N°. 10971
Donderdag; SS November,
A°. 1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 27 November.
W enilleton.
Het oordeel van Paris.
LEIDSCH
DAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. f 1.10.
Franco per post. .-...••• 1.40.
Afzonderlijke Nommers »x a 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Tweede Blad.
Officieel© Keunisffevincren.
Burgemeester eu Wothoudere van Lisse maken
bekend dat de eerste zitting van den Militieraad zal
worden gelioudeu te Leiden, in het Iuvalidtnkuie,
op DinBdag 10 December a. a., des voormiddaga te
halftwaalf.
Naar de heer J. H. Róssing m het „N.
v. d. D." mededeelt, komt by een der gezel
schappen „Trilby" in studie, een Hollandsche
vertaling van het geruchtmakende Engelsche
tooneelspel. By een anderen troep zal het
gespeeld worden in eeno bewerking, door een
bevoegd auteur gemaakt naar den roman van
dien naam, thans bü den heer A. W. Sythoff
te Leiien ook in het Hollandsch verschenen
en vertaald door Joh. Gram.
Benoemd is aan de Ned.-Herv. school
te Rynsburg (hoofd de heer Vreeswyk) mej.
E. Klinkert, te Leiden, die de benoeming
heeft aangenomen en met 1 Jan. 1896 in
functie zal treden.
De heer W. H. H. Nouwen, sedert 15
Juli dezes jaars onderwijzer aan de openbare
school te Roelof-Arendsveen, heeft om gezond
heidsredenen eene gelijke betrekking gezocht
en gevonden te Heesch, in Noord-Brabant.
De plaatselijke anti-revolutionnaire kies-
vereeniging te Aalsmeer koos tot candidaat
voor de verkiezing van- een lid der Prov.
Staten den heer G. A. A. Knaap, landbou
wer te Haarlemmermeer.
De vorstelijke familie vertrekt Vrijdag
middag per extra-trein van Het Loo naar
Den Haag.
Het stoffelijk overschot van den gepens.
kolonel van het Nederl.-Indische leger A. W.
Egter van Wissekerke, dat heden naar Gotha
vorvoerd werd om aldaar de verbranding te
ondergaan, werd gisteren te 's Gravenhage
naar het Staatsspoorwegstntion overgebracht.
Tal van oud officieren van het Nederl.-Indi-
sche leger, o. a. generaal Netscher, zoomede
de heer Lodewyk Mulder, waren aan het
station om den overledene de laatste eer
te bewijzen.
In de Staatscourant van 27 dezer zyn
opgenomen de by koninkiyk bGsluit van
8 Oct. jl. goedgekeurde gewijzigde statuten
der „Nederlandscbe Vereeniging van oud-
stryders der zee- en landmacht uit „Neór
landsch Indiën: Het Vaderland Getrouw", te
's-Gravenhage:
Deze Vereeniging is opgericht 17 Nov. 1888
voor een tijdvak van 29 jaren en stelt zich
ten doel: lo. toewyding aan Koningin en
vaderland, 2o. behartiging der stoffeiyke en
maatschappelyke belangen van de leden, de
woduwen of weezen van overleden leden.
Zy tracht dat doel te bereiken door: lo.
in de uren des gevaars de leden te stellen
ter beschikking van Koningin en vaderland;
2o. de geboortedagen van het Vorstelijk Huis,
alsmedo de gewichtige dagen uit 's lands
geschiedenis, op waardige wyze te herdenken
3o. het onderhouden van den krygsmansgeest
en kameraadschap onder de leden, hot kweeken
en bevorderen van liefde voor Koningin en
vaderland, door hot houden van lezingen en
voordrachten; 4o. het byeenbrengen V2n
gelden, ten einde de leden ingeval van ziekte
of tegenspoed stoffelyk te steunen en behulp
zaam te zyn in het verkrygen eener betrek
king of kostwinning; 5o. de leden by over
laden op militaire wyze te begraven, aan
hunne weduwen of weezen eene geldeiyke
uiikeering te doen, en in behoeftige omstandig
heden te steunen.
Naar het „H. Dagbl." verneemt, ie de
heer Max Monsanto, voormalig consul van
Venezuela te Port au-Prince (Haïti), er in
geslaagd het kapitaal byeen te brengen voor
de hem door het bestuur van Curasao ver
leende concessie voor den aanleg van een
paardenspoorweg van Otrabanda naar Wel
gelegen (Spaansche zyde) in de Willemstad.
De heer Monsanto koestert de verwachting
zijn concessie reeds in Februari a. s. in exploi
tatie te kunnen brengen.
Tot directeur van do gasfabriek te
Apeldoorn is benoemd de heer M. Levert, in
de plaats van den heer W. Joustra, die wegens
ziekte ontslag aangevraagd had.
De Provinciale Staten van Limburg heb
ben in hunne zitting van Maandag met 20
tegen 17 stemmen besloten tot het invoeren
v^n eene provinciale rywielbelasting. Zy treedt
in werking op 1 Januari van het jaar, vol
gende op dat, waarin de heffing zal zyn goed
gekeurd.
De belasting bedraagt f 5 per jaar en wordt
geheven van een ieder, die op de openbare
weg®n of voetpaden binnen Limburg van
ry wielen gebruik maakt.
De gemeenteraad te Schiedam nam giste
ren met algemeeno stemmen het besluit, een
rechtsgeding te voeren tegen den oud burge
meester, den heer P. J. Van Dyk van Matenesso,
ten einue van dezen vergoeding te erlangen
voor de schade, cie de gemeente door het
tekort in de kas van den ontslagen ontvanger
heeft geleden.
Naar men verneemt, zal de luit. ter zee
lste kl. J. A. A. C. Ridder Van Rappard
optreden als lste officier van de „Alkmaar".
Het stoomschip „Conrad", van Amster
dam naar Batavia, arriveerde 25 Nov. te
Padang; de „Prins Maurits" is 26 Nov. van
Suriname te IJmuiden aangekomen; de
„Reichstag" vertrok 23 Nov. van Durban
naar Hamburg; de „Sumatra" arriveerde 25
Nov. van Amsterdam te Batavia; de „Drente"
is 26 Nov. van Batavia naar Rotterdam ver
trokken; de „Prinses Sophie", van Batavia
naar Amsterdam, passeerde 26 Nov. Gibraltar;
de „Salak", van Java naar Rotterdam, pas
seerde 26 Nov. Wight; de „Veendam", van
Nieuw-York naar Rotterdam, is 26 Nov. Lizard
gepasseerd.
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal op Yrydag 29 dezer niet
plaats hebben.
By koninkiyk besluit is eervol ontslagen
C. L. M. Lambrechtsen, op zyn verzoek, als
lid van het college van regenten over de
strafgevangenis te Goes, onder dankbetuiging
voor de in die bètrekking bewezen diensttD,
en benoemd tot lid van genoemd college Ch.
G. Coomans, ingenieur van den provincialen
waterstaat, wonende te Goes.
Ingetrokken het besluit van 26 Oct. jl.,
houdende benoeming van J. Bolk tot notaris
te Delft, op diens verzoek, en benoemd tot
notaris binnen het arrondissement 's-Graven-
hage, ter standplaats de gemeente Delft, P.
Bron, candidaat-notaris te 's-Gravenhage.
Verleend een pensioen van f 578 aan K.
B. De Groen, laatstelyk commies lste kl. by
's Ry'ks belastingen.
Uitwonende ambtenaren te Rotterdam.
Door B. en Ws. van Rotterdam is de vol
gende missive verzonden:
Gezien de adressen, door een aantal by het
openbaar onderwys alhier werkzame ambte
naren ingediend, om voor hun persoon ont
heffing te verkregen van de bepaling van
het Raadsbesluit van 18 October 1894, waarby
in beginsel is beslist, dat voor het vervolg
in het belang van den dienst van alle ambte
naren der gemeente zou worden verlangd,
dat zy in de gemeente hunne woonplaats
hebben, met loekenning echter van de be
voegdheid aan Burgemeest?r en Wethouders,
om, indien daartoe byzondere redenen bestaan,
daarvan afwyking toe te staan;
gelet op het advies van de commissie voor
het openbaar onderwys, dd. 29 Mei 11., No. 448,
waarby is gevoegd eene lyst van al de adres
santen, met opgave van de door hen bekleede
functies, enz., besluiten: lo. ter uitvoering
van bovenvermeld Raadsbesluit te bepalen,
dat aan de ambtenaren der gemeente, die
hunne woonplaats buiten cie gemeente hebben,
nog tot uittrlyk 1 Mei 1897 tyd zal worden
gelaten deze binnen de gemeente over te
br-.ngen, zoodat te rekenen met dien datum
voor hen en alle andere ambtenaren der ge
meente het voorschrift zal gelden, dat zy
binnen de gemeente moeten wonen, tenzy
hun daarvan door deze vergadering dispensatie
mocht worden verleend, 2o. aan de adres
santen, die reeds zoodanige oispensatie hebben
aangevraagd, te kennen te geven, dat in
het by hunne adressen aangevoerde geene
zoodanige redenen zyn gevonden, welke het
verleenen dier dispensatie zouden wettigen.
Uit Atjeh.
Aan een schryven uit Ned.-Indië ontleent
het „Hbl." het volgende:
„Onlangs had ik gelegenheid verschillende
posten in Atjeh te bezoeken, waar ik sedert
een paar jaren niet geweest was. Myn indruk
is, dat men alleszins reden heeft zich te ver-
hougen, dat de tegenwoordige politiek verder
zal worden gevolgd.
„We moeten echter niet stilzitten en de
XXII Moekims geheel van de XXVI afsluiten
door twee nieuwe bentings Tjot Madi en Keta-
pang Meot (beoosten Kroeng Gloempang). Bin
nen betrekkeiyk korten tyd zal het dan in de
XXVI Moekims even veilig wezen als nu in
de XXV.
„Het ongeluk van Atjeh was de zeer ver
klaarbare zucht van iederen bewindsman om
aan den oorlog in korten tyd een einde te
maken. Ik ben echter overtuigd dat er nog
menige Gouverneur-Generaal te Buitenzorg
zal optreden, alvoreus in Atjeh de toestand
van orde en rust zal gevestigd zyn, welke
men in vele streken van den Archipel aan
treft. Toch gaan wy vooruit; langzaam maar
zeker, op de oud-Hollandsche wys, de beste.
„Op Poeloe Web vorderen de werkzaam
heden goed. Als er slechts kapitaal gevonden
wordt, om de zaken flink aan te pakken, kan
daar een flink station van beteekenis ontstaan.
Of dat het geval zal wezen?"
Gemengd Nieuws.
Snel recht. Door de Haagsche
rechtbank, kamer van burgerlyke zaken,
werden gisteren pleidooien bepaald tot en met
15 September 1896.
Gisteren deed de kantonrechter
te Amsterdam uitspraak in de zaak tegen den
directeur van den Skandinavischen Circus,
die onlangs terechtstond wegens het laten
optreden van kinderen beneden den leeftyd van
12 jaren in het ballet „De Poppenkoningin"
en tegen wion toen deswege een geldboete
geëischt was van f 648 of vier maanden ge
vangenisstraf.
De kantonrechter veroordeelde den beklaagde
tot eene boete van f 144, subsidiair 48 dagen
hechtenis.
Een stukje papier. In den
vroegen morgen van den 25sten Sept. jl.
kwam C. Van der Meent, werkzaam by den
landbouwer Westeneng, te Achttienhoven, tot
do onaangename ontdekking, dat men in den
tyd, dat hy zich naar 't land had begeven
om te melken (van halfvier tot vier uren),
zyn kast, staande op de bilt, was opengebroken
en daaruit was ontvreemd een spaarbank
boekje van de Nutsspaarbank te Utrecht,
waarop een bedrag was ingeschreven van
f 459.93, een portemonnaie, waarin ruim vier
gulden, een ontvangbewys van een ter repa
ratie gegeven horloge, een doosje met twee
ryksdaalders en een sigarenkoker.
Naar aanleiding dat men 's morgens even
na 5 uren J. S., wonende te Achttienhoven,
uit de richting van het huis van Westeneng
had zien komen, er „wild en gejaagd" uit
ziende, en deze in geen gunstigen reuk stond,
omdat hy dit jaar reeds tot 3 maanden ge
vangenisstraf wegens diefstal was veroordeeld,
werd er al 6poedig vermoeden tegen hem op
gevat, en in den avond van denzelfden dag
werd hy aangehouden.
By zyne fouilleering werden by hem ge
vonden 3 ryksdaalders, 3 guldens en eenig
klein geld; tevens werd in zyne portemonnaie
gevonden een stukje papier, dat naar 't oordeel
der 5 deskundigen, die gisteren voor de recht
bank te Utrecht in deze zaak werden gehoord,
waaronder de heeren Blankenhagen en Mete-
lerkamp, commissarissen, en de heer 't Hooft,
boekhouder van de Nutsspaarbank, de grootst
mogelyke waarschyniykheid had, dat dit af
komstig was van een spaarboekje van ge
noemde spaarbank, terwyl 't nummer, dat
zich op 't papiertje bevond, overeenkwam
met het nummer, dat het spaarboekje or eg
van Van der Meent; de heer Blankenhamen
verklaarde zelfs, doch niet onder eede, do
overtuiging te hebben, dat het nummer door
hem was geschreven.
By dit verhoor deed zich het geval voor,
dat een der getuigen, nl. de heer 't Hooft,
meende op de hem gestelde vraag naar het
bedrag, dat stond ingeschreven ten name van
v. d. Meent, niet te mogen antwoorden, omdat
zyne instructie als boekhouder hem geheim
houding oplegt, waarvan hy eerst wenschte
ontheven te worden, welke ontheffing hem
echter èn door v. d. Meent èn door den heer
Metelerkamp werd verleend.
Bekl. ontkende pertinent aan don diefstal
schuldig te zyn, dóch wist geen verklaring te
geven hoe h(j' aan 't bewuste stukje papi r
kwam, en herhaalde telkens maar: „Ik kan
het met zeggen, al moest ik sterven op staan-
den voet." Bekl. was te 4 uren 's morgens
opgestaan, had omstreeks halfvyf de woning
zyns broers, by wien hy inwoonde, verlaten
en was om over vyven gezi9n by de woning
van Van Dyk, een afstand van nog geen
kwartier, op welken weg hy de woning v; n
Westeneng passeeren moest. Hy had dus over
dezen korten afstand ruim 't dubbele van den
noodigen tyd gedaan, terwyl hy, toen hy
door Van Dyk gezien werd, zich haastig scheen
te vorwyderen. Bekl. trachtte 't to doen voor
komen, dat hy niet zoo vroeg van huis was
gegaan, doch zyn broeder en diens vrouw
verklaarden, dat hy hen om halfvyf reeds
verlaten had.
De officier van justitie meende dat door
verschillende omstandigheden het wettig en
overtuigend bewys van bekl.'s schuld was
bewezenhet by hem vinden van een papiertje,
duidende het noramer aan van 't spaarbank
boekje, dat alleen aan v. d. Meent is afge
geven; zyn aanwezig zyn ter plaatse, althans
daaromtrent, op 't tydstip, dat de diefstal
moet gepleegd zijn; zyne aan getuigen op
vallende gejaagdheid op dat tydstip; zyn
mislukt pogen om een alibi bij te brengen,
enz., en eischte bekl.'s schuldigverklaring
aan het ten laste golegde, en gevangenisstraf
van 1 jaar en 4 maanden.
De aan bekl. toegevoegde verdediger, rar.
Tieboel v. d. Ham, achtte het wettig bewijs
allerminst geleverd, en pleitte daarom vry-
spraak.
Een boerenplaats je, voor 17
jaar aangekocht voor /"8000, werd door go-
committeerden der Reservekas te Appelscha
by een publieke verkooping aangekocht voor
f 3592. De bouwlanden en heidegronden zullen
vanwege genoemd fonds voor boschcultuur
in gereedheid worden gebracht. Een 100-tal
arbeiders, die anders zonder werk rondliepen,
vinden daardoor loonenden arbeid.
In 't Friesche dorp Burum
kregen eene jonge en oude vrouw onder het
turf-meten ruzie; de oudste gaf de jongste
drie stompen tegen de borst, waarop een hevig
tweegevecht volgde en de beide strydlustige
dames in een zanddobbe terechtkwamen, waar
beider gemoederen kalmeerden en de kamp
I een einde nam.
3)
Daar woonde nameiyk in het huis Sporer-
straat 5, deur aan deur met Leonhard, nog
een andere jonge man, die Karei Spiesser
heette. Hy was vergulder en verdiende aan-
merkeiyk meer dan de arme kunstenaar. Men
zeide dat hy reeds een aardige som bespaard
had, om zich zelfstandig te kunnen maken,
en er slechts op wachtte, of Anna hem dan
wel Leonhard de voorkeur zou geven. Want
ook hy vryde naar Anna en hoopte nog
altyd op haar, ofschoon zy hem openhartig
gezegd had, dat zy nimmer zyn vrouw zou
worden, omdat zy hem niet beminde.
En dat was te begrypen. Karei Spiesser
was wel is waar ook een knappe man en
kwam, vooral des Zondags, zeer netjes voor
den dag, maar hy gold voor een gierigaard
en een, die gaarne in troebel water vischt,
en ook zyn familie genoot geen goede repu
tatie. Zyn moeder was voor de tweede maal
getrouwd met een voormaligen schoenmaker,
Wochatz geheeten, die reeds eenmaal wegens
diefstal gestraft was en van wien men allerlei
kwaad vertelde. Met dezen Wochatz was
Spiesser zeer bevriend en zat met hem dik-
wyis avonden lang in de kleine herberg van
Filding in de Sporerstraat, of wel in het
éeDzaam gelegen huisje van zyn stiefvader
in de Radebergerstraat, en de menschen be
weerden dat de twee zich heimeiyk bezig
hielden met proefnemingen, om van lood,
yzer en andere metalen goud te maken, een
kunst, die destyds zeer in de mode was,
ofschoon zy nog niemand ryk gemaakt had.
Leonhard Friese verwachtte den Neder
lander op het afgesproken uur. Van der Werff
was op zyn tyd. Na stevig aangeklopt te
hebben, trad hy Leonhards kamer binnen,
wierp een onderzoekenden blik in 't rond en
liet zich onder asthmatisch hygen op een
stoel vallen.
„Worden wy niet gestoord?" vroeg hy.
De schilder boog. „Neen, mynheer."
„Goed. Luister danl Ik wil u de kopie van
het „Oordeel van Paris" afkoopen voor vyf-
honderd dukaten."
A ah!Met een uitroep van verba
zing viel Friese hem in de rede. De schilder
was donkerrood geworden. „Pardon, mynheer,
maar ik geloof, dat ik u verkeerd verstaan
heb. U zeide vyfhonderd dukaten?"
„Juist. Ik betaal u voorts nog vyfhonderd,
in 't geheel dus duizend dukaten, als gy my
een weddenschap helpt winnen. Ik moet de
schildery van Van der Werff het origineel,
niet de kopie vier en twintig uren in myn
huis te Amsterdam hebben. Graaf Marcolini
heeft my den koop der schildery geweigerd
ik kan haar dus slechts door een list krygen.
Nu heb ik het volgende bedacht. Gy voltooit
uw kopie precies naar het voorbeeld; het
leekenoog mag tusschen kopie en origineel
in 't geheel geen onderscheid vinden. Dan
verwisselen wy eenvoudig de schilderyen,
dat wil zeggen: wy hangen de kopie in de
plaats van het origineel en met het laatste
reis ik naar Amsterdam en breng het ook
netjes weer naar hier terug. Begrepen?"
Vreemdelingen bereisden in dien tyd, die
ryker aan origineelen was dan in do nivel-
leerende negentiende eeuw het geval is, in
grooten getale do wereld, en Engelschen,
Russen en Nederlanders golden altyd als
zeer zonderling en grillig. Nochtans was de
jonge schilder sprakeloos over dit voorstel.
„Myn aanbod verrast u, myn vriend," ging
de Nederlander voort. „Maar ik spreek in
vollen ernst. Ik heb dozen namiddag nauw
keurige informaties ingewonnen. De eenige
beambte der galery, die wat verstand van
de schilderyen heeft, is de inspecteur Riedel.
Hy gaat in het midden der maand voor langen
tyd naar Engeland. De oppasser en het publiek
zullen van de verwisseling niets bemerken. Zy
is gemakkeiyk te volbrengen, daar uw hospes
den sleutel der galery heeft. Gy behoeft dien
sleutel slechts te nemen en des nachts, als
de galery niet bewaakt wordt, de verwis
seling te bewerkstelligen. Opdat gy echter
niet bang behoeft te zyn, dat ik de bewuste
schildery stelen wil, ben ik bereid, vyftig-
duizend gulden zoo lang by u te deponeeren
als het „Oordeel van Paris" in myn bezit
is. Gy zoudt met deze som kunnen vluchten,
maar dat geloof ik niet. Vertrouwen tegen
vertrouwenik houd u voor een eeriyk man."
„Maar ik zou het niet blyven, mynheer,
als ik uw aanbod wilde aannemen," ant
woordde Leonhard. „Ook indien ik uw voorstel
werkelyk als de gril van een ryk man wilde
opvatten, ook als ik zeker wist, dat de schil
dery u slechts geleend wordt en na korten
tyd weer in de galery van den keurvorst zou
terugkeeren zou de verwisseling toch myn
ongeluk kunnen worden, als zy ontdekt wordt.
Neen, mynheer, daarvoor leen ik my niet.
Wilt gy de kopie koopen goed. De heer,
voor wien zy oorspronkelyk bestemd was,
kan een andere bekomen."
De Hollander stond op. „Goed," zeide hy,
„ik neem de kopie en betaal haar, zooals ik
gezegd heb. Ik reis morgen voor eenigen
tyd naar Boheme. Na myn terugkeer kom
ik nog eenmaal by u. Vóór dien tyd kunt
gy er over nagedacht hebben, of de prys
voor uw schildery verdubbeld zal worden.
Myn naam kent gy, en als gy meer omtrent
my wilt weten, wendt gy u tot den Neder-
landschen gezant, die u in elk geval de beste
informaties zou kunnen geven. Vaarwel!"
De Nederlander knikte en ging; Leonhard
Friese echter zoog op een stoei neer en
staarde voor zich uit. Duizend dukaten!
Zyn geluk, zyn liefde, zyn toekomst zyn
alles hing van het goud afl
HL
Het was in den nacht van den 21sten op
den 228ten October 1788, tusschen twaalf en
éón uur. De straten, slechts hier en daar
door een olielantaren spaarzaam verlicht,
lagen eenzaam en donker daar heen. Overdag
was het jaarmarkt geweest, en in de Sporer
straat en op den Judenhof stonden de kramen
dicht op elkander; maar het politieuur werd
streng gehandhaafd. Met klokslag elf werd
alles gesloten.
Aan den voet van de trap, die van den
Judenhof naar de schildery galery leidt, stond
de houten kraam van een eerzamen blik
slager, die hier overdag zyn blikgoederen te
koop gepresenteerd had. Op deze kraam kon
men op den aangegeven tyd de schaduw
zien van een man, die voorzichtig naar alle
kanten omkeek en daarna over het yzeren
hek, 't welk de galerytrap beneden afsloot,
klom. Hy sloop als een kat de trap op en
bleef boven, in de schaduw der pilaren, welke
de portiek droegen, voor do tweede gesloten
deur staan. De deur was gevormd van ge
vlochten yzerdraad, dat zich gemakkeiyk liet
stuksnyden, zoodat de inbreker door de ont
stane opening in de vestibule der galery kon
komen. Hier stak hy een waskaars aan,
lichtte daarop uit de derde deur, welke
de schilderyenverzameling van de vestibule
scheidde, een ruit en wrong zich door de
aldus verkregen opening.
Hy stond nu in de ontréezaal der galery,
waarin zich o. a. ook do lessenaar van een
der bewaarders bevond. De man had breek-
yzers en valsche sleutels by zich; hy brak
den lessenaar open, doorzocht hem en stak
een stedeiyke obligatie van vyftig thaler, die
hy onder de papieren vond, by zich. Ver
volgens ging hy, voorzichtig lichtend, door
de zalen. In het vertrek, waar de schilderyen
van Adriaan Van der Werff hingen, bleef
hy opnieuw staan. Hy sneed eerst het „Oor
deel van Paris" en het mannenportret van
Seybold uit hun lysten en wendde zich daarop
tot de Magdalena van Correggio.
Wordt vervolgd.)