N°. 10933 Dingdag; 15 October. A0. 1895 feze dOourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Dit nominer bestaat uit TWEE Bladen. Leiden, 14 October. JF® euilleton. Een Loudemlie Anarcliisleugcscliiedenis. LEIDSCH BA&B1AD PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post 1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor liet incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Eerste Blad. Officieel© Kennisffevingen* Do gewone jaarltjkeche Herfatachouw over do wegeD, dijken, baden, tochten, elooten, enz., van den Vier Ambachlepo'dor onder Woubruggo, Bijnaater- woude, Langeraar on Oudehoorn, zal door het Be- Bluur worden gedreven den édoD, 6den en Cden November a. e., alles overeenkometig do keur dee voornoemden Poldere. Dg Leidsche Stoomboot Maatschappij „De Volharding" is op de tentoonstelling voor Reis- en Hotelwezen te Amsterdam bekroond met de zilveren medaille. Gedurende de 2de helft der maand Sept. zün aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekendheid der geadresseerden, niet besteld konden worden: Ryke, Amsterdam; C. Hof, 's Gravenhage; Van der Meer, 's-Gravenhage; C. Snel, Herwijnen; A. Korenhof, Hilversum; G. Bolkenstein, LeidenJ. F. Jansen, A. Bloemen- daal, De Wolff, Rotterdam. Briefkaarten: W. Roggenboek de Haan, H. D. Sleljser, Amsterdam; Rüsdjjk, Naarden; J. Van der Hoek, Ouderkerk a/d. A.M. Van der Hoeve, Rotterdam; S. E. Maas, E. Schieke, niet vermeld. Brieven, verzonden naar het buitenland: A. Schaart, Lille; S. Van Leeuwen, Pretoria, (twee stuks); M. J. Reitz, Somerset. Ds. E. Fransen, leeraar bij de Oud- Gereformeerde gemeente te Lisse, is beroepen bij diezelfde gemeente te Barneveld. Te Woubrugge werd 12 dezer in vijf per<.eelen publiek aanbesteed: eenig sloot- schietwerk in den Plaspolder. Opmerkelijk is het, dat meestal werklieden van elders de minste loonen eischen. De perceelen 13 werden toegewezen aan G. Van den Berg, te Aalsmeer; de perc. 4 en 5 aan ingezetenen, resp. H. Verkade en A. Vermey, als laagste inschrijvers. Door gegadigden werd per z. g. strekkende ro© ingeschreven voor de perceelen I. het hoogst voor f 1.60, het laagst voor f 1.05 2. „1.50 „0.99 3- „1-82 „0.74 n n ti 2. n v n 0.90 6. b „0.30 0 D „0.11 Op 17 dezer wordt te Warmond een Rykstelegraafkantoor, ingericht met telephoon- dienst, voor het algemeen verkeer geopend. De diensturen van dit kantoor zijn geregeld als volgt: op werkdagen, van 7'/2 tot 11 >/j uur '6 voor- en van V/a tot 3'/2 en 5'/j tot 7'/2 uur 's namiddags; op Zon-en feestdagen, van 7l/2 tot S'/2 uur 's voor- en van 12'/2 tot iy2 uur 's namiddags. Met ingang van denzelfden dag zal het Rijkstelegraafkantoor met telephoon te Nieuwenhoorn op werkdagen open zijn van 7'/2 tot 9'/2 uur 's voormiddags, van 11 uren 's voor- tot 1 uur 's namiddags en van 6 tot 7 u. 's namiddags. De diensttijd op Zon- en feestdagen blijft onveranderd. Voor eenige maanden werd door de hee- ren C. J. Van Vassen, te Haarlem, en J. Korevaar P.Azn., te Zoeterwoude, aan den Raad van Haarlem eene voorloopige conces sie gevraagd voor den aanleg van electrische tramlijnen met bovengrondsche geleiding. Het dagelijksch bestuur adviseerde tot afwijzing van het verzoek, op grond van min voldoende breedte van in het plan opgenomen wegen. Ook moeilijkheid in het maken van bochten gaf tot bedenking aanleiding. Het voorstel van B. en Ws. werd aangenomen. Evenwel bleek uit de in de Raadsvergade ring gehouden bespreking voldoende, dat de Raad door de aanneming van het voorstel van het dagelijksch bestuur niet te kennen wilde geven, dat ook voor een goed voorbe reid plan voor den aanleg van electrische trams geen kans van aanneming bestond. De aanvragers hebben daarin aanleidiüg gevonden, zich dezer dagen opnieuw tot den Gemeenteraad te wenden, met de mededeeling dat zy na kennisneming van gemeld raadsbe sluit, onmiddellijk een gewijzigd plan in behan deling hebben genomen, en dat zy zich voor stellen dit nieuwe plan uiterlijk op 21 Februari 1896 aan 's Raads goedkeuring te onderwerpen. Het nieuwe plan bevat drie lijnen door de gemeente. Adressanten vragen de voorkeur te mogen hebben voor den aanleg en de exploitatie dier lijnen, indien eventueel derden vóór gemeld tijdstip zich tot het verkrijgen van eene tramconcessie, met welke beweegkracht dan ook, tot den Raad mochten wenden. De Algemeene Haagsche Polikliniek heeft aangekocht het perceel No. 30 aan de Prinsegracht, waarheen tegen het einde dts jaars de inrichting zal worden overgebracht. Zaterdag-avond had in het voor Qie ge legenheid feestelijk versierde Verkooplokaal te Rotterdam de viering plaats van het 25 jarig bestaan van de afdeeling „Rotterdam" van het „Algemeen Nederlandsch Werklieden verbond." Om halfnegen kwamen de bestuurders van de afdeelingen Brielle, Schiedam, Den Haag, Amsterdam, Leiden, Kralingen, Utrecht, Arn hem, Haarlem, Hillesluis en dat der feest vierende vereeniging de zaal binnen. Ze werden ontvangen met een openingslied, hun door alle aanwezigen toegezongen. Daarna sprak de heer B. H. Heldt de feestrede uit. Hij herinnerde aan de omstandigheden, waaronder de afdeeling werd opgericht, aan de moeilijk heden, waarmee ze in den eersten tijd had te kampeD, hoe ze eindelijk vasten voet kreeg en den stoot gaf tot do oprichting van het Alg. Ned. Werklieden-Verbond. Spr. eindigde met een woord van hulde aan de oprichters en met den wensch, dat de afdee ling en de Bond nog vele jaren mogen blijven bestaan en met vrucht mogen werkzaam zijn tot welzijn van den werkmansstand. Daarna hechtte de heer Heldt namens hot Centraal-Bestuur van het A, N. W.-V. een gedenkpenning aan het vaandel van de feest vierende vereeniging. Voorts herdacht hij, wat de vereeniging zoo al in die 25 jaren heeft tot stand gebracht. Ook de voorzitters van do afdeelingen Leiden en Utrecht wenschten der vereeniging geluk en hechtten de insignes van hunne afdeelingen aan het vaandel. De avond werd verder doorgebracht met zang, muziek en voordrachten, terwijl de Rotter damsche werklieden vrouwenvereeniging „On derlinge Hulp" de afdeeling met een nieuw vaandel kwam vereeren. Een bal, dat tot laat in den nacht duurde, besloot den uitstekend geslaagden feestavond. Ook de burgemeester van Rotterdam vereerde de feestelijke vergadering met zijn tegenwoor digheid. Van de bijdragen, daartoe door eenige vereerders van den romanschrijver JanFrederik Oltmans bijeengebracht, zal op het kerkhof te Steenderen in plaats van de verweerde en gebarsten zerk, die daar nu op zijn graf aan wezig is, éen nieuwe momumentale staande steen worden geplaatst met inscriptie, vermel dende naam en voornamen, geboorte en sterf jaar van den schrijver, benevens de titels der door hem geschreven grootere werken. (Z. G.) Naar men uit Helder meldt, heeft het gemeentebestuur aan de onderwijzers Janzen en Reitsma bericht, dat het van zijn voor nemen om hen tot ontslag voor te dragen, heeft afgezien, na de verklaring der onderwijzers, dat zij geen propaganda moer zullen maken voor sociial-democratische beginselen op straat. In de Staats Ct. van heden is opgenomen de staat van de gevallen van besmettelijke veeziekten in Nederland, voorgekomen gedu- gende de maand September 1895. Het mond- en klauwzeer werd in 't geheel geconstateerd bij 12 dieren, toebehoorende aan 3 eigenaars in de provincie Utrecht; de kwade droes by 12 paarden van 4 eigenaars; schurft in 251 gevallen bij het vee van 15 eigenaars. Verder kwam de varkensziekte voor by 1039 varkens van 558 eigenaars, het miltvuur by 9 stuks vee van 9 eigenaars en het kwaadaardig klauwzeer by 66 schapen van 4 eigenaars. Bij de laatste herziening der algemeene politieverordening der gemeente Haarlem (in 1894) werd in het hoof Jstuk „Bouwpolitie" opgenomen de nieuwe bepaling, dat te stichten, te herbouwen of te vernieuwen gebouwen geeno grootere hoogte mogen erlangen dan anderhalfmaal de breedte der aangrenzende openbare straat. Een bouwkundige ontving op grond dezer bepaling van B. en Ws. onlangs bericht, dat bedenkingen bestonden tegen den bouw van twee woonhuizen aan de Zonnesteeg, aldaar, omdat die woningen hooger waren ontworpen dan anderhalfmaal do breedte dier steeg. Op een door dien bouwmeester aan den gemeenteraad ingediend adres stellen B. en Ws. voor afwyzend te beschikken. Het dagelyksch bestuur van het Neder landsch Landbouwcomitó heeft dezer dagen tot den minister van justitie een schryven gericht over de bevordering van de naleving der Boterwet. Het geeft daarin als zyn oor deel te kennen, dat aan de personen, benoemd tot bevordering van dat doel, reis- en verblyf- kosten behooren te worden toegekend en dat hun aantal er zyn er 5 veel te gering is, zelfs voor een proefneming. Intusschen meent het bestuur dat het doel op afdoende wyze alleen kan bereikt worden door aan stelling (evenals by de fabriekswet) van 2 of meer personen, op zoolanige voorwaarden, dat algeheele toewyding mag worden geei3cht. De gemeenteraad te Arnhem heeft thans zyn goedkeuring gehecht aan den aankoop van grond van de Boulevard-Maatschappy, waardoor het mogelyk is de Kastanjelaan, Prins-Hendrik-straat en Emma-straat door te trekken, en waardoor uitbreiding van de stad naar de oostelyke zyde mogelyk zal blyven. De koopprys bedraagt ruim f 26,000. De gel den hiervoor benoodigd alsmede voor het op profiel brengen der terreinen zullen uit een geldleening worden gevonden. In de laatstgehouden vergadering der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Maastricht deelde de voorzitter, de heer Pierre Rutton, mede dat hy een onderhoud te Amsterdam heefc gehad met den heer Van Ogtrop, voorzitter van het ontbonden syndi caat, tot het oprichten van een gewerenfabriek te Maastricht. Gemelde heer had hem gezegd, zoo wordt aan de „Limb. Koer." gemeld, dat de mis lukking van het syndicaat hoofdzakeiyk te wyten was aan de technische bezwaren, die aan de uitvoering verbonden waren; boven dien waren de plannen eerst 14 dagen te voren ingediend, te laat, om daarin de ge- wenschte veranderingon te brengen. De vergadering besloot do aangekondigde brochure af te wachten en verder steun te geven, wanneer er weder een nieuw syndicaat zou worden opgericht voor de rest der geweren. Het stoomschip „Drente", van Rotterdam naar Java, passeerde 12 Oct. Perim; de „Lawoe" vertrok 12 Oct. van Rotterdam naar Batavia; de „Prins Hendrik", van Amster dam naar Batavia, passeerde 12 Oct. Gibraltar; de „Prinses Marie", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 12 Oct. te Padang; de „Veendam" vertrok 12 Oct. van Nieuw-York naar Rotterdam. By koninkiyk besluit van 11 dezer is de 1ste luit. der inf. van het leger in Ned.-Indiö C. A. Meulemans, met wyziging te zynen opzichte van het koninkiyk besluit van 9 April 1895, krachtens hetwelk hy, wegens aan den lande bewezen buitengewone diensten ter zake van de krygsverrichtingen tegen Lombok in 1894, eervol vermeld werd, alsnog, in stede van dien, te dier zake, benoemd tot ridder 4de klasse der Militaire Willemsorde. Aan mr. H. C. Rümer, op zyn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van curatoren der Ryksuniversiteit te Utrecht, met dankbetuiging voor do diensten, door hem in die betrekking bewezen; en tot lid van dat college benoemd mr. J. G. GleichmaD, te 's-Gravenhage. Op grond van art. 1 al. 1 van het koninkiyk besluit van 21 Juli 1869, tot wederopzeggens, doch in geen geval voor langer dan voor den tyd van vyf jaren, aan den heer J. N. T. Buining, by kon. besluit van 17 Aug. 1895, met ingang van 16 Sept. 1895, eervol uit zyne betrekking ontslagen leeraar in het hand- tiekenen aan de Koninkiyke Militaire Aca- dem e, een wachtgeld verleend van f 800 's jaars. Aan den eersten luit. F. N. L. Lotsy, tb. ns op non activiteit, op zyn verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst verleend. Benoemd P. Van Dam, te Wageningen, voor het tydvak van 16 October 1895 tot en met 31 Augustus 1896, tot leeraar aan de Rykslandbouwschool aldaar. Zegelrecht op effecten. De minister van financiën heeft het afdee- lingsverslag der Tweede Kamer beantwoord omtrent het wetsontwerp, houdende nadere regeling van het zegelrecht op effecten. De minister doet daarby uitkomen dat het denkbeeld, om verschillende stukken met ver schillend recht te belasten berust op do over weging, dat verhooging van de belasting voor alle stukken zonder onderscheid bezwaar ont moet en dat de stukken, waarvoor de belas ting verhoogd ^kan worden, niet alle dezelfde verhooging kunnen dragen. Eene belegging, waarby alleen het kweeken van een vaste rente wordt beoogd, kan uit den aard der zaak minder belasting dragen dan eene, waarby, behalve vergoeding van rente op het kapitaal, uitkeering van winst mag worden verwacht. Het recht blyft ook inderdaad matig. Zelfs eene belasting van premieloten met 1 pCt. kan voor deze fondsen niet zwaar worden genoemd. Op deze gronden verdedigt de minister meer in het byzonder de voorgestelde heffing voor premieleeningen en voor aandeelen, waarby hij doet opmerken dat van de geringe belasting verhoging nadeeligen invloed noch op den handelsgeest noch op de offervaardigheid tot bevordering van het algemeen belang te vree zen is. Van verzwaring der belastingen van de aandeelen en obligatiën van zeer gering be drag, by voorbeeld van f 10 en minder, is geen sprake. Lager kan de minister niet gaan en ook voor vrystelling van de leeningen voor provinciën en waterschappen ziet hy geen reden. De ingeslagen of droge zegelstempel wordt alleen te 's-Gravenhage en te Amsterdam ge steld. Men kan daartoe echter terecht aan alle kantoren van het buitengewoon zegel door de zorgen dor administratie te 's-Gravenhage. Tegen onnoodig oponthoud zal worden ge waakt. Zoodra een geschikt lokaal zal zyn gevonden, zal ook te Rotterdam de gelegen heid worden geopend om met genoemden zegelstempel te zegelen. Waar sprake is van „conversie" wordt daar het betrelikelyk artikel toegevoegd „van niet hier te lande ontvangen stukken1'. Er zal gelegenheid worden gegeven om stukken, die aan den omloop worden onttrok ken en door gelyke stukken vervangen, zonder nieuwe betaling van rechten te doen zegelen. De nieuwe zegelwet kan in werking treden zoodra de daartoe noodige regelingen zullen zyn getroffen, zooiat niet gewacht behoeft te worden op de invoering der gewyzigde per- 8oneele belasting. 2) „Geen drup zult ge meer drinken; hoe is het mogelyk, dat die idioten my zulk een hulp hebben gezonden! Een volslagen dronkaard! Neen, wat gy nog van hersenen hebt, zult ge van nacht onbeneveld gebruiken." „Kom, één drupje, dat zal my heusch geen kwaad doen," protesteerde de Rus. „Ga het dan maar halen," en Ellen liet het portier zakken en smeet het fleschje nu uit het raampje. Zy sloot dit daarop kalm en toen den Rus streng aanziende, zeide zy „Pas op, Fenine, dat gy niet drinkt eer het werk is afgeloopendoet ge het toch, dan deel ik het onzen getrouwen mede en dan zal men, hoop ik, eindelyk tot de overtuiging komen, dat gy als werkend lid verder on bruikbaar zyt. Gy wordt dan natuuriyk uit den Bond verwyderd en daar ge alsdan een gevaarlyk sujet voor ons zyt geworden, konden we u wel eensEnfin, ik behoef niet verder te spreken; gy begrypt my." „Denk niet my hiermede bang te maken." „Ik wensch u volstrekt niet bang te maken, ik zeg alleen wat ik werkelyk meen." Ze vouwde de handen in haar schoot en legde het hoofd tegen het gecapitonneerde bekleedsel van den waggon. De Rus bromde nog wat en wachtte of zyn gezellin voort zou sprekentoen hy echter zag dat zy niets meer te zeggen had, trok hy een courant uit den zak, die hy begon te lezen. Nu en dan stiet hy een toornigen kreet uit of lachte hy schamper by het een of ander bericht. Al beschouwde men in Scotland Yard dezan man ook als een onschadelyken dronkaard, niettemin was hij een der gevaariykste per sonen van Londen. Fedor Fenine behoorde tot een der eerste Russische families en had zyne opleiding ge noten op de Moscow School, een inrichting, alleen toegankelyk voor adeliyke jongelieden. Op zyn twintigste jaar was hy by het Russische leger ingelyfd, om drie jaar later door de politie gesignaleerd te worden als voortvluchtig. Hy was ter-dood-veroordeeld, daar hy deel had genomen aan een samen zwering tegen den Czaar. In "Warschau, waar zyn regiment lag, was het reeds lang oproerig geweest, totdat eindelyk de uitbarstig kwam. Met groote moeite en ónder ontzettende ge varen was hy gevlucht. Terwyl hy eens op straat liep, had iemand hem in het oor gefluisterd: „Zyt ge niet luitenant Fenine?" Hy knikte toestemmend en de ander ging voort: „Ik zag het aan uw gezicht; nu, ik kom u mededeelen dat het komplot ontdekt is en dat zich zes politiedienaars in uw kamer bevinden 1" Fenine maakte rechtsomkeert en had geen oogenblik rust eer hy behouden to Parys was aangekomen. Zyn reis door Polen en Duitsch- land was een lange lydensgeschiedenis. Met twintig roebels, die hy op het oogenblik, dat hem de ontdekking der samenzwering werd aangekondigd, in zyn zak had, was hy ver plicht rond te komen tot hy Frankryks hoofdstad bereikt had. Hy gaf Russische lessen, terwyl zyn mede-samenzweerders ge vonnist en onthoofd werden. Hy legde zich toe op een zekeren tak van chemie en by een kleine ontploffing verloor hy zyn linker oog. In 1860 kwam hy naar Londen en associeerde zich met Michel Bakounine, den grooten Russischen revolutionnair. Er ver schenen destyds vele stukken van zyn hand in het tydschrift „Kolokol" (de Klok). Met Herzen en Ogareff deed by al het mogelyke om hun leer ingang te doen vinden by het volk. Scotland Yard hield een wakend oog op hem, totdat Bakounine naar Zwitserland vertrok. Fénines lichaam en geest waren gesloopt door den drank, meende men, maar men ver giste zich deerlyk. In 1894 was hy zestig jaren geworden en nog zoo gezond als toen hy vluchtte voor het aangezicht des Czaren. Hy speelde meesteriyk viool en was een uitstekend taalkundige. De trein stopte even aan het Gipsy Hill Station, om dadelyk weer verder te stoomen Ellen Driver opende de oogen en wendde zich tot Fenine. „Over enkele minuten zullen wy Crystal Palace-Station bereikt hebben," begon zy. „Luister nu eens goed naar my; samen moet men ons niet het perron zien verlaten en zooveel mogelyk moet men ons ieder afzonderlyk op straat zien. Ik ga dus regel recht het perron af, terwyl gy draalt alsof ge nog op iemand wacht, die achter uit den trein moet komen. Op den hoek der Stuart Road zal ik u wachtenga in geen geval in een kroeg; denk aan wat ik u gezegd heb: als gy drinkt eer de zaak is afgeloopen, houd ik zeker mffn woord. Het werk is te belangryk en vordert te veel al onze krachtenals wy dus falen, doordat gy te veel drinkt, weet ge wat u te wachten staat." „Heel goed," antwoordde Fénine. De trein hield stil aan Crystal Palace Station; Ellen trok haastig den rooden strik van haar hoed en het paar scheidde, zooals was afgesproken. Eer zy haar kaartje afgaf, drukte zy den zakdoek voor haar gezicht en zóó, alsof zy hevige kiespyn had, verliet zy het stationsgebouw. Ondertusschen wandelde Fenine op het perron; om zich den tyd te korten, bestal hy de automatische machines. Hy bezat een menigte metalen schyfjes, en lachend nam hy daarvoor in ruil een groote hoeveelheid tabletjes van de fijnste chocolade. Hy had nog niet de helft van zyn buit verorberd, toen hy het perron verliet. Zoo nam hy wraak op de bezitters; waar by kon bracht hy dit middel in praktyk. Recht over zich zag hy een kroeg en hy voelde niet bet minste gewetensbezwaar er dadelyk in te gaan. Hier dronk by voor een shilling brandewyn, achter elkaar; even loerde hy by het verlaten van het lokaal rond, en de ku3t veilig ziende, begaf hy zich haastig naar de aangeduide plaats. Eerst nu voelde hy zich in staat de taak te volbrengen, die hij op zich genomen had. Ellen wachtte hem reeds; vlug stapte zy op hem toe zoodra zy hem zag aankomen. „Er zyn menschen in huis," fluisterde zy; „het is in dien tyd verhuurd; door een der bovenramen zag ik licht schynen en ik hoor ook beweging; hoor maar eensl" „Stil, ik hoor niets." „Ik weet zeker, dat ik my niet vergis." „Een week geleden was het huis nog onbewoond, juist als toen Levisohn het ver liet, en nu zou hot opeens verhuurd zyn. Nu, enfiD, my goed, laat ons dan maar weer naar huis trekken; 12.20 gaat er een trein." „Gy hebt brandewyn gedronken, anders zoudt gy onmogelyk zoo spreken; ja, ik ruik het. Ik ga niet naar huis zonder dat ik medeneem wat ik my heb voorgenomen te bemachtigen; verstaat gy dat? Het meisje trok verachteiyk de lip op. „We hebben sleutels," ging zy op beslisten toon voort, „dus kunnen wy gemakkeiyk binnenkomen; alleen moeten wy onhoorbaar zacht te werk gaan." „Ja, maar als wy gestoord worden?" „Als, als, bah, zyt gy een manl" „En het poeder, dat is dan voorgoed ver loren; heb ge dat wel bedacht?" „Laat ons in ieder geval trachten in het huis te sluipen; daarvoor zyn we hier ge komen. Hebt gy nog geen moed genoeg na al het brandewyn drinken, dat gy ge daan hebt? „Moed genoeg; wat is het hier toch ver bazend donker!" „Ik heb de gaspitten uitgedraaid met myn parapluis en het begint gelukkig, te regenen ook; het is dus niet te denken dat wy ge stoord zullen worden." Wordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1