N°. 10920
Maandag 30 September.
A». 1895
(Beze Courant tfordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven
Leiden, 28 September.
Feuilleton.
Met scherpe wapenen.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1A0.
Afzonderlijke Nommers0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Derde Blad.
Olliciëele Kennisgevingen.
De Burgemeester van Leidon brengt ter algomeene
kennis dit ten gevolge der jaarlijksohe aftreding
van de loden der vaste commiesièa, door den gemeen'o-
raad voor dit janr nit zrja midden zijn benoemd de
volgende ledeD, als:
aYoor de commissie van flnauoiën de heeren:
Mr. H. L DRtJCKER, Voorzitter.
P. L. O. DRIE88RN en
W. F. VEUliEY VAN WIJK.
k Voor de commissie, belast met het ontwerpen
en herzien van de p'aatselijke verordeningon tegon
vrier ov<rtreding straf is bedreigd de boeren:
Mr. C. COCK on
Mr. 8. J. FOCKEMA ANDREAE.
Voor de commissie, belast met bet ontworpen
en herzien van de pla-itse'.gke verordeningen betref
fende de hniehondng der gemeente de beeron:
Mr. C. COCK.
Mr. 8. J. FOCKEMA ANDREAE en
Dr. T. ZAAIJER.
d. Voor de commissie van Fabricage de booren:
J. J. HAS8ELBACH en
N. STADHOUDER.
Voor do commissie voor hot oud-Archief de heeren
Dr. \Y. N. DU RIEU en
Mr. 8. J. FOCKEMA ANDREAE.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
27 Sopt. 1891. F. WAS.
Loling voor de Rationale Militie.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
Brengon ter algemeens keDnie: dat do loting dor
in dit jaar voor do lichting van 1896 binnen deze
gomeeuto voor de Nationale Militie ingeschrevenen,
en alzoo voor ben, dio geboren zijn in het jaar
187G, zal geschieden in een der vertrekken van het
Raadhuis, op Dintdag, Woensdag en Donderdag 8,
9 en 10 October aanstaande, telkens des morgens
te h a 1 f t i e n;
dat deze loting in eone alphabctischo volgorde dor
namen van do ingeschrevenen zal plaats hebben,
on wel:
op Dinsdag don 8sten October 1895,
foor de iDgeeebrevenen, wier familienaam begint
met do lotter A tot en mot de letter G en H tot
en mot W. H. VAN HEÜSDEN,
op Woonsdag den 9den Octobor 1895,
voor do ingeschrevenen, wier familienaam bogint
mot de letter H, van af J. HOLLEBEEK, tot on
met do lotter P,
eu op Donderdag den lOden October 1895,
voor do ingeschrevenen, wier familienaam begint
met de letter Q, lot en met de letter Z.
Voorts, dat bij art. 38 der Wet is bepaald dat
voor den ingeschrevene, die niet is opgekomen, bet
nommer kan getrokken worden door zijn vader,
moeder of voogd, tor wijl, is ook deze niet opgekomon,
alsdan bet tiekken geschiedt door den Burgemoestor
©f bet lid van don Raad der gemoento, waar do
loteliDg is ingeschreven;
dat ingevolge art. 34 de opgekomen ingeschrevene,
dadelijk na het trekken van zga nommer, de redenen
van vrijstelling opgeeft, dio hg meent t9 bobben.
Het opgeven van deze redonen kan door zijn vader,
moeder of voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig
en de ingeachrevone niet opgekomen ia.
Wijders, dat tot bet opmaken der getuigschriften,
vermeld bij art. 53, tot het bekomen van vrgstolliug
wegens broedordieDSt of op grond van te zijn cenige
wettige zoon (welke getuigschriften worden afgegeven
op do getuigenis van twee bij den burgemeester
bekende en te goeder naam en faam staande inge
zetenen, die zich ieder voor de waarheid van bot
daarbij verklaarde, door mede-onderteekeniDg, ver-
antwoordolgk stellon), de gelegenheid beslaat tor
Becretario dezer gemeente, op Maandag den 14den
en Diuedsg don 15den October aanstaande, van dos
voormiddags tien tot des namiddags drio uren.
De Burgemeester dor gemeente Oegstgeest maakt
bekend, dat het inschrijvingsregister der nationale
militie over lo'Jo mst do daaruit opgemaakte nlpha-
beticche i aamlijst tot en met den 30eten September
b. ter GemeoLte-Secretarie voor een ieder ter
lezing ugt.
De afdeeling Leiden en Omstreken van de
Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst
heeft hare eerste wintervergadering gehouden.
Eene kunstbeschouwing van het plaatwerk
„Die Mappe" ging aan de vergadering vooraf,
waarna door de afgevaardigden naar de Mei
en September-vergaderingen verslagen werden
uitgebracht.
Volgens het eerste verslag is door de
Maatschappij het besluit genomen dat voortaan
door de afdeelingen geen afdeelingsleden mogen
worden aangenomen, maar dezen voortaan
alleen kannen gevormd worden uit gewone
of kunstlievende leden der Maatschappij. Als
overgangsbepaling geldt, dat na vijf jaren
geen afdoelingsleden meer in de afdeelingen
mogen zijn.
Dat is voor de Leidsche afdeeling, die voor
het grootste deel uit afdeelingsleden bestaat,
eene zeer ongunstige bepaling, daar zij,
wanneer de leden niet genegen zijn zich aan
te sluiten, wat eenige finantiéele opoffering
kost, zal moeten vervallen.
De secretaris deelde daarom een en ander
mede omtrent het doel en den werkkring
dor Maatschappij en toonde het nut van aan
eensluiting van alle bouwkundigen in Nederland
aan, om te eindigen met een opwekkiDg tot
toetreding tot het lidmaatschap.
Op voorstel van een der leden zal het
bestuur echter in overweging nemen of
binnen korten tijd afscheiding van de Maat
schappij gewc-nscht is, daar op dezo wijze de
vereeniging langzamerhand zal achteruitgaan.
De loting der nationale militie van
degenen, die vóór den eersten September van
dit jaar te Oegstgeest zijn ingeschreven, zal
voor die gemeente plaats hebben te Leiden
op Vrijdag 11 October a. s., des namiddags
te kwartier voor tweeén, terwijl er op Woens
dag 16 October a. s., des voormiddags to tien
uren, ter gemeente-secretarie gelegenheid zal
bestaan tot aanvraging der getuigschriften ter
bekoming van vrijstelling wegens broederdienst
of als eenige wettige zoon.
Voor de gemeente Voorhout zal de loting
plaats hebben te Sassenheim op Maandag
14 October, 's middags te halftwee.
Te Oegstgeest is goedgekeurd terug
ontvangen van Gedeputeerde Staten de reke
ning der gemeente over het afgeloopen jaar<
in ontvangst op 27,368.52s, de uitgaven op
27,268.45, sluitende dus met een batig saldo
van 160.075.
De loting voor de nationale militie,
lichting 1896, zal voor de gemeenten Zeven
hoven, Nieuwveen, Alkemade, Leimuiden en
Ter Aar gehouden worden te Woubrugge, op
Woensdag 16 October a. s., respectievelijk
's morgens te 10*/%, lO'/i en 10J/k uren, en
's namiddags te l1/* en l'/a uren.
De vanwege het locaal comité der Unie
„Een school met dtn Bijbel" te Woubrugge
gehouden 17de algemeene jaarcollecte bracht
127.15 op.
De commissie tot het aanvragen van
concessie voor den aanleg van eene visschers-
haven heeft zich per adres gewend tot den
Haagschtn gemeenteraad. In afwachting van
de beslissing van den minister van waterstaat,
handel en nijverheid op haar concessie-aan
vrage, vermeent de commissie reeds thans de
noodige stappen te moeten doen ten einde
zich den finantiëelen zoowel als den moreelen
steun van het gemeentebestuur van 's-Graven-
hage te verzekeren, omdat deze 6teun on
getwijfeld van den meest gunstigen invloed
zal kunnen zijn op de beschikking, die van
de zyde der Hooge Regeering op haar request
wordt tegemoet gezien.
Zy verzoekt don Raad te verklaren:
lo. dat de uitvoering van do bovengenoemde
visscbershaven te Scheveningen, mede ton
gevolge van den noodlottigen storm in den
nacht van 22 op 23 December 1894, is eene
zaak van ernstig en dringend gemeentebelang;
2o. dat om deze reden de gemeente be
reid is:
a. den voor de uitvoering, de exploitatie
en de eventueele latere uitbreiding van de
visschershaven benoodigden gemeentegrond
kosteloos af te staan;
b. ten behoeve van de uitvoering van die
haven een subsidie uit de gemeentefondsen toe
te staan tot een maximum van twee millioen
gulden, uit te betalen op eene wijze als later zal
worden geregeld, onder nader door het ge
meentebestuur in overleg met concessionaris
sen vast to stellen voorwaarden, en in een
vorm, welko het meest zal kunnen bijdragen
om de tot-stand koming van het belangrijke
werk te vc-rzokeren.
De beide Koninginnen met prinses Pauline
van Wurtemberg zijn gisteren te 12.6 uur
per extra-trein uit Den Haag op 't Loo aan
gekomen.
Behalve een talrijke menigte, waren op het
perron aanwezig de heeren Van Steijn, inten
dant; Van Haersma de With, jagermeester;
Vlaanderen, hofarts, en mr. Van Hasselt,
burgemeester.
De vorstelijke personen onderhielden zich
enkele oogenblikken met genoemde heeren.
De Prinses blijft nog tot begin October als
gast ton paleize.
Een der oudste handelshuizen te Rotter
dam, dat van de firma Thorman Co., dat
geliquideerd zou worden, zal, naar men ver
neemt, worden voortgezet door den procu
ratiehouder, die reeds 27 jaren daar werk
zaam was, en den heer J. P. Goedhart Jr.,
aldaar.
Te Nijmegen is in den ouderdom van
83 jaren overleden het oud raadslid, de heer
P. M. Diebeis, die tot het laatst zijne krachten
wijdde aan de openbare belangen der gemeente
en eerst vóór weinige maanden zyn mandaat
nederlegde.
Het 23ste jaarverslag is verschenen van
de vereeniging „Barnabas" tot steun van
weduwen en weezen van chr. onderwijzers in
Nederland.
Daaraan is het volgende ontleend: Bij het
sluiten van 't boekjaar op 31 Maart jl. be
droeg het getal der weduwen 46 en dat der
weezen 64.
Het getal der donateurs en donatrices daalde
van 1114 tot 1082 en 't bedrag der jaarlyk
lijksche contribution verminderde met 200.
Het getal schoolbesturen, die „Barnabas"
gelleiyken steun verleenen, klom van 128
lot 132.
De civiel-ingenieur A. Ph. Van der Ploeg
heeft aan den-minister van oorlog een plan
ingezonden voor water- en zoutvoorziening
der stelling Amsterdam in oorlogstijd. Hij
acht 2500 kubieke meters drinkwater per etmaal
voldoende. Hij wil nabij den watertoren van
Weesp doen bouwen een verdampingsstation
voor uit de Zuiderzee aan te voeren zout
water. Het bestaande buizennet van af de
werken naby Weesp is alsdan te gebruiken
en voorts is aan te leggen eene toevoerloi-
ding voor zeewater van circa 3 kilometer. De
verdamping zou geschieden in 4 zesvoudige
verdampingspannen. Met inbegrip van brand
stof voor zoutvoorziening acht de heer Van
der Ploeg 7.20 waggons steenkool per etmaal
noodig. Liefst onafhankelyk van de stelling
wil hy 4 tanks, elk van circa 2.4 millioen
liter inhoud, vullen met het van de Kaspische
Zee aan to voeren residu van gedistilleerde
aardolie. De kosten van het plan zyn circa
5 ton.
Uit de S tan tsbegroo ting voor 1896.
Oorlog.
Medodeeling doende omtrent de reorganisatie
der militaire administratie, die op den lsten
Mei jl. in werking trad, en die tot stand
gebracht kon worden zonder de medewerking
der Volksvertegenwoordiging in te roepen,
acht de minister thans het oogenblik ge
komen, om die modewerking wel te vragen
voor het bereden maken van de hoofdofficieren
en de kapiteins van het dienstvak der inten
dance, die bestemd zyn om ingeval van
mobilisatie te worden ingedeeld.
De minister zou wenschen aan die officieren,
8 in getal, de verplichting op te leggen tot
het in tyd van vrede houden van óón dienst
paard. In verband daarmede wordt op de
begrootiDg voor elk der 8 officieren 200
traktementsverhooging aangevraagd en ƒ300
voor óéns voor ieder hunner, als tegemoet
koming, dio steeds wordt gegeven, wauneer
een officier zich van oen dienstpaard moet
voorzien.
Aanmaak van 6talen geschut in eigen werk
plaatsen acht de minister hoogst gewenscht,
omdat daardoor niet alleen eene aanzieniyke
besparing van kosten wordt verkregen, maar
omdat een groot deel van die kosten aan de
binnenlandsche nyverheid ten goede komt.
Voor dien aanmaak is echter uitbreiding van
toezicht noodig op het personeel der geschut-
gietery.
Zooals door den minister reeds ten vorigen
jare werd medegedeeld bestond, het voorne
men, om in algemeenen zin het in 1893 be
proefde stelsel van voeding van Rykswege
met 1 Januari 1896 in werking te brengen.
Daaraan wordt thans gevolg gegeven. Daar
voor scheen het den minister evenwel go
wenscht, de soldyen, doch uitsluitend met het
oog op het gewyzigde voediDgstolsel, geheel
te herzien. Daarby is de onbillykhoid wegge-
njmen oat de soldaat van het eeno waptn
meer voor zyne voeding betaalt dan die van
een ander wapen.
Wijziging der soldy voor de onderofficieren
die toch eene ifzondeilyke menage voeren
was niet ^noodig. Voor het geval zy aan de
soldaton-monage moeten deelnemen, zyn maat
regelen getroffeneveneens voor gehuwde
soldaten.
Voor het reserve-kader wordt meer geld
aangevraagd, omdat het te verwachten is, dat
het aantal vrywilligers zal toenemen.
Het ligt in het voornemen, om het personeel
van '8 Ryks waterstaat aan te wenden tot het
houden van het vereischte toezicht by het
stellen en onderhouden van militaire inun-
datiën.
Daar er manschappen te kort schieten om
de eerste opleiding van de miliciens by do
infanterie vollediger te doen zyn, worden
gelden uitgetrokken, om van 15 Juli tot 15
Augustus 60 miliciens per bataljon voor het
biy vend gedeelte onder de wapenen te kunnen
houden. Voor de vesting-artillerie acht de
minister het voldoende, het blyvend gedeelte
14 dagen langer dat is tot 1 Juli onder
de wapenen te houden. Eene wyziging zal
worden aangebracht in de bestaande regeling
van den militairen wielrydersdienst.
Derhalve wordt geen bedrag uitgetrokken
tot uitbreiding van het aantal militaire wiel-
ryders. Wegens behoefte aan onderofficieren
by de infanterie om ingeval van mobilisatie by
dat wapen de reserve-bataljons te 9ncadreeren
en wegens het incompleet van vry willig die
nende onderofficieren en korporaals by de
vesting-artillerie, wil de minister beproeven,
de getalsterkte van de militie-onderofficieren
te vergrooton. Het voornemen besta'at, om
door gunstige bepalingen, premiën, enz. daarin
te voorzien.
Nog bestaat het voornemen, om als proef
gedurende de eerstvolgende 2 jaren, in een
der niet te groote garnizoenen, fourage buiten
openbare aanbesteding aan te schaffen en in
Rijksmagazynen op te leggen.
Militaire wielryders, tot dusver verschaft,
door den Alg. Nederl. Wielrydersbond, wil de
minister verkrygen uit het personeel der corp
sen. Daarvoor is echter geld noodig om ry-
wielen aan te schaffen van Rykswege, waar
voor geld wordt aangevraagd. Yoor den leeraar
in de staatswetenschappen aan de hoogere
krygsschool wordt met ingang van 1 Januari
1896 eeno vergoeding aangevraagd van 1000.
(De renumeratie bedroeg sedert 1888 ƒ800).
Voor den gouverneur der Kon. Mil. Aca
demie, die 4500 genoot als luit.-kolonel,
wordt ƒ5500 aangevraagd, daar het trak
tement voor dien titularis onafhankelyk is
van zyn rang.
In verband met den voorraad, die voor de
bestaande vuurwapenen beschikbaar is, wordt
30,000 minder aangevraagd voor patroon
hulzen. Met het oog op het gewyzigd voeding
stelsel wordt 14,700 meer aangevraagd voor
aanschaffing van gereedschappen en materiöel
voor de keukens.
Ten behoeve van de militaire verkenningen
en de topographische inrichting is 6300
75)
XXXVI.
Geen compromis mogelijk.
Als hij eenmaal zijn hart op iets
had gezet, deed zgn hand al wat
in baar macht was, om zijn doel te
bereiken.
„Myn waarde Sir Johnl Waarom zou ik
voorwenden niet te weten hoe ge over een
huwelijk van Jack met Mlllicent denkt? Ik
weet dit maar al te goed en daarom spyt
het my de pen te moeten opvatten om u te
melden, dat de jongelui zyn overeengekomen
hun engagement publiek te maken; ja, ik
geloof zelfs, dat zy voornemens zyn zeer
spoedig te trouwen l Wy zyn jarenlang vrien
den geweest; menig menschenleven duurt zoo
lang nietvriendschap meestal veel korter,
en op gevaar af van inconsequent te schynen,
moet ik u, eer ik verder ga, even dank zeg
gen, omdat ge uw levenlang zulk een trouw
vriend voor me zyt geweest.
„Ware het my vergund myn leven opnieuw
te beginnen, dan zou ik terug willen gaan
tot den tyd, toen ik, nauwelyks den kinder
schoenen ontwassen, gehoor gaf aan een in
vloed, die my op een verkeerd spoor leidde.
Van dat punt af aan zou ik myn leven op
nieuw willen aanvangen. Toen ik bemerkte,
dat Millicent niet de vrouw was, die ge voor
Jack wenschtet, toen, ik wil het wel be
kennen, hinderde my dat e^rst oen weinig;
maar in naam van de vriendschap, waarvan
ik hierboven gewaagde, smeek ik u wel te
willen gelooven, dat, van het oogenblik af
aaö, dat ik uw opinie kende, ik Dooit, noch
door gedachten, noch door daden, my daar
legen, hoe dan ook, heb verzet. Ik heb op
geenerlei wyze de hand in dit huweiyk gehad.
Jack is veel te goed voor haar; ik zie dit
nu in. Gy zyt verstandiger dan ikdat waart
ge altyd. Indien eenig woord van my by
machte kon zyn uw smart te verminderen
op het hooren van deze onwelkome tyding,
laat het dan de verzekering wezen, dat Mil
licent werkeiyk liefde voor uw jongen gevoelt;
en die wetenschap doet my veel van de toe
komst verwachten. Alles kan nog boter uit
vallen dan ge denkt. Millicent is jong, mis
schien wel een beetje volage, maar Jack heeft
uw krachtigen wil geërfd; misschien maakt
hy veel meer van haar dan een van ons
beiden nu durft hopen of droomen. Ik wensch
het van harte I
„Ik heb in deze een ïydelyke houding aan
genomen, niet uit onverschilligheid, maar in
de vaste overtuiging, dat myn ja of neen
hier niets zou beteekenen.
Uw oude vriendin,
Caroline Cantourne."
Deze brief bereikte Sir John Meredith ter
wyl hy stond te wachten op de aankondiging,
dat het eten was opgedaaD. Die aankondiging
volgde dan ook terstond daarop, maar hy ging
niet naar beneden, voordat hy den brief had
gelezen. Hy tastte om zich heen, om zyn pas-
gekocht lorgnet te zoeken, want het schrift
van Lady Cantourne was dun en spichtig,
zooals dat betaamde voor een dame van haar
stand, en het gas was ook zoo miserabel
slecht. Hy maakte nogal eens gebruik van
die uitdrukking en gewoonlyk liet hy er
„mynheer" op volgen, zooals zyn vader vóór
hem placht te doen.
Terwyi hy las, teekende zyn gelaat eerst
toorn; maar plotseling vertoonden er zich
zachtere lynen op en hy wierp zyn schouders
achteruit, wat hy wel duizendmaal had ge
daan, als hy de kamer van Lady Cantourne
binnentrad. Hy las den heelen brief oplettend
en ernstig door, alsof alles wat de schryfster
hem had mede te deelen zyn grootste belang
stelling verdiende. Daarna vouwde hy het
papier weer op en verborg het in zyn borst
zak. Hy was een weinig moer gebogen en
zag er zeer oud uit, terwyl hy daar een oogen
blik in gedachten by den haard stond. Hy
was gewoon daar zoo te staan, nadat hy ge
kleed zyn zaal was binnengetreden en op de
aankondiging van het diner wachtte. De kok
beneden wist, dat zyn meester daar in die
houding stond, terwyl de wyzer van zyn
pendule het uur naderde.
Het was vreemd* den laatsten tyd had Sir
John een groote neiging om te gaan zitten,
als de gelegenheid daartoe zich slechts aan
bood; maar de knecht was nu eenmaal ge
woon hem altyd naast zyn schoorsteenmantel
staande aan te treffeD, en onze taaie, oude
aristocraat wilde zich nu eenmaal niet laten
verlokken door de uitnoodigende armen van
zyn ouderwetschen armstoel. Gedurende eenige
oogenblikken stond hy daar met den rug naar
het smeulende vuur gekeerd, moederziel al
leen, en vergat het hoofd opgebeurd te houden
het boog zich en zyn lippen trilden. Wel was
hy nu een oud man.
Toen hy eenige minuten later de eetzaal
binnentrad, waar bottelier en huisknecht hem
wachtten, was hy woer kaarsrecht, onverstoor
baar, ondoorgrondelijk.
Gedurende den maaltyd was hy blykbaar
geheel in gedachten verdiept. Eén- of tweemaal
vergat hy vormen, die aan dit eenzame maal
anders met de grootste piëteit door hem
werden in acht genomen. Hy dronk haastig
zyn wyu op en begaf zich daarop naar de
bibliotheek. Daar zette hij zich neer en schreef
een telegram, langzaam, mot een vaste hand,
in sieriyk schrift.
Het was geadresseerd aan „Gordon, Loango"
en luidde als volgt: „Sein Oscard wan
neer kan hier zyn." Hy beval nu den huis
knecht een rytuig te nemendat telegram af
te geven aan het hoofdkantoor van de Sub-
marine-Telegraaf-Compagnie en daar voor een
terugbetaald antwoord te zorgen.
„Ik denk wel, dat mynheer Meredith zal
komen," zeide Sir John tot den bottelier, die
bezig was de lamp op te bouwen, terwyl de
buisknecht deze bevelen ontving. „Breng dus
de koffie niet binnen voordat hy er is."
Sir John had gelyk. Tegen halfacbt trad
Jack de kamer binnen. Sir John wachtte hem
in de bibliotheek op en zat ontstemd in zyn
armstoel met hoogon rug, met de grootste
zorg gekleed als voor een groote receptie.
Toen zyn zoon binnentrad, rees hy op en
stak hem de hand toe. Beiden hadden iets
plechtigs over zich, alsof ze van plan waren
meer te zeggen dan ooit te voren. Weldra
word de koffie binnengebracht. Dat was hier
altyd zoo de gewoonte geweest. Jack placht
vroeger dikwyis te komen inloopen, en dan
hadden zo ook samen koffie gedronkendaarop
was hy dan met Sir Jöhn uitgereden naar eeD
van die byeenkomsten, waar zy beiden be
zwaariyk konden gemist worden. Jack placht
dan de koffie in te schenken; dezen keer
bood hy niet aan dit te doen.
„Ik ben gekomen," zeide by opeons, „om
u een nieuwtje te brengen, dat u, vrees ik,
niet best zal aanstaan."
Sir John boog ernstig het hoofd.
„Je behoeft er voor my geen doekjes om
te winden," antwoordde hy.
„Millicent en ik zyn overeengekomen ons
engagement publiek te maken," hernam Jack.
Weer boog Sir John het hoofd. Die zoet
sappige berusting zou ieder, bohalve zyn zoon,
razend hebben gemaakt.
„Ik zou," ging Jack voort, „het liever met
uw toestemming hebben gedaan."
Sir John maakto een afwerend gebaar,
richtte zich in zyn stoel op en bracht de
schouders achteruit. Als Jack van plan was
dus voort te gaan, zouden er moeiiykhedeu
ontstaan. Vader en zoon stonden beiden op
hun stuk. Jack was een beste leerling van zyn
vader geweest. De lessen van den ouden
aristocraat werden nu tegen hem gekeerd, en
de jonge man speelt in zoo'n geval zyn troeven
uit by het licht van do toekomst, terwyl de
oude slechts speelt by een licht, dat steeds
flauwer wordt. Wordt vervolgd.)