N°. 10905 I>oii<lerclag IS September, A0. 1895 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 11 September. Feuilleton. Met scherpe wapenen. DA&BLAD. PRIJS DEZER COURANT; Yoor Loidon per 3 maanden. 1.10. Franco per post0 1-40. Afzonderlijke Nommers0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0 171- Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Ofllciëele Kenuisgevingen. Burgomecater en Wethouders der gemeento Leiden herinnoron bij deze aan belanghebbenden dat do verordening van 11 Jnli 189 6. op hot bonwon en aloopon, in werking ia getreden en dat ex mplaren dier verordening tor Gemeente secretarie verkrijgbaar zijn gesteld tegen betaling van ƒ0.20 per 6tnk. BurgemeoBter en Wethouders Toornoemd, LeidoD, F. WAS. Burgemeester. 8 8opt. 1896. E. KIST. Secretaris. B. en Ws. der gemeente Voorschoten maken bekend dat a. s. Donderdag, 12 September, gelegenheid zal bestaan tot kostolooze inenting voor de bewoners aan den Rijndijk, dea namiddags te 4 nren in het school lokaal. De Burgemeester van Voorschoten deelt mede dat bij hem is gedeponeerd een gevonden portemonnaie met «en g kleingeld. De rechthebbende kan zich bij hom verrocgen. Het bestuur van het Genootschap „Mathesis Scientiarum Genitrix" heeft den heer W. J. Lampe benoemd tot leeraar in het hand- teekenen aan bovengenoemde school. 's R(jks Ethnographisch Museum heeft van den heer J. L. C. v. d. Bosch, te South Bend, Indiana U. St.-A., de onderstaande voorwerpon, herkomstig uit Indiana, Noord- Amerika, ten geschenke ontvangen (geïnven tariseerd als serie 991, nos. 1 18): 1 stee- nen tyjlkling, 6 steenen lanspunten, 11 stee- nen pijlpunten en eene party oude steenen kralen. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Nederl.-Oost Indië (met uitzondering van Atjeh en Podang), door middel van het stoomschip „SoembingY, van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven, enz. uiterlijk Vrijdag- avond om 10.40 bezorgd z(jn. Do wyze van verzending behoort duideiyk op het adres vermeld te worden. De „Haagsclie Kouter" van de „Prov. Gron. Crt." schryft in zyn brief van deze week o a. het volgende: Eene week of wat geleden had een vriend uit Ameiika, een echte Nederlander, maar die z\Jn talent als kunstschilder aan Amerika verpand heeft, my een boek gezonden. Het heet „Trilby" en is geschreven door den ver maarden teekenaar van het aJom bekende Engelsche blad „Punch," en niet minder knap geïllustreerd door dienzelfden kunstenaar, die pen en potlood even meesterlijk hanteert. Myn vriend had my er by geschrevenAls ge u onze jonge schildersjaren in Den Haag nog herinnert, zal bijgaand boek van den onsterfiyken Du Maurier u een ontzaglyk genot bereiden, want voor my is het, alsof dat gehecle tijdperk van onbezorgde vrooiyk- heid cn tintelende jeugd in al zyn kleur en geur weder voor my verryst. Ik nam het boek met dankbaarheid aan, bladerde het met toenemende bewondering voor Du Maurier's teekonaarsgaven door en beloofde myzelven, het op een stille, rustige plek to lezen. Du Maurier geeft hier blijkbaar een stuk van zyn eigen leven, en daar hy alles wat hy beschryft, zelf meegeleefd en meegevoold hoeft, deelt zich dat innig gevoel ook aan den lezer mee, en pinkt ge nu eens een traan weg, om een oogenblik later het uit te schateren van lachen. Trilby is de heldin van het mooie, aan doenlijke boek, dat eerst als feuilleton in Harper's „Weekly" verschenen is, om later in een smaakvolle uitgave als roman uit te komen en in Amerika en Engeland een ont- zagiyken opgang te maken. Trilby is de heldin, een eenvoudig schilders- model, maar toch in haar doen en laten zulk een bijzonder wezen, dat gy, ondanks hare lichtzinnigheid en luchtigheid, dadeiyk van haar houdt en haar boe langer hoe meer op de handen draagt. Trilby is in zeker opzicht eene tweede „Dame aux Camelias," doch met dit onderscheid, dat zy nooit om eenig stoffeiyk gewin zichzelve gegeven heeft. Rondom dit byzondere, zeldzame wezen, dit mengsel van kuischheid en onbewuste verdorvenheid, groe peert zich een trio van jonge Engelsche schilders, die naar Parijs zyn gekomen, om in het moderne brandpunt van kunst en be schaving terdege het penseel te loeren voeren. Zoo komen wy in het hartje van de Parysche schilderswereld en leeren wy in eene reeks allerverraakelykste tooneelen het leven der rapins kennen. Ook uit de muzikale wereld worden ons typen als Svengali en Gocko voorgebracht, die moeilyk uit Du Maurier's fantasie kunnen zyn ontstaan, waar die uit de werkelijkheid gegrepen zyn. Al de avonturen van deze drie musketiers van het penseel, gelyk Du Maurier hen be titelt, zinspelende op de „Trois mousquetalres" van den ouden Dumas, te vertellen, zou het genot der lezers, die aan deze humoristische schepping smullen zullen, afbreuk doen. De scherpzinnige lezer begrypt reels, dat Trilby eene groote rol in het leven der drie Engolschen zal spelen, en dat er menig tragisch tooneel al die vrooiykheid en dartelheid zal afwisselen. Men zou echter al een erge menschen- en romanhater moeten zyn, als men geene uren van uitspanning en waar genot in dit met zulk eene liefde en humor geschreven boek vond. Voor hen, die minder gemakkelyk Engelsch lezen, zal de tyding welkom zyn, dat de heer A. W. Sythoff, te Leiden, van dit prachtigo boek eene vertaling mot al de illustration gereed maakt, om ze in het aan- staando seizoen te doen verschynen. De Engelsche mail met berichten uit Batavia tot 13 Aug. kan morgen alhier worden verwacht. Voor de betrekking van onderwyzeres aan de openbare lagere school in de Heoron- straat te Zoeterwoudo hebben zich vier en voor die van onderwyzeres in de nuttige handwerken aan de school in het dorp drie sollicitanten aangemeld. Zaterdag 14 Sept. zal te Alfen aan den Ryn de jaarlyksche algemeens vergadering gehouden worden van openbare en byzondere onderwyzers in het arrondissement Woerden, onder leiding van den arrondissements-school opziener, den heer C. A. Zelvelder. Punten van behandeling: 1°. De nieuwe beweging op het gebied onzer taal. Inleider de heer J. H. v. d. Bosch, leeraar aan de hoogere burgerschool burgerschool te Gouda; 2°. straf scholen. Inleider de heer Jb. Hage, hoofd der school aan de Lage Zyde; 3°. school- wandelingen. Inleider de heer Ceton, onder- wyzer te Alfon. De Tweedo Kamer der Staten-Generaal kwam gistermiddag om halfdrie byeen. Ingekomen waren verschillende wetsont werpen, die vroeger reeds zyn rondgedeeld, en het wetsvoorstel van den heer Gerritsen, betrekkeiyk de eedsaflegging, waarvoor de voorsteller naar de schrifteiyke toelichting verwees. Voorts eenige regeeringsbescheiden, die sedert het recós zfln rondgedeeld. Na mededeeling van een en ander werd overgegaan tot het trekken van de afdeelingen, die vervolgens, terwyi de openbare vergade ring geschorst werd, hare voorzitters en tweede voorzitters kozen. Tot voorzitters werden gekozen de heeren Kerdyk, Rutgers, Veegens, Tak en Haffmans; tot onder-voorzitters de heeren Beelaerts, Bastert, Viruly, Borgesius en Savornin Lohman. Daar deze vergadering vermoedeiyk de laatste openbare in dit zittingjaar is, werden de notulen gelezen en goedgekeurd, waarna de vergadering is gescheiden. Aan de Kamer zyn ingediend wetsont werpen: lo. tot goedkeuring der op 16 Mei 1895 te 's-Gravenhage tusschen Nederland en Duitschland gesloten overeenkomst betreffende de verbetering en het onderhoud van de Be- neden-Niers en het GelJernsche Nierskanaal; 2o. tot goedkeuring der toestemming, door den politieken agent en consul-generaal der Nederlanden te Cairo verleend tot de in twee ontwerp-decreten der Egyptische Regeering vervatte aanvulling en wyziging van de be palingen omtrent do gemengde rechtspraak daar te lande en tot uitbreiding dor bevoegd heid van do rechtbanken voor summiere recht spraak; 3o. tot goedkeuring eener overeen komst met den Koninklijken West-Indischen maildienst betrekkeiyk de vaart Amsterdam Paramaribo—Curasao en terug. De minister van buitenlandsche zaken, jhr. Röell. bood gisteravond den leden van "net te 's Gravenhage vergaderde Internationaal Koloniaal Congres oen luisterryke soiree aan, waarop ook tal van genoodigden verschenen. De tuin prykto met een schitterende par terre- en guirlande-verlichting. Aan het voor nemen om een concert van de kapel der schuttery te doen plaats hebben, kon geen gevolg worden gegeven wegens don ingetreden hofrouw, ten gevolge van het overlyden van aartshertog Ladislaus van Oostenryk. Tot de genoodigden, die aan de invitatie gevolg hadden gegeven, behoorden o. a., be halve de meeste leden van het congres, de gezanten van Rusland, Turkye, Engeland, den Hoiligen Stoel, België, Japan, de Ver- eenigdo Staten, terwyi de gezantschapsraad van de legatie van Frankrijk, de heer Labouret, het hoofd van het Fransche gezantschap, die tydeiyk de stad verlaten heeft, vertegenwoor digde. Voorts werden opgemerkt de ministers van binnenlandsche zaken, justitie, marine en waterstaat, onze gezant te Konstantinopel jhr. Van aer Staal, de Commissaris der Koningin in deze provincie mr. Fock, de burgemeester mr. Roest, leden van den Raad van State, hoofdambtenaren van de verschillende depar tementen, hoogleeraren, leden van den Raad van State, enz. Gisteren vergaderden te 's-Gravenhage reeds enkele afdeelingen van de rogelings- commissie voor de Huygenstentoonstelling, onder voorzitterschap van den heer Servaas van Rooyen. Donderdag en Dinsdag van de volgende week zal daarmede worden voort gegaan. Belangrijke plannen werden ontworpen. Door de vereeniging „Die Haghe" zal een uitvoerige medodeoling omtrent de constitu- eerende vergadering, op 2 Sept. 11. gehouden, worden rondgezonden. De marmeren hoofdtrap in het gebouw van de Tweede Kamer is gisteren in gebruik ge nomen. Zy is voorzien van een massief kope ren leuning op gesmeed yzeren balusters. Do vernieuwing in maimer bepaalde zich tot die van de onderste twee traparmen met bordes. De heer Von Reichenau, gezantschaps raad, tydeiyk belast met het beheer der Duit- sche legatie te 's-Gravenhage, begaf zich gisteren naar het Loo, ten einde zyne op wachting te maken aan den Koning en de Koningin van "Wurtemberg, de gasten van Hare Majesteiten de Koninginnen. De liberale Kamerleden, behoorende tot de groep-Borgesius c. s., bielden gisteravond een club-bijeenkomst in het gebouw der Tweede Kamer. Naar „Do Tyd" mededeelt, zou gisteravond te 's Gravenhage ook door de Katholieke Kamerleden een club-vergadering worden ge houden. De gelegenheid tot onderteekening van het adres aan de Koningin-Regentes betrekke iyk een haven te Scheveningen is gesloten. Het adres draagt 3276 handteokeningen. By Hare Majesteit is audiëntie ter aanbieaiog van het adres aangevraagd. Maandagavond is een bijeenkomst gebou den van Scheveningsche ingezetenen en leden van vakvereenigingen, waarop reeds voor f 25,000 aan aandeelen is geplaatst voor de eventueel te sluiten leening voor een haven. De pogingen tot verkryging van meerdere deelneming worden voortgezet. Onze gezant te Konstantinopel, jhr. Van der Staal, thans met verlof in de residentie aanwezig, neemt hedennamiddag de terugreis naar Turkye aan. Omtrent de bestemming van de f 10,000, door de directie der Ned. Gi6t- en Spiritus fabriek te Delft by gelegenheid der feestviering in April jl. aan den „Ned. Bakkersbond" geschonken, is men het nog niet eens kunnen worden. Men zal nu by stemming de gezellen laten uitmaken hoe zy wenschen dat de som wordt besteed. Men heeft de kous tusschen een algemeen ziekenfonds; een weduwen- fonds; een pensioenfonds en een ondersteu ningsfonds voor byzondere levensomstandig heden. Aan het 36ste verslag van het Neder- landsch Gasthuis voor behoeftige en minver mogende oogiyders te Utrecht, directeur H. Snellen, is het volgende ontleend: Er hebben zich 4702 patiënten aangemeld, en wel 2437 mannen en 2265 vrouwen. Het aantal consulten bedroeg 24,680, d. i. verdeeld over 310 werkdagen, ruim 79 per dag. Er zyn 547 patiënten verpleegd geworden (315 mannen en 233 vrouwen) met 9462 verpleegdagenbygevolg gemiddeld 26 per dag, met gemiddeld 17 verpleegdagen voor ieder. Evenals in de vorige jaren vinden we allo kerkgenootschappen vertegenwoordigd, onge veer in dezelfde verhouding als hunne talrijk- heid in den lande: 2985 Protestanten. 1545 Roomsch-Katholieken en Oud-Katho lieken. 163 Israelieton. Ten opzichte van de herkomst der lyders was de verdeeling in 1894 als volgt: Stad Utrecht 2130 behandeld. 55 verpl. Prov. Utrecht 761 60 Z.-Holland 520 84 Gelderland 430 89 N.-Brabant 334 108 N. Holland 283 40 Overysel 140 67 Zeeland 26 0 Limburg 28 17 Drente 14 0 Friesland 22 8 Groningen 3 0 Buitenland 11 5 Totaal 4702 533 In 1894 zyn 17 patiënten kostoloos ver pleegd, mot 272 verpleegdagen. In klasse A, d. i. f 1 daags, 403 patiënten met 7872 verpleegdagen. In klasse B, tegen betaling van f 2 per dag, werden 107 patiënten opgenomen mot 1246 verpleegdagen; in klasse C, a f 3, 46 patiënton met 72 verpleegdagen. Prof. Snellen erkent in het verslag dat de nieuwe stichting aan alle verwachtingen voldoet. „Het nieuwe gasthuis herinnert in zyn aanleg aan onze oorspronkelyke stichting, maar alles is grooter, ruimer, fraaier, vol lediger 1 Meer en meer aan alle eischen be antwoordend." De algemeene jaarvergadering van de Vereeniging van Nederlandsche patroons „Boaz" zal ditmaal gehouden worden in het paviljoen Vondelpark, te Amsterdam, op Dins dag 15 en Woensdag 16 October. Te Zwolle is eene algemeene vergaderirg gehouden van do „Vereeniging van commiezen by '8 Ryks belastingen in Nederland". Uit het jaarverslag bleek dat de Vereeniging vooruitgaat en thans 22 afdeelingen met 1798 leden telt. Het aftredend bestuur werd herkozen. De volgende jaarvergadering zal te Utrecht gehouden worden. Van Utrecht vertrok gisteren de kolonel F. R. Froger tot het by wonen der groote manoeuvres in Frankryk. 62) Dezo tijding scheen Guy Oscard stof tot denken te geven en nadat hy eenigen tijd had nagedacht, riep hij Marie. Zij kwam, en, terwijl zij vóór hem stond, kalm en waardig, wachtte zij wat hy haar te zoggen mocht hebben. Haar oogen bleven onafgebroken gericht op den brief, dien hy in de hand hield. Oscard merkte dat op en herinnerde het zich later zeer goed. „Marie," begon hy, „ik ontvang daar juist geen gerust stellende berichten van mynheer Durnovo." „Zoo?" en haar adem scheen te stokken. „Het kon wel eens onveilig worden te Msala; ga daarom met de kinderen naar Loango." „Heeft hy dat gezegd?" vroeg ze in haar rad, maar duideiyk Engelsch. „Wie?" „Vic mynheer Durnovo." „Neen," antwoordde Guy Oscard, zeer ver wonderd over die vraag. „Heeft hy geen woord gerept van my en de kinderen?" vroeg Marie weer. „Neen." „En toch zegt hy, dat er gevaar dreigt." Er was een uitdrukking van verontwaar diging in haar groote, donkere oogen. Oscard begreep daar niets van. „Hy zegt dat de inboorlingen twee dag- marschen van zyn kamp verwyderd zyn." Zy lachte kort en onaangenaam. „Aan ons te Msala schyot hy niot te denken." „Ik denk," hernam Oscard, terwyi hy den brief opvouwde en in zyn zak borg, „dat hy het aan my overlaat om te doen, wat voor Msala het beste is. Daarom vroeg ik u hier te komen, om met u te spreken." Marie scheen niet naar hem te luisteren. Zy keek over zgn hoofd heen naar de rivier in de richting, waarvan de boodschap was gekomen, en er sprak een onverklaarbare wanhoop uit haar oogen. „Ik kan niet van hier gaan, voordat hy het me zegt," sprak ze bedrukt. Guy Oscard nam zgn pyp uit den mond en bekeek die een poos zeer aandachtig. „Toch wel," zei hy toen vriendelijk, „want ik wil, dat je morgen met de kinderen ver trekt. Ik zal je twee man meegeven en een brief aan juffrouw Gordon, die te Loango weer voor je zal zorgen." Eenigszine verwonderd keek zy hem aan. „U wil het?" vroeg zy. Hy sloeg de oogen op en keek haar aan. „Ja," antwoordde hy. Ernstig en onderworpen boog zy het hoofd en maakte zich gereed het vertrek te verlaten. „Het is vooral om de kinderen," voegde hy baar nog toe. Plotseling vertoonde zich een glimlach op haar gelaat en zy scheen moeite te hebben om niet in snikken uit te barsten. „Ja," sprak ze, „dat weet ik", en verdween in bet huis. Den volgenden morgen bereikten hun op nieuw geruchten van naderend gevaar en het kon niet anders of deze berichten moeeten afkomstig zyn uit het versterkte kamp van Durnovo, hooger de rivier op. Het laatste bericht was niet meer zoo onbestemd. Er waren Arabieren, die de woeste stammen aanvoerden, en zy schenen van plan een ge- regeldon aanval op Msala te ondernemen. Toch kwam er taal noch teeken van Durnovo; aan niets kon men merken, dat hy zich een oogenblik slechts bekommerde om de veilig heid van zyn huishoudster, de kinderen en de enkele oude negers, die hy te Msala had achtergelaten. Dit laatste bericht versterkte Guy Oscard in zyn besluit om Marie naar de kust te zenden en hy zorgde er in persoon voor, dat allen goed en wél vertrokken, voordat hy in de boot stapte, waarmee hy de rivier zou opvaren. De manschappen van zyn afdeeling waren allen vóór hem scheepgegaan en slechte de roeiers wisten, dat Msala verlaten was. Guy Oscard bezat een buitengewoon sterk gevoel voor recht, wat hem wel eens onbarm hartig kon maken. Toen hy in het kamp aankwam, verzweeg hy voor Durnovo opzet- teiyk het nieuws, dat alle bewoners uit Msala waren vertrokken. Ook duldde hy niet, dat Victor Dnmovo nog meer kwaad bedreef. Hy wist er hem toe te brengen, dat hy den stand van zaken uitvoerig met hem besprak, en de kleurling scheen volkomen op de hoogte te zyn van de handelingen der inboorlingen. Eén ding was zeker: dat Durnovo, die zoo lafhartig, zoo trouweloos Jack Meredith had in den steek gelaten, nu met dezelfde koel bloedigheid te Msala ook de zynen aan hun lot overliet. Guy Oscard was geen man met een vlug begrip, maar des te meer een man van de daad. Hy trachtte al die brokstukken in elkander te zetten. Het wilde hem niet vol komen gelukken; er haperde iets aan. Ein- deiyk vond hy den hoeksteen en toen volgde do rest vanzelf. Niettegenstaande al die verontrustende ge ruchten, kon de expeditie ongestoord het kamp aan de rivier verlaten. Gedurende twee dagen trokken zy met den grootsten spoed door het donkere woud. Den derden dag nam een man uit Durnovo's afdeeling een inboorling gevangen, die aan den weg was neergehurkt en ben BCheen te bespieden. Durnovo zond dien man en zyn gevangene naar het front van de troepenmet een boodschap aan Oscard, dat hy spoedig zou volgen en zien, wat voor mededeelingen hy uit dien gevangene zou kunnen krygen. Toen zy, zooals gewooniyk, midden op den dag halt maakten, kwam Durnovo dan ook naar Oscard toe, en de ge vangene werd vóórgebracht. Deze was ziek, ellendig en uitgehongerd, meer dood dan levend. Eerst schenen Durnovo en hy elkander niet te verstaan, totdat Durnovo eindelyk in een dialect begon, waarvan beiden eenige woorden bleken te kennen. Wat hy vernam, was verre van geruststel lend. Als er van getalsterkte sprake was, scheen de man gewooniyk getallen van min stens vier cyfers te noemen, en van afstanden scheen hy weinig begrip te hebben. „Vraag hem," sprak Oscard, „of hy weet, dat er boven op een berg ver in het oosten een Engelschman is met een groot leger." Durnovo vertolkte die vraag, en de man antwoordde glimlachend. By verdere navraag deed de inboorling een lang verbaal, waarnaar Durnovo begeerig luisterde. „Hy zegt," vertelde hy daarop aan Oscard, „dat het Plateau in handen van de Masais is. Zy namen het tweo maanden geloden. De zwarten werden als slaven verkocht, de twoe EngelBchen werden doodgemarteld en hun ïyken verbrand." Geen spier van Oscards gelaat bewoog zich. „Vraag hem of hy dat wel zeker weet." „Heel zeker," antwoordde Durnovo, nadat hy eerst die vraag had overgebracht. „Hemel, OBcard, wat is dat verechrikkelykl Maar ik wist dat al van den beginne af aan. Ik wist het weler was niets aan te doen." Zenuwachtig streek hy met de bruine hand over het gelaat, waarop het zweet zich parels- gewüze vertoonde. „Ja," hernam Oscard, „en toch zullen wy verder trekken I" „Wat?" BChreeuwde Durnovo. „Verder trekken?" „Ja," zeide Oscard, „wy zullen verder trek ken, en als lk merk, dat je plan maakt om te deserteeren, zal ik je als een hond neer schieten." {Wordl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1