N». 10956 Maandag 11 November. A°. 1895 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer toestaat uit DRIE Bladen. Leiden, 9 November. F'e-ailleton. Jonkvrouw en Minstreel. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Offioiëele Eennisgerlnsen. BnrgemfleRfcoi' en Wethouders van LissS maken helend dat zij. die verlangen ala vrijwilliger bij de militio te worden toegelaten, zich hiertoe ter gemeente secretarie kunnen aanmelden vóór of op don laateten dezor maand; voorts dat zij. die zich hebben aan-e- meld, op Zaterdag, den SOsten November a. a., dea middags te 12 uren, ter gemeente-secretarie kunnen bekomen het door den Burgemeester af te geven getuigschrift, model No. 2. en eindelijk, dat ter gemeento-aecretarie nadere inlichtingen kunnen worden verkregen. By koninklijk besluit is het eereteeken tot belooning voor eervollen langdurigen wer- keljjken dienst by do schutterden toegekend aan den heer F. H. A. Driessen, kapitein by de dd. schuttery te Leiden. Het concert, waarop tevens „de Schip breuk", waarvan wy roods vroeger mededeeling deden, zal worden uitgevoerd, is thans bepaald op Dinsdag 26 November. De plaatsbespreking kan geschieden by den heer Joh. J. Eggers op nader to bepalen dag. Door het provinciaal kerkbestuur van Gelderland is tot de evangeliebediening in de Ned.-IIerv. Kerk toegelaten de heer T. Lekkerkerker, candidaat aan de universiteit te Leiden. Tot commissarissen van de studenten- roeivereeniging „Njord" zyn gekozen de heeren A. v. d. Sande Bakhuyzen en W. Middelberg. Van het herhalingsonderwys, dat te Zoeterwoude zoowel op de openbare lagere school in de Heerenstraat als op het dorp wordt aangeboden, wordt geen gebruik ge maakt. Aan K. Hulsbos aldaar is eene aanstelling van onbezoldigd ryksveldwachter uitgereikt. Men schryft ons uit Koudekerk: Eene zeer interessante lezing wacht den Nutsleden van ons departement en verderen belangstel lenden a. 8. Woensdag, den 13den dezer. Dien avond zal voor hen optreden de heer P. E. Huet, van Goes, met eene voordracht over: „Zoeloeland en de Zoeloes", door wapens, photograpbieën, enz. aansehouweiyk voorge steld. Na de pauze eene novelle: „In de Karoo" en tot slot „Onmisbaar". Voor de akte lager onderwas is te 's-Gravenhage toegelaten mej. A. J. De Meyier, van Zoeterwoude. De heer M. Amoreus, van Schiedam, is benoemd tot onderwijzer met hoofdakte aan eene Christelijke school te Alfen aan den Ryn. Parochiekerk v. d. H. H. Apost. Petrus en Paulus te Aarlanderveen. 4 pCts. Leening. Uitgeloot Serie B. Nos. 233, 234, 235, 236 237. Betaalbaar ten kantore der heeren H. J. Van Ogtrop Zoon, te Amsterdam. Op de voordracht voor onderwijzer te Egmond aan Zee komt voor de heer J. Van Rugge, van Boskoop. Dr. F. J. Los, predikant te Bruchem, komt voor op het zestal voor predikant by de Ned.-Herv. gem. te Delft en ook op dat voor St.-Michielsgestel. Door het prov. kerkbestuur van Zuid- Holland zyn tot de evangeliebediening in de Ned.-Herv. Kerk toegelaten de heeren J. J. Van der Grient, G. J. B. Stork en J. H. Eykman A.Jz. Van de 39 lotelingen der gemeente Oegst- geest hebben 8 recht op vrystelling door broederdienst en 5 als zijnde eenige wettige zoon. Zes hebben lichaamsgebreken opgegeven. De Provinciale Vereeniging van Ambte naren ter Gemeente-secretarie in Zuid-Holland zal den 24sten dezer maand weder eene alge- meene vergadering houden in „Zomerzorg". Uit het dezer dagen verschenen bulletin van den Nederlandschen Bond van Gemeente ambtenaren, opgericht 8 October 1893, ge vestigd te Utrecht, biykt dat genoemde Bond telt 149 gewone en 7 buitengewone leden, en een donateur in 1894. Tot den Bond zyn toegetreden de afdeelingen uit de provinciën Friesland met 58, Overysel met 24, Gelderland met 22, Utrecht met 18, Zuid-Holland met 26 en N. Brabant met 95 leden. Het hoofdbestuur bestaat uit de heeren J. Van der Laan, secretaris van Weststellingworf, voorzitter; S. Wyberga, secretaris van Stad- Delden, vice-voorzitter; J. P. C. Ten Geusen- dam, adjunct-commies ter gemeente secretarie te Utrecht, 1ste secretaris; W. J. Lampe, gemeente-ontvanger van Apeldoorn, 2de secre taris, en Th. Pels, secretaris van 's-Hertogen- bosch, penningmeester. Aan den Bond is ook verbonden een fonds tot geldelijke uitkeering by overlyden. De minister van waterstaat, handel en nyverheid heeft goedgevonden: lo. te bepalen, dat het goedkeuringsmerk, gedurende het jaar 1896 te bezigen, zal zyn: by den yk en den beryk van maten en ge wichten, de letter g in den gewonen schrijf vorm; by den yk en den heryk van gasmeters, de Koninklijke kroon; 2o. ter algemeene kennis te brengen, dat het merk van het ykkantoor, waar de eerste stempeling heeft plaats gehad, volgens de ministeriëele beschikkingen van 25 Januari 1873, No. 174, en 22 November 1878, No. 47, afdeeling Handel en Ny verheid (1ste onderaf- deeling) voor elk der nagenoemde ykkantoren bestaat uit het cyfer, achter den naam van elk kantoor uitgedrukt: 's Hertogenbosch 1, Breda 2, Arnhem 3, Nijmegen 4, 's-Gravenhage 5, Rotterdam 6, Leiden 7, Dordrecht 8, Amsterdam 9, Alkmaar 10, Middelburg 12, Utrecht 14, Leeuwarden 15, Zwollo 16, Groningen 17, Assen 18, Maas tricht 19. Naar het „Haagsche Dagbl." verneemt, zal binnenkort by de Tweede Kamer worden ingediend een wetsontwerp, houdende afzon derlyko begrooting van ontvangsten en uit gaven voor de administratie van de kleeding en uitrusting van het leger. By dat ontwerp zal tevens worden geregeld het toezicht van de Algemeene Rekenkamer op de aanschaffing en op het beheer van de kleeding en uitrusting by het leger. De Nederlandsch9 Protectionistische Land- bouwvereeniging, gevestigd te Utrecht, heeft opnieuw een adres aan de Tweede Kamer gericht, ten verzoeke „dat de Kamer ten spoedigs'e een invoerrecht bepale op granen en de opbrengst doe strekken tot vermindering van den belastingdruk, ten behoeve van Ryk en Gemeenten geheven, om zoodoende alle takken van bedryf, die met den toestand van landbouw en veeteelt in 't nauwste verband staan, op te beuren en weer tot bloei te brengen". By het uiteengaan van de Eerste Kamer zyn nog aanhangig gebleven hot voorstel Hartogh nopens de burgeriyke rechtsvorde ring; de invoering der faillissementwet; de reorganisatie van de land- en tuinbouwschool en de Indische begrooting voor 1896. Het tijdstip van terugkomst dtr Kamer is vermoedelijk 27 November of 4 December. Ten einde het vervoer van bestelgoederen ter gelegenheid van het a. s. St. Nicolaasfeest te bespoedigen, is o. a. door den Staatsspoor weg besloten op de eerste dagen van Dec. voor de voornaamste routen in eenige treinen extra bestelgoelerenwagens te doen loopen en tuRschon belangryke hoofdstations wagens uitsluitend te beladen met goederen voor de eindbestemming of omgeving, zonder daarin onderweg bij te laden of daaruit te lossen. De minister van marine heeft den luitenant ter zee der 1ste klasse A. Seret en den officier van gezondheid der 2de klasse G. A. J. Van der Sande, uit Oost Indiö in Nederland teruggekeerd, op non-activiteit ge steld. Wy ontvingen een verslag, door den hoogleeraar J. J. P. Valeton Jr. uitgebracht over het doorgangshuis te Hoonderloo, ge legen op ongeveer 10 minuten buiten de kom van het kleine dorp Hoenderloo. Het is bestemd om verwaarloosde jongens op te nemen en na korter of langer tyd als nuttige leden aan de maatschappij terug te geven. Het is een flink steenen gebouw van drie verdiepin gen. Oorspronkelijk, in 1849, ingericht voor 12 jongens, is het herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid, en heeft th ns ruimte om 70 jon gens behoorlijk te herbergen. Behalve twee groote eet-, tevens conversatiezalen, en twee ruime, goed geventileerde slaapkamers, bevat het do noodige keukens, kelder, badplaats, wascbinricbting, provisiekamer, terwijl de 3de verdieping voor berging van goed en als droog zolder gebruikt wordt. Bovendien woont er de directeur met zyn talryk gezin, en het voor huishouding of toezicht benoodigde personeel. Er mee verbonden is een klein boerenbedrijf, tervvyl sinds Januari 1894 een afzonderlijk gebouwtje voor drukkerij ingericht is. Eindelijk staat op enkele minuten van het hoofdgebouw de nieuw gebouwde woning van den chef- drukker. Tot het hui3 behouren vyf bunders heidegrond, die er rondom gelegen en op een klein gedeelte na in cultuur gebracht zyn. Alles maakt een eenvoudigen, maar prettigen indruk. Het is er ruim en Arischeen gezonde, versterkende lucht komt u overal tegen. Dat de badplaats dringend uitbreiding noodig heeft, dat er een gymnastieklokaal moet worden gebouwd, en dat ook in andere opzichten nog veel meer verbeteringen zyn aan te brengen, is waar. Het oog van het bestuur is op al deze punten gevestigd. Voor de drie eerst- genoemden zyn de plannen reeds onder be werking. Do schrijver hoopt dat zyn verslag aan het verkrygen der noodige fondsen bevorder- ïyk zal zyn en dat is wel waarschijnlijk, want de heer Valeton vertelt van liet Doorgangshuis veel goeds. De staat der geldmiddelen is echter nooit schitterend geweest en is dit ook nog niet. Het kostgeld voor iederen jongen was van den aanvang op 2 in de week gesteld. Telkens werd de hoop geuit, dat men door grooter toevloed van contributies en giften irf staat gesteld zal worden, die te verlagen In die hoop is men echter voortdurend teleurgesteld. Zelfs heeft het bestuur by de laatste reorganisatie ten vorigen jare moeten besluiten het tot 140 'sjaars te verhoogen. Het getal der in het huis opgenomen jon gens is 58; zij hebben den leeftijd van 8 tot 18 jaren. Buiten het huis gephatst, maar nog onder toezicht staande, zyn er 18. Zy zijn gevestigd te Utrecht, Zutfen, Beekbergen, Velp, Bennokom, Doetinchem, Lunteren, Varseveld, Zetten, Tonden (Voorst), Ellecom en Aalten. Na eenige mededelingen over de ondervon den teleurstellingen en over de verkregen goedo uitkomstc-n besluit de schr. zyn arbeid met de opwekking: Werk met ons medeIndien gy in de gelegenheid zijt, ga Hoenderloo eens zien en maak eens kennis met onzen directeur, den heer E. Ten K te Wz., en zyn werk. Maar ook al* gy dat niet kunt, steun ons dan toch naar uw vermogen, en moge ook door hetgeen gij er aan doen wilt, nog menige jongen, van wien anders niets terecht gekomen ware, behouden worden voor deze wereld en de toekomende 1" De rekening tor 31 Dec. 1894 sluit in ont vangst en uitgaven met een saldo van 30.72s, op ƒ14,212.67, de begrooting over 1895 be draagt in ontvangsten 11,674, uitgaven 15,775, nadeelig saldo ƒ4,101. Den 7öen Dec. zal van Rotterdam per „Oengaran" naar Oost Indie worden overge bracht een afdeeling aanvullingstroepen ter sterkte van 30 korporaals en manschappen, benevens 2 onderofficieren. Het bevel over dat transport zal worden opgedragen aan den met verlof hier te lande aanwezigen ritmeester der cavalerie van het Indische leger H. W. A. Van Jeveron, terwijl tot medegeleider is aangewezen de voor dat leger bestemde 2de luit. der inf. T. D. Struick. De te Groningen tot arts bevorderde cand.-arts W. J. Van der Scheer is bestemd voor o.'ficier van gezondheid 2de kl. by het O.-I. leger. Van de gisteren opgekomen jongelingen tot dienstneming bij het instructie-bataljon te Kampen zyn er 12 aangenomengeneeskundig afgekeurd werden er 9. De burgemeester van Aalten, jhr. Baud, heeft tegen 1 December, wyi Ly zie i cLers gaat vestigen, ontslag gevraagd. De gemeenteraad van Veendam beeft, behoudens hoogere goedkeuring, besloten, de Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar op te heffen. Men seint aan „Het Nieuws" uit Batavia: „Voor de sociëteit te Medan (Deli) is de heer Kat door een amokmaker gedood". Het blad voegt er by: „De heer E. Kat, uit Amsterdam, was verbonden aan de hoofd administratie van de Deli-Maatschappij to Medan. Hy was een nog jonge man, die een schoone toekomst voor zich had, en eerst kort geleden gehuwd." In 't begin van het volgende jaar zal het een kwart-eeuw geleden zyn, dat mr. C. Fock benoemd werd tot Commissaris des Konings in Zuid-Holland. By koninklijk besluit zyn benoemd: F. L. Tillieu tot burgemeester van Hooge en Lage Mierde, P. J. De Kort tot id. van Eersel, en dr H U Schleurholts tot id. van Bedum. Pensioen verleend aanM. W. A. Slinger, wed A. H. L. Bernards, commies-ontvanger 2dn categorie van 's Rijks belastingen, 335 A M. Eskens, wed. H. Lous, commies Isto klasse by 's Ryks belastingen, ƒ416; W. Venneman, wed. H. Rademaker, assistent aan het postkantoor to Leeuwarden, ƒ275; M. J. H. De Kruyff, wed. J. Van de Waereld, ontvanger der directe belastingen, enz., 600; H. C. H. Moorrees, wee). J. P. M. Reyors, leeraar aan du Ryks hoogere burgerschool to Middelburg, f 450; M. Poll, wed. P. Valter, directeur van het postkantoor te Leeuwarden, /600, W. Bilderbeek, wed. L. P. Kesting, commies Iste klasse by 's Ryks belastingen, ƒ186, G. H. Westerink, eerder wed. K. A. Souwer, thans wed. D. Gerritsen, brievenbe steller, f 67do kinderen van wijlen L. J. A. H. Du Moulin, verificateur 1ste categorie by 's Ryks belastingen, 207met intrekking van het aan hunne moeder verhoogd wedu- wenpensioen van 496; de kinderen van wylen den iriuvu.,gtiafaei J. F. Van der Meydon 94met intrekking van het aan hunne moeder toegekend verhoogd weduwen- pensioen van ƒ150; A. C. Van eer Hammen, wed. C. Möbring, boekhouder 1ste categorie by 's Ryks belastingen, 675; U. Chr. W. Cau, wed. jhr. mr. W. H. Db Savornin Lobman, kantonrechter, /"1080 'sjaars. De tweede luitenant op non-activiteit E. J. I,. J. Jans, van het wapen uer infanterie, krachtens art. 42 2c oor wet van 28 Augustus 1851, op pensioen gcstelj en het bedrag van het ptnsioen bepaald op 809 'sjaars. De kapittin G. H. Aalders, van het 1ste reg. inf., op zyno aanvrage, krachtens art. 42 1 b der wet van 28 Augustus 1851, en de kapitein G. J. Van Deinse, van het 4de reg. inf., krachtens art. 42 2c dier wet, op pensioen gesteld en het bedrag van het pensioen bepaald: voor den kapitein Aalders op ƒ1610 en voor den kapitein Van Deinse op 1560 'sjaars; en den kapitein Van Deinse, gerekend van den dag, waarop zyn pensioen ingaat, de rang verleend van majoor. 2) Bovendien wa3 zijne taveerne geene zoo genaamde dobbelschool, welke in dien t\jd by menigte waren te vinden, neen, de roeping van meester Maarten was, naar hij meermalen verzekerde, den verdwaalden rei ziger terecht te heipen, den wandelaar of den jachtliefhebber eene heerlijke verfrissching aan te bieden en den bezoeker zóó op zijn gemak te zetten, alsof deze zich in zijne eigen woning bevond. Met eenige menschenkennia kon men het den goeden Maarten be8t aanzien, dat hy iemand was van een best karakter. Hy was stevig gebouwd en daarby vry corpulent. Zyn neus ging byna schuil tusschen de volle wangen, die over de hagelwitte das hingen; om zyn mond was, we zouden byna zeggen, de eeuwige lach van tevredenheid te zien en zyno muts scheen immer achteloos op 't hoofd te zyn geworpen, om dien toevalligen stand den geheelen dag te bewaren, althans, als vaa 's mans oordeel en inzicht in moeilyke zaken niet te veel werd gevergd. Want in zyne verlegenheid dwong hy dan die muts met de vlakke linkerhand al schuifelende de meest mogelyke posities op het hoofd in te nemen. Meester Maarten was gulhartig, gastvry zelfs in hooge mate. Hy zag er geenszins tegen op den bezoeker nu en dan uitzyne eigen beurs te onthalen, - a'.tyd, als 't gesprek naar zyu zin was, hoewel eenige nieuws gierigheid aan die royaliteit gewooniyk den doorslag gaf. Want by al het goede, dat den man kenmerkte, had hy één groot ge brek, nameiyk niet alleen zich te mengen in eens anders zaken, maar zich daarin zelfs te verdiepen. Hy voor zich noemde dat be langstelling, deelneming. En al had het daar van niet altijd den schyn, toch toonde Maarten vaak, dat het lot van zyn evenmensch hem niet geheel en al onverschillig was. Enfin, ieder heeft zyne gebreken en dat zal by oen waard uit de 14de eeuw ook wel het geval geweest zyn! XXL Ansfridus, de Minstreel. 't Was op een vry kouden, guren nsjaars- avond, dat de deur der „Sint-Hubertus" werd geopend en een jongmensch binnentrad van oven twintig jaar, schoon van lichaamsbouw, edel van voorkomen, innemend van manieren en op vry bijzondere wyze gekleed. Toen hy zyn breeden mantel had afge worpen en op geheimzinnige wyze een vrfl groot driehoekig pak op een der tafeltjes had gelegd, vertoonde zich aan de verbaasde oogen van Maarten iemand, die een donker groen fluweelen kleed droeg, waaraan zich van achteren eene tamelyk groote kap be vond, die laag afhing. Met toenemende belangstelling vestigde Maarten zyne oogen op de fraaie mute, met eene witte pluim versierd, op het kostbaar opperkleed, op den zwaren gouden ketting aan den hals en de hooge kaplaarzen, die tot over de knieën reikten. Do jonkman nam een stoei, zette zich, na een hoffelykon avondgroet, doodkalm by den vuurhaard neer, Bloeg de armen over elkander en aanschouwde, achterover op zyn zetel leunende, peinzend het spelen der vlammetjes. Al zyne bewogingen werden door meester Maarten met een valkenblik bespied, doch niets verdachts bespeurende, ging hy lang zaam op den vreemdeling af, boog, zoover zpne corpulentie dit veroorloofde, onderdanig en vroeg hem op goedhartige wyze: Kan ik u van dienst zgn? De jongeling keek op en zag met zyn schoon, donker oog den waard aan. Hy streek den fraaien knevel met welbehagen hoen en weer en antwoordde vTiendelyk: Geef my een kan bier, meester! Zet u dan by my neer; 't is wel wat laat en ik ben ook wel iets vermoeid, maar vóór ik my ter ruste ga begeven, moet ik u wat vragen. Do praatzieke waard liet zich - dit geen tweemaal zeggen. Hy zette fluks eene kan bier voor den onbekende neer en den roemer vullende, reikte hy dezen den reiziger over en heette hom welkom onder het gastvry dak der „Sint-Hubertus." Maarten rakelde het vuur wat op en toen een versch houtblok leven en gloed door het vertrek begon ta verspreiden, nam de waard naast den vreem deling plaats en informeerde volgens zyne onhebbelyke gewoonte terstond; wie hy was, hoe hy heette, van waar hy kwam en waar mede hy zieh bezighield. Er speelde een glimlach om 'sjongelings mond, toen hy don dikken herbergier al de vragen achtereenvolgens hoorde doen, on een hartelyke schaterlach klonk door het vertrek, toen de waard, bemerkende dat hy te ver was gegaan, vergeving vroeg voor zyne al te groote onbescheidenheid. Wel, myn vriend 1 antwoordde de jonk man, ik neem niets kwalyk't spyt me maar, dat ik al die vragen met voldoende kan be antwoorden. Ge hebt toch zeker wel eens ge hoord van een sprooksproker, een troubadour, een zanger of een minstreel, nietwaar? Welnu, zoo iemand ben ik en op het drie hoekig pak wyzende ge kunt dan wel vermoeden, wat in dat pak is verborgen, 'tls een harp, waarmee ik myn romancen, myn balladen of vertellingen begeleid. Waar ik ben geboren? Helaas! dat weet ik niet, ik heb ook myn ouders nooit gekend, ik heet Ansfridus en noem gy my ook alzooik kom uit Dordrecht en heb de reis over Rotterdam, Moerkapel en Waddingsveen tot hier afgelegd. Waar ik heenga, weet ik eigeniyk ook niet Hy legde zyne hand vertrouweiyk op den schouder van Maarten. Zullen hier eerstdaags geen feestelyk- heden plaats hebben? Zal er niet een huwelyk gesloten worden tusschen de dochter van ridder Van Hegeldaele met den ridder Van de Swanonborghe? Meester Maarten knikte toestemmend. En morgenavond heeft een plechtige samenkomst plaats op het „Slot" by Der Goude, nietwaar? Ik hoor, dat de bloem der ridder schap, de keur der jonkvrouwen ddar zal byeenkomen. Ligt dat „Slo ver van nier? Een goed half uur looperis, edel Kom, kom, geen gekhem, myn vriend I Ik ben niet van adel, ik ben geen ridder, ik draag geen schild en woon nog veel minder op een kasteel. Noem my vry Ansfridus 1 Mag ik u vragen, of go eenigszina op dat „Slot' bekend zyt? Die vraag kittelde den hoogmoed van den waard en de muts een min ef meer luchtigen stand op het hoofd gevende, zei by: Bekend? Wel stellig! Dat zou ik denken. Myn vrouw gaat er elke week heen, om wat te verkoopen, ziet ge. Een grootsch kasteel, prachtig gebouwd, vier groote torens, ryke inkomsten, welzeker, zou ik het „Slot" niet kennen? Alle schepen moeten een hoog tolgeld Genoeg, genoeg, meesterzei Ansfridus, die zeer goed bemerkte, dat 'smans weten schap aangaande dat kasteel niet vorder ging dan wat elk reiziger met een paar goede oogen en een paar goede ooron ook te weten zou komen. „Genoeg, meester 1 ik wil gaarne gelooven, dat het een fraai kasteel is, dat het er van buiten zoowel als van binnen prachtig uitziet; ik wil aannemen, dat het tolgeld de ontevredenheid van velon zal op wekken, maarzyt gy ook min of meer bekend met de bewoners van het „Slot," neen, laat ik myn vraag anders inkleeden, weet ge ook, of zich thans, let wel, thans op het „Slot" een jonkvrouw bevindt, die juist vandaag een week geleden hier is moeten passeeren en een nicht is van uwen Ambachtsheer, van Ridder Van Naaldwyk? (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1