feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Met scherpe wapeiien. N°. 10907 Zaterdag 14 September. A0. 18ao IEIDSCH DAfrBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 8 maanden Franco per post1.40. Afzonderlijke Hommersr 0.05. PRIJS DER AD VER TEUTTEN": Yan 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Leiden, 13 September. In de alhier onder voorzitterschap van dr. D. De Loos in het Nutsgebouw gehouden vergadering der „Veroeniging voor Lijkver branding", afdeeling Le.den, werd benoemd tot voorzitter dr. R. Horst, in de plaats van dr. D. De Loos, aftredend bestuurslid, die niet herkiesbaar was. Besloten werd ter algemeene vergadering het voorstel te doen om de algemeene ver gadering in 1896 te Nijmegen te houden. Benoemd is tot lid van het afdeelings- bostuur te Leiden dr. R. Benjamins. Gekozen werden tot afgevaardigden ter algemeene vergadering, te dezen jare te 's-Gravenhage te houden, de heeren D. Neur- denburg en dr. R. Benjamins. De volgende week, van 16 tot 21 Sept., wordt hier ter stede gehouden het 3de inter nationaal zoölogisch congres, onder bescher ming van H. M. de Koningin Regentes. By die gelegenheid worden alhier Dinsdag avond verwacht de beide Koninginnen met prinses Pauline van Wurtemberg, ter bijwoning van eene voordracht over ornithologie (vogel kunde) door den Engelschen geleerdo R. Bowdler Sharpe, uit Londen. Terstond na afloop der voordracht, welke in de Stadszaal zal plaats hebben en door lichtbeelden, enz. zal worden opgehelderd, zullen de vorstelijke personen weder naar de residentie terugkeeren. Onze stadgenoot de heer N. Huntelman, van vorige jaren welbekend, zal, volgens in dit blad voorkomende advertentie, a. s. Maan dag-avond in het Nutsgebouw voordrachten houden. 's Rijks Ethnographisch Museum hoeft van den heer W. F. Yan Yliet, te 's Graven hage, de onderstaande voorwerpen ten ge schenke ontvangen (geïnventariseerd als serie 1006, Nos. 1 en 2): 2 matten van welriekende wortels (akar wangi) uit Ned. Indië. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Te Groningen zyn door het prov. kerk bestuur tot de evangeliebediening in de Ned.- Horv. Kerk toegelaten de candidaten van de Leidsche hoogeschool de heeren S. Winkel, te Beem8ter, en J. A. Bruins, te Idaard (Fr.) Den lsten October a. s. zal de nieuwe burgemeester van Wassenaar, baron Van Zuylen, feesteiyk worden ingehaald, waartoe de ingezetenen reeds belangrijke bydragen hebben beschikbaar gesteld. De collecte voor noodiydende kerken en personen heeft te Benthuizen opgebracht eene som van f 6.23. Met ingang van 1 October a. s. zullen de nagemeldo Rykstelcgraafkantoren op werk dagen open zijn als volgt: Alfen, 7 u. 30 m. tot 4 u. 30 m. en 6 u. tot 7 u. 30 m.; Haarlemmermeor, 8 u. 30 m. tot 2 u. en 4 u. tot 6 u. 30 m. De diensturen dezer kantoren op Zon- en feestdagen ondergaan geene verandering. In de raadsvergadering van Boskoop is gisteren, daar de heer C. Van Kleef, in de vorige vergadering tot wethouder benoemd, bedankt had, tot wethouder gekozen do heer A. Koster Mzn., die do benoeming aannam. Voorts werd tot tydeiyk wethouder be noemd de heer C. Van Kleef, die zich deze benoeming liet welgevallen. Van den hoer K. Wezelenburg, firma C. De Vos, tuinbouw-inrichting te Hazers- woude, ontvingen wy e9ne afboelding van een nieuwe gele vlier (Sambucus racemosa plu- mosa foliis aureis.) Deze variëteit, nu voor de eerste maal aan geboden, is in de kweekeryen van den heer Wezelenburg ontstaan uit de „Sambucus racemosa plumosa." De bladeren van deze goed groeiende varië teit zyn standvastig goudgeel, prachtig inge sneden en volkomen tegen de zon bestand. Da jonge bladeren vertoonen tevens eenige bruinachtige strepen, welke de plant nog een schooner aanzien geven. Deze plant wordt byzonder aanbevolen voor tuinen en vakken, waar een kleurschakeering gewild is, aangezien de kleur tot laat in den herfst constant biyft. Als nieuwe plant verwierf zy reeds eenige bekroningen, nl. de zilveren medaille te Gent September 1894; het getuigschrift van ver- diensto te I.onden Mei 1895; het getuigschrift eerste klasse door de Pomologische Vereeni- ging te Boskoop Juli 1895, en het getuig schrift eerste klasse door de Ned. My. voor Tuinbouw en Plantkunde te Amsterdam Aug. 1895. Aanstaanden Woensdag, 18 September, dos morgens om 10 uren, zal de „Vereeniging van gemeonte-veldwachters in de provincie Z.-H." (goedgekeurd by koninklgk besluit van den 24sten Mei 1895, No. 45) hare eerste al gemeene vergadering houden in het café van den heer Snyder, Coolsingel No. 23, te Rotter dam. Alle gemeente veldwachters in deze provincie, die nog geen lid zyn van deze ver eeniging en het op die vergadering nog wen- schen te worden, kunnen haar bywonen. De lessen der school voor kunstnyver- heid, verbonden aan het Museum van Kunst- nyverheid te Haarlem, werden den lsten September, wat betreft den dagcursus, hervat. Genoemde school werd in het vorige school jaar door 88 vrouwelyke en 193 mannelyke leerlingen bezocht, die niet alleen uit Haarlem en omstreken, doch uit verschillende plaatsen van ons land, als Amsterdam, Zaandyk, Schagen, Purmerend, Utrecht, Eindhoven, Sluis, Arnhem, Winterswyk, Leeuwarden, Harlingen, Deventer, Leiden, Vlissingen en Zutfen tot het bezoek der school waren overgekomen. De vrouwelyke leerlingen bekwamen zich in het teekenen en schilderen van pleister en stillevens en het ornamentale teekenen voor industriëele doeleinden; de eischen van de toelatings examens voor de ryks-acaderaie en de ryks-normaalschool voor teekenonderwyzers worden hierby in het oog gehouden. De aandacht van belangstellenden wordt vooral gevestigd op de gelegenheid, die de school aanbiedt voor mannelyke leerlingen voor de opleiding tot decoratieschilder ornamen tale beeldhouwer in hout en modelleur, graveur en stempelsnyder, lithograaf en teekenaar naar kunst-industriëele doeleinden. Daar het onderwys op practische wyze, zooals dat in de werkplaats geschiedt, gegeven wordt, zyn de leerlingen, nadat de geheele cursus met vrucht is doorloopen, in hun vak zoo ver, dat ze met goed gevolg in de practyk kunnen treden. Met voldoening kan dan ook op de ver kregen resultaten gewezen worden, daar alle jongelieden, die de school na volbrachten leertyd hebben verlaten, eene goede maat- schappc-iyke positie innemen. De directeur der school, de heer E. Von Saher, is gaarne bereid alle verdere inlich tingen te verschaffen, alsook het verslag en leerplan aan belangstellenden toe te zendon. De Nedorlandscbe Slagershond vergaderde te 's Gravenhage om te bespreken wat door den bond moet worden gedaan tegen de beweging, die onder de landbouwers bestaat, om voetstoots te verkoopeneene beweging, ontstaan na eene beslissing van den Hoogen Raad in eene quaestie in de provincie Limburg met in beslag genomen vleesch. Na een uitvoerig debat werd eene motie van den voorzitter, den heer E. M. Van Santen, te 's-Gravenhage, aangenomon, welke, eenigs- zins gewyzigd, aldus luidde: „De algemeene vergadering van den Alg. Ned. Slag.-bond van 11 September 1895 te 's-Gravenhage Gehoord de verschillende besprekingen, en in aanmerking nemende de onderscheidene toestanden, draagt aan hare leden in de eerste plaats, maar verder ook allen vakgenooten in Nederland op niet voetstoots te koopen meent echter dat daar, waar de regeoring nog geen uitvoering heeft gegeven aan de by art. 152 der Grondwet gedane toezegging, eene gelegenheid moet worden aangegrepen, om, zoolang geen wetteiyko regeling heeft plaats gehad, met de onderscheidene landbouw- maatschappyen te overleggen, wat in het belang van beide partyen slachter en land bouwer, kan worden gedaan." Vervolgens werd besloten om zich in ver binding te stellen met de landbouwmaatschap- pyen om by de regeering aan te dringen op uitvoering van art. 152 der Grondwet die nog maar steeds op zich laat wachten. Door den heer Schönthaler, slager, uit Amsterdam, werd protest aangeteekond tegen eene noot van de Redactie van een der bladen, onder een verslag der landbouwvergadering, gehouden te Amsterdam in „Concordia". Door den verslaggever was hem in den mond gelegd „dat hy het niet goedvond dat beesten, lydende aan tuberculose, worden afgekeurd", en de redactie voegde daaraan toe „nu kan het publiek eens nagaan, in welke handen het zou worden overgeleverd, wanneer zulken lui plein pouvoir werd gegoven." Nader lichtte spreker zyne bedoeling toe en wees er op, dat hy volstrekt niet tegen keuring is; integendeel. Mmr waar hy tegen opkomt is, dat in do eene gemeente het vleesch, wegens tuberculose of wat dan ook wordt afgekeurd, terwyi dit in eene andere gemeente straffeloos wordt ingevoerd en verkocht. Zoo lang niet eene rykskeuring is ingevoerd, noemde spreker het eene schande, en hy herhaalde dit hier, dat in enkele gemeenten slechts oene keuring bestaat ten ko3te van de beurs van zoo velen. Door den voorzitter werd medegedeeld, dat het Departement van Oorlog, te beginnen met 1 Januari a. s., spek zal aanbesteden met en zonder den Bondsstempel. Vertegenwoordigd waren ter vergadering Amsterdam, Rotterdam, Gouda, Delft, Leiden, 's-Gravenhage, Utrecht, Alkmaar en Haarlem en 26 Bondsleden. Te Apeldoorn heeft de 43ste vergadering der Evangelische Maatschappy plaats gehad, onder het presidium van dr. H. G. Hagen, pred. te Leiden. Na opening met gebed sprak de voorzitter nogmaals zyno teleurstelling uit, dat de Maan dag gehouden byeenkomst in de Ned.-Horv. kerk onder leiding van ds. J. Quast, pred. te Utrecht, zoo slecht'bezocht was geweest, Spr. bracht ds. Qua6t den dank der vergadering voor de schoone rede, waarna hy het woord gaf aan den secretaris, ds. Herderschee, pred. te Deventer, tot het uitbrengen van het ver slag. Uit dit verslag bleek o. a. dat de Maat schappy op bet oogenblik uit ongeveer 3240 leden en begunstigers bestond. Dj mededoelingen van den colporteur der Maatschappy, den heer Van Woerden, bewezen dat er nog zeer velen gevonden worden, die het doel en de strekking der Maatschappy niet begrypen, en die, door anderen aangezet, der Maatschappy een kwaad hart toedragen. Mr. W. B. Borgsma, te Apeldoorn, toonde hierna met eenige voorbeelden aan, hoe de vijanden der Maatschappy in Indië altyd en overal trachtten haar der. voet dwars te zetten. De rekoning van don penningmeester werd daarna nagezien en accoord bevonden en dezen, den hoer Huidecoper, den dank der vergadering gebracht voor zyn nauwkeurig beheer. Daarna sprak de voorzitter nog eenige woorden van waardeoring en drukte zyn leed wezen uit, dat de pogingen, om den heer Huidecoper terug te brengen van zyn besluit om af te treden, niet bebbfn kunnen slagon. Het voorstel van 's-Hertogenbosch, luidende: De algemeene vergadering machtigt het hoofd bestuur tot de uitgave van een scheurkalender door de „Evangelische Maatschappy", werd aan de prudentie van het hoofdbostuur over gelaten. Aangaande het voorstel van Hengeloo, lui dende: Do algemeene vergadering draagt het hoofdbestuur op maatregelon te nemen tot verandering van hot Maandblad in een Week blad, werd aangenomen bywyze van proef het maandblad te veranderen in oen half maandelyksch blad. Van het hoofdbestuur waren aan do beurt van aftreding de heeren dr. J. Herderschee te Deventer (herkiesbaar), mr. E. baron Collot d'Escury te Dordrecht (niet herkiesbaar) en A. W. Huidecoper, die zich niet herkiesbaar stelt. In hunne plaats werden dr. J. Herder schee herbenoemd en benoemd de heeren A. C. J. v. d. Kemp, em. pred. te Arnbem, en dr. A. Zuyderaa, te 's-Bosch. Hierna kwam aan de orde de bespreking van nog enkele punten. Nadat de heer Ludwig, van Den Helder, den voorzitter dank had gezegd voor zyne leiding, sloot deze de vergadering met gebed. Ter vergadering waren 36 stemgerechtigden en 7 gasten aanwezig. Tydens het diner, dat in het hotel „De Keizerskroon", op het Loo by Apeldoorn, werd gehouden na afloop der vergadering, is oen telegram van huldebetuiging aan HH. MM. de Koninginnen verzonden, waarop namens HH. MM. als antwoord werd ontvangen een telegram van dezen inhoud„Gelieve den wel- gemeenden dank van H. M. de Koningin- Regentes te ontvangen voor op beide Koning innen uitgebrachte wenschen. De adjudant van dienst, Grovestins." Don Commissarissec der Koningin in de onderscheidene provinciën is door den ministor van justitie verzocht do burgemeesters uit te noodigen, voortaan de maandelyksche opg-.ven van overtredingen der wet tot regeling d r jacht en visschery, welke hun door de ambte naren van het Openbaar Ministerie by te kantongerechten worden toegezonden, tevens to raadplegen by de beoordeeling van verzo ken om buitengewone machtiging lot het schieten van schadeiyk gedierte. Bepaaldeiyk wat betreft den waarborg, dien de persoon, te wiens be hoeve de machtiging wordt gevraagd, ople vert tegen misbruik. By koninkiyk besluit van 29 Aug. (Stsbl. 153) is, met aanvulling van het voorlaatste lid van art. 3 der bepalingen betreffende het groot ambtenaarsexamen voor den Inoischea dienst, behoorende by het koninkiyk besluit van 20 Juli 1893, No. 29, bepaald dat tot het afleggen van het tweede gedeelte van genoemd examen ook worden toegelaten zy, die voldaan hebben aan een der examens, genoemd in art. 2, 2de lid, van bovenbedoelde bepalingen en in Nederland ten genoegen van den minis ter van koloniën en in Nederlandsch Indië ten genoegen van den gouverneur-generaal bewy- zen, dat zy zich voor het groot ambtenaars examen voor den Indischen dienst hebben voor bereid vóórdat in 1893 de gelegenheid werd gegeven om het af te loggen. {Sis. Crt Het is reeds geruimen tyd bekend, dat generaal Vetter over land naar Marseille gaat, om van daar per „Soembing" van de Rotterd. Lloyd de reis naar Indië te vervolgen. Dit stoomschip vertrekt Zaterdag van Rotterdam. Het plan heeft bestaan den generaal uit te noodigen by het vertrek van het schip van de Wilhelminakade tegenwoordig te zyn, ten einde in hem en de aan boord aanwezige troepen het Indische leger nog eens te hul digen. Men was zelfs op het denkbeeld ge komen, om, ten einde de illusie volkomen te maken, den generaal aan boord te doen gaan, om aan den Hoek van Holland het schip weer to verlaten, waardoor hem een uitgeleido in optima forma gegeven had kunnen worden, Van al deze plannen komt intusechen niets, daar de „Soembing", naar men verneemt, morgen, Zaterdag, zonder eenig ceremoniëol zal vertrekken. F'eiiilleton. 64) „Wat bedoel je daarmee?" „Slaven," antwoordde Jozef scherp, en sloeg aan zonder eigeciyk te weten waarom. „Slaven! wat drommel, waar praat je nu van Jozef kwam dichter by. „De veertig mannen, ten minste vier en dertig nu, die wy van Msala meebrachten. Myn heer Durnovo's mannen, die hier de Simiacine, zooals ze dat goedje noemen, verbouwen, zyn fiiet zooals de anderen, mynheer." „Dat is waar ook. Wy huren zo niet direct, "toy huren ze van Mynheer Durnovo en aan hom betalen wy hun loon uit. Zy behooren niet tot denzelfden stam als de anderen, ze 2yn niet geschikt om te vechten, maar voor den landbouw bestemd." „Ja," hernam Jozef na een kortzwygen, „maar i3 het niet gek, mynheer, dat ze nog geen ^e'.d gezien hebben?" „Dat is hun zaak." „U heeft gelyk, mynheer 1" Nadat de bediende op die wyze zyn ver moeden had te kennen gegeven, ging hy heen, bedenkelyk het hoofd schuddende. Vroeger zouden zulke woorden Jack Merediths belang stelling in hooge mate hebben gaande ge maakt, maar de eigenaardige loomheid, die langzamerhand over hem scheen te komen, begon reeds zyn denkvermogen te belemmeren. Den volgenden morgen was het hem niet mogelyk het bed te verlaten en lag hy neer in een toestand tusschen waken en slapen. Jozef vertelde aan de manschappen, dat zyn meester zóó ontevreden was over hun ondank baarheid, dat hy zyn tent niet wilde verlaten. In den avond ondernamen de vyanden een kleinen aanval aan de zuidzyde. Jozef slaagde er in dien weer af te slaan, dank zy zyn behendigheid in het schieten en do hulp van eenigen der beste schutters. Maar de toestand was zeer hachelyk. Byna onophoudelyk hoor den zy in het woud aan hun voeten de melan cholieke, dreigende tonen van de groote trom. Niettegenstaande al dien stryd was de nieuwe Simiacineoogst, de tweede binnen den tyd van twaalf maanden, ingehaald en in kisten geborgen. De kale boomen langs de helling van het Plateau boden nu geen ge legenheid meer aan de inboorlingen, om er zich in een hinderlaag te leggen, en bescherm den hen niet langer tegen de doodende kogels. Het kamp waB aan een van de kanten van het Plateau opgeslagen, en op dit bedreigde punt was het houten gebouw wyseiyk zeer versterkt. Van dit punt uit hadden zy tot nu toe menigen aanval afgeweerd, maar Jozef begreep volkomen, dat by een algemeenen aanval zyn sterkte onherroepeiyk zou moeten bezwyken. Op de hem eigen ruwe, goed hartige wyze verzorgde hy zyn meester en maakte voor hem sospjes en ander verster kend voedsel gereed, zoo goed en zoo kwaad als dat ging. Eens, diep in den nacht, toen de schaduw des doods over de kleine tent scheen te waren, nam hy eenige bladeren van de geheimzinnige Simiacine, deed er bran- dewyn op en diende nu en dan zfln meester er iets van toe. De zon was nog niet opgegaan, toan er alarm werd geslagen en de kleine bezetting weer naar do wapenen greep. Jozef verliet de tent van zyn meester en het 6tond by hem vast, dat voor beiden de uren geteld waren; maar hy behoorde tot die ruwe soort van mannen, die vooraan in de gelederen of op het dek pal staan en vloekend sneuvelen. Misschien is zoo iets laak baar, neen, zeker is het dat; maar het is toch moeiiyk voor een eenvoudig man aan zulk een held zyn bewondering te onthouden. In alle geval leert het ons, dat de Janmaats en mennekes niet vreezen voor hun Schepper te verschynen. Het is hun plicht den levenden vyand zoowel als de woeste zee weerstand te bieden en zoo'n vloek helpt hen hun plicht te doen. Wat zyn wy, dat wy hen zouden willen veroordeelen Jozef ging dus op weg, in iedere hand een geweer en met een keur van fijne uitdruk kingen op de lippen. „Yoor den duivel," sprak hy, „nu gaan we er op los, net als in de hel." Wat hy nog meer zeide, doet er niet toe. Hyzolfging staan op het dak van een hut, midden in zyn verschansing, en van daaruit leidde hy het vuur van de manschappen. Aan zyn voeten zat een inboorling, die aan den voet gekwetst was, en laadde beurtelings zyn geweren. Hy mikte op de mannen, die het meest boven de overigen uitataken, en ieder schot trof doodelyk tot groote bemoediging van de zynen. Om de groote spanning te verminderen, had by af en toe een schertsend woord by de band ten koste van den vyand. „Kyk," zei hy byvoorbeeld, „de man, die daar ginds over die struiken heen kykt, draagt een groene veer op zyn knikker. Die moest zich zoo mooi niet maken; hy valt er door in het oog!" En een oogenblik later breidde do drager van de groene veer beide armen uit en tuimeldo achterover naar boneden. Als Jozef maar iöts bemerkte, dat naar laf heid of zorgeloosheid zweemde, keek hy den schuldige streng aan, terwyi by het geweer op hem richtte, en de uitwerking miste nooit. Maar weldra begon het gevaar zeer dreigend te worden. Ditmaal bleek het geen aanval te zyn van een enkel hoofd, maar een goed ge organiseerde, algemeene aanval. Jozef schertste niet langer. Toen de zon op was, had hy het dak verlaten en snelde hy van het eene zwakke punt naar hot andere, bemoedigende, drei gende, vechtende en niet minder vloekende. Meer dan eens bereikte de vyand de ver schansing en, treurig verschynsel: een paar maal lag de gesneuvelde er binnen! „Vecht, duivels vecht!" riep hy met heesche stem en byna fluisterend, want by kon haast geen geluid meer voortbrengen. „Stuurt ze naar de hel!" Hy scheen alom tegenwoordig; hier spoorde hy aan, daar stopte hy er oen, of duwde hem vooruit, ginds joeg hy ze de verschansing op, maar hy voorzag het einde. De halfversufte zwarten vochten steeds door. De felle Afrikaansche zon vertoonde zich reeds boven de verwyderde bosschen en bescheen een van de schoonste tafereelen, die er op aarde bestaan kunnen een krygsman, die gewond is, in 't nauw gedreven, niets meer hoopt en toch geen vrees kent. Daar raakte een hand Jozefs schouder aan, „Daar," riep een stem; „kyk in dien hoek." Jozef gehoorzaamde zonder om te zien en de vyand, die reeds in de bres was, moest wyken. Eén ding wist hy: de meester, dien hy halfdood had achtergelaten, was tot het loven teruggekeerd. Gedurende een half uur dreigde er nu ieder oogenblik gevaar. Heer en knecht geleken wel gekken, wier woeste waanzin aanstekeiyk werkte. Eiudeiyk kwam er verademing. De vyand was voor het oogenblik afgeslagen, en in do korte stilte, die er nu volgde, bereikte het geluid van schieten in de verte de ooren van de omsingelden. „Wat is dat?" vroeg Meredith opeens. Hy zag er uit als iemand, die uit den doode was verrezen. „Ze vechten nu zeker onder elkander," antwoordde Jozef, terwyi hy zich het bloed en het vuil uit de oogen wischte. „Dan vecht er één met een „Express." Jozef luisterde. „By Mer mynheer, we zyn geredt" Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1