N°. 10920 Maandag 30 September. A». 1895 (Beze Courant tfordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven Leiden, 28 September. Feuilleton. Met scherpe wapenen. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1A0. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Derde Blad. Olliciëele Kennisgevingen. De Burgemeester van Leidon brengt ter algomeene kennis dit ten gevolge der jaarlijksohe aftreding van de loden der vaste commiesièa, door den gemeen'o- raad voor dit janr nit zrja midden zijn benoemd de volgende ledeD, als: aYoor de commissie van flnauoiën de heeren: Mr. H. L DRtJCKER, Voorzitter. P. L. O. DRIE88RN en W. F. VEUliEY VAN WIJK. k Voor de commissie, belast met het ontwerpen en herzien van de p'aatselijke verordeningon tegon vrier ov<rtreding straf is bedreigd de boeren: Mr. C. COCK on Mr. 8. J. FOCKEMA ANDREAE. Voor de commissie, belast met bet ontworpen en herzien van de pla-itse'.gke verordeningen betref fende de hniehondng der gemeente de beeron: Mr. C. COCK. Mr. 8. J. FOCKEMA ANDREAE en Dr. T. ZAAIJER. d. Voor de commissie van Fabricage de booren: J. J. HAS8ELBACH en N. STADHOUDER. Voor do commissie voor hot oud-Archief de heeren Dr. \Y. N. DU RIEU en Mr. 8. J. FOCKEMA ANDREAE. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 27 Sopt. 1891. F. WAS. Loling voor de Rationale Militie. Burgemeester en Wethouders van Leiden Brengon ter algemeens keDnie: dat do loting dor in dit jaar voor do lichting van 1896 binnen deze gomeeuto voor de Nationale Militie ingeschrevenen, en alzoo voor ben, dio geboren zijn in het jaar 187G, zal geschieden in een der vertrekken van het Raadhuis, op Dintdag, Woensdag en Donderdag 8, 9 en 10 October aanstaande, telkens des morgens te h a 1 f t i e n; dat deze loting in eone alphabctischo volgorde dor namen van do ingeschrevenen zal plaats hebben, on wel: op Dinsdag don 8sten October 1895, foor de iDgeeebrevenen, wier familienaam begint met do lotter A tot en mot de letter G en H tot en mot W. H. VAN HEÜSDEN, op Woonsdag den 9den Octobor 1895, voor do ingeschrevenen, wier familienaam bogint mot de letter H, van af J. HOLLEBEEK, tot on met do lotter P, eu op Donderdag den lOden October 1895, voor do ingeschrevenen, wier familienaam begint met de letter Q, lot en met de letter Z. Voorts, dat bij art. 38 der Wet is bepaald dat voor den ingeschrevene, die niet is opgekomen, bet nommer kan getrokken worden door zijn vader, moeder of voogd, tor wijl, is ook deze niet opgekomon, alsdan bet tiekken geschiedt door den Burgemoestor ©f bet lid van don Raad der gemoento, waar do loteliDg is ingeschreven; dat ingevolge art. 34 de opgekomen ingeschrevene, dadelijk na het trekken van zga nommer, de redenen van vrijstelling opgeeft, dio hg meent t9 bobben. Het opgeven van deze redonen kan door zijn vader, moeder of voogd geschieden, zoo deze tegenwoordig en de ingeachrevone niet opgekomen ia. Wijders, dat tot bet opmaken der getuigschriften, vermeld bij art. 53, tot het bekomen van vrgstolliug wegens broedordieDSt of op grond van te zijn cenige wettige zoon (welke getuigschriften worden afgegeven op do getuigenis van twee bij den burgemeester bekende en te goeder naam en faam staande inge zetenen, die zich ieder voor de waarheid van bot daarbij verklaarde, door mede-onderteekeniDg, ver- antwoordolgk stellon), de gelegenheid beslaat tor Becretario dezer gemeente, op Maandag den 14den en Diuedsg don 15den October aanstaande, van dos voormiddags tien tot des namiddags drio uren. De Burgemeester dor gemeente Oegstgeest maakt bekend, dat het inschrijvingsregister der nationale militie over lo'Jo mst do daaruit opgemaakte nlpha- beticche i aamlijst tot en met den 30eten September b. ter GemeoLte-Secretarie voor een ieder ter lezing ugt. De afdeeling Leiden en Omstreken van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst heeft hare eerste wintervergadering gehouden. Eene kunstbeschouwing van het plaatwerk „Die Mappe" ging aan de vergadering vooraf, waarna door de afgevaardigden naar de Mei en September-vergaderingen verslagen werden uitgebracht. Volgens het eerste verslag is door de Maatschappij het besluit genomen dat voortaan door de afdeelingen geen afdeelingsleden mogen worden aangenomen, maar dezen voortaan alleen kannen gevormd worden uit gewone of kunstlievende leden der Maatschappij. Als overgangsbepaling geldt, dat na vijf jaren geen afdoelingsleden meer in de afdeelingen mogen zijn. Dat is voor de Leidsche afdeeling, die voor het grootste deel uit afdeelingsleden bestaat, eene zeer ongunstige bepaling, daar zij, wanneer de leden niet genegen zijn zich aan te sluiten, wat eenige finantiéele opoffering kost, zal moeten vervallen. De secretaris deelde daarom een en ander mede omtrent het doel en den werkkring dor Maatschappij en toonde het nut van aan eensluiting van alle bouwkundigen in Nederland aan, om te eindigen met een opwekkiDg tot toetreding tot het lidmaatschap. Op voorstel van een der leden zal het bestuur echter in overweging nemen of binnen korten tijd afscheiding van de Maat schappij gewc-nscht is, daar op dezo wijze de vereeniging langzamerhand zal achteruitgaan. De loting der nationale militie van degenen, die vóór den eersten September van dit jaar te Oegstgeest zijn ingeschreven, zal voor die gemeente plaats hebben te Leiden op Vrijdag 11 October a. s., des namiddags te kwartier voor tweeén, terwijl er op Woens dag 16 October a. s., des voormiddags to tien uren, ter gemeente-secretarie gelegenheid zal bestaan tot aanvraging der getuigschriften ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst of als eenige wettige zoon. Voor de gemeente Voorhout zal de loting plaats hebben te Sassenheim op Maandag 14 October, 's middags te halftwee. Te Oegstgeest is goedgekeurd terug ontvangen van Gedeputeerde Staten de reke ning der gemeente over het afgeloopen jaar< in ontvangst op 27,368.52s, de uitgaven op 27,268.45, sluitende dus met een batig saldo van 160.075. De loting voor de nationale militie, lichting 1896, zal voor de gemeenten Zeven hoven, Nieuwveen, Alkemade, Leimuiden en Ter Aar gehouden worden te Woubrugge, op Woensdag 16 October a. s., respectievelijk 's morgens te 10*/%, lO'/i en 10J/k uren, en 's namiddags te l1/* en l'/a uren. De vanwege het locaal comité der Unie „Een school met dtn Bijbel" te Woubrugge gehouden 17de algemeene jaarcollecte bracht 127.15 op. De commissie tot het aanvragen van concessie voor den aanleg van eene visschers- haven heeft zich per adres gewend tot den Haagschtn gemeenteraad. In afwachting van de beslissing van den minister van waterstaat, handel en nijverheid op haar concessie-aan vrage, vermeent de commissie reeds thans de noodige stappen te moeten doen ten einde zich den finantiëelen zoowel als den moreelen steun van het gemeentebestuur van 's-Graven- hage te verzekeren, omdat deze 6teun on getwijfeld van den meest gunstigen invloed zal kunnen zijn op de beschikking, die van de zyde der Hooge Regeering op haar request wordt tegemoet gezien. Zy verzoekt don Raad te verklaren: lo. dat de uitvoering van do bovengenoemde visscbershaven te Scheveningen, mede ton gevolge van den noodlottigen storm in den nacht van 22 op 23 December 1894, is eene zaak van ernstig en dringend gemeentebelang; 2o. dat om deze reden de gemeente be reid is: a. den voor de uitvoering, de exploitatie en de eventueele latere uitbreiding van de visschershaven benoodigden gemeentegrond kosteloos af te staan; b. ten behoeve van de uitvoering van die haven een subsidie uit de gemeentefondsen toe te staan tot een maximum van twee millioen gulden, uit te betalen op eene wijze als later zal worden geregeld, onder nader door het ge meentebestuur in overleg met concessionaris sen vast to stellen voorwaarden, en in een vorm, welko het meest zal kunnen bijdragen om de tot-stand koming van het belangrijke werk te vc-rzokeren. De beide Koninginnen met prinses Pauline van Wurtemberg zijn gisteren te 12.6 uur per extra-trein uit Den Haag op 't Loo aan gekomen. Behalve een talrijke menigte, waren op het perron aanwezig de heeren Van Steijn, inten dant; Van Haersma de With, jagermeester; Vlaanderen, hofarts, en mr. Van Hasselt, burgemeester. De vorstelijke personen onderhielden zich enkele oogenblikken met genoemde heeren. De Prinses blijft nog tot begin October als gast ton paleize. Een der oudste handelshuizen te Rotter dam, dat van de firma Thorman Co., dat geliquideerd zou worden, zal, naar men ver neemt, worden voortgezet door den procu ratiehouder, die reeds 27 jaren daar werk zaam was, en den heer J. P. Goedhart Jr., aldaar. Te Nijmegen is in den ouderdom van 83 jaren overleden het oud raadslid, de heer P. M. Diebeis, die tot het laatst zijne krachten wijdde aan de openbare belangen der gemeente en eerst vóór weinige maanden zyn mandaat nederlegde. Het 23ste jaarverslag is verschenen van de vereeniging „Barnabas" tot steun van weduwen en weezen van chr. onderwijzers in Nederland. Daaraan is het volgende ontleend: Bij het sluiten van 't boekjaar op 31 Maart jl. be droeg het getal der weduwen 46 en dat der weezen 64. Het getal der donateurs en donatrices daalde van 1114 tot 1082 en 't bedrag der jaarlyk lijksche contribution verminderde met 200. Het getal schoolbesturen, die „Barnabas" gelleiyken steun verleenen, klom van 128 lot 132. De civiel-ingenieur A. Ph. Van der Ploeg heeft aan den-minister van oorlog een plan ingezonden voor water- en zoutvoorziening der stelling Amsterdam in oorlogstijd. Hij acht 2500 kubieke meters drinkwater per etmaal voldoende. Hij wil nabij den watertoren van Weesp doen bouwen een verdampingsstation voor uit de Zuiderzee aan te voeren zout water. Het bestaande buizennet van af de werken naby Weesp is alsdan te gebruiken en voorts is aan te leggen eene toevoerloi- ding voor zeewater van circa 3 kilometer. De verdamping zou geschieden in 4 zesvoudige verdampingspannen. Met inbegrip van brand stof voor zoutvoorziening acht de heer Van der Ploeg 7.20 waggons steenkool per etmaal noodig. Liefst onafhankelyk van de stelling wil hy 4 tanks, elk van circa 2.4 millioen liter inhoud, vullen met het van de Kaspische Zee aan to voeren residu van gedistilleerde aardolie. De kosten van het plan zyn circa 5 ton. Uit de S tan tsbegroo ting voor 1896. Oorlog. Medodeeling doende omtrent de reorganisatie der militaire administratie, die op den lsten Mei jl. in werking trad, en die tot stand gebracht kon worden zonder de medewerking der Volksvertegenwoordiging in te roepen, acht de minister thans het oogenblik ge komen, om die modewerking wel te vragen voor het bereden maken van de hoofdofficieren en de kapiteins van het dienstvak der inten dance, die bestemd zyn om ingeval van mobilisatie te worden ingedeeld. De minister zou wenschen aan die officieren, 8 in getal, de verplichting op te leggen tot het in tyd van vrede houden van óón dienst paard. In verband daarmede wordt op de begrootiDg voor elk der 8 officieren 200 traktementsverhooging aangevraagd en ƒ300 voor óéns voor ieder hunner, als tegemoet koming, dio steeds wordt gegeven, wauneer een officier zich van oen dienstpaard moet voorzien. Aanmaak van 6talen geschut in eigen werk plaatsen acht de minister hoogst gewenscht, omdat daardoor niet alleen eene aanzieniyke besparing van kosten wordt verkregen, maar omdat een groot deel van die kosten aan de binnenlandsche nyverheid ten goede komt. Voor dien aanmaak is echter uitbreiding van toezicht noodig op het personeel der geschut- gietery. Zooals door den minister reeds ten vorigen jare werd medegedeeld bestond, het voorne men, om in algemeenen zin het in 1893 be proefde stelsel van voeding van Rykswege met 1 Januari 1896 in werking te brengen. Daaraan wordt thans gevolg gegeven. Daar voor scheen het den minister evenwel go wenscht, de soldyen, doch uitsluitend met het oog op het gewyzigde voediDgstolsel, geheel te herzien. Daarby is de onbillykhoid wegge- njmen oat de soldaat van het eeno waptn meer voor zyne voeding betaalt dan die van een ander wapen. Wijziging der soldy voor de onderofficieren die toch eene ifzondeilyke menage voeren was niet ^noodig. Voor het geval zy aan de soldaton-monage moeten deelnemen, zyn maat regelen getroffeneveneens voor gehuwde soldaten. Voor het reserve-kader wordt meer geld aangevraagd, omdat het te verwachten is, dat het aantal vrywilligers zal toenemen. Het ligt in het voornemen, om het personeel van '8 Ryks waterstaat aan te wenden tot het houden van het vereischte toezicht by het stellen en onderhouden van militaire inun- datiën. Daar er manschappen te kort schieten om de eerste opleiding van de miliciens by do infanterie vollediger te doen zyn, worden gelden uitgetrokken, om van 15 Juli tot 15 Augustus 60 miliciens per bataljon voor het biy vend gedeelte onder de wapenen te kunnen houden. Voor de vesting-artillerie acht de minister het voldoende, het blyvend gedeelte 14 dagen langer dat is tot 1 Juli onder de wapenen te houden. Eene wyziging zal worden aangebracht in de bestaande regeling van den militairen wielrydersdienst. Derhalve wordt geen bedrag uitgetrokken tot uitbreiding van het aantal militaire wiel- ryders. Wegens behoefte aan onderofficieren by de infanterie om ingeval van mobilisatie by dat wapen de reserve-bataljons te 9ncadreeren en wegens het incompleet van vry willig die nende onderofficieren en korporaals by de vesting-artillerie, wil de minister beproeven, de getalsterkte van de militie-onderofficieren te vergrooton. Het voornemen besta'at, om door gunstige bepalingen, premiën, enz. daarin te voorzien. Nog bestaat het voornemen, om als proef gedurende de eerstvolgende 2 jaren, in een der niet te groote garnizoenen, fourage buiten openbare aanbesteding aan te schaffen en in Rijksmagazynen op te leggen. Militaire wielryders, tot dusver verschaft, door den Alg. Nederl. Wielrydersbond, wil de minister verkrygen uit het personeel der corp sen. Daarvoor is echter geld noodig om ry- wielen aan te schaffen van Rykswege, waar voor geld wordt aangevraagd. Yoor den leeraar in de staatswetenschappen aan de hoogere krygsschool wordt met ingang van 1 Januari 1896 eeno vergoeding aangevraagd van 1000. (De renumeratie bedroeg sedert 1888 ƒ800). Voor den gouverneur der Kon. Mil. Aca demie, die 4500 genoot als luit.-kolonel, wordt ƒ5500 aangevraagd, daar het trak tement voor dien titularis onafhankelyk is van zyn rang. In verband met den voorraad, die voor de bestaande vuurwapenen beschikbaar is, wordt 30,000 minder aangevraagd voor patroon hulzen. Met het oog op het gewyzigd voeding stelsel wordt 14,700 meer aangevraagd voor aanschaffing van gereedschappen en materiöel voor de keukens. Ten behoeve van de militaire verkenningen en de topographische inrichting is 6300 75) XXXVI. Geen compromis mogelijk. Als hij eenmaal zijn hart op iets had gezet, deed zgn hand al wat in baar macht was, om zijn doel te bereiken. „Myn waarde Sir Johnl Waarom zou ik voorwenden niet te weten hoe ge over een huwelijk van Jack met Mlllicent denkt? Ik weet dit maar al te goed en daarom spyt het my de pen te moeten opvatten om u te melden, dat de jongelui zyn overeengekomen hun engagement publiek te maken; ja, ik geloof zelfs, dat zy voornemens zyn zeer spoedig te trouwen l Wy zyn jarenlang vrien den geweest; menig menschenleven duurt zoo lang nietvriendschap meestal veel korter, en op gevaar af van inconsequent te schynen, moet ik u, eer ik verder ga, even dank zeg gen, omdat ge uw levenlang zulk een trouw vriend voor me zyt geweest. „Ware het my vergund myn leven opnieuw te beginnen, dan zou ik terug willen gaan tot den tyd, toen ik, nauwelyks den kinder schoenen ontwassen, gehoor gaf aan een in vloed, die my op een verkeerd spoor leidde. Van dat punt af aan zou ik myn leven op nieuw willen aanvangen. Toen ik bemerkte, dat Millicent niet de vrouw was, die ge voor Jack wenschtet, toen, ik wil het wel be kennen, hinderde my dat e^rst oen weinig; maar in naam van de vriendschap, waarvan ik hierboven gewaagde, smeek ik u wel te willen gelooven, dat, van het oogenblik af aaö, dat ik uw opinie kende, ik Dooit, noch door gedachten, noch door daden, my daar legen, hoe dan ook, heb verzet. Ik heb op geenerlei wyze de hand in dit huweiyk gehad. Jack is veel te goed voor haar; ik zie dit nu in. Gy zyt verstandiger dan ikdat waart ge altyd. Indien eenig woord van my by machte kon zyn uw smart te verminderen op het hooren van deze onwelkome tyding, laat het dan de verzekering wezen, dat Mil licent werkeiyk liefde voor uw jongen gevoelt; en die wetenschap doet my veel van de toe komst verwachten. Alles kan nog boter uit vallen dan ge denkt. Millicent is jong, mis schien wel een beetje volage, maar Jack heeft uw krachtigen wil geërfd; misschien maakt hy veel meer van haar dan een van ons beiden nu durft hopen of droomen. Ik wensch het van harte I „Ik heb in deze een ïydelyke houding aan genomen, niet uit onverschilligheid, maar in de vaste overtuiging, dat myn ja of neen hier niets zou beteekenen. Uw oude vriendin, Caroline Cantourne." Deze brief bereikte Sir John Meredith ter wyl hy stond te wachten op de aankondiging, dat het eten was opgedaaD. Die aankondiging volgde dan ook terstond daarop, maar hy ging niet naar beneden, voordat hy den brief had gelezen. Hy tastte om zich heen, om zyn pas- gekocht lorgnet te zoeken, want het schrift van Lady Cantourne was dun en spichtig, zooals dat betaamde voor een dame van haar stand, en het gas was ook zoo miserabel slecht. Hy maakte nogal eens gebruik van die uitdrukking en gewoonlyk liet hy er „mynheer" op volgen, zooals zyn vader vóór hem placht te doen. Terwyi hy las, teekende zyn gelaat eerst toorn; maar plotseling vertoonden er zich zachtere lynen op en hy wierp zyn schouders achteruit, wat hy wel duizendmaal had ge daan, als hy de kamer van Lady Cantourne binnentrad. Hy las den heelen brief oplettend en ernstig door, alsof alles wat de schryfster hem had mede te deelen zyn grootste belang stelling verdiende. Daarna vouwde hy het papier weer op en verborg het in zyn borst zak. Hy was een weinig moer gebogen en zag er zeer oud uit, terwyl hy daar een oogen blik in gedachten by den haard stond. Hy was gewoon daar zoo te staan, nadat hy ge kleed zyn zaal was binnengetreden en op de aankondiging van het diner wachtte. De kok beneden wist, dat zyn meester daar in die houding stond, terwyl de wyzer van zyn pendule het uur naderde. Het was vreemd* den laatsten tyd had Sir John een groote neiging om te gaan zitten, als de gelegenheid daartoe zich slechts aan bood; maar de knecht was nu eenmaal ge woon hem altyd naast zyn schoorsteenmantel staande aan te treffeD, en onze taaie, oude aristocraat wilde zich nu eenmaal niet laten verlokken door de uitnoodigende armen van zyn ouderwetschen armstoel. Gedurende eenige oogenblikken stond hy daar met den rug naar het smeulende vuur gekeerd, moederziel al leen, en vergat het hoofd opgebeurd te houden het boog zich en zyn lippen trilden. Wel was hy nu een oud man. Toen hy eenige minuten later de eetzaal binnentrad, waar bottelier en huisknecht hem wachtten, was hy woer kaarsrecht, onverstoor baar, ondoorgrondelijk. Gedurende den maaltyd was hy blykbaar geheel in gedachten verdiept. Eén- of tweemaal vergat hy vormen, die aan dit eenzame maal anders met de grootste piëteit door hem werden in acht genomen. Hy dronk haastig zyn wyu op en begaf zich daarop naar de bibliotheek. Daar zette hij zich neer en schreef een telegram, langzaam, mot een vaste hand, in sieriyk schrift. Het was geadresseerd aan „Gordon, Loango" en luidde als volgt: „Sein Oscard wan neer kan hier zyn." Hy beval nu den huis knecht een rytuig te nemendat telegram af te geven aan het hoofdkantoor van de Sub- marine-Telegraaf-Compagnie en daar voor een terugbetaald antwoord te zorgen. „Ik denk wel, dat mynheer Meredith zal komen," zeide Sir John tot den bottelier, die bezig was de lamp op te bouwen, terwyl de buisknecht deze bevelen ontving. „Breng dus de koffie niet binnen voordat hy er is." Sir John had gelyk. Tegen halfacbt trad Jack de kamer binnen. Sir John wachtte hem in de bibliotheek op en zat ontstemd in zyn armstoel met hoogon rug, met de grootste zorg gekleed als voor een groote receptie. Toen zyn zoon binnentrad, rees hy op en stak hem de hand toe. Beiden hadden iets plechtigs over zich, alsof ze van plan waren meer te zeggen dan ooit te voren. Weldra word de koffie binnengebracht. Dat was hier altyd zoo de gewoonte geweest. Jack placht vroeger dikwyis te komen inloopen, en dan hadden zo ook samen koffie gedronkendaarop was hy dan met Sir Jöhn uitgereden naar eeD van die byeenkomsten, waar zy beiden be zwaariyk konden gemist worden. Jack placht dan de koffie in te schenken; dezen keer bood hy niet aan dit te doen. „Ik ben gekomen," zeide by opeons, „om u een nieuwtje te brengen, dat u, vrees ik, niet best zal aanstaan." Sir John boog ernstig het hoofd. „Je behoeft er voor my geen doekjes om te winden," antwoordde hy. „Millicent en ik zyn overeengekomen ons engagement publiek te maken," hernam Jack. Weer boog Sir John het hoofd. Die zoet sappige berusting zou ieder, bohalve zyn zoon, razend hebben gemaakt. „Ik zou," ging Jack voort, „het liever met uw toestemming hebben gedaan." Sir John maakto een afwerend gebaar, richtte zich in zyn stoel op en bracht de schouders achteruit. Als Jack van plan was dus voort te gaan, zouden er moeiiykhedeu ontstaan. Vader en zoon stonden beiden op hun stuk. Jack was een beste leerling van zyn vader geweest. De lessen van den ouden aristocraat werden nu tegen hem gekeerd, en de jonge man speelt in zoo'n geval zyn troeven uit by het licht van do toekomst, terwyl de oude slechts speelt by een licht, dat steeds flauwer wordt. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 9