N°. 10955 A0.1895 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Eon- en feestdagen, uitgegeven Zaterdag O November. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco por post Afzonderlijke Hommers f 1.10. 1.40. 0.05. PRIJS DER AD VERTER TIÉN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moor f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 8 November. Aan den Gemeenteraad van Leiden is het volgende adres gericht: Geven met verschuldigden eerbied te kennen: Ondergeteekenden, uitmakende het Bestuur van en vertegenwoordigende den Bakkersge- zellenbond „Verbetering zy ons Stroven", te Leiden; dat zy onder meer op hun vereenigingspro gram hebbenhet verkrijgen van Zondags rust; waarnaar door hen, en zelfs met succes, wordt gestreefd; dat hun echter is gebleken, dat men nog niet algemeen en nu juist in hoogere krin gen is doordrongon van het beginsel, dat ook een bakkersgezel recht heeft op Zon dagsrust; rodenon waarom adressanten Uw College verzoeken, dat door U zoodanige maatregelen worden opgenomen in de Politieverordeningen, dat ontduiking van de Zondagswet niet mo gelijk zij; alsmede doen zij een beroep op de mede werking van ieder lid in het bijzonder in eigen kring, om tot ons doel te geraken, to meer, daar een enkele Uwer nog niet van het nut overtuigd schijnt. Hetwelk doende, enz. (volgen de handteekeningen.) Men schrijft ons: Do Ned.-Herv. gemeente te Noordwykerhout tolde in het jaar 1647 niet meer dan tien vrouwelijke en 6 manne lijke lidmaten. Thans bedraagt het aantal stemgerechtigde leden, volgens een dezer dagen door kerkvoogden vastgestelde lijst, zes en vijftig. In verband met de opening van een Rykstelephoonkantoor te "Warmond zal het telegraafkantoor in het station van de Hol landsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij aldaar, te rekenen van 1 Januari a. s., alleen open zijn voor de aanbieding en verzanding van bijzondoro telegrammen en voor de ontvangst van zoodanigo tijdingen, voorzien van de aanwijzing „station restant." In den aanvang van de gisteren gehouden zitting van den Hoogen Raad wijdde de voor zitter, mr. J. G. Kist, eenige woorden aan de nagedachtenis van den overlolen raadsheer mr. J. Telting, onder herinnering dat hij nog geen veertien dagen geleden met groote opge wektheid aan de werkzaamheden van het hoogste rechtscollege deelnam. „Ons college" zeide mr. Kist o. a. „lijdt in hem een groot verlies, want hy was een bekwaam en scherpzinnig jurist, een oprecht mensch, een trouw vriend. Wij treuren als ambtgenooten en vrienden met zijne zonen en dochteren, die een zoo waardig liefhebbend vader moeten missen." Jhr. mr. E. N. De Brauw, die daarna als pleiter optrad namens mr. B. M. Vlielander Hein, meende in den geest van dozen als Deken der Orde van advocaten te handelen door namens de Balie met 's voorzitters woor den instemming en deelneming te betuigen in het verlies van mr. Telling. Hy verzekerde dat het cverlyden van dezen rechtsgeleerde door alle leden van de Balie met diep leed wezen is vernomen en als een groot verlies voor de magistratuur wordt beschouwd. Men meldt uit Den Haag, dato 7 Nov.: Feuilleton. ONZE BRIEVENBUS, Slot.) Myn arme man had zich verechrikkeiyk kunnen bezeeren, maar hy had nog geluk by het ongeluk gehad. Alleen de rechterhand deed hem een weinig pyn en was opgezwol len, zoodat hy er niet mee schreven kon, en dat was erg verdrietig, omdat hy des avonds nog een manuscript moest voltooien. Hy gedroeg zich echter betrekkeiyk heel kalm onder het geval. In elk geval verlichtte hem de geschiedenis de gedachte aan Trientjes heengaan, en wat de onbekwaamheid tot schryven aangaat, bood ik hom aan, my te dicteeren. Het ging heel goed. Hy dicteerde, ik schreef; en terwyi hy op zyn rechterhand koude compressen maakte, zorgde ik ervoor dat aan zyn linkerhand een glaasje goeden "wyn nooit leeg bleef, wat aan het slotzyner novelle een warm coloriet verleende. Toen wy klaar waren en hy myn geschryf nog eenmaal doorlas, bleef zyn blik eensklaps op myn vloeiblad staren. Het dateerde nog van uit myn kostschooltyd en was dus met allerlei figuren beschilderd; ik kon my even wel niet verklaren, waarom deze hem zoo interesseerdenik had ze tot nu toe nooit voor artistiek werk gehouden. Opeens springt hy op, neemt een van myne beste vellen post- Op de begraafplaats „Eik en-Duinen" wj. d heden aan de familie aangeboden het monu ment, door vrienden en vereerders van ds. C. E. Van Ko'tsveld op zyn graf geplaatst Het is een verheven en breed monument, 3 meter hoog by 1 meter breed en 75 cM. diep, dat zich verheft aan den voet van deze grafzerk, waaronder zyn stoffeiyk overschot rust en waarop nu ook is gebeiteld zyn naam, met by voeging: „Predikant te's Gravenhage; Hofprediker." Het vierhoekige monument van blauwen hardsteen heeft een obeliskvorm. Op een socle rust een voetstuk, waarboven in slanken vorm het hoofdgedeelte zich verheft, dat be kroond wordt met een kruisbloem. Op dat gedeelte is in vergulde letters de opdracht gebeiteld „Ter nagedachtenis van ds. Cornelis Elisa Van Koetsveld V. D. M.", waaronder een basreliëf, z(ju portret in brons te aan schouwen gevende, door den heer J. Keiler te Parys geboetseerd, en daaronder de ge boorte- en overiydensdata 18071893. Boven de opdracht is een ster, het symbool der opstanding. Op het voetstuk aan de voorzyde zyn in de hoeken de alpha en de omega gehouwen en daaronder staat gebeiteld: „Zalig de dooden, die in den Heer sterven. Hunne wer ken volgen hen." Aan een der zykanten zyn de voornaamste stichtingen van Koetsveld genoemd: „Zuidcr- kerk, Bethlehemskerk en Idiotengesticlit" en aan den anderen zyknnt een drietal zyner voor naamste werken: „Pastorie te Mastland", „Ge- ïykenissen" en „Novellen". De achterzydo is geheel gevuld met de vermelding vaD de ver schillende standplaatsen, door Van Koetsveld vervuld, en zyn geboorte- en sterfdata. Door den heer mr. C. A. Van der Kemp, voorzitter van de commissie voor het hulde- biyk, werd het woord gevoerd. De toespraak van den heer v. d. Kemp werd, nadat hy het monument aan de ftuiilie had overgedragen, beantwoord door ds. Van Koets veld, predikant to Goes, zoon van den gehul- digden leeraar. Met eene herinnering aan de troostryke deelneming, by do teraardebestelling van zyn vader op zoo treffende wyze geble ken, wees hy op de gezegende nagedachtenis, die zyn vader heeft nagelaten. Ook vertolkte by den innigen dank van do geheelo familie, ook van den 90-jarigen broeder van zyn vader, thans verhinderd hier te zyn, voor het biyk van hulde, aan de nagedachtenis van den ge storvene gewyd. Zoolang God den verwanten het leven geeft, zullen zy in dit monument zyne nagedachtenis in eere houden. By do plechtigheid waren aanwezigleerlin gen en vereerders van den eenmaal zoo ge liefden evangeliedienaar; predikanten van de Hervormde en van de Luthersche gemeenten de pastoor der oud-katholieken, bestuursleden van hst Idiotengesticht en byna alle leden der commissie voor hot huldeblyk. Binnen enkele dagen wordt in de resi dentie verwacht de nieuwoptredende gezant van het Duitsche keizerryk by ons Hof baron Yon den Brincken, die alsdan het gebouw der Duitsche legatie op den Vyverberg zal betrekken, hetwelk dezer dagen daarvoor in gereedheid is gebracht. papier en maakt er met opzet de eene inkt vlak na de andere op. Dat ging boven myn verstand en ik was eenvoudig sprakeloos. „Ga nu eens mee," zeide hy eindeiyk zielsvergenoegd; „nu heb ik het. Als wy dit voor den rugwand der bus plakken, zien wy de geiykmatige kleur door de inktvlakken onderbroken, en als de laatste nu niet zicht baar zyn, ligt er een brief in de busl" Hy bad gelyk. De zaak was doodeen voudig. Het velletje papier werd met vier punaises in de bus bevestigd en er volgden eenige rustige dagen. Allerlei brieven kwamen aan en legden zich duideiyk voor onze nieuwe uitvinding; alleen de zoo lang verwachte uitgeversbrief wilde niet komen. Ongeveer aoht dagen later kwam myn man van een boodschap terug en zeide: „Ik weet niet, wat onzen vriend W. scheelt 1 Toen ik hem harteiyk begroeten en hem de hand geven wilde, nam hy styf den hoed af en ging voorby. Vermoedt jy, hoe hy daartoe komt? Daar moet een misverstand achter steken; ga eens naar zjjn vrouw en informeer eens." „Ja, meende mevrouw W., gepiqueerd, toen ik haar naar de oorzaak van hun zonder linge houding vroeg, „ik moet bekennen, dat men zyn vrienden toch een weinig meer beleefdheid verschuldigd is dan gy schynt te meenen; gy hebt ons niet weinig in ver legenheid gebracht, doordien gy het niet eens de moeite waard vondt, ons een afzegging te sturen. Of meent gy soms, dat het aan- De aldeelingen van de Eerste Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over de Indische begrooting: de heeren A. Prins, Van Alphen, Hordyk, Wertheim en Rengers. Het onderzoek over dit en de ovsrige aan hangige ontwerpen is gisteren afgeloopen. Tegen hedennamiddag halftwee is een open bare vergadering belegd. By het afdeelingsonderzoek werden geen bezwaren geopperd tegen de wetsontwerpen lo. ruiling van grond tusschen de gemeente Rotterdam en den Staat; 2o. bekrachtiging van den onderhandschen verkoop aan A. J. M. Muld- r, te 's-Gravenhage; 3o. goedkeuring van den onderhandschen verkoop van een gedeelte van den Hoogen Zeodyk over Zevenbergen; 4o. verklaring van het algemeen nut der onteigening ten behoeve van een spoorweg van Schagen naar Wognum. Naar men verneemt, zal jhr. "W. H. De Savornin Lohman, zoon van den oud-minister, het voorbeeld van zyn vader volgen en evenals deze ontslag nemen als hoogleeraar aan de Vrye Universiteit. Vad De minister van financiën maakt bekend dat hy heeft ontvangen: uit Amsterdamƒ6 en uit Son f 99.05'/}, wegens aan het. land verschuldigde gelden. (Sts -Ct.) In den ouderdom van 74 jaren is te Utrecht overleden dr. A. Scbolton, sinds 1847 als geneesheer aldaar gevestigd. Ds. H, "W. Kalff, pred. by de Ned.-Herv. gemeente te Alkmaar, is gisteren aldaar overleden. Evang. Luthersche Kerk - Tweetal te Monnikendam: Ds. Grottendieck, pred. to Zieriksee, en ds. Wempe, pred. te Alkmaar. De heer Willem Van Zuylen is uitge- noodigd om in December op te treden in de Noderlandscho Vereeniging te Londen. Hier te lande is thans, ontvangen het te Soerabaia den 28sten Supt. jl. uitgebrachte verslag van de oprichting en verrichtingen der VereenigiDg „Het Lombok-fonds/' By deze gelegenheid is het vaa belang te doen uitkomen, dat de gewonde soldaten van Lom bok, die van het fonds nog geen gratificatie ontvingen en die (zeker ten getale van pl. m. 150) over Nederland verspreid zyn, zich by de Vereeniging „Nationaal Fonds tot onder steuning van de nagelaten betrekkingen van in Ned.-Indië gevallen militairen" nog kunnen aanmelden. De aanvragen worden dan door den heer De Wys, na onderzoek, ter afdoening aan het Fonds te Soerabaia tei beslissing door gezonden. Laatstgenoemde Vereeniging heeft een veel ruimer strekking dan het Soerabaia-fonds. Dat geeft ineens eene som voor de slacht offers van den Lombok oorlog alleen. Deze Vereeniging geeft, voor zoover hare middelen strekken, een zooveel mogelyk blijvende on dersteuning aan de slachtoffers van alle In dische oorlogen. De vereeniging „Nationaal Fonds tot on dersteuning van de nagelaten betrekkingen van in Ned.Indiö gevallen militairen", ge sticht in Maart 1895, is van af 1 April aan het werk. De volgende byzonderheden mogen hier eene plaats vinden Het is reeds thans gebleken, aan hoevelen genaam is, een ganschen avond tevergeefs op genoodigde gasten te wachten Wy dach ten dat gy niet langer mot ons wildet converseeren en verwonderden ons alleen over den door u gekozen vorm, om daaraan een einde te maken." „Maar, beste mevrouw W.", riep ik eindeiyk uit, „wanneer hoe, door wien hebt gy ons dan genoodigd? Wy wisten er niets vanl" „Dat begryp ik niet," antwoordde zy; „de meid heeft den brief voor acht dagen in uw bus gestoken. Zy is zeer accuraat en was al dikwyls by u, zoodat een vergissing niet goed mogeiyk is." Ik kon het geval niet ophelderen, maar daar onze vermeende onbeleefdheid op een misverstand berustte, was onze vriendschap weldra hersteld en ik keerde bevredigd, zy het ook diep nadenkend, naar huis terug. Ook myn man herinnerde rich natuurlyk niet, iets van de uitnoodiging gezien te hebben. Het geval was en bleef een mysterie. Dien avond hadden wy geen tyd om de zaak verder te onderzoeken, daar wy naar den schouwburg wilden. Maar natuurlyk 1 Als men iets zoekt, vindt men het nooit; zoodra men het even wel niet meer gebruiken kan, is het direct by de hand. Zoo ook ditmaal. Juist als wy de deur willen uitgaan, wordt er van bui ten zwaar drukwerk in de brievenbus ge schoven en scheurt onzen fraai bekladden achtergrond middendoor. Nu, stoffeiyke schade was het niet, want do waarde zat in hot d« renten van het kapitaal, door de groote offervaardigheid van do natie byeengebracht, en de jaarJyksche contribution der leden der Vereeniging ton zegen kan zyn, hoeveel irmoede er geleden werd door gezinnen, die ten gevolge van den stryd in Indië en den dienst in de tropen een kostwinner verloren, door militairen, die, met een geknakte gezond heid in bet vaderland teruggekeerd, niet in staat zfjn, in eigen onderhoud of in dat van hun gezin te voorzien. De Vereeniging kent alleen voortdurenden of tydelyken onderstand toe, wanneer een nauw gezet onderzoek geleera beeft, dat die noodig is en goed besteed zal zyn De onderstands gelden worden betaald per kwartaal of per week. Reeds nu worden ondersteund 13 wedu wen van officieren (die in of door den stryd in Indiè het leven verloren), te zamen met 40 kinderen; 16 ouders (vaders of moeders) van in Indio gevallen militairen; 1 weduwe van een in lndie overleden korporaal met 4 kinderen kinderen (weezen) van 2 gesneuvelde offi cieren; 16 mindere militairen, die armoede leden en niet werken kunnen, 2 zwaar ver minkten. De militairen, hierboven bedoeld, hebben behoord zoowel tot de land- als de zeemacht. Aangezien alleen door de oprichting van afdeelingsbesturen in de groote, en het aan stellen van correspondenten in de kleine steden een nauwkeurig onderzoek mogelyk is, is 't voor het groote doel van veel belang, dat invloedryke personen tot die oprichting mede werken. Te Heemstede zyn gekozen tot leden der commissie in zake de grensregeling met Haar lem de heeren J. D Ouderwater, B. C. Van Merlen, "NV. H Smit, P. J. Staal, C. A. Braam, Van den Berg, C. Van der Weiden, J. G. Van der Horst, P. Van den Berg, M. A. Van Arustel en J. K. M. Van Houten. Vanwege de directie van het schildery- museum te Florence heeft mejuffrouw Thé- rèso Schwartze de uitnodiging gekregen om haar portret, geschilderd door haarzelve, to willen overzenden voor dio verzameling. {Tel.) Te Utrecht zal op Vrydag 15 Nov. a. s. eene vergadering gehouden worden van het voorloopig bestuur van het „Fonds tot uit keering by overly den van gemeenteambte naren". Dit voorloopig bestuur bestaat uit de hee ren H. Beets, inspecteur van politie te Am sterdam; H. F. Van Haaren, gemeente-secre taris te Druten; J. Kardux, commies ter secretarie te Deventer; G. Ter Meulon, hoofd commies ter secretarie te Middelburg, en P. Kalbfleisch, adj.-commies ter secretarie te Haarlem. De Minister van Staat, baron Gericke van Herwynen, is gistermiddag van Den Haag naar Brussel teruggekeerd. Naar wy vernemen, is de vergunning voor den opslag van dynamiet op Rozenburg geschgrst. Over dit feit zal ongetwyfeld de geheele door het dynamiet op Rozenburg bedreigde streek zich verheugen, in de hoop, dat deze schorsing do voorloopster zal zyn van een afdoenden maatregel tot opheffing van het gevaar. NR. C.) denkbesld, en de achtergrond kon den volgen den morgen gemakkelyk vernieuwd worden. Wy maakten ons er dus niet druk om. Myn man nam de zending uit de bus, om er nog een vluchtigen blik op te werpen. Daar zie ik achter het verscheurde, met inkt bemorste vel postpapier iets wits schemeren, ik trek het er uit natuurlyk was het de invitatie. „Ik had liever gezien, dat je myn uit geversbrief er uit gevischt had," zuchtte myn man. „Ik wil toch nog eens, als wy uit den schouwburg komeD, schryven." Op een der volgende dagen wischte ik als gewooDiyk het stof van de meubelen in de woonkamer. Op een kaartenbord lagen nog eenige felicitatie-kaartjes, die ik voor drie weken op mynen verjaardag ontvangen had. Ik bekeek ze nog eens op de ry af en ge dacht hunnen afzenders in vriendeiyke dank baarheid, toen myn blik eensklaps op een ongeopenden brief viel, die het adres van myn man droeg. Het was de zoo vurig verlangde uitgeversbrief. Maar hoe kwam die hier? Geen van ons had hom vóór dien tyd gezien, en buiten ons beiden had niemand een sleutel van de brievenbus. „Hy kan toch onmogeiyk ook achter het papier gezeten hebben," zeide ik in de eerste verwondering. Dat geloof ik ook niet," antwoordde myn man met een zyner lastige ironische zyde- lingsche blikken. „Misschien kan de brieven besteller ons opheldering geven." Men schryft uit Rotterdam aan het „Hbl.": Men kan geen courant inzien, of zy bevat mededeelingen en beschouwingen omtrent het vermoedelyk vertrek van onzen hoofdcommis saris van politie naar Amsterdam. Het is intusschen zeker dat, tot op dit oogenbjik althans, geen beslissing is genomen. Wadr hlyft het, dat de heer Voormol n is aangezocht om het ambt van hoofdcommis saris in de hoofdstad te aanvaarden, doch het is even waar, dat hy zelf te kennon heeft gegeven, op eene benoeming niet gesteld te zyn, omdat de reorganisatie der politio te dezer stede naar zyn plannen eerst een begin van uitvoering heeft verkregen en het niet zou aangaan op zulk een tydstip de gemeente te verlaten. De mogelykheid is evenwel niet uitgesloten, dat de heer Voormolen ons toch verlaten zal, omdat do Regeering bem ook zonder zyn goedkeuring kan benoemen, in welk geval het eigenaardige bezwaren mede brengt om te bedanken. Het behoeft nauwelyks gezegd, dat zyn heengaan hier zeer betreurd zou worden, omdat, hoe kort de heer Voormolen hier ook werk zaam moge zyn, toch reeds merkbaar is dat aan het hoofd van politie is gekomen iemand, die weet wat hy wil en van wien men mocht verwachten, dat hy met de middelen, waarover hy beschikt, aan voel ongewenschte toestanden een einde zou maken. Tegelykertijd is echter ook een gevoel van ontstemming in de gemeente merkbaar ten opzichte van de Regeering, die aan Rotterdam door deze benoeming voor de derde maal binnen betrekkeiyk korten tyd een zeer ver- dienstelyk dignitaris zal ontnemen. Het ver trek toch van den heer Vening Meinesz werd indertyd ten zeerste betreurd; de heer Lycklama, als burgemeester opgetreden, werd reeds weggeroepen vóór hy nog gelegenheid had gehad zich bthoorlyk in te werken, en nu weer do heer Voormolen, ook nog niet lang benoemd en eveneens midden in een reorga nisatie zittende l Het is zeker niet prettig, doch ons blyft althans de troost, dat wy er na al die fluc tuaties niet slechter op geworden zyn, zoodat men hopen mag, dat, mocht de heer Voor molen onverhoopt vertrekkenRotterdam ook dan door zijn goed gesternte niet zal worden verlaten. De Prov. Staten van Noord-Holland kozen voor wyien mr. Laguna tot lid van Ged. Staten jhr. mr. C. J. Den Tex. De bij het 4de regiment infanterie ge detacheerde lsto luit. J. Spaan, van hetO.-I. leger, wordt op zyn verzoek van die deta cheering ontheven. Naar de „Tel." verneemt, zullsn de Maat- schappy tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maat- schappy binnenkort overgaan tot een maat regel, welke voor het reizend publiek van overwegend belang zal ztfn. Deze beide Maatschappyen zullen nameiyk, van den lsten December a. s. af, op al hare stations kilometorboekjes verkrygbaar stellen, welke recht geven om, op hare lynen, 1000 kilometer af te leggende prys dezer boekjes is bepaald op: lsto ülasse f 30, 2de kl. 22.50, 3de klasse f 15, alzoo op den normalen prijs der enkele By de volgende post wachtte ik den be steller op. „Herinnert ge u misschien, wanneer en wien gü dezen brief afgegeven hebt?" Hy bekeek hem nadenkend. „Bezorgd heb ik hem op den datum van het poststempel, dus voor nog geen veertien dagen, en ik steek de brieven altyd inmaar wacht eens neen nu weet ik meer dien morgen was de brievenbus weggenomen, en daar de meid hier aan het poetsen was, legde ik hem door het geopende venster op de vensterbank; daar moet zy hem gevonden hebben.' Nu werd Trientje in verhoor genouioa. „Dat kan wel zyn," zeide zy ielW-i T.ibbig, als gewooniyk, als haar geweten niet tuiver was. „Ik leg altyd alles, wat ik vind, op zyne plaats, want orde moet er zyn, en daar de andere brieven in de schaal lagen, legde ik dien van de vensterbank er ook in, en do kleinere brieven legde ik er op." Na dit geval vond myn man het dan toch zeer goed, dat Trientje den volgenden dag het huis verliet. Ik echter nam een nieuw vel letje papier en een groot penseel en plakte mijn nieuw kunstwerk op den rugwand der bus. Nu kan zich er niets meer achter verborgen, en de inrichting is volkomen doelmatig. Althans, dat hopen wy. Een heel zwak .wan trouwen glimt evenwel nog in het donkerste hoekje myner ziel, en dat kan niemand m(J eigeniyk kwaiyk nemen. Brievenbussen zuller voor my altyd iets noodlottigs hebben l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1