MENGELWERK.
artikeltje van het Duitscke blad niot te zwaar
op te nemen. Het blad acht de Duitsche
regeering te verstandig en te redelik, om
op eenigerlei wijze te trachten gelyk het
Keulsche blad scbfint te verlangen inbreuk
te maken op onze autonomie ten aanzien van
een maatregel, die geöischt werd door de
schandoiyke wize, waarop de belasting werd
ontdoken. Iu de Memorie van Antwoord van
zin begrooting heeft de Minister van Finan
ciën pas nog medegedeeld, dat overtuigend
is gebleken, dat in vele gevallen niet meer
dan 2 pCt. in stede van 5 pCt. recht werd
betaald.
Zulk een oneerlyke concurrentie ondcrvoüd
de eerlyke handel vóór de invoering der wet.
Het ia van een buitenlandsch blad niet te
vergen, dat het van dergelijke détails van
onze belastingzaken op de hoogte is, maar
wal mag men in billykheid verlangen, dat
zulk een blad bi zyn rogeeriog niet aandringe
op het aannemen van eon houding, die het
ongobwyfold ten zeersto zou laken, wanneer
eon andere mogendheid ze tegenover Duitsch-
land aannam.
„Uit den doode opgestaan."
Een zeemansgeschiedenis, uit het Engelsch.
Zoodra er op zee iemand sterft vooral
wannoer dit op lage breedte gebeurt wacht
men gewooniyk niet lang met de begrafenis.
Men houdt er niet van, een ïyk langer dan
noodig is aan boord te houden en het komt
dikwyis voor, dat, wanneer iemand 's namid
dags gestorven is, hy met de schemering
reeds over boord gezet wordt.
De tyd, dat de zeilschepen een dokter aan
boord hadden, is voorby; dit voorrecht is
tegenwoordig alleen aan passagiersstoomers
beschoren.
Op alle andere schepen is dus de kapitein
de man, aan wien aller gezondhoid wordt
toevertrouwd. Of neen, er is nog een hoogere
macht dan de gezagvoerder en wel het
l. g. „dokteraboek", een soort van haDdloiding
'oor alle mogelyke ziektegevallen. Yerder is
ar gewooniyk nog een apotheokje aan boord.
Janmaat vertrouwt zich dan ook niet gaarne
^an de handen van kapitein en dokteraboek
toe. Als men een matroos vraagt, hoe de
gezagvoerder iemand geneest, dan zal hy u
waarschyniyk mededeelen, dat de kapitein
eerst eens in zyn orakelboek gaat zitten
kyken. Daarna plaatst hy zich met gesloten
oogon voor de apotheek, zegt dan „God zegeno
den greep", neemt op den tast een fleschje
of potje weg, en dat is dan het onfeilbare
middel.
Men begrypt, er is bierby wel een beetje
overdryving, maar toch is het een feit, dat
er mot de geneeskunde op zee raar omge
sprongen wordt en dat het al heel licht kan
gebeuren, dat er iemand begraven wordt, die
nog lang niet dood waswant daar zelfs
deskundigen zich soms op dit punt bedriegen,
kan niemand van een kapitein vergen dat
hy zal weten of een ïyk, dat hoogstens twaalf
uren boven aarde of liever boven zee
staat, workelyk een ïyk is of niot.
Als een bewys voor deze veronderstelling
laat ik hier oen verhaal volgen, dat my
gedaan werd door een ouden zeeman, kapitein
Peter, van de boot „the Hare."
Ik kwam by hem aan boord en vond hem
voor zyn hut op het promenadedek, in een
langen rieten stoel zittende. Hy stelde my
voor aan zyn eersten officier, mr. Brownlow,
met wien hy op vry familiareu voet scheen
om te gaan, iets wat men gewooniyk niet
veel aantreft. Soms sprak hy hem aan met
zyn van, doch enkele maion noemde hy hem
„Lazarus."
Toen we eenigszins nader met elkaar bekend
werden, nam ik de vryheid om aan mr.
Brownlow te vragon, of hy werkeiyk dien
voornaam droog, daar nog nooit had ge
hoord, dat iemand zoo hootte.
„O, neon," viel de kapitein my in derede,
„ik noora hem wol eens „Lazarus," omdat
hy vergelykendorwyze ook uit den doode is
opgestaan. Brownlow is gestorven, in een zak
genaaid en begraven; aan alle mogelyke
formaliteiten is voldaan, en tóch ziet gy hem
hier."
Daar ik natuuriyk niet kon nalaten, hier
over myne verwondering uit te drukken, zeide
hy, dat hy my de geschiedenis wilde verhalen.
Eerst liet hy don hofmeester de grogglazen
uog eens vullen en stak toen op de volgende
manier van wal;
„To.en ik nog een kleine jongen was en
dat is nu al een dertig jaar geleden had
ik een vriendje, dat Jack heette. Wy waren
haast altyd samen en lazen zeeromans by
stapels en als iemand ons vroeg wat wy
worden wilden, luidde natuuriyk het antwoord
„naar zee," hoewel we het nog niet met
elkaar eens waren, of wy admiraal, dan wel
zeeroovers zouden worden.
Ik was, geloof ik, dertien jaar, toen myn
vader my aan boord bracht van de bark
„Hesperus" en my vortolde, dat ik als stuur
mansleerling zou medegaan. Gy kunt u myn
vreugde voorstellen. Wat al gouden bergen
on luchtkasteelen ik my toen schiep, zou ik
niet durven zeggen, maar ik weet wel, dat
schatryk terugkomen een der minste was.
Er was slechts één schaduwkant, ul. dat ik
nu van myn vriend Jack afscheid zou moeten
nemen. Het gelukte my myn vader over te
halen, ook hem op de monsterrol van de
„Hesperus" te doen inschryven en zoo gingen
wj dus beiden naar zee.
Gy weet dat men in Engeland vyf jaar als
loerling moot varen, voor zyn diploma
als tweeden stuurman kan bekomen. Welnu,
samen werkten wy die vyf jaar door, samen
studeerden wy, samen deden wy op denz9lfden
dag examen en verkregen onze diploma's.
Wy wilden nu ook graag by elkaar biyven,
maar welk schip kon twee 2de stuurlieden
gebruiken? Daarom vonden we het beter dat
een van ons als derden- en een als tweeden
officier op een stoomschip zou trachton ge
plaatst te worden.
Na eenig zoeken gelukte dit ons en wo
gingen naar zoo met de „Jason." Ik was de
gelukkige geweest met loten, zoodat Jack
myn inferieur werd.
Onze boot was bestemd voor Calcutta en
werd daar bevracht naar Rangoon. In döze
plaats lagen wy eenigen tyd, doch kregen
gelukkig een lading voor Dundee, dus weder
naar huis.
Wy waren nauwelyks een paar dagon op
zee of Jack word ziek en het grooiste ge
deelte van myn vryen !yd zat ik by hem.
De kapitein vermoedde dat hot moeraskoortsen
waren en gaf hem quinine en verkoelende
dranken. Doch niets hielp en na twee dagen
stierf Jack.
Ik was geheel van streek. Van kind af aan
waren wy samen geweest, elkanders lief en
leed doelende. Zoo zat ik by zyn kool te
peinzen, toen de kapitein myn schouder aan
raakte en zeide, dat by den bootsman zou
sturen, om hot Ïyk in een zak te naaien.
Doch dit wilde ik aan niemand overlaten en
na hem op zyn hangmat gelegd te hebben, be
gon ik deze dicht te maken. Toen ik echter
ter hoogte van de borst gekomen was, zag ik
een klein goudstukje om zyn hals hangen
aan een koordje. Ik brak het in twe9ön en
deed later de andere helft om myn hals.
Ongeveer vier uren na zyn dcod werd Jack
met alle eerbewyzingen begraven. Het was
„acht glazen op de voormiddagwacht" gewees',
wy lagen gestopt, do kapitein en wy andere
officieren stonden vóór de brug het ïyk af
te wachton, dat, mot een vlag bedekt, door
eenige matrozen werd gedragen.
Een kort woord van don kapitein, het op
heffen der plank waarop hot ïyk lag, en
kaarsrecht verdween het laatste overschot
van myn vriend in zee.
De equipage kreeg een extra-borrel, do
kapitein commandeerde „volle kracht vooruit",
do telegraaf uit de machinekamer belde en
niemand onzer die er over dacht, dat hy Jack
ooit zou terugzien.
Ik had do achtermiddagwacht aan dek en
herinnor my nog, dat er niets in 't zicht was,
aio één flauwe schim van een schip aan ly.
Jaren gingen voorby. Ik deod myne examens
met goeden uitslag en hat was, geloof ik, oen
jaar of zeven na den dood van Jack, dat ik
in Hongkong was, als kapitein van de „Anna
Maggot." Myn boot was nog niet leeg en ik
zou pas over een dag of veertien gaan Iaden,
zoodat ik niet veel te doen had.
In do haven lag een van die ouderwetsche
theeklippers, de „Cbcöps", tegenwoordig in
het bezit van een Arabier, die tevens als
kapitein fungeerde, een erg dik en zeer goed
hartig man.
Ik liet my met myn giek aan boord roeien
en 't eerste wat my opviel, was een bl-rnke
matroos, die 't koperwerk van de nagelbank
om don grooten mast stond te poetsen.
Daar ik wist, dat verder de geheelo equipage
uit Arabieren bestond, kunt gy begry'pen,
hoe my dit trof.
Meteen keerde hy zich om en zag my aan.
Dat ik niet van schrik omviel, begryp ik
nog niet. Hot was Jack, in levenden lyve,
Jack, dien ik vyf jaren geleden zelf ingenaaid
en begraven had.
„Jack," riep ik, „kent ge my niet meer?"
Hy keek my verwonderd aan, doch zeide
niets.
„Komaan, ben je Jack of niet?"
Hy glimlachte en zeide: „Pardon, mynheer,
myn naam is Smith, Henry Smith."
Ik zag een koordje om zyn hals en vroeg,
wat hy daaraan had hangen. En werkeiyk,
het was het halve muntstuk, waarvan ik de
andore helft steeds by my droeg.
Nu was ik overtuigd; maar hy beweerde
steeds dat by Smith heette en zoolang by
zich herinneren kon, altyd op Arabische
schepen had gevaren. Ik informeerde toen by
den kapitein en deze vertelde my, dat hy
Smith al een jaar of drie aan boord had. Hy
had hem gekregen van een schoener. Zyn
vroegere kapitein had wel eens gesproken
over de eigenaardige manier, waarop hy hem
gekregen had, doch er zich verder niet over
uitgelaten.
Hy had zelf wel eens een praatje met hem
gemaakt, doch het scheen dat hy alles om
trent zichzelven en zyn jeugd vergeten had.
Ik haalde den Arabischen kapitein over,
dat hy Jack by ray aan boord zou laten
overgaan. Ik sprak met hem over allerlei
diDgen, vergeleek de teekens, die wy elkaar
op den arm liaaden geprikt, en by onze binnen
komst nam ik hom mede naar het stadje,
waar wy onze jongensjaren hadden doorge
bracht.
Doch Diets, niets, dat by zich herinnerde.
Hy was oven intelligent als voorheen, doch
zyn geheugen omtrent vroegere voorvallen
was totaal verdwenen.
Op myn getuigenis en dat van enkele
anderen, die hem goed gekend hadden, kregen
wy hem weder gelegimiteerd. Zyn doodakte
werd vernietigd.
Van het begin af, moest hy weer met zyn
studies aanvangen, doch in den tyd van een
jaar heeft hy al zijne examens gedaan.
„En hier hebt gy zyn portret, dat oen half
jaar voor zyn begrafenis genomen is." En
meteen nam hy uit een lade in zyn hut een
photographie, die hy my in handen gaf.
„Wel," zeide ik, den eersten officier, die
tegenover my zat, aanziende, „dat is Mynheer
Brownlow."
Juist," zeide de kapitein, met een zelf
voldaan lachje.
„Het heeft my altyd gespeten, dat myne
onderzoekingen naar zyn opstanding tot geen
beter doel geleid hebben, doch allee stuitte
af op het bericht, dat de schoener, waarop Jack
waarschyniyk het eerst weer tot 't leven is
teruggekeerd, met man en muis in de Chi
noesche Zee is vergaan."
Ik stond rol verbazing den man aan te
staren, die midden in den Oceaan begraven
was, door het een of andere schip opgepikt en
daar weder tot het leven was teruggebracht.
KOLONIËN.
BATAVIA, 13 - 18 November.
De legercommandant, generaal Vetter, zal
vermo9oelyk den 30sten van zyn Atjahsche
i eis alhier terugkeeren.
Da heer mr. J. A. Jolles, te Soerabaia,
die zich, niettegenstaande zyn nauwelyks
2-jarig verblyf aldaar, veel vrienden verwierf,
is Zaterdag 11 dez-r plotseling aan de ryst-
tafel door een beroerte getroffen tn overleden.
De overledene, die zooveel voor do toekomst
beloofde, werd slechts 26 jaar oud. Zondag-
o :htend had, onder zeer groote deelnoming, do
oografenis plaats.
Moer dan vyftig rytuigen volgden de baar,
oie als met bloemen overdekt was. De heeren
mr. Gericke, chef van het kanloor, waar mr.
Jolles werkte, en mr. J. M. Broosbooit, her
dachten aan de groeve den jongen man.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indië
zijn do volgende beschikkingen genomen:
civitl Departement. Verleend: Een jaar ver
lof naar Europa wegens langdurigen dienst, aan
den 2dcn onderwijzer aan de kweekschool voor
inlandsche onderwijzers te Fort-de-Kock \V\ Voort-
huijsen.
Geplaatst: In de afd. Kadjeng res. Poka-
lortgan. do contr. 2de kl. D. H. Van der Lloek.
By den waterstaat en 's lands li. O. W.
Overgeplaatst: Van Glapan naar Gndjang,
do bij de irrigatioafd. Serang geplaatste waarn.
opz. ode kl. J. C. Kreecko
Ontslagen: Eervol uit 'slands dienst, de
klerk bij den ontvanger der in- en uitvoerrechten
en accijnzen te Seinarang A. N. Wiiken, inet
bepaling dat dit ontslag wordt gerekend te zijn
ingegaan op den 12den uct. 1895.
Verleend: Eon verlof naar Europa bniten
bezwaar van den lande, voor den tijd van zes
maanden, wegens dringendo redenen, aan den
lstcn commies bij de Algeineene Secretarie J. A.
Vcrstoge.
Ontslagen: Op vorzoek eervol uit 'slands
dienst, de gewezen onderopz. lsto kl. bij de
exploitatie der Staatsspoorwegen op Java J.
Ripeina.
Ingetrokken: Het besluit van 28 Sopt.
1895, waarbij de gewezen klei k bij den landraad
te Pouorogo, iMadioen) ii. K. Brouwer eervol uit
's lands dienst is ontslagen
Departjnit-f.t van Oerleg. Overgeplaatst: Bij
het plaatscomraando te Padang, de 1ste luit. pl.
adjudaut, geöv. van Atjeh uaai Padang. H. Schok
ker; bij bet 2de reci uten-bat. do kapt. bij bet
6de bat. inf. C. F. Van den Ende; bij bet Cdo
bat. inf. dc kapt. bij bet 2de depöt-bat. te Mage-
lang, P. Bodeiueijer; by bet 6de Lat. inf. de
kapt. bij het 2do recruton-bat. C. F. R. De Kierck;
by hel commandeineut van Sum, Westkust t n. i.,
de 1ste luit. bij het 1 de bat inf. to Atjeh, P. baron
Lowe van Middelstuin; bij de troepenmacht
in Atjeh, t n. i., de lsto luit. bij hot garn.-bat
van Palembang, dot. Bandar, II A (J. W A
llahmnnn. bij de troepenmacht in Atjeh, t n i..
do 1ste luit. bij het garn.-bat. van Sumatra's Oost
kust J. S. Collard; bij het garn.-bat. van Sum.
Oostkust, de ede luit bij het 4de bat. inf. te
Djokjakarta, M. NV. SiebclhoiT,
Geplaatst: Bjj nuukomst bij den govr. ou
plaats, geneesk dienst ter Sum. Westkust te
Padaug, do oil van gez 2de uit Nederland ver
wacht wordende, als bestemd voor den dienst
li. t. 1., H. C. Buniug.
Overgeplaatst: Bij den gewest, en plaats,
geniedienst in de 1ste mil. afd. op Java, to
Batavia, de kapt. dor genio te Soerabaia, J. C. C.
Peerebooui.
Verleend: Eene maand verlof naar Sooka-
boeini, wegens ziekte, aan den lsten 1 uit.-adj. der
inf. J. J. O Bloemtwee jaar verlof naar
Europa wegens ziekte, aan den lsten luit. dor inf.
F. F. W. Kattenbusch.
Uepartemoi t M trine. Verleend: Twee
jaar verlof naar Europa, wegens ziekte, aan deD
3den stuurman bij de gouvernements-marine A.
Do Wilde.
INGEZONDEN.
Aan de Redactie van het Leidsch Dagblad.
MM.
Naar aanleiding van den vermelden diefstal
van het bankpapier uit een pakje, zal menigeen
dezer dagen zeggen „Hoe dom van dien man,
om het dicht te maken met een cachet, waarop
de initialen van den eigenaar staan!" Het
heeft, dunkt my, evenwel nut het publiek
opmerkzaam te maken op de veel grootere
domheid van menschen, die bankpapier op
die vyze verzenden, in plaats van het groote
gemak, dat er in de verzending is gebracht
door de plaatsing hier van een filiaal der
Ned. Bank te waardeeren.
Wanneer de eigenaar het daar gebracht
had, dan betaalt hy voor het grootste bedrag
slechts 30 cents en ontvangt daarvoor eene
assignatie, die te Utrecht op vertoon weer
wordt uitbetaald. Door hiervan geen gebruik
te maken brengt hy onbeschaafde, arme men-
schon niet alléén in verzoeking, maar bezwaart
hy expediteurs met eene verantwoordelykheid,
waarmede de vracht niet in evenrecigheid is,
en bezorgt hy zichzelf schade en last.
Leiden, Hoogachtend,
12 December 1895. X.
Mijnheer de Redacteur
Gaarne zag ik onderstaande regelen in uw
blad opgenomen.
Met genoegen las ik het ingezonden stukje
in uw blad van 9 dezer van den heer K
voor zoover zyn poging betreft om hier ter
stede de jongelingschap op te wekken tot het
beoefenen der edele schermkunst. Helaas
worden hier te weinig jongelui gevonden, die
tot een gymnastiek- en schermveroeniging
toetreden en hiervan het nut niet scbynen
in to zien.
Echter wat Z.Eds. bedoeling aangaat een
Schermvereeniging op te richten, dit is naar
myn inzien totaal overbodig. Hier ter stede
bestaan toch onder de sportvereenigingen
zulke, waar de schermkunst uitstekend be
oefond wordt (hoewel gymnastiek en schermen
boven sport gerekend mogen worden), en ook
(van één vereeniging west ik het zeker) met ean
gediplomeerd meester op alle wapenen en
wat meer zegt tevens uitstekend instructeur.
Wat ook de heer K. schryft over het uit
komen op concoursen, hiervan zie ik het nut
niet in, aangezien het daar geen schermen
meer is, maar wel beuken schynt te zyn.
Op wodstryden voor gymnastiek worden de
bewegingen zoo zuiver en correct mogeiyk
uitgevo.rd cn dus gehel beantwoord aan het
doel, doch op schermconcoursen is dit geheel
anders. Er wordt minder gelet op zuivere
slagen en stooten dan wel of men zyn tegen-
party weet af te maken, ook wel door minder
gepaste middelen, en het wordt dus hier meer
een zekere routine en worden de regelen
zooveel mogolyk over het hoofd gezien.
Op zoo'n manier moet men toch minder
gosttld zyn op de pryzon, die op een concours
verdiend kunnen worden. Ik bedoel hier
echter alleen wat het trekken betreft, carrée's
en colonne's hiervan uitgesloten.
Ook wat de opmorking aangaat, dat scher
men en gymnastiek nooit kunnen samen
gaan, is geheel onjuist; wd kan gymnastiek
zonder schermen gepaard gaan, doch mot
omgekeerd. Hoe zou men de noodige behen
digheid en kracht bekomen om de wapenen
te hanteeren zonder ooit aan gymnastiek
gedaan te hebben? Dit is byna geheel ondenk
baar. -Jui3t deze tweo zyn ten nauwste aan
elkaar verbonden en onafscheidelyk.
Mochten er jongelieden gevonden worden,
die den heer K. wenschen te helpen tot
oprichting eener Schermveroeniging, dan zou
ik hun toch ten zeerste aanraden, e6rst een
bezoek to brengen by de hier ter stede reeds be
staande Gymnastiek- en Schermvereenigingen.
Op al deze vereenigingen heeft men een paar
maal vryan toegang op de oefeningsavonden
zonder zich tot iets te verplichten). My dunkt,
dat zy dan ook wel tot de overtuiging zullen
komen, dan een tpeciale Schermvereeniging
wel gemist kan worden.
U myn dank zeggende voor de plaatsruimte,
verblyf ik, Hoogachtend,
Leiden, Uw. dw. dienaar
Dec. 1895, M. C. Willebkands.
burgerlijke Stand.
ALFEN. Bo vallen: G.» De Bruin geb. Sprnijt
Z-J. Brandt geb. Piket Z. A. J. De Lange
geb. Veiruijt Z.
Overleden. J. Do Jong, echtg. rat Th. M
Blom, 52 j.
AARLANDERVEEN. Bev all e n K. Snel geb.
Kleer D. L. B.iuer geb. Stoffcin D. A. C. Van
Zrjl geb. Gelderblom D. D. Scbaurman geb.
Man Uoststroom D. A. C. lioogeveeu geb.
Zaal Z.
Overleden: A. Luijbcn, wednr. van A. Van
Veltlioven, 84 j.
Gehuwd: M. Kater, jm. 23 j. en A. Boer
jd. 25 j.
BODËGRAVE. Bevallen: J. v. Balen geb
Goebel Z-L. De Vet geb. Bauer D.
Overleden: S. Terlouw 2 ui. W. Kapteyn
8 j. H. Evers, echtg. van A. Bekker, GI j.
BOSKOOP. Bevallen: L. D. Groenendijk geb.
Van den Berg Z W AL De Bruin geb. Zwart Z.
Overleden: M. Felix SehooreT 94 j. A.
Sulders 59 j. G. Tromp 85 j.
Gehuwd: G. v. Kloef an A. ICnepper.
HAZËRSWOUDE. Bevallen: Al. G. Van den
Akker gob. Verhagen Z.
LEIDERDORP. Bevallen: S. Missaar geb.
Toljetir D.J. M. Van Laarhoven geb. Primus
Z. G. Felix geb. Van den IJssel D. C. Van der
Hoogt geb. Van lJzendoorn Z. J. P. De Brabau-
dor geb. Remmerswaal D.
Overleden: H. P. Do Vrind, d. 3 ra.
REËUWIJK. Bevallen: J. Vis geb. Scheer
Z. G. Van Leeuwen geb. Verwoerd Z.
Overleden. J. Koster, echtgen. van T. Kos
ter, 60 j.
TER-AAR. Bevallen: N. Lek geb. Hooger-
vorst Z. A. J. De Bruijn geb Scbellingerhout D.
ZWAM.MERDAM Bevallen F. Zaal geb.
Van Staveren D. H. Van Leijdcn geb. v. Tul
Z. C. 11. Koster geb. Koster Z. A. M. G.
Sanders geb. Doods Z.
Overleden: J. Hempen us d. 19 j.
Gemengd Nieuws.
Gedurende het afgeloopen S t. -
Nicolaasfeest worden aan het postkantoor
alhi9r (afdeeling- pakketpost) ontvangen 3252
en verzonden 3675 postpakketten.
Men schryft ons uit Roelof-
Arondsveen: Door de firma Vos, te Nuenen,
is alhier een nieuw torenuurwerk geleverd in
de plaats van het oude, welks verdienste was,
de inwoners gedurende tal van jaren met den
tyd in de war te brengen. Afgaande op de
gunstige bekendheid dezer fabrikanten, en
het groote aantal elders door hen geleverde
torenuurwerken, kan men veilig verwachten,
dat dit keurig afgewerkt product hunner kunst,
hetwelk de uren en minuten aanwyst en
voorzien is van compensatie slinger, den ge
meentenaren langen t(id met volkomen juist
heid zal aangeven „hoe laat het is".
De veelbesproken bruggen te Roelof-Arends
veen, welks weg daardoor eerlang gedeelteiyk
voor paarden on rytuigen geschikt zal zyn,
kunnen als voltocil worden beschouwd. Hier
door is deze buurt buitengewoon opgeknapt.
Wanneer door de goede zorgen van het ge
meentebestuur nu ook spoedig de hand wordt
geslagen aan het zuideiyk gedeelte van de
Veen, dan behoeven de bewoners daarvan ook
niot laDger te vreezen voor zichzelf of hunne
kinderen om by donker en stormachtig weder
van het smalle pad of de onvoldoende brug
getjes in 't water te vallen.
Naar men verneemt, heeft de
gerechtelyke schouwing van het lyk van don
dezer dagen te 's Gravenhage plotseling over
leden handelaar in schuurmateriaal in de St.-
Jacobstraat, aan 't licht gebracht, dat de dood
het gevolg is geweest van toegebracht licha
melijk letsel.
De Haagsche rechtbank heeft gisteren rechts
ingang met bevel tot gevangenhouding en
instructie verleend tegen den persoon K., die
zich in verband met deze zaak, in hechtei i
bevond.
De a r r o n d.-r echtbank te Amster
dam heeft gisterochtend vonnis gewezen in
de zaak van den Engelscbman G. Singer,
die op 1 October jl. aan de „Kasvereeniging"
een kantoorbediende van de firma Matthes
en Bormeester een pak bankpapier ter waarde
van ƒ6890 ontstal. Do rechtbank vereenigde
zich met den eisch van het O. M. van vier
jaar gevangenisstraf.
Naar men verneemt, hebben zich
voor de vacante betrekking van directeur voor
de blinden-werkinrichting te Utrecht 40 solli
citanten aangemeld.
Voor de Landkolonie van het
Leger des Heils is reeds 16,000 ingekornm;
er is nog ƒ14,000 noodig.
De toestand van den 20-jarigen
L., te Surhuisterveen (Fr.), die door zyn 19-
jarigen broeder met een mes in den onderbuik
gestoken werJ, is zeer govaarlyk. Dr. Ynso-
nidos, te Buitenpost, vergezelde den burge
meester tot het instellen van een plaatselyk
onderzoak.
Als historisch wordt aan do
„Amh. Ct." het volgende medegedoold: In
zekere gemeente was een nieuw gemeente
raadslid gekozen, en ontviDg aanschry ving om
zyno geloofsbriivtn in te zenden. Radilaos
wendde hy zich tot zyno vrouw met de klacht,
dat hy reeds zoolang met den predikant over
hoop lag, dat hy er heusch tegen opzag hem
er naar te vragen.
Toen de burgemeester van Eist,
baron v. d. Feltz, zich dezer dagen met zyno
echtgenoote vervoegde aan eene zaal aldaar,
waar de vereeniging „Nut en Vermaak" ean
uitvoering gaf, werd hem door den voorzitter
gezegd, dat hy geen toegaDg bad als zynde
geen lid. De burgemeester was nl. als lid
geballoteerd, maar do voorzitter, die by do
ballotage niet aanwezig was, had den pen
ningmeester verboden, als zynde volgens zyno
meening de ballotage niet wettig, het nieuwo
lid do quitantie der contributie aan te bieden.
De heer Van der Feltz stoorde zich aan die
weigering niet cn nam in de zaal plaats. In
de pauze werd hy verwittigd, dat de brigadier
dor ryks-veldwacht hem wenschte te spreken,
dia hem mededeelde, door den voorzitter te
zyn verzocht, den heer Van der Feltz dm
toegang tot de zaal te ODtzeggen, en by niet-
inwilliging proces verbaal op te maken.
De heer Van der Feltz stoorde zich ook
hieraan niet, en het gesprek tusschen hem
en den ambtenaar zal waarschyniyk niet zeer
malsch zyn geweest
E;Q inzender in de „Betuwe" protesteert
tegen dit optreden van den voorzitter on zegt,
dat hy en eenige andere leden het hierby
n et zullen laten.
Te Londen is de vrouw van oen
inbreker, die gevangen zit, door het Leger
des Hcils bekoerd. Het eerste gevolg daarvan
was, dat zy by de politie aangaf waar het
zilver, by twee inbraken door haar rnan buit
gemaakt, verborgen was. Men vond het ter
aangewezen plaatse.
Te Gladbach is de 45-jarige A.
V., gisthandelaar, sedert eenige dagen spoor
loos verdwenen. Hem wordt ten laste gelegd
dat hy effecten tot eene waarde van 50,000
Mark ontvreemd zou hebben ten nadeele van
eene oude dame, wier vermogen hy admi
nistreerde.
Volgens do politie te Gladbach heeft hy de
wyk naar ons land genomen.
Eon zeer belangryke vondst is
onlangs te Skarabórgs Lan, in Zweden, ge
daan, namelyk een Runensteen, waarvan do
35 Runen een opschrift te lezen geven uit
het oudste tyiperk der yzer periode. Er zyn
tot heden slechts 14 van dergelyke steenen
met deze karakters gevonden; honderden
andere behooren tot een later tydperk.
Een Amerikaan heeft 18,000 g u 1-
den gegeven voor eon prachtigen Sint-Bernard,
„sir Bedivere" geheeten. Een andere fraaie
hond van hetzelfde ras, „Plinlimnen", bracht
12,000 gulden op.
Een Engelsch hondtnlief hebber betaalde een
Schotschen herdershond, zwart en vuurrood,
met 13,500 gulden.
Een droevig ongeluk is te Bar
celona gebeurd. Twee kinceren, knapen van
zes en zeven jaren, waren alleen thuis ge
laten. Al spelende kropen zy in een grooten
koffer, maar ongelukkig viel het deksel in
het slot en de arme kleinen waren niet by
machte den koffer open te krygen. Toen de
moeder een paar uur later thuiskwam, zocht
zy tevergeefs naar de kinderen; eindelyk
kwam zy op het denkbeeld in den koffer to
kyken, en vond de beide knapen gestikt.