Van eenige hardheid tegenover Leiden kan geen sprake zyn, wanneer eindelijk het oor spronkelijk denkbeeld verwezenlijkt wordt. Juridische bezwaren tegen de verplaatsing, aan geschonken ontleend, bestaan niet; geen enkel geschenk is gedaan, veel min aanvaard onder eenige belemmerende verplichting. In het licht stellende dat de plaatsing van het Museum to Leiden volstrekt geen ver eischte is en oene verplaatsing naar 's Gra- venhage, wat dit punt aangaat, geen nadeel kan opleveren; dat het gebruik, dat door hoog leeraren en .studenten van het Museum wordt gemaakt, gedurende al den tijd, dat het Museum te Leiden geopend was, niet noe menswaardig goweest is, zoodal daarin geen grond kan govonden worden om do kostbare schatten in die stad te laten en daarvoor de kosten van e:n nieuw gebouw te Leiden te maken, hebben deze en andore beschouwin gen by don min. de overtuiging gevestigd, dat, waar de behoefte aan eene voorziening in behoorlijke en veilige localiteiten volstrekt geen uitstel meer duldt, het niet wel te ver antwoorden zou zijn de daaraan verbonden uitgaven te doen, om, in afwijking van het denkbeeld, dat by den aankoop en de stichting der verzameling voorzat, het te bestendigen in oene gemeente, waar hot geenszins een nut stichtte, ook maar eenigszins geövcnredigd aan de gelden, die daarvoor besteed moesten worden. Hy biyft due van meeriing, dat, indien men zich belangryke uitgaven moet getroosten, de gelegenheid moet worden aangegrepen om de verzameling over - te brengen naar een cen trum, waar zy meer nut kan stichten dan te Leiden. Daarom moet het Museum terugkeeren naar 's Gravenhage, waarvoor het oorspronkelyk bestemd is geweest en waarheen ook de Kamer meermalen den wonsch te kennen gaf, dat het zou overgebracht worden. Zoo doende zou 's Gravenhage ook hersteld worden in het genot van de c-tbnograpbische verzamelingen, welke meer dan zestig jaren in het Maurits- huis zyn tentoongesteld geweest, voor zoover dij twaalf jaar geleden naar Leiden werden overgebracht, toon er voor het schilderyen- kabinet meer ruimte noodig was. Aangezien door verscheidene leden der Kamer Amsterdam is aanbevolen, op grond dat die gemeente bet grootste vreemdelingenverkeer heeft on dat tevens de kunst en de kunst- ny verheid het meeste nut van de verzameling zouden kunnen trekken, merkt de minister hieromtrent op: lo. dat ten behoeve van kunst en kunst nijverheid te Amsterdam reeds een Rijks Etbnografisch Museum (dat van „Natura Artis Magistral aangetroffen wordt, hetwelk zich ongetwyfeld verder zal blyv,n ontwikkelen, vooral als de othnographio zich meer en meer don steun van vele vermogende Amster dammers kan verwerven; 2o. dat reeds wegens de gesteldheid van den bodem de stichting van de noodigo ge bouwen te Amsterdam aanzienlijk meer zou kosten. Van uitzicht op geldeiyben steun van ver mogende Amstcrdamsche ingezetenon is niot gebleken. Ook aan Utrecht kan bezwaarlijk gedacht worden. Uit al het boven aangevoerde volgt, volgens den minister, dat het ongeraden is het thans onmisbaar gewordeu museumgebouw te Leiden te plaatsen en dat er alle termen zyn om ook boven do hoofdstad do eenige die nevens 's-Gravenbage ernstig in aanmerking kan komen de voorkeur te geven aan do resi dentie en aldaar, in overeenstemming met de bedoeling welke In 1838 by de stichting van het Museum voorzat, dat Museumgebouw op te trekken. De Kindermoord le Rotterdam. In den loop van Zaterdag-voormiddag werd in de grooto bus van het postkantoor te Rot terdam gevonden een met potlood op do helft van een oude gebruikte enveloppe geschreven briefje van den volgenden inhoud: „Ik kom maandag in de stad Mookem om het meisje te vermoord schobberd. Coverneslraat (volgt eouig onleesbaar ge krabbel)." Dit briefje, door den directeur van het post kantoor ter beschikking van den hoofdcom missaris van politie gesteld, wordt als een hoogst afkeurenswaardige zoogenaamde „aar digheid" beschouwd. Het schrift heeft oogonscbyniyk met dat van den bekenden blief niets gemeennochtans zal het nauwkeurig door deskundigen onderzocht wordt n. Door de politie te Rotterdam wordt ook een nauwkeurig onderzoek ingesteld, waar do enveloppe vau den eersten brief gekocht is, door den moordenaar voor zyn brief aan Hoogsteden gebruikt. Dezo enveloppe is van Duitsch fabrikaat, licht geel van kleur en van zeer slechte qualitcit, breed 153 en hoog 123 milfimetor, en wykt dus in maat af van de gewone formaten. Reeds is modegedeefd dat een Rottordam- scho rechercheur zich in gezelschap van een vrouw, die aan de politie te kennen had gegeven, dat zü het handschrift van den bekenden brief aan Hoogsteden herkonde, naar Amsterdam had begeven ter opsporing van een zeeman, die den brief geschreven zou hebben. Na aankomst te Amsterdam nu begaf de rechercheur zich met die vrouw naar de woning van do ouders van den gezochte, in do 2de Jan-Van-der-Heyden straat. Deze woning werd doorzocht, doch er werd niets verdachts ge vonden. Later meldde de gezochte, een 48-jarig zeeman, zichzelf aan het hoofdbureel van politie te Amsterdam aan. De rechercheur nam hem mee naar Rotter dam; daar werd hy door de politie in verhoor genomen, maar dit heeft niets verdachts opgeleverd. De man, die zich vrijwillig ter beschikking stelde, is door de politie weder vry gelaten. Omtront Willem "Van Berk el, naar wien door de politio gezocht wordt, doelt do „N. R. Cfc." het volgende mede: Van Berkel was reeds vóór het vinden van het lijk tweemaal op het politiebureel in de Witte-De-With-straat ontboden en daar ook verschonen. Toen hy voor de derda maal ontboden werd, verscheen hy niet en denzelfden dag, dat het lyk van den knaap ontdekt werd, verliet hy Rotterdam, medenemende alles, wat er aan baar geld in zy'ne woning aldaar voor handen was. Zy'ne vrouw, die hy te Seheve- ningen achterliet, en een zuster is van Hoog steden, den vader van het vermoorde jongentje, weet niet waarheen hy zich begeven heeft. Om hem op te sporen, vertrok de inspecteur van politio N. T. J. Van de Kasteele naar Bremerhaven en Hamburg. Van Berkel heeft eenigen tyd geleden den vader van don vermoorden knaap geld te leen gevraagd en na diens weigering enkele dagen daarna bedreigingen geuit. Ook volgens het „Rott. Nbl." luiden de be richten omtrent zyn persoonlijkheid niet zeer gunstig. Indertyd heeft by oen herberg ge had to Amsterdam op den boek van Miquel- en Blasiusstraat. Hij was by de Amsterdara- sche politio bekend als een man met wien zeer moeilyk was om to gaan, lastig en zeer geslepen. Herhaalde bekeuringen wegens tap pen zonder vergunning bleven door zyn sluw heid zonder gevolgen. Er werd nogal eens govochten in zyn kroeg en de kastelein nam daaraan zelf deel. Later is by verhuisd naar Moordrecht, waar hy tegenover het raadhuis een herberg begon. In zyn huis, dat voor vierduizend gulden verzekerd was, ontstond in don avond van Woensdag 11 September 11. een brand, die zyn huis en een aantal andere huizen in de asch logde. Hy heeft toen do assurantiepremie trachten te krygen, met het voorbehoud, dat hy niet meer behoefde op te bouwen voor dat geld. Na vele onderhandelingen schynt hem dit gelukt te wezen. Ily vertrok met zyn vrouw naar Rotterdam, waar hy op de Boezemkade No. 41 een woning huurde. Toen hy in één der eorste dagen, volgend op den dag van de vermissing, op het bureau van politio Witte De-With straat werd ontbo den, werd hy daar gesteld tegenover de school knapen, aie den kleinen Hoogsteden meteen man hadden zien heengaan. Do knapen verklaarden ovenwol dat hy de man niet was, waarop Van Berkel, blykbaar zeer ongerust, naar zyn voning terugkeerde. Hy bleef daar tot, door de inmenging der recherche, do zaken een andoren keer namen. Toen was hy plotseling verdwenen! Behalve het getuigenis der knapen zou nog dit kunnen|spreken vóór het vermoeden, dat by niet zelf den moord heeft bedreven, dat de man, die don kleinen Hoogsteden meelokte, door dezen als een vreemde, en niet als zyn oom werd toegesproken. Daartegenover staat weer dat de man, die den moord bedreef, niet dezelfdo behoeft te wezen als die den jongen van school haalde. Hoe het zy, het zal het best wezen het justi tieel onderzoek af te wachten. Nog wordt gemeld, dat de gerechtelyke schouwing op het lijkje van den vermoorden knaap aan het licht heeft gebracht, dat met hem geen onzedelijke handelingen zyn gepleegd en dat het kind eerst ongeveer 4 of 5 dagen vóór het vinden van het lyk vermoord is. Er zyn nog oenige personen aangehouden, die met mode-scholieren van don vermoorden knaap geconfronteerd werden. Ook houdt voortdurend aan de verschillende politiebureelen de stroom van menschen aan, die inlichtingen komen geven in verband met den moord. Een uitdrager, op de Rechter- Rottekade woonachtig, deponeerde zelfs een pak papieren, waarvan het schrift volgens hem met het bandschrift van den bewusten briof overeenkomt. In de Oranjeboomsfraat werd Zaterdag avond een 10-jarig kind door een man met een lange ruige jas verzocht, hem voor vyf cents den weg te wyzen naar Hillesluis. Hot kind weigerde; de politie werd dadelyk ver wittigd. Dit bericht, waaraan in verband met de gepleegde misdaad waarschyniyk niet de minste waarde is to hechten, geeft blyk van de ontstel tenis en den zenuwachtigen angst, welke thans te Rotterdam heerscht. En dat ook to 's Gravenhage vele gemoe deren onder den indruk zyn van do gruwe lijke misdaad, kan men uit 't volgende opmaken Aan een bewaarschool in do Hekkelaan aldaar vervoegde zich Zaterdag-ochtend een persoon, die een meisje wenschte te spreken. De onderwyzeres stond hem dit toe onder voorwaarde, dat zy by het gesprek tegenwoor dig mocht zyn, hetwelk toen in verband bleek te staan met eene inlichting, die de man van het kind wenschte te ontvangen omtrent een gering vergryp, waaraan het meisje zich had schuldig gemaakt. Spoedig bad zich een groote volksmenigte voor do bewaarschool verzameld naar aanlei ding van het gerucht, dat ook daar ter stede een poging tot ontvoering van een kind zou zyn godaan. Het ontstaan van dit gerucht dat geheel ongegrond bleek werd in de hand gewerkt docr het feit, dat op een andore school in de Hekkelaan toevallig een meisje tot de leerlingen behoort, dat een nichtje van den vermoorden knaap is. Door sommigen is het vermoeden geuit, dat de politie den bekenden aan den vader van den vermoorden knaap gerichten brief gelezen zou hebben, eer het lykje werd gevonden, ja, op do aanwyzingen van dien brief is gaan zoeken en later den brief heeft doen bezorgen. Thans schryft een der Rotterdamsche cor respondenten van de „Tel.", dat hy deze mee ning beslist kan tegensprekende rechercheur Herleman, die het kind vond, wist volstrekt niets van den brief. By den hoofdcommissaris van politie te Rotterdam is Zaterdag-avond uit Hamburg een telegraphisch bericht ingekomen, dat de gezochte Willem Van Berkel zich vry willig aan zyn. bureau zal melden. Ook do echtgenoot© van Van Berkel is, na haar verhoor door den hoofdcommissaris, door den rechter-comrhissaris in verhoor go nomen. Van de kleeding van den vermoorden knaap i3 tot dusverre nog niets gevonden. In alle godsdienstoefeningen te Rotterdam werd gistermorgen door predikanten on gees telijken gesprokén over de misdaad, gepleegd op den jongen Hoogsteden. Het medclyden met do ouders (de vader is van beroep barbier en agent van assurantie-maatschappijen) is algemeen. In „De Tyd" komt een verhaal voor van een man, die van Donderdag- op Vrydag-nacht te Amsterdam in het perceel Rozengracht 170 heeft gelogeerd en een kamer heeft gehuurd met de belofte, 150 vooruit te betalen. De man heeft op de bewoonsters van het huis een zeer onaangenamen indruk gemaakt. Daar echter aan haar niets bekend was omtront den moord te Rotterdam, kwamen zy eerst Zaterdag-middag er toe te denken, dat zy den moordenaar van den tienjarigen Hoogsteden hebben gehuisvest. Het signalement van den man, die verleden Zondag-voormiddag balftwaalf ongeveer aan het huis Rozengracht gekomen is, thuis gebleven en 's nachts gelogeerd heeft, is als volgt: kort, breed gezicht, poneyhaar, scheiding in het midden, sluwe oogen, lange oogharen, kuiltje in de kin, kort geknipte snor, middelmatige lengte, hooge schouders, een goede dertiger van leeftyd, een werkman, heerachtig gekleed. Hy droeg een dun, kort overjasje, blauw-gryze broek, bruinen hoed, die hem over de ooren zakte, die hem niet schoen too te tehooren, glacé handschoenen en geurde naar^parfumerie. Hy klaagde over koude cn pyn in den arm, hy had daar „toebt gevat." De man vertelde aan z(jn hospita, dat hy zich wat haastig te Rotterdam kleeren had gekocht, omdat hy daar zyn kleodertn had weggegeven, daar de broek tot do knieën bemorst was met modder: hot is te Rotterdam al ty d zoo vuil. Aan de dochter des huizes zeide hy dat hy van Rotterdam, aan de moeder, dat hy van Antwerpen kwam. Hy sprak zacht en was schrikachtig telkens als er aan de straatdeur gebeld werd. Hy gaf voor in antiquiteiten te doen, wat blijkbaar niet waar was, want hij had er geen verstand van. Hy vroeg f 13 te leen, doch f 8 was ook goed. Hy is vertrokken zonder betaling. Do man heeft een brief geschreven naar Antwerpen, on schreef wel een uur lang. Het adres is opgegeven aan den officier van justitie. Er was oen roode postzegel ophy het dien brief tegen 2 uren Donderdag-middag weg brengen. De aanhef van den brief was „Lieve Zuster", hy schreef van koffers zoetemelksche kaas en sukade. „Je weet wel, hoe ik besta. A. Van Dyk." Hy heeft den brief laten lezen. In den brief zitten voel taalfouten. Hy was zenuwachtig en maakte den indruk zeer dom te zyn. Hy is eenmaal uitgegaan naar de buiten zijde der stad. Hy was in zyn manier van optreden niet fatsoenlijk. Ook by do politie to 's-Gravenhage meldden zich Zaterdag eenige personen aan, van moo ning inlichtingen te kunnen geven tot ontdek king van den moordenaar van den Rotterdam- schen scholier. Een naar aanleiding daarvan ingesteld politie onderzoek beeft tot niets geleid. Gelyk men weet, werd Zaterdag de begra fenis van het stoffelyk overschot van het knaapje uitgesteld. Uit goede bron vernam het „Rott. Nbl.", dat geen der betrokken doc toren de daartoo vereischto toestemming had willen geven, in overleg met de justitie, die meent den dader op 't spoor te zyn, en, indien het mogelyk bleek, den laagiiartigen moordenaar met zyn slachtoffer nog wenschte te confronteeren, opdat do aanblik van het lyk hem te eerder tot een bekentenis dwinge. Do toestand van hot lykje leverde daarvoor geen enkel bezwaar op. Dien morgen om acht uren waren wy, zegt het „Rott. Nbl.", in de lykenkamer van het Ziekenhuis tegenwoordig. Daar stonden op zwarte schragen twee wit houten lykkisten, een groote en een kleine. In de eeno lag een oude vrouw, in de andere de vermoorde scholier. Zooals hy daar lag in z\jn wit kleed, met witte koorden, maakte de knaap den indruk, dat hy sliep Een voor zyn leeftyd flink-ontwikkelde jongen bleek ons Hoogsteden. Toen wy hem van naderby beschouwden, zagen wy, dat zich op het gelaat van den ongelukkigen jongen roode vlekken vertoonden, terwyl zyn rechteroor blauwachtig zwart bleek, alsof men hem daar ter doge heeft beet gehad. In hoeverre er spo ren van mishandeling op het lichaam van den knaap zyn waar te nemen, bleef door het witte lykkleed voor ons verborgen. In scherpe tegenstelling mot het gelaat van den jongen Hoogsteden, dat bijna blozend was te ïioenlcn, waren zyn handen, die saamgevouwon waren op de borst. Daarboven rustte, oveneens op de borst, een kruis, terwijl do knaap in de handen een rozenkrans hield en een witten palmtak. Zoo lag hij daar mot zyn wit mutsje op het hoofd, de ongelukkige jongen. Een aanplakbiljet van den volgenden inhoud is thans in verschillende plaatsen van ons land op ruime schaal aangeplakt: 1000 gulden beloouiug. Duizend guldon belooning zal worden uitge keerd aan hem, die dusdanige inlichtingen kan geven omtrent den schrijvervan den hieronder afgedrukten briof, door den vader van den vermoedelijk vermoorden scholier ALOUISIUS FRANCISCUS HOOGSTEDEN ontvangen, zoodat daardoor de dader kan worden aangehouden. (Volgt een facsimilé van den brief op de ware grootte.) Dez9 brief, met potlood geschreven, op postpapier zooals hierboven, was gestoken in eene niet gesloten, gele, vierkante, gewone hennep-couvert en is vermoedelijk op den 28stcn November j.l. des morgens tusschen 7.20 en 9.55 u. in een der brievenbussen gedaan, gelegen in de route Delftshaven, West-Zeedyk, Westerhaven, Willemsplein, Zwtjnenstraat, Scbiedamscbensingel, hoek Kortenaerstraat, Witte De-With-straat, Wijn haven, hoek Leuvehaven, Scheepmakershaven,. Postkantoor. Inlichtingen, hoe gering ook, worden dringend verzocht door don Hoofdcommissaris van politie W. VOORMOLEN. Bureau Kaasmarkt 4, Rotterdam. In het „Alg. Hbld." komt een ingezonden stuk voor, dat zeker algemeen behartiging verdient. W3ar men op het oogenblik komt, zoo wordt daar gezogd, met wien men spreekt, het gesprek loopt steeds over den kindermoord te Rotterdam. En geen wonder: do gemoederen zyn in beweging, menig ouderhart krimpt ineen -by de angstige gedachte, dat het hun kind kon geweest zijn of kon overkomen op zoo'n laaghartige wijze te worden om het leven gebracht. Hoe lang nog, of, helaas, dit schandelyke feit en dia gedachten zullen weer plaats maken voor meer recente gevallen. Daarom kwam by my de gedachte op, of het niet wenschelyk zou zyn, dat de onder wijzers in de lagere klassen der scholen, vooral in de groote steden, telkens en telkens, liefst Ydör het uitgaan der school, de kin ltren waarschuwen om toch vooral niet^met on be. kende menschen moe te loepen. lekkernijen nóch geld aan te nemon, maar direct naar huis te gaan, hun daarby voorhoudende, dat zulke menschen dat attyd doen met nevenbedoe lingen. Er zullen vele ouders zyn, die hun kinderen waarschuwen, maar het kan. dunkt me, niot anders dan ten goede werken, dat de onder wijzers de kinderen zoolang waarschuwen, totdat het er by hen voorgoed in zit en ook omdat, als op school vóór het uitgaan wordt gewaarschuwd, het dan nog frisch in het geheugen is. Be begrafenis. Hieromtrent seint men ons uit Rotterdam het volgende: Hedenmorgen had op de Roomsch-Katho- lieke begraafplaats de ter-aarde bestelling plaats van den vermoorden tieDjarigen scho lier Hoogsteden. Er was reeds vroeg een ontzettendo volksmassa op de been, die den treurigen stost van het ziekenhuis tot de begraafplaats vergezelde. Eeno talryke politie macht handhaafde de orde. Het lykje word in het ziekenhuis voor het laatst bezichtigd door een dertigtal leden van „St.-Barbara," de afdeeJïng van den Roomsch-Katholieken Volksbond, waarvan de vader van den jongen Hoogsteden lid is, en voorts door verdere belangstellenden; waarna de kist in den lyk. wagen getild en naar de ouderlijke woning, zooals men weet in de G au.v erne straat, werd gereden. Hier werden drie kransen op de kist gelegd, twee van leerliDgen der St.-Jozefsschool, waar de vermoorde schoolging, aan hun diep- betreurden mede-leerling, en één van de be droefde familie aan het geliefde kind. De vader nam in het ecrate volgrytuig plaats met zyn elfjarig dochtertje, dat, naar bekend is, door den. moordenaar in diens brief ook fs bedreigd, en daarna zette de stoet zich in beweging onder het klokgelui van de St.- Jozefs-kerk. Zoo trok hy door de met eene dichte menigte bezette straten, langs de Kruiskade, den Goudschen Singel en den Goudschen weg, naar de begraafplaats, waar niemand uit het talryke publiek toegelaten werd. In de kapel op den doodeDakker verrichtte pater De Haan de gewone uitvaart-ceremoniën, daarna ook aan het graf. Hier werd gebeden en daarmede was de inderdaad sombere plech tigheid geëindigd. Aan het graf stonden de kweekeling Van de Griendt en vier mede-scholieren van den kleinen Hoogstelen. De deelneming was alge meen, evenals ook de verontwaardiging over de vreeselyke, weerzinwekkende misdaad. Eerkelyke Berioliten» In het kerkgebouw der Geref. Kerk B aan de Heerengracht alhier zal D i n s d a gavond a. s. (en niet "Woensdagavond, zooals abn- sievelyk elders werd aangekondigd) optreden de weledelgestrenge heer Idenburg, kapitein dor genie te Batavia, om eenige mededeelin- gen te doen aangaande de zending op Java. Aanvang te halfacht. Voor de Ned. Hervormde Gemeente van Woubrugge zal Woensdagavond, 4 December, te halfzeven, optreden ds. F. Oberman, predi kant to Leiden. Geveilde perceeleu. Gehouden verkooping aan Den Burg alhier op 30 November 1895, ten overstaan van mr. L. M. J. H. Kerstens, notaris te Leiden Het huis, Hoefstraat 35, in bod f 2300, kooper de hoer I. Boadri qq.; het huis, Zuid singel 47, in bod f 725, kooper de heerH.I. De Nia qq., voor f' 743. Gemengd Nieuws. Wij leven thans in den tyd, dat er heelwat inkoopen worden gedaan. En druk ook. Zelfs de aanstalten voor de Sint- Nicolaas-markt waren reeds sedert enkele dagen merkbaar en de étalages in de winkels van onderscheiden aard wedy veren mot elkaar om, ioder op hun gebied, met het schoonste en aanlokkelykste do oogen van de bezoekers of bezoeksters to boeien. Dat gebied is inderdaad zeer uitgebreid en in vele opzichten ook hoogst belangrijk. Eene voorname, oene in het bijzonder nuttige, eene eereplaats daarin bik leed t ontegenzeglijk dat gene, wat we onder goede, degelijke lectuur verstaan en wat daarmede in verband staat, de kunsthandel. Ten rechte mocht daarom de firma Blan- ksnbexg Co., aan de Mare alhier, reeds ettelyke weken vooraf haar begunstigers en begunstigsters tot een bezoek nooden aan hare étalage, welko, zich bewegende op het terrein van boek-, muziek-, plaat-, in één woord, door de aanverwante artikelen, als kunsthandel, op zich zelve een kleine expositie kan genoemd worden, doch zonder kermis vermakelijkheden om> publiek te lokken. Hier beveelt ze zichzelve aan, en al ging er reeds vetl van de hand, ze vermindert er niet- noemenswaard, om, want ze wordt dan telkens weer op dezelfde wijze aangevuld, zoo.at, wat daar, in onze eigen en de drie moderne talen, in artistiek gebonden en. rijk geëmailleerde werken van kostbaren aard, maar ook in de eenvoudige en toch keurige aantrekkelijke edities van de beste poëzie- en prozabundels en geïllustreerde boeken te zien iS', het hart van den liefhebber goed doet. Maar ook tallooze andere en doelmatige artikelen zyn er, alle even geschikt voor cadeaux en verrassingen. Zoo zagen we o. a. een prachtige, groote photographie op porselein en in keurige vergulde lyst voor eigenlijk weinig geld; verder een menigte van repro ducties naar schilderijen van beroemde Neder- landsche meesters,, welke reproducties, als men 't.niet wist men onmogelijk voor photographieën zou aanzien, zóó artistiek als ze van bewer king zijn; uit de hand gekleurde teekeningen, welke men zweren zou dat aquarellen waren afbeeldingen in kleuren op glas, zeer kunstig en vol effect tegen dagr of kunstlicht; en als iets heel aardigs en zeer nieuws kunnen we ook noemen een „Bilderbuch" van Lothar Meggendorfer (idem bekenden teekenaar van de „Fliegende Blü.tter")T, waarvan het gelaat der humoristische figuren niet van papier, maar van caoutchouc fe, zoodat, als men die met zorg bewerkte beelden in beweging brengt, waartoe een eenvoudig toestel dient, men all-rgrappigste gedaanteverwisselingen aan schouwt. De heer G. Losaan: de Hoogewoerd, wil ook dit jaar voor zyno collega's niet onder doen. Dadelyk al by het binnenkomen, ont vangt men door den ruimen aanblik, als 't ware met een perspectief op den achtergrond een prettigen indruk en zelfs een vluchtig overzicht geeft de overtuiging dat men in de verschillende afdeelings vertrekken by het zoe ken naar nuttige of aardige boeken, pracht- en plaatwerken of andere artikelen wat be treft papeteria (luxe papier, portefeuilles, pho tographieën, een zeer uitgebreide keuze platen, schilderyen, geschilderde stukjes, muziek- en kaarten berging niet verlegen behoeft te zyn. De étalages van den heer Los toch omvatten alles wat men in dit genre kan verlangen en de keuze is door do verschillonde indeelingen zoo gemakkelijk mogelyk, ook wat verlangd mocht worden omtrent kalenders en de groote serie jongens- en meisjesboeken, pren tenboeken enz., alsmede de collectie blauwe borden en tegels naar afbeeldingen van schilderstukken. De heer Los heeft bovendien iets, dat wy niet bij een ander zagen en dat hy trouwens expresselyk voor deze gelegenboïd zelf heeft laten vervaardigen.: een schoorsteenscberm, bestaande uit vier keurige langwerpige platen in kleuren en geëncadreerd in eikenhout. Deze vier afdeelingen vormen een waariyk schoon geheel. De byzondere zorg, die oor hier besteed is aan het byeenbrengen van verschillende artikelen in al hun verscheidenheid, moet velen doen besluiten er een bezoek aan te brengen en dan natuurlijk verlokken hier eveneens hun inkoopen te gaan doen. Indien wij ons niet vergissen étaleeren by een gelegenheii als deze voor de eerste maal de heeren Gebrs. Snelt aan de Breestraat, als opvolgers van wylen den heer P. Somerwil. Ook hier een groote keuze van boeken, zoo wel eenvoudige als in de prachtigste uitgaven, een fraaie collectie luxe-post, platen, schilde-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2