N®. 10952 Woensdag O November. A°. 1895 (£>eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 5 November. Feuilleton. EEN NOODLIED. PEIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden Franco per post Afzonderlijke Nommers f 1.10. 1.40. 0.05. PEIJS DER ADVERTENTEËN" Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17{. Grootera letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren bulten de stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Kennisgevingen» DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden breDgen bij deze ter algeineeoe kennis, dat door H. Th. G. OOSTER een verzoekschrift is ingediend om ver gunning voor den kleinhandel in sterken drank op de tot vergaderlokaal in te richten bovenwoning van het perceel Breestraat No. 175. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. i Nov. 1895. E. KIST, Scoretaris. Te Dordrecht zijn geslaagd voor het examen in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek de heeren A. Horrée en A. Cattel en de dames J. C. M. Dijkman en J. M. Yan der Harst, van Leiden. De Nederlandsche mail, met berichten uit Batavia tot 8 Oct., kan hedenavond hier verwacht worden. Naar wij vernemen, hebben commissa rissen der Muziekschool van de Maatschappij voor Toonkunst alhier een vleugel uit de fabriek van PJeijel gekocht, om te dienen by het zangonderwijs van genoemde instelling. In de Zondag te Utrecht gehouden buitengewone algemeene vergadering van den „Nederl. Kegelbond" werd een voorstel tot reglementsherziening met algemeene stem men goedgekeurd. Het gevolg er van was de vermeerdering van het bestuur, dat nu beslaat uit de heeren L Bosch te 's Gravenhage, voor zitter; H. v. d. Berg te Alkmaar, viee-voor- zitter; C. J. Bakker te 's-Gravenhage, secre tarisH. C. Boerboom te Leerdam, penning meester, en verder uit de heeren W. Mertens te Rotterdam, A. W. Scbols te Amsterdam, F. A. J. Forberger te Gorkum en H. D. J. B. Schrijver te Utrecht. Do afdeeling Leiden had de wenschelijkheid uitgesproken, dat er een bondsinsigne zou wor den vastgesteld. De afgevaardigden deelden die meening en lieten aan het bestuur over in deze te handelen. De in het koffiehuis „De Nederlanden" te Hoofddorp (Haarlemmermeer) gehouden huishoudelijke vergadering van de vereeniging „Concordia" werd bezocht door 5 bestuurs- en 5 gewone leden. De rekening over 1894/95 sloot met een nadeelig saldo van f 35. Als plaats der vergadering in 1895/96 werd bepaald voormeld koffiehuis. Hot verslag dor boekerij werd medegodeeld. De rekening sloot met een voordeelig saldo van 28 cents. Daar alle leden van 't bestuur wenschen te bedanken en dien avond geen nieuw be stuur is verkregen kunnen worden, werd eene buitengewone vergadering uitgeschreven tegen Dinsdag 12 Nov. a. s., te zeven uren, in genoemd koffiehuis. Zoo dan weder geen resultaat verkregen wordt, zal tot ontbinding worden overgegaan. De vereeniging heeft 33 jaren bestaan en telt nog 48 leden. Op de 18de lijst van de zeventiende jaarcollecte voor de Scholen met den Bybol in de „Standaard" komt o. m. voor: Heemstede met Glip, met 263.65, waaronder begrepen 25 van de Christelijke zangvereeniging „Exanimo" en 7.50 van de Chr. Jongelings- vereeniging. In de laatst gehouden vergadering van don Raad der gemeente Sassenheim werd de begrooting van het dienstjaar 1896 vastge- SM.) „In tijd van nood kent men geen gebod!" sprak de reiziger in wijnen. „Waarde heer, houd uw ooren dicht, opdat uw geweten rein blijve. En nu, vooruit, mijnheer Bendler!" De muzikant zette zijn piston aan den mond en blies met veel talent de wijze van het Slee8wijk-Holstein-lied. Luid zong de Lübecker daarbij: „Schleswig-Holstein meerumschlungen, Deutscher Sitte hohe Wacht, Wahre treu, was schwer errungen, Bis ein schön'rer Morgen tagt. Schleswig-Holstein, stammverwandt, Wanke nicht, mein Yaterlandl" Den kleermaker ontging geen noot van den hoorn, ofschoon hy de ooren dicht hield er zonderlinge grimassen maakte. Met ontzet ting staarde de jonge Hannes den vermetelen Duitscher aan. Olufs echter bromde: „Ik ben werkelijk nieuwsgierig, hoe dat afloopen zal 1 „Prachtig geblazen!' riep de reiziger wynen. „Daar beweegt zich een licht den oever! Het middel werkt." in aan steld in ontvang en in uitgaaf op 9887.23®. De jachtopziener, tevens onbezoldigd rijks veldwachter, A. Witteman, te Sassenheim, is benoemd tot agent van politie te Ylaardingen. Da heer M. Van der Zee, onderwijzer aan de Christelijke school te Aalsmeer, is benoemd tot onderwijzer aan de openbare school te Muiden. By de Ned.-Herv. gem. te Gouda en te Maassluis is beroepen ds. C. B. Oorthuys, te Katwyk aan Zee. Yoor de levering van 45,000 K.G. harde en 15,000 K.G. zachte tarwe ten behoeve der militaire bakkery te Utrecht is het laagst ingeschreven door den heer H. H. Van Wave- ren, te Hillegom, voor harde ƒ6.73 en voor zachte 6.74, per 100 KG. De toewyzing wordt later bekend gemaakt. Kerkvoogden en notabelen der Ned.- Herv. gem. te Noordwyk hebben besloten, de voornaamste grafsteenen, in de Hervormde kerk aanwezig, voor verder afsiyten te be hoeden. Onder-meer behooren daaronder, ge lijk men weet, de grafsteenen van Jan van den Boeckhorst, Floris Arnout van den Bouk- horst en Bartliolomeus van Egmond. De te Zoetermeer gehouden collecte ten voordeele van de vereeniging „Trouw aan Koning en Vaderland", tot ondersteuning van behoeftigen, gerechtigd tot het dragen van het Metalen Kruis of de Citadel-medaille, heeft 10.75 opgebracht. Gisteren is aan den minister van kolo niën een verzoekschrift ingezonden, inhou dende verzoek, op Nederlandsch Nieuw Guinea de paradysvogels te beschermen, welke, zoo als in het adres wordt gezegd, aldaar op bar- baarsche wijze door Europeesche en Ameri- kaansche jagers worden uitgeroeid om de vogelhuiden ter markt te kunnen brengen, met het gevolg dat de allerschoonste, de „koning van alle gevogelte" weldra geheel verdwenen zal zyn, van de aarde uitgemoord. Voor de inboorlingen van Nieuw Guinea is de schade groot, zij ondervinden nu reeds de nadeelen van het zeldzaam worden der even nuttige als fraaie vogels. Daar Nederland zich ten taak stelt om onder de volken van den Indischen Archipel zooveel mogeiyk bescha ving te brengen, gaat het niet aan toe te staan dat onze eigen landgenooten op onver- antwoordeiyke wyze een uitgestrekt gebied blootstellen aan het gevaar, dat gebrek aan vogels overal en altyd medebrengt. Om deze en andere redenen bopen reques- tranten dat de Minister in overeenstemming met den Gouverneur-Generaal zoodanige voor schriften zal willen geven als noodig worden geoordeeld, om het uitmoorden der paradys vogels tegen te gaan, hetgeen des te gemak- kelyker zal wezen, omdat de geregelde drie- maandeiyksche Koninklijke Paketvaart con trole kan oefenen op den invoer van wapens en den uitvoer der producten. Het verzoekschrift is onderteekend namens het bestuur van den Vogelenbond door de presidente mevrouw Goekoop geb. De Jong van Beek en Donk en de secretaresse mevr. Diepenbrock geb. De Jong van Beek en Donk; voorts namens de redactie van „Androcles" door mevrouw Van der Hucht geb. Kerkho ven, en namens het bestuur der vereeniging „Ornis" door den president den heer J. H. Beekman. Door den kerkeraad der Gereformeerde „Wy worden allen opgesloten, dat is zeker," bromde Olufs. Het licht het moest een lantaarn zyn flikkerde aan den oever heen en weer en kwam al nader. Na eenige oogenblikken vernam men ook de slagen van roeiriemen. „Daar komt de boot!" zeide Bendler. „Het schynt my toe, dat het licht in zuidelyke richting voortschommelt," voegde de reiziger er by. „Waar8chynlyk wordt vermoed, dat de hoornblazer zich daar op een vaartuig be vinden moet." „Blaas nog eens, mynheer Bendler." De muzikant blies het verboden lied opnieuw, en de Lübecker verzuimde niet, de woorden van het tweede lied te zingen: „Ob auch wild die Brandung tose, Fluth auf Fluth von Bai zu Bai, O, lass ruh'n in Deinem Schosse Deutsche Sitte, deutsche Treu. Schleswig-Holstein, stammverwandt, "Wanke nicht, mein Vaterlandl" Nu wendde de boot zich naar het eiland. Na een minuut zag men tameiyk duideiyk een man in uniform, die met een lantaarn in de hand in de boot zich oprichtte, terwyi hy in het Deensch uitriep: „Ha, ha, zyt gy d&ar! Nu, wy zullen je wel krygenl" Kerk A, te 's Gravenhage. werd gisteren in het kerkgebouw aan de Nob^lstraat aldaar aanbesteed het maken van een kerkgebouw met toren, consistorie, kosterswoning en pastorie, op een terrein aan den Z.-O. Buiten singel. Minste inschryver was M. De Lang^, te Harderwyk, voer 48,490. De gunning zal over acht dagen plaats hebben. Te 's-Gravenhage is overleden de heer P. J. Amiot, oud-kolonel-commandant van het 6de reg. infanterie. De overledene was ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en gerechtigd tot het dragen van het Meta len Kruis. Aan enkele bladen werd gisteren uit Batavia geseind, dat generaal Vetter en de majoor van den generalen staf Breyer de opdracht ontvingen; om met generaal Deyker- hoff over den toestand io Atjeh te confe- reeren. De heer B. Heymans, ondërwyzer te Utrecht, heeft eene oproeping gericht tot de onderwyzers in Nederland, ten einde door gezamenlyke bydragen te komen tot stichtirg van een fonds, ter ondersteuning van onder- wyzers-weduwen en -weezen. De voorwerpen, die in strafzaken als stukken van overtuiging hebben gediend en waarvan de teruggave krachtens art. 219 Wetboek van Strafvordering door den rechter is bevolen, worden tot nu toe in den regel ter griffie bewaard totdat zy door den in het vonnis vermelden persoon worden afgehaald. Kenneiyk is het volgens den minister van justitie de bedoeling van genoemd artikel, de voorwerpen te doen terugzenden en niet af te wachten, dat zy door de belanghebbenden, die trouwens meestal met 's rechters uitspraak niet bekend zyn, worden opgevorderd. De minister heeft derhalve den ambtenaren van 't Openbaar Ministerie by do Hoven, Recht banken en Kantongerechten yerzocht of doen verzoeken bedoelde voorwerpen, tenzy daarop door den eigenaar of rechthebbende onder den griffier beslag zy gelegd, onmiddellyk na afloop van den in art. 219 bepaalden termyn aan den in het vonnis vermelden persoon toe te zenden en hem van de verzending schrifteiyk kennis te geven. Bij verzending van gelden en geldswaarden moeten maatregelen worden genomen tegen schade door vermissing, zoo van de post wordt gebruik gemaakt door aanteekening, en anders, zoo noodig, door verzekering. Eenigen tyd geleden vond men gelegen heid op het Museum voor Kunstnyverheid te Haarlem de ontwerpen en teekeningen voor tapyten van dén heer F. Colenbrander te bewonderen; thans kan men aldaar eenige uitgevoerde werken naar teekeningen van dezen kunstenaar, die op de Amersfoorcsche tapytfabriek werden vervaardigd, in oogen- schouw nemen. In verband met de herhaaldelyk reeds geloopen hebbende geruchten kan de „N. R. C." mededeelen, dat aan den hoofdcommissaris van politie te Rotterdam, den heer Voormolen, op de meest eervolle wyze de betrekking van hoofdcommissaris van politie te Amsterdam is aangeboden. Het blad spreekt de hoop uit, dat de heer V., hoe eervol het aanbod ook voor hem is, bij de door hem te nemen beslissing niet uit het oog zal verliezen de sympathie, die hem in de Maasstad zoo ruim schoots gebleken is. MM „Dat schynt geen gemakkelijke gendarm te zyn," prevelde de muzikant. „Het is mis schien wel het beste, dat ik ophoud met blazen." Nu naderde de boot tot op korten afstand. De roeier een eerzame strandbewoner bleef er in. De gendarm sprong op bet eiland, terwyi hy zyn lantaarn in de hoogte hield. „Hier is het verboden lied geblazen! Ik arresteer dus het geheele gezelschapriep hy. „Wy zyn schipbreukelingen en hadden hulp noodig," zeide de reiziger in wynen in het Deensch. „Gendarm, ik zal u het geval ver tellen Deze had echter geen verklaring noodig. Want nu gebeurde eensklaps iets heel onver wachts. De kleermaker was plotseling zeer opgewonden geworden. „Lars Mikkelsenl" riep hy met diep ont roerde stem. „Oude vriend, herken je my niet?" „Wat, zie ik goed?" antwoordde de gen darm. „Jy Niels Skau!" „Ja, ik ben het, je trouwe wapenbroeder uit den oorlog." „Jal Wy waren by het vyfde regiment fuseUers in dezelfde compagnie. Ik ben biy, dat ik je een3 weerzie!" „En ik niet minder! Dus jy bent gendarm in Hoibro?" De Commissie, belast met het afnemen der diplomatieke examens, heeft, onder voor zitterschap van baron Gericke van H< rwynen, minister van Staat, zitting genomen in het gebouw van do Eerste Kamer der Staten- Generaal tot het houden van het onderzoek voor de toelating van gezantschaps-attachés. Een candidaat is tot het afleggen van examen opgekomen. Behalve uit baron Gericke, bestaat de examen-commissie uit mr. Asser, onder voorzitter; dr. Fruin, mr. W. H. De Beaufort, D. Cordes en mr. D. baron Van Hogendorp, sec. Het stoomschip' „Maasdam", van Nieuw- York naar Rotterdam, passeerde 4 Nov. Prawlepoint; de „Oengaran," van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 4 Nov. te Marseille; de „Telemachus" is 1 Nov. van Amsterdam en Liverpool te Batavia aangekomen; de „Spaarndam" arriveerde 3 Nov. van Rotter dam te Nieuw York; de „Prins Maurits" ver trok 3 Nov. van Paramaribo naar Amsterdam; de „Prins Willem IV" arriveerde 2 Nov. van Amsterdam te Paramaribo; de „Zaandam," van Nieuw York naar Amsterdam, passeerde 3 Nov. Dover. By koninkiyk besluit zyn benoemd tot ontv. der dir. bel. en acc. te Sneek c. a., P. De Bruyn, ontv. der dir. bel. en acc. te Beverwyk c. a.tot ontv. der dir. bel. en acc. te Kuilenburg c. a., W. C. Kuyk, ontv. derzelfde middelen te Ede c. a.tot ontv. der dir. bel., invoerr. en acc. te Lochem c. a., W. J. Schaafsma, ontv. der dir. bel. en acc. te Meppel (buitengemeenten); tot ontv. der dir. bel. en acc. te Leerdam c. a., jbr. J. W. E. Von Schmidt auf Altenstadt, ontv. derzelfde middelen te Eindhoven (buitengemeenten). Benoemd tot notaris binnen het arr. Rotterdam, ter standplaats Kapelle aan den Use], H. M. De Vos, candidaat-notaris te Rotterdam. Aan den eervol ontslagen meesterknecht by 's Ryks werf te Willemsoord, E. Faber, met ingang van 1 October 1895, een pensioen toegekend van ƒ1100 'sjaars. Met ingang van 1 Oct., aan den, met ingang van gemelden datum, op zyn ver zoek, eervol uit zyne betrekking ontslagen commies by de topographische inrichting D. Heyse, een pensioen verleend van 1445 '8 jaars. Benoemd by het wapen der inf., by het 2de reg., tot luit. kol., de majoor C. P. J. Van Vlierden, van het corps, en tot majoor, de kapt. jbr. C. K. Van der Wyck, van het reg. grenadiers en jagers. De kapitein J. Van Heulen, van het 2de reg. vesting-art., op zyn aanvrage, op pensioen gesteld, het bedrag van het pensioen bepaald op 1560 'sjaars; en hem, gerekend van den dag, waarop zyn pensioen ingaat, de rang verleend van majoor. Benoemdby het wapen der art. tot eersten luit. de tweede luit. J. C. Van Leeuwen, van het wapen, gedetacheerd by het wapen in Ned.-Indië; by den staf van het wapen, tot eersten luit.-magazynmeester do tweede luit.- magazynmeester J. Van Baarsel, werkzaam by de stapelmagazynenby het 2de rag. vesting-art., tot eersten luit. de tweede luit. E. F. Insinger, van het corps; by het 3de reg. vesting-art., tot kapitein de eerste luit. IJ. Van der Meulen, van den staf van het wapen, werkzaam by de constr. werkplaatsen. „Ja, gendarm en strandopzichter. Kom aan myn hart, wapenbroeder I" De kleermaker en de gendarm omarmden elkander als broeders. „Dat treft boven verwachting goed," pre velde de Lübecker. Het geval loopt stellig goed af." Dat geschiedde dan ook werkelyk. De gendarm liet zich door zyn vriend Niels Skau de toedracht uitvoerig vertellen en werd daardoor zeer toegeeflijk gestemd. „Onder zulke omstandigheden zie ik van een vervolging af," zeide hy. „Ook wil ik geen aangifte van hot gebeurde doen. Maar één voldoening moet gy my toch gunnen. Mynheer, kunt gy ook het beroemde Deensche lied van den „dapperen landsoldaat" blazen?" „Jawel, gendarm," antwoordde depistonist in zyn eenig8zin8 gebrekkig Deensch. „Ik heb het wel is waar nooit geprobeerd, maar ik ken de populaire melodie wel en kryg haar er dus wel uit." „Vooruit dan maar!" Bendler blies daarop de aardige melodie van den „Tapferen d&nischen Landsoldaten," die zyn liefje verlaten moest, om tegen de Duitschers ten stryde te trekken. Door zyn kunst veroverde hy het hart van den gendarm en van den eerzamen kleer maker, die beiden ferm applaudisseerden. „Leve de Deensche gezelligheid 1" riep daarop lindei's*. De verrassingen zyn de wereld nog niet uit! Als Suderinann gisteravond zyn „Schmet- terlingsschlacht" eens had zien spolen, do man zou van verbazing zyne banden in elkaar geslagen hebben; en geen wonder: een d^el, bijna een overwegend deel van het Leidscho publiek heeft goed gevonden de eerste drie bedryven van „Vlinders" to promoveeren tot klucht! Niets meer, niets minder!. Telkens een uitbundig gelach, een hel losbarstendo vroolykheid, „als het zoo 'reis niets te pas kwam!" Hoe dat mogelyk was? Ik kan bot niet verklaren. In myn eenvoud had ik altyd gedacht Sudermann's werk goed te begrypan, toen ik er allesbehalve een klucht in zag, toen ik meende dat zyn bittere ernst, zyn gevoelde humor hoogstens een glimlach, een meewarigen, konden en mochten uitlokken; doch nu moet ik gewaar worden dat velen het een hoogst grappig product scbynen te vindon. Is ons publiek dan werkelyk nog niet ryp voor een degelyk kunstwerk? Is het dan zóó moeilijk ernst van luim te onder scheiden, zyn de Vlinders werkelyk zóó lastig te begrijpen? Laat ons eens nagaan: Mevrouw Hergentheim moet, als weduwe van een hoofdambtenaar, met drie dochters, van een zeer karig pensioentje leven. Onder voortdurende zorgen, angsten, kwellingen, zoo geestelyke als lichamelijke, brengt zy hare kinderen groot en „de Hemel heeft hare go- beden verboord," zy zyn alle drie mooi go- worden, schoonheden zelfs. De karakters hebben zich gevormd zoo goed en zoo kwaad als het ging en loopen, in tegenstelling met de uiterlijke overeenkomst, zeer uiteen. De oudste, Elza, bezit, zooals de moeder bet -uitdrukt, „ein heiteres Naturell", doch is in werkelykheid een hoogst ondegelijk, coquet persoon. Zy is gehuwd geweest, kort en ongelukkig; haar man heeft zich, na zijn fioantiëelen ondergang, van bet leven beroofd. Als weduwe Schmidt is Elzi tot haar moeder teruggekeerd en helpt de dagolyksche lasten verzwaren. De tweede dochter, Laura, is een stillo, berekenende natuur; zy wil en zal door haar schoonheid een graaf huwen, die dan verder de familie voor gebrek behoeden moet. In- tusschen werkt zij thuis en copiöert dessins voor waaiers, door de jongste zuster, Rosa, ontworpen. Deze laatste onderhoudt eigenlijk het gansche gezin. Met eone byzondero gave weet zy vlinders te teekenen, vlinders in stryd, en deze „Schmetterllngsschlachten" worden op waaiers overgebracht cn door het huis Winkelmann gekocht, dat biermede over geheel Europa groote zaken doet. De reiziger voor de zaak van Winkelmann, Kessler, heeft, op kamers wonende by Mevr. Hergentheim, Roosjes talent voor zyn chef weten te verwerven en haar geheel aan de zaak verbonden. Terzelfder tyd echter heeft hy oen liefdesgeschiedenis aangeknoopt met Elza, zonder een enkele ernstige bedoeling van een van beide kanten. Zooara demoeder dit merkt, wordt aan Kessler de huur op gezegd, die zich dat getroost laat welge vallen. In het geldelyk verlies, hierdoor ontstaan, moet nu ook Roosjes arbeid voorzien, en zwaar zyn de omstandigheden, waarondir de familie moet leven. Hierin schynt verandering te zullen komen wanneer de oude Winkelmann, een norsche, de reiziger in wynen. „Edele gendarm, is er in de dorpskroeg wat te krygen?" „Zeer zeker." „Welnu, ik inviteer het gezelschap op een souper op myn kosten, om het weerzien der twee trouwe Deensc'ne vrienden en onze redding waardig te vieren!" De boot bracht allen behouden naar de kust van Fünen en daarop volgde in de dorps herberg te Hoibro een vroolyk drinkgelag, dat zoo lang duurde, tot in den vroegen morgen de schipbreukelingen met een boeren wagen naar Assens reden. „Ziet gy," zeide de reiziger in wynen by het afscheid, „nu zaten wy misschien nog altyd klappertandend op de verwenschte zandbank, Indien myn goede inval met het verboden lied ons niet gered had!" „En myn piston!" voegde do musicus er by. Het vroeger verboden Schleswig-Holstein- lied, waarmede in 1864 de Pruisische sol daten tegen de Menen ten stryde trokken, mag nu iedereen vry zingen in het land, voor 't welk het gedicht en gecomponeerd werd. En binnenkort zal men den auteurs van dit beroemde lied, den dichter Chemnitz en den componist Belman, in de stad Sleeswyk een gemeenschappeiyk monument zetten, met welks vervaardiging de beeldhouwer Peterich te Beriyn nu bezig is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1