N°. 10967
Zaterdag: S3 November.
A°. 1895
feze insurant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 22 November.
Feuilleton.
EEN TREURIG EINDE.
IEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
1.40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIËN
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De firma Reyst en Zn., apothekers alhier,
heeft thans in depot het anti diphth risch ge-
neesserum van het bacterioiherapeutisch in
stituut te Utrecht, onder controle van prof.
Spronck, voorzeker iets, dat wel de vermel
ding en belangstelling waard is.
- In de kleine Nutszaal alhier had gister
avond onder zeer talrijke opkomst, zóó, dat
do zaal bijna te klein was, de tweede „winter-
lezing" plaats. Als spreker trad op dr. F. E.
Daubanton, van Amsterdam, met het onder
werp: „Dr. August Neander."
Na in een broedvoirige inleiding gehandeld
te hebben over den staatkundigen en den
godsdiensttoestand op het einde van de acht
tiende eeuw, tijdens Bonapartes optreden, in
Europa, maar vooral in Pruisen, ging spr. er
toe over mede te deeltsn wie Neander was.
Hij werd in 1789 te Goettingen geboren en
werd van Israülïot Christen, bij welke gelegen
heid, boter bij zijn doop, hij zijn naam David
Hentel veranderde in Johann August "Wilhelm
Noander, naar de voornamen van den rector
van do inrichting, waar h(j zijn eerste
studiën genoot, en van een tweetal vrienden
de familienaam zijnde tevens de gehelleni
seerde naam van een vriend en beteekenende
„nieuwe man." Na ons Neander voorgesteld
to hebben als ijverig onderzoeker, al maar
werkende en studeerende, en medegedeeld te
hebben hoe hij, vooral door zijn leven in de
romantiek, kwam tot do wetenschap: Jezus
van Nazareth is de Messias, aan mijn vaderen
beloofd; de Heiland, de Verlosser; latende
spr. de verborgen dingen tusschen Neanders
ziel en zijn God onbesproken, schetste h\j
hein als de zelfstandige navolger van den
„Horrlicben Schleiermacher," wiens leerling
hy was en die hem bovenal deed doordringen
in de psychologische analyse van den gods
dienst.
Spr. stond 3til by Neander3 vorbiyf te
Halle, by zyne 'betrekkingen tot de later op
geheven universiteit aldaar, tot die van
Goettingen, Heidelberg en Beriyn, hem be
schouwende als studeerende, doceerende,
professeerenie (38 jaar te Beriyn). Hy wees
er op, dat geen machtige crises zyn leven
kenmerkten, en vergeleek hem met het oog
op zyn stille evolution met Johannes en
Melanchton.
Dr. Daubanton beschouwde hem dus, om
kort te gaan, in zyn rustig leven en ruste-
looze werkzaamheid en voorts als uitnemend
schryver, zynde zyn historische werken geen
opgekleed® kronieken, maar uit dewerkeiyk-
heid gegrepen, na diepe studie, en ademende
de critiek der liefde. Zyne werken zyn te
onderscheiden in monographieün en grootere
werken. Vooral in de eerste blonk hy uit:
hy was do vorst der monografen, in de
leekening van het concrote overtrof hy
zichzelf", al was hy óók in 't beschryven van
het algemeene een meester. Om hem uit zyn
werken te leeren kennen, stond spr. stil by
zyn: „Juliaan on zyn eeuw," zyn „Heilige
Bernard (van Charvaux) en zyn tyd," zyn
„Leven van Jezus (getuigende van psychologi
sche kracht, zyn werken over de gnostiek en
voo-al ook by zyn „Kerkgeschiedenis," wèl in
het oog houdende echter, vooral by dit laatste,
het„il faut juger les écrits d'après leur date."
Als mensch deed spr. ons Neander kennen
als naar het uiteriyk leelyk, zwak, slordig
wat kleeding en vormen betreft, niet thuis-
behoorende in salons, zeer afgetrokken, oen
geleerde dóór en dóór, zich overgevende
aan de wetenschap. Als godgeleerde nam
hy, volgens spr., een eereplaats in onder
den staf van Sleiermacher, hetgeen hem
(spr.) tevens aanleiding gaf een en ander te
spreken naar aanleiding der „Vermittelungs-
theologie." Als hoogleeraar schetste hy hem
ons al3 geboren docent en hy noemde hem
ook als zoodanig een sieraad voor de univer
siteiten, waar hy werkte, een sieraad voor
Duitschland.
Op treffende wyze beschreef spr. ons den
dood (1850) van Neander, te midden zyner
studenten, hen leerende. Met aandacht was
spr. gevolgd. Het kwam ons voor dat zyn
lezing vooral belangrijk was voor de studee
rende jongelingschap, bovenal voor studenten
in de theologie, die in vry grooten getale
tegenwoordig waren.
Op „Zomerzorg" werd gisteren een
conferentie gehouden van eeDige kiezers uit
verschillende deelen van het kiesdistrict
Katwyk, ter bespreking van maatregelen om
eene blyvende organisatie in het leven te
roepen voor die kiezers in het district, welke,
biykens de ervaring by de laatste verkiezingen,
zich by geene der georganiseerde politieke
partyen kunnen aansluiten.
In beginsel werd besloten tot het oprichten
eener Cbristelyke Historische kiesvereeniging,
welke als grondslag zal aannemen de beginse
len, nedergelegd in art. 2 van het Reglement
der Amsterdamsche kiesvereeniging „Steu
nende op den Bybel verdedigen wy de vryheid."
Aan eene commissie van drie leder werd
opgedragen een Reglement te ontworpen, dat
in eene nadere byeenkomst zal worden vast
gesteld.
A. s. Maandag-avond te zes uren zal
in het lokaal der Gereformeerde gemeente te
Oude "Wetering een propaganda-meeting wor
den gehouden door do bosturen en hoofden
der Christelijke Scholen uit zeven omliggende
gemeenten, ten einde de wenschdykheid en
het nut te bespreken, om maande lyksche
lezingen te houdtn in de verschillende omlig
gende gemeenten, in het belang van de
opvoeding en het onderwys der jeugd. Op
eiken avond zullen dri« lezingen of referaten
worden geleverd m«t debat.
To Woubrugge is gekozen als gemach
tigde voor het kiescollege der Herv. gemeente
de heer P. De Kwaasteniet, ter vervulling
der vacature, ontstaan door het bedanken van
den heer Wr. Boot.
Tot precikant by de Ned.-Hervormde
gemeente van Woubrugge is beroepen ds. W.
Van Sloten, predikant te Rouveen.
Tot notabelen der Ned.-Herv. gemeente
te Hillegom zyn benoemd de heoren A. Gulde-
mond, P. Telkamp, Hk. v. Waveren JHz. en
P. Hk. v. Waveren Hkz.
Voor het examen M. O. Boekhouden
K XII is geslaagd de heer C. J. Van Hemert,
uit Wad dings veen.
In de Staatscourant van heden zyn
opgenomen de statuten der vereeniging, als
rechtspersoon erkend volgens de wet van
22 April 1855 (Stsbl. 32), genaamd de ysclub
„Do Vliet", te Leidschendam, tot het aanleggen
en onderhouden van goede en veilige ysbanen
in de geineeDten Stompwyk en Veur, en het
verschaffen daardoor van werk aan behoeftige
personen dier gemeenten. Gewone leden
betalen jaarlyks f 1. Begunstigers zyn zy,
die een gift ineens doen van minstens f 25,
of jaarlyks f 2.50 by-iragen. De vereeniging
is aangegaan voor een tyd vak van 29 jaren
en 11 maanden, gerakend van 23 Nov 1S98.
De Tweede Kamer zette do beraadslaging
over het wetsontwerp tot regeling der Perso-
neele Belasting voort.
De heer Schaapman ondersteunde den gis
teren medegedeelden wensch van den heer
Kerdijk, vooral met het oog op den Roomsch-
Katholioken Volksbond.
De hoeren Ecerts en Kolkman bepleitten de
algeheelo vrijstelling van kostscholen met
inwonende leeraren en leerlingen.
De heer Borret verdedigde de winkel vrij
stelling wegens de hooge winkelhuren, in
groote steden vooral; insgelyks do heer
Gerritsendie bet verhalen van de belasting
op de klanten afkeurde.
De Minister van financiën handhaafde de
vrystelling van de kostscholen en de winkels
en was bereid om nuttige inrichtingen, die
geen booger entréeprys dan 20 cenls heffen,
vry te stellen. Op diens vraag dienaangaande
antwoordde hy den heer Donner ook dat
krankzinnigengestichten en inrichtingen voor
zenuwiyders van belasting viygesteld worden.
De Commissie stelde nog voor om een uit
stallingslokaal niet te begrijpen onder de vry
stelling.
De heer Goeman Borgcsius achtte de winkel
vrijstelling onbillijk tegenover de schatkist en
de meerderheid der belastingplichtigen.
De heer Borret signaleerde nog, dat, by niet-
vrystelling, de hooge huurwaarde den winke
liers ook den kinderaftrek ontneemt.
Het amendement om wickels en uitstallings-
lokalen niet vry te stellen, word aangenomen
met 63 tegen 27 stemmeninsgelyks werd aan
genomen met 62 tegen 28 stemmen het amen
dement van den heer Van Dedem, tot vrystel
ling der bergplaatsen van rijtuigen voor ge
mengd gebruik, en met 52 tegen 38 stemmen
het amendement van den hoer Bouman, tot
vrystelling der ambtenaarskantoren in particu
liere woningen, terwyi het amendement der
Commissio van Rapporteurs tot viystelling
van woninggedeelten van kostscholen, ver
worpen werd met 67 tegen 23 stemmen.
De heer Bahlmann heeft al6 amendement op
de personeele belastiDg voorgesteld, voor elk
minderjarig, eigen of aangehuwd kind of inwo
nend kleinkind der belastingschuldigen, dat
geen eigen middel van bestaan heeft, het be
drag der belasting naar den eerden, tweeden
en derden grondslag met twee ten honderd
te verminderen.
Ouderlooze kinderen, by bloed- of aan verwan
ten inwonende, worden met eigen kinderen
gelykgesteld.
Meerderjarige kinderen, die wegens voortdu
rende lichaams- of zielsgebreken niet in hun
onderhoud kunnen voorzien, worden als min
derjarigen beschouwd.
Kinderen van binnen de gemeente wonende
ouders, bij hunne grootouders inwonende,
komen alleen in berekening voor de door laatst-
gemelden verschuldigde belasting.
Te Delft is in den ouderdom van 84 jaar
overleden dr. H. M. De "Witt Hamer, oud-
gemeento geneesheer en geneesheer-directeur
van het gasthuis aldaar. Do overledene was
van 1858 tot 1877 lid van den gemeenteraad.
Het Museum Meormauno Westreenianum
(Prinsessegracht No. 30, te 's-Gravenhage)
zal gedurende December 1895 geopend zyn
op den 5den en 19den. Op die dagen zyn toe
gangskaarten, zoowel aan het museum zelf
als aan de koniDklyke bibliotheek (Voorhout
No. 34) te verkrijgen.
Aan den heer P. C. Beelenkamp,
hoofd-inspecteur by de Hollandsche IJzerer
Spoorweg-Maatsckappy, is op zyn verzoek
eervol ontslag verleend uit zyn betrekking
van lid der permanente militaire spoorweg
commissie. In zyn plaats is tot lid dier
commissie benoemd de heer N. H. Nierstrasz,
hoofd-ingenieur, chef van 'dienst van vervoer
by die Maatschappij.
Talryk waren do bewijzen van hoogach
ting en waardeering, die gisteren den oud-
R. K. aartsbisschop van Utrecht mgr. G. Gul
gebracht werden by de herdenking van zyn
25 jarigen priesterlijken arbeid.
Prof. Van Thiol, uit Amersfoort, en pas
toor Wyker, uit Amsterdam, waren overge
komen, waarby zich de merkwaardigheid voor
deed, dat pastoor "Wyker denzelfden dag zyn
25-jarig priesterschap herdacht.
Maar ook stoffeiyk waren de biyken van
dankbare liefde voor mgr. Gul. Namens tal
van commissies en vereenigingen werden hem
kostbare geschenken aangeboden.
Hoewel do collecte, door het geheele
land voor de vereeniging „Trouw aan Koning
en Vaderland" gehouden, nog niet geheel is
afgeloopen, kan het „Utr. Dbl." nu toch
reeds mededeelen, dat die tot heden ruim
f 7400 heeft opgebracht. Verleden jaar was
de opbrengst f 6159.08. Als de Rykssubsidie
van f 20,000 nu maar woder wordt toege
kond, kunnen met 1 Januari de uitkeeringen
vrorden verhoogd.
Verder schryft genoemd blad:
„Van de strooming, die den oud strijders
pensioen wil toekennen, verwachten wy
niet veel. „Trouw aan Koning en Vaderland"
ondersteunt op het oogenblik 718 oud-strijders.
Als men aan ieder f 300 pensioen wil toe
kennen (en als men peneionneeren wil, zal
dat toch niet het minste zyn), dan zou dit
den lande in den beginne op f 315,400 per
jaar komen.
„Dit vermindert wel jaarlyks, maar het zal
toch nog lang eene belangrijke som blijven.
Nu, wy gunnen den oudjes een pensioen van
ganscher harte, ook al ware het minder dan
f 300 'sjaars, maar wy betwijfelen of tot
zulk eene uitgave zal worden besloten. Of
by verwerping van een voorstel het pensioen
en het subsidie aan „Koning en Vaderland"
niet zou kunnen verhoo.d worden, is, eene
andere vraag, ter overweging van hen, dio
voor de oude mannetjes wat doen willen."
Het „Haagsche Dagblad" verneemt uit
goede bron, dat by den minister van oorlog
het voornemen bestaat, een wijziging te bren
gen in de verhouding tusschen leger en
schutterij.
Tot nu toe was een der eerste plichten van
militair en schutter om eikaars rangen cn
graden te erkennen en dienovereenkomstig
het militair saluut te geven.
De minister schynt van plan te zyn binnen
kort hierin verandering te brengen en elk
verband tusschen leger en schuttery af te
snyden. Het wederzydsch saluut zal worden
afgeschaft.
Het „Dagblad" maakt zich de tolk van hen,
die hierin iets grievends voor de schutterij-
officieren zien, en weet verder medo te doelen
dat reeds tal van officieren der Haagscho
schuttery hun voornemen te kennen hebben
gegeven, om, indien deze maatregel wordt
toegepast, hun ontslag aan te vragen.
By koninklijk besluit is mr. J. J. Tilanus
erkend en toegelaten als consul van België
te Tiel, voor de provincie Gelderland.
De minister van buitenlandscho zaken
bericht dat de heer Ch. D. W. Boissevain,
by koninklyk besluit van 19 Augustus 1895
benoemd tot consul generaal te Montreal, in
die hoedanigheid door de Britsche regeering
is erkend.
Naar de „Asser Ct." verneemt, is aan den
heer H. J. Oosting, te Assen, door H. M. de
Koningin-Regentes een in sierlijke lyst gevat
portret van H. M. de Koningin geschonken.
„De Tyd" herinnert aan den gedenkdag,
die heden met het feest van do H. Cecilia
samenvalt. Het is volgens dat blad nameiyk
juist twaalfhonderd jaar geleden den 22sten
November 695 dat te Rome een plechtig
heid plaats had, die voor geheel Nudorland,
voor de Katholieken iQ het bijzonder, eeuwig
gedenkwaardig blyft: toen werd, in de kerk
van de H. Cecilia, Sint Willibrordus door Paus
Sergius I gewyd tot bisschop van Utrecht on
aartsbisschop der Friezen; toen ontving oo3
vaderland zyn eersten eigen bisschop.
Tot hoofdverpleegster in het geneeskundig
gesticht voor krankzinnigen te Delft is be
noemd mej. L. Wickel, te Edam.
Do gemeente ontvanger te Apeldoorn, do
heer "VV. F. Lampe, is plotseling aan een
beroerte overleden.
Men seint dat de regeerings-president
van Dusselaorf van af gisteren tot nadere
aankonoiging den invoer van melk uit Neder
land heelt verboden.
Er is een overeenkomst gesloten tusschen
de Nieuwe Afrikaansche Handelsvennootschap
te Rotterdam, de African Steamship Co. en
de British and African Steamship Co. to
Liverpool en de Woermannlinie to Hamburg,
welke op den dienst op Afrika betrekking
heeft en die t6n gevolge zal hebben, cat de
i)
Het regiment naderde den ingang van het
dorp. De muzikanten gewaarschuwd door
eenige doffe slagen op de groote trom zetten
hunne bliDkende instrumenten aan de lippen
en lieten een vroclyken marsch hooren.
Troepjes menschen kwamen Tóór het stad-
huis op de markt by elkaar, in afwachting
der inkwartiering. De zoo ongeduldige jeugd
was den troep reeds tegemoet geloopen.
Alleen de huismoeders bleven thuis en brach
ten de kamers voor de verwacht wordende
militairen in orde. Zoodra de eerste tonen
der militaire muziek weerklonken, kwamen
er tal van nieuwsgierige gezichtjes voor de
vensters, jonge meisjes vertoonden zich, al
lachend en druk pratend, op de stoepen. Daar
komen zei schreeuwde van de bank, waarop
hy stond, baas Just Proby, de dikke boer
van Laarveld; is alles in orde, vrouw?
Natuuriyk, man!
Waar is Tonia?
Hier, vader, antwoordde een heldere en
vroolyke stem.
Antoinette, de eenige dochter van Proby,
kwam by de anderen. Zy ging op haar teenen
bij vader staan, met de hand op z'n schouder.
Daar kronkelde het regiment als een reus
achtige, blinkende slang naar hen toe!
Voorop twee gelederen marechaussee, dan
de tamboer majoor met z'n stok zwaaiend
vóór de muzikanten en hoornblazers met
bolle wangen, de instrumenten aan de lippen,
vóór de tamboers, die hunne stokken razend
vlug over het kalfsvel lieten gaan.
Gedrukt en vermoeid keek de kolonel van
uit den zadel om zich heen. Hygend volgde
de bataljons commandant. De nog jonge
regiments adjudant spoorde het paard, om
voor de aardige jonge dames wat effect te
maken, en wierp knipoogjes naar de bab
belende groepjes.
Nu kwam do ganscho massa. Stoffige sol
daten in grove kapotjassen met opgeslagen
slippen, de snorren vol stof, gebogen onder
het gewicht van den ransel, maar flink uit
hun roods gezichten kykend en kranig voorby
de nieuwsgierige vrouwlui stappeDd.
Er was een fourier by baas Proby gekomen
om een officiers-kwartier uit te zoeken.
Antoinette stond haar kamer af. Toen de
militair heenging, las zy den met kryt
op de deur geschreven naamA. Morils,
luitenant.
Tonia beweerde onophoudeiyk, dat zy uit
alle voorbytrekkende officieren juist zou raden
wie luitenant Morils was.
Toen het eerste bataljon langs kwam, trok
een mooie, bruine jongen met heldere kykers
haar aandacht; zy wilde wel, dat deze het
wasmaar later waren het groote, blonde
snorren, die by haar een ongekende, aan
gename gewaarwording wakker riepen en
haar stil maakten. "Weder andere jonge
mannen trokken voorby, die haar eerste
keuze wyzigden. Het maakte haar verdrietig
en zy besloot maar stil af te wachten.
Het regiment was op de markt in gesloten
colonne opgemarcheerd; de geweren werden
aan rotten gezet, er werd een signaal ge-
blazen en de sergeant-majoors verzamelden
zich by den kolonel.
De boeren drongen uit nieuwsgierigheid
hoe langer hoe dichter op de groep toe, de
kolonel hield met het uitgeven dor orders
op. Lastig gevallen door den onbescheiden
en luidruchtigen troep, riep hy booe uit:
Marechaussee, jaagt die menschen wat terug!
Een dreigend gemompel klonk uit de
menigte. Zonder echter op die ontevreden
uitroepen te letten, gaf de kolonel verder
zpn orders uit.
Toen de kring uit elkander ging, werden
ze aan de compagnieën voorgelezen. Onder
geleide van den fourier bracht elke kapitein
zyn compagnie naar de plaats harer bestem-
ming; na de ruimte en de zindelykheid te
hebben onderzocht, verdeelde hy ze over de
lokalen, die hem aangewezen waren.
Reeds was er een sectie in de schuur van
baas Proby ingekwartierd en ToDia maakte
zich ongerust; wanneer zou nu de luitenant
toch wel komen?
Onbewust van 's meiBjes verlangen, zat de
zoo met ongeduld verwachte luitenant op
zyn gemak in een herberg en spoelde met
grooto glazen bier het stof door de droge
keel; tal van kameraden wedyverden met
hem in het drinken; de kastelein geheel
in de war liep van de tafeltjes naar den
kelder, maakte flesschen open en vulde de
glazen. Toen de dorst gestild was, vroeg
Morils waar zyn hospes woondo. Baas Proby,
riep de kastelein, nu, dat heeft u getroffen,
een beste vent, de rykste boer van hot dorp I
Eyk, u ziet ginder die steenen bank wel,
daar woont hy dichtbij.
Antoinette, die by de deur op uitkyk stond,
zag baar gast aankomen; het was de groote
blonde met de zydeachtige knevels.
Hy nam de achako af.
Ben ik hier by mynheer Probii, mejuffrouw?
Dat is hier. Bent u mynheer Morils?
Een prettig glimlachje deed de mooie tanden
van het jonge meisje te voorschyn komen.
Om u te dienen en ik wensch myzelf geluk
met zoo'n vriendelyke gastvrouw. Antoinette
kreeg een kleur.
Mag ik u de kamer eens wyzen? Zy liep
vlug vooruit, de luitenant volgde en bewon
derde haar fraaie en tegelyk flinke vormen.
Op het portaal deed zy de deur open en ging
op zy, om hem door te laten. Met één blik
overzag Armand Morils het vriendeiyk ver
trekje met z'n hagelwitte gordynen en z'n
vrooiyk gebloemd behang. Een veelkleurig
vloerkleed stak alleraardigst af tegen het
glimmende rood van den gladden steenen
vloer. In een groote, wit porseleinen vaas
met vergulde randen prykte een prachtige
ruiker veldbloemen. De stralen der onder
gaande herfstzon, zacht door de venster-
gordynen vallend, verguldden de voorwerpen
en tooverden er gouden sterren op. De kamer
ademde jeugd en geluk. De heeriykheid dier
reinheid en frischheid, na de armoedige
logementen der vorige manoeuvre dagen,
bracht Morils in verrukking. Vluchtig nog
zag hy het wywaterbakjo in de schaduw
van een palmtakje, het niet weggeborgen
werkmandje op de kast.
Maar ik neem uw kamer in beslag, juf
frouw.
Zy glimlachte even: Als het maar naar
genoogen
Het zou my er uitstekend bevallen, maar
ik durf het niat aannemen.
Maak u niet ongerust; ik vertoef by moeder.
Ik ben er werkoiyk verlogen mede...
En niet goed wetend, hoe te geiyk te be-
danken en zich te verontschuldigen, stak
Robert beide handen naar Antoinette uit.
Zy durfdo de hare niet geven en toch, lico
heeriyk zou zy het gevonden hebben, als zy
die handen bad kunnen drukken 1 Er klonken
voetstappen op de trap. Daar ie vader, s; ras
zy zacht.
Het hoofd van baas Proby kwam boyen
de trap' uit, langzamerhand zyn geheaie ge
etalte en met een stolflgo flssch onder den
arm en twee glazen in de hand verschoen
hy binnen de kamer.
Goeden dag, luitenant! Je zult een oud-
stryder van "Waterloo wel de eer willtn aan
doen een ferm glas met hem te drinken.
En jy, Tonia, ga je moeder helpen 1 Armand
keek het meisje aan; zy knikte vriendeiyk
en vloog de trap af. Hy antwoordde den
boer: Zou ik uw vriendelykheid kunnen
weigeren? U bederft me, mynheer Proby, uw
oud wyntje, de kamer van uw dochter
Bal de wyn is er om gedronken te worden
en het kind neemt myn plaats by moeder
{Worcli vervolgd.)