N°. 10955
A0.1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven
Zaterdag O November.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco por post
Afzonderlijke Hommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER AD VERTER TIÉN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moor f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor liet incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Leiden, 8 November.
Aan den Gemeenteraad van Leiden is het
volgende adres gericht:
Geven met verschuldigden eerbied te kennen:
Ondergeteekenden, uitmakende het Bestuur
van en vertegenwoordigende den Bakkersge-
zellenbond „Verbetering zy ons Stroven", te
Leiden;
dat zy onder meer op hun vereenigingspro
gram hebbenhet verkrijgen van Zondags
rust; waarnaar door hen, en zelfs met succes,
wordt gestreefd;
dat hun echter is gebleken, dat men nog
niet algemeen en nu juist in hoogere krin
gen is doordrongon van het beginsel, dat
ook een bakkersgezel recht heeft op Zon
dagsrust;
rodenon waarom adressanten Uw College
verzoeken, dat door U zoodanige maatregelen
worden opgenomen in de Politieverordeningen,
dat ontduiking van de Zondagswet niet mo
gelijk zij;
alsmede doen zij een beroep op de mede
werking van ieder lid in het bijzonder in
eigen kring, om tot ons doel te geraken, to
meer, daar een enkele Uwer nog niet van het
nut overtuigd schijnt.
Hetwelk doende, enz.
(volgen de handteekeningen.)
Men schrijft ons: Do Ned.-Herv. gemeente
te Noordwykerhout tolde in het jaar 1647
niet meer dan tien vrouwelijke en 6 manne
lijke lidmaten. Thans bedraagt het aantal
stemgerechtigde leden, volgens een dezer
dagen door kerkvoogden vastgestelde lijst,
zes en vijftig.
In verband met de opening van een
Rykstelephoonkantoor te "Warmond zal het
telegraafkantoor in het station van de Hol
landsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij aldaar,
te rekenen van 1 Januari a. s., alleen open
zijn voor de aanbieding en verzanding van
bijzondoro telegrammen en voor de ontvangst
van zoodanigo tijdingen, voorzien van de
aanwijzing „station restant."
In den aanvang van de gisteren gehouden
zitting van den Hoogen Raad wijdde de voor
zitter, mr. J. G. Kist, eenige woorden aan
de nagedachtenis van den overlolen raadsheer
mr. J. Telting, onder herinnering dat hij nog
geen veertien dagen geleden met groote opge
wektheid aan de werkzaamheden van het
hoogste rechtscollege deelnam. „Ons college"
zeide mr. Kist o. a. „lijdt in hem een
groot verlies, want hy was een bekwaam en
scherpzinnig jurist, een oprecht mensch, een
trouw vriend. Wij treuren als ambtgenooten
en vrienden met zijne zonen en dochteren,
die een zoo waardig liefhebbend vader moeten
missen."
Jhr. mr. E. N. De Brauw, die daarna als
pleiter optrad namens mr. B. M. Vlielander
Hein, meende in den geest van dozen als
Deken der Orde van advocaten te handelen
door namens de Balie met 's voorzitters woor
den instemming en deelneming te betuigen
in het verlies van mr. Telling. Hy verzekerde
dat het cverlyden van dezen rechtsgeleerde
door alle leden van de Balie met diep leed
wezen is vernomen en als een groot verlies
voor de magistratuur wordt beschouwd.
Men meldt uit Den Haag, dato 7 Nov.:
Feuilleton.
ONZE BRIEVENBUS,
Slot.)
Myn arme man had zich verechrikkeiyk
kunnen bezeeren, maar hy had nog geluk by
het ongeluk gehad. Alleen de rechterhand
deed hem een weinig pyn en was opgezwol
len, zoodat hy er niet mee schreven kon,
en dat was erg verdrietig, omdat hy des
avonds nog een manuscript moest voltooien.
Hy gedroeg zich echter betrekkeiyk heel
kalm onder het geval. In elk geval verlichtte
hem de geschiedenis de gedachte aan Trientjes
heengaan, en wat de onbekwaamheid tot
schryven aangaat, bood ik hom aan, my te
dicteeren. Het ging heel goed. Hy dicteerde,
ik schreef; en terwyi hy op zyn rechterhand
koude compressen maakte, zorgde ik ervoor
dat aan zyn linkerhand een glaasje goeden
"wyn nooit leeg bleef, wat aan het slotzyner
novelle een warm coloriet verleende.
Toen wy klaar waren en hy myn geschryf
nog eenmaal doorlas, bleef zyn blik eensklaps
op myn vloeiblad staren. Het dateerde nog
van uit myn kostschooltyd en was dus met
allerlei figuren beschilderd; ik kon my even
wel niet verklaren, waarom deze hem zoo
interesseerdenik had ze tot nu toe nooit voor
artistiek werk gehouden. Opeens springt hy
op, neemt een van myne beste vellen post-
Op de begraafplaats „Eik en-Duinen" wj. d
heden aan de familie aangeboden het monu
ment, door vrienden en vereerders van ds. C.
E. Van Ko'tsveld op zyn graf geplaatst
Het is een verheven en breed monument,
3 meter hoog by 1 meter breed en 75 cM.
diep, dat zich verheft aan den voet van deze
grafzerk, waaronder zyn stoffeiyk overschot
rust en waarop nu ook is gebeiteld zyn naam,
met by voeging: „Predikant te's Gravenhage;
Hofprediker."
Het vierhoekige monument van blauwen
hardsteen heeft een obeliskvorm. Op een
socle rust een voetstuk, waarboven in slanken
vorm het hoofdgedeelte zich verheft, dat be
kroond wordt met een kruisbloem. Op dat
gedeelte is in vergulde letters de opdracht
gebeiteld „Ter nagedachtenis van ds. Cornelis
Elisa Van Koetsveld V. D. M.", waaronder
een basreliëf, z(ju portret in brons te aan
schouwen gevende, door den heer J. Keiler
te Parys geboetseerd, en daaronder de ge
boorte- en overiydensdata 18071893. Boven
de opdracht is een ster, het symbool der
opstanding.
Op het voetstuk aan de voorzyde zyn in
de hoeken de alpha en de omega gehouwen
en daaronder staat gebeiteld: „Zalig de
dooden, die in den Heer sterven. Hunne wer
ken volgen hen."
Aan een der zykanten zyn de voornaamste
stichtingen van Koetsveld genoemd: „Zuidcr-
kerk, Bethlehemskerk en Idiotengesticlit" en
aan den anderen zyknnt een drietal zyner voor
naamste werken: „Pastorie te Mastland", „Ge-
ïykenissen" en „Novellen". De achterzydo is
geheel gevuld met de vermelding vaD de ver
schillende standplaatsen, door Van Koetsveld
vervuld, en zyn geboorte- en sterfdata.
Door den heer mr. C. A. Van der Kemp,
voorzitter van de commissie voor het hulde-
biyk, werd het woord gevoerd.
De toespraak van den heer v. d. Kemp werd,
nadat hy het monument aan de ftuiilie had
overgedragen, beantwoord door ds. Van Koets
veld, predikant to Goes, zoon van den gehul-
digden leeraar. Met eene herinnering aan de
troostryke deelneming, by do teraardebestelling
van zyn vader op zoo treffende wyze geble
ken, wees hy op de gezegende nagedachtenis,
die zyn vader heeft nagelaten. Ook vertolkte
by den innigen dank van do geheelo familie,
ook van den 90-jarigen broeder van zyn vader,
thans verhinderd hier te zyn, voor het biyk
van hulde, aan de nagedachtenis van den ge
storvene gewyd.
Zoolang God den verwanten het leven geeft,
zullen zy in dit monument zyne nagedachtenis
in eere houden.
By do plechtigheid waren aanwezigleerlin
gen en vereerders van den eenmaal zoo ge
liefden evangeliedienaar; predikanten van de
Hervormde en van de Luthersche gemeenten
de pastoor der oud-katholieken, bestuursleden
van hst Idiotengesticht en byna alle leden
der commissie voor hot huldeblyk.
Binnen enkele dagen wordt in de resi
dentie verwacht de nieuwoptredende gezant
van het Duitsche keizerryk by ons Hof baron
Yon den Brincken, die alsdan het gebouw
der Duitsche legatie op den Vyverberg zal
betrekken, hetwelk dezer dagen daarvoor in
gereedheid is gebracht.
papier en maakt er met opzet de eene inkt
vlak na de andere op. Dat ging boven myn
verstand en ik was eenvoudig sprakeloos.
„Ga nu eens mee," zeide hy eindeiyk
zielsvergenoegd; „nu heb ik het. Als wy dit
voor den rugwand der bus plakken, zien wy
de geiykmatige kleur door de inktvlakken
onderbroken, en als de laatste nu niet zicht
baar zyn, ligt er een brief in de busl"
Hy bad gelyk. De zaak was doodeen
voudig. Het velletje papier werd met vier
punaises in de bus bevestigd en er volgden
eenige rustige dagen. Allerlei brieven kwamen
aan en legden zich duideiyk voor onze nieuwe
uitvinding; alleen de zoo lang verwachte
uitgeversbrief wilde niet komen.
Ongeveer aoht dagen later kwam myn man
van een boodschap terug en zeide: „Ik weet
niet, wat onzen vriend W. scheelt 1 Toen ik
hem harteiyk begroeten en hem de hand
geven wilde, nam hy styf den hoed af en ging
voorby. Vermoedt jy, hoe hy daartoe komt?
Daar moet een misverstand achter steken;
ga eens naar zjjn vrouw en informeer eens."
„Ja, meende mevrouw W., gepiqueerd, toen
ik haar naar de oorzaak van hun zonder
linge houding vroeg, „ik moet bekennen, dat
men zyn vrienden toch een weinig meer
beleefdheid verschuldigd is dan gy schynt te
meenen; gy hebt ons niet weinig in ver
legenheid gebracht, doordien gy het niet eens
de moeite waard vondt, ons een afzegging
te sturen. Of meent gy soms, dat het aan-
De aldeelingen van de Eerste Kamer
hebben benoemd tot rapporteurs over de
Indische begrooting: de heeren A. Prins, Van
Alphen, Hordyk, Wertheim en Rengers.
Het onderzoek over dit en de ovsrige aan
hangige ontwerpen is gisteren afgeloopen.
Tegen hedennamiddag halftwee is een open
bare vergadering belegd.
By het afdeelingsonderzoek werden geen
bezwaren geopperd tegen de wetsontwerpen
lo. ruiling van grond tusschen de gemeente
Rotterdam en den Staat;
2o. bekrachtiging van den onderhandschen
verkoop aan A. J. M. Muld- r, te 's-Gravenhage;
3o. goedkeuring van den onderhandschen
verkoop van een gedeelte van den Hoogen
Zeodyk over Zevenbergen;
4o. verklaring van het algemeen nut der
onteigening ten behoeve van een spoorweg
van Schagen naar Wognum.
Naar men verneemt, zal jhr. "W. H. De
Savornin Lohman, zoon van den oud-minister,
het voorbeeld van zyn vader volgen en evenals
deze ontslag nemen als hoogleeraar aan de
Vrye Universiteit. Vad
De minister van financiën maakt bekend
dat hy heeft ontvangen: uit Amsterdamƒ6
en uit Son f 99.05'/}, wegens aan het. land
verschuldigde gelden. (Sts -Ct.)
In den ouderdom van 74 jaren is te
Utrecht overleden dr. A. Scbolton, sinds 1847
als geneesheer aldaar gevestigd.
Ds. H, "W. Kalff, pred. by de Ned.-Herv.
gemeente te Alkmaar, is gisteren aldaar
overleden.
Evang. Luthersche Kerk - Tweetal te
Monnikendam: Ds. Grottendieck, pred. to
Zieriksee, en ds. Wempe, pred. te Alkmaar.
De heer Willem Van Zuylen is uitge-
noodigd om in December op te treden in de
Noderlandscho Vereeniging te Londen.
Hier te lande is thans, ontvangen het te
Soerabaia den 28sten Supt. jl. uitgebrachte
verslag van de oprichting en verrichtingen
der VereenigiDg „Het Lombok-fonds/' By
deze gelegenheid is het vaa belang te doen
uitkomen, dat de gewonde soldaten van Lom
bok, die van het fonds nog geen gratificatie
ontvingen en die (zeker ten getale van pl. m.
150) over Nederland verspreid zyn, zich by
de Vereeniging „Nationaal Fonds tot onder
steuning van de nagelaten betrekkingen van
in Ned.-Indië gevallen militairen" nog kunnen
aanmelden. De aanvragen worden dan door
den heer De Wys, na onderzoek, ter afdoening
aan het Fonds te Soerabaia tei beslissing door
gezonden.
Laatstgenoemde Vereeniging heeft een veel
ruimer strekking dan het Soerabaia-fonds.
Dat geeft ineens eene som voor de slacht
offers van den Lombok oorlog alleen. Deze
Vereeniging geeft, voor zoover hare middelen
strekken, een zooveel mogelyk blijvende on
dersteuning aan de slachtoffers van alle In
dische oorlogen.
De vereeniging „Nationaal Fonds tot on
dersteuning van de nagelaten betrekkingen
van in Ned.Indiö gevallen militairen", ge
sticht in Maart 1895, is van af 1 April aan
het werk.
De volgende byzonderheden mogen hier
eene plaats vinden
Het is reeds thans gebleken, aan hoevelen
genaam is, een ganschen avond tevergeefs
op genoodigde gasten te wachten Wy dach
ten dat gy niet langer mot ons wildet
converseeren en verwonderden ons alleen over
den door u gekozen vorm, om daaraan een
einde te maken."
„Maar, beste mevrouw W.", riep ik eindeiyk
uit, „wanneer hoe, door wien hebt gy ons dan
genoodigd? Wy wisten er niets vanl"
„Dat begryp ik niet," antwoordde zy; „de
meid heeft den brief voor acht dagen in uw
bus gestoken. Zy is zeer accuraat en was al
dikwyls by u, zoodat een vergissing niet goed
mogeiyk is."
Ik kon het geval niet ophelderen, maar
daar onze vermeende onbeleefdheid op een
misverstand berustte, was onze vriendschap
weldra hersteld en ik keerde bevredigd, zy het
ook diep nadenkend, naar huis terug. Ook
myn man herinnerde rich natuurlyk niet, iets
van de uitnoodiging gezien te hebben. Het
geval was en bleef een mysterie. Dien avond
hadden wy geen tyd om de zaak verder te
onderzoeken, daar wy naar den schouwburg
wilden. Maar natuurlyk 1 Als men iets zoekt,
vindt men het nooit; zoodra men het even
wel niet meer gebruiken kan, is het direct
by de hand. Zoo ook ditmaal. Juist als wy
de deur willen uitgaan, wordt er van bui
ten zwaar drukwerk in de brievenbus ge
schoven en scheurt onzen fraai bekladden
achtergrond middendoor. Nu, stoffeiyke schade
was het niet, want do waarde zat in hot
d« renten van het kapitaal, door de groote
offervaardigheid van do natie byeengebracht,
en de jaarJyksche contribution der leden der
Vereeniging ton zegen kan zyn, hoeveel
irmoede er geleden werd door gezinnen, die
ten gevolge van den stryd in Indië en den
dienst in de tropen een kostwinner verloren,
door militairen, die, met een geknakte gezond
heid in bet vaderland teruggekeerd, niet in
staat zfjn, in eigen onderhoud of in dat van
hun gezin te voorzien.
De Vereeniging kent alleen voortdurenden of
tydelyken onderstand toe, wanneer een nauw
gezet onderzoek geleera beeft, dat die noodig
is en goed besteed zal zyn De onderstands
gelden worden betaald per kwartaal of
per week.
Reeds nu worden ondersteund 13 wedu
wen van officieren (die in of door den stryd
in Indiè het leven verloren), te zamen met 40
kinderen; 16 ouders (vaders of moeders) van
in Indio gevallen militairen; 1 weduwe van een
in lndie overleden korporaal met 4 kinderen
kinderen (weezen) van 2 gesneuvelde offi
cieren; 16 mindere militairen, die armoede
leden en niet werken kunnen, 2 zwaar ver
minkten.
De militairen, hierboven bedoeld, hebben
behoord zoowel tot de land- als de zeemacht.
Aangezien alleen door de oprichting van
afdeelingsbesturen in de groote, en het aan
stellen van correspondenten in de kleine steden
een nauwkeurig onderzoek mogelyk is, is 't
voor het groote doel van veel belang, dat
invloedryke personen tot die oprichting mede
werken.
Te Heemstede zyn gekozen tot leden der
commissie in zake de grensregeling met Haar
lem de heeren J. D Ouderwater, B. C. Van
Merlen, "NV. H Smit, P. J. Staal, C. A. Braam,
Van den Berg, C. Van der Weiden, J. G.
Van der Horst, P. Van den Berg, M. A. Van
Arustel en J. K. M. Van Houten.
Vanwege de directie van het schildery-
museum te Florence heeft mejuffrouw Thé-
rèso Schwartze de uitnodiging gekregen om
haar portret, geschilderd door haarzelve, to
willen overzenden voor dio verzameling. {Tel.)
Te Utrecht zal op Vrydag 15 Nov. a. s.
eene vergadering gehouden worden van het
voorloopig bestuur van het „Fonds tot uit
keering by overly den van gemeenteambte
naren".
Dit voorloopig bestuur bestaat uit de hee
ren H. Beets, inspecteur van politie te Am
sterdam; H. F. Van Haaren, gemeente-secre
taris te Druten; J. Kardux, commies ter
secretarie te Deventer; G. Ter Meulon, hoofd
commies ter secretarie te Middelburg, en P.
Kalbfleisch, adj.-commies ter secretarie te
Haarlem.
De Minister van Staat, baron Gericke
van Herwynen, is gistermiddag van Den Haag
naar Brussel teruggekeerd.
Naar wy vernemen, is de vergunning
voor den opslag van dynamiet op Rozenburg
geschgrst.
Over dit feit zal ongetwyfeld de geheele
door het dynamiet op Rozenburg bedreigde
streek zich verheugen, in de hoop, dat deze
schorsing do voorloopster zal zyn van een
afdoenden maatregel tot opheffing van het
gevaar. NR. C.)
denkbesld, en de achtergrond kon den volgen
den morgen gemakkelyk vernieuwd worden.
Wy maakten ons er dus niet druk om. Myn
man nam de zending uit de bus, om er nog
een vluchtigen blik op te werpen. Daar zie
ik achter het verscheurde, met inkt bemorste
vel postpapier iets wits schemeren, ik trek
het er uit natuurlyk was het de invitatie.
„Ik had liever gezien, dat je myn uit
geversbrief er uit gevischt had," zuchtte myn
man. „Ik wil toch nog eens, als wy uit den
schouwburg komeD, schryven."
Op een der volgende dagen wischte ik als
gewooDiyk het stof van de meubelen in de
woonkamer. Op een kaartenbord lagen nog
eenige felicitatie-kaartjes, die ik voor drie
weken op mynen verjaardag ontvangen had.
Ik bekeek ze nog eens op de ry af en ge
dacht hunnen afzenders in vriendeiyke dank
baarheid, toen myn blik eensklaps op een
ongeopenden brief viel, die het adres van
myn man droeg. Het was de zoo vurig
verlangde uitgeversbrief. Maar hoe kwam die
hier? Geen van ons had hom vóór dien tyd
gezien, en buiten ons beiden had niemand
een sleutel van de brievenbus.
„Hy kan toch onmogeiyk ook achter het
papier gezeten hebben," zeide ik in de eerste
verwondering.
Dat geloof ik ook niet," antwoordde myn
man met een zyner lastige ironische zyde-
lingsche blikken. „Misschien kan de brieven
besteller ons opheldering geven."
Men schryft uit Rotterdam aan het „Hbl.":
Men kan geen courant inzien, of zy bevat
mededeelingen en beschouwingen omtrent het
vermoedelyk vertrek van onzen hoofdcommis
saris van politie naar Amsterdam.
Het is intusschen zeker dat, tot op dit
oogenbjik althans, geen beslissing is genomen.
Wadr hlyft het, dat de heer Voormol n is
aangezocht om het ambt van hoofdcommis
saris in de hoofdstad te aanvaarden, doch
het is even waar, dat hy zelf te kennon heeft
gegeven, op eene benoeming niet gesteld te
zyn, omdat de reorganisatie der politio te
dezer stede naar zyn plannen eerst een begin
van uitvoering heeft verkregen en het niet
zou aangaan op zulk een tydstip de gemeente
te verlaten. De mogelykheid is evenwel niet
uitgesloten, dat de heer Voormolen ons toch
verlaten zal, omdat do Regeering bem ook
zonder zyn goedkeuring kan benoemen, in
welk geval het eigenaardige bezwaren mede
brengt om te bedanken.
Het behoeft nauwelyks gezegd, dat zyn
heengaan hier zeer betreurd zou worden, omdat,
hoe kort de heer Voormolen hier ook werk
zaam moge zyn, toch reeds merkbaar is dat aan
het hoofd van politie is gekomen iemand, die
weet wat hy wil en van wien men mocht
verwachten, dat hy met de middelen, waarover
hy beschikt, aan voel ongewenschte toestanden
een einde zou maken.
Tegelykertijd is echter ook een gevoel van
ontstemming in de gemeente merkbaar ten
opzichte van de Regeering, die aan Rotterdam
door deze benoeming voor de derde maal
binnen betrekkeiyk korten tyd een zeer ver-
dienstelyk dignitaris zal ontnemen. Het ver
trek toch van den heer Vening Meinesz
werd indertyd ten zeerste betreurd; de heer
Lycklama, als burgemeester opgetreden, werd
reeds weggeroepen vóór hy nog gelegenheid
had gehad zich bthoorlyk in te werken, en nu
weer do heer Voormolen, ook nog niet lang
benoemd en eveneens midden in een reorga
nisatie zittende l
Het is zeker niet prettig, doch ons blyft
althans de troost, dat wy er na al die fluc
tuaties niet slechter op geworden zyn, zoodat
men hopen mag, dat, mocht de heer Voor
molen onverhoopt vertrekkenRotterdam
ook dan door zijn goed gesternte niet zal
worden verlaten.
De Prov. Staten van Noord-Holland
kozen voor wyien mr. Laguna tot lid van
Ged. Staten jhr. mr. C. J. Den Tex.
De bij het 4de regiment infanterie ge
detacheerde lsto luit. J. Spaan, van hetO.-I.
leger, wordt op zyn verzoek van die deta
cheering ontheven.
Naar de „Tel." verneemt, zullsn de Maat-
schappy tot Exploitatie van Staatsspoorwegen
en de Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maat-
schappy binnenkort overgaan tot een maat
regel, welke voor het reizend publiek van
overwegend belang zal ztfn.
Deze beide Maatschappyen zullen nameiyk,
van den lsten December a. s. af, op al hare
stations kilometorboekjes verkrygbaar stellen,
welke recht geven om, op hare lynen, 1000
kilometer af te leggende prys dezer boekjes
is bepaald op:
lsto ülasse f 30, 2de kl. 22.50, 3de klasse
f 15, alzoo op den normalen prijs der enkele
By de volgende post wachtte ik den be
steller op.
„Herinnert ge u misschien, wanneer en
wien gü dezen brief afgegeven hebt?"
Hy bekeek hem nadenkend. „Bezorgd heb
ik hem op den datum van het poststempel,
dus voor nog geen veertien dagen, en ik steek
de brieven altyd inmaar wacht eens
neen nu weet ik meer dien morgen was
de brievenbus weggenomen, en daar de meid
hier aan het poetsen was, legde ik hem door
het geopende venster op de vensterbank; daar
moet zy hem gevonden hebben.'
Nu werd Trientje in verhoor genouioa.
„Dat kan wel zyn," zeide zy ielW-i T.ibbig,
als gewooniyk, als haar geweten niet tuiver
was. „Ik leg altyd alles, wat ik vind, op
zyne plaats, want orde moet er zyn, en daar
de andere brieven in de schaal lagen, legde
ik dien van de vensterbank er ook in, en do
kleinere brieven legde ik er op."
Na dit geval vond myn man het dan toch
zeer goed, dat Trientje den volgenden dag
het huis verliet. Ik echter nam een nieuw vel
letje papier en een groot penseel en plakte
mijn nieuw kunstwerk op den rugwand der bus.
Nu kan zich er niets meer achter verborgen,
en de inrichting is volkomen doelmatig.
Althans, dat hopen wy. Een heel zwak .wan
trouwen glimt evenwel nog in het donkerste
hoekje myner ziel, en dat kan niemand m(J
eigeniyk kwaiyk nemen. Brievenbussen zuller
voor my altyd iets noodlottigs hebben l