N°. 10933
Dingdag; 15 October.
A0. 1895
feze dOourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Dit nominer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 14 October.
JF® euilleton.
Een Loudemlie Anarcliisleugcscliiedenis.
LEIDSCH
BA&B1AD
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1.40.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Yoor liet incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Officieel© Kennisffevingen*
Do gewone jaarltjkeche Herfatachouw over do
wegeD, dijken, baden, tochten, elooten, enz., van den
Vier Ambachlepo'dor onder Woubruggo, Bijnaater-
woude, Langeraar on Oudehoorn, zal door het Be-
Bluur worden gedreven den édoD, 6den en Cden
November a. e., alles overeenkometig do keur dee
voornoemden Poldere.
Dg Leidsche Stoomboot Maatschappij „De
Volharding" is op de tentoonstelling voor
Reis- en Hotelwezen te Amsterdam bekroond
met de zilveren medaille.
Gedurende de 2de helft der maand Sept.
zün aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
Ryke, Amsterdam; C. Hof, 's Gravenhage;
Van der Meer, 's-Gravenhage; C. Snel,
Herwijnen; A. Korenhof, Hilversum; G.
Bolkenstein, LeidenJ. F. Jansen, A. Bloemen-
daal, De Wolff, Rotterdam.
Briefkaarten: W. Roggenboek de Haan,
H. D. Sleljser, Amsterdam; Rüsdjjk, Naarden;
J. Van der Hoek, Ouderkerk a/d. A.M.
Van der Hoeve, Rotterdam; S. E. Maas, E.
Schieke, niet vermeld.
Brieven, verzonden naar het buitenland:
A. Schaart, Lille; S. Van Leeuwen, Pretoria,
(twee stuks); M. J. Reitz, Somerset.
Ds. E. Fransen, leeraar bij de Oud-
Gereformeerde gemeente te Lisse, is beroepen
bij diezelfde gemeente te Barneveld.
Te Woubrugge werd 12 dezer in vijf
per<.eelen publiek aanbesteed: eenig sloot-
schietwerk in den Plaspolder. Opmerkelijk is
het, dat meestal werklieden van elders de
minste loonen eischen. De perceelen 13
werden toegewezen aan G. Van den Berg,
te Aalsmeer; de perc. 4 en 5 aan ingezetenen,
resp. H. Verkade en A. Vermey, als laagste
inschrijvers. Door gegadigden werd per z. g.
strekkende ro© ingeschreven voor de perceelen
I. het hoogst voor f 1.60, het laagst voor f 1.05
2. „1.50 „0.99
3- „1-82 „0.74
n n ti 2. n v n 0.90
6. b „0.30 0 D „0.11
Op 17 dezer wordt te Warmond een
Rykstelegraafkantoor, ingericht met telephoon-
dienst, voor het algemeen verkeer geopend.
De diensturen van dit kantoor zijn geregeld
als volgt: op werkdagen, van 7'/2 tot 11 >/j
uur '6 voor- en van V/a tot 3'/2 en 5'/j tot
7'/2 uur 's namiddags; op Zon-en feestdagen,
van 7l/2 tot S'/2 uur 's voor- en van 12'/2
tot iy2 uur 's namiddags.
Met ingang van denzelfden dag zal het
Rijkstelegraafkantoor met telephoon te
Nieuwenhoorn op werkdagen open zijn van
7'/2 tot 9'/2 uur 's voormiddags, van 11 uren
's voor- tot 1 uur 's namiddags en van 6 tot
7 u. 's namiddags. De diensttijd op Zon- en
feestdagen blijft onveranderd.
Voor eenige maanden werd door de hee-
ren C. J. Van Vassen, te Haarlem, en J.
Korevaar P.Azn., te Zoeterwoude, aan den
Raad van Haarlem eene voorloopige conces
sie gevraagd voor den aanleg van electrische
tramlijnen met bovengrondsche geleiding. Het
dagelijksch bestuur adviseerde tot afwijzing
van het verzoek, op grond van min voldoende
breedte van in het plan opgenomen wegen.
Ook moeilijkheid in het maken van bochten
gaf tot bedenking aanleiding. Het voorstel
van B. en Ws. werd aangenomen.
Evenwel bleek uit de in de Raadsvergade
ring gehouden bespreking voldoende, dat de
Raad door de aanneming van het voorstel
van het dagelijksch bestuur niet te kennen
wilde geven, dat ook voor een goed voorbe
reid plan voor den aanleg van electrische
trams geen kans van aanneming bestond.
De aanvragers hebben daarin aanleidiüg
gevonden, zich dezer dagen opnieuw tot den
Gemeenteraad te wenden, met de mededeeling
dat zy na kennisneming van gemeld raadsbe
sluit, onmiddellijk een gewijzigd plan in behan
deling hebben genomen, en dat zy zich voor
stellen dit nieuwe plan uiterlijk op 21 Februari
1896 aan 's Raads goedkeuring te onderwerpen.
Het nieuwe plan bevat drie lijnen door de
gemeente.
Adressanten vragen de voorkeur te mogen
hebben voor den aanleg en de exploitatie dier
lijnen, indien eventueel derden vóór gemeld
tijdstip zich tot het verkrijgen van eene
tramconcessie, met welke beweegkracht dan
ook, tot den Raad mochten wenden.
De Algemeene Haagsche Polikliniek
heeft aangekocht het perceel No. 30 aan de
Prinsegracht, waarheen tegen het einde dts
jaars de inrichting zal worden overgebracht.
Zaterdag-avond had in het voor Qie ge
legenheid feestelijk versierde Verkooplokaal
te Rotterdam de viering plaats van het
25 jarig bestaan van de afdeeling „Rotterdam"
van het „Algemeen Nederlandsch Werklieden
verbond."
Om halfnegen kwamen de bestuurders van
de afdeelingen Brielle, Schiedam, Den Haag,
Amsterdam, Leiden, Kralingen, Utrecht, Arn
hem, Haarlem, Hillesluis en dat der feest
vierende vereeniging de zaal binnen.
Ze werden ontvangen met een openingslied,
hun door alle aanwezigen toegezongen. Daarna
sprak de heer B. H. Heldt de feestrede uit. Hij
herinnerde aan de omstandigheden, waaronder
de afdeeling werd opgericht, aan de moeilijk
heden, waarmee ze in den eersten tijd had te
kampeD, hoe ze eindelijk vasten voet kreeg en
den stoot gaf tot do oprichting van het Alg.
Ned. Werklieden-Verbond.
Spr. eindigde met een woord van hulde aan
de oprichters en met den wensch, dat de afdee
ling en de Bond nog vele jaren mogen blijven
bestaan en met vrucht mogen werkzaam zijn tot
welzijn van den werkmansstand.
Daarna hechtte de heer Heldt namens hot
Centraal-Bestuur van het A, N. W.-V. een
gedenkpenning aan het vaandel van de feest
vierende vereeniging. Voorts herdacht hij, wat
de vereeniging zoo al in die 25 jaren heeft
tot stand gebracht. Ook de voorzitters van
do afdeelingen Leiden en Utrecht wenschten
der vereeniging geluk en hechtten de insignes
van hunne afdeelingen aan het vaandel.
De avond werd verder doorgebracht met
zang, muziek en voordrachten, terwijl de Rotter
damsche werklieden vrouwenvereeniging „On
derlinge Hulp" de afdeeling met een nieuw
vaandel kwam vereeren. Een bal, dat tot laat
in den nacht duurde, besloot den uitstekend
geslaagden feestavond.
Ook de burgemeester van Rotterdam vereerde
de feestelijke vergadering met zijn tegenwoor
digheid.
Van de bijdragen, daartoe door eenige
vereerders van den romanschrijver JanFrederik
Oltmans bijeengebracht, zal op het kerkhof
te Steenderen in plaats van de verweerde en
gebarsten zerk, die daar nu op zijn graf aan
wezig is, éen nieuwe momumentale staande
steen worden geplaatst met inscriptie, vermel
dende naam en voornamen, geboorte en sterf
jaar van den schrijver, benevens de titels der
door hem geschreven grootere werken. (Z. G.)
Naar men uit Helder meldt, heeft het
gemeentebestuur aan de onderwijzers Janzen
en Reitsma bericht, dat het van zijn voor
nemen om hen tot ontslag voor te dragen, heeft
afgezien, na de verklaring der onderwijzers,
dat zij geen propaganda moer zullen maken
voor sociial-democratische beginselen op straat.
In de Staats Ct. van heden is opgenomen
de staat van de gevallen van besmettelijke
veeziekten in Nederland, voorgekomen gedu-
gende de maand September 1895.
Het mond- en klauwzeer werd in 't geheel
geconstateerd bij 12 dieren, toebehoorende
aan 3 eigenaars in de provincie Utrecht; de
kwade droes by 12 paarden van 4 eigenaars;
schurft in 251 gevallen bij het vee van 15
eigenaars. Verder kwam de varkensziekte
voor by 1039 varkens van 558 eigenaars, het
miltvuur by 9 stuks vee van 9 eigenaars en
het kwaadaardig klauwzeer by 66 schapen
van 4 eigenaars.
Bij de laatste herziening der algemeene
politieverordening der gemeente Haarlem
(in 1894) werd in het hoof Jstuk „Bouwpolitie"
opgenomen de nieuwe bepaling, dat te stichten,
te herbouwen of te vernieuwen gebouwen
geeno grootere hoogte mogen erlangen dan
anderhalfmaal de breedte der aangrenzende
openbare straat.
Een bouwkundige ontving op grond dezer
bepaling van B. en Ws. onlangs bericht, dat
bedenkingen bestonden tegen den bouw van
twee woonhuizen aan de Zonnesteeg, aldaar,
omdat die woningen hooger waren ontworpen
dan anderhalfmaal do breedte dier steeg.
Op een door dien bouwmeester aan den
gemeenteraad ingediend adres stellen B. en
Ws. voor afwyzend te beschikken.
Het dagelyksch bestuur van het Neder
landsch Landbouwcomitó heeft dezer dagen
tot den minister van justitie een schryven
gericht over de bevordering van de naleving
der Boterwet. Het geeft daarin als zyn oor
deel te kennen, dat aan de personen, benoemd
tot bevordering van dat doel, reis- en verblyf-
kosten behooren te worden toegekend en dat
hun aantal er zyn er 5 veel te gering
is, zelfs voor een proefneming. Intusschen
meent het bestuur dat het doel op afdoende
wyze alleen kan bereikt worden door aan
stelling (evenals by de fabriekswet) van 2 of
meer personen, op zoolanige voorwaarden,
dat algeheele toewyding mag worden geei3cht.
De gemeenteraad te Arnhem heeft thans
zyn goedkeuring gehecht aan den aankoop
van grond van de Boulevard-Maatschappy,
waardoor het mogelyk is de Kastanjelaan,
Prins-Hendrik-straat en Emma-straat door te
trekken, en waardoor uitbreiding van de stad
naar de oostelyke zyde mogelyk zal blyven.
De koopprys bedraagt ruim f 26,000. De gel
den hiervoor benoodigd alsmede voor het op
profiel brengen der terreinen zullen uit een
geldleening worden gevonden.
In de laatstgehouden vergadering der
Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Maastricht deelde de voorzitter, de heer Pierre
Rutton, mede dat hy een onderhoud te
Amsterdam heefc gehad met den heer Van
Ogtrop, voorzitter van het ontbonden syndi
caat, tot het oprichten van een gewerenfabriek
te Maastricht.
Gemelde heer had hem gezegd, zoo wordt
aan de „Limb. Koer." gemeld, dat de mis
lukking van het syndicaat hoofdzakeiyk te
wyten was aan de technische bezwaren, die
aan de uitvoering verbonden waren; boven
dien waren de plannen eerst 14 dagen te
voren ingediend, te laat, om daarin de ge-
wenschte veranderingon te brengen.
De vergadering besloot do aangekondigde
brochure af te wachten en verder steun te
geven, wanneer er weder een nieuw syndicaat
zou worden opgericht voor de rest der geweren.
Het stoomschip „Drente", van Rotterdam
naar Java, passeerde 12 Oct. Perim; de
„Lawoe" vertrok 12 Oct. van Rotterdam naar
Batavia; de „Prins Hendrik", van Amster
dam naar Batavia, passeerde 12 Oct. Gibraltar;
de „Prinses Marie", van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 12 Oct. te Padang; de
„Veendam" vertrok 12 Oct. van Nieuw-York
naar Rotterdam.
By koninkiyk besluit van 11 dezer is
de 1ste luit. der inf. van het leger in Ned.-Indiö
C. A. Meulemans, met wyziging te zynen
opzichte van het koninkiyk besluit van 9
April 1895, krachtens hetwelk hy, wegens
aan den lande bewezen buitengewone diensten
ter zake van de krygsverrichtingen tegen
Lombok in 1894, eervol vermeld werd, alsnog,
in stede van dien, te dier zake, benoemd tot
ridder 4de klasse der Militaire Willemsorde.
Aan mr. H. C. Rümer, op zyn verzoek,
eervol ontslag verleend als lid van het college
van curatoren der Ryksuniversiteit te Utrecht,
met dankbetuiging voor do diensten, door
hem in die betrekking bewezen; en tot lid
van dat college benoemd mr. J. G. GleichmaD,
te 's-Gravenhage.
Op grond van art. 1 al. 1 van het koninkiyk
besluit van 21 Juli 1869, tot wederopzeggens,
doch in geen geval voor langer dan voor den
tyd van vyf jaren, aan den heer J. N. T.
Buining, by kon. besluit van 17 Aug. 1895,
met ingang van 16 Sept. 1895, eervol uit
zyne betrekking ontslagen leeraar in het hand-
tiekenen aan de Koninkiyke Militaire Aca-
dem e, een wachtgeld verleend van f 800
's jaars.
Aan den eersten luit. F. N. L. Lotsy, tb. ns
op non activiteit, op zyn verzoek eervol ontslag
uit den militairen dienst verleend.
Benoemd P. Van Dam, te Wageningen,
voor het tydvak van 16 October 1895 tot en
met 31 Augustus 1896, tot leeraar aan de
Rykslandbouwschool aldaar.
Zegelrecht op effecten.
De minister van financiën heeft het afdee-
lingsverslag der Tweede Kamer beantwoord
omtrent het wetsontwerp, houdende nadere
regeling van het zegelrecht op effecten.
De minister doet daarby uitkomen dat het
denkbeeld, om verschillende stukken met ver
schillend recht te belasten berust op do over
weging, dat verhooging van de belasting voor
alle stukken zonder onderscheid bezwaar ont
moet en dat de stukken, waarvoor de belas
ting verhoogd ^kan worden, niet alle dezelfde
verhooging kunnen dragen. Eene belegging,
waarby alleen het kweeken van een vaste
rente wordt beoogd, kan uit den aard der zaak
minder belasting dragen dan eene, waarby,
behalve vergoeding van rente op het kapitaal,
uitkeering van winst mag worden verwacht.
Het recht blyft ook inderdaad matig. Zelfs
eene belasting van premieloten met 1 pCt. kan
voor deze fondsen niet zwaar worden genoemd.
Op deze gronden verdedigt de minister meer
in het byzonder de voorgestelde heffing voor
premieleeningen en voor aandeelen, waarby hij
doet opmerken dat van de geringe belasting
verhoging nadeeligen invloed noch op den
handelsgeest noch op de offervaardigheid tot
bevordering van het algemeen belang te vree
zen is.
Van verzwaring der belastingen van de
aandeelen en obligatiën van zeer gering be
drag, by voorbeeld van f 10 en minder, is
geen sprake. Lager kan de minister niet
gaan en ook voor vrystelling van de leeningen
voor provinciën en waterschappen ziet hy
geen reden.
De ingeslagen of droge zegelstempel wordt
alleen te 's-Gravenhage en te Amsterdam ge
steld. Men kan daartoe echter terecht aan
alle kantoren van het buitengewoon zegel door
de zorgen dor administratie te 's-Gravenhage.
Tegen onnoodig oponthoud zal worden ge
waakt. Zoodra een geschikt lokaal zal zyn
gevonden, zal ook te Rotterdam de gelegen
heid worden geopend om met genoemden
zegelstempel te zegelen.
Waar sprake is van „conversie" wordt daar
het betrelikelyk artikel toegevoegd „van niet
hier te lande ontvangen stukken1'.
Er zal gelegenheid worden gegeven om
stukken, die aan den omloop worden onttrok
ken en door gelyke stukken vervangen, zonder
nieuwe betaling van rechten te doen zegelen.
De nieuwe zegelwet kan in werking treden
zoodra de daartoe noodige regelingen zullen
zyn getroffen, zooiat niet gewacht behoeft te
worden op de invoering der gewyzigde per-
8oneele belasting.
2)
„Geen drup zult ge meer drinken; hoe is
het mogelyk, dat die idioten my zulk een hulp
hebben gezonden! Een volslagen dronkaard!
Neen, wat gy nog van hersenen hebt, zult
ge van nacht onbeneveld gebruiken."
„Kom, één drupje, dat zal my heusch geen
kwaad doen," protesteerde de Rus.
„Ga het dan maar halen," en Ellen liet
het portier zakken en smeet het fleschje nu
uit het raampje. Zy sloot dit daarop kalm
en toen den Rus streng aanziende, zeide zy
„Pas op, Fenine, dat gy niet drinkt eer
het werk is afgeloopendoet ge het toch, dan
deel ik het onzen getrouwen mede en dan
zal men, hoop ik, eindelyk tot de overtuiging
komen, dat gy als werkend lid verder on
bruikbaar zyt. Gy wordt dan natuuriyk uit
den Bond verwyderd en daar ge alsdan een
gevaarlyk sujet voor ons zyt geworden, konden
we u wel eensEnfin, ik behoef niet
verder te spreken; gy begrypt my."
„Denk niet my hiermede bang te maken."
„Ik wensch u volstrekt niet bang te maken,
ik zeg alleen wat ik werkelyk meen."
Ze vouwde de handen in haar schoot en
legde het hoofd tegen het gecapitonneerde
bekleedsel van den waggon.
De Rus bromde nog wat en wachtte of
zyn gezellin voort zou sprekentoen hy echter
zag dat zy niets meer te zeggen had, trok
hy een courant uit den zak, die hy begon te
lezen. Nu en dan stiet hy een toornigen kreet
uit of lachte hy schamper by het een of
ander bericht.
Al beschouwde men in Scotland Yard dezan
man ook als een onschadelyken dronkaard,
niettemin was hij een der gevaariykste per
sonen van Londen.
Fedor Fenine behoorde tot een der eerste
Russische families en had zyne opleiding ge
noten op de Moscow School, een inrichting,
alleen toegankelyk voor adeliyke jongelieden.
Op zyn twintigste jaar was hy by het
Russische leger ingelyfd, om drie jaar later
door de politie gesignaleerd te worden als
voortvluchtig. Hy was ter-dood-veroordeeld,
daar hy deel had genomen aan een samen
zwering tegen den Czaar. In "Warschau, waar
zyn regiment lag, was het reeds lang oproerig
geweest, totdat eindelyk de uitbarstig kwam.
Met groote moeite en ónder ontzettende ge
varen was hy gevlucht. Terwyl hy eens op straat
liep, had iemand hem in het oor gefluisterd:
„Zyt ge niet luitenant Fenine?" Hy knikte
toestemmend en de ander ging voort:
„Ik zag het aan uw gezicht; nu, ik kom
u mededeelen dat het komplot ontdekt is en
dat zich zes politiedienaars in uw kamer
bevinden 1"
Fenine maakte rechtsomkeert en had geen
oogenblik rust eer hy behouden to Parys was
aangekomen. Zyn reis door Polen en Duitsch-
land was een lange lydensgeschiedenis. Met
twintig roebels, die hy op het oogenblik, dat
hem de ontdekking der samenzwering werd
aangekondigd, in zyn zak had, was hy ver
plicht rond te komen tot hy Frankryks
hoofdstad bereikt had. Hy gaf Russische
lessen, terwyl zyn mede-samenzweerders ge
vonnist en onthoofd werden. Hy legde zich
toe op een zekeren tak van chemie en by
een kleine ontploffing verloor hy zyn linker
oog. In 1860 kwam hy naar Londen en
associeerde zich met Michel Bakounine, den
grooten Russischen revolutionnair. Er ver
schenen destyds vele stukken van zyn hand
in het tydschrift „Kolokol" (de Klok). Met
Herzen en Ogareff deed by al het mogelyke
om hun leer ingang te doen vinden by het
volk. Scotland Yard hield een wakend oog
op hem, totdat Bakounine naar Zwitserland
vertrok.
Fénines lichaam en geest waren gesloopt
door den drank, meende men, maar men ver
giste zich deerlyk. In 1894 was hy zestig
jaren geworden en nog zoo gezond als toen
hy vluchtte voor het aangezicht des Czaren.
Hy speelde meesteriyk viool en was een
uitstekend taalkundige.
De trein stopte even aan het Gipsy Hill
Station, om dadelyk weer verder te stoomen
Ellen Driver opende de oogen en wendde zich
tot Fenine.
„Over enkele minuten zullen wy Crystal
Palace-Station bereikt hebben," begon zy.
„Luister nu eens goed naar my; samen
moet men ons niet het perron zien verlaten
en zooveel mogelyk moet men ons ieder
afzonderlyk op straat zien. Ik ga dus regel
recht het perron af, terwyl gy draalt alsof
ge nog op iemand wacht, die achter uit den
trein moet komen. Op den hoek der Stuart
Road zal ik u wachtenga in geen geval in
een kroeg; denk aan wat ik u gezegd heb:
als gy drinkt eer de zaak is afgeloopen, houd
ik zeker mffn woord. Het werk is te belangryk
en vordert te veel al onze krachtenals wy
dus falen, doordat gy te veel drinkt, weet ge
wat u te wachten staat."
„Heel goed," antwoordde Fénine.
De trein hield stil aan Crystal Palace
Station; Ellen trok haastig den rooden strik
van haar hoed en het paar scheidde, zooals
was afgesproken. Eer zy haar kaartje afgaf,
drukte zy den zakdoek voor haar gezicht en
zóó, alsof zy hevige kiespyn had, verliet zy
het stationsgebouw.
Ondertusschen wandelde Fenine op het
perron; om zich den tyd te korten, bestal
hy de automatische machines. Hy bezat een
menigte metalen schyfjes, en lachend nam
hy daarvoor in ruil een groote hoeveelheid
tabletjes van de fijnste chocolade. Hy had
nog niet de helft van zyn buit verorberd,
toen hy het perron verliet. Zoo nam hy
wraak op de bezitters; waar by kon bracht
hy dit middel in praktyk. Recht over zich
zag hy een kroeg en hy voelde niet bet minste
gewetensbezwaar er dadelyk in te gaan. Hier
dronk by voor een shilling brandewyn, achter
elkaar; even loerde hy by het verlaten van
het lokaal rond, en de ku3t veilig ziende,
begaf hy zich haastig naar de aangeduide
plaats. Eerst nu voelde hy zich in staat de
taak te volbrengen, die hij op zich genomen
had. Ellen wachtte hem reeds; vlug stapte
zy op hem toe zoodra zy hem zag aankomen.
„Er zyn menschen in huis," fluisterde zy;
„het is in dien tyd verhuurd; door een der
bovenramen zag ik licht schynen en ik hoor
ook beweging; hoor maar eensl"
„Stil, ik hoor niets."
„Ik weet zeker, dat ik my niet vergis."
„Een week geleden was het huis nog
onbewoond, juist als toen Levisohn het ver
liet, en nu zou hot opeens verhuurd zyn. Nu,
enfiD, my goed, laat ons dan maar weer
naar huis trekken; 12.20 gaat er een trein."
„Gy hebt brandewyn gedronken, anders
zoudt gy onmogelyk zoo spreken; ja, ik ruik
het. Ik ga niet naar huis zonder dat ik
medeneem wat ik my heb voorgenomen te
bemachtigen; verstaat gy dat? Het meisje
trok verachteiyk de lip op.
„We hebben sleutels," ging zy op beslisten
toon voort, „dus kunnen wy gemakkeiyk
binnenkomen; alleen moeten wy onhoorbaar
zacht te werk gaan."
„Ja, maar als wy gestoord worden?"
„Als, als, bah, zyt gy een manl"
„En het poeder, dat is dan voorgoed ver
loren; heb ge dat wel bedacht?"
„Laat ons in ieder geval trachten in het
huis te sluipen; daarvoor zyn we hier ge
komen. Hebt gy nog geen moed genoeg na
al het brandewyn drinken, dat gy ge
daan hebt?
„Moed genoeg; wat is het hier toch ver
bazend donker!"
„Ik heb de gaspitten uitgedraaid met myn
parapluis en het begint gelukkig, te regenen
ook; het is dus niet te denken dat wy ge
stoord zullen worden."
Wordt vervolgd.).