N°. 10971 Donderdag; SS November, A°. 1895 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 27 November. W enilleton. Het oordeel van Paris. LEIDSCH DAG-BLAB. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10. Franco per post. .-...••• 1.40. Afzonderlijke Nommers »x a 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Tweede Blad. Officieel© Keunisffevincren. Burgemeester eu Wothoudere van Lisse maken bekend dat de eerste zitting van den Militieraad zal worden gelioudeu te Leiden, in het Iuvalidtnkuie, op DinBdag 10 December a. a., des voormiddaga te halftwaalf. Naar de heer J. H. Róssing m het „N. v. d. D." mededeelt, komt by een der gezel schappen „Trilby" in studie, een Hollandsche vertaling van het geruchtmakende Engelsche tooneelspel. By een anderen troep zal het gespeeld worden in eeno bewerking, door een bevoegd auteur gemaakt naar den roman van dien naam, thans bü den heer A. W. Sythoff te Leiien ook in het Hollandsch verschenen en vertaald door Joh. Gram. Benoemd is aan de Ned.-Herv. school te Rynsburg (hoofd de heer Vreeswyk) mej. E. Klinkert, te Leiden, die de benoeming heeft aangenomen en met 1 Jan. 1896 in functie zal treden. De heer W. H. H. Nouwen, sedert 15 Juli dezes jaars onderwijzer aan de openbare school te Roelof-Arendsveen, heeft om gezond heidsredenen eene gelijke betrekking gezocht en gevonden te Heesch, in Noord-Brabant. De plaatselijke anti-revolutionnaire kies- vereeniging te Aalsmeer koos tot candidaat voor de verkiezing van- een lid der Prov. Staten den heer G. A. A. Knaap, landbou wer te Haarlemmermeer. De vorstelijke familie vertrekt Vrijdag middag per extra-trein van Het Loo naar Den Haag. Het stoffelijk overschot van den gepens. kolonel van het Nederl.-Indische leger A. W. Egter van Wissekerke, dat heden naar Gotha vorvoerd werd om aldaar de verbranding te ondergaan, werd gisteren te 's Gravenhage naar het Staatsspoorwegstntion overgebracht. Tal van oud officieren van het Nederl.-Indi- sche leger, o. a. generaal Netscher, zoomede de heer Lodewyk Mulder, waren aan het station om den overledene de laatste eer te bewijzen. In de Staatscourant van 27 dezer zyn opgenomen de by koninkiyk bGsluit van 8 Oct. jl. goedgekeurde gewijzigde statuten der „Nederlandscbe Vereeniging van oud- stryders der zee- en landmacht uit „Neór landsch Indiën: Het Vaderland Getrouw", te 's-Gravenhage: Deze Vereeniging is opgericht 17 Nov. 1888 voor een tijdvak van 29 jaren en stelt zich ten doel: lo. toewyding aan Koningin en vaderland, 2o. behartiging der stoffeiyke en maatschappelyke belangen van de leden, de woduwen of weezen van overleden leden. Zy tracht dat doel te bereiken door: lo. in de uren des gevaars de leden te stellen ter beschikking van Koningin en vaderland; 2o. de geboortedagen van het Vorstelijk Huis, alsmedo de gewichtige dagen uit 's lands geschiedenis, op waardige wyze te herdenken 3o. het onderhouden van den krygsmansgeest en kameraadschap onder de leden, hot kweeken en bevorderen van liefde voor Koningin en vaderland, door hot houden van lezingen en voordrachten; 4o. het byeenbrengen V2n gelden, ten einde de leden ingeval van ziekte of tegenspoed stoffelyk te steunen en behulp zaam te zyn in het verkrygen eener betrek king of kostwinning; 5o. de leden by over laden op militaire wyze te begraven, aan hunne weduwen of weezen eene geldeiyke uiikeering te doen, en in behoeftige omstandig heden te steunen. Naar het „H. Dagbl." verneemt, ie de heer Max Monsanto, voormalig consul van Venezuela te Port au-Prince (Haïti), er in geslaagd het kapitaal byeen te brengen voor de hem door het bestuur van Curasao ver leende concessie voor den aanleg van een paardenspoorweg van Otrabanda naar Wel gelegen (Spaansche zyde) in de Willemstad. De heer Monsanto koestert de verwachting zijn concessie reeds in Februari a. s. in exploi tatie te kunnen brengen. Tot directeur van do gasfabriek te Apeldoorn is benoemd de heer M. Levert, in de plaats van den heer W. Joustra, die wegens ziekte ontslag aangevraagd had. De Provinciale Staten van Limburg heb ben in hunne zitting van Maandag met 20 tegen 17 stemmen besloten tot het invoeren v^n eene provinciale rywielbelasting. Zy treedt in werking op 1 Januari van het jaar, vol gende op dat, waarin de heffing zal zyn goed gekeurd. De belasting bedraagt f 5 per jaar en wordt geheven van een ieder, die op de openbare weg®n of voetpaden binnen Limburg van ry wielen gebruik maakt. De gemeenteraad te Schiedam nam giste ren met algemeeno stemmen het besluit, een rechtsgeding te voeren tegen den oud burge meester, den heer P. J. Van Dyk van Matenesso, ten einue van dezen vergoeding te erlangen voor de schade, cie de gemeente door het tekort in de kas van den ontslagen ontvanger heeft geleden. Naar men verneemt, zal de luit. ter zee lste kl. J. A. A. C. Ridder Van Rappard optreden als lste officier van de „Alkmaar". Het stoomschip „Conrad", van Amster dam naar Batavia, arriveerde 25 Nov. te Padang; de „Prins Maurits" is 26 Nov. van Suriname te IJmuiden aangekomen; de „Reichstag" vertrok 23 Nov. van Durban naar Hamburg; de „Sumatra" arriveerde 25 Nov. van Amsterdam te Batavia; de „Drente" is 26 Nov. van Batavia naar Rotterdam ver trokken; de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 26 Nov. Gibraltar; de „Salak", van Java naar Rotterdam, pas seerde 26 Nov. Wight; de „Veendam", van Nieuw-York naar Rotterdam, is 26 Nov. Lizard gepasseerd. De gewone audiëntie van den minister van koloniën zal op Yrydag 29 dezer niet plaats hebben. By koninkiyk besluit is eervol ontslagen C. L. M. Lambrechtsen, op zyn verzoek, als lid van het college van regenten over de strafgevangenis te Goes, onder dankbetuiging voor de in die bètrekking bewezen diensttD, en benoemd tot lid van genoemd college Ch. G. Coomans, ingenieur van den provincialen waterstaat, wonende te Goes. Ingetrokken het besluit van 26 Oct. jl., houdende benoeming van J. Bolk tot notaris te Delft, op diens verzoek, en benoemd tot notaris binnen het arrondissement 's-Graven- hage, ter standplaats de gemeente Delft, P. Bron, candidaat-notaris te 's-Gravenhage. Verleend een pensioen van f 578 aan K. B. De Groen, laatstelyk commies lste kl. by 's Ry'ks belastingen. Uitwonende ambtenaren te Rotterdam. Door B. en Ws. van Rotterdam is de vol gende missive verzonden: Gezien de adressen, door een aantal by het openbaar onderwys alhier werkzame ambte naren ingediend, om voor hun persoon ont heffing te verkregen van de bepaling van het Raadsbesluit van 18 October 1894, waarby in beginsel is beslist, dat voor het vervolg in het belang van den dienst van alle ambte naren der gemeente zou worden verlangd, dat zy in de gemeente hunne woonplaats hebben, met loekenning echter van de be voegdheid aan Burgemeest?r en Wethouders, om, indien daartoe byzondere redenen bestaan, daarvan afwyking toe te staan; gelet op het advies van de commissie voor het openbaar onderwys, dd. 29 Mei 11., No. 448, waarby is gevoegd eene lyst van al de adres santen, met opgave van de door hen bekleede functies, enz., besluiten: lo. ter uitvoering van bovenvermeld Raadsbesluit te bepalen, dat aan de ambtenaren der gemeente, die hunne woonplaats buiten cie gemeente hebben, nog tot uittrlyk 1 Mei 1897 tyd zal worden gelaten deze binnen de gemeente over te br-.ngen, zoodat te rekenen met dien datum voor hen en alle andere ambtenaren der ge meente het voorschrift zal gelden, dat zy binnen de gemeente moeten wonen, tenzy hun daarvan door deze vergadering dispensatie mocht worden verleend, 2o. aan de adres santen, die reeds zoodanige oispensatie hebben aangevraagd, te kennen te geven, dat in het by hunne adressen aangevoerde geene zoodanige redenen zyn gevonden, welke het verleenen dier dispensatie zouden wettigen. Uit Atjeh. Aan een schryven uit Ned.-Indië ontleent het „Hbl." het volgende: „Onlangs had ik gelegenheid verschillende posten in Atjeh te bezoeken, waar ik sedert een paar jaren niet geweest was. Myn indruk is, dat men alleszins reden heeft zich te ver- hougen, dat de tegenwoordige politiek verder zal worden gevolgd. „We moeten echter niet stilzitten en de XXII Moekims geheel van de XXVI afsluiten door twee nieuwe bentings Tjot Madi en Keta- pang Meot (beoosten Kroeng Gloempang). Bin nen betrekkeiyk korten tyd zal het dan in de XXVI Moekims even veilig wezen als nu in de XXV. „Het ongeluk van Atjeh was de zeer ver klaarbare zucht van iederen bewindsman om aan den oorlog in korten tyd een einde te maken. Ik ben echter overtuigd dat er nog menige Gouverneur-Generaal te Buitenzorg zal optreden, alvoreus in Atjeh de toestand van orde en rust zal gevestigd zyn, welke men in vele streken van den Archipel aan treft. Toch gaan wy vooruit; langzaam maar zeker, op de oud-Hollandsche wys, de beste. „Op Poeloe Web vorderen de werkzaam heden goed. Als er slechts kapitaal gevonden wordt, om de zaken flink aan te pakken, kan daar een flink station van beteekenis ontstaan. Of dat het geval zal wezen?" Gemengd Nieuws. Snel recht. Door de Haagsche rechtbank, kamer van burgerlyke zaken, werden gisteren pleidooien bepaald tot en met 15 September 1896. Gisteren deed de kantonrechter te Amsterdam uitspraak in de zaak tegen den directeur van den Skandinavischen Circus, die onlangs terechtstond wegens het laten optreden van kinderen beneden den leeftyd van 12 jaren in het ballet „De Poppenkoningin" en tegen wion toen deswege een geldboete geëischt was van f 648 of vier maanden ge vangenisstraf. De kantonrechter veroordeelde den beklaagde tot eene boete van f 144, subsidiair 48 dagen hechtenis. Een stukje papier. In den vroegen morgen van den 25sten Sept. jl. kwam C. Van der Meent, werkzaam by den landbouwer Westeneng, te Achttienhoven, tot do onaangename ontdekking, dat men in den tyd, dat hy zich naar 't land had begeven om te melken (van halfvier tot vier uren), zyn kast, staande op de bilt, was opengebroken en daaruit was ontvreemd een spaarbank boekje van de Nutsspaarbank te Utrecht, waarop een bedrag was ingeschreven van f 459.93, een portemonnaie, waarin ruim vier gulden, een ontvangbewys van een ter repa ratie gegeven horloge, een doosje met twee ryksdaalders en een sigarenkoker. Naar aanleiding dat men 's morgens even na 5 uren J. S., wonende te Achttienhoven, uit de richting van het huis van Westeneng had zien komen, er „wild en gejaagd" uit ziende, en deze in geen gunstigen reuk stond, omdat hy dit jaar reeds tot 3 maanden ge vangenisstraf wegens diefstal was veroordeeld, werd er al 6poedig vermoeden tegen hem op gevat, en in den avond van denzelfden dag werd hy aangehouden. By zyne fouilleering werden by hem ge vonden 3 ryksdaalders, 3 guldens en eenig klein geld; tevens werd in zyne portemonnaie gevonden een stukje papier, dat naar 't oordeel der 5 deskundigen, die gisteren voor de recht bank te Utrecht in deze zaak werden gehoord, waaronder de heeren Blankenhagen en Mete- lerkamp, commissarissen, en de heer 't Hooft, boekhouder van de Nutsspaarbank, de grootst mogelyke waarschyniykheid had, dat dit af komstig was van een spaarboekje van ge noemde spaarbank, terwyl 't nummer, dat zich op 't papiertje bevond, overeenkwam met het nummer, dat het spaarboekje or eg van Van der Meent; de heer Blankenhamen verklaarde zelfs, doch niet onder eede, do overtuiging te hebben, dat het nummer door hem was geschreven. By dit verhoor deed zich het geval voor, dat een der getuigen, nl. de heer 't Hooft, meende op de hem gestelde vraag naar het bedrag, dat stond ingeschreven ten name van v. d. Meent, niet te mogen antwoorden, omdat zyne instructie als boekhouder hem geheim houding oplegt, waarvan hy eerst wenschte ontheven te worden, welke ontheffing hem echter èn door v. d. Meent èn door den heer Metelerkamp werd verleend. Bekl. ontkende pertinent aan don diefstal schuldig te zyn, dóch wist geen verklaring te geven hoe h(j' aan 't bewuste stukje papi r kwam, en herhaalde telkens maar: „Ik kan het met zeggen, al moest ik sterven op staan- den voet." Bekl. was te 4 uren 's morgens opgestaan, had omstreeks halfvyf de woning zyns broers, by wien hy inwoonde, verlaten en was om over vyven gezi9n by de woning van Van Dyk, een afstand van nog geen kwartier, op welken weg hy de woning v; n Westeneng passeeren moest. Hy had dus over dezen korten afstand ruim 't dubbele van den noodigen tyd gedaan, terwyl hy, toen hy door Van Dyk gezien werd, zich haastig scheen te vorwyderen. Bekl. trachtte 't to doen voor komen, dat hy niet zoo vroeg van huis was gegaan, doch zyn broeder en diens vrouw verklaarden, dat hy hen om halfvyf reeds verlaten had. De officier van justitie meende dat door verschillende omstandigheden het wettig en overtuigend bewys van bekl.'s schuld was bewezenhet by hem vinden van een papiertje, duidende het noramer aan van 't spaarbank boekje, dat alleen aan v. d. Meent is afge geven; zyn aanwezig zyn ter plaatse, althans daaromtrent, op 't tydstip, dat de diefstal moet gepleegd zijn; zyne aan getuigen op vallende gejaagdheid op dat tydstip; zyn mislukt pogen om een alibi bij te brengen, enz., en eischte bekl.'s schuldigverklaring aan het ten laste golegde, en gevangenisstraf van 1 jaar en 4 maanden. De aan bekl. toegevoegde verdediger, rar. Tieboel v. d. Ham, achtte het wettig bewijs allerminst geleverd, en pleitte daarom vry- spraak. Een boerenplaats je, voor 17 jaar aangekocht voor /"8000, werd door go- committeerden der Reservekas te Appelscha by een publieke verkooping aangekocht voor f 3592. De bouwlanden en heidegronden zullen vanwege genoemd fonds voor boschcultuur in gereedheid worden gebracht. Een 100-tal arbeiders, die anders zonder werk rondliepen, vinden daardoor loonenden arbeid. In 't Friesche dorp Burum kregen eene jonge en oude vrouw onder het turf-meten ruzie; de oudste gaf de jongste drie stompen tegen de borst, waarop een hevig tweegevecht volgde en de beide strydlustige dames in een zanddobbe terechtkwamen, waar beider gemoederen kalmeerden en de kamp I een einde nam. 3) Daar woonde nameiyk in het huis Sporer- straat 5, deur aan deur met Leonhard, nog een andere jonge man, die Karei Spiesser heette. Hy was vergulder en verdiende aan- merkeiyk meer dan de arme kunstenaar. Men zeide dat hy reeds een aardige som bespaard had, om zich zelfstandig te kunnen maken, en er slechts op wachtte, of Anna hem dan wel Leonhard de voorkeur zou geven. Want ook hy vryde naar Anna en hoopte nog altyd op haar, ofschoon zy hem openhartig gezegd had, dat zy nimmer zyn vrouw zou worden, omdat zy hem niet beminde. En dat was te begrypen. Karei Spiesser was wel is waar ook een knappe man en kwam, vooral des Zondags, zeer netjes voor den dag, maar hy gold voor een gierigaard en een, die gaarne in troebel water vischt, en ook zyn familie genoot geen goede repu tatie. Zyn moeder was voor de tweede maal getrouwd met een voormaligen schoenmaker, Wochatz geheeten, die reeds eenmaal wegens diefstal gestraft was en van wien men allerlei kwaad vertelde. Met dezen Wochatz was Spiesser zeer bevriend en zat met hem dik- wyis avonden lang in de kleine herberg van Filding in de Sporerstraat, of wel in het éeDzaam gelegen huisje van zyn stiefvader in de Radebergerstraat, en de menschen be weerden dat de twee zich heimeiyk bezig hielden met proefnemingen, om van lood, yzer en andere metalen goud te maken, een kunst, die destyds zeer in de mode was, ofschoon zy nog niemand ryk gemaakt had. Leonhard Friese verwachtte den Neder lander op het afgesproken uur. Van der Werff was op zyn tyd. Na stevig aangeklopt te hebben, trad hy Leonhards kamer binnen, wierp een onderzoekenden blik in 't rond en liet zich onder asthmatisch hygen op een stoel vallen. „Worden wy niet gestoord?" vroeg hy. De schilder boog. „Neen, mynheer." „Goed. Luister danl Ik wil u de kopie van het „Oordeel van Paris" afkoopen voor vyf- honderd dukaten." A ah!Met een uitroep van verba zing viel Friese hem in de rede. De schilder was donkerrood geworden. „Pardon, mynheer, maar ik geloof, dat ik u verkeerd verstaan heb. U zeide vyfhonderd dukaten?" „Juist. Ik betaal u voorts nog vyfhonderd, in 't geheel dus duizend dukaten, als gy my een weddenschap helpt winnen. Ik moet de schildery van Van der Werff het origineel, niet de kopie vier en twintig uren in myn huis te Amsterdam hebben. Graaf Marcolini heeft my den koop der schildery geweigerd ik kan haar dus slechts door een list krygen. Nu heb ik het volgende bedacht. Gy voltooit uw kopie precies naar het voorbeeld; het leekenoog mag tusschen kopie en origineel in 't geheel geen onderscheid vinden. Dan verwisselen wy eenvoudig de schilderyen, dat wil zeggen: wy hangen de kopie in de plaats van het origineel en met het laatste reis ik naar Amsterdam en breng het ook netjes weer naar hier terug. Begrepen?" Vreemdelingen bereisden in dien tyd, die ryker aan origineelen was dan in do nivel- leerende negentiende eeuw het geval is, in grooten getale do wereld, en Engelschen, Russen en Nederlanders golden altyd als zeer zonderling en grillig. Nochtans was de jonge schilder sprakeloos over dit voorstel. „Myn aanbod verrast u, myn vriend," ging de Nederlander voort. „Maar ik spreek in vollen ernst. Ik heb dozen namiddag nauw keurige informaties ingewonnen. De eenige beambte der galery, die wat verstand van de schilderyen heeft, is de inspecteur Riedel. Hy gaat in het midden der maand voor langen tyd naar Engeland. De oppasser en het publiek zullen van de verwisseling niets bemerken. Zy is gemakkeiyk te volbrengen, daar uw hospes den sleutel der galery heeft. Gy behoeft dien sleutel slechts te nemen en des nachts, als de galery niet bewaakt wordt, de verwis seling te bewerkstelligen. Opdat gy echter niet bang behoeft te zyn, dat ik de bewuste schildery stelen wil, ben ik bereid, vyftig- duizend gulden zoo lang by u te deponeeren als het „Oordeel van Paris" in myn bezit is. Gy zoudt met deze som kunnen vluchten, maar dat geloof ik niet. Vertrouwen tegen vertrouwenik houd u voor een eeriyk man." „Maar ik zou het niet blyven, mynheer, als ik uw aanbod wilde aannemen," ant woordde Leonhard. „Ook indien ik uw voorstel werkelyk als de gril van een ryk man wilde opvatten, ook als ik zeker wist, dat de schil dery u slechts geleend wordt en na korten tyd weer in de galery van den keurvorst zou terugkeeren zou de verwisseling toch myn ongeluk kunnen worden, als zy ontdekt wordt. Neen, mynheer, daarvoor leen ik my niet. Wilt gy de kopie koopen goed. De heer, voor wien zy oorspronkelyk bestemd was, kan een andere bekomen." De Hollander stond op. „Goed," zeide hy, „ik neem de kopie en betaal haar, zooals ik gezegd heb. Ik reis morgen voor eenigen tyd naar Boheme. Na myn terugkeer kom ik nog eenmaal by u. Vóór dien tyd kunt gy er over nagedacht hebben, of de prys voor uw schildery verdubbeld zal worden. Myn naam kent gy, en als gy meer omtrent my wilt weten, wendt gy u tot den Neder- landschen gezant, die u in elk geval de beste informaties zou kunnen geven. Vaarwel!" De Nederlander knikte en ging; Leonhard Friese echter zoog op een stoei neer en staarde voor zich uit. Duizend dukaten! Zyn geluk, zyn liefde, zyn toekomst zyn alles hing van het goud afl HL Het was in den nacht van den 21sten op den 228ten October 1788, tusschen twaalf en éón uur. De straten, slechts hier en daar door een olielantaren spaarzaam verlicht, lagen eenzaam en donker daar heen. Overdag was het jaarmarkt geweest, en in de Sporer straat en op den Judenhof stonden de kramen dicht op elkander; maar het politieuur werd streng gehandhaafd. Met klokslag elf werd alles gesloten. Aan den voet van de trap, die van den Judenhof naar de schildery galery leidt, stond de houten kraam van een eerzamen blik slager, die hier overdag zyn blikgoederen te koop gepresenteerd had. Op deze kraam kon men op den aangegeven tyd de schaduw zien van een man, die voorzichtig naar alle kanten omkeek en daarna over het yzeren hek, 't welk de galerytrap beneden afsloot, klom. Hy sloop als een kat de trap op en bleef boven, in de schaduw der pilaren, welke de portiek droegen, voor do tweede gesloten deur staan. De deur was gevormd van ge vlochten yzerdraad, dat zich gemakkeiyk liet stuksnyden, zoodat de inbreker door de ont stane opening in de vestibule der galery kon komen. Hier stak hy een waskaars aan, lichtte daarop uit de derde deur, welke de schilderyenverzameling van de vestibule scheidde, een ruit en wrong zich door de aldus verkregen opening. Hy stond nu in de ontréezaal der galery, waarin zich o. a. ook do lessenaar van een der bewaarders bevond. De man had breek- yzers en valsche sleutels by zich; hy brak den lessenaar open, doorzocht hem en stak een stedeiyke obligatie van vyftig thaler, die hy onder de papieren vond, by zich. Ver volgens ging hy, voorzichtig lichtend, door de zalen. In het vertrek, waar de schilderyen van Adriaan Van der Werff hingen, bleef hy opnieuw staan. Hy sneed eerst het „Oor deel van Paris" en het mannenportret van Seybold uit hun lysten en wendde zich daarop tot de Magdalena van Correggio. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 5