N°. 10986 Maandag; lO December. A0.1895 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 14 December. 3?* euilleton. TE MEEUWSCIERBC. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. f 1.10. i 1.40. 0.05. Franco per post Afzonderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIEN: Yan 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Eerste Blad. Wy ontvingen het algemeen verslag van het verhandelde op de algemeene ver gadering van het hoofdbestuur c-n de afge vaardigden der districts-commissiën van het fond3 ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden. Ten aanzien van het Invalidenhuis te Leiden wordt daarin medegedeeld dat het totaal be drag der kosten van dat gesticht in 1894 beliep ƒ17,670.955 of ƒ686.55 meer dan in het jaar te voren, toen het getal verpleegden 3 minder was. In hot Invalidenhuis werden gedurende 1894 verpleegd1 verminkte uit de koloniën, 1 vorminkto uit den strijd tegen België, 46 infirmen, te zamen 48 man. Uit de rekening van het Invalidenhuis bleek dat by den Raad van Administratie van dat gesticht is ontvangen het legaat van ƒ300, door wijlen mejuffrouw A. M. Teerink aan het Invalidenhuis besproken. De volgende nadere mededeelingen omtrent het Invaliden huis worden gedaan door de commissie, die in dat jaar mot de inspectie van dat gesticht is belast. De boeken, registers en andere administra tieve bescheiden worden zeer zorgvuldig en net bijgehouden. Het saldo in kas bedroeg 2200 595. Uit de opgave van het aantal onderofficieren, korporaals en manschappen blfikt dat de sterkte op den 19den Juni 1894 bedroeg 43 man, bijgekomen 7, te zamen 50 man, waarvan zijn afgegaan door overladen 7, op verzoek ontslagen 2, te zamen 9, zoodat op 28 Juni 1895 de sterkte bedroeg 41 man. Yan de invaliden waren 5 in de ziekenzaal, 2 kwartierziek en 2 in dienst. De invaliden zagen er over het algemeen welvarend uit en waren in het bezit van de voorgeschreven kleeding en uitrusting, die in zeer voldoende staat werd bevonden. Uit het strafregister bleek, dat van 19 Juni 1894 tot en met 27 Juni 1895, 8 personen waren gestraft, name lijk 1 wegens brutaliteit tegen den sergeant- majoor en dienstweigering en de overigen wegens dronkenschap. By het bezoek van de verschillende zalen en vertrekken bleek, dat goede orde en zindelijkheid in het gebouw bestaan. De bedden, waarop de equipement- stukken der verpleegden waron uitgepakt, bevonden zich in goeden staat, evenals de voorraad, in het magazijn opgelegd. Yan de bibliotheek, welke vrij goed voorzien is, wordt veel gebruik gemaakt. De commissie van in spectie heeft de overtuiging gekregen, dat het Invalidenhuis uitstekend wordt beheerd en dat daarvoor aan den raad van administratie de moeste dank toekomt, terwijl commandant en ondercommandant lof verdienen voor de verdienstelijke wyze, waarop zij zich van hunnen plicht kwijten. B\j de door den heer D. Yeilbrief, archi tect alhier, gehouden aanbesteding voor den bouw van twee heerenhuizen aan den Morsch- siDgel is, (in vakken afzonderlijk) hoofdaan nemer geworden de heer H. Yerüaaff alhier, voor de som van 9435. Gedurende de 2de helft der maand Nov» zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Wed. H. M Van Andel, Amersfoort; mevr. De Wolff, D. J. Zwfistra, AmsterdamDr. Visser-Verens, Arnhem; Freskes, Haarlem; Ede Bork, niet vermeld. Briefkaarten: A. Van Zfip, Amsterdam; M. J. Meerburg, Arn hem; J. Holwerda, G. G. Van Krevelen, Rotterdam. Brief, verzonden geweest naar het buiten land: H. Henzen, Rheine. Verlenging van verlof is verleend wegens ziekte aan den commies der posterijen J. S. Parxer, te Leiden, tot 31 Januari 1896. Ontslagen: de brievengaarder M. Verloop, te Noordwyk aan Zee. De off. van gez. 1ste kl. dr. T. J. H. Snijders, van het reg. gren. en jagers, is aangewezen om van af 10 Jan. aan de uni versitt-it te Leiden een cursus in chirurgie te volgen. De Vrije Universiteit te Amsterdam heeft van wijlen den heer G. Zirkzee, te Leiden, een legaat van ƒ1000 ontvangen. Voor bet akte-examen in de wiskunde liger onderwijsj is geslaagd de heer J. Van der Spek, uit Waddingsveen. De vergadering van de ijs club „Voor waarts", te Katwijk aan den Ryn, gisti-ravoud in het logement „De Roskam" aldaar gehou den, werd bijgewoond door 22 leden. In zijn openingswoord herdacht de waar nemende voorzitter den ernstig krenken prosi dent der veremiging, den heer C. Zuydorduyn, den wensch uitsprekende, dat hjj spoedig den zfinen en der vereemging worde hergeven. De notulen der vorige vergadering werden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Uit het verslag van den penningmeester blijkt, dat de uitgaven ruim ƒ216 bedragen en het boekjaar kan worden afgesloten met een batig saldo van 43 81. De 2de voorzitter zeide secretaris en penningmeester dank voor hunne werkzaamheden. Aan de orde was de verkiezing van twee bestuursleden en vier baan commissarissen. De aftredende bestuurders, de heeren C. Zuy derduyn en J. Remmelswaal, werden met groote meerderheid herkozen, terwijl na stem ming en herstemming zich tot commissaris zagen benoemd do heeren J. v. d. Nouwelan W. v. d. Valk, P. en W. Zuyderduyn. Allen namen de benoeming aan. Waar gebleken is dat do inhoud der 4 bus sen, voor den werkman langs de banen ge plaatst, in den afgeloopen winter nog geen 5 heeft bedragen, wordt besloten by wyze van proef twee werklieden, voorzien van 'een herkenningsteeken, met de bussen op het ijs te 8tationneeren. Tevens werd in beginsel besloten om dit seizoen, wanneer weder en ijs dienende zijn, een ouderlingen wedstrijd te organiseeren, echter buiten de kas der ver eeniging. Uit mededeelingen bleek dat één of meer leden hebt en bedamt, daar de vereeniging dezen winter de sneeuw niet had doen oprui men voor de woningen dier leden. Hun heen gaan werd met het oog op de redenen, die zijn opgegeven, geenszins betreurd; de ver eeniging toch is een tpsclub, verschaft aan behoeftigen arbeid, maar in de eerste plaats op het ijs. In buitengewone gevallen, wanneer de kas zulks toelaat, zou alleen tot sneeuw ruimen mogen worden overgegaan. Niets meer aan de orde zijnde, werd de vergadering door den tweeden voorzitter dank zeggende gesloten. Men schrijft ons nader uitRynzaterwoude Deze week had hier de aangekondigde bijeen komst van de Nieuwveensche onthouuers- vereeniging plaats. In de daarvoor bestemde zaal waren ruim 100 personen bijeen. Door den heer Spelberg werd eene rede gehouden over alcohol en de schadelyke werking daar van, ook al wordt by in de geringste hoeveel heid gebruikt. Om dit aan te toonen leverde spreker eenige cijfers. Eigenaardig was het, dat deze cijfers ontleend waren aan geschriften uit Engeland en Frankrijk, doch uit Nederland niets anders als de 80 millioen, die aan drank wordt uitgegeven. Op verzoek van een der hoorders werd dit nader verklaard, door een berekening daarvan uit een brochure voor te lez«n. Hierby was alles byeengeha.dd wat met eenige mogelijkheid kon. Afge trokken werd er ni ts, wat toch wel moest om hen aan een bbstaan te helpen, die bfi ge heel-ontbouding brooieloos zullen worden enz In de pauze werden ontboudings-liederen en boeken te koop aangeboden. Na de pauze sprak de heer De Koe, en wel met verklaring van eenige platen Engelsche platen nog wel een soort, van aanschouwelijk onderwijs dus op do lagere school, en daar het hier voor volwassen personen wa9, maakte dit al e- n zeer soberen indruk. Aan het eind van iedere plaatverk'aring volgde weer iets over het noodzakelyke van de bewuste geheel onthouding, doch verreweg de meeste tijd werd doorgebracht met het verklaren van do teeker.ing, b. v. smederij, locomotief, glas blazerij, korenveld. Voor de lezing in de pauze en by het sluiten van de bijeenkomst worden liederen gezongen door de leden van genoemde vereeniging. Of het doel van deze byeenkomst „pro paganda maken" bereikt werd, weet ik niet. My komt het voor, dat alles te theoretisch was opgezet en met de praktyk geen rekeDing werd gehou en. Onwillekeurig dacht ikdoor zoo veel te wille», wordt de poe le zaak: „drank- bestryding in Nederland," niet bevorderd. Gelyk wy in ons vorig nommer reeds meldden, is gisternamildag door de Tweede Kamer reeds beslist over het voorstel tot ver bouwing der grafelyke zalen op het Binnenhof te 's Gravenhage. De heer Mees zeide, dat het amendement der commissie beoogt ae verbouwing over te geven aan het ministerie van waterstaat, dat het Bn.nenhüf restaureerde. De Minister maakte daartegen bezwaar, daar 't hier geldt de restauratie van de monumen tale loterijzaal, die een historische architectuur heeft. De gelaaanvrage strekt slechts tot voor bereiding van het advies aan de kroon om trent het karakter der loterijzaal. De heer Rutgers Van Rozencurg beweerde, dat met den post beslist wordt over den styl der grafelijke zalen, welker restauratie hy tot geen prfis overgeeft aan het ministerie van binnenlandsche zakeD, uit vrees voor bederf van het gebouw. Spreker prees de verbouwing van het Binnenhof door den minister van waterstaat. De beer Van Bvjlandt (Gouda) ondersteunde den post, die werd bestreden door den heer Veegens, op grond dat de Kamer party zou kiezen in een conflict tusschen waterstaat en binnenlandsche zaken over het beheer der ridderzaal De heer Vermeulen was voor de restauratie door binnenlandsche zaken, hulde brengende aan den heer De Stuers' liefde voor de histo rische kunst. De Minister van Binnenlandsche Zaken erkende niet den heer Rutgers van Rozen burg, ontsiering van hot Binnenhof door de fontein, tot verdwyning van welk ornament is mede te werken ooor de goedkeuring van den post, die strekt om te zorgen dat de loterijzaal hersteld worde overeenkomstig de eisehen der kunst. Het amendement van de commissie werd met 48 tegen 46 stemmen aangenomen Nadat de elders in dit noinmer uitvoerig vermelde beslissing omtrent het Ethnographisch Museum (dat te Lei ien blijft) gevallen was, werden de overige artikelen van het hoofdstuk Binnenlandsche Zaken goedgekeurd. Bij den considerans verklaarde de heer Vermeulen dat hy afgezien heeft van zyn voornemen om stemming te vragen over het hoofdstuk, omdat onder de bestaande omstandigheden met het oog op de aanstaande behandeling der kieswet de stem van vele leden vei keerd zou kunnen worden uitgelegd. Hij bepaal, e zich aerhalve tot een protest en herhaalde dat hy principiëele en finantiêole bezwaren tegen deze begrooting heeft. Hoofdstuk V werd daarop zonder hoofdelyke stemming goedgekeurd. Het debat over het hoofdstuk Marine is daarop aangevangen. De heer Guyot juichte 's Ministers voor nemen tot verbetering van het materieel der zeemacht toe, doch wenschte een vast plan, waarby jaarlyks lVa millioen voor nieuwen aanbouw zou moeten worden besteed. Indië zou wat meer moeten bydragen. Een leening voor dit doel, evenals voor de geweren is vastgesteld, acht hy wenschelyk. Verder behandelde de heer Guyot nog ver schillende punten, o. a. de opleiding der adel berstende mariniers, den dienst der officie ren der marine reserve. De heer Van Limburg Stirum drong aan op betere bepalingen omtrent het passagieren van het zeevolk en oordeelde een wyziging der Militiewet niet noodig om het doei te bereiken van inlfiving by de zeemilitie. De voortzetting van het debat werd toen bepaald op hedenmorgen te elf uren. By HH MM. de Koninginnen aineerd6 gisteren Mevr. de baronesse Van Hardenbroe grootmeesteressemevr. gravinne Dumonceaj dame du palais; baron Van Hardenbroe opperkamerheer; luit.-gener. graaf Dumoncez chef van het Militaire Huis; jhr. Van Weea buitengewoon gezant en gevolmachtigd mmisb van H. M. te Madridmevrouw Van Weed zyne echtgenoote en Jhr. Van P.ibst van Bi gerden, kamerheer in buitengewonen dien van H. M. De heer J. M. Westerouen van Meeterer by koninklyk besluit van 16 April 1895 b noemd tot consul te Cabinda, voor d6 Onaf hankelyken Congostaat, de Portugeescb bezittingen in Neder-Guinea, ten noorden va« de Congorivier en de Fransche bezittingen i; Neder Guinea aan de Setterivier, is in di. hoedanigheid door het bestuur van den Onaf hankelyken Congostaat en door de Portugeesch en Fransche Regeeringen erkend en toegelaten. De praeses van het klooster te Starre- veld, gem. Lichtenvoorde, pater Gregorius Janknecht, is door den Paus benoemd tot Commissaris der Heilige Plaatsen in Palestina. Dr G. Brom, te Utrecht, is door den keizer van Oostenryk benoemd tot ridder van de IJzeren-Kroonorde. Zooals wellicht minder bekend is zegt het „(J. D." maakt dr. Brom als secretaris deel uit van de Pauseiyke Ablegatie, welke in last heeft, de trevet van benoeming en de kardinaals-baret, bestemd voor den Grieksch- rutbeenscben metropoliet, Mgr. Sylveater Sem- bratoricq, aan den keiz-«r te overhandigen. Het „Hbl." verneemt dat prof. Van der Mey, te Amsterdam, sedert eenige dagen lydende is aan bloedvergiftiging. Eene operatie, gistermorgen door prof. Korteweg verricht, gaf nog niet het gewenschte resultaat en üe toestand geeft reden tot ernstige bezorgdheid. Hetzelfde blad vermeldt het overiyden van mr. H. P. De Gavere, tot voor korten tyd ontvanger van het buitengewoon zegel te Amsterdam. Door ongesteldheid was mr. De Gavere genoodzaakt zyn pensioen to nomen en trachtte hy in milder klimaat genezing te vinden. Te Nizza is hy 9 dezer overleden. Door B. en Ws. van Amsterdam wordt aan den Raad ter goedkeuring voorgedragen een ontwerp-besluit tot verkoop aan den Staat van een terrein by het Centraal station, groot 1240 M2., voor 62,000 ten eime daarop to stichten een pakketpostlokaal, hetwelk door een 4 M. breede tunnel met het station zal worden in verbinding gebracht. M-m bericht uit Königsberg dat prof. Von Eiselsberg, te Utrecht, in aanmorking komt als opvolger van den hoogleeraar in de chirurgie Braun, aldaar, die naar de univer siteit te Góttingen overgaat. Aan 's Ryks kleedermagazyn te Amster dam werd aanbesteed de levering van diverse goederen. Minste inschryvers waren voor 1000 kampementsdekens de heeren J. Zuurdeeg «Sc Zn., te Leiden, niet ad 2.35, maar ad 3 35. De bekende anarchistische ondtrwyzer A. Dykstra, tydeiyk onderwyzer te Siegers- woude, is aldaar na een kortstondige ziekte overleden. Hy was slechts 22 jaar oud. 18) Hoe meer ik hem zag, terwyi ik eiken dag het hospitaal bezocht en by die gelegen heid beele gesprekken met hem hield, hoe mec-r ik hem mocht, totdat ik eindeiyk een sterk gevoel van genegenheid en vriendschap voor hem koesterde. Het was evenzeer op wensch van zflne zuster als uit eigen beweging, dat hy zoo dikwyu naar het hospitaal ging. Haar zelf scheen door haar dokter volstrekt verboden te zijn haar vader te gaan bezoeken, zoowel om zjnent als om harentwil. Hare gezond heid, verklaarde Frank, was langen tyd zeer zwak geweest, en de schok door het ongeval had eene hoogst nadeelige werking op haar gehad. Alleen rust en het vermyden van elke gemoedsbeweging konden haar doen herstellen en een bezoek aan het hospitaal en haar vader te zien liggen in zyn half bewuste- loozen toestand met zyn hoofd met windsels omwikkeld en met aüdere pyniyke teekenen van zijn jammeriyken toestand, zouden tot een zenuwtoeval kunnen leiden, dat even nadeelig voor haar zelf zou zyn als de aandoening, die dit zou veroorzaken, voor den lyder. Zoo onderwierp zy zich geduldig aan hare go- dwongen uitsluiting van haars vaders ziek bed, en was zy gerust te weten dat haar broeder daar had post gevat. Nu bevreemdde het my eenigszins, daar ik uit de inlichting van Miss Rayner wist dat Frank op een kantoor in de City werkzaam was, dat hy zoo lang zyne bezigheden kun laten varen. Ik besloot daarom, toen wy meer vertrouwelyk met elkander waren geworden, hem te vragen, of ik, die niets byzonders te doen had, hem ook van dienst kon zyn door hem nu en dan af te lossen in de op passing van zyn vader. Zoo begon ik met hem te kennen te geven, dat zyn voortdurend verbiyf in het hospitaal hem nogal van zyn werk moest afhouden. „Och!" zeide Frank op den luchtigsten en meest zorgloozen toon, „dat komt er niet op aan." Dit vond ik zonderling. Indien hy had gezegd, dat de noodzakelykheid om zyn vader te verplegen hem dwong zyn werk ter zyde te stellen, maar dat hy zich verplicht achtte de opoffering te doen tegen eiken prys, dan zou ik niet verbaasd zyn geweest. Maar dat de zaak van zoo weinig of in 't geheel geen belang werd geacht, deed my vermoeden, dat zyne betrekking in de City van een byzonderen aard moest zyn. Langzamerhand echter kwam ik na eenigen tyd eenigszins op de hoogte van zyne levenswyze en van de geschiedenis en den toestand van zyne familie over het geheel. Uit hetgeen ik by gedeelten in den loop van onze vele gesprekken opviüg, verzamelde ik de volgende feiten. Mr. Rayner Senior was weduwnaar. Hy had zes kinderen gehad, waarvan de meesten jong gestorven waren en Frank en Ethel alleen overgebleven. Zy waren de jongstgebo.enen, en hunne moeder, die evenals hare dochter, altyd eenigszins zwak van gezondheid was, hadden zy reeds in hunne vroege jeugd verloren. De oude heer was procureur geweest met eene goede prak tijk en had zich eenige jaren geleden uit de zaken teruggetrokken, na heelwat overgelegd te hebben. Het was wel geen fortuin, maar eene aanzienlyke som gelds, die hy voor- naraelyk ten voordeele van zyn zoon en dochter had vastgezet. Wat Frank betreft, ik vernam uit zyn luchthartigen praat, altyd naïef en openhartig, dat hy zooveel als een „rollende steen" was geweest. Eerst by zyn vader werkzaam, toonde hy geen lust in wet geleerdheid; hy zag er van af en kreeg eene plaats op een handelskantoor. Maar facturen stonden hem al even weinig aan als akten, en na een paar jaar werd hem beleefd te kennen gegeven, dat hy zyn ontslag kon nemen. Toen bleef hy eenigen tyd thuis zonder iets byzondere uit te voeren, maar, zooals hy zeide, zyn vader amusoerende en zyne zuster plagende, en allerlei streken uit halende, doch mets, dat met zyne eer of rechtschapenheid streed. Blykbaar was hy een vroolyke kwant, die meer van de pret dan van geregeld werken hield en in eene minder beschaafde omgeviDg misschien in ernstige ongelegenheid had kannen geraken. Voor een jonkman als hy zoo zwak van karakter, zoo gemakkeiyk mee te sleepen en om den tuin te leiden zouden slechten kameraden zeer gevaarlyk zyn geweest. Gelukkig had hij die niet, en zyne ergste moeilykbeden waren het gevolg van zorgloosheid en buiten sporigheid. Na eenigen tyd kwam een vriend der familie tusschenbeide en drong er by Mr. Rayner sterk op aan, zyn zoon weer aan het werk te zetten; en zelfs Frank, wien het niet8-doen begon te vervelen en die zich eenigszins schaamde over eene buitengewoon jongensachtige dwaasheid, waaraan hy zich had schuldig gemaakt, zag de noodzakelykheid in van eene vaste bezigheid. Hy vond weer een kantoor en eenigen tyd ging het vry goed. Maar de oude gewoonten van luieren en pretmaken kwamen weldra boven, en weer, om zyn eigen woorden te bezigen, kreeg hy den zak. Zoo ging het eenige jaren voort; en Frank nam nu dit, dan dat by de hand, nergens lang in betrekking biyvende, totdat er een tyd kwam, dat hy weer thuis bleef, waar by, om zyne eigene expressieve taal te bezigen, zich zat te verkniezen. Toen kwam er een nieuw persoon op het tooneel, die eene merkwaardige verandering in Franks levenswyze bracht. Dit was zekere Craven Lumley, dien Mr. Rayner in zyne jeugd gekend had en die eenige jaren naar het buiteüland was gegaan, in byna alle deelen van de wereld gereisd had, zich een tydlang hier en daar gevestigd: in Canada, de Vereenigde Staten, Zuid Amerika en Australië, wien het, naar zyn zeggen, goed ging, daar hy veel geld verdiende waar hy kwam, ofschoon hy altyd verlangde terug te keeren en weer in het vaderland te wonen. Hy was nu voornemens in Londen zaken te beginnen. Hy had eene aaDzienlyke som gelds ter beschikking, maar zocht nog meer kapitaal, om zekere plannen uit te voeren, die hy in zicht had, waarom hy voorstelde dat, indien Mr. Rayner het voor zyn zoon en dochter vastgezette geld in zyne zaak wilde steken, Frank zyn compagnon zou wor den en hy, zooals hy zeide, „een man van hem zou maken." Het aanbod was te verleideiyk, om t( weigeren. Bovendien schynt die Mr. Lumley met zyne wonderbare verhalen vaü de vreemde laoden, die hy had bezocht; de buitengewone avonturen, die hy er had beleefd, en den ver bazen den voorspoed, die hem ten deel viel, een zeer gunstigen indruk op de familie Rayn-.i gemaakt te hebben, terwyi Frank zelf, n? tot vervelens toe zooveel lange jaren klork en ondergeschikte te zyn geweest, bepaald verrukt was over het donkbeeld, compagnon 60 patroon te worden. „En," zeide Frank, want ik zal hem liever het overige van de geschiedenis in zyn eigen woorden laten vertellen, „de overeenkomst heelt prachtig gewerkt. Weet g(j, Paul," giny hy voort, want hy had reeds lang het deftige „Mr.", waarmee hy my vroeger aan sprak, laten varen, „onze zaak heeft twe kanten het werk en het spel. Lumley doef het werk, ik doe het spel. Dat is eene rnooi' verdeeling van arbeid, nietwaar? En ik behoe. u niet te zeggen, maat, dat dit net iets voor my is. Misschien dien ik het wat te ver klaren. Wy dryven een algemeenen of com missie-handel, en hebben een aantal klanten die wy moeten te vriend houden, waaroor wy hun diners aanbieden en op allerlei wya amuseeren. (Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1