N°. 10900
Vrijdag 6 September.
A°. 1895
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 5 September.
Feuilleton.
Met scherpe wapenen.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlyke Nommers i D 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend
Oflloioelo Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, lsto alinea, der wet van den 2den
Juni 1875 (Staatsblad No. 95), tot regeling van het
toezicht bij hot oprichten van inrichtingen, welke
gevaar, schade of hinder kunnen veroorzakoDj
BroDgen bij deze ter algomeeno kennis dat door
heo op heden vergunning is verleend aan P. J.
H. VAN (DEN BERG en rechtverkriji<enden tot het
oprichten van eeno slachterij en rookery in het perceel
Heerengracht No. 45.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
2 Sept. 1895. E. KIST, Secretaris.
De Burgemeeste r van Leiden brengt t'r algemcene
kennis dat in do op 3 Septtmbor Jl. gehoudon Raads
vergadering zijn herbenoomd tot Wethouders der
gemeente de heeren H. C; JUTA on A. L. DE
8TURLER.
Leiden, D« Burgemeester voornoemd,
4 Sopt. 1895. F. WAS.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brongon
by deze ter algomeene kennis, dat door TDEODORU8
BARTHOLOMEUS VAN DORTMOND, wonende te
Utrecht, een verzoekschrift is ingediend om vergunning
voor den kleinhandel in sterkon drank, in hot perceel
Noordcinde No. 20.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, F. WAS, Burgemeester.
4 8ept. 1895. E. KIST, 8eorotaris.
'8 Ryks Ethnographisch Museum heeft van
den heer J. A. Kroeson, controleur te Batoe
Bara, do navolgende voorworpen, herkomstig
van Oost Sumatra, ten geschenke ontvangen
E:n grasmes, een hark, twee pootstokken,
een rystmes, drie steekkorven, een schepnet,
een treknet, een werpnet, twee modellen van
prauwen, een compleet weeftoestel, een model
van eene Maleisphe woning, twee modellen
van soro's.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
Door het provinciaal kerkbestuur van
Friesland zyn tot de evangeliebediening toe
gelaten: do heeren C. J. H. Yerwoys, csnd.
te Leiden, en J. Cremer, cand. te Groningen.
Aan de Kon. Ned. Fabriek der heeren
J. M. Van Kempen Zonen, te Voorschoten,
werd heden wederom een gewichtig feit
herdacht.
In een harer afdeelingen do galvano-
plastie, die alom bekend en vermaard is ge
worden door de vervaardiging van het groote
nationale monument te 's-Gravenhago en het
standbeeld van Jan Pieterszoon Koen te
Batavia mocht de meesterknecht, de heer
C. A. M.ere, hot tijdstip herdenken, waarop
hij vóór 40 jaar aan bovengenoemde fabriek
verbonden werd.
Mocht hij gedurende dat groote tijdperk
steeds de tevredenheid van zijne patroons
ondervinden, niet het minst bleek hem dit
aan dezen morgen, toen hij door de firmanten
vereerd werd met een fraai en kostbaar
souvenir ter herinnering aan dezen feestdag,
terwijl ook hot personeel van de goede ver
standhouding biyk gaf, door den jubilaris
met de gelukwenschen ook een fraai doel
matig geschenk aan te bieden.
Tot ambtenaar van den Burgerlijken
Stand te Zwammerdam is herbenoemd de
heer J. De Bruyn.
De herkozen Raadsleden J. De Bruyn en
J. Heemskerk zijn te Zwammerdam beeedigd.
Op de vierde lijst van de zeventiende
jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel
in „De Standaard" komen o. m. voor: Wasse
naar met 640"Warmond (Herv. kerk) 15.62.
Voor HH. MM. onze Koninginnen was ter
gelegenheid van de plechtige uitreiking der
Militaire Willemsorde, enz. aan de belden van
Lombok, op 6 Juli jl., in het Malieveld te
's Gravenbage, opgeslagen eene versierde tri
bune. Do verschillende deelen dezer tribune
zyn, naar de „Arnh. Crt." mededeelt, door den
minister van koloniën aan den luit. generaal
Van der Heijden toegezonden, om indien zo
daartoe geschikt voorkwamen daaraan in het
Museum van Bronbeek eene bestemming te
willen geven. Op aanwijzing en onder toe
zicht van dien opperofficier, zijn die deelen
thans als een fraai geheel geplaatst op de
bovengalery van het Invalidenhuis.
Onder do werking van de nieuwe wet op
de invoerrechten hebben die rechten ten kan
tore Amsterdam over do maand Augustus
(de eerste maand na in-werking-treding der
wet) 22,000 meer opgebracht dan over de
maand Augustus van het vorig jaar, toen de
opbrengst der rechten ook nog gunstig werd
genoemd.
De directeur-generaal der posterijen en
telegraphie maakt bekend dat in de eerste
helft van de maand October a. s. een verge
lijkend onderzoek zal worden gehouden van
adspiranten voor de betrekking van klerk der
posterijen en telegraphie, om, naarmate van
de behoefte, te worden benoemd. Aan die
betrekking is verbonden oene jaarwedde van
ƒ400, welke tot ƒ1200 kan klimmen. Zy, die
zich aan dit onderzoek verlangen to onder
werpen, moeten zich vóór 16 September a. s.
aanmelden by het hoofdbestuur der postoryen
en telegraphie, door een op zegol geschreven
verzoek, met nauwkeurige opgaaf van naam,
voornamen en woonplaats.
De aandacht van vrouweiyke candidaton
wordt er in het byzonder op gevestigd dat
zy niet minder dan de mannelijke ambtenaren
aan don dienst in zijn vollen omvang moeten
deelnemen.
Men zie verder de Staatscourant van 3 dezer.
By koninkiyk besluit zyn, wegens hunne
houding by verschillende ontmoetingen met
den vyand in Atjeh en Onderhoorigheden,
gedurende hot tydvak van 15 April 1894 tot
en met 12 Januari 1895:
lo. bevorderd tot ridder derde klasse der
Militaire Willemsorde, de sergeant der infan
terie F. Zeïg;
2o. benoemd tot ridder vierde klasse der
Militaire Willemsorde de 1ste luitenant der
infanterie (opnemer), J. C. Van den Belt, en
3o. daarby bepaald dat by afzonderlyke
dagorders, zoo in Indiö als in Nederland,
eervol zullen worden vermeld:
de dfficier van gezondheid 2de kl. dr. H M.
C. Kessler, de infanterist 1ste kl. A. Trinell,
de geniesoldaat 1ste kl. N. Ferwerda, do
fuselier A. Haentjes, do fuselier T. Stolk en
de ziekenoppasser O. Keitel.
De minister van marine brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat voor drie artsen,
Noderlander zynde, die den leeftyd van dertig
jaren niet hebben overschreden, de gelegenheid
bestaat om als officier van gezondheid der
2de klasse by de zeemacht te worden aange
nomen, onder verplichting het Ryk minstens
gedurende acht achtereenvolgende jaren in die
betrekking te dienen en onder genot eener
premie van 5600, uit te betalen by de
in-dienst-treding.
Zy, die op bovenstaande voorwaarden voor
oene benoeming tot officier van gezondheid
wenschon in aanmerking te komen, bebooren
zich by gezegeld request te wenden tot den
Minister voornoemd, onder overlegging van:
a. het bewys van Nederlanderschapb. de ge
boorte akte; c. het artsdiploma; d. een bewys
van voldoening aan de verplichtingen ten
aanzien van de nationale militie; e. een certi
ficaat van goed gedrag, afgegeven door het
gemeentebestuur van de woonplaats van den
sollicitant. Sts.-Ct
Do groothertog van Saksen woonde
Dinsdag-avond met zyne dochter in de kurzaal
te Scheveningen de uitvoering by van den
klavier-humorist en voordrachten-houdor O.
L?.mborg.
Deze artist onderneemt uit Weenen, zyn
woonplaats, de reis naar de verschillende
buitenlandsehe badplaatsen op zyn rywiel.
Gisteren vertrok hij weer van Scheveningen
per fiets naar Arolsen.
De nieuwe, door B. en Ws. van Rotter
dam by den Raad ingediende ontwerpver
ordening op de plaatselyko directe belasting
naar bet inkomen, onderschei Jt zicb, naar
men verneemt, van haar voorgangster o. a.
daardoor, dat de aanslag begint by een inkomen
van 700, in plaats van 600. Ook zouden
verschillende vereenvoudigingen in de admi
nistratie zyn gebracht.
Met de voorgenomen nieuwe grensregoling
tusschen Utrecht en Jutfaas zoo schryft
men uit laatstgenoemde, plaats is men in
onze plattelandsgemeente maar weinig ia,re-
nomen, wyi zy haar geen voor-, maar veel
nadeel zal berokkenen.
Onder uiteenzetting van de gronden va i dat
nadeel, is door ingezetenen een adres opge
maakt en onderteekend, tor opzending aan
de Tweede Kamer, met eerbiedig verzoek
om, onder erkenning der in het adres aange
voerde bezwaren, geen goedkeuring te ver-
leenen aan de bepaalde nieuwe regeling der
gemeentegrenzen, of wel alleen dia goed
keuring te schenken, indien van do zyde van
Utrecht, d. i. in deze de machtigste, oene
billyke schadeloosstelling wordt gegeven aan
Jutfaas, voor hetgeen deze kleine gemeente
direct geldelyk nadeel zou ondervinden door
ongewyzigde vaststelling der niouwe grens-
lynen.
Na oen korte ongesteldheid overleed te
Arnhem de heer P. Noppen. Met een kleine
zaak begonnen, wist by door yver ei kunde
zyno yzer-industrie uit to breiden tot eeno,
die vooral om hst fabrikaat brandkasten
spoedig in het geheele land gunstig bekend
was. Hy waB lid dor Kamer van Koophandel
en sedert eenige jaren lid van den gemeente
raad. De overledene, een algemeen geacht
man, bereikte den ouderdom van 65 jaren.
Door de Raadscommissio te Middelburg is
rapport uitgebracht over de vraag om in de
bestekken van aanbesteding van gemeente
werken al of niet op te nemen de bepaling
omtrent minimumloon en maximumarbeid.
De meerderheid der commissie is tegen het
opnemen van bepalingen van dien aard;
één lid wenscht advies in te winnen by
den arbeidsraad, die binnenkort zal worden
gevormd; een ander lid adviseert: lo. in be
ginsel te besluiten dat voortaan in de bestek
ken de bedoelde bepalingen worden opge
nomen; 2o. B. en Ws. uit te noodigen zoo
spoedig mogeiyk een ontwerp in den geest
der Amsterdamsche verordening by den Raad
in te dienen.
Te Leeuwarden is in den ouderdom van
51 jaren overleden jhr. I. J. W. H. Van An-
dringa de Kempenaer, oud lid der Staten van
Friesland, oud-burgemeester van Ferwerde-
radeel.
By het gemeentebestuur te Opsterland is
bericht ingekomen van den minister van
binned, zaken, dat hy geen termen aanwezig
achtte, om het besluit van B. en Ws., waarby
A. Dykstra werd benoemd tot tydelyk onder-
wyzer te Siegerswoude, waarmede de burge
meester zich niet kon vereenigen, ter ver
nietiging aan H. M. do Koningin-Regentes
voor te dragen, zoodat Dykstra eerstdaags
in betrekking zal gaan.
Zooals men weet, werd A. Dykstra vroeger
door den Raad van Menaldumadeel om zyne
anarchistische gevoelens ontslagen.
Het „Haagscho Dagblad" vemeemt| dat
het bericht van enkele bladen, als zouden
HH. MM. de Koninginnen in de volgende
week Amersfoort bezoeken en de manoeuvres
in de omstreken van die stad bywonen,
onwaar is.
De Staatscourant van 5 dezer bevat een
rapport van den commandant van Hr. Ms.
schoener „Argus", bolast met het politie
toezicht op de visschery in de Noordzee, van
27 Juli tot 20 Aug. jl. Goen enkele klacht
werd vernomen en geen overtredingen werden
opgemerkt, torwyi men over het algemeen
over de vangst tevreden was. Aan een drietal
Hollandsche visschersvaartuigen werd op ver
zoek geneeskundige hulp verleend, waartoe
het voorgeschreven sein door de visscbers
werd gedaan.
Het stoomschip „Edam" arriveerde 1
Sept. van Amsterdam te Nieuw-York; de
„Kanzier" vertrok 1 Sept. van Zanzibar
naar Vlissingen en Hamburg; de „Koningin-
Regentes" vertrok 4 Sept. van Batavia naar
Amsterdam; de „Prinses Sophie", van Amster
dam naar Batavia, arriveerde 4 Sept. te
Genua; de „Maasdam" vertrok 4 Sept. van
Rotterdam naar Nieuw York; de „Obdam",
van Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde
4 Sept. Lizard; de „Salak," van Rotterdam
naar Batavia, vertrok 4 Sept. van Suez.
By kon. besluit is met ingang van 1
October a. s. benoemd tot militie-commissaris
in het 2de militie district van Noord-Holland,
de met den rang van generaal-majoor gepen-
sionneerde kolonel F. A. V. W. H. Van
Tuerenhout.
Met ingang van 16 Nov. a. s aan jhr. mr.
J. E. Huydecoper, op zy'n verzoek, eervol ont
slag verleend als schoolopziener in het arron
dissement Loenen.
Koninklijke Onderscheidingen.
De Staatscourant van 5 de'.er be/at da
volgende benoemingen, waarvan eenige reeds
door ons zyn vermeld.
By koninkiyk bosluit van 3 dozer is P.
a Nyeholt, OomrWHttaridder Koningin
"benoemd tofr eflfeftfiW:i<*ur in ae
Oranje-NasëdfrJ-
•^ot^'fidder in'de ddff&ederlanl-
schen Leeuw: mr. H. R. Van Marie, lii van
de Eerste Kamer; jhr. mr. G. J. C. Schim-
melpenninck, lid van Ged. Staten van Overysel.
In de orde van Oranje-Nassau: a. tot offi
cier: mr. O. F. Greven, griffier der Stat-n
van Overysel; jhr. W. C. T. Van Nahuys,
burgemeester van Zwolle; T. Van der Zee,
burgemeester van Enschedee; G. J. Van Heek,
fabrikant te Enschedee; b. tot ridder: jhr.
mr. L. E. F. J. Vop. Bönninghauson, lid der
Prov. Staten van Overijsol; mr. L. W. Ebbinge,
burgemeester van Kampen; mr. E. N. F.
Heerkens, wethouder der gemeente Zwolle;
F. A. Hoofer, directeur van bot G schiedkun-
dig-Overyselsch museum te Zwolle; W. A
G. H. Van Sonsbeeck, moeder overste van
het Gesticht van Liefde te Zwolle; dr. A.
Bergman, directeur van do Noderlandscho
school voor nyverheid en handel to Enschedee;
mr. J. Nanninga Uittordyk, presi Jont regent
der Gast- en Proveniershuizen te Kampen;
H. A. Van Heel, fabrikant te Enschedee;
V. Van der Willigen, majoor-commandant der
dienstdoende schuttery te Kampen; J. C. A.
Sepp, kapitein-commandant, mot den perso-
neolen rang van majoor, van de dienstdoende
schuttery te Enschedee.
De luitenant ter zee 1ste kl. A. L. Boelen,
benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau.
In de orde van Oranje Nassau, tot officier
(met de zwaarden), de majoor S. A. Bisschop,
van den staf der artillerie, directeur der
Artillerie-schietschool, en de dirigeerend-offi-
cier van gezondheid der 3de klasse R. H. F.
Sikkes, chef van het militair hospitaal te
Kampen; tot ridder, de kapiteins H. A. Brou
wer, van den staf der infanterie, werkzaam
by den hoofdcursus, on H. A. Brocx, van het
instructie- bataljon.
Verleend de eere medaille der orde van
Oranje Nassau (met de gekruiste zwaarden),
in zilver, aan den sergeant hoornblazer (kapol
meester-titulair) J. F. E. Fischer, van het
instructie-bataljon, en den adjudant onderoffi
cier C. O. Wicherts, van het 2de regiment
infanterie, by den hoofdcursus gedetacheerd
in brons, aan den soldaat A. Van Veluwen,
van het 6de regiment infanterie, by don
hoofdcursus gedetacheerd.
44)
„Meredith," hernam hy, „is een van de
merkwaardigste mannen, die ik ooit in myn
loven heb ontmoet."
Blykbaar moest die anders zoo gesloten
natuur zyn hart eens uitstorten. Hy had er
zoo'n behoefte aan eens mot iemand over
Jack Meredith te spreken, en Jocelyn dacht
misschion wel, dat zy hem evengoed kon
aanhooren als iemand anders in Loango.
„Zoo?" vroeg zy met vriendeiyke belang
stelling. „Hoe dat?"
Hy zweeg, niet omdat hy het zoo moeilyk
vond met die vrouw te spreken, maar omdat
hy over iets anders nadacht.
„Ik heb ergens gehoord of gelezen van
een stalen handschoen met een fluweelen er
over heen."
„Zoo?"
„Dat is Meredith 1 Hy is de man niet, waar
ik hem voor hield. Hy is verbazend beleefd,
vriendelyk en zacht. Zulke hoedanigheden
maken toch niet een geschikt leider voor een
ontdekkingstocht in Afrika nietwaar?"
Jocelyn lachte even op een eigenaardige
wyze, die onder aDdere ook eenigszins te
kennen gaf, dat zy Guy Oscard wel mocht
lyden. Vrouwen laten zoo iets wel eens even
blyken, maar willen niet, dat wy' er op ingaan.
„En heeft hy zich al dien tyd goed ge
houden?" vroeg zy zacht. ,Hy zag er niet
sterk uit"
„O ja. Hij is veel sterker dan hy ïykt."
„En u is u altyd wèl geweest?"
„Ja dank u."
„En gaat u weer naar hem terug?"
„Neen, morgen vroeg met de Portugeesche
boot reis ik af. Ik ga trouwen 1"
„Zoo! Dan zult u Afrika zeker voorgoed
den rug toekoeren
„Dat juist niet," was het antwoord. „Ik
heb Meredith gezegd, dat ik altyd klaar zal
zyn om naar hem terug te koeren als hy
my soms noodig mocht hebben, maar anders
niet. Natuuriyk blyf ik in de zaak. Ik breng
de eerste bezending Simiacine naar Engeland;
wy zyn heel gelukkig geweest, weet u. Ik
moet in Londen blyven om ze te verkoopen.
Ik heb daar myn buis."
„Gaat u dadelyk trouwen?" vroeg Jocelyn,
met de oprechte belangstelling, die het mannen
zooveel te gemakkelyker maakt met vrouwen
over hun zaken te spreken dan met iemand
van hun eigen sekse.
„Zoo gauw als ik maar kan," antwoordde
hy, even lachende. „Waarom zouden wy wach
ten? Wy zyn beiden weezen en, gelukkig,
zitten wy er goed in."
Hy tastte in zyn borstzak, stond op, liep
door de kamer en gaf haar, kinderiyk een
voudig, een photographie over in een lederen
doosje.
Verdere verklaring was overbodig, en Jocelyn
Gordon keek vriendelyk glimlachend in een
helder, jong, lachend gelaat.
„Zy is mooi," sprak ze oprecht.
Waarop Guy Oscard iets onverstaanbaars
prevelde.
„Millicent," ging hy voort, „Millicent is haar
naam."
„Millicent!" herhaalde Jocelyn. „Millicent
wat?"
„Millicent Chyne."
Joc6lyn sloeg het doosje weer dicht en
gaf het hem terug.
„Ze is heel mooi," herhaalde ze langzaam;
het scheen wel, dat ze deze woorden slechts
kon herhalen en verder niets had te zeggen.
Oscard werd verlegen. Nu hy eenmaal stond,
ging hy niet meer zitten, en weldra nam hy
afscheid, overtuigd dat Jocelyn op het punt
was flauw te vallen.
Toen hy vertrokken was, zat het meisj9
als verslagon neer.
„Millicent Chyne," fluisterde zy. „Wat moet
ik doen?"
„Niets," gaf zy na een poos zichzelf ten
antwoord. „Niets; het is myn zaak niet. Ik
kan niets doen."
Zy zat neer alleen, in zichzelve gekeerd
zóó alleen als nu had zy zich nog nooit in haar
leven gevoeld en zy bleef peinzen, totdat
de tropische schemering zich over het woud
uitbreidde. Opeens barstte zy in tranen los.
„Het gaat my wel aan," snikte zy. „Waarom
zou ik my het tegendeel willen wysmaken?
Maar ik kan er niets aan doen."
XXII.
Nog een bezending.
Die oiet meor hoopt, vreest ook
niet Unger.
Jocelyn was geschrikt maar vreemd ge
noeg: het had haar niets verwonderd, toen
zy den naam van Millicent Chyne uit den
mond van een tweeden man moest vernemen.
Vrouwen begrypen zulke dingen eerder dan
wy, mannen. Zy doorzien elkander en scbynen
er den slag van te hebben de menschelyke
natuur te nemen voor wat ze is; iets wat wy
ten minste togenover mannen nimmer zullen
leeren. De vrouwen doen geen uitvallen,
zooals wy; zy eischen het onmogeiyke niet
van de zwakken. Nog iets anders was er,
vreemd genoeg, in Jocelyna gemoed achter
gebleven, nadat oen storm van aandoeningen
was bedaard, en wel een zekere onbewuste
teederheid voor diezelfde Millicent Chyne. Zy
was er zeker van, dat, wat Jack Meredith
voor deze gevoelde, wel, zooals wy dat onbe
stemd plegen te noemen, het „echte" moest
zyn en daarom dan ook blyvend zou wezen.
Aan die overtuiging was ook wellicht een
zekere sympathie van haar voor Millicent toe
te schryvon. Maar wie zal het wagen in de
diepste schuilhoeken van een vrouwenhart door
te dringen en de tegenstrydige gevoelens
trachten te ontleden, die daar met elkander
kunnen stryd voeren? Gevoelens niet zelden
van sympathie en afkeer tegeiyk, hier een
onoverwinnelyke afkeer van Millicents ge
pleegd bedrog. Maar Jocelyn wist genoeg van
de wereld om te begrypen, dat, wanneer Milli
cents laagheid helder als de dag zou aan 't
licht komen, zy er toch den slag van zou hebben
vergeviDg te verwervenook wist zy, dat deze
zekerheid by menige vrouw alle gevoel van
eer tot zwygen brengt.
Wel trof het gelukkig voor Meredith, dat
nu juist Guy Oscard naar Engeland terug
keerde. De twee mannen toch waren niet met
elkander te vorg'-lykon. Millicent Chyne zou
wel geen oogenblik aarzelen by haar keuze.
Dat zy zelf veel zou moeten lyden zonder te
klagen, was voor Jo elyn oen uitgemaakte
zaak. Zy kon toch niet tot Meredith gaan en
zeggen: „Die vrouw daar bedriegt u, maar
ik heb u lief en myn liefde is edeler en meer
waard dan de hare? Het is niet de voorby-
gaande gril van een jong meisje, wier hoofd
duizelt en dat verblind is door alles om haar
heen: het is de innige liefde van een vrouw,
die byna den middelbaren leeftyd heeft be
reikt, een liefde zóó volkomen, zóó groot, dat
ik u dit meisje geheel zou kunnen doen ver
geten. Ik zou u zóó met myn liefde omringen,
zóó over u waken, zóó voor u zorgen en u
zóó begrypen en verstaan, dat gy wel ge
lukkig zoudt moeten zyn. Ik gevoel, dat geen
vrouw ter wereld in staat is u zóó gelukkig
te maken als ik."
Zoo iets kon Jocelyn niet doen. Geen vrouw,
hoezeer ook geëmancipeerd, geen blauwkous
zelfs, zal toegeven, dat zoo iets voor oen
vrouw doeniyk is. En juist omdat zy dit alles
voor hem gevoelde, moest zy een wachter
voor haar lippen plaatsen, opdat haar nooit
tegenover Meredith een enkel woord ten na-
deele van Millicent Chyne zou ontvallen. De
gedachte, dat zoo iets zou kunnen gebeuren,
maakte haar half ziek en zenuwachtig.
(Wordt vervolgd,)