N°. 10935
l>oiiderdas 17 October.
A". 1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Eon- en feestdagen, uitgegeven
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 16 October.
IPeuilletoii.
Ecu Londcnsclie Anarchistcngescliiedenis.
LEIDSCH
DAftBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per S maanden. i
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Dr. "W. L. De Vreese, alhier, mede-redac
teur van het „"Woordenboek der Nederlandsche
Taal", is benoemd tot hoogleeraar aan de
universiteit te Gent.
Het stoffelijk overschot van wijlen dr.
W. H. D. Suringar zal morgen, Donderdag,
op de begraafplaats aan de Groenesteeg worden
ter-aarde-besteld. De lijkstaatsie zal daartoe
's morgens om halftwaalf hot sterfhuis, aan
de Haarlemmerstraat, verlaten.
Gisternamiddag te drie uren werd in de
Morschpoort kazerne de bronzen medaille voor
12 jarigen trouwen dienst uitgereikt aan den
sergeant-scherpschutter Blotkamp, van het
4de bataljon 4de regiment infanterie.
Hiertoe was het 4de bataljon op de plaats
der kazerne opgesteld en werd hem door den
commandant van dat bataljon, den majoor
Calkoen, het bedoelde eereteeken onder een
hartelijke toespraak op de borst gehecht.
Daarna stelde de troep zich in boweging en
werd voor den gedecoreerde gedefileerd.
Benoemd is tot tijdelijk leerares in de
Hoogd. taal aan de middelbare school voor
meisjes te Dordrecht (de tegenwoordige
leerares heeft verlof wegens ziekte) mej. A,
M. Ton Brink, te Leiden.
Het Bestuur van de Maatschappij ter
bevordering van het natuurkundig onderzoek
der koloniën, bestaande uit de heeren W.
Van Goltstein, eere voorzitter, C. Pijnacker
Hordijk, voorzitter, N. W. P. Rauwenhoff,
vice voorz., A. D. Van Riemsdijk, Hendrik
Muller S.zoon, P. J. Van Houten, Max Wober,
J. M. Van Bosse er. H. D. Kramer, penningm.
en vico-secretaris, heeft zich tot de Tweede
Kamer gewend met het verzoek, de Regee
ring in staat te stellen haar plannen ten
aanzien van het Ethnographisch Museum te
verwezenlijken.
Het verdient opmerking, dat twee hoog
leeraren, de heeren Rauwenhoff en Max Weber,
mede een verzoek onderteekenen om het
Museum niet in een „stad der wetenschap",
maar in Den Haag te vestigen. Vad
Voor de akte van onderwijzer is toe
gelaten de heer J. J. H. Burger, teZoeterwoude.
Voor de gisteren te Sassenheim gehouden
loting voor de nationale militie voor de ge
meente Lisse waren ingeschreven 21 lotelingen.
Acht hunner gaven redenen van vrijstelling
op, als: 5 wegens broederdienst en 3 op grond
van te zijn eenige wettige zoon, terwijl óón
hunner opgaf lichaamsgebreken.
Gistermorgen had te Hilversum op de
oude begraafplaats de begrafenis plaats van
het stoffelijk overschot van jhr. C. Hartsen.
Tegen halféén was een groote schare van
vrienden, bekenden en belangstellenden op
hot kerkhof bijeen, toen de lijkkist, met vele
kransen gedekt en gedragen door leerlingen
van de Kweekschool voor de Zeevaart, bü
de geopende groeve werd gebracht.
De oud-minister Havelaar sprak het eerst
over de verdiensten van den overledene als
staatsman; daarna herdachten de heeren G.
A. baron Tindal en Bierens de Haan den
overledene in zijn verschillende betrekkingen
en als mensch, als echtgenoot, vader en vriend.
De zoon van den overledene dankte, ook
namens zijne moeder, voor de eer, den over
ledene bewezen, en ten slotte sprak ds. Huls
man, uit Zandvoort, bij het graf.
Daarmee was de plechtigheid afgeloopen.
De bierbrouwerij „De Gekroonde Valk",
te Amsterdam, is op de internationale ten
toonstelling te Bordeaux voor haar stout
bekroond met eene gouden medaille, zijnde
de hoogste onderscheiding voor dit artikel.
Voor de betrekking van directeur der
gemeentewerken te VlaarJingen, op een jaar
wedde van f 1800, zijn 63 sollicitanten. Op
het drietal komen voor de heeren G. N. Itz,
bouwkundig ingenieur te 's Gravenhage; L.
Van Krimpen, civiel-ingenieur te Leeuwarden
J. N. Van Ruyven, civiel ingenieur te Arnhem.
Bij het te Rotterdam gehouden examen
voor scheepsmeter van binnenvaartuigen
slaagden de heeren H. Prinsen, C. J. Geluk
en L. Van Dorp, commiezen-verificateurs te
Delft, Vlaardingen en Gouda, en de ambtenaren
J. Zwaanstra, te Delft, en L. Stougie, te Brielle.
Na twee geslaagde repetities voor de
directie en de regie, heeft de heer Willem
Van Zuylen een contract gesloten met het
„Neues Theater" te Berlijn (dir. Sigmund
Lautenburg), natuurlijk met goedvinden van
de directie dor Vereenigde Tooneelisten. Hij
zal als „Vriend Frits" eene reeks van voor
stellingen geven, die den 12Jen December
zullen beginnen. (N. E. C.)
Naar „De Maasbode" verneemt, is van
gezaghebbende zijde bepaald, dat geen onder
wijzers van openbare scholen aan het hoofd
van Katholieke scholen meer mogen geplaatst
worden.
In de gisteren gehouden raadszitting der
gemeente Dordrecht is ingekomen oen con
cessie-aanvraag der heeren C. J. Van Vassom
te Haarlem en J. Korevaar te Zoeterwouae,
voor een brug over do Maas (bij Cathrijne
of Blauwpoort). De aanvragers verzoeken
daarbij opheffing van het Veer op Zw(jn-
drecht en recht tot het heffen van bruggeld.
Tot 2den geneesheer aan het geneeskundig
gesticht voor krankzinnigen werd na herhaalde
stemmingen benoemd dr. Van Erp Taalman Kip
te Utrecht. Dr. Stoop to Dordrecht verkreeg
6 en de heer Wolfsen, No. 1 der voordracht,
8 stommen.
Door den minister van koloniën is de
heer J. S. Van Braam gesteld ter beschikking
van den gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indië, om te worden benoemd tot
technisch ambtenaar bij het boschwezen daar
te lande.
In de Staatscourant van 16 dezer is
opgenomen eeqe opgave van het aantal loten
in de 349ste Staatsloterij, verstrekt aan
iederen collecteur of voormaligen gedelegeerde
der 1ste klasse van die loterij.
Ten einde te voorkomen, dat door te
lage inschrijving de werkman do dupe zou
worden van de concurrentie, heeft de heer
G. A. Korf, te Heerenveen, het volgende in
praktijk gebracht bij de aanbesteding van een
wijk te Nieuweschoot.
Een twaalftal aannemers zou inschrijven.
Do heer Korf deelde mede dat hij zelf ook
zou inschrijven en dat aan hem het werk
zou worden gegund, die het dichtst bij zijne
raming was. Bij de opening van de briefjes
bleek het, dat de heer Korf zelf de hoogste
inschrijver was, zoodat de aannemer, die na hem
het hoogst had ingeschreven, het werk kreeg.
Te Leeuwarden is gisteren overleden mr.
E. J. Thomassen a Thuessink van der Hoop,
sedert 1892 griffier b\j het kantongerecht
aldaar.
Men meldt aan,het „Vad." dat aan den
heer Voormolen, hoofdcommissaris van politie
te Rotterdam, de betrekking van hoofdcommis
saris te Amsterdam is aangeboden.
Het stoomschip „Ardjoeno" arriveerde
15 Oct. van Batavia te Rotterdam; de
„Kaiser" vertrok 13 Oct. van Durban naar
Vlissingen en Hamburg; de „Prins Alexander",
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 15
Oct. te Genua; de „Smeroe," van Batavia
naar Rotterdam, arriveerde 14 Oct. te Suez.
Bij koninklijk besluit is benoemd tot
adjunct-commies bij het departement van
financiën mr. C. J. M. Wilde, advocaat en
procureur te Amsterdam.
Benoemd tot kantonrechter te Helder, mr.
A. C.oockewit, thans kanton •jchter te Lemmer.
IVeel. B -K. Volksbond.
Afd. Leiden en Omstreken.
't Was gisteravond feest in de Stadszaal
alhier! De afdeeling Leiden en Omstreken
van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken
Volksbond vierde er in de groote zaal haar
eerste jaarfeest, dat op zóó groote belang
stelling mocht bogen, dat en zaal èn balkon
nagenoeg gebeel bezet waren.
Die zaal was toepasselijk versierd met
hoog-opgaand groen aan weerszijden voor het
tooneel, waartusschen aan den eonen kant
de buste onzer jonge Koningin, overwelfd
door het nationale rood, wit en blauw, aan
de andere zijde die van den tegenwoordigen
Paus, te midden van het Pauselijk wit en
geel, prijkten. Boven het tooneel las men het
devies: „Voor God en Kerk, Vorstin en Vader
land" en in de zaal voorts eenige malen
onder het Pauselijk wapen: „Leve Leo XIII,
1837-1887," terwijl verder nog eenige schilden
met op de vakafdeelingen der afdeeling betrek
king hebbende zinnebeeldige voorstellingen,
met eene banier, den luister van de schoone,
feestelijke versiering verhoogden.
Onder de vele aanwezigen merkten we
o. a. op den burgemeester, mr. F. Was, en
don wethouder van onderwijs, dr. M. C.
Dekhuyzen, die onder handgeklap en gejuich
de zaal waren binnengeleid en tot de pauze
de feestelijkheid met hunne tegenwoordigheid
vereerden, om toen, weer onder uitiDgen van
geestdrift, uitgeleide te worden gedaan; ver
der hem, die hier de eerste persoon was en
daarom in het gestoelte der eere zetelde,
den zeereerwaarden pater Van Kessel, óók
met gejuich en fanfares begroet, evenals de
zeereerwaarde pastoor Gadet en een geestelijke
uit het naburige Voorschoten.
De feestavond, welke veel deed verwachten
na kennismaking met het zeer uitgebreide
programma, ving aan met een orkestnummer,
gevolgd door het zingen van het Bondslied
door eenige meerendeels zeer gunstig bekend
staande zangers, waaronder leden der zang-
vereeniging „St.-Caecilia". Deze beide num
mers toonden reeds onmiskenbaar dat men
te doen had met een flink orkest, met een
best koor en met een degelijken directeur.
Alle dezen, mèt dien directeur, den heer
Corns. A. Bonten, mogen dan ook aanspraak
maken op een woord van welverdienden lof.
Tevens bleek welke goede instrumenten
(pianino's) de heer A. A. Peltenburg voor
deze gelegenheid welwillend had afgestaan.
Het gaat niet aan alle orkest- en koor-
nummers hier afzonderlijk te noemenhet
zij genoeg er van te zeggen dat de keuze en
de uitvoering best waren. Als men bovendien
nagaat, dat er solo's werden voorgedragen
door de heeren Gijbeis en Van Unen, dan
moet men er overtuigd van zijn dat de af
deeling zang in goede handen was.
Het welkomstwoord werd gesproken door
den geestelijken adviseur der afdeeling, den
hiervoor genoemden pater Van Kessel, die
den donateurs hartelijk dankte voor den door
hen verstrekten steun en de afd. verder bij
hen aanbevaleenige woorden sprak over het
doel van Bond en Afdeeling, over voor- en
tegenspoeden dezer laatste en er op wees
hoe ruim een jaar geleden deze afdeeling slechts
had honderd en nu reeds ruim driehonderd leden
en zes vakafdeelingen telt. Allen, die dit
feest hadden helpen tot stand brengen, vooral
den heeren zangers uit de verschillende
parochieën, betuigde hy zyn hartelljkon dank
en hfj besloot zijn frisch woord met dei
wensch, dat het tweode jaarfeest zou mogen
gevierd worden niet in een gehuurd, maar in
een eigen gebouw. Zijne welkomstrede werd
luide toegejuicht.
Het eerste tableau, dat vertoond werd, het
profetisch gezicht van Ezechiël, viel, naar ons
voorkwam, minder in den smaak dan het
tweede: de verheerlijking op den Thabor;
terwijl dit op zjjn beurt werd in dn schaduw
gesteld door de inderdaad indrukwekkende
slotvoorstelling: Paus Leo XIII, met den werk
lieden-encycliek in do hand, gezeten op den
purperen Pauselijken troon, de tiara, fonke
lend van edele steenen, op het eerbiedwaar
dige hoofd, aangebeden of, in bewondering
neergeknield, aangestaard door ouden en jon
gen, rijken en armen. Door kleurig licht be
schenen, was het effect van dit tableau, in
vergelijking dor andere, overweldigend schoon.
„De Transvaalsche Deputatie", een blijspel
in twee bedrijven, werd goed gespeeld en
verwekte heelwat vroolykheid, hetgeen ook
met de meeste voordrachten het geval was.
De „Biljart-markeur" deed tevens een heel
slimmon aanval op do beurzen en bereidde
allen aardig voor op de te houden inzameling
voor het fonds „Hulp in Nood", welke, zooals
later werd medegedeeld, opgebracht had de
som van ƒ38.60.
De voordracht van den heer B. J. Stap
horst, president der Zouaven: „De Episode
uit den Slag van Montana", verwekte veel
geestdrift.
Het orkest besloot het welgeslaagde feest
over halféén ('t was dus rijkelijk laat gewor
den en menigeen was inmiddels al naar huis
gegaan) met het „Wien Neerlandsch Bloed",
dat velen uit volle borst meezongen.
Cn- e m e it g- cl Nieu w s«
In het filiaal der firma C. Kooy-
ker, aan de Hoogowoerd alhier, zyn voor het
raam ter bezichtiging gesteld: een aquarel,
getiteld „Versttldag", en twee penteekenin-
gen: „Trouwe Wachters" en „Rijkdom en
Armoede".
Een 2 5-jarig modelmaker en
zijne 66-jarige moeder stonden gisteren te
Rotterdam terecht, beschuldigd van het maken
en uitgeven van valsche kwartjes.
De 1ste bekl. was modelmaker aan de fabriek
de Prins van Oranje to 's-Gravenhage, doch
werd wegens slapte van werk op het einde
van den zomer van dit jaar ontslagen. Hij
woonde daarna by zyne moeder te Schiedam.
Daar hy geen werk kon krygen en het zeer
arm had, was by hem de gedachte opgekomen
om valsche kwartjes te vervaardigen. Bekl,
deelde nu aan de rechtbank mede op welke
wyze hy de kwartjes maakte, met het doei
om ze als echte uit te geven. Hijzelf heeft
van die door hem gemaakte kwartjes uitge
geven, terwyi ook zyne moeder hetzelfde
heeft gedaan. Ongeveer 60 stuks heeft hy er
gemaakt.
Bekl.'s moeder verklaart' gezien te hebben
dat haar zoon kwartjes vervaardigde en van
die kwartjes er genomen te hebben, ter be
taling van de huur en tot aankoop van eot-
waren. By hare arrestatie was zy nog in het
bezit bevonden van 9 dergelijke kwartjes,
doch hieromtrent ontkent zy de bedoeling
gehad te hebben deze uit te geven. Zy had
eenige van die door haar zoon vervaardigde
kwartjes uitgegeven, als zynde daartoe door
den nood gedrongen, daar zelfs hetnoodigste
eten niet in hare woning aanwezig was.
Het O. M. toonde aan, dat al het ten laste
gelegde volkomen bewezen is. Hoewel do 1ste
bekl. allergunstigst bekend staat, zoo zal toch
eene ernstige straf moeten worden opgelegd,
daar hy zich aan een ernstig misdryf heeft
schuldig gemaakt. Eisch voor den zoontwee
jaar, voor de moeder zes maanden gevange
nisstraf.
Voor dezelfde rechtbank had zich gisteren
ook te verantwoorden A. T., 26 jaren, vee-
kooper, wonende te Montfoort. Hem werd
ten laste gelegd, in den nacht van 26 op 27
Augustus 1895, te Willeskop lo. een aan J.
Van Mietenburg toebehoorenden stier en 2o.
zeven kalveren en één koe, alle aan W. Van
Schaik toebehoorende, uit de by die personen
in gebruik zyn e weiden te hebben wegge
nomen met het oogmerk om zich een en
ander wederrechteiyk toe te eigenen.
Eisch van het O. M. 4 jaar gevangenisstraf
5)
We moeten heel stil te werk gaan, maar
ik Bta er op eens even in de keuken te
zien. Gesteld nu, wy doen het niet en uw
moeder en gij worden morgenochtend ver
moord gevonden, dan kost het mij immers
de betrekking, die ik bekleed? We zullen
op onze teenen loopen!"
De politie-agent drong John zacht, maar
tevens beslist op zijde, zoodat hjj in de vesti
bule stond eer John er op verdacht was. Het
was een jong mensch, eerzuchtig en steeds
droomend nog eens iets buitengewoons te
zullen verrichten, waardoor hy snel in rang
zou stijgen. En daarbij kwam nu nog, dat hij
inderdaad overtuigd was dat er inbrekers
waren.
Een oogenblik wist John Kirwan niet hoe
te handelen. De agent liet zijn lantaarn in
alle hoeken schijnen en schreed naar de trap,
die naar het sousterrain leidde. Een vreeselyke
uitbarsting scheen niet te vermijden; in
doodelijken angst greep John den arm van
den dienaar der gerechtigheid.
„Kom hier," fluisterde hij; „ik zal er u
alles van vertellen„kom hier in de eet
kamer, dan zullen wjj onderdehand een glaasje
port drinken. Er zijn geen inbrekers in huis,
maar ik zal u zeggen wie het zijnkom
echter eerst mede."
Het deze woorden bracht hy den agent in
de eetkamer; hij nam een karaf en een paar
glazen van het buffet en plaatste deze
op tafel.
„Het spijt mij," begon hij, zich inspannende
om te glimlachen, „dat ge mij ontdekt hebt.
Ik zal u vertellen hoe de vork in den steel
zit: mijn moeder houdt m(j erg aan banden
en een jong mensch wil wel eens een pretje
hebben, nietwaar? Ik heb een jongeheeren
partijtje beneden op brandewijn en sigaren.
Om moeder niet te hinderen, z(jn wij naar
de keuken getrokken; het schijnt, dat w(j
nogal luidruchtig zijn geweest, daar ge ons
buiten gehoord hebt. Ik zal hun zeggen dat
ze zich wat rustiger moeten houden. Hoe
smaakt u die port? Nog een glaasje?"
„Jonge menschen zijn jonge menschen;
nu, ik ben biy dat er niets ergers aan de
hand is, mijnheer; ik dacht zeker, dat er
dieven in huis waren; en mijn ooren hebben
mij in elk geval dus niet bedrogen."
John zag den teleurgestelden blik van den
agent en haastte zich te zeggen: „Ik ben
bljj, dat we zulk een flink agent in onze
buurt hebben; het is jammer, dat ge geen
gelegenheid hebt gehad uw beleid in deze
zaak te toonenals ik ooit in de golegenheid
kom, zal ik zeker uw buitengewonen dienstijver
vermelden. Hier zjjn tien shillings, goede
vriend, met myn hartelyken dank. Ik hoop dat
moeder niet wakker is gewordendan zou
het er leelyk voor my uitzien."
„Dat bogryp ik," en met een knipoogje
liet de agent het geld in zijn zak glyden.
Hl.
John Kirvians gevaarlijke opdracht.
Zoodra de agent vertrokken was, keerde
John naar de keuken terug. Het was er nog
even duister als toen hy die verliet.
„Alles in orde; ik heb hem weggezonden,"
fluisterde hy.
„Wèl gedaan," zeide een vrouwenstem.
„Fedor, steek de lantaarn aan!"
„Ik geloof volstrekt niet, dat alles nu in
orde is; het was myn plicht geweest u aan
te geven, maar omdat gy oude bekenden van
my waart
„Ach, wat waart ge vriendelijk 1 Inderdaad
goedgunstig jegens ons gestemd 1" viel Ellen
hem spottend in de rede. „Komaan, Fedor,
is die tasch gepakt?"
„Ja, ik heb die zoo vol mogeiyk gestopt;
wy krygen alles nooit weg vannacht."
„Ik kan twintig van deze patronen dragen."
„Goed, maar de rest?"
„John zal ze morgen wel naar de stad
willen brengen."
„Ik laat me nog liever hangen," ant
woordde John.
„Als gy het niet doet, zult ge zeker aan de
galg komen te bengeleD," merkte Ellen kalm
op, haar zakken met dynamiet vullend. „En
als het niet aan de galg is, dan vindt ge toch
uw dood op de eene of andere manier. Zy,
die niet vóór ons zyn, zyn tegen ons en wee
hun, als wy hen kennen 1 Fedor, zyt gy
gereed?"
John Kirwan stampte in machtelooze woede
op den vloer.
„Ik zou u raden niet zoo'n geweld te
maken," zeide Ellen; „dit dynamiet is in zeer
ontplofbaren toestand en zulke uitingen van
gevoel, hoe dramatisch en interessant zy ook
mogen zyn, kunnen het licht doen ontbranden.
Veertig patronen moeten wy achterlaten, ge
noog voor een Kerstmis uitdeeling aan een
groot aantal kapitalisten. Breng onB deze
morgenavond in de stad; ik zal u wachten
in Oxford Street, tegenover Mudie, om vyf
uren. Wees voorzichtig met het dragen: wy
zouden ongaarne u verliezen, maar toch nog
liever zouden wy hot dynamiet behouden.
Die goede oude Levisohn! By hield niet van
halve maatregelen.
Kom, Fedor, laat ons gaan! Denk er aan,
John, morgen om vyf uren, tegenover Mudie
zorg dat ge er zyt! Kyk maar zoo boos niet;
ge hebt het heusch zoo hard niet. Ik zou
alles maar ineens by elkaar pakken en het
tot morgen op een veilige plaats bewaren.
Gy ziet dat Fedor den vloer heeft aangeveegd,
zoodat alles weer netjes is. Wy zullen door
de achterdeur heengaan, juist zooals wy ge
komen zyn. Vaarwel, John, Ik ben biy dat
we u ontmoet hebben; denk aan onze
afspraak, morgen om vyf uren."
„Denk maar niet dat hy komt," zeide
Fedor, toen zy op straat waren.
„Zeker zal hy komen; hy is een lafaard;
dat weet ik nog van vroeger, en hy is ge
heel in onze macht."
„Toch noemdet ge hom myn Jack" en
„onze Jack" en wildot ge hem gaarne kus
sen; ik herkende u heusch niet; zoo aan
halig, al was het dan ook maar in woordeji 1"
„Hy is do eenige man, van wien ik ooit
gehouden heb; had by het gewild, dan had
ik my gaarne voor het leven aan hem willen
verbinden."
„En toch dreigdet ge hom in de lucht te
laten vliegen!"
„Dat zou ik ook zeker gedaan hebben, als
hy ons verraden had: de goede zaak boven
alles, boven vader, moeder, echtgenoot en
kind 1"
De verontwaardiging, de boosheid, de mach
telooze haat, die John Kirwans hart vervulden,
nadat de samenzweerders hem verlaten had
den, kan beter worden gedacht dan be-
schreveD. Nooit was jongelingsdwaasheid zoo
streng gestraft geworden, meende hy. Waarom
was hy ook niet in Amerika gebleven, waar
heen hy dadelyk na zyn vertrek uit Oxford
gevlucht was? Waarom had by zich ooit
afgegeven met anarchisten! Wat een dwaas
was hy geweest te denken dat de maat.
schappij door zulke heethoofden, door zulke
dwepers kon hervormd worden! Wat kon
hem nu de „glorieryke Republiek der toe
komst" schelen! Hoe had hy toch kunnen
meenen dat door daden van wreedheid en
geweld de wereld zou kunnen worden ver
beterd. Al zyn vooruitzichten waren nu naar
de maanhy moest zich opnieuw met zyn
vroegere vrienden afgeven of zich uit de
beschaafde maatschappy terugtrekken, want
ze zouden hem overal achtervolgen.
(Wordt vervolgd.)