N°. 10909
iJinsdag 17 September.
A0. 1895
feze <Cou:ant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zonen feestdagen, uitgegeven.
F1 euilleton.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden. 1 l f 1.10.
Franco por posti 1.40.
Afzonderlijke Nommers i 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Leiden, 16 September.
Morgen, Dinsdag 17 September, heeft de
school van het Genootschap „Mathesis Scien-
tiarum Genitrix" 110 jaren bestaan. Mot
October a. s. begint dus het lilde schooljaar.
In de Pioterskerk alhier had gisteroch
tend de bevestiging van ds. C. Hartwigsen,
van Oud-Beierland naar hier gekomen, plaats
door ds. G. J. De Hoest, naar aanleiding van
2 Timothcus 4 vs. 2a: „Predik het Woord
Na afloop der plechtigheid zong de gemeente
den bevestigden leeraar het derde vers van
Gezang 91 toe.
In hetzelfde kerkgebouw deed des avonds
ds. Hartwigsen zjjne intrede en hield eene
rede naar aanleiding van Efezo 6 vers 17-
20. De breodo schare zong den nieuwen
herder en leeraar toen het derde vers van
den 134sten Psalm toe.
's R\jks Eihnographisch Museum heeft
van den heer A. Brugman, te Tontoli, de
navolgende voorwerpen, herkomstig van Cele
bes, ten geschenke ontvangen (geïnventariseerd
als serie 1008p.Drie modellen van prauwen.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
By den eersten onderteekenaar van het
ook in ons blad opgenomen verzoek betref
fende de regeling van den winterdienst der
stoomtram van Noordwyk naar Leiden is het
volgende antwoord ontvangen:
„In antwoord op het verzoek van U en
eenige ingezetenen der gemeente Noordwyk,
om den tramtrein, welke te 9.54 van
Noordwyk vertrekt, ook met den a. s. winter
dienst dageiyks te behouden, hebben wy de
eer U mede te deelen, dat wy dat op grond
van hot geringe gebruik, dat vroeger van dezen
tramtrein werd gemaakt, niet kunnen inwil
ligen. Beleefd verzoeken wy U Uwe mede-
ondertec-kenaren met ons antwoord in kennis
te willen stellen.
De Raad van Administratie,
Het gedelegeerd Lid,
(get.) R. Van Hasselt.
Omtrent de sluitingsvergadering der
Staten Generaal meldt men nog uit Den Haag
het volgende: De troonzaal in de Tweede
Kamer was Zaterdag reeds in orde gebracht
voor de plechtige opening der nieuwo zitting
op aanstaanden Dinsdag; de treden van den
troon verlengd tot een estrade met den konink-
ïyken zetel in het midden; de middelste rijen
banken aan de rechterzijde weggenomen en
de trapjes naar de zilplaatsen vervangen
door een atloopend plankier.
De voorzitter van do Eerste Kamer en de
heeren griffier en commies-griffiors bezetten
by de sluitingsbijeenkomst in ambtskostuum
het bureau en tegenover dien zetel hadden de
loden der commissie van ontvangst, allen in
gala, zich in een groep vereenigd.
By de opening der vereenigde vergadering
bovonden zich behalve voornoomdo leden alleen
in de zaal de heeren Gleichman, generaal Van
der Schrieck en J. M. Pynacker Hordijk, by
wie zich later voegden de heeren Geertsema,
Zylma, Heldt en Travaglir.o.
De publieke tribune was vol en op de kleine
tribune woonden eenige jongejuffrouwen do
constitutioneele handeling by, welke overigens
het gewone verloop had.
Buiten op het Binnenhof werd wederom
een nieuwsgierige menigte door het schouw
spel van de staatsiekoets met groot livrei,
voorafgegaan en govolgd door een peloton
huzaren, staande gehouden.
Aan den hoofdingang van het gebouw stond
een wacht van 6 man en by het passeeren
van den minister over het Buitonhof kwam
do hoofdwacht uit, den gemachtigde van H. M.
do Koningin-Regentes met trommelslag do
militaire eer bewijzend.
Op de gisteren ter wereldtentoonstelling
te Amsterdam geopende derde tydelyke tuin
bouwtentoonstelling is met de gouden medaille
bekroond de firma Becherer eu Van Eldik,
bloemisten, Houtweg 5, te 's Gravenhage.
Een bronzen medaille verwierf de heer
W. C. Boer, te Boskoop, en een zilveren de
heer D. Spaargaren, te Aalsmeer.
Te 's-Gravenhage is overleden de heer
B. E. J. H. Becking, oud-kolonel, chef van
den geneeskundigen dienst van het Oost-
Indisch leger. De ter aarde bestelling zal ge
schieden morgen, Dinsdag, te éón uur, op de
begraafplaats Eik en-Duinen.
Door B. en Ws. van 's Gravenhage is
benoemd tot hoofdcommies, chef der afdeeling
financiën, mr. J. W. Smidt, thans adjunct-
commies ter gemeente secretarie.
Op Lombok is door een val met zyn
paard in 41-jarigen ouderdom overleden de
kapitein der inf. Louis Cranon.
De officier van gez. der 2de klasse C. H
Ter Laag, van het 3de reg. inf., wordt 1 Nov.
a. s. overgeplaatst als chef van den genees
kundigen dienst by het garnizoen te Geer-
truidenberg.
In den loop der maanden October, No
vember of December a. s. zal gelegenheid
worden gegeven tot het afleggen der exa
mens ter verkrijging van een getuigschrift
als apothekersbediende. t
Zy zullen worden afgenomen te Breda en
te Kampen. Aangifte vóór 1 October a. s.
Zy, die te Breda wenschen geëxamineerd
te worden, behooren zich to wenden tot den
inspecteur voor het Geneeskundig Staatstoe
zicht voor Zeeland en Westelijk Noord-Bra
bant, dr. A. Van der Loeff, te Breda, en zy,
die Kampen verkiezen, tot den inspecteur
voor het Geneeskundig Staatstoezicht voor
Overysel en Drente, dr. D. Lubach, te Kam
pen, me't overlegging van een extract uit de
registers van den burgeriyken stand, waaruit
blijkt, dat zy den leeftijd van achttien jaren
hebben bereikt.
De groothertog van Saksen en de hertogin
van Mecklenburg, zyno dochter, hebben gister
ochtend per Staatsspoor te 7 40 locale tyd
de terugreis van 's Gravenhage naar "Weimar
aangenoraon.
De vorsteiyke personen kwamen mot hun
gevolg in hofrytuigen van de badplaats en
vonden aan het station, aan den ingang van
het koninkiyk wachtsalon, verschillonde auto
riteiten, benevens vele dames en heeren, te
hunner uitgeleide aanwezig.
Do hertogin droeg eenige fraaie bloemrui
kers, waarby baronesse Sirtema van Grove-
stins nog een sierlyken, met linten en de
nationale kleuren prykenden ruiker voegde,
als aandenken aan Holland. De dames Röell,
Von Reichenau en Van Tienhoven begroetten
de hertogin hier tevens.
Van allo aanwezigen namen de vorstelijke
personen een hartelijk afscheid, zoowel in de
wachtkamer als op bet perron, terwyl de her
togin nog zoolang de trein zichtbaar was uit
het 8alonrytuig der Duitsche spoorwegmaat
schappij met den zikdoek ten afscheid wuifde.
Zondag-morgen werd in alle katholieke
kerken te Amsterdam een schrijven voorge
lezen van Mgr Bottemanne, bisschop van
Haarlem, waarin by aan de katholieken van
Amsterdam bekend maakt, dat daar ter stede
is opgericht een katholiek gymnasium, hetwelk
zal bestuurd worden door de paters Jezuïeten
en deze week zal geopend worden.
Het schryven eindigt met een dringende
aansporing aan die ouders, wier zonen gym
nasiaal onderwys noodig hebben, om van deze
school gebruik te maken.
Door de commissie voor de ziekenver
pleging uit het boofd-comité van het Ned.
„Roodo Kruis", zyn, met ingang van 1 Oct.
a. s., in het Ziekenhuis aan den Coolsiugel
to Rotterdam geplaatst als leerling-pleeg
zusters van bovenvermelde vereeniging: moj.
E Kampman, van Brielle; J. J. Van Oven,
van Dordrecht; E. H. H. Pino Post, van
's-Gravenhago; A. E. Schipper, van Delft, en
G. Zoete, van Harlingen.
Het voornomen bestaat, op het Harmon-
jansenveld te Haarlem behalve een huis van
bewaring ook een strafgevangenis te bouwen.
Naar „De Tyd" mededeelt, heeft do aarts
bisschop en de bisschoppen van Nederland
gezamenlijk een adres gericht tot Z. H. den
Paus, om dezen „hun gevoelens te betuigen
op den aanstaanden gedenkdag der over
weldiging van Rome."
De 1ste luitenant P. H. Specht Gryp,
7an het 4de reg. infanterie, wordt ge-
durondo de maanden October, November en
December 1895 en Januari 1896 gedetacheerd
by het 1ste reg. vesting artillerie te Utrecht.
Het gebouw van den Utrechtschen
Studentenbond, Voorstraat 23 te Utrecht, zal
den eersten October a. s. door den U. S.-B.
officieel in bezit worden genomen.
De Koninginnen woonden Zondagmorgen
de godsdienstoefening by in de Ned.-Herv.
kerk te Apeldoorn, onder gehoor van ds. C.
Hattink.
Naar de „N. R. Ct." verneemt, is door
het Nederlandsch Landbouw-comité eene com
missie benoemd tot onderzoek van het vraag
stuk der inkomende rechten op landbouw
producten. Deze commissie bestaat uit de
heeren: H. F. Bultman, D. F. A. Bauduin,
dr G. W. Bruinsma, J. Rienks, J. Rinkes
Borger, B. G. Van der Have en mr. P. H.
A. Tydeman.
Het stoomschip „Bundesrath" vertrok
14 Sept. van Durban naar Rotterdam en
Hamburg; do „Kanzier", van Oost-Afrika
naar Vlissingen en Hamburg, vertrok 14 Sept.
van Port Said; de „Maasdam" arriveerde 15
Sept. van Rotterdam te Nieuw-York; do
„Prins van Oranje", van Batavia naar Amster
dam, arriveerde te Marseille 15 Sept.; de
„Transvaal", van Amsterdam en Londen naar
Kaapstad, vertrok 13 Sept. van Daitmoutb.
By koninkiyk besluit is benoemd: met
21 dezer tot burgemeoster van Alkemade de
heer F. H. Van Wieken, secretaris dier ge
meente met 1 Oct. a. s. tot id. van Nieuwkoop
do heer H. B. Onderwater.
Benoemd tot leeraren aan de Rykslandbouw-
school te Wageningen; A. R. Vermeulen,
thans onderwijzer aan openbare lagere scholen
te Rotterdam, en G. W. Spitzen, thans leeraar
aan de Hoogere Burgerschool te Brielle.
Met ingang van 1 Oct. a. s.lo. op pensioen
gesteld: a. de oir. officier van gez. 1ste kl.
by de zeemacht F. H. L. Roessingh van
Iterson, op zyn verzoek; b. do dir. officier
van gez. 2de kl. by do zeemacht dr. T. Swart
Abrahamsz, en hun toegekend; aan eerstge
noemde een pensioen van 1800 en aan
laatstgenoemde een pensioen van 1553
'sjaars, alsmede eene verhooging ingevolge
artikel 1, c, der wet van 1 April 1875
onderscheidenlijk van 750 en 975 'sjaars;
2o. bevorderd by de zeemacht: tot dir. off.
lste klde dir. off. van gez. 2do kl. dr. W.
Schutte; en tot id. 2de kl. do off. van gez.
lste kl. dr. M. Rutgers van der Loeff en A.
F. Verschuur.
Aan den luit. ter zee 2de kl. G. A. Van
Vloten vergunning verleend tot het waar
nemen van eene particuliere betrekking huiten
het zoewezen in Oost-Indië, voor den tyd van
óón jaar, ingaande 16 dezer.
Pensioen verleend aanR. D'hont, wed. J.
Vermeulen, directeur van do Ryks Hoogere
Burgerschool te Middelourg, 600; de dochter
van wijlen den rijksveldwachter W. Allaarfc,
27T. H. Bruio^f wed. J. Nieuwenliuis,
commies ter provinciale griffie van Groningen,
568; H. L. J. Döbken, wed. J. A. Meyboom,
commies lste kl. by 's Ryks bel., 231; F.
Van der Nol, wed. J. Maan, brieven- en tele
grambesteller, ƒ59; M. M. Janssen, wed. G.
J. Resloo of Rysloo, commies lste kl. by
'sRyks bel., 124; M. J. Jessen, wed. R.
Huizonga, brievengaarder, 94; G. Stek, wed.
G. Heckman, commies 2de kl. by 's Ryks
bel., ƒ303 'sjaars.
De met verlof bier te lande aanwezige
kapitein intendant van het leger in Ned.-Indië
P. Brouwer, op zyn verzoek, met ingang van
1 Nov. a. 8., eervol uit den militairen dienst
ontslagen, met toekenning van pensioen.
De predikant by de Prot. gemeente in
Ned.-Indië, L. S. De Bruyn Jr., thans met
verlof hier te lande, op zyn verzook, wegens
physieke ongeschiktheid, eervol uit 's lands
dienst ontslagen, met toekenning van pensioen.
Vergund: Aan den Oost Indischen hoofd
ambtenaar dr. M. Treub, laatstelijk directeur
van 's lands plantentuin te Buitenzorg, thans
met verlof hier te lande, het aannemen van
het ordeteeken van commandeur der orde van
de Waakzaamheid of den Witten Valk; aan
d<*i kapitein jbr. W. J. P. Van den Bosch,
van den grooten staf, adjudant van H. M.
de Koningin, het aannemen en dragen der
ordeteekenen van ridder der 2de klisse in
de orde van St.-Stanislas.
Een gedenkteeken yoor mr. W. K. Van Deilom.
Onderteekend door een dertiental vrienden
en vereerders van den overledene, is een cir
culaire verspreid, waarin bijdragen gevraagd
worden voor een gedenkteeken op het graf van
mr. W. K. Van Dedera. Daaraan is het vol
gende ontleend:
„Toen zich eenigen tyd geleden het bericht
verbreidde, dat mr. Willem Karei baron Van
Dedem, oud-Indisch advocaat, gedurende vele
jaren burgemeester van Hoorn en lid van de
Tweede Kamer, laatstelyk minister van kolo
niën, aan eene kortstondige ziekte onverwacht
te Calcutta was overleden, openbaarde zich
een algemeen gevoel van deelneming.
„Zyne groote gaven van geest en hart, do
hooge opvatting van zyne levenstaak op kolo
niaal gebiod, zyn dood te midden van een
onderzoek, ter wille dier taak ingesteld naar
de toestanden in Britsch-Indië, werden ia
moederland en koloniën door alle organen der
openbare meening, zonder onderscheid van
richting, met warme vereering herdacht.
„Van die hulde zijner landgenooten door een
passend gedenkteeken getuigenis af te leggen
op de plek zelve, waar hy eenzaam onder
vreemden rust, moet aan eene behoefte van
piëteit beantwoorden, die door velen zal wor
den gevoeld.
„Do ondergeteekenden hebben zich tot een
hoofdcomitó vereenigd, om dat doel te helpen
verwezenlijken. Bovendien zyn voor Oast- en
West Inoië, alsmede plaatseiyk voor do ge-
meent o Hoorn, bijzondere comités uitgenoodigd.
„Daar in don regel gaarne eenige aanwyzing
wordt verlangd oratront het gewonschte bedrag,
wordt met het oog op de verwachte deel
noming voorgesteld eene bydrage van „vyf
guldon", ofschoon ook meerdere of mindere
bydragen in dank zullen worden aanvaard."
Onderteekonaars dezer oproeping zijn de
heerenjbr. mr. P. M. F. Van Meeuwen,
vice-pres. van het Gerechtshof te's Hertogen
bosch, voorzitter; mr. J. Van Gennep, lid der
Tweede Kamer, te 's Gravenhage, secretaris
mr. N. P. Van don Berg, president der Nederl.
Bank, te Amsterdam, penningmeester; mr. W.
G. baron Brantsen van de Zyp, oud-lid der
Tweede Kamer, te Zypendaal by Arnhem;
J. T. Cromer, lid der Tweede Kamer, te
's-Gravenhago; J Groot Jr., wethoudor en
dykgraaf van Drechte-land, te Hoorn; mr. Al.
baron Mackay, minister van Staat en lid der
Tweede Karnor, te 's-Gravenhage; mr. D.
baron Mackay van Ophemert, lord Reay, te
Londen; dr. R. P. Mees, lid der Tweede
Kamer, te Rotterdam; mr. W. C. baron Van
Pallandt van Waardenburg en Neerynon, lid
der Eerste Kamer, to Neerynenmr. W. baron
Röell, lid van Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland, te Amsterdam; A. baron Schimmel-
penninck van der Oye, Commissaris der
Koningin, te Utrecht, en mr. E. Tilman, lid
van het Gerechtshof te 's-Hertogen josch.
Met scherpe wapenen.
60)
Sir John hield hier plotseling met een
lachje op.
„Ik waa op het punt profaan te gaan wor
den," zeide hy, terwyl hu haar kopje aannam.
„Maar ik weet, dat u daarvan niet houdt."
Zy keek hem aan met een flauw lachje.
Zou hy, dacht ze, nog evengoed als zy
zelf, zich herinneren, dat het wel een halven
mer.schenleeftyd waa geleden sedert zy hem
een aanmerking maakto over dat profaneeren?
„Kom," sprak zy opstaande, „breng my
in do zaal terug en ik zal wel iemand vinden,
dio my aan dat meisje voorstelt."
Jocelyn zat naast het haardvuur, sprak met
een witgeknevelden landontdekker en luisterde
goedig naar een beschryving van de reizen,
die reeds in het vergeetboek waren gedrongen
door vele latere tochten. Zy waa wel wat
verwonderd, toen een oogenblik later de vrouw
des huizes op haar toekwam en een dame
aau haar voorstelde met vriendelyke, schitte-
rondo oogen, die zy Lady Cantourne noemde.
Zy meende zich te herinneren wel eene van
dio dame gehoord te hebben, als het middel
punt van een eersten kring der oude school,
maar waarom deze wenschte aan haar voor
gesteld te worden, was haar niet duidelyk.
„U zoudt wel willen weten," sprak Lady
Cantourne, nadat ze den reiziger op een anderen
tocht had uitgezonden, „u zoudt wel eens wil
len weten, waarom ik uw kennismaking zoek?"
Zy keek het jonge meisje aan met heldere,
onderzoekende oogen.
„Dat kan ik niet ontkennen," klonk Jocelyns
antwoord.
„Daarvoor bestaan twee redenen: de eene
heel ailedaagsch, de andere van meer teederen
aard. Ik maak gaarne kennis met personen,
dio by een eerste ontmoeting een aangenamon
indruk op my maken. Ik ben een oude vrouw
en u behoeft uw hoofdje niet te sohudden,
myn lieve I Ik ben byna een heel oude vrouw,
maar nog niet heelemaal. Myn heele leven
ben ik op eerste indrukken afgegaan, en
zy zweeg even en tuurde op den kant van
haar waaier, „en ik geloof dat ik me niet
meer vergist heb dan de rest. Ik heb altyd
getracht in kennis te komen met menschen,
die my op bet eerste gezicht trokken. Ziedaar
myn alledaagsche reden! Ik mag dat wel
zeggen, nietwaar?"
Jocelyn lachte en kleurde een weinig.
Lady Cantourne merkte dit op en knikte
goedkeurend.
„En nu myn andere: Jaren geleden, op
school, kende ik een meisje, waarop u zeer
veel goiykt. Zy heette Treseaton - Julia
Treseaton."
„Dat was myn moeder!" sprak Jocelyn
met warmte.
„Dat dacht ik wel. Eerst was ik er niet ge
heel zeker van, maar toen ik u hoorde spreken,
twyfelde ik niet langer. Zy bewoog haar lippen
juist zooals u. Ik vrees, dat ze dood ie."
„Ja, zy stierf in Afrika, byna vyf en twintig
jaar geleden."
„In Afrika? Waar?"
Opeens wist Jocelyn, waar zy den naam van
Lady Cantourne reeds had gehoord. Slechte
eenmaal! Dat was de tante, by wie Miilicent
Chyne inwoonde! Deze opgewekte, kleine dame
kende Jack Meredith en Guy Oscard en zy
ging dagelyka om met Miilicent Chyne.
„Aan de Westkust," sprak ze aarzelend.
Zy wilde tyd winnen om het met zichzelf
eens te kunnen worden.
Jack Merediths naam wilde zy liever niet
noemen tegenover deze vrouw van de wereld.
Met Maurits of Guy Oscard ging dat, maar
met een vrouw was dat heel anders. Bezwaar-
lyk kon zy iets beters gezegd hebben, waDt
Lady Cantourne had tyd noodig om uit te
maken, waar Afrika'a Westkust wel lag.
„Een ongezonde atreek, nietwaar vroeg
Lady Cantourne verder.
„Ja.
Jocelyn hoorde die vraag nauweiyka. Met
ingehouden adem keek ze begeerig rond.
Hoogstwaarechyniyk zou ook Miilicent Chyne
aanwezig zynen zy twyfelde er geen oogen
blik aan, of zy zou haar terstond herkennen.
„En u kent die wereldstreek zeker heel
goed?" sprak de dame, die een verandering
opmerkte in Jocelyns houding.
„O jat"
„Heeft u ooit van een plaats gehoord, die
Loango heet?"
„O, ja, daar woon ik."
„Zool dat tref ik. Ik steltegenwoordig veel
belang in Loango, moet u weten. Maar ik
kende tot nu toe niemand, die er woonde."
„Uit vrye verkiezing woont niemand daar,"
verklaarde Jocelyn. „Myn vader was rechter
aan de kust, en na zyn dood bekleedde myn
broeder, Maurite, te Loango een betrekking.
Acht maanden van het jaar moeten wy daar
wonen."
Nu zou het komen; dat wist zyi Maar ge
lukkig viel het beter uit dan zy had durven
hopen. Om de een of andere reden keek Lady
Cantourne recht voor zich uit, terwyl zy vroeg
„Dan heeft u daar zeker Jack Meredith
ontmoet, een vriend van my? Misschien wel
twee vrienden, want als ik wèl heb, is hy
geasaocióerd met Guy Oscard voor een won-
derlyke onderneming."
„O, ja," antwoordde Jocelyn, zoer voor
zichtig, ,ik heb beiden ontmoet. Mynheer
Oscard gebruikte zyn lunch by ons even voor
dat wy Afrika verlieten."
„Zóó, zeker nadat hy ona zoo plotseling
verliet! Daar hoorden wy nooit het rechte van.
Hy ging heen zonder afscheid te komen nemen,
nadat hy een telegram had ontvangen, en liet
een kort, weinig zeggend briefje achter voor
myn voor ons. Later schreef hy nog eons
uit Afrika, maar, daar weet ik geen byzonder-
heden van. Ik geloof dat Jack Meredith in hot
een of ander gevaar verkeerde. Maar het is
een vreemde onderneming, nietwaar? Als ik
goed begryp, zullen ze daar fortuin maken?"
„Dat zeggen de menschen," antwoordde
Jocelyn. Zy moest nu kiezen, alles vertellen
dat ie alles wat ze wist of niets. Daarom
vertelde zy niets. Zy kon niet zeggen, dat zy
genoodzaakt waa geweest hals over kop op te
breken en Loango te verlaten, terwyl het lot
van Jack Meredith nog onbeslist was, omdat
de gezondheid van haar broeder het opeens
dringend vereiBchte. Zy kon Lady Cantourne
niet vertellen, dat ai wat haar lief wa3 in
Afrika toefde, dat zü gojaagd de dagen telde,
die zy nog ver van daar zou moeten door-
brongen. Zy mocht geen ondoelbaar oogenblik
den eluior opheffen, die de kwellende onrust
bedekte, welke haar hart vervulde, en het alles
overstemmende verlangen om eindelgk toch
te weten of Guy Oscard tydig het Plateau had
bereikthaar hart was er zóó van vervuld, dat
zy met geon mogelykheid had kunnen spreken
van het gevaar, waarin Ja-k Meredith ver
keerde, zonder zich te verraden.
„Vreemd," zeide Lady Cantourne, „zoo te
weten, dat u in Loango leeft, en dat u de
laatste is, die Jack Meredith heeft gezien en
gesprokenHier in de zaal zyn van avond
twee menschen aanwezig, die u wel van den
morgen tot den avond allerlei vragen zouden
willen doen, maar geen van beiden zal dat
iaten merken. Hoeft u mu daareven door de
zaal zien gaan met een langen, tameiyk ouden
heer?"
„Ja," antwoordde Jocelyn.
„Dat was Sir John Meredith, de vader van
Jack," zei Lady Cantourne byna fluisterend.
„Zy hadden oneenigheid Bamen, weet ui De
menschen zeggen, dat bet Sir John niet kon
schelen, dat hy geen hart heeft, en zoo al meer.
Het tegenovergestelde zegt de wereld nooit;
dat moet men uitvinden, maar ik - ik geloof,
neen, ik weet het tegenoverge3toldo. Hy lydt
er zeer onder en zou er alles voor geven om
iets van Jack te hooren; maar u naar hem
vragendat nimmer I"
(Wordt vervolgd.)