N°. 10980 Maandag 9 December, A0.1895 (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 7 December. Feuilleton. TE NIEUWSGIERIG. LEIDSCH DAGBLAD. PEIJS DE2EB COUEANT: Voor Leiden per 3 maanden1.10. Franco per postj> 1-10. Afzonderlijke Nommers0.05. PEIJS DEE ADVEETEETrEN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meor f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Officieel© Kiennissrevinff©»* Burgemeester en Wethoudera Tan Leiden brengen naar aanleiding van art. 27 dor Verordening van 'den 8eten November 1694 op do keuring van veo 'en vleeacb binnen deze gemeouto ter algemeene konnie. dat ABRAHAM IZAK VAN GELDEREN, wonende iHaarlcxnmeratraat No. 213, op don -Iden September 1895 ie bekeurd, wegens bet ale elager voorbauden bebbtn van vleesch, dat tot bederf wae overgegaan, en dat hg deswege den 7deD October II. is veroor deeld tot 5 boete of 3 dagen hechtenis; dA JANNETJE KLOK, huis.rouw van G. A. M. IAALBERSdEKG, wonende te Zoeterwoude, op den 12den Augustus is bekeurd, ten lute we,ens het invoeren van vleesch tn Leiden, zonder voorzien to ggn van een duidelijke schriftelijke aanwijzing van don pereoon, door wier het is verzonden, en van den persoon, voor wieD het btBtemd is, en ten 2do wegens het ingevoerde vlotsch niet onmiddellijk brengen naar hot keurlokaal langs ei.n dor voorge- Bohreven wegen, en dat zg deswege den lldeu October 11. is v roordeold tol 2 boeten van ƒ3 of 2-maal 2 dagen heebt n s; dat ABRAHAM. IZAK VAN GELDEREN, wonende Haarlemmerstraat No. 213, op den 9den Augustas 1895 is bekeurd wegens het bg goedgekeurd vleeech, afkomstig van aan tuberculose lijdendo dieren en Voorzien van het stempel parelzulue, niet plaatöen van een voor het publiek duidelijk kenbaar opschrift, waarop vermtld: dit vleesch moot goed gekookt worden, terwijl dit door den Iuspe tear der Yeo- en VJeeachneuring weid noodig geacht, en dat bg deswege dm 28sten Ootober 11. is veioor deeld tot 3 bo.te of 2 dagen hechtenis; dat JAN BRA >DSEN, wonende Michiolstraat No. 10 te Leiden, op don I7den Juni 1895 is bekeurd wegens het invoc-rou van vleeBCh t Leiden, zonder voorzton te zg^ Yan eone du.delgke schriftelijke aauwgzing van don persoon, door wien het is ver zonden, on van don persoon, voor wien het bestemd is. en dat hg deswege den 28stm October II. is veroordeeld tor ƒ15 boete of 6 dogen hechte is. Burgemeester en Wothoudere voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. Dcc. 1895. E. KIST, Secretaris. De Bur omeester der gemeente Leiden brengt tor tennis van belangnebbcnden dat blijkens oen boriebt van den Heoi Oommusaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland, met ingang va> 5 December 18y5 de invoer in Brlgië wordt toegestaan van rundvee on scbape herkomstig uit Nederland en btstemd voor de groote abattoirs. Leidon, De Burgemeester voornoemd, 6 Deo. 1895. F. WA8. Burgemeester en Wethoudera van Lisse brongon voor de eerste maal tor openbaio keums, dat do ma nohjKi mgi-zetoncn, goboroc. in het jaar 1877, zich ter inschrijving voor de Nationale Mil.tie be- hooren aan to melden ter Gtimo le-Secretar.o, tustchou don lsten en den 31sien Januari 189", met ovcrleggiu van oen kosteloos verkrijgbaar uittreksel uit bun o goboorto-akto, indien zij cldora zgn geboren. Voor die inschrijving zal meer bepaald zitting worden gehouden tor Gcmtenio-Sccretane op Woens dag 15 Januari 189G, des voorm.ddacs te 11 uren. Door het Lestuur van tlo Drie-October- Voreeniging L p.. auies verzocht, met wijzi ging van het Raajsoesluit van 20 December 1894, te bepalen dat aan de genoemde Ver- eeniging een jaariykscb subsidio uit de ge meentekas ten Ledrage, van f 1000 tot weder- opzeggtns wordt toegezegd. Het komt B. en Ws. voor dat door adres sant duidelijk is uiteengezet dat het boven aangehaald Raadsbesluit, waarbij tot weder- opzeggens een jaariykscb subsidie uit de gemeentekas is toegezegd van 800, onder bepaling c at van dit bedrag zooveel zal wor den uitgekeerd als na overlegging van de rekening der afgeloopen feestviering zal blijken benooai'gd te wezen, inderdaad bezwarend is voor de Vereeniging. Daardoor toch wordt het onmogelijk ge maakt dat de rekening een batig saldo oplevert. Hoezeer B. en Ws. het nu niet raadzaam achten dat de Vereeniging successievelijk een reservekapitaal gaat vormen van eenig aan belang, zoo is het toch ontwijfelbaar in het belang van een geregelden gang van zaken dringend noodig dat de Vereeniging steeds over oonige gelden kan beschikken voor het do?n van buitengewono uitgaven en voor het geval de finantièele resultaten van de feest viering ongunstig zijn. Het is dus in allo opzichten gewenscht dat de rekeningen een zeker batig saldo opleveren, hetgeen, zooals in het adres wordt aangetoond, bij de bestaande regeling van het subsidie niet wel doenlijk is, terwijl aan de andere zijdo bij eeno gewijzigdo regeling van het subsidie moet worden voorkomen dat de Ver eeniging, ten gevolge van het subsidio, in staat wordt gesteld een kapitaal te vormen van meerderen omvang. Hieraan zou kunnen worden te gemoet gekomen door te bepalen dat wanneer liet reservefonds meer dan bijv. ƒ1500 bedraagt, het subsidie der gemeente niet geheel wordt uitgekeerd, doch wordt verminderd met zoo danig bedrag, als het reservefonds f 1500 te boven gaat. Wat verder het verzoek betreft om het subsidie van 800 met f 200 te verhoogen en mitsdien te brengen op f 1000, ook dit verzoek achten B. en Ws. alleszins gerecht vaardigd. Sedert aan de Vereeniging voor hare feest vieringen door de gemeente geen werkvolk en materiaal meer worden verstrekt, heeft de ondervinding aangetoond dat ten gevolge van dat besluit de uitgaven der Vereeniging meer worden verzwaard dan vroeger vermoed werd. Wanneer men nu verder bedenkt dat de Drie-October-Vereeniging op loffelijke wjjze telken jare een waar Volksfeest organiseert, ter herdenking van Leidens Ontzet, en dat, wanneer de Vereeniging die taak niet op zich nam, de gemeente met eene niet onbe langrijke uitgave ter zake zoude worden belast, vinden B. en Ws. volle vrijheid tot inwilliging ook van dit verzoek te adviseeren. Zy geven den gemeenteraad op grond van een en ander in overweging, met wijziging van het Raadsbesluit van 20 Decembor 1894, te besluiten dat aan de Drie October Vereeni ging tot woderopzeggens een jaarlijksch subsidio uit de gemeentekas ten bedrage van duizend gulden wordt toegezegd, onder be paling dat jaarlijks de rekening der Vereeni ging aan Burg. en Weths. wordt overgelegd en dat, wanneer het batig saldo of wel de reservekas meer bedraagt dan f 1500, alsdan het uit te keeren subsidie worut vermmoerd met zoodanig bedrag, als het batig saldo of de reservekas de som van 1500 overschrijdt. De Commissie van Financiën heeft geene bedenkingen tegen den suppletoiren staat der begrooting voor het jaar 1894, door het College van Vrouwen Kraammoeders ingoliend, en adviseert mitsdien dezen met 's Raads goedkeuring te bekrachtigen. De Commissie deelt tevens mede dat ook bet onderzoek der rekening van de inkomsten en uitgaven van het Coll;go van Vrouwen Kraammoeders over het dienstjaar 1894, by haar tot geen bedenkingen aanleiding heeft gegeven en geeft mitsdien in overweging die goed te keuren: in ontvangst op f 2814.48, in uitgaaf op f 2503.16s, en alzoo met een batig saldo van 311.31K. Ten aanzien van een verzoek van A. J. Van der Goes Van Loghem, wonende onder Zoeterwoude, deelon B. en Ws. mede, dat de vader van de ten huize van adressante wo nende pupil Louise Freudenberg, leerlinge der Kweekschool voor Onderwyzers, een in komen geniet van meer dan f 3000 's jaars. Zy geven mitsdien in overweging afwyzend op bet verzoek om vermindering van school geld te beschikken. Naar aanleiding van een verzoek van W. C. Maarleveld, onderwyzer te Valkenburg, deelen B. en Ws. mede dat blykens ingesteld onderzoek de vader van den minderjarigen adressant, wonende te Vlaardingen, geacht moat worden een jaarlyksch inkomen to hebben van f 900 a 1000, zoodat aan het verzoek om vrystelliDg van schoolgeld voor de Kweek school voor Onderwyzers niet kan worden voldaan. Zy geven mitsdien in overweging afwyzend te beschikken op hot verzook om geheelo vrystellmg van schoolgeld en het schoolgeld van anressant als leerling der Kweekschool voor Onderwyzers vast te stellen op vier gul den per kwartaal. Ten aanzien van het in handen van B. en Ws. gesteld adres van het bestuur van den Bakkersgezellenbond „Verbetering zy ors streven", waarby wordt verzocht zoodanige maatregelen in de Politie verordeningen op te nomen dat ontduiking van de Zondagswet niet mogelyk is, deelen B. en Ws., na overleg met de Commissie voor Strafverordeningen, mede dat, huns inziens, door den gemeenteraad geene bepalingen, als door adressant verlangd, mogen worden in het le/en geroepen, omdat do gemeenteraad daardoor zou treden op oen gebied, bereids door de Wet van 1 Maart 1815 (Staatsblad N°. 21), Zondagswet, geregeld en alzoo in stryd zoude handelen met art. 150 der Gemeentewet. B. en Ws. stellen daarom voor aan adres sant te berichten dat er bezw iar bestaat om aan zyn verzoek gevolg te geven. Naar aanleiding van een verzoek van mevr. R. Burg, geboren Scott, deelen B. en Ws. mede dat de zoon van aoressante du Hoogere Burgerschool voor Jongens mnt 1 December jl. heeft verlaten, ten einde zich in den Hortus voor te bereiden voor zyne aanstaande be trekking in Ned.-Indië. Zy geven alzoo in overweging aan adres sante vrystelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor haar zoon, vroeger leerling der Hoogere Burgerschool voor Jongens, over de laatste drie kwartalen van den cursus 1895/96. Er bestaat geen bezwaar tegen de in williging van het verzoek van mej. A. E. M. Bongenaar, om eervol ontslag uit de betrekking VoD tweede onderwyzeres in de vrouwelyke handwerken aan de openbare school der 3de klcisso No. 1, weshalve B. en Ws, den gemeente raad in overweging geven haar dat ontslag te verleenen, met ingang van 1 Februari 1896, wegens huwelyk. Aan den gemeenteraad deelen B. en Ws. mede dat op grond van art. 1 der Verorde ning van 5 April 1894 (Gemeenteblad No. 2 van dat jaar) betreffende bet bewonen van gebou wen, welke, als schadelyk voor de openbare gezondheid, voor bewoning ongeschikt zyn, aan eene Commissie als daarby bedoeld is opgedragen een onderzoek in te stellen aan gaande de perceelen 1, 2 en 3, gelegen in de Schagenpoort, waarvan de bewoning door B. en Ws. v-nnoed werd nadeelig te zyn voor do openbare gezondheid. Het door die Commissie uitgebracht rap port, blijkens hetwelk de bedoelde perceolen onbewoonbaar worden geacht, is ter kennis van den eigenaar gebracht, zynde door hem geene schriftelijke bezwaren binnen den ge stelden termyn ingediend. B. en Ws. geven uit dien hoofde, onder overlegging van de betrekkelyke stukken, in overweging ingevolge art. 7 der aange haalde Verordening eene Commissie van drie Raadsleden te benoemen, mot uitnoodiging de zaak te onderzo.-ken en omtrent hare be vinding een met redenon omkleed verslag aan den Raad in te dienen en hare conclu sie in een concept-Raadsbesluit samen te vatten. Ter vervulling eener vacature aan de Jongensschool 2de klasse is de volgende voor dracht opgemaakt ter benoeming van een oerden onderwyzer op een aanvankeiyk salaris van f 600: lo. M. M. Kleerkoper, onder wyzer te Amsterdam; 2o. S. Broekhuizen, onderwyzer te Leiden, en 3o, L. J. Den Hartog, onderwyzer te SlieJrecht. Tevens is opgemaakt eeno voordracht ter benoeming van een derden onderwyzer aan de Jongensschool 2de klasse in de plaats van de heer J. P. Bouma, aan wien met ingang van 7 December eervol ontslag is verleend. De voordracht luidt als volgt: lo. A. Tuk, onderwyzer te Stryen; 2o. M. J. Van Driel, onderwyzer te Watergraafsmeer, en 3o. H. W. Schmelling, onderwyzer te Huizen. Door de Leiische Katoeumaatschappy is by adres vergunning verzocht om eene elee- trische verbinding te leggen tusschen hare drukkery aan de Heerengracht en hare wevery aan den Vestwal tot voortbrenging van be weegkracht en te dien einde voorloopig twee kabels te mogen spannen boven den beganen grond. Uit een vroeger ontvangen schryvcn blykt dat het voornemen bestaat aan de drukkery eene nieuwe stoommachine op te richten en deze sterker te nemen dan voor de machines, die in de drukkery zyn, verlangd wordt, en de kracht, die daardoor rest, te gebruiken om eenige kleine stoommachinetjes, die nu enorm veel stoom verslinden, door electrische motors te vervangen, terwyi voorloopig slechts een enkele motor aan de wevory zou moeten worden geplaatst om te zien hoeveel kracht die kleine stoommachinetjes vereischen, en daarna, wanneer deze proef aan de ver wachting voldoet, eene permanente installatie zou worden gevestigd. In beginsel bestaat er by het College van B. en Ws. geen bezwaar om de vereischte vergunning te verleenen, mits in de eerste plaats de vergunning worde verleend onder de uitdrukkelyke voorwaarde, dat de kj.bels (draden) uitsluitend mogen dienen voor de geleiding van electriciteit, bestemd tot voort brenging van kracht, en de electriciteit niet mag worden aangewend voor verlichting doeleinden Vervolgens zullen de noodigo bepaling, n moeten worden ontworpen ter voorkoming van gevaar, hetwelk die kabels zouden kunnen opleveren. Voor het ontwerpen van zoodanige bepa lingen is echter noodig het advies van een deskundige op electrotechnisch gebied, waaraan eenige kosten zyn verbonden, welke, zooals in het adres wordt medegedeeld, voor rekening zullen komen van adressanto. Alvorens evenwel dat speciaal deskundig onderzoek wordt ingesteld, is het, naar hot inzicht van B. en Ws., noodig dat vooraf door den Raad eene beslissing worde genomen over de vraag of tegen het verleenen van de ge vraagdn vergunning al of niet in beginsel bezwaar bestaat, ten einde te voorkomen dat uitgaven worden gedaan voor het technisch onderzoek, die later zouden blyken overbo.ig te zyn geweest, wanneer principièulo be zwaren by den Gemeenteraad mochten bestaan tegen het spannen van kabels over de huizen en de openbare straat. B. en Ws. hebben op dien grond gemeend vooralsnog geen technisch onderzoek te dezer zake te doen instellen, maar, alvorens daartoe over te gaan, eene beslissing van den Raad uit te lokken. Mocht in gunstigen zin door den Raad worden beslist, dan zal onverwyld mot het instellen van een deskundig onderzo k worden aangevangen en de uitslag daarvan worden medegedeeld, waarop de vergunning door den Raad kan worden verleend onder de vastge stelde voorwaarden en verJer onder de alsnog te ontwerpen voorwaarden na ingesteld fles kundig onderzoek. Naar wy vernemen, zullen do heeren Henri Völlmar, uit 's Gravenhage, en Chr. Kriens, uit Haarlem, Zaterdag 14 December in den Foyer van de Staaszaal alhier een concert geven met medewerking van den heer Henri Heuschling (bariton), uit Brussel, pro- fesseur a la cour royale en Belgique Dit con cert zal o. a. bevatten de twee nieuwe sonatt-s van Brahms op. 120 voor clarinet en piano. Voor beminnaars van kunst een avond om te genieten l De nieuwbenoemde majoor jhr W. A. Gevers Deynoot, thans kapitein by het 2do reg. veld artillerie te Leiden, komt te Helder 8) Zy wankelde als op het punt van te vallen. Ik strekte onwillekeurig mijne hand uit om haar te steunen. Maar oogenblikkelyk deinsde zy terug, alsof ik gedreigd had haar te slaan. Toon nep zy uit: „O, mynheer! waarom my dit niet eerder gezegd? Laat mij gaan laat my naar myn vader g«*a.i terstond! Ach, wat moet ik b3ginnen? wat moet ik beginnen? En zy liep door de kamer heen en weer, als een gejaagd hert, dat zyn vervolgers tracht te ontsnappen. „Waarde Miss Rayner," zeide ik, „ofschoon voor u oen onbekende, zou ik u gaarne in eenig opzicht helpen. Doch houd u een weinig kalm. Myn rytuig staat voor de deur en gij kunt terstond naar uw vader gaan, als gy het verlangt." Nog scheen bet arme schepseltje geheel van streek en liep maar heen en weer, erbarmelyk de handen wringende. Een oogen- blik vreesde ik byna, dat zy het verstand zou verliezen. Toen rees er plotseliDg eene gedachte, eene gelukkige gedachte, by my op. Ia een oogenblik ging ik van den smee kenden en overredenden toon over tot dien van gezag en bevel. „Miss Rayner," zeide ik eenigszins streng, jgeef niet aan dezo zwakheid toe. Uw t&der ig ziek, heeft misschien uwe hulp fcoodig. Ga terstond naar uwe kamer en maak u gereed om naar hem toe te gaan." De uitwerking van deze woorden was electrisch. Het jonge meisje wendde zich om en keek my aan met hare schoone grijze oogen, en toen haar blik den mynen ontmoette, scheen zy terstond bedwongen en zichzelf meester. „Ja," zeide zy kalm, „ik zal gaan." Zy liep nu met een vasten stap naar de deur. Toen ik die voor haar wilde openen, kwam eene andere gedachte by my op. „Hebt gy ook mannoiyke bloedverwanten," vroeg ik, „aan wie ik 66ne boodschap zou kunnen zendon?" „Myn broeder," antwoordde zy, zeer kalm, byna als iemand in hypnotischen toestand. „Waar is hy?" „Op zyn kantoor in de City." „Zyn adres?" „No. 85, Cornhill." Ik was verrast over den invloed, dien myn veranderde toon op haar uitoefende. Zy was, naar allen scbyn, zoo kalm en bedaard als iemand, die de grootst mogelyke zelfbeheer- scbing bezit, maar zyn kan. Het was my een raadsel, maar verheugde my. Toen zeide ik: „Weet gy ook, of uw vader of broeder telegram-formulieren heeft?" „Ja," antwoordde zy; „in myns broeders studeerkamer." „Mag ik daar met u heengaan?" „Als het u belieft." Zy verliet de eetkamer en ik volgde haar naar het eind van de gang, waar zy eene deur opende. Wy traden binnen. Het waa eene gewone studeerkamer en bibliotheek, en een der meubelen was eene tafel, bedekt met papier en andere schryfbehoeften, met de uiterste netheid gerangschikt, alles blykbaar op zyne plaats. Ik vond weldra een bundel telegram-formulieren en zeide, nadat ik aan den lessenaar had plaats genomen, terwyi Miss Rayner kalm naast my stond: „Nu zal ik, als gy het goedvindt, een telegram schryven aan uw broeder, om hem te vragen terstond naar het hospitaal te gaan." „Maar mag ik ook niet gaan?" Zy sprak klagend, smeekend, als een be schroomd kind. Niettegenstaande hetgeen ik vooraf gezegd had, bedacht ik dat, daar haar vader werkeiyk niet in gevaar verkeerde, het toch misschien beter was, haar te overtuigen om voor het oogenblik thuis te biyven. Ik antwoordde echter: „Ja, ja gy zult gaan." Alweer? Wat was toch die verschrikkeiyke macht, die my dwong woorden te gebruiken, die niet uit myzelven voortkwamen? De pen, die ik opgenomen had, viel my byna uit de hand. Maar ik herstelde my en begon een tele gram aan den broeder in de City te schryven. „Rayner, Bays water, aan Rayner, 85, Corn hill. Vader een ongeluk overkomen. Ligt in het University College Hospitaal. Ontmoet my daar terstond." Dit was niet precies wat ik zou hebben ge schreven, indien ik niet onder die vreemde betoovering was, en terwyi ik Miss Rayner het bericht liet zien, keek ik naar haar op, benieuwd om te weten welke uitwerking het op haar zou hebben. Zy las het nauwkeurig, zelfs bedachtzaam, maar bleef steeds volko men kalm. Toen legde zy het langzaam op de tafel neer. „Ja," zeide zy, „zóó is het goed." Ik was op het punt op te staan om orders te geven voor de verzending van het telegram, tegelykertyd verwachtende dat zy de kamer zou verlaten. Maar zy stond nog voor zich uit te staren, alsof zy droomde. Toen zeide zy met eene vreemde, harde stem, die geheel verschilde van haar gewonen zach- ten toon: „Wil er nog by voegen: Maak daarvan aan niemand melding." Ik was eenigszins verbaasd over dit ver zoek, maar veronderstelde dat het eene be- teekenis moest hebben, waarvan ik natuuriyk met kon weten. Misschien was de bedoeling, dat Miss Rayner haar broeder wilde waar schuwen, eene andere zeer gevoelige dame niet te doen schrikken. Het deed my echter werkeiyk genoegen, dat zy hare tegenwoor digheid van geest had teiuggekregen. Toch scheen hare handel wy ze zeer vreemd. Ik had de by voeging, die zy dicteerde, op geschreven en was weer op het punt op te staan, toen zy my tegenhield en zeide: „Neon, zeg dat liever niet." „Wat!" riep ik, nog meer verbaasd, uit, „wilt gy dat ik deze woorden doorschrap?" „Ja." Het was vruchteloos naar hare bedoeling te gissen. Ik deed wat zy verzocht, en toen zy zag, dat ik de bygevoegde woorden had door geschrapt, gaf zy een diepen zucht niet een zucht van verlichting, maar een zooals zy in de gang slaakte, nadat zy de doos met juweelen had geopend een zucht van diepe droefheid. Zy begaf zich nu naar de deur. Ik volgde haar en zeide: „Ik zal, als gy het goedvindt, schellen om dit telegram naar uw broeder te verzenden; en als gy my, ofschoon een vreemde, wilt toestaan u naar het hospitaal te vergezellen, zal het my zeer aangenaam zijn." „Dank u," antwoordde zy. „Gy zyt wol vriendeiyk." Zy sprak meer werktuiglijk dan met gevoel; maar ik begreep, dat zy myn aanbod aannam, en na de deur voor haar geopend ie hooben, vergezelde ik haar naar de gang. Zy liep voort zonder to spreken of my aan te zion, ging terstond de trap op on ik verloor haar uit het oog. Toen trad ik de eetkamer weer binnen en nadat ik gescheld had, kwam er ditmaal eene andere, blykbaar verstandiger dienst maagd. „Wees zoo goed," zeide ik, „dit telegram naar het postkantoor to brengen en terstond te doen verzenden. Uw moester heeft een ongeluk gekregen en ik ga uwe jonge mees teres naar het hospitaal vergezellen, waar hy ligt." De meid scheen zeer bewogen, maar wist zich te beheerschen. „Heeft Mr. Rayner zich erg bezeerd, myn heer?" vroeg zy. „Ja," antwoordde ik, in weerwil van my zelven, „zeer erg. De dokters vreezen, dat hy niet herstellen zal. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1