N°. 10909 iJinsdag 17 September. A0. 1895 feze <Cou:ant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zonen feestdagen, uitgegeven. F1 euilleton. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. 1 l f 1.10. Franco por posti 1.40. Afzonderlijke Nommers i 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Leiden, 16 September. Morgen, Dinsdag 17 September, heeft de school van het Genootschap „Mathesis Scien- tiarum Genitrix" 110 jaren bestaan. Mot October a. s. begint dus het lilde schooljaar. In de Pioterskerk alhier had gisteroch tend de bevestiging van ds. C. Hartwigsen, van Oud-Beierland naar hier gekomen, plaats door ds. G. J. De Hoest, naar aanleiding van 2 Timothcus 4 vs. 2a: „Predik het Woord Na afloop der plechtigheid zong de gemeente den bevestigden leeraar het derde vers van Gezang 91 toe. In hetzelfde kerkgebouw deed des avonds ds. Hartwigsen zjjne intrede en hield eene rede naar aanleiding van Efezo 6 vers 17- 20. De breodo schare zong den nieuwen herder en leeraar toen het derde vers van den 134sten Psalm toe. 's R\jks Eihnographisch Museum heeft van den heer A. Brugman, te Tontoli, de navolgende voorwerpen, herkomstig van Cele bes, ten geschenke ontvangen (geïnventariseerd als serie 1008p.Drie modellen van prauwen. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. By den eersten onderteekenaar van het ook in ons blad opgenomen verzoek betref fende de regeling van den winterdienst der stoomtram van Noordwyk naar Leiden is het volgende antwoord ontvangen: „In antwoord op het verzoek van U en eenige ingezetenen der gemeente Noordwyk, om den tramtrein, welke te 9.54 van Noordwyk vertrekt, ook met den a. s. winter dienst dageiyks te behouden, hebben wy de eer U mede te deelen, dat wy dat op grond van hot geringe gebruik, dat vroeger van dezen tramtrein werd gemaakt, niet kunnen inwil ligen. Beleefd verzoeken wy U Uwe mede- ondertec-kenaren met ons antwoord in kennis te willen stellen. De Raad van Administratie, Het gedelegeerd Lid, (get.) R. Van Hasselt. Omtrent de sluitingsvergadering der Staten Generaal meldt men nog uit Den Haag het volgende: De troonzaal in de Tweede Kamer was Zaterdag reeds in orde gebracht voor de plechtige opening der nieuwo zitting op aanstaanden Dinsdag; de treden van den troon verlengd tot een estrade met den konink- ïyken zetel in het midden; de middelste rijen banken aan de rechterzijde weggenomen en de trapjes naar de zilplaatsen vervangen door een atloopend plankier. De voorzitter van do Eerste Kamer en de heeren griffier en commies-griffiors bezetten by de sluitingsbijeenkomst in ambtskostuum het bureau en tegenover dien zetel hadden de loden der commissie van ontvangst, allen in gala, zich in een groep vereenigd. By de opening der vereenigde vergadering bovonden zich behalve voornoomdo leden alleen in de zaal de heeren Gleichman, generaal Van der Schrieck en J. M. Pynacker Hordijk, by wie zich later voegden de heeren Geertsema, Zylma, Heldt en Travaglir.o. De publieke tribune was vol en op de kleine tribune woonden eenige jongejuffrouwen do constitutioneele handeling by, welke overigens het gewone verloop had. Buiten op het Binnenhof werd wederom een nieuwsgierige menigte door het schouw spel van de staatsiekoets met groot livrei, voorafgegaan en govolgd door een peloton huzaren, staande gehouden. Aan den hoofdingang van het gebouw stond een wacht van 6 man en by het passeeren van den minister over het Buitonhof kwam do hoofdwacht uit, den gemachtigde van H. M. do Koningin-Regentes met trommelslag do militaire eer bewijzend. Op de gisteren ter wereldtentoonstelling te Amsterdam geopende derde tydelyke tuin bouwtentoonstelling is met de gouden medaille bekroond de firma Becherer eu Van Eldik, bloemisten, Houtweg 5, te 's Gravenhage. Een bronzen medaille verwierf de heer W. C. Boer, te Boskoop, en een zilveren de heer D. Spaargaren, te Aalsmeer. Te 's-Gravenhage is overleden de heer B. E. J. H. Becking, oud-kolonel, chef van den geneeskundigen dienst van het Oost- Indisch leger. De ter aarde bestelling zal ge schieden morgen, Dinsdag, te éón uur, op de begraafplaats Eik en-Duinen. Door B. en Ws. van 's Gravenhage is benoemd tot hoofdcommies, chef der afdeeling financiën, mr. J. W. Smidt, thans adjunct- commies ter gemeente secretarie. Op Lombok is door een val met zyn paard in 41-jarigen ouderdom overleden de kapitein der inf. Louis Cranon. De officier van gez. der 2de klasse C. H Ter Laag, van het 3de reg. inf., wordt 1 Nov. a. s. overgeplaatst als chef van den genees kundigen dienst by het garnizoen te Geer- truidenberg. In den loop der maanden October, No vember of December a. s. zal gelegenheid worden gegeven tot het afleggen der exa mens ter verkrijging van een getuigschrift als apothekersbediende. t Zy zullen worden afgenomen te Breda en te Kampen. Aangifte vóór 1 October a. s. Zy, die te Breda wenschen geëxamineerd te worden, behooren zich to wenden tot den inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoe zicht voor Zeeland en Westelijk Noord-Bra bant, dr. A. Van der Loeff, te Breda, en zy, die Kampen verkiezen, tot den inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoezicht voor Overysel en Drente, dr. D. Lubach, te Kam pen, me't overlegging van een extract uit de registers van den burgeriyken stand, waaruit blijkt, dat zy den leeftijd van achttien jaren hebben bereikt. De groothertog van Saksen en de hertogin van Mecklenburg, zyno dochter, hebben gister ochtend per Staatsspoor te 7 40 locale tyd de terugreis van 's Gravenhage naar "Weimar aangenoraon. De vorsteiyke personen kwamen mot hun gevolg in hofrytuigen van de badplaats en vonden aan het station, aan den ingang van het koninkiyk wachtsalon, verschillonde auto riteiten, benevens vele dames en heeren, te hunner uitgeleide aanwezig. Do hertogin droeg eenige fraaie bloemrui kers, waarby baronesse Sirtema van Grove- stins nog een sierlyken, met linten en de nationale kleuren prykenden ruiker voegde, als aandenken aan Holland. De dames Röell, Von Reichenau en Van Tienhoven begroetten de hertogin hier tevens. Van allo aanwezigen namen de vorstelijke personen een hartelijk afscheid, zoowel in de wachtkamer als op bet perron, terwyl de her togin nog zoolang de trein zichtbaar was uit het 8alonrytuig der Duitsche spoorwegmaat schappij met den zikdoek ten afscheid wuifde. Zondag-morgen werd in alle katholieke kerken te Amsterdam een schrijven voorge lezen van Mgr Bottemanne, bisschop van Haarlem, waarin by aan de katholieken van Amsterdam bekend maakt, dat daar ter stede is opgericht een katholiek gymnasium, hetwelk zal bestuurd worden door de paters Jezuïeten en deze week zal geopend worden. Het schryven eindigt met een dringende aansporing aan die ouders, wier zonen gym nasiaal onderwys noodig hebben, om van deze school gebruik te maken. Door de commissie voor de ziekenver pleging uit het boofd-comité van het Ned. „Roodo Kruis", zyn, met ingang van 1 Oct. a. s., in het Ziekenhuis aan den Coolsiugel to Rotterdam geplaatst als leerling-pleeg zusters van bovenvermelde vereeniging: moj. E Kampman, van Brielle; J. J. Van Oven, van Dordrecht; E. H. H. Pino Post, van 's-Gravenhago; A. E. Schipper, van Delft, en G. Zoete, van Harlingen. Het voornomen bestaat, op het Harmon- jansenveld te Haarlem behalve een huis van bewaring ook een strafgevangenis te bouwen. Naar „De Tyd" mededeelt, heeft do aarts bisschop en de bisschoppen van Nederland gezamenlijk een adres gericht tot Z. H. den Paus, om dezen „hun gevoelens te betuigen op den aanstaanden gedenkdag der over weldiging van Rome." De 1ste luitenant P. H. Specht Gryp, 7an het 4de reg. infanterie, wordt ge- durondo de maanden October, November en December 1895 en Januari 1896 gedetacheerd by het 1ste reg. vesting artillerie te Utrecht. Het gebouw van den Utrechtschen Studentenbond, Voorstraat 23 te Utrecht, zal den eersten October a. s. door den U. S.-B. officieel in bezit worden genomen. De Koninginnen woonden Zondagmorgen de godsdienstoefening by in de Ned.-Herv. kerk te Apeldoorn, onder gehoor van ds. C. Hattink. Naar de „N. R. Ct." verneemt, is door het Nederlandsch Landbouw-comité eene com missie benoemd tot onderzoek van het vraag stuk der inkomende rechten op landbouw producten. Deze commissie bestaat uit de heeren: H. F. Bultman, D. F. A. Bauduin, dr G. W. Bruinsma, J. Rienks, J. Rinkes Borger, B. G. Van der Have en mr. P. H. A. Tydeman. Het stoomschip „Bundesrath" vertrok 14 Sept. van Durban naar Rotterdam en Hamburg; do „Kanzier", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 14 Sept. van Port Said; de „Maasdam" arriveerde 15 Sept. van Rotterdam te Nieuw-York; do „Prins van Oranje", van Batavia naar Amster dam, arriveerde te Marseille 15 Sept.; de „Transvaal", van Amsterdam en Londen naar Kaapstad, vertrok 13 Sept. van Daitmoutb. By koninkiyk besluit is benoemd: met 21 dezer tot burgemeoster van Alkemade de heer F. H. Van Wieken, secretaris dier ge meente met 1 Oct. a. s. tot id. van Nieuwkoop do heer H. B. Onderwater. Benoemd tot leeraren aan de Rykslandbouw- school te Wageningen; A. R. Vermeulen, thans onderwijzer aan openbare lagere scholen te Rotterdam, en G. W. Spitzen, thans leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Brielle. Met ingang van 1 Oct. a. s.lo. op pensioen gesteld: a. de oir. officier van gez. 1ste kl. by de zeemacht F. H. L. Roessingh van Iterson, op zyn verzoek; b. do dir. officier van gez. 2de kl. by do zeemacht dr. T. Swart Abrahamsz, en hun toegekend; aan eerstge noemde een pensioen van 1800 en aan laatstgenoemde een pensioen van 1553 'sjaars, alsmede eene verhooging ingevolge artikel 1, c, der wet van 1 April 1875 onderscheidenlijk van 750 en 975 'sjaars; 2o. bevorderd by de zeemacht: tot dir. off. lste klde dir. off. van gez. 2do kl. dr. W. Schutte; en tot id. 2de kl. do off. van gez. lste kl. dr. M. Rutgers van der Loeff en A. F. Verschuur. Aan den luit. ter zee 2de kl. G. A. Van Vloten vergunning verleend tot het waar nemen van eene particuliere betrekking huiten het zoewezen in Oost-Indië, voor den tyd van óón jaar, ingaande 16 dezer. Pensioen verleend aanR. D'hont, wed. J. Vermeulen, directeur van do Ryks Hoogere Burgerschool te Middelourg, 600; de dochter van wijlen den rijksveldwachter W. Allaarfc, 27T. H. Bruio^f wed. J. Nieuwenliuis, commies ter provinciale griffie van Groningen, 568; H. L. J. Döbken, wed. J. A. Meyboom, commies lste kl. by 's Ryks bel., 231; F. Van der Nol, wed. J. Maan, brieven- en tele grambesteller, ƒ59; M. M. Janssen, wed. G. J. Resloo of Rysloo, commies lste kl. by 'sRyks bel., 124; M. J. Jessen, wed. R. Huizonga, brievengaarder, 94; G. Stek, wed. G. Heckman, commies 2de kl. by 's Ryks bel., ƒ303 'sjaars. De met verlof bier te lande aanwezige kapitein intendant van het leger in Ned.-Indië P. Brouwer, op zyn verzoek, met ingang van 1 Nov. a. 8., eervol uit den militairen dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. De predikant by de Prot. gemeente in Ned.-Indië, L. S. De Bruyn Jr., thans met verlof hier te lande, op zyn verzook, wegens physieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. Vergund: Aan den Oost Indischen hoofd ambtenaar dr. M. Treub, laatstelijk directeur van 's lands plantentuin te Buitenzorg, thans met verlof hier te lande, het aannemen van het ordeteeken van commandeur der orde van de Waakzaamheid of den Witten Valk; aan d<*i kapitein jbr. W. J. P. Van den Bosch, van den grooten staf, adjudant van H. M. de Koningin, het aannemen en dragen der ordeteekenen van ridder der 2de klisse in de orde van St.-Stanislas. Een gedenkteeken yoor mr. W. K. Van Deilom. Onderteekend door een dertiental vrienden en vereerders van den overledene, is een cir culaire verspreid, waarin bijdragen gevraagd worden voor een gedenkteeken op het graf van mr. W. K. Van Dedera. Daaraan is het vol gende ontleend: „Toen zich eenigen tyd geleden het bericht verbreidde, dat mr. Willem Karei baron Van Dedem, oud-Indisch advocaat, gedurende vele jaren burgemeester van Hoorn en lid van de Tweede Kamer, laatstelyk minister van kolo niën, aan eene kortstondige ziekte onverwacht te Calcutta was overleden, openbaarde zich een algemeen gevoel van deelneming. „Zyne groote gaven van geest en hart, do hooge opvatting van zyne levenstaak op kolo niaal gebiod, zyn dood te midden van een onderzoek, ter wille dier taak ingesteld naar de toestanden in Britsch-Indië, werden ia moederland en koloniën door alle organen der openbare meening, zonder onderscheid van richting, met warme vereering herdacht. „Van die hulde zijner landgenooten door een passend gedenkteeken getuigenis af te leggen op de plek zelve, waar hy eenzaam onder vreemden rust, moet aan eene behoefte van piëteit beantwoorden, die door velen zal wor den gevoeld. „Do ondergeteekenden hebben zich tot een hoofdcomitó vereenigd, om dat doel te helpen verwezenlijken. Bovendien zyn voor Oast- en West Inoië, alsmede plaatseiyk voor do ge- meent o Hoorn, bijzondere comités uitgenoodigd. „Daar in don regel gaarne eenige aanwyzing wordt verlangd oratront het gewonschte bedrag, wordt met het oog op de verwachte deel noming voorgesteld eene bydrage van „vyf guldon", ofschoon ook meerdere of mindere bydragen in dank zullen worden aanvaard." Onderteekonaars dezer oproeping zijn de heerenjbr. mr. P. M. F. Van Meeuwen, vice-pres. van het Gerechtshof te's Hertogen bosch, voorzitter; mr. J. Van Gennep, lid der Tweede Kamer, te 's Gravenhage, secretaris mr. N. P. Van don Berg, president der Nederl. Bank, te Amsterdam, penningmeester; mr. W. G. baron Brantsen van de Zyp, oud-lid der Tweede Kamer, te Zypendaal by Arnhem; J. T. Cromer, lid der Tweede Kamer, te 's-Gravenhago; J Groot Jr., wethoudor en dykgraaf van Drechte-land, te Hoorn; mr. Al. baron Mackay, minister van Staat en lid der Tweede Karnor, te 's-Gravenhage; mr. D. baron Mackay van Ophemert, lord Reay, te Londen; dr. R. P. Mees, lid der Tweede Kamer, te Rotterdam; mr. W. C. baron Van Pallandt van Waardenburg en Neerynon, lid der Eerste Kamer, to Neerynenmr. W. baron Röell, lid van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland, te Amsterdam; A. baron Schimmel- penninck van der Oye, Commissaris der Koningin, te Utrecht, en mr. E. Tilman, lid van het Gerechtshof te 's-Hertogen josch. Met scherpe wapenen. 60) Sir John hield hier plotseling met een lachje op. „Ik waa op het punt profaan te gaan wor den," zeide hy, terwyl hu haar kopje aannam. „Maar ik weet, dat u daarvan niet houdt." Zy keek hem aan met een flauw lachje. Zou hy, dacht ze, nog evengoed als zy zelf, zich herinneren, dat het wel een halven mer.schenleeftyd waa geleden sedert zy hem een aanmerking maakto over dat profaneeren? „Kom," sprak zy opstaande, „breng my in do zaal terug en ik zal wel iemand vinden, dio my aan dat meisje voorstelt." Jocelyn zat naast het haardvuur, sprak met een witgeknevelden landontdekker en luisterde goedig naar een beschryving van de reizen, die reeds in het vergeetboek waren gedrongen door vele latere tochten. Zy waa wel wat verwonderd, toen een oogenblik later de vrouw des huizes op haar toekwam en een dame aau haar voorstelde met vriendelyke, schitte- rondo oogen, die zy Lady Cantourne noemde. Zy meende zich te herinneren wel eene van dio dame gehoord te hebben, als het middel punt van een eersten kring der oude school, maar waarom deze wenschte aan haar voor gesteld te worden, was haar niet duidelyk. „U zoudt wel willen weten," sprak Lady Cantourne, nadat ze den reiziger op een anderen tocht had uitgezonden, „u zoudt wel eens wil len weten, waarom ik uw kennismaking zoek?" Zy keek het jonge meisje aan met heldere, onderzoekende oogen. „Dat kan ik niet ontkennen," klonk Jocelyns antwoord. „Daarvoor bestaan twee redenen: de eene heel ailedaagsch, de andere van meer teederen aard. Ik maak gaarne kennis met personen, dio by een eerste ontmoeting een aangenamon indruk op my maken. Ik ben een oude vrouw en u behoeft uw hoofdje niet te sohudden, myn lieve I Ik ben byna een heel oude vrouw, maar nog niet heelemaal. Myn heele leven ben ik op eerste indrukken afgegaan, en zy zweeg even en tuurde op den kant van haar waaier, „en ik geloof dat ik me niet meer vergist heb dan de rest. Ik heb altyd getracht in kennis te komen met menschen, die my op bet eerste gezicht trokken. Ziedaar myn alledaagsche reden! Ik mag dat wel zeggen, nietwaar?" Jocelyn lachte en kleurde een weinig. Lady Cantourne merkte dit op en knikte goedkeurend. „En nu myn andere: Jaren geleden, op school, kende ik een meisje, waarop u zeer veel goiykt. Zy heette Treseaton - Julia Treseaton." „Dat was myn moeder!" sprak Jocelyn met warmte. „Dat dacht ik wel. Eerst was ik er niet ge heel zeker van, maar toen ik u hoorde spreken, twyfelde ik niet langer. Zy bewoog haar lippen juist zooals u. Ik vrees, dat ze dood ie." „Ja, zy stierf in Afrika, byna vyf en twintig jaar geleden." „In Afrika? Waar?" Opeens wist Jocelyn, waar zy den naam van Lady Cantourne reeds had gehoord. Slechte eenmaal! Dat was de tante, by wie Miilicent Chyne inwoonde! Deze opgewekte, kleine dame kende Jack Meredith en Guy Oscard en zy ging dagelyka om met Miilicent Chyne. „Aan de Westkust," sprak ze aarzelend. Zy wilde tyd winnen om het met zichzelf eens te kunnen worden. Jack Merediths naam wilde zy liever niet noemen tegenover deze vrouw van de wereld. Met Maurits of Guy Oscard ging dat, maar met een vrouw was dat heel anders. Bezwaar- lyk kon zy iets beters gezegd hebben, waDt Lady Cantourne had tyd noodig om uit te maken, waar Afrika'a Westkust wel lag. „Een ongezonde atreek, nietwaar vroeg Lady Cantourne verder. „Ja. Jocelyn hoorde die vraag nauweiyka. Met ingehouden adem keek ze begeerig rond. Hoogstwaarechyniyk zou ook Miilicent Chyne aanwezig zynen zy twyfelde er geen oogen blik aan, of zy zou haar terstond herkennen. „En u kent die wereldstreek zeker heel goed?" sprak de dame, die een verandering opmerkte in Jocelyns houding. „O jat" „Heeft u ooit van een plaats gehoord, die Loango heet?" „O, ja, daar woon ik." „Zool dat tref ik. Ik steltegenwoordig veel belang in Loango, moet u weten. Maar ik kende tot nu toe niemand, die er woonde." „Uit vrye verkiezing woont niemand daar," verklaarde Jocelyn. „Myn vader was rechter aan de kust, en na zyn dood bekleedde myn broeder, Maurite, te Loango een betrekking. Acht maanden van het jaar moeten wy daar wonen." Nu zou het komen; dat wist zyi Maar ge lukkig viel het beter uit dan zy had durven hopen. Om de een of andere reden keek Lady Cantourne recht voor zich uit, terwyl zy vroeg „Dan heeft u daar zeker Jack Meredith ontmoet, een vriend van my? Misschien wel twee vrienden, want als ik wèl heb, is hy geasaocióerd met Guy Oscard voor een won- derlyke onderneming." „O, ja," antwoordde Jocelyn, zoer voor zichtig, ,ik heb beiden ontmoet. Mynheer Oscard gebruikte zyn lunch by ons even voor dat wy Afrika verlieten." „Zóó, zeker nadat hy ona zoo plotseling verliet! Daar hoorden wy nooit het rechte van. Hy ging heen zonder afscheid te komen nemen, nadat hy een telegram had ontvangen, en liet een kort, weinig zeggend briefje achter voor myn voor ons. Later schreef hy nog eons uit Afrika, maar, daar weet ik geen byzonder- heden van. Ik geloof dat Jack Meredith in hot een of ander gevaar verkeerde. Maar het is een vreemde onderneming, nietwaar? Als ik goed begryp, zullen ze daar fortuin maken?" „Dat zeggen de menschen," antwoordde Jocelyn. Zy moest nu kiezen, alles vertellen dat ie alles wat ze wist of niets. Daarom vertelde zy niets. Zy kon niet zeggen, dat zy genoodzaakt waa geweest hals over kop op te breken en Loango te verlaten, terwyl het lot van Jack Meredith nog onbeslist was, omdat de gezondheid van haar broeder het opeens dringend vereiBchte. Zy kon Lady Cantourne niet vertellen, dat ai wat haar lief wa3 in Afrika toefde, dat zü gojaagd de dagen telde, die zy nog ver van daar zou moeten door- brongen. Zy mocht geen ondoelbaar oogenblik den eluior opheffen, die de kwellende onrust bedekte, welke haar hart vervulde, en het alles overstemmende verlangen om eindelgk toch te weten of Guy Oscard tydig het Plateau had bereikthaar hart was er zóó van vervuld, dat zy met geon mogelykheid had kunnen spreken van het gevaar, waarin Ja-k Meredith ver keerde, zonder zich te verraden. „Vreemd," zeide Lady Cantourne, „zoo te weten, dat u in Loango leeft, en dat u de laatste is, die Jack Meredith heeft gezien en gesprokenHier in de zaal zyn van avond twee menschen aanwezig, die u wel van den morgen tot den avond allerlei vragen zouden willen doen, maar geen van beiden zal dat iaten merken. Hoeft u mu daareven door de zaal zien gaan met een langen, tameiyk ouden heer?" „Ja," antwoordde Jocelyn. „Dat was Sir John Meredith, de vader van Jack," zei Lady Cantourne byna fluisterend. „Zy hadden oneenigheid Bamen, weet ui De menschen zeggen, dat bet Sir John niet kon schelen, dat hy geen hart heeft, en zoo al meer. Het tegenovergestelde zegt de wereld nooit; dat moet men uitvinden, maar ik - ik geloof, neen, ik weet het tegenoverge3toldo. Hy lydt er zeer onder en zou er alles voor geven om iets van Jack te hooren; maar u naar hem vragendat nimmer I" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1