N°. 10941
Donderdag 24 October.
A0. 1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 23 October.
Feuilleton.
Een Londenselie Anarcliistengesehicdenis.
IDSCH
PRIJS DEZER COURAUT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers1
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend*
Eersle Blad.
Officiëele HeunisgevingeiL
Door Bargom©66tsr ou Wethouders der gomeente
Alkemade ia bekend gemaakt, dat op Zaterdag 26
October a. a., des middags te 12 uren, de gelegenheid
zal zijn opengesteld tot koatoloozo koepok-inentiDg
en liennentiDg van de ingezetenen, die zich daartoe
b^j de gemeente geneeebeeren-vancinatears aanmelden,
in de openbare echolc-n te Onde-Wotering, Roolof-
Arendavoen on Rijpwetering.
De Nederlandsche mail, met berichten uit
Indië, wordt hedenavond alhier verwacht.
By koninklijk besluit zyn benoemd de
voorzitters en burgerlijke leden van de onder
scheidene militieraden en hunne plaatsver
vangers voor de lichting der nationale militie
van 1896:
Provincie Zuid-Hollandin het 1ste militie-
district, tot voorzitter, R. A. W. Sluiter, lid
der Provinciale Staten; tot zy'n plaatsver
vanger, mr. J. G. S. Bevers, lid der Provin
ciale Staten; tot lid, A. J. C. baron Van
Pallandt, lid van den gemeenteraad van 's Gra-
venhage; tot zyn plaatsvervanger, mr. J. H.
Valckenier Kips, lid van den gemeenteraad
van 's Gravenhage; in het 2de militiedistrict,
tot voorzitter, H. De Bie, lid der Prov. Staton
tot zyn plaatsvorv., mr. S. Muller Hzn lid der
Prov. Statontot lid, mr. P. D. Kley, lid van den
gemeenteraad van Rotterdam; tot zyn plaats
vervanger, dr. E. Van Rijckevorsel, lid van
den gemeenteraad van Rotterdam in het 3de
militiedistrict, tot voorzitter, J. Rinkes Bor
ger, lid der Provinciale Statentot zyn plaats
vervanger, J. M. Noothoven van Goor, lid
der Provinciale Staten; tot lid, J. A. Van
Hamel, lid van den gemeenteraad van Leiden
tot zyn plaatsvervanger P. L. C. Driessen,
lid van den gemeenteraad van Leiden; in het
4de militiedistrict, tot voorzitter, J. M. P. De
Joncheero, lid der Provinciale Staten; tot zijn
plaatsvervanger, "W. Van Schaardenburg, lid
der Provinciale Staton; tot lid, A. C. Crena do
Jongb, lid van deü gemeenteraad van Dor
drecht; tot z\jn plaatsvervanger, D. Van dei-
Made, lid van den gemeenteraad van Dordrecht.
Door Burg. en Weths. van Alkemade is
gisteren tot deurwaarder by de plaatselijke
belastingen benoemd P. Du Pau, gemeente
veldwachter.
Het gisteren opgemaakt tweotal ter
beroeping van een predikant by de Ned.-Herv.
gemeente van Woubrugge, bevat de namen
van d8. Van Sloten, predikant te Kouveen,
ën dr. F. J. Les, predikant te Brucbem,
waaruit door den ambachtsheer eene keuze
zal worden gedaan.
Te ZoetermeerZegwaard wordt van
wege de aldaar bestaande afdeeling der Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw een
wintercursus voor landbouwonderwijs opge
richt, waaraan door den minister van binnenl.
zaken een subsidie van f 200 's jaars is ver
leend. De heer S. J. Van den Berg, hoofd der
openbare school in de Katwijksche buurt te
Pijnakker, en de heer Flohil, veearts te Zoeter
meer, zullen als onderwijzers optreden.
Voor de akte lager onderwijs is te Am
sterdam toegelaten de heer S. Kamper, van
Haarlemmermeer.
Te Dordrecht is geslaagd bij het examen
in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek
de heer H. Velthuizen, van Leiden.
Israëlietische Kerk. Benoemd is tot
leeraar te Alfen aan den Rijn de heer J. De
Wilde.
Maandag a. 8. zullen de lieeren van het
koninklijk gevolg op het Loo worden ver
vangen door kapitein jhr. Van den Bosch,
adjudant; graaf Van Limburg Stirum,kamer-
beer den lsten luitenant jhr. Six, ordonnance-
officier.
De kamerheer jhr. De Ranitz, particulier
secretaris van H. M., gaat dien dag mede
naar het Loo terug en de hoofdcommies
baron De Vos van Steen wijk zal vanwege
het kabinet der Koningin worden toegevoegd.
Het stoffelijk overschot van ds. Van
Hoogstraten, te 's-Gravenbage, zal morgen,
Donderdag, op „Eik-en-Duinen" worden ter
aarde besteld.
Te elf uren des voormiddags verlaat de
stoet het sterfhuis: Daendelsstraat 32.
De hoogleeraren aan de Polytechnische
School dr. S. Hoogewerf, J. M. Telders en
N. Henket zyn benoemd als tijdelijk leeraar
aan den artillerie-cursus te Delft.
Na het overlijden van dr. Jacob Cramer,
hoogleeraar in de godgeleerdheid te Utrecht,
vormde zich uit de oud leerlingen eene com
missie, om een monument op zijn graf op te
richten. De uitvoerende commissie, bestaande
uit de heeren ds. Loef te Heiloo en ds. Lamers
te Rysoord, droeg der firma A P. Schotel te
Dordrecht het ontwerpen van een plan op en
koos uit een zestal schetsen dat, hetwelk nu
door genoemde firma voltooid is.
Het monument heeft een hoogte van 2.30 M.
en bestaat uit een hardsteenen voetstuk met
wit carrarisch marmeren afgeknotte zuil. Een
plaat van hetzelfde marmer draagt het op
schrift
„Aan dr. Jacob Cramer, boogleeraar in de
godgeleerdheid. Geb. te Rotterdam 24 Dec.
1833. Gest. te Utrecht 18 Mei 1895. Zijne
dankbare oud leerlingen".
Den lsten November a. s. wordt het monu
ment op het kerkhof te Utrecht onthuld.
Maandag-middag is te Apeldoorn per
gewonen trein van 5 uren aangekomen de
ongeveer 6 jarige prinses van Bentheim, ver
gezeld van eene hofdame. Door eene hof
dame van H. M. de Koningin-Regentes werd
zij afgehaald.
Door de toeneming van het aantal goud
velden en door de gebrekkige postverbindin
gen is het telegraphisch verkeer in Transvaal
zeer vooruitgaande.
Ten einde nu de telegrafisten uit de
landskinderen te kunnen nemen, zal eerst
daags bier te lande eene oproeping verschijnen
voor een instructeur. Deze persoon moet vol
daan hebben aan het examen van telegrafist
2de klasse of voor commies. De toelage zal
zyn 400 pd. st. 's jaars, terwyl 60 pd. st.
voor reiskosten vergoed wordt. Overlegging
van eene geneeskundige verklaring, ten be
wijze dat de sollicitant goede gezichts- en
gehoorsorganen heeft, wordt vereischt.
Uit Rome is te 's Gravenhage aange
komen de secretaris van ons gezantschap
bff het Italiaansche Hof jhr. mr. Yan Citters,
dio met 1 November naar de legatie to
Weenen is overgeplaatst.
Omtrent de veel besproken zoogenaamde
„Indische quaestie" to Delft schrijft men
nog het volgende:
De Senaat werd gedwongen haar voorstel
in te trekken. In do plaats daarvan werd
een motie gesteld, waarin de wenscheiykbeid
eener wetsverandering, bekend onder den
naam van Indische quaestie, werd uitge
sproken. Naar aanleiding van deze motie
ontstond een dobat, dat zoo heftig werd, dat
de Senaat zich genoodzaakt zag af te treden.
De motie werd aangenomen met 133 tegen
107 stemmen. Om verschillende redenen is
echter deze uitslag geen krachtmeter voor
een eventueele verdere behandeling van de
Indische quaestie als wetsvoorstel.
De „Broederschap van Ontvangers" heeft
aan de Tweede Kamer een adres gezonden,
om instemming te betuigen met dat van de
ambtenaren der registratie en domeinen,
waarin wordt verzocht, dat geen belasting
naar de drie eerste grondslagen worde ge
heven van perceelen of gedeelten daarvan,
uitsluitend gebruikt voor den openbaren
rijksdienst.
Op het verzoek der gemeenteraden van
Gaasterland, Idaarderadeel en Wonseradeel,
om ryksbijstand in de kosten der huishou
ding van genoemde gemeenten, is afwijzend
beschikt.
Men seint uit Parys van 22 Oct.:
„Hedenavond werd hier in het „Hötel Con
tinental" een feestmaal gehouden naar aan
leiding van de sluiting der internationale ten
toonstelling te Amsterdam. Het diner, gege
ven door de Fransche exposanten, werd bjjge
woond door 300 gasten. Do Fransche minis
ter van handel, de heer Lebon, presideerde.
Mr. N. A. Calisch, van Amsterdam, bracht
een dronk uit op president Faure. De heer
Lobon antwoordde met een toost op het wel-
zyn der Nederlandsche Koninginnen. Het
muziekcorps van het 46ste regiment, dat het
feest opluisterde, speelde de Marseillaise en
de Nederlandsche Volksliederen.
De heer Lebon gewaagde van het succes,
door de Fransche exposanten te Amsterdam
behaald, en bracht hulde aan hot initiatief
en den organisatie geest, betoond door hon,
die de Fransche afdeeling tot stand brachten.
De minister wenschte hun namens de regee
ring geluk met hun succes en wees op het
bewonderenswaardige voorbeeld, door Neder
land op economisch gebied gegeven. De heer
Lebon eindigde zyne toespraak met den
wenseh, dat de Franschen hun voordeel zul
len doen met hetgeen Nederland hun heeft
geleerd.
Ten slotte betuigde de heer Calisch den
heer Lobon en den Franschen exposanten zyn
dank voor hun medewerking".
In eene te Utrecht gehouden vergadering
van den „Nederlandschen Zangersbond" is
besloten, in 1898 te Amsterdam een groot
nationaal zangersfeest met personeelen wed
strijd te houden, onder leiding van dc Amster-
damsche zangvereeniging Apollo."
Als feestdirecteuren zullen dan optreden
de heeron Ph. Loots te Amsterdam en Alb.
Roothaan te Nymegen.
Gisterochtend om halftien is do Fransche
gezant, de heer Bihourd, in Den Haag terug-
gekoerd.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
te vervullen is de betrekking van leeraar in
de scheikunde en natuuriyke historie aan de
Ryks hoogere burgerschool met 3-jarigen cursus
te Zalt Bommel. Jaarwedde f 600.
Zy, dio voor deze betrekking in aanmerking
wenschen te komen, gelieven zich vóór 4
November a. s. aan te melden by den in
specteur van het middelbaar onderwys, dr. W
B. J. Van Eyk, te 's Gravenhage.
De gewone audiëntie van den minister
van financiën op Donderdag 24 en die van
den minister van koloniën op Vrydag 25 dezer
zullen niet plaats hebben.
Het stoomschip. „Soombiug" arriveerde
22 Oct. van Rotterdam te Batavia; de
Bundesrath", van Oost-Afrika naar Rotterdam
en Hamburg, vertrok 19 Oct. van Marseille;
de „Lawoe", van Rotterdam naar Batavia,
arriveerde 22 Oct. te Marseille; de „Smeroe",
van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 21
Oct. te Marseille, de „Burgemeester Den Tex",
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 22
Oct. te Suez; de „Conrad", van Amsterdam
naar Batavia, vertrok 22 Oct. van Southampton
de „Cyc.lops" arriveerde 18 Oct. van Amster
dam en Liverpool te Batavia; de „Drente",
van Rotterdam naar Java, passeerde 22 Oct.
Gallo; de „Prins Hendrik", van Amsterdam
naar Batavia, arriveerde 22 Oct. te Port-Said.
By koninkiyk besluit is pensioen ver
leend aan: J. P. De Vassy, laatstelyk bewaar
der der hypotheken, van het kadaster en der
scheepsbewyzen, f 4000P. "W. Van Leeuwen,
wed. W. M. G. Van Voelen, postbode, f 100;
W. Bustraan, wed. A. Van Duuren, opzichter
by 's Ryks Museum, f 120 's jaars.
Benoemd tot ontvanger der directe belas
tingen en accijnzen to Gouda (buitengemeenten)
C. J. A. Stakman, thans te Doesburg; te
Hoogezand, J. J. H. Eelsingh, thans te
Oldenzaal, en te Sappemeer F. J. A. Pastoors,
thans te Slochteren.
TWEEDE KAMER.
By de voortzetting van het debat over de
Indische begrooting voor 1896 en wyziging
der Indische tarieven hield do heer Gremcr
vol dat er eigoniyk nog nooit voor Indië ge
leend is. Spr. is geen voorstander van leenen,
maar zag er niet tegen op om het te doen,
als het noodig is.
Tegenover de pessimistische beschouwingen
van den minister wees spr. op de meerdere
opbrengsten der spoorwegen, op de Ombiliën-
kolenvoldon, die geld gaan opbrengen, op de
meerdere opbrengst van accyns, van d9 erf
pacht, van het boschwezen e\ het zout.
Wenscheiyk ware het ook het oog eens te
slaan op de buitenbezittingen om de Indische
financiën te styven.
Onnoodig vond spr. om te herhalen, dat hy
tegen de verhooging van het algemeen tarief
is. Mocht fc8 eeniger tyd een nieuwe belas
tingheffing noodig biyken, dan is de tijd tot
wyziging van de invoerrechten daar, nu niet.
Spr. hoopte, dat de minister het voorbeeld
zal volgen van den minister Van Dedem en
de Kamer niet voor eene beslissing zal plaat
sen, die nog niet gevorderd wordt.
Nu een enkel woord over Atjeb. Met ge
noegen had spr. gezien, dat de min. op den nu
3 jaren geleden Ingeslagen weg blyft voortgaan.
Het gevolg daarvan zal zyn bevestiging van
het verkregen gezag. Handhaving van de orde
zag spr. gaarne overgelaten aan do mare
chaussee op Atjeh, opdat leger en vloot voor
hun eigen taak kunnen zorgen.
Ten slotte stond spr. uitvoerig stil by de
scheepvaartregeling. Hy verlangde, dat, waar
wy de havens sluiten, wy ook belasting zullen
overnemen van de vreemde vorsten, waarin
z. i. niets onbillijks is gelegen.
De heer Pijnacker Hordijk kon zeer kort
zyn, daar hervormingen van dezen minister
toch niet te wachten zyn. Hij legde zich neer
by het standpunt van den minister, maar
meende dat odzq koloniale belangen niets te
maken hebben met de politieke qua'sties hier
te lande. Verhooging van het tarief van in
voerrechten acht spr. voor het oogenblik
niet noodig.
De heer Van Vlijmen bracht hulde aan
de dappere strijders op Lombok, wier held
haftig optreden er zeer zeker toe heeft byge-
dragen om respect in te boezemen cok voor
het vervolg.
Wat Atjeh aangaat, spr. zou zich zeer ver
heugen, wanneer wij onze militaire macht
op Atjeh konden verminderen, daar de voor
naamste stammen zich hebben onderworpen.
Ook op Borneo wordt ons gezag meer be
vestigd, dank zy de tact van onze bevelhebbers,
aan wie spr. daarna alle hulde brengt.
Den finantiëelon toestand achtte spr. met don
heer Cremer niet ongunstig Spr.'s ideaal van
eene begrooting was het sluiten zonder tekort.
Tot de optimisten behoort spr. dus ook niet.
Wanneer hy overweegt, wat er in Indië alzco
gedaan moet worden, dan kan spr. geenvry-
beid vinden, om tegen de vastgestelde tariefs-
vorhooging te stemmen. Wachten wy af de
regeling, in Indië to maken, om de juiste
productiviteit van dezen maatregel te kunnen
overzien! In het algemeen waarschuwt spr.
tegen het te veel vertrouwen op optimistische
vooruitzichten, die kunnen falen. Versterking
van middelen blyft spr. dus alleszins gerecht
vaardigd achten. Met den heer Bahlmann is
spr. het eens, dat Nederland wel degeiyk
recht kan hebben op baten uit Indië.
14)
Zeven mannen stonden gewapend voor de
pooit en or was een groote opschudding.
Toen ik er een vroeg wat dat alles te
beteekenen had, snauwde hij mg toe dat
ik mjj maar met mijn eigen zaken moost
bemoeien."
„Ze hebben zeker het lijk in den Theems
gevonden," dacht Ellen. „Gelukkig, dat die
zaak nu in orde is," zeide zfl hardop; „geef
me nu een zoen, moeder, en ga dan naar
uw kamer; den beelen dag en nacht kan ik
U nu niet meer zien, want ik heb allerlei
drukten, waar ik u heusch niet bjj velen kan."
„Zooals ge wilt," antwoordde juffrouw
Driver boos.
„Geef my eerst een kus, moeder; morgen
kunt ge over mij beschikken."
Moeder Driver wandelde echter in een boos
humeur uit de kamer, zonder Ellen nogmaals
met een blik te verwaardigen.
„Nu, óók goed," zeide het meisje; „mis
schien is het zelfs nog beter zoo."
Éllen legde zich te bed, gekleed en wel. Zy
was doodmoe en moest toch de noodige krach
ten verzamelen voor den avond. Eer zjj insliep
dacht zij er nog over haar mandje tot Greek
Street mede te nemen. „Misschien is het dhn
nog niet te laat, om den heer Smithson een
aangename verrassing te bereiden," zeide
zy hardop.
Eerst bij het
waakte Ellen.
vallen van den avond ont-
X.
Een verrassing in Spring Gardens.
Hot was bijna halfzeven, toen Ellen met
haar mandje aan don arm Apollo Buildings
verliet; met 't slaan van achten bereikte ztl
■Westminster Bridge. Het verdroot haar te
merken dat baar uiterlijk de attentie trok.
Had zij zichzelf in een spiegel kunnen zien,
dan bad zjj er zich zeker niet over verwon
derd; baar wangen waren doodsbleek en de
groote, zwarte oogen glinsterden van een
koortsachtig vuur. Als haar gang niet zoo
recht geweest was, had men haar voordron
ken kunnen houdennu geleek zjj krankzinnig
of ernstig ziek.
Het mandje was op den duur zwaar om
te dragen en zy moest zich met de grootste
voorzichtigheid een weg banen door de men-
scbende lichtste schok kon het öyDamiet
doeD ontbranden en een ontploffing moest in
ieder geval vermeden worden. Niet dat zij
iets om haar eigen leven gaf, maar dien
avond wachtte haar nog een buitengewone
taak. Sinds Michel Bakounine zjjn principes
had verkondigd, was er nog niet zulk een
geweldige verwoesting voorbereid, als door
het troepje anarchisten voor dien avond wae
op touw gezet.
Vermoeid bereikte zy eerst om over negenen
Greek Street en een zijstraat inslaande, kwam
zy in Spring GaVdens.
„Ik kom zeker over mjjn tyd," dacht zy.
Op hetzelfde oogenblik voelde zy zich by
den arm grypen, ze keek om en ontdekte het
blauwgebrilde, lykachtige jongmensch.
„Hierheen," fluisterde hy; „er is iets uit
gelekt; de politie is ons op het spoor; stil,
hoort ge wel?"
Een vreeseiyk geraas en het rumoer van
vechtende monschen drongen tot hen door;
woeste kreten en bedreigingen.
„Ik ben zelf maar net ontsnapt," vervolgde
hy; „ik kwam den hoek van Spring Gardens
om en zag wat er gaande wasgelukkig dat
de detectives te veel met de anderen vervuld
waren, om my te zien; daardoor kon ik ont
snappen. Ik wilde echter myn vrienden niet
verlaten en wachtte u daarom hier op."
„Zouden ze allen zyn gevangengenomen?"
„Ik denk het wel; evenals gy, was ik laat
van avond."
„Maar zy hadden toch zooveel hommen by
zich! Ik had geen oogenblik geaarzeld myn
leven op te offeren."
„De bommen lagen boven; hoor eens, het
is alsof zy vechten I"
Boven het straatrumoer uit stegen wilde
kreten omhoog; gillende vrouwenstemmen
kon men duidelyk onderscheiden; daarna
revolverschoten.
Zwggend luisterde Ellen naar de opeen
volgende geluiden.
„Zy zullen denken dat wy hen verraden
hebben," zeide het meisje.
„Niemand zal die onzinnige gedachte in
zyn hoofd krygen; neen, die kerel zal naar
Parps geschreven hebben; in ieder geval zal
hij geen getuige van zyn triomf zyn."
„Ik kan hier niet naar het rumoer blyven
luisteren; ik heb in dit mandje eon bom; die
zal ik tussehon die honden werpen. Later
zal ik u zeggen waarom ik die gisteren niet
gebruikte."
„De politie of het volk heeft u m handen
eer ge er om denkt," zeide de jonge man.
Hoort ge wel dio kreten? En wat denkt
ge, dat die pistoolschoten to beteekenen
hebben
„Stil: dood aan de anarchistenroepen zy.
„Het laffe volk siste Ellen. „Dat tegen hun
baste vrienden!"
„Wy zyn bier geheel veilig, de politie gaat
den anderen weg, zoodat wy hier vry zyn.
Wy moeten hier blyven totdat alles weer
rustig is en dan kunnen we verder beslissen.
Ge begrijpt, dat we ons den eersten tyd uit
don rook moeten houdennatuurlyk is de
politie ons op het spoor."
„Dat geloof ik niet; de politie weet niets
meer dan wat er in den laatsten brief stond
dat hier een anarchistenclub was en dat er
iets broedde. Om u te toonen dat ik niet
hang ben, ga ik my onder de menigte mengen.
Biyf gi) zoo lang hier wachten met myn
mandje en maak een goed gebruik van den
inhoud. Vervloekte honden Het meisje balde
de vuisten. „De vreugde zal niet alleen aan
hun kant zyn vanavond; ik zal ten minste
volbrengen wat mg was opgedragen."
„Ellen, gy zyt onvoorzichtig; blyf liever
hier. Waarom zoudt ge uw vryheid wagen?
Denk er aan, dat nu slechts wy tweeën onze
broeders kunnen wreken."
„Ik moet gaan en wat mgn vryheid betreft:
ik heb een revolver in myn zak. Vier kogels
voor beD, dio my willen molesteeron, on de
vyfde voor myzelve."
Zy maakte zich los uit den greep van don
jongen man en wandeldo bedaard de straat
uit en den hoek om, mot den menschenstroom
mede. Git elk raam hingen hoofden, overal
weergalmde de kreet: „Dood!" Een oudo man,
te zwak om mede te Ioopen, word op een
wrakken stoel gedragen; onder ontzettende
vervloekingen spoorde by allen aan tot wraak
neming op de anarchisten. Schreeuwende
vrouwen, met jammerende kinderen op den
arm, liepen mee; hier en daar vloog er een
steen door de lucht.
„Hier komt cr nog oen!" hoorde Ellen
roepen. Hetzelfde oogenblik zag zy Azacki
tusscben twee politie-agenten. Walmende
flambouwen beschenen zijn gelaat, dat met
bloed bevlekt was. Knarsetandend van woede,
schreed hy voort, zyn kleederen waren vochtig
van het bloed, dat hem uit een diepe hoofd
wonde vloeide.
Eon blik op zyn kleederen was voldoende
om over den stryd te oordeelen, dien het ge
kost bad om zich van hem meester te maken.
Zyn jas was letteriyk door midden ge
scheurd; zelfs de handboeien, die by droeg,
waren roodgoklourd door bet bloed. Het
schuim stond hem op den mond en nu nog,
doodelyk vormoeid, trapte en sloeg hy om
zich heen.
„Dood!" „Dood!" gilde de menigte, enkelen
trachtten hot politiecordon te verbreken, om
don vreemdeling aan te vallen.
(Wordt vervolgd.)