N°. 10900 Vrijdag 6 September. A°. 1895 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 5 September. Feuilleton. Met scherpe wapenen. LEIDSCH DAG-BLAD. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlyke Nommers i D 0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend Oflloioelo Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lsto alinea, der wet van den 2den Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het toezicht bij hot oprichten van inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzakoDj BroDgen bij deze ter algomeeno kennis dat door heo op heden vergunning is verleend aan P. J. H. VAN (DEN BERG en rechtverkriji<enden tot het oprichten van eeno slachterij en rookery in het perceel Heerengracht No. 45. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. 2 Sept. 1895. E. KIST, Secretaris. De Burgemeeste r van Leiden brengt t'r algemcene kennis dat in do op 3 Septtmbor Jl. gehoudon Raads vergadering zijn herbenoomd tot Wethouders der gemeente de heeren H. C; JUTA on A. L. DE 8TURLER. Leiden, D« Burgemeester voornoemd, 4 Sopt. 1895. F. WAS. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden brongon by deze ter algomeene kennis, dat door TDEODORU8 BARTHOLOMEUS VAN DORTMOND, wonende te Utrecht, een verzoekschrift is ingediend om vergunning voor den kleinhandel in sterkon drank, in hot perceel Noordcinde No. 20. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemeester. 4 8ept. 1895. E. KIST, 8eorotaris. '8 Ryks Ethnographisch Museum heeft van den heer J. A. Kroeson, controleur te Batoe Bara, do navolgende voorworpen, herkomstig van Oost Sumatra, ten geschenke ontvangen E:n grasmes, een hark, twee pootstokken, een rystmes, drie steekkorven, een schepnet, een treknet, een werpnet, twee modellen van prauwen, een compleet weeftoestel, een model van eene Maleisphe woning, twee modellen van soro's. Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Door het provinciaal kerkbestuur van Friesland zyn tot de evangeliebediening toe gelaten: do heeren C. J. H. Yerwoys, csnd. te Leiden, en J. Cremer, cand. te Groningen. Aan de Kon. Ned. Fabriek der heeren J. M. Van Kempen Zonen, te Voorschoten, werd heden wederom een gewichtig feit herdacht. In een harer afdeelingen do galvano- plastie, die alom bekend en vermaard is ge worden door de vervaardiging van het groote nationale monument te 's-Gravenhago en het standbeeld van Jan Pieterszoon Koen te Batavia mocht de meesterknecht, de heer C. A. M.ere, hot tijdstip herdenken, waarop hij vóór 40 jaar aan bovengenoemde fabriek verbonden werd. Mocht hij gedurende dat groote tijdperk steeds de tevredenheid van zijne patroons ondervinden, niet het minst bleek hem dit aan dezen morgen, toen hij door de firmanten vereerd werd met een fraai en kostbaar souvenir ter herinnering aan dezen feestdag, terwijl ook hot personeel van de goede ver standhouding biyk gaf, door den jubilaris met de gelukwenschen ook een fraai doel matig geschenk aan te bieden. Tot ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Zwammerdam is herbenoemd de heer J. De Bruyn. De herkozen Raadsleden J. De Bruyn en J. Heemskerk zijn te Zwammerdam beeedigd. Op de vierde lijst van de zeventiende jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel in „De Standaard" komen o. m. voor: Wasse naar met 640"Warmond (Herv. kerk) 15.62. Voor HH. MM. onze Koninginnen was ter gelegenheid van de plechtige uitreiking der Militaire Willemsorde, enz. aan de belden van Lombok, op 6 Juli jl., in het Malieveld te 's Gravenbage, opgeslagen eene versierde tri bune. Do verschillende deelen dezer tribune zyn, naar de „Arnh. Crt." mededeelt, door den minister van koloniën aan den luit. generaal Van der Heijden toegezonden, om indien zo daartoe geschikt voorkwamen daaraan in het Museum van Bronbeek eene bestemming te willen geven. Op aanwijzing en onder toe zicht van dien opperofficier, zijn die deelen thans als een fraai geheel geplaatst op de bovengalery van het Invalidenhuis. Onder do werking van de nieuwe wet op de invoerrechten hebben die rechten ten kan tore Amsterdam over do maand Augustus (de eerste maand na in-werking-treding der wet) 22,000 meer opgebracht dan over de maand Augustus van het vorig jaar, toen de opbrengst der rechten ook nog gunstig werd genoemd. De directeur-generaal der posterijen en telegraphie maakt bekend dat in de eerste helft van de maand October a. s. een verge lijkend onderzoek zal worden gehouden van adspiranten voor de betrekking van klerk der posterijen en telegraphie, om, naarmate van de behoefte, te worden benoemd. Aan die betrekking is verbonden oene jaarwedde van ƒ400, welke tot ƒ1200 kan klimmen. Zy, die zich aan dit onderzoek verlangen to onder werpen, moeten zich vóór 16 September a. s. aanmelden by het hoofdbestuur der postoryen en telegraphie, door een op zegol geschreven verzoek, met nauwkeurige opgaaf van naam, voornamen en woonplaats. De aandacht van vrouweiyke candidaton wordt er in het byzonder op gevestigd dat zy niet minder dan de mannelijke ambtenaren aan don dienst in zijn vollen omvang moeten deelnemen. Men zie verder de Staatscourant van 3 dezer. By koninkiyk besluit zyn, wegens hunne houding by verschillende ontmoetingen met den vyand in Atjeh en Onderhoorigheden, gedurende hot tydvak van 15 April 1894 tot en met 12 Januari 1895: lo. bevorderd tot ridder derde klasse der Militaire Willemsorde, de sergeant der infan terie F. Zeïg; 2o. benoemd tot ridder vierde klasse der Militaire Willemsorde de 1ste luitenant der infanterie (opnemer), J. C. Van den Belt, en 3o. daarby bepaald dat by afzonderlyke dagorders, zoo in Indiö als in Nederland, eervol zullen worden vermeld: de dfficier van gezondheid 2de kl. dr. H M. C. Kessler, de infanterist 1ste kl. A. Trinell, de geniesoldaat 1ste kl. N. Ferwerda, do fuselier A. Haentjes, do fuselier T. Stolk en de ziekenoppasser O. Keitel. De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat voor drie artsen, Noderlander zynde, die den leeftyd van dertig jaren niet hebben overschreden, de gelegenheid bestaat om als officier van gezondheid der 2de klasse by de zeemacht te worden aange nomen, onder verplichting het Ryk minstens gedurende acht achtereenvolgende jaren in die betrekking te dienen en onder genot eener premie van 5600, uit te betalen by de in-dienst-treding. Zy, die op bovenstaande voorwaarden voor oene benoeming tot officier van gezondheid wenschon in aanmerking te komen, bebooren zich by gezegeld request te wenden tot den Minister voornoemd, onder overlegging van: a. het bewys van Nederlanderschapb. de ge boorte akte; c. het artsdiploma; d. een bewys van voldoening aan de verplichtingen ten aanzien van de nationale militie; e. een certi ficaat van goed gedrag, afgegeven door het gemeentebestuur van de woonplaats van den sollicitant. Sts.-Ct Do groothertog van Saksen woonde Dinsdag-avond met zyne dochter in de kurzaal te Scheveningen de uitvoering by van den klavier-humorist en voordrachten-houdor O. L?.mborg. Deze artist onderneemt uit Weenen, zyn woonplaats, de reis naar de verschillende buitenlandsehe badplaatsen op zyn rywiel. Gisteren vertrok hij weer van Scheveningen per fiets naar Arolsen. De nieuwe, door B. en Ws. van Rotter dam by den Raad ingediende ontwerpver ordening op de plaatselyko directe belasting naar bet inkomen, onderschei Jt zicb, naar men verneemt, van haar voorgangster o. a. daardoor, dat de aanslag begint by een inkomen van 700, in plaats van 600. Ook zouden verschillende vereenvoudigingen in de admi nistratie zyn gebracht. Met de voorgenomen nieuwe grensregoling tusschen Utrecht en Jutfaas zoo schryft men uit laatstgenoemde, plaats is men in onze plattelandsgemeente maar weinig ia,re- nomen, wyi zy haar geen voor-, maar veel nadeel zal berokkenen. Onder uiteenzetting van de gronden va i dat nadeel, is door ingezetenen een adres opge maakt en onderteekend, tor opzending aan de Tweede Kamer, met eerbiedig verzoek om, onder erkenning der in het adres aange voerde bezwaren, geen goedkeuring te ver- leenen aan de bepaalde nieuwe regeling der gemeentegrenzen, of wel alleen dia goed keuring te schenken, indien van do zyde van Utrecht, d. i. in deze de machtigste, oene billyke schadeloosstelling wordt gegeven aan Jutfaas, voor hetgeen deze kleine gemeente direct geldelyk nadeel zou ondervinden door ongewyzigde vaststelling der niouwe grens- lynen. Na oen korte ongesteldheid overleed te Arnhem de heer P. Noppen. Met een kleine zaak begonnen, wist by door yver ei kunde zyno yzer-industrie uit to breiden tot eeno, die vooral om hst fabrikaat brandkasten spoedig in het geheele land gunstig bekend was. Hy waB lid dor Kamer van Koophandel en sedert eenige jaren lid van den gemeente raad. De overledene, een algemeen geacht man, bereikte den ouderdom van 65 jaren. Door de Raadscommissio te Middelburg is rapport uitgebracht over de vraag om in de bestekken van aanbesteding van gemeente werken al of niet op te nemen de bepaling omtrent minimumloon en maximumarbeid. De meerderheid der commissie is tegen het opnemen van bepalingen van dien aard; één lid wenscht advies in te winnen by den arbeidsraad, die binnenkort zal worden gevormd; een ander lid adviseert: lo. in be ginsel te besluiten dat voortaan in de bestek ken de bedoelde bepalingen worden opge nomen; 2o. B. en Ws. uit te noodigen zoo spoedig mogeiyk een ontwerp in den geest der Amsterdamsche verordening by den Raad in te dienen. Te Leeuwarden is in den ouderdom van 51 jaren overleden jhr. I. J. W. H. Van An- dringa de Kempenaer, oud lid der Staten van Friesland, oud-burgemeester van Ferwerde- radeel. By het gemeentebestuur te Opsterland is bericht ingekomen van den minister van binned, zaken, dat hy geen termen aanwezig achtte, om het besluit van B. en Ws., waarby A. Dykstra werd benoemd tot tydelyk onder- wyzer te Siegerswoude, waarmede de burge meester zich niet kon vereenigen, ter ver nietiging aan H. M. do Koningin-Regentes voor te dragen, zoodat Dykstra eerstdaags in betrekking zal gaan. Zooals men weet, werd A. Dykstra vroeger door den Raad van Menaldumadeel om zyne anarchistische gevoelens ontslagen. Het „Haagscho Dagblad" vemeemt| dat het bericht van enkele bladen, als zouden HH. MM. de Koninginnen in de volgende week Amersfoort bezoeken en de manoeuvres in de omstreken van die stad bywonen, onwaar is. De Staatscourant van 5 dezer bevat een rapport van den commandant van Hr. Ms. schoener „Argus", bolast met het politie toezicht op de visschery in de Noordzee, van 27 Juli tot 20 Aug. jl. Goen enkele klacht werd vernomen en geen overtredingen werden opgemerkt, torwyi men over het algemeen over de vangst tevreden was. Aan een drietal Hollandsche visschersvaartuigen werd op ver zoek geneeskundige hulp verleend, waartoe het voorgeschreven sein door de visscbers werd gedaan. Het stoomschip „Edam" arriveerde 1 Sept. van Amsterdam te Nieuw-York; de „Kanzier" vertrok 1 Sept. van Zanzibar naar Vlissingen en Hamburg; de „Koningin- Regentes" vertrok 4 Sept. van Batavia naar Amsterdam; de „Prinses Sophie", van Amster dam naar Batavia, arriveerde 4 Sept. te Genua; de „Maasdam" vertrok 4 Sept. van Rotterdam naar Nieuw York; de „Obdam", van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 4 Sept. Lizard; de „Salak," van Rotterdam naar Batavia, vertrok 4 Sept. van Suez. By kon. besluit is met ingang van 1 October a. s. benoemd tot militie-commissaris in het 2de militie district van Noord-Holland, de met den rang van generaal-majoor gepen- sionneerde kolonel F. A. V. W. H. Van Tuerenhout. Met ingang van 16 Nov. a. s aan jhr. mr. J. E. Huydecoper, op zy'n verzoek, eervol ont slag verleend als schoolopziener in het arron dissement Loenen. Koninklijke Onderscheidingen. De Staatscourant van 5 de'.er be/at da volgende benoemingen, waarvan eenige reeds door ons zyn vermeld. By koninkiyk bosluit van 3 dozer is P. a Nyeholt, OomrWHttaridder Koningin "benoemd tofr eflfeftfiW:i<*ur in ae Oranje-NasëdfrJ- •^ot^'fidder in'de ddff&ederlanl- schen Leeuw: mr. H. R. Van Marie, lii van de Eerste Kamer; jhr. mr. G. J. C. Schim- melpenninck, lid van Ged. Staten van Overysel. In de orde van Oranje-Nassau: a. tot offi cier: mr. O. F. Greven, griffier der Stat-n van Overysel; jhr. W. C. T. Van Nahuys, burgemeester van Zwolle; T. Van der Zee, burgemeester van Enschedee; G. J. Van Heek, fabrikant te Enschedee; b. tot ridder: jhr. mr. L. E. F. J. Vop. Bönninghauson, lid der Prov. Staten van Overijsol; mr. L. W. Ebbinge, burgemeester van Kampen; mr. E. N. F. Heerkens, wethouder der gemeente Zwolle; F. A. Hoofer, directeur van bot G schiedkun- dig-Overyselsch museum te Zwolle; W. A G. H. Van Sonsbeeck, moeder overste van het Gesticht van Liefde te Zwolle; dr. A. Bergman, directeur van do Noderlandscho school voor nyverheid en handel to Enschedee; mr. J. Nanninga Uittordyk, presi Jont regent der Gast- en Proveniershuizen te Kampen; H. A. Van Heel, fabrikant te Enschedee; V. Van der Willigen, majoor-commandant der dienstdoende schuttery te Kampen; J. C. A. Sepp, kapitein-commandant, mot den perso- neolen rang van majoor, van de dienstdoende schuttery te Enschedee. De luitenant ter zee 1ste kl. A. L. Boelen, benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau. In de orde van Oranje Nassau, tot officier (met de zwaarden), de majoor S. A. Bisschop, van den staf der artillerie, directeur der Artillerie-schietschool, en de dirigeerend-offi- cier van gezondheid der 3de klasse R. H. F. Sikkes, chef van het militair hospitaal te Kampen; tot ridder, de kapiteins H. A. Brou wer, van den staf der infanterie, werkzaam by den hoofdcursus, on H. A. Brocx, van het instructie- bataljon. Verleend de eere medaille der orde van Oranje Nassau (met de gekruiste zwaarden), in zilver, aan den sergeant hoornblazer (kapol meester-titulair) J. F. E. Fischer, van het instructie-bataljon, en den adjudant onderoffi cier C. O. Wicherts, van het 2de regiment infanterie, by den hoofdcursus gedetacheerd in brons, aan den soldaat A. Van Veluwen, van het 6de regiment infanterie, by don hoofdcursus gedetacheerd. 44) „Meredith," hernam hy, „is een van de merkwaardigste mannen, die ik ooit in myn loven heb ontmoet." Blykbaar moest die anders zoo gesloten natuur zyn hart eens uitstorten. Hy had er zoo'n behoefte aan eens mot iemand over Jack Meredith te spreken, en Jocelyn dacht misschion wel, dat zy hem evengoed kon aanhooren als iemand anders in Loango. „Zoo?" vroeg zy met vriendeiyke belang stelling. „Hoe dat?" Hy zweeg, niet omdat hy het zoo moeilyk vond met die vrouw te spreken, maar omdat hy over iets anders nadacht. „Ik heb ergens gehoord of gelezen van een stalen handschoen met een fluweelen er over heen." „Zoo?" „Dat is Meredith 1 Hy is de man niet, waar ik hem voor hield. Hy is verbazend beleefd, vriendelyk en zacht. Zulke hoedanigheden maken toch niet een geschikt leider voor een ontdekkingstocht in Afrika nietwaar?" Jocelyn lachte even op een eigenaardige wyze, die onder aDdere ook eenigszins te kennen gaf, dat zy Guy Oscard wel mocht lyden. Vrouwen laten zoo iets wel eens even blyken, maar willen niet, dat wy' er op ingaan. „En heeft hy zich al dien tyd goed ge houden?" vroeg zy zacht. ,Hy zag er niet sterk uit" „O ja. Hij is veel sterker dan hy ïykt." „En u is u altyd wèl geweest?" „Ja dank u." „En gaat u weer naar hem terug?" „Neen, morgen vroeg met de Portugeesche boot reis ik af. Ik ga trouwen 1" „Zoo! Dan zult u Afrika zeker voorgoed den rug toekoeren „Dat juist niet," was het antwoord. „Ik heb Meredith gezegd, dat ik altyd klaar zal zyn om naar hem terug te koeren als hy my soms noodig mocht hebben, maar anders niet. Natuuriyk blyf ik in de zaak. Ik breng de eerste bezending Simiacine naar Engeland; wy zyn heel gelukkig geweest, weet u. Ik moet in Londen blyven om ze te verkoopen. Ik heb daar myn buis." „Gaat u dadelyk trouwen?" vroeg Jocelyn, met de oprechte belangstelling, die het mannen zooveel te gemakkelyker maakt met vrouwen over hun zaken te spreken dan met iemand van hun eigen sekse. „Zoo gauw als ik maar kan," antwoordde hy, even lachende. „Waarom zouden wy wach ten? Wy zyn beiden weezen en, gelukkig, zitten wy er goed in." Hy tastte in zyn borstzak, stond op, liep door de kamer en gaf haar, kinderiyk een voudig, een photographie over in een lederen doosje. Verdere verklaring was overbodig, en Jocelyn Gordon keek vriendelyk glimlachend in een helder, jong, lachend gelaat. „Zy is mooi," sprak ze oprecht. Waarop Guy Oscard iets onverstaanbaars prevelde. „Millicent," ging hy voort, „Millicent is haar naam." „Millicent!" herhaalde Jocelyn. „Millicent wat?" „Millicent Chyne." Joc6lyn sloeg het doosje weer dicht en gaf het hem terug. „Ze is heel mooi," herhaalde ze langzaam; het scheen wel, dat ze deze woorden slechts kon herhalen en verder niets had te zeggen. Oscard werd verlegen. Nu hy eenmaal stond, ging hy niet meer zitten, en weldra nam hy afscheid, overtuigd dat Jocelyn op het punt was flauw te vallen. Toen hy vertrokken was, zat het meisj9 als verslagon neer. „Millicent Chyne," fluisterde zy. „Wat moet ik doen?" „Niets," gaf zy na een poos zichzelf ten antwoord. „Niets; het is myn zaak niet. Ik kan niets doen." Zy zat neer alleen, in zichzelve gekeerd zóó alleen als nu had zy zich nog nooit in haar leven gevoeld en zy bleef peinzen, totdat de tropische schemering zich over het woud uitbreidde. Opeens barstte zy in tranen los. „Het gaat my wel aan," snikte zy. „Waarom zou ik my het tegendeel willen wysmaken? Maar ik kan er niets aan doen." XXII. Nog een bezending. Die oiet meor hoopt, vreest ook niet Unger. Jocelyn was geschrikt maar vreemd ge noeg: het had haar niets verwonderd, toen zy den naam van Millicent Chyne uit den mond van een tweeden man moest vernemen. Vrouwen begrypen zulke dingen eerder dan wy, mannen. Zy doorzien elkander en scbynen er den slag van te hebben de menschelyke natuur te nemen voor wat ze is; iets wat wy ten minste togenover mannen nimmer zullen leeren. De vrouwen doen geen uitvallen, zooals wy; zy eischen het onmogeiyke niet van de zwakken. Nog iets anders was er, vreemd genoeg, in Jocelyna gemoed achter gebleven, nadat oen storm van aandoeningen was bedaard, en wel een zekere onbewuste teederheid voor diezelfde Millicent Chyne. Zy was er zeker van, dat, wat Jack Meredith voor deze gevoelde, wel, zooals wy dat onbe stemd plegen te noemen, het „echte" moest zyn en daarom dan ook blyvend zou wezen. Aan die overtuiging was ook wellicht een zekere sympathie van haar voor Millicent toe te schryvon. Maar wie zal het wagen in de diepste schuilhoeken van een vrouwenhart door te dringen en de tegenstrydige gevoelens trachten te ontleden, die daar met elkander kunnen stryd voeren? Gevoelens niet zelden van sympathie en afkeer tegeiyk, hier een onoverwinnelyke afkeer van Millicents ge pleegd bedrog. Maar Jocelyn wist genoeg van de wereld om te begrypen, dat, wanneer Milli cents laagheid helder als de dag zou aan 't licht komen, zy er toch den slag van zou hebben vergeviDg te verwervenook wist zy, dat deze zekerheid by menige vrouw alle gevoel van eer tot zwygen brengt. Wel trof het gelukkig voor Meredith, dat nu juist Guy Oscard naar Engeland terug keerde. De twee mannen toch waren niet met elkander te vorg'-lykon. Millicent Chyne zou wel geen oogenblik aarzelen by haar keuze. Dat zy zelf veel zou moeten lyden zonder te klagen, was voor Jo elyn oen uitgemaakte zaak. Zy kon toch niet tot Meredith gaan en zeggen: „Die vrouw daar bedriegt u, maar ik heb u lief en myn liefde is edeler en meer waard dan de hare? Het is niet de voorby- gaande gril van een jong meisje, wier hoofd duizelt en dat verblind is door alles om haar heen: het is de innige liefde van een vrouw, die byna den middelbaren leeftyd heeft be reikt, een liefde zóó volkomen, zóó groot, dat ik u dit meisje geheel zou kunnen doen ver geten. Ik zou u zóó met myn liefde omringen, zóó over u waken, zóó voor u zorgen en u zóó begrypen en verstaan, dat gy wel ge lukkig zoudt moeten zyn. Ik gevoel, dat geen vrouw ter wereld in staat is u zóó gelukkig te maken als ik." Zoo iets kon Jocelyn niet doen. Geen vrouw, hoezeer ook geëmancipeerd, geen blauwkous zelfs, zal toegeven, dat zoo iets voor oen vrouw doeniyk is. En juist omdat zy dit alles voor hem gevoelde, moest zy een wachter voor haar lippen plaatsen, opdat haar nooit tegenover Meredith een enkel woord ten na- deele van Millicent Chyne zou ontvallen. De gedachte, dat zoo iets zou kunnen gebeuren, maakte haar half ziek en zenuwachtig. (Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1