N°. 10968
Maandag 25 November.
A". 1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
F* euilleton.
EEN TREURIG EINDE.
LEIDSCH
DAItRTiAT)
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzondorlyke Nommers 0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TJJÜN"
Van 1—6 regels f 1.05. Iedere rogel meer f 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
De Kieswet.
Vervolg).
2o. De verhouding van het wetsontwerp tot
de Grondwet. Verscheidene leden ontkenden,
dat dit wetsontwerp bevat do uitwerking van
het in de Grondwet gehuldigde stelsel en
Opperden bedenkingen t<gen de grondwettig
heid van het wetsontwerp. Andere leden
meenden, dat de Gronawet bet gevolgde stelsel
niet uitsluit.
3o. Beoordeeling van het stelsel van het ont
werp naar zijn innerlijke waarde. Vele loden
betoogden, dat de R goi-nng niet bewezen
had, dat het voorstel vol :oet aan den eiscb,
dat het aan de ing- zetenen, die geschiktheid
en maatschapp'Hjkou welstand bezitten, het
kiesrecht verzekert en dat recht daarentegen
onthoudt aan degenen, die niet aio hoedanig
heden bezitten.
Haar poging tot aanwijzing van positieve
kenteekenen was niet met goeden uitslag
bekroond. Men betoogde dat 't der Reg. blyk
baar goenszins te doen is geweest, om het
kiesrecht zoo Yer uit te breiden als mogelijk
was. Voorts werd togen de regeling aange
voerd, dat zij niet finaal was te noemen,
daarbij het bezit van geld te veol op den
voorgrond treedt: belastingbetaling hoofdbron
der kiesbevoegdheid wordt; h6t verband, dat
de Regeoring tusschen kiesrecht en personeel
wil leggen, nadeelig is; do kiesbevoegdheid
opnieuw geregeld wordt door plaatselijke ge
steldheid de regeling door kunstmiddelen
aan personen het kiesrecht bezorgt of ont
neemt; weshalve men van deze zijden het
ontwerp der vorige regeering boven het thans
ingediende verkoos.
Die bedenkingen werden door vele andere
leden weerlegd, die wezen op de moeilijkheid
tot aanwijzing van positieve kenteekenen, op
de meerdere eenvoudigheid dezer logeling in
vergelijking met het voorstel der vorige regee-
Ting, dat ook nist finaal was, en opkwamen
tegen het l*gg*n van verband tusschen per-
boneel en kiesrecht ontwerp.
Ook herinnerden zij dat geen enkel stelsel
do mogelijkheid van kiesknoeieryen uitsluit.
Waren velen van oordeel, dat het ontwerp
Uiot ver genoeg gaat in de richting van uit
breiding van kiesrecht, andere leden, de aan
wijzing van positieve kenteekenen van ge
schiktheid en welstand toejuichende, hadden
tegen het ontwerp bedenking, omdat het te
ver gaat, en verscheidene leden achtten correc
tieven noodig in stemplicht en meervoudig
kiesrecht, waarop later wordt teruggekomen.
Eindelijk werd aangevoerd, dat door het
voorstel het gevaar van omkooping bij ver
kiezingen zeer zou toenemen, hoewel anderen
daartegen een middel zagen in de geheime
stemming.
4o. De verschillende grondslagen van kiesbe
voegdheid. Tegen het verbinden van het
kiesrecht aan de betaling van een belasting
aanslag werden de bekende bezwaren ont
wikkeld. Yele leden kwamen er tegen op,
dat de Regeering het afgekeurde stelsel van
regt-ling der plaatselijke gesteldheid weder
in eer3 wilde herstellen. Afhankelijk stellen
van kiesbevoegdheid van de cijfers van een
tabel toch werd in beginsel verderfelijk geacht.
Bovendien vond men de daarin aangegeven
minimum-huurwaarde zoo hoog gesteld, dat
zij aan het meerendeel der gezeten werklieden
en arbeiders het kiesrecht niet zou ver
schaffen. Voorts werd de bedenking geopperd,
dat het plattel md boven de steden zou wor
den bevoorrecht. Ook de bepaling, dat men,
om aan de bewoning van een huis het kies
recht te kunnen ontleenen, van 1 Augustus
tot 1 Februari hetzelfde huis of een gedeelte
daarvan moet hebben bewoond, gaf tot vele
bedenkingen aanleiding.
Vele andere leden verdedigden het Regee-
ringsvoorstel. On :erschei ing naar plaatselijke
gesteldheid kan by woningkiesrecht moeilijk
gemist worden. Aan menigeen zal het kiesrecht
worden verschait. Vele leden hadden over
wegend bezwaar tegen toekenning van kies
recht wegens Inkomen uit dienstbetrekking,
uit vrees dat allerlei ongelijkheid, will.keur
en knoeierijen daaruit zouden voortvloeien,
boveadien de gestelde minima te hoog zijn
en het bezit van kiesbevoegdheid naar dezen
grondslag voor een goed de.'l zal afhangrn
van oinstandigho en, welke niets te maken
hebben met de positie dor belanghebbenden.
Als aanvuilingscatogorie achtten daarentegen
vele andere leden d zen grondslag zeer aan
nemelijk. Zeer vele leden achtton het niet
juist, de minimum bedragen van pensioenen,
cie aanspraak zullen geven op kiesrecht,
gelijk to stellen met de voor inkomsten aan
genomen minima.
Ook tegen bet bezit van een inschrijving op
de grootboskon of van den inlog op de Rijks
postspaarbank werd door vele leden het bezwaar
geopperd, dat daardoor hst kiesrecht aan
enkelen zou wordtn toegekend, maar zal
worden onthouden aan veler, die met bon
geheel gelijkstaan. Men wenschte dat ook
besparing in anderen vorm bij dezen grondslag
in aanmerking zou komen en vreesde dat
kiezerste*lt door de opneming van deze cate
gorieën zal worden vergemakkelijkt.
Velen achtten het daaientegon zeer ge-
wenscht om te letten op het bewijs van ge
schiktheid en welstand, dat in besparing
gelegen is. Velen meenden dat, indien aanspraak
op kiesrecht werd gegeven wegens een ge
slaagd examen, men verder cient te gaan dan
de Regeering en ook vermeld wenschte te
zien de examens, aan de Vrije Universiteit
en bfi de verschillende kerkelijk* instellingen
voor de bekleoaing van kerkelyke bedieningen
afgenomen.
Overigens werd toegejuicht, dat eene catego
rie voor capaciteiten was voorgesteld. Liepen
ook nu do meeningen omtrent den minimum
leeftijd zeer uiteen en werden daarvoor de
cyfers van 23, 25, 28 of 30 jaren genoemd,
vele leden waren gestemd voor het minimum
van 23 jaar.
5o. Stemplicht. Naar het oordeel van
verscheidene leden was het bij de ruime
uitbreiding van kiesrecht noodig als correctief
den stemplicht in „te voeren, opdat de Ver
tegenwoordiging een afspi geling der i.atie
zy en de bezadigde elementen tot deelneming
aan de stemming werden verplicht. Daarbij
wees men op de goede werking van den
stemplicht in België.
Vele andere leden achtten invoering van
stemplicht in strijd met den vrijheidszin van
ons volk en achtten daarvoor meer te zeggen
by invoering van een proportioneel kiesrecht,
daargelaten nog de bezwaren van practischen
aard.
Tegenover do meening, dat invoering van
meervoudig kiesrecht eveneens een goed correc
tief zou zyn, stonden vele leden, die zich met
invoering van dat stelsel niet konden veree
nigen, als zijnde daarin gelegen een middel
om de uitbreiding van het kiesrecht te neu
traliseren, terwyl dat kiesrecht bovenaien
als anti democratisch werd veroordeeld. Over
het gemeentelijke kiesrecht liepen de meenin
gen zeer uiteen.
Zeer vele leden oordeelden, dat de uitbrei
ding van het gemeentelijk kiesrecht groote
gevaren zou medebrengen en er waren leden,
die meenden ook, dat kiesrecht niet behoorde
herzien te worden, dan na eene regeling van
de inrichting der gemeentebesturen en eene
herziening van de finantiëele verhouding der
gemeente en het Ryk.
Slechts enkele leaen waren van meening,
cat er geen reden bestaat om bet gemeentelijk
kiesrecht minder ver uit te breiden dan het
kiesrecht voor de Kamer. Sommige leden
drongen er op aan dat de Regeering althans
de regeling van het gemeentelijke kiesrecht
in een afzonderlijk ontwerp zou opnemen.
De voornemens tot splitsing van vclo ge-
meeriten i:i kiesdistricten voor de gemeente
lijke vorkiezing-n, vonden by zeer vele leden
ernstige tegenkanting, als zullende leiden lot
eene vertegenwoordiging van do onderdooien
eener gemeente. Andere loden deelden deze
bezwar n niet, omdat door die splitsing betere
afspiegeling zou worden verkregen van de
sehakee ringen der meeningon in de gemeente.
6o. De uitsluiting van bedeelden. Togen
het door de Reg. mot betrekking tot dat punt
ingenomen staudpunt werden verschillende
bedonkingen ingebracht, waarbjj vele leden
betoogden dat het tegenwoordige ministerie
thans ter zake van de bedeelings quaestie een
standpunt verdedigt, dat het hoofd van dat
ministerie vroeger nadrukkelijk en herhaaldelijk
als stryuig met de Grondwet had bestreden.
Het voorstel der Regoaring vond by andere
leden verJediging, maar gaf nog tot verschil
lende opmerkingen aanleiding.
7o. Het vermoedelijk aantal kiezers. Vele
loden drongen er op aan, dat de Reg. een
raming zou overleggen van het aantal kiezers,
dat kiesrecht zal erlangen, en dat daaruit
tevens moet blijken, welke ingezetenen in de
verschillende klassen der maatschappij in het
kiezerscorps zullen worden opgenomen. Zy
meenden dat zonder die opgave de Reg. niet
kan vergen dat de Kamer het wetsontwerp
zal aannemen.
Andere leden hechtten aan nadere gegevens
weinig waarde en sommige leden verwachtten
een even groot aantal kiezers als het ont
werp der vorige regeering gaf.
8o. De kiestabel. Algemeen was men van
gevoelen, dat do eenmaal bestaande indeeling
der districten onveranderd moe6t blyven. Om
de onaerdeelen gaven de bepalingen omtrent
de candidaatstelling en het couloir-stelsel tot
vele bedenkingen aanleiding.
Verscheidene leden zagen in de bepaling
voor den tyd der stemming voor de werk
lieden groote bezwaren, maar omtrent de
vraag, op welke wyze de tyd van stemming
geregeld moest worden, liepen de gevoelens
zeer uiteen; oveneens bleken bezwaren te
bestaan tegen de onmiddellijke opening der
stembus.
De bepaling tegen uitoefening van pressie,
ten doel hebbende werklieden te bewegen
van hun kiesrecht gebruik te maken, kwam
sommigen te beperkt voor.
Gemengd. Nieuws.
Men schryft ons van Nieuwe
Wetering: Den 19den dezor is de eerste
proef geleverd op het biljart van het pas
nieuw opgerichte café „Landzicht". Zy be
stond hoofdzakeiyk in prysbiljarten om eetbare
waar, welke menigeen den mond doed water
tanden. Na een hardnekkigen stryd is do
prys gewonnen door den amateur J. v. d. Brug,
do premie door J. Woudenberg, mede amateur,
beiden alhier. Als deze jongelui een weinig
onderricht krygen, beloven zy veel voor de
toekomst.
Ten huize van een bewonorvan
de Van-der-Duyn straat te 's Gravenhage viel
een 2 jarig kind in een pot kokend water.
De kleine is eenigo oogenblikken later aan
de brandwonden overleden.
Ter gerechtelijke schouwing is
raar Leiden vervoerd bet ïyk van den jongen
man, die in het ziekenhuis te 's-Gravenhage
is overleden, waarin hy Maandag was opge
nomen, ten gevolge van een messteek, hem
door zyn aanstaanden schoonvader toegebracht.
Aangaande den twist tusschen den dader
en den verslagene verneemt men nader, dat
Maandag, toen laatstgenoemde den ouden man
een 64 jarigen steenbikker plaagde, do
grysaard een aardappelenmesje greep en daar
mede den noodlottigen stoot toebracht.
De verslagene stond bekend als een vech
tersbaas.
Eergisteravond overkwam een
der reizigers van den trein, die te 9 u. 20 min.
uit Utrecht vertrekt, een ernstig ongeluk.
Tusschen Maarsbergen en Veenendaal naar
zijn hoed willende grypen, die uit het portier
raam was gewaaid, viel hy uit den trein en
werd door een uit Arnhem komenden trein
overreden. Nadat men den trein had doen
stoppen en achteruit was gestoomd, vond
men zyn ïyk, hetwelk naar Arnhem werd
vervoerd en in het Diaconessenhuis werd
opgenomen.
Op den avond van den 17den
dezer geraakte de heer J. Schilder, te Spierdyk,
onder Spanbroek, oud wethouder dier gemeente
en lid van verschillende waterschapsbesturen,
in eene sloot en werd eenigen tyd daarna
door de hem zoekenden gevonden. De burge
meester van Obdam aldus meldt men aar
de „Haarl. Ct." gaf bevel, dat het lichaair
alleen door de politie uit het water moest
worden gehaald. Met het halen en komen
dezer beambten verliep ongeveer twee uren.
Te Rotterdam wordt gezocht
naar een 10 jarig knaapje. Na Maandagraid-
dag op den gewonen tyd naar school gegaan
en daaruit gekomen te zyn, zag een knaap
van zyn leeftyd en op dezelfde school gaande,
dat de vermiste by de school in de Joseph-
straat door den onbekenden man, wiens signa
lement bekend is, werd aangesproken; ook
hoorde by, dat die man aan het kind vyf
centen bood, indien hy hom den weg naar
den Nieuwen Binnenweg wilde wyzen. De
vyf centen, voor een schooljongen een heele
schat, bewogen den knaap naar het aanbod
te luisteren en er aan te voldoen.
Ruim 6 uren daarna zag de zoon van den
hoofdonderwyzer, by wien do jongen op school
gaat, hem met een man op den 's-Gravendyk-
wal aan den Nieuwen Binnenweg op vertrou-
weiyke wyze gearmd loopen en des avonds
te 7 uren zag weder een andere scholier den
knaap met dien man op het Haagscae veer.
Sedert werd van hem geen spoor ontdekt.
Do vader gaf reeds Maandagnamiddag om
6 uren aan de politie kennis van het vermis
sen van zyn kind.
Door de politie wordt bij de vertrekkende
treinen en booten scherp toegezien.
Voor den Hoogen Raaddiendo
gisteren de vordering van een jongodochter
te Sittard tegen den uitgever van „De Lim
burger Koerier," tot betaling van f 12,000
of zooveel minder als de rechter zou ver-
meenen te behooren als vergoeding voor
schade in oer en goeden naam wegens het
in bovengenoemd blad opnemen van oen vooi
eischeresse beleedigend artikeltje.
De rechtbank te Maastricht en het Hof te
's-Hertogenbosch ontzegden die vordering en
daartegen voerde nu mr. C. J. Frangois o. a.
aan dat by die beslissing z. i. ten onrechte
was uitgegaan van de overweging, dat een
beleedigend stuk dan alleen kan aanleiding
geven tot een burgoriyken eiscb, als dat stuk
onder het bereik der strafwet valt, en dat
ook ten onrechte door het Hof als vereischte
is gesteld dat de beloediging opzetteiyk moet
zyn geschied.
Voor den uitgever trad op mr. W. Thorbecke.
De conclusie van het O. M. wordt later
medegedeeld.
Donderdag is van Glasgow te
Vlissingen aangekomen de derde nieuwe
mailboot der Maatschappij „Zeeland."
Eerstdaags zal de ofliciöele proeftocht ge
houden worden.
Te Donkerbrook is de boerenbe-
huizing van den heer J. Ü9 Groen afgebrand.
Het vee ia gered. Het voorhuis kon door de
werking van de brandspuiten van Oosterwolde
en Donkerbroek gespaard blyven. Oorzaak van
den brand onbekend.
Een visscher uit Zutfen heeft
in eene vischfuik, die hy in den IJsel had
gezet, een snoek gevangen, die ruim 26
kilo's weegt.
«l
Hü strekte zich uit, ging op den rug liggen,
maar nu by het vroeg opstaan eenmaal ge-
Woon was, was het hem onmogelyk weer in
te slapenalleen geraakte hy in een lichte
sluimering, die het reine beeld der jeugdige
gastvrouw hem voor de oogen tooverde.
Lachend om die dwaasheid stond hy op,
maar toch onder den indruk van het droom
beeld. Hy liep er mede rond in den lommer-
ryken boomgaard, die zich van de hoeve tot
do weilanden uitstrekte, en bleef verrast
Staan, toen hy het levend voor zich zag. Daar
stond zy op de teenen en boog een tak naar
beneden, waaraan perziken hingen. Hare ge-
Btalte kwam door deze beweging heeriyk
Uit en haar bloote arm werd zichtbaar, zacht
fluweelig vleesch gelyk aan dat der perziken,
die zy plukte en in een mandje deed. Zy
betrapte den jongen man juist, toen hy haar
zoo vuiig bewonderde. Verlegen, maar innig
Ontroerd, liet zy den tak los, die omhoog
■kloog en de rype vruchten rondstrooide. Om
baar verlegenhoid te verbergen, riep zy
lachend uit: Goeden morgen, mynheer Morilsi
Help my eens een bandje, u is zoo langl
Verheugd, haastte hy zich haar te helpen.
Zy gingen door den boomgaard, hy het
mandje dragend en de takken buigend, welke
iy leeg plukte. Zy hadden spoedig een ryken
voorraad van heerlyke perziken, zonnige
abrikozen en zware trossen druiven. Hun
gepraat, dat het plukken had opgevroolykt,
hield plotseling op, toen zy eikander aanzagen
en den arbeid staakten.
Zy waren op een bank gaan zitten, roDdom
begroeid met wyngaardranken, de volle mand
op den grond. Hot jonge meisje Bloeg de
oogen neder onder den doordringenden blik
van des officier. Als een gevangen vogeltje
trilde haar hand angstig in de handen, die
de haro omvat hielden.
Zy zeide zacht: Zal je terugkomen?
Dichtby en zacht sprekend, zóó dicht tegen
haar, dat het als eene liefkoozing was, zeide
hyIk beloof het je.
Zy voelde, dat nu een liefdesverklaring
volgen zou, maar ze was bang er naar te
luieteren. Zy legde den vinger op de lippen,
stond op, nam de mand met vruchten en
vloog als een verschrikte hinde weg. Op een
afstand werd zy vry moediger, keerde zich om
en beantwoordde zyn liefkoozing met een
kushand.
Drie maanden later was Armand Morils
met Antoinette Proby verloofd. Hy was over
gelukkig. De talrijke formaliteiten, waaraan
militaire huweiyken zyn onderworpen, stelden
zyn verlangen naar het huweiyk op een
harde proef, waarby nu finantiëele bezwaren
zich eveneens deden gevoelen. GeeD fortuin
bezittend, had de luitenant, zonder schulden
te maken, van den eenen dag op den anderen
geleefd, maar hy had niet kunnen sparen.
De uitzet, de inrichting van een woning, hoe
eenvoudig hy het ook wilde doen, eischten
een zekere som aan contant geld, dat hy in
de verste verte niet bezat. Nu moest hy
leenen.
Zulks openhartig to bekennen, waar vader
Proby by was, liet zyn trots niet toe, daar
het dan den schyn zou hebben, alsof hy er
om vroeg. Hy leende 1500 gulden, meer dan
een jaar traktement I En die schuld waB al
dadeiyk een groote zorg.
Tegen het oindo van November werd het
huweiyk voltrokken. Het landschap, dat hy
vroeger te midden van groen en zonlicht
verlaten had, zag hy nu in al zyn droevige
kaalheid onder een loodgryzen hemel terug.
Maar die somberheid week voor het licht
van geluk, waarmede de bruid hem om-
glansde. En in den avond gingen zy te zamen
dezelfde kamer binnen, waar zy elk voor zich
oen lieflyken droom gedroomd hadden en
waar nu hun huweiyk gewyd werd.
Na de eerste dagen gelukkig in den familie
kring doorgebracht te hebben, nam Armand
de vrouw, waaraan hy voortaan zyn leven
wydon zou, mede.
Buiten het garnizoenstadje had hy een
eenvoudig huisje in orde gebracht, waar
echter een tuintje, dat op het veld uitzag,
by behoorde. Fyngevoelig als hy was, had
hy begrepen, dat een bovenhuis in een van
die groote woningen, waar men alleen op
straten uitzag, voor het buitenmeisje een
gevangenis zou geweest zyn.
Zoodra zy zich gevestigd hadden, brachten
zy hun dagen buiten de diensturen door
met bezoeken afwachten en visites maken.
Armand was trotsch op zyn Ninette, hy
stelde haar tegemoetkomende vriendeiykheid
nog meer op prys dan haar mooi uiterlyk.
Zoo in eikaars liefde opgaand, leefden
Armand en Ninette, te midden der wereld
zonder ze te zien, noch zo te hooren. zy
hadden slechts oogen om elkaar te bewon
deren, hun oogen vingen alleen de klanken
op hunner eigen minnende stemmen.
Wat vonden zy het heeriyk na den dnge-
iykschen arbeid samen te zyn in de kleine
kamer en met jeugdigen eetlust hun een
voudig middagmaaltje op te eten!
Toen de vervaldag van den eersten termyn
der schuld in aantocht was, ontging het
Tonia niet hoe zorgiyk hy begon te kyken,
hoe hy er zich ook tegen verzette. Zy kwam
hem te gemoot in hetgeen hy meedeelen
zou; hy trachtte wat te verzinnen, ellendig
als hy het vond hun gelukkig leven door
die geldquaesties verduisterd te zien, maar
zy vroeg de volle waarheid, daar zy recht
had het geheim te kennen, dat een donkere
schaduw op hun geluk dreigde te werpen.
Zacht sprekend, biecht hy haar alles.
Welnu, zei Antoinette, je hebt immers myn
huweiyksgift?
Die hoort jou toel
Maar je hebt je voor my in schulden ge
stoken; bovendien, alles is van ons te zamen,
persoonlyke bezittingen bestaan hier niet,
weet je dat nog niet, deugniet?
Armand kuste haar.
Lieveling, ik neem het van je aan, maar
dan zullen wy ons nog meer moeten be
krimpen, om dat gat te stoppen, en wy zyn
toch al niet ryk.
Laat dat maar aan my over, ik heb al
een bezuinigingsplannetje in het hoofd.
Hy glimlachte. Hoe was het mogeiyk, dat
zy, die zoo eenvoudig leefden, zich nog kon
den bezuinigen?
Je zult het zien, bevestigde zy met een
vriendeiyk hoofdknikje.
Toen Morils den volgenden morgen van de
oefening thuiskwam, vond hy niemand in
huis. Hy deed de deur van het tuintje open
en zag Antoinette boven op oen bank staan,
om met den oppasser touwen te spannen
Kyk eens, Armand I riep zy vroolyk.
Zy sprong vlug op den grond en liep naar
hem toe.
Zy bracht hem by de sloot, die achter
langs het tuintje liep.
Daar Btond een groote tobbe propvol, ge-
wasschen, gespoeld en uitgewrongen linnen
goed, klaar, om over de lynen gehangen te
worden.
Zy vertelde heel trotsch, dat zy zelf de,
wasch gedaan hadl -
Robert nam haar by de handen, die er nog
erg rood uitzagen.
Arme vingertjes! Hy verwarmde ze met
de lippen.
Zy lachte. Bal dat is niet ongewoon voor
me. Komaan, je zult me dankbaar zyn,
als het werk afgeloopen is. Nu naar de
touwen I
Ik zal je helpen.
Wordt vervolgd.)