast een meisjesportret verscheidene landschappen, gezichten op dat typigo Geldersch landschap in de Betuwe. Ook in „herfst", een half-ontbladerden boom, is het lugubere zeer mooi weergegeven. Van Mevrouw Ekker verdi6r.t vooral vermeld oen zorgvuldig geteekend „katje"; het zachte- donzige is juist vertolkt en de levendige oogjes zyn vol uitdrukking. Ook zyn er verscheidono landschappen, zeer goed van compositie, van haar hand. En, verder, (voor eon vollodig overzicht i3 het hier de plaats niet), wil ik nog de aandacht vestigen op Isaüc Israèls' „Visschersvrouw", met het kind op don arm, op Plasschaert's gestiliseerde „golven", op Veldheer's meisje (houtsnede) en op de papavers, mot het kussende vrouwen hoofd. EJzard Koning gaf een uitvoerig duor werkte teekening, Jordens twee „korenlanden", Van Hoy torna „uilen" en „parkiettulpen", Jan sen „schuiten", Uyne o. a. een „kerk", Jessu rum de Mesquita oen typig „danseresje". Voorts zyn vertegenwoordigd: mevr. Bilders v. Bosse, A. Koning, v. Oosterzee, Gunue weg, v. Andringa, Ekker, Nassau Noordewior, Kuypers, mej. Van der Willigen, Frits Maris, Smissaart, De Moor, Gips en Ledoboer. Een raad ten slotte: men bezoeko do zaal tjes van den Kring by voorkeur vóór den middag; ^Jozo „donkere dagen voor Kerstmis" zyn voor tentoonstellingen al heel weinig geschikt. „Die IrrlichteVvon Marie Petersen. Dit is wel een heel-eenvoudig geschreven verhaaltje, vol poëzie, sentiment en weemoed, en dankbaar ben ik haar, op wier aanraden ik het gelezen heb. Al die verschillende dwaallichtjes, hun leven 's nachts vertellend in het mystieke woud, en beluisterd door den knaap, wiens geschiedenis door dit sprookje verbeeld wordt, ten aan- hooren van de grashalmen en het riet, de tbymplantjes en de veldanjelieren, de kik- vorschen en de uilen, de vleermuizen en de meikevers, de waterlelie en de glimwormen, wien de lichtjes beurtelings weer antwoorden, het is alles zoo tooverachtig en zoo boeiend weergegeven. Maar de grond van dit sobere sprookje is niettomin uiterst droefgeestig, en, al komen er ook vroolyke trekjes in voor, het slot is diep tragisch. In menig opzicht heeft het my aan Frederik Van Eeden's „Kleine Johannes" herinnerd; misschien ook wel juist door die waterlelie. En. nu ik opnieuw het boekje dooroladerd heb, komt het my voor, dat de bezorging van een goede Bollandsche vertaling zyn nut zou kunnen hebbeD, als 't mogi-iyk was, ver lucht hier en daar met illustraties van Van Hoyterqa of Wenckebach. Van den geleerden „Uhu" en het „Kauzchen" kan eerstgenoemde artist ontegenzeggelijk heel wat maken, terwyl de kinderscènen aan Wenckebach's „Muizenwereld" denken doen. De prys van drie stuivers (het verscheen in de „Universal Bibliothek" onder No. 2641), brengt het binnen veler bereik. Van den heer J. A. Loeber Jr. mocht ik eenigo smaakvol ontworpen en keurig be werkte boekbanden bewonderen. Er blykt overtuigend uit, dat hy niet be hoort tot het gilde, dat slechts het gewone bestelwerk vervaardigt, hetwelk door de weinige ontwikkeldheid van den smaak van het publiek nog maar steeds bij het oude blyft, maar dat deze bekwame binder ook zyn oogen verder den kost gevend, nieuwe motieven zoekt en vindt, gedreven door liefde tot zyn vak. Want dat het „mooi nieuwe" in dezen al te lang verwaarloosden tak der kunstnijverheid zich ook in onzen tyd van kentering zou doen gevoelen, was al vooruit voorspeld, en Engeland vooral heeft krachtig den stoot gegeven tot dit „nieuwere". Zuiver bewerkt zyn dezer hoorn-perkamenten kaften, met gestiliseerde bloemvormen als de fuchsia, de geranium, de lelie en het madeliefje, en teer zyn de zacht gele, week-gryze, zyïg paarse tinten aangebracht op 't ruomkleurig perkament. En, dat de heer Loeber nog meer in zyn mars voert, daarvoor levert overtuigend een lederen bandje het bewys, waarop in over gangen van een fraai Rembrandtiek-bruin, herinnerend aan het bekende „spat"-werk, Tartarin de Tarascon is afgebeeld. Ook een meester b toont by zich in bet bandverguldon. Ik spreek hier den wensch uit, d. t de heer Loeber, door het houden van eeno kleine, intieme tentoonstelling, ook vele anduren in de gelegonlit.nl zal stellen met zijn voorzeker zóór-superieuren arueid kennis te maken. C. V. LISSE. Geboren: Johannes, Z. van J. Was senaar en Mi C. Janson. Overleden: Cornelia Van Midden, wed. van J. Van Ruiten, 82 j. Cornelia Schuts, echtg. van J. Barn hoorn, 65 j. RIJNSBURG. Geboren: Teunis, z. van Tounis Starkenburg en Catharina Slijkhuis. Overleden: Hendrik Hogewoning, 3 j. Mariclia Zandbergen, 45 j. Ondertron w d Piet Riethoven on Elisabeth Wiilebrords Liobregt. Gehuwd: Pieter v. Egrnond 21 j. en Cornelia Zwaan 18 j. SASSENHEIM. Goboren: Gerrit, Z, van J. Van der Schrier en J. J. Sckner. Maria Johanna, D. van W. Yan Duin en li. De Zwart. Gerardus Marcus, Z. van M. J. Van Kampen en J. Augus- tinus. Petrus, Z. van Th. Kniest on A. Van der Wejjden. Overloden: Joannes De Zwart, 76 j. Pieter Fransen, 5 w. Pieter Vaars, 53 j. WüUBRUGGE. Ge boron: George, Z. van Frederik Otte en van Engel inn Meyer. Adriaua Margaretha Wilhelmiua, D. van Remier Kroes en Margaretha Williclmina De Vor. Joanna Theo dora, D. van Thoodorus Borst en van Johanna Schrama. Ovorloden: Dirkje Metselaar, jd. 18 j., D. van Cornells Metselaar en van Petronella Van Straten. Pieter Oldenburg, (wonende to Gro ningen), 10 j., Z. van Thijs Oldeüburg en van Geertje Tonnis. Katerdag- en Woensdagavond is het l<EIIIfcCIH DACJBliAD thans ook ver- krygbaar a 2 Cents per nummer by: by de Gasfabriek, en by: Spoorstraat 2 (Havorzaklaan). INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! De heer "Willebrands heeft zich eenigo dagen geleden aan de spits gesteld van de thans be staande gymnastiek- on schermveroenigingen alhier door het beantwoorden van mijn schril- ven van 7 Dec. j.l. Al dadelyk bleek my daaruit, dat mynheer Wlllebrands schermen geleerd heeft zooals dat in Leiden onderwe zen wordt en van ander onderricht zeer wei nig afweet. Genoemde heer denkt zeker dat in Leiden of alleen in ons land de scherm kunst beoefend wordt, want vast ben ik er van overtuigd, dat de heer Willebrands anders zou spreken, als hy eens zag hoe of de Bel gische en Franscho meesters met hunne wa pens werken. Dat de heer W. de concoursen uit den laatsten tyd heeft bezocht, geloof ik evenmin, althans vast niet die, welke door oen Neder- landschen Schcrmbond worden gegeven want juist de Nederlandscho Schermbond poogt de schermkunst in ons land to verbeteren en daardoor te veredelen. Daar wordt niet alleen gewerkt om touchés, maar ook om punten voor stand, houding, uitval, stooton, afwe ringen, enz., enz. Of heeft de heer Willebrands nooit gehoord van een schoonbeidswedstryd op een concours? Die Bond beoogt juist het geheel veranderen van de vroegere concour sen, zooals de heer Willebrands die beschryft. En boe kan men een concours in dien zin veranderen? Een heel eenvoudig antwoord volgt: „door te zorgen dat men in de ver- eenigingen, die aan het concours deelnemen, netjes neen keurig leert werken En dat is juist myn doel, waarvoor ik flinke jongelui opriep, die pleizier en wilskracht hebben om door veel, ontzettend veel oefening tot netjes schermen te leeren, en het is juist de Franscho methode, die daartoe het middel aan de hand doet. Wat de andere aangelegenheid betreft, nl. hot vcreenigbaar zyn van gymnastiek en schermen, my dunkt, daarop kon de heer Will-jbrands een beter antwoord geven dan laatst, wanneer hy eens wist hoe hoog de eischen zyu om de Fransche sebermmethode te beoefenen, maar er bestaat nog iets anders, om den heer W daarv n te overtuigen. En wel iets, wat hy waarschijnlijk nooit gehooid heeft, n.l. dat er onderwijzers in de scherm kunst gevonden worden, die weigeren onder wijs te geven in vereeDigingen, waar iets anders godaan wordt dan schermen, zelfs geen gym nasi iele. Dat zijn onderwyzers, die het ernstige van hun taak begrijpen, maar tegelijk ook onder wyzers, dio men de premierskan noemen. Zoo vindt ge o. a. den heer Hesse in Amster dam, den heer Van Umbeek in AntwerpeD, den heer Delèse in Brussel en den heer Du Croix in Parijs; dat zyn allen "professoren in hun vak. Proiesseurs sur l'ópëe, sur le sabre, le fusil, etc., etc. Maar nu eigenlijk de hoofdzaak. Daar ik voor het tegenwoordig veeleischend scherm- onderricht alleen jongelui noodig heb, dio licnamelyk flink zyn ontwikkeld, ook al zyn het geen gymnasten, zoo zou ik de overigen, wat minder gebouwd op het oogenblik, en die eerst het plan mochten opgevat hebben lid van de nieuwe schermvereeniging te wor den, maar aanraden den weg van den heer Willebrands in te slaan en eerst maar eens eenige jaartjes gymnastiek te gaan leeren, om dan later, als zy wat kracht in hun handen hobben, eeos aan het scbermen te denken. Bovendien hoop ik toch dat de heer Wille brands by het lezen van myn schryven van voor eenige dagen niet gedacht zal hebben dat ik loden zou trachten af te trocholen van de bestaando gymnastiek- en sc/iermvereeni- gingon alnier, dat zou my ten zeerste spyton, want dan zuu ook daarin ce heer Willebrands myno bedoeling niet geraden hebben. Neen, my tot zoo iets verlagen daartoe ban ik niet in staat. Maar gelukkig voor de zaak, waar voor ik vecht, heb ik alreeds gemerkt dat hier in Leiden wel degelijk flinke jongelui te vinden zyn, die met eenige voorlichting maar al to goed begrijpen, dat bet schermen in Leiden ver achteruit is geschoven, en die dan ook gaarne bereid zyn hunne krachten in te spannen tot de oprichting van eene vereeni- ging, waar niets godaan wordt dan schermen alleen, zooaat daarvan na verloop van een paar jaar iets te verwachten is, en zy by een concours den naam hunner stad hooger weten te houden dan de thans bier bestaande schor- mers. Ik bedoel hier nationale cf internatio nale concoursen. U oankond, Mynheer de Redacteur, voor uwe ruimte, biyf ik, Leiden, Hoogachtend, 20 Dec. 1895. H. Knoop, Haarlemmerstraat 128. CORRESPONDENTIE. - Abonnó te W.! De verklaring waarom niet van alle gemeenten een gemeenteraadsverslag wordt gegeven, is gemakkelyk. Wanneer do Burgemeester er tegen is aan de Raadszitting openbaarheid te geven en den veldwachter verbiedt modede9- ling te doen wanneer de Raad zitting houdt, hoe kunnen wy dit dan te weten komen? Het „Leidsch Dagblad" wil gaarne nu het in de omliggende gemeenten zoo druk gelozon wordt Raadsverslagen geven; hot is alleen de moeilijkheid te weten te komen dag en uur. Wil een der Raadsleden ons deze mededeelen, het verslag in het „Dagblad" zal verschynen 1 G emengd Nieuws. Ook in onze gemeente worden, evenals elders, tal van maatregelen genomen, om den kinderen (veelal leerlingen van Zon dagsscholen), dio uit den minder gegoeden stand in dü eerste plaats, een aangenaam Kerstfeest te bereiden. We meenen ons tot deze alge- meene vermelding te kunnen bepalen. De „Hollander" meldt dat de Slagersgezellen-Vereeniging in Den Haag morgen-, Zondag ochtend, in het „Casino" aldaar een vergadering zal houden om te spreken over Zondagsrust Er is wel eens door een Raads lid te Haarlemmermeer beweerd dat de lan taarns te Hoofddorp geplaatst werden voor dronken menschen. Als dat waar is, dan schynen zo slecht aan haar doel te beantwoorden, daar De B., Donderdag-avond door de duisternis misleid, in de tocht liep, Hedenmorgen geraakte de brc.öd wagen van T. J. v. R., te Zoeterwonde, toen zfin knecht met brood ventte, in de oord- buurt te water. Do knecht moest zelf te water gaan om hond en kar weder op het droge te brengen. AanhetstrandteScheveningentus- schen do Keizerstraat en de Gedenknaald wordt thans, in a insluiting aan den bazaltmuur, door Delfland over eene lengte van 40 Meter een verdedigingswerk van rysbeslag en keien aangelegd. Omtrent het gebeurde met den veldwachter Taatgen, te Wildervank, wordt aan de „Yeend. Ct." gemeld, dat Taatgen meer dan twintig jaren gemeente- en onbe zoldigd rijksveldwachter aldaar was. Terwyl zyn vrouw en kinderen zich in het achterste gedeelte dor woning bevonden, het was omstreeks halfelf des voormiddags, begaf Taatgen zich naar de voorkamer, nam een jachtgeweer van den zolder en maakte met een enkel schot eon eind aan zyn leven. Hy werd in zittende houding gevonden in een leuning stoel; het hoofd was gedeeltelyk verbryzeld, zoo jat het vermoeden voor de hand ligt, dat do ongelukkige man den loop van het geweer in den mond gestoken en toen afgetrokken moet hebben. Uit Berlijn meldt men van den 16Jen Decou'ber jl.Rechercheurs van politie, die in de Rosenthalerstrasse naar zakken rollers speurden, bemerkten een slank jong- mensch, gekleed in gryze manteljas, die zich op zonderlinge wyze tegen half-Yolwasseu meisjes aandrong. By nader toezien namen de beambten waar, dat het jonge mensch eene schaar te voorschyn haalde en voorzichtig de haarvlecht van het meisje afsneed. Het bleek een 15 jarig Hoogere-Burger scholier te wezen, die eene verzameling meisjesvlechten aanlegde. Verleden Woendag avond zyn hem niet minder dan zes vlechten ten offer gevallen. Eene huis zoeking by zyne ouders bracht uit zyne kamer eene volledige collectie te voorschijn. Zelfs de vlechten der wassenbeelden in de panopticums waren voor de schaar van het jonge mensch niet veilig geweest. Kapitein Campbell, van het Engelsche stoomschip „Condor te Hamburg van Southampton aangekomen, passeerde ca. 10 mijlen ten Westen van Borkurn vuurschip een vol water drijvend vaartuig, vermoodelyk een Nederlandsche vischsmak. Het voor- en achtergedeelte van het schip, benevens de mast, waren boven water zichtbaar. Het vaartuig dreef direct in de kosrs naar het Borkumer vuurschip en is zeer gevaariyk voor do scheepvaart. Van de Londensche markt. De corrospon :ent van de „N. R. Ct." te Londen seint: Op do markt van de Amerikaansche Sporen alhier heerscht een paniek. Alles wordt zonder mededongen over boord geworpen. In de ueursknngen vreest men dat de politieke crisis voeren zal tot een goud- en derhalve tot een finantióele crisis in Noord-Amerika, terwyl de speech, Donderdagavond door den kanselier der schatkist te Bristol gehouden, eon ongunstigen inuruk maakte. Te Woenen zyn uit Konstanti- nopel ernstige berichten over Anatoliö en Armenië onfvangen. De rapporten van consuls en particulieren geven treurige byzonderheden omtrent go- pleegde gruwelen. Te Cesarea zouden den 30sten November en de volgende dagen 1500 Christenen zijn vermoord. H^t z ndingsstation Lavrocordato is verwoest, dc bewoners zyn vermoord. De vrouwen werden mishandeld vóór de aanvallers ze dooiden; de kinderen opgeworpen en op do punten der bajonetten opgevangen. Da overheid moet bevolen hebben, alleen de vreemde zendingsstations te sparen, doch met deze lastgeving zou door de soldaten en de politie geen rekening zyn gehouden. Koning Leopold heeft het besluit geteekend, waarby het houden eener inter nationale tentoonstelling te Brussel in 1897 wordt goedgekeurd. Te Philadelphia is een werksta king uitgebroken onder het trampersoneel. Dientengevolge rijden alleen de wagens van oen maatschappy, die by het geschil niet is betrokken. Er zyn echter 300 wagens vernield, voor de pogiDgen om den dienst voort te zetten werden opgegeven. Niet lang geleden werd gesproken over een vergiftigingszaak te Brugge, die veel gelykenis vertoonde met de zaak-Joniaux. In deso zaak is uitspraak gedaan door het Hof van Assises van Oost Vlaanderende beschuldigde, vrouw Aerens, die haar man had vergiftigd met rattenkruit, is ter dood veroordeeld. Een ervaren telegraaf-inspecteur was op inspectie. Hy kwam op een kantoor en begon een praatje met den telegrafist van dienst. De ambtenaar werd opgebeld. Het bericht, dat hy opnam, luidde: „De inspecteur zit op deMyn en zal z(jn neus wel ergens insteken. Pas op." De telegrafist keek wanhopig, want de in specteur had natuuriyk ook gehoord wat er geseind was. Dat bleek ook aan den waar schuwenden vriend, want zelf aan het toestel plaats nemende, seinde de inspecteur terug: „Te laat. Hij heeft er zyn neus al in gestoken." Te Weenen trachtte een vrouw in een winkel een valsch biljet van tien gulden te wisselen. Op de straat wachtte een man, die zich tegen hare in hechte: isneming wilde verzetten en daarom ook gearresteerd werd. Op het politiebureel gebracht, namen beiden vergif in, met het gevolg dat de vrouw na enkele oogenblikken bezweek. De identiteit van de beide personen kon nog niet vas* gesteld worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2