Krijgsman ei Koopman,
N°. 10973
Zaterdag SO November.
A0.1895
<§eze (Courant wordt dagelijks, met mtzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Premie St.*Nico!aas.
JP. JLouwerse:
Leiden, 29 November.
F euilleton.
LEIDSCH
DA&BLAD.
PBIJS DEZER COUBANT:
Voor Loiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afeondorlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER AD VERTENTIËN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
■wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Van eenige Abonnés ontvingen wij aan
vragen om ook een boek als premie te willen
geven voor jongens, ouder dan 10 jaar. Daaraan
willen wy voldoen, door op dezelfde dagen,
nl. 3 en 3 December, als premie te geven
voor 33 Cents.
Voor zoover de voorraad strekt, kan men
'dit werkje gebonden bekomen
voor SO Cents.
Aanstaanden Zaterdag-avond zal men
ln bet LEIDSCH DAGBLAD den bon
vinden, waarop men dus kan verkregen:
3 verschillende prentenboekjes aio Cts.
8 25
1 ex. Lonwerse, Krijgsman, ing. 25 Cis.
1 n geb. 50
DE UITGEVER.
De boekjes z(jn aan het Bureel,
Doezastraat, to bezichtigen.
Officiëele IienningevinBen.
Eerste zitting van den- Slilülcrnad.
Burgemeester eo Wethouders vao Leiden brengen
ter algemeene kerniid dat de eoreto zittiug vau den
Militieraad, voor tieze gemeente in overtouetemuiing
met art. 25 van bet Kounkhjk beeluit van den
8sten Mei 18C2 (Staatsblad No. 46), volgons modo-
deellng van don Heer Luitenant-Kolonel Militio-
Oommiesaris in bot 3de district van Zaid-Hoilaud,
vrordt gebonden;
op Maaudag den 9den December 1895, des voor
middags te halfcien, voor do lotolingen, dio do nom
mers getrokken bobben vaD No. 1 tot No. 1C0
op Dinsdag den lOdeu December 1895, des *oor-
middags to halftion, voor hon, dio getrokken hebber»
van No. 101 tot No. 150;
op Woensda: den llden Deoembor 1895, dea voor
middags io halftieu. voor hen, dio getrokken bobbei»
van No. 151 tot No. 300;
op Donderdag den 12den December 1895, des vuor-
mlddage te balftien, voor ben, dio getrokken hebben
T&n No. 301 tot No. 362;
en zulks in een der iokaloo ran hot Invalidenhuis
binnen deze gemeente.
Zij herinneren voorts da' u gemelde zitting voor
den Militieraad moeten v«.n»öhtjpen
1°. de vrijwilligers «oni Je Militie;
2°. de loteliogen. dit 'rystelling verlangen wegens
ziekelijke ge3te)dL.. uJ A gebroken, of gemis van de
gevorderde leng-o;
dat de lolt] ;>.tnf die voor dien Baad niet zijn
Terschenon, g «den worden geone redenen tot
vrijstelling te oben en voor den dienst worden
aangewore:», lorwtjl net niot ontvangen van een
oproepingsbiljöt niot ontheft van de verplichting tot
het verecljjneo vooi den Militieraad of tot hot in
diener» van de tot staving dor redenen van vrij-
■tolling govordtrde bewijsstukken.
niet den meodlen nadruk wordt de aandaobt va
belanghebbende er tevens op gevest gd dat ook
bet inleveren der bedoelde bewijsstukken bij den
Burgemeester niet voldoende is om zich de
Viyatelliug te Yerzokeren, waarop meencn aan
s raak to kunnen maken, maar dat bnn belang
medebrengt om bovendien de vr ij stelling te
vragen in de eerste zitting van den
Militioraad, op den tijd, daarvoor overeenkom
stig art. 25 van het bovenaangehaald Koninklijk
besluit bepaald.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
Loiden, F. WAS, Burgemeester.
29 Nor. 1895. E, KIST, Secretaris.
In de eerste bijeenkomst van de leden
van de „Alliance Framjaise" alhier trad
gisteravond Georges Roden bach, van Parijs,
als spreker op. In een belangwekkende voor
dracht liet hy in een soort auto-biograpbie
een blik slaan in het leven van ben, die in
Vlaanderen zich wijd aan -1e beoefening
der Fransche poézie Na da pauze werd voor
gedragen „le Voile". *pn lever de-rideau, inder
tijd in het „Théaü* Francais" opgevoerd,
dat zoowel wat den -orm als wat den inhoud
betreft, bewees, dat men 6en waar dichter
voor zich had.
Lulde bijvalsbetuigingen toonden genoeg,
dat de spreker zyn talrijk gehooc had weten
te boeien.
Het heeft Haren Majes* -n de Koningin
en do Koningin-Regentes -ehaagd in te
teekenen op bet by de i* raa E. J. Brill,
alhier, uitgegeven „Konh.gin Wilhelmina-
Album".
Do Staatscourant van 29 dezer bevat de
volgende kennisgeving van den minister van
w., h. en n.:
Met het oog op de b\j gelegenheid van het
aanstaande St.-Nicolaasfeest te verwachten
drukte, wordt de vergunning om meerdere
per pakkelpost te verzenden pakketten aan
hetzelfde adres van slechts éóne adreskaart
te doen vergezeld gaan, voor den tyd van 2
t.ot en met 6 December a. s. ingetrokken, en
zal «derhalve by elk, gedurende dat tydvak
ter verzending aangeboden pakket eene adres
kaart gevo.-gd moeten zyn.
Voorts wordt met nadruk aanbevolen, om
by de onderwerpelyko gelegenheid:
lo. voor eene doelmatigo en stevige ver
pakking der te verzenden voorwerpen zorg
te dragen, in dier voege, dat deze op afdoende
wijze voor breken of beschadigen gevry-
waard zyn;
2o. de adressen, zoo mogeiyk, op den omslag
der pakketten zelf te schryvon en waar
opplakking of aanhechting van het adres
onvermydelyk is, dit in ieder geval zóó te doen
plaats hebben, dat voor het verloren geraken
daarvan, tydens het vervoer, redeiykerwya
geen vrees behoeft to bestaan;
3o. in de pakketten, waarvan het adres
niet op den omslag geschreven is, een tweede
los adres in te sluiten.
Men bericht ons uit Zoeterwoude dat
gisteravond zeer velen en volstrekt niet alleen
kinderen naar het kerkgebouw der Ned.-Herv.
gemeente aldaar waren opgekomen, om de
byeenkomst b\j te wonen, waarin mej. Gun
ning, uit Leiden, welwillend en met prooten,
takt lichtbeelden deed aanschouwen en daaroy
ophelderingen van het geziene gaf of ver
halen deed naar aanleiding der op het doek
te voorschyn gebrachte, duideiyke tafereelen.
Velen heeft mej. Gunning daarmede een
paar aangename, nuttige en leerzame uren
doen doorbrengen, velen daardoor ook te
Zoeterwoude, evenals vroeger reeds el :ers, in
deze werkzaamheid aan zich verplicht. Wat
zy deed, werd ook nu weer op hoogen prijs
gesteld.
De predikant by do Ned.-Herv. gemeente
te Zoeterwoude, ds. C. Spoelstra, opende de
byeenkomst met gebed en sloot baar met
dankzegging.
De eerste zitting van den Militieraad
voor de gemeente Oegstgeest zal plaats heb
ben te Leiden in het Invalidenhuis op Maan
dag 9 December a. s., 's namiddags te één uur.
Het aandeel van de gemeente Oegstgeest
in de te leveren manschappen voor de lich
ting der nationale militie van 1896 bedraagt 9.
Voor Noordwyk bedraagt dat aandeel 9,
Noordwykerhout 5, Hillegom 11, Lisse 5,
Sassenheim 3, Warmond 2, Voorhout 2, Ryns-
burg en Valkenburg elk 5, Katwyk 18.
Mej. J. E. Byieveld, te Houtryk en
Polanen, heeft hare benoeming tot onaerwy-
zores aan school No. 9 te Haarlemmermeer
aangenomen.
Voor het examen M. O. in het schoon
schrijven is toegelaten de heer L. Hooftman,
van Boskoop.
Men 6chryft ons uit Stompwyk: Woens
dagavond had hier de jaarvergadering plaats
van de IJsclub „Nut en Vermaak". De voor
zitter, de heer B. H. Hansen, opende met
een welkomstgroet, waarin by wees op het
vele en goede, dat in den vorigen winter was
verricht, en dankbaar den steun herdacht,
die de Vereeniging had ondervonden, toen de
kas dreigde uitgeput te raken. Daarna werden
de notulen der vorige vergadering gelezen en
goedgekeurd. Aan de orde was vervolg' ns
het verslag en de rekening en verantwoor
ding van secretaris en penningmeester. Uit
beide bleok dat de toestand zeer gunutig kan
genoemd worden, dank de veelzydige mede
werking. Immers, 20 heeren- en 3 0 dames
leden werden aangeworven en aan buiten
gewone by iragen f 90 ontvangen. In weer
wil dan ook van vele werkza^mneden, hard-
ryderij, waarbjj behalve do pryswinners nog
16 van de meest bohoeftigen voordeel hadden,
en bovendien nog oene algemeen© bedteling,
sloot de kas met een batig saldo van f 53 76
Deze rekening werd door 3 personen onder
zocht en op hun voorstel goedgekeurd. De
altredende bestuursleden de heeren A. De
Jong Az. en J. v. d. Zyden Cz. werden her
kozen, resp. met 32 en 29 van de 34 stemmen.
Nabespreking van oenige huishoudeiyke zaken,
voornamelyk het werkplan voor het aanstaand
seizoen beireffende, werd de vergadering door
den voorzitter, met dank aan de opgekomen
leden en een opwekkend woord, dat biykbaar
instemming vond, gesloten.
In de Tweede Kamer stelde de Voor
zitter voor, Dinsdag a. s. te elf uren aan de
orde te stellen de Staatsbegrooting en by
hoofdstuk III te behandelen de interpellatie-
Kolkman betreffende den melkuitvoer en vóór
hoofdstuk IV het ontwerp tot invoering van
het Bertillonage-stelsel.
Daarna werd de beraadslaging over het
wetsontwerp tot herziening der Personeel©
Belasting voortgezet.
De heer Van Dedem vereenigde zich met
bet betoog van den heer Rutgers, dat onder
scheid moet gemaakt worden tusschen aftrek
van kinderen, wier opvoeding eigeniyk eerst
begint na hun 12de jaar, en kinderen, die na
hun 12«1e jaar reeds iets inbrengen.
De aftrek, door den heer Bahlmann voor
gesteld, kwam hem te gering voor voor de
lagere klassen. Een aftrek van 5 pet. op den
grondslag huurwaarde kwam spr. beter voor.
Dat stelsel zou voor de groote steden voldoende
zyn, maar voor kleine gemeenten zou het nog
niet sterk genoeg wezen. Kon hy nu met het
regeerings voorstel medegaan? De aftrek, door
de regeering voorgesteld, kwam hem voor de
lagere klassen te hoog voor, omdat die klassen
voor het meerendeel niot in de bedryfsbelas-
ting betalen. Een amendement zou spr. niet
▼o f 'ellen, maar hy gaf den minister in
o**. ^ging, zyne cyfers te verlagen. Gaarne
zag 'f*i, nu de discussie toch niet afloopt,
de btoussing over de artt. 6 en 7 aange
houdon, opdat de minister uit de verschillende
stelsels eene keuze zou kunnen doen.
De minister van financiënde verschillende
sprekers beantwoordende, zeide dat de heer
Bahlmann van een onjuist standpunt uitgaat,
door do kinderen te maken tot een grondslag
van belasting. Even onjuist is het beginsel,
dat de kinder aftrek moet gelden voor allen.
In deze verterings-belasting is dat beginsel
ten oenen male verkeerd. Ook by 's ministers
ambtsvoorganger is het nooit de bedoeling
geweest, aftrek toe te staan van eens ieders
aanslag. De grond van den kinder-aftrek is
door den minister in de memorie van toe
lichting ontwikkeld, en de minister refereerde
zich daaraan. Hy hield vol, dat er tal van
personen zyn, die geen grooter woning be
trekken wegens vermeerdering van gezin, om
de eenvoudige reden, dat zy dit niet kunnen
betalen by de meerdere onkosten voor een
grooter aantal kinderen. De grondslag voor
den kinder aftrek is geweest, dat by een ge-
lyken levensstandaard zy, die geen kinderen
hebben, meer draagkracht nebben, en dus
beter belasting kunnen betalen.
Vermeerdering van gezin brengt altyd ver
meerdering van onkosten mee, zegt men.
Zeker, maar staat dit geiyk voor een gezin,
waar men onbekrompen leeft, en voor een
gezin, waar men moet uitrekenen om rond te
komen? Immers neen. Biliykheid en recht
vaardigheid eischen om daarmee rekening te
houden. Wanneer men volgt het systeem-
Bahlmann en aan ieder geiyken aftrek geeft,
dan zal de druk te zwaar worden voor vele
anderen. De cyfers zyn door de Regeeiing
zóó gekozen, dat de aftrek het grootst zou
kurnen zyn voor hen, die het zuinigst leven.
En gaat men nu het geld verspillen door
aan allen aftrek te geven, noodig of niet noo-
dig, dan zal aan hen, die het 't meest noodig
hebben, geen voldoende aftrek kunnen worden
gegeven. Daarom was de minister tegen het
amendement-Bahlmann. Het wetsontwerp zal
er nog slechter door worden, zeide de heer
Veegens. Best, laat het nog slechter wor en.
De minister respecteerde die meening, maar
geloofde niet dat de Kamer dit standpunt
deelt. (Men zegt dat de heer Veegens dit niot
heeft gezegd; is dat zoo, dan nam de minister
zyne woorden terug).
Wat het amendement-Borgesius-Drucker
betreft, het verheugde den minister dat er
tusschen hen en hem eene zekere overeen
stemming bestaat; er is alleen eenig grens-
verschil. Doch zou do minister nu daarover in
détails treden? Zou de minister het amende
ment overnemen? Dat kon hy niet door tal
van andere amendementen tot vermindering
van opbrengst, die nog op beslissing wachten.
Dat is de reden, dat de minister dat amende
ment niet overnam, hoewel het zyn sym
pathie had.
Daarna kwam de minister tot de détails.
Hy was het eens met den heer Rutgers, dat
het in sommige gevallen wenschelyk ware,
onderscheidingen te maken, maar waar is weer
de grens? Het eene kind brengt zooveel thuis,
dat de ouders het or van onderhouden kunnen;
een ander verdient nog niet eens zyn schoeisel.
Een onderscheid is practisch niet te maken
Het amendement-De Ras tot remissie voor
inwonende broers- en zusters kinderen en in
wonende schoonouders. Hoe zal ook hier de
grens gevonden moeten worden? Er zyn er,
die nog wat te verteren hebben, anderen, die
geheel ten laste van het gezin komen De
uitdrukkelyko bepaling, dat kostschoolkinderen
inwonende kinderen zyn, achtte de minister
niet bepaald noodig, maar hy wilde wel eene
wyziging in dien geest aanbrengen. Aan
den heer Borret antwoordde do minister, daw
2 aanslagen voor winkel en huis niet nosdig
zyn, maar volgens art. 32 worden zy afzon
deriyk aangeslagen.
De heer Van Delden adviseerde namens
de Commissie vac Rapporteurs dat bare
meerderheid aanneming van het amendement-
Balhmann ontraadt; tegen het amtndement-
Borgesius Drucker had de C v. R. geen
bezwaar, na hetgeen de minister daarover
zeide. Zy liet d6 beslissing aar- do Kamer
over. Het amendement-Harte, een aanhangsel
var het amend.-Bahlmann, were door de
C.v. R. ontraden, evenzoo het amend.-DeRas.—
Det heei Borret antwoordde spr., dat voor
den kinder aftrek de huurwaarde van winkels
en woonhuis afzonderlyk wordt inrekend.
De heer Drucker verdedigde nader het
amendement, door hem en den heer Borgesius
voorgesteld tegenover de opmerkingen van ae
heeren Veegens en Bahlmann. Spr. betoogde
dat voor de lagere en middenklasse de toe
stand slechter wordt by aanneming van het
amendement Bahlmann.
Nadat de heer Bahlmann de aftrekpercen-
tage verhoogd had tot 5 en de Minister den
aftrek had uitgestrekt tot de kinderen, elders
verblyvende op een onderwys inrichting, werd
het amendement-Bahlmann verworpen met
63 tegen 29 stemmen. Het amend. Borgesius-
Drucker werd aangenomen met 88 tegen 4
stemmen. Het amendement-De Ras (aftrek
voor inwonende verwanten in de zylinie) werd
verworpen met 51 tegen 40 stemmen. H t
Een verhaal uit den Bomeinsclien
Keizertijd»
S)
Ridders en senatoren volgden hem in
grooten getale of schaarden zich om een
byzonder interessant paar. Men noemde en
wees elkander die gladiatoren, die den vol
genden dag in den circus zouden vechten,
bespiedde en besprak hun verschyning.
„Nu, Scorpos," aldus wendde Graphidon
zich tot een jongen Griek, die zich aan de
springplank oefende, „hoe staat het met de
'voeten? Denk aan je huid, myn waardel Je
hebt voor de eerste maal met een netwerper
te doen. Je moet meer op je beenen rekenen
dan op je armen. Het zou jammer zyn, als
wy jou nu reeds moesten verliezen l"
Het lokaal, waarin de meester zjjn lessen
gaf, geleek zeer veel op onze gymnastiek
lokalen. Er hingen aan de wanden of lagen
in de hoeken stompe wapens, helmen en
harnassen, alsmede gewichten voor de ont
wikkeling der armspieren. Byzondere toe
stellen waren aangebracht voor het hoog en
vèr springen en dergelyke oefeningen; een
dichte zandlaag bedekte den vloer en be
hoedde hen, die vielen, voor ernstige schade.
Op den achtergrond voerden twee deuren
eenerzyds naar de woning van den meester,
anderzyds naar de slaapzalen der gladiatoren.
De positie dezer lieden was sedert Spar-
tacus' tyden aanmerkeiyk veranderd en ver
beterd. De misdadigers, die altyd nog in den
een of anderen vorm in den circus opgeofferd
werden, behoorden niet tot hen. Zy werden
voor het grootste deel gerecruteerd uit krygs-
gevangenen, die de meesters op de markt
kochten en opleidden, en uit vryen uit de
provincie en uit Rome zelf, die dit beroep
kozen om in hun onderhoud te voorzien.
Niet alleen schermmeesters en ondernemers
hielden er gladiatoren op na, maar ook parti
culieren, dikwyls bywyze van sportliefhobbery,
meermalen om politieke redenen; niet alleen
voor den stryd in de arena, maar meer nog
als een soort van moordknechten, die op een
wenk van den meester dengene doorstaken
of doodsloegen, dien hy hun aanwees. Zoo
werd by voorbeeld de beruchte Clodius door
de gladiatoren van Milo omgebracht.
"Wanneer een krygsgevangene een tydlang
in 't openbaar gevochten, zich goed godragen,
zich door bekwaamheden en geluk onder
scheiden had, dan kreeg hy het houten
zwaard met zilveren gevest, een symbool,
dat hem van verder optreden ontsloeg en
hem den stand van een vrygelatene ver
leende. Een vrywillige gladiator moest den
by contract vastgestelden tyd uitvechten; als
hy er heelhuids afkwam, had hy meestal
genoeg geld bespaard, om stil te gaan leven,
of, zooals, Graphidon, een gladiatorenschool
op te richten.
Vryen en krygsgevangenen leefden ge-
zameniyk in het huis en onder het toezicht
van den schermmeester, hun heer. Goed
gevoed, kameraadschappeiyk behandeld, door
de grooten opgezocht en vertroeteld, vormden
zy een „familie"; de „familie Graphidon",
„familie Euchenor", enz.
Onderling waren zy weer verdeeld in ver
schillende corporaties, waarvan ieder een
afzonderiyke vechtmethode beoefende. Daar
waren bestiarii, dieren vechters; de wilde
Thraciörs, met degen, dolk en klein rond
schild vechtend; de retiarii, die met een drie
tand vochten, maar met name den tegen
stander in de mazen van een net poogden
te verwikkelen, dat zy met groote behendig
heid wierpen; de galli, met een sikkel in
plaats van het zwaard; de dimachaeri, in
elke hand een kort zwaard zwaaiend. Daarby
waren zy meestal evenals de ridders der
middeleeuwen in yzer gehuld; alleen hals en
borst waren niet beschut.
Zooeven werd de groote poort, die naar de
straat voerde, geopend, en een officier der
lyfwacht trad in volle wapenrusting binnen.
De patriciërs ontvingen hem met luid gelach.
„Hé, Pudensl" aldus begroette de senator
Vadiu8 Pollio hem. „Waarom zoo laat? Heb
jy je vertraagd door een nieuwe pommade, of
een schoon kapsel uitgevonden?"
Pudens echter, de tribuun, die door Bulla
zoo in de luren was gelegd, vertoonde onder
den helm, dien hy als tribuun droeg en nu
vanwege de groote hitte afnam, een kalen,
naakten schedel, zooals hy onder het scheer
mes der roovers te voorschyn gekomen was.
„Hoe zul je het nu aanleggen, vriend, als
Metella een lok van je haar verlangt?" riep
Villus Crispus, een ryke vrygelatene, hem toe.
„Je hebt het beter dan Fortuna, de godin
van het geluk. Zy loopt altyd gevaar, by de
haarlok op haar voorhoofd gevat te worden;
gy daarentegen behoeft daarvoor niet bang
te zyn," voegde de ridder Quinctus Arius er by.
„Ik benyd je," aldus verhief de senator
DomitiU8 Tullus zyn stem. „Je bent ten
minste geheel kaal, my echter blyft helaas
een dunne wol, die niet vermeerdert en ook
niet vermindert, en myn kale plek ontsiert.
Laatst heb ik my in myn studeerkamer
opgesloten en de haren geteld. Wat denk je
wel, hoeveel er waren?"
„Honderd I" zeide Pudens.
„Negen en negentig, geöerdo heerl"
„Hoe jammer!" antwoordde de tribuun,
„dat my niet één gebleven is I Ik zou het
je gaarne geleend hebben, om het getal vol
te maken. Doch hoe staat het? Kan men
nog altyd niet weten, wien Graphidon tegen
over onzen vriend Larcius stelt? Zal het een
Germaan zyn, wiens spieren imponeeren,
maar wiens beenen niet erg vlug zyn? Een
Griek met bedriegiyke listen? Een Romein?"
„De methode der Germanen bevalt my
niet," sprak de senator op geleerden toon.
„Het is geen schermkunst, zich als een stier
op den tegenstander te werpen."
„Het kan zynl" antwoordde Yadius Pollio
hem. „Maar hun slagen vallen zwaar en dicht
als hagel; zy dwingen den tegenstander te
wyken, totdat zy hem tegen de borstwering
dringen."
„Er staan ook eenige dierenscènes op het
programma," merkte een op; „helaas is de
zwarte panter sedert de laatste maal door
den olifant doodgedrukt. Welk een prachtig
schouwspel, toen hy op de vyf Aothiopriés
losgelaten werd en ze in stukken echeui
„Nu, de arme lieden hadden ook geen
wapons
„De panter evenmin 1"
„Aanstonds zullen wy een Germaan zien,"
zeide Yadius Pollio, terwyi hy zich tot Do-
mitiu8 Tullus wendde. Allen schonken hun
aandacht opnieuw aan de vechtenden, en met
name aan een schouwspel, waarvan zy zich
veel genot voorstelden. De schermmeester
zelf had zich laten wapenen, om te vechten
met een gladiator, die reeds in volle wapjn
rusting verschenen was, en wiens rossige,
onder den helm uitkykende lokken Noordscho
afstamming aanduidden.
Na de eerste afdeeling omringden niet
alleen de edelen, maar ook de andere gladi
atoren het paar in dichte ryen en waren
niet karig met hun byvalsbetuigingen.
Jö hebt je man gevonden, Graphidon l"
riep hem een ridder toe, „en moogt biy zyn.
dat je niet meer met scherpe wapens behoeft
te vechten; het zou leeiyk met je kunnen
afloopenl"
„Dubbel schynslag gepareerd en als de wind
nageslagen l Bravo I Bravo 1"
„Maar nu heeft hy er oenl" riep Quinctu;
Arina. Inderdaad had de oude schermmeestaT
een schitterenden aanval uitgevoerd; maar
vast op zyn voeten staande, was de gladiator
teruggesprongen, en nu kletterde zyD naslag
over het met blik beslagen borstharnas.
Pudena, die evenals de anderen toegekeken
had, werd geheel oog. „Deze Germaan u
buitengewoon vlug ter been," prevelde hy
(Wordt vervoitjd.)