N°. 10896.
Maandag 3 September.
A0. 1895.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en (feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
DAG-BLAB.
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post w „1.40.
Afzonderlijke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17J- Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Derde Blad.
Finantiëele Kroniek.
Wat in langon tyd niet is voorgevallen,
gaf de afgeloopen week weer eens te aan
schouwen, namelijk dat de aandacht der fond-
sc-n markt geheel door de Amerikaansche Spoor
wegen werd in beslag genomen. Wat aanleiding
heeft gegeven tot de zoo plotselinge en vrij
ingrijpende verandering, is niet zoo gemak
kelijk aangetoond. Gebeurtenissen van bui
tengewonen aard hebben niet plaats gehad en
hot gunstig onthaal, dat het reorganisatieplan
van den E r i e-spoorweg schijnt te onder
vinden, kan moeilijk als motief gelden, hoewel
in sommige marktberichten hieraan bijzondere
beteekenis wordt gehecht.
Te meer is de groote belangstelling voor
Amerikaansche spoorwegen do aandacht waard,
orad'at in de laatste maanden do voornaamste
Beurzen slechts oog hebben voor alles wat
met den naam van „goudmijn" bestempeld
wordt, on de speculatie zich met volle kracht
op dit artikel goworpen heeft. Nu zyn inder
daad do cyfers, die by de goudmijn-speculatie
te voorschijn kunnen worden gebracht, wel
in staat om iemand te doen watertanden. Een
der Transvaalsche kranten geeft na nauw
keurige berekening te kennen dat de ver
hoogde waardetoekenning aan Transvaalsche
goudmyn-ondernemingen op een kapitaal van
240 milhoen, ruim 750 millioen bedraagt,
terwijl de schatting van de waardevermeer
dering van mijn-aandeelen te Londen op ruim
80 millioen pond st. {f 960,000,000) genomen
is. Dat een dergelijk winstcijfer aanleiding
moest geven tot uitbreiding van de goudmijn-
markt en een blinde speculatie te voorschijn
roopen, spreekt wel vanzelf. Tot nu toegaat
alles goed en twijfelaars, die bedenkelijk het
hoofd mochten schudden, kunnen, zooveel zij
maar willen, overal duidelijk gedrukt zien,
dat hier nog lang niet het hoogtepunt is be
reikt en het tijdperk der voorzichtigheid nog
ver af is. Hun voorzichtigheid is overdreven
en or.tijdig. Zóó do bladen, die de speculatio
in minwaarden blijven aanbevelen, vermoe
delijk niet belangloos!
Ook onze markt, die zich tot nu toe tamelijk
gereserveerd hield, zal nu meer officieel bi) den
goudmijnhandel geïnteresseerd worden. Deze
week is te Amsterdam de inschrijving open-
gestold op eene ondernoming, die niet nieuw,
doch nu plotseling zeer rendabel schynt ge
worden. Vergeten kan het nog niet zijn dat
in 1888 en 1889 verschillende landen in
exploitatie werdon genomen, waarvan de
resultaten zoo bitter slecht waren, aangezien
de goudopbrongst ook al ten gevolge der
minder voordeeligo bereidingsmanieren niet
de moeite loonde. Dat waren dure lessen!
Veel is natuurlijk in dien tusschentijd ver
beterd, en de nieuwe methoden, in gebruik om
het goud to winnen, geven een aanzienlijk
grootere opbrengst. Doch dit geeft nog geen
recht om te redeneeren zooals in een finantiéel
Dagblad brutaalweg geschiedt: „Natuurlijk
kan men zaken overdrijven, doch dit gevaar
van groote teleurstelling kan nooit meer
groot worden na de lessen, vroeger opgedaan.
(N.B.Overdreven achten wij evenwel de
bedenkingen, nu en dan reeds geopperd, dat,
naar aanleiding van de snelle rijzingen in
sommige inijnwaarden, eene reactie niet kan
uitblijven."
Waar zóó gesproken wordt, is voorzichtig
heid dubbel aanbevolen.
Wat nu de verbetering op de Amerikaan
sche spoorwegmarkt betreft, moot deze voor
een deel worden toegeschreven aan de ver
betering der wisselkoersen, waarvan verbete
ring bedoelt: het niet meer wegvloeien van
goud. Door dezo feiten werd de N.-Yorker Beurs
werkelijk in zeer opgewekte stemming ge
bracht, waarmede Londen gaarne instemde
en dezelfde houding aannam. Zoo groot was
de geestdrift voor de spoorwegmarkt, dat zelfs
do handel in minwaarden een oogenblik
dreigde te verflauwen, en dat beteekent iets.
Op zichzelf beschouwd, is do daling der wissel
koersen niet belangrijk genoeg om de stem
ming zoo geheel te regelen, doch de aanlei
ding tot de gunstigere beoordeeling ligt daarin,
dat de lagere wisselkoersen voortspruiten uit
een inwendig verbeterenden toestand, waartoe
in hooge mate de schitterende oogst-vooruit-
zichten bijdragen. Niet alleen dat de maïs- en
graan oogst tot de beste zullen behooren,
die er ooit geweest zijn, doch de herleven-
diging der handelstoestanden in het algemeen,
is te duidelijk, om niet do noodige aandacht
te ondervinden.
Het reorganisatieplan van de Erie spoorweg
is nq in z(jn geheel bekend en bevestigt
wat reeds vroeger is vermeld betreffende eene
aanzienlijke storting op de aandeelen. Op
krachtige wijze worde de regeling aangepakt
en het mos diep in do wonden gezet. Nu
mag de patiënt voor een groot deel in
gezonden toestand geraken, hier en daar
zullen toch wel waardolooze ledematen blijven
aanhangen. Hiertoe zullen zich de houders
van aandeelen wel kunnen rekenen; wol
hebben zy een© groote storting te doen,
doch hoofdzakelijk voor oens andermans
pleizier. Over het algomoen wordt het
regelingsplan zeer gunstig opgenomen, niet
het minst'door de houders van Chicago-
en E r i e-waarden, die thans zekerheid
vorkrijgen omtrent hunne positie, en bevestigd
zien hoe deze lijn, die steeds gold als eane
onmisbare schakel voor de Erie, thans als
een hoogst waardevol gedeelte bij de nieuwo
Maatschappij wordt ingelijfd en daardoor op
veel vaster en solider grondslag komt te
staan. Ook de N.-York Pennsylv. &Ohio
zal nu onder het Erie-systeem begrepen
worden, eene verandering voor do Prior-
obligaticn is echter hieraan niet verbonden.
Bij het reorganisatieplan wordt het vol
gende beeld gegeven van de geraamde ont
vangsten De werkelijke netto-ontvangston
toonen over de laatste acht jaren een gemid
deld overschot aan boven de by deze reorga
nisatie vastgestelde rentelasten, van l'/j
millioon doll, per jaar, waaruit op de eerste
preferente aandeelen de vollo 4 pet., en op
de tweede preferente aandeelen 2 pet. zou
kunnen worden voldaan.
De tweede preferento aandeelen zijn echter
tot vier percent preferent, en eerst daarna
komon de gewone aandeelen met een kapitaal
van 100 millioen doll, voor uitkeering aan
do beurt!
Op de gewone aandeelen moet nu eene
storting van 12 pet. geschieden, waarvoor
geon vergoeding in den een of anderen vorm
wordt gegeven, en dat terwijl do kans, dat
ooit cenige uitdeeling op deze aandeelen zal
kunnen geschieden, zoo goed als nul is.
Het is niet onwaarschijnlijk, dat spoedig zal
worden overgegaan tot uitloting van obligation
U nion-Pacific-Equipmentbonds
en uitbetaling der achterstallige coupons Het
bedrag van de achterstallige aflossingen en
coupons tot een gezamenlijk tedrag van
892,000 doll, is aanwezig en bij het gerechtshof
een rapport ingediend tot goedkeuring van de
aanbeveling der roceivers, om tot uitbetaling
over te gaan. Het hof zal eerst na 10 Sept.
hieromtrent een beslissing nemen.
De Europeesche markt ondervond zeer ge
voelig de afleiding door den Amerikaanschon
hoek: de handel was over het algemeen zeer
stil en had weinig te beteekenen, alhoewel
de stemming vrij vast bleef.
Oostenrijkers waren zeer gezocht en
konden hun voordeeligen koers handhaven,
evenzoo Portugeezen, waarvan vooral
Tabaks-obligatiên een vrij aanzienlijke
verbetering konden behalen. Spanje zeer
verlaten. De regeering blijft omtrent den toe
stand op Cuba zeer gesloten, intusschen bleven
de belichten in de couranten zeer treurig. Te
Parijs bestaat voor deze fondsen een zeer
groote contramine party, die zich liever van
hare positie verlost zag. De geringste poging
daartoe veroorzaakt echter eene koersverhoo-
ging, hetgeen minder strookt met do bedoeling.
Turken volgden aanvankelijk de zeer
gunstige strooming der Parflsche markt, waar
in de verschillende Turksche fondsen, zoowel
Staatsleeningen als bankaandeelen, levendige
handel plaats vond. De moeilijkheden in
Bulgarije en Macedoniö hebben natuurlijk een
groote contramine-beweging uitgelokt, en nu
het duidelijk wordt dat het geschreeuw, door
Engeland aangeheven, vrijwel zonder uit
werking blyft, wordt het raadzamer geoordeeld
de positie te veranderen en tot dekking over
te gaan. Verder zyn mot de Rpgeering onder
handelingen gaande over groote finantiëele
plannen, o. m. de verpachting van het alcohol
monopolie en uitbreiding der concessie der
Tabak Maatschappij, waardoor jaarlyksch be
langrijk hooger bedragen in de schatkist
zouden vloeien.
Zuid Amerikaansche waarden voort
durend in willige stemming, voornamelijk
voor Brazilië en Venezuela. De reeds
vroeger aangeduide conversie der Argen-
t ij n 8 c h e schuld schijnt veel spoediger tot
wording te zullen komen, dan aanvankelijk
werd vermoed. Dezer dagen wordt het volledige
plan aangekondigd.
In aandeelen-P etroleumbronnen en
Petroleum-Maatschappij G a 1 i c i hadden
flinke aankoopen plaats. Of dit in verband
moet worden gebracht met het feit, dat de
productie in Pennsylvanië lang niet voorziet
in de behoefte, en dus Amerika reeds naar
inferieure qualiteiten wil gaan omzieD, kan
nog niet worden uitgemaakt. Van invloed
kan het echter wel zyn.
Northwestern Pacific-Pandbrieven,
met uitgebreider vraag, in vaste houding. Zy,
die doof zijn gebleven voor de waarschuwin
gen in do bekende philanthropische adver-
tenliën, zyn ten slotte aan den besten koop,
zcoals 't wel moer gebeurt.
Rynlandsche Bank.
De ontdekking van een diefstal te
Buda-Pestli.
In 1884 word er op hot postkantoor to
Buda-Pesth een geldkist met f 250,000 ge
stolen. Daarover ontstond groote ontsteltenis,
gevolgd door een onderzoek, dat niet veel
licht in de duistere zaak bracht. Elf jaren
bleven de daders onbekend, totdat z(j een
paar weken geleden ontdekt werden. Csombor,
een doodarme postbeambte, en zyn vriend
Szupiszics, een daglooner, hadden de misdaad
gepleegd en waren daarby zóó slim te werk
gegaan dat eerstgenoemde nog twee jaren
daarna by de post werkzaam kon blyven.
Szupiszics, op wien niemand eenig vermoeden
had, was intusschen spoorloos verdwenen.
In deze zaak, vol van verrassingen en
romantische details, heeft de justitie de
daders nog niet eens kunnen straffen, aan
gezien de misdrijven reeds verjaard waren;
en niet minder merkwaardig is het dat zy
na nog zoo langen tyd een groot deel van
het geld by de dieven heoft mogen terug
vinden. Van don beginne had de politie
argwaan tegen Csombor, die dan ook een
tydlang achter de traliën kwam, maar wegens
getrek aan bewijzen moest worden vryge
laten. Maar nu, elf jaren later, de misdaad
aan het licht is gekomen, blykt de geheelo
toedracht dor zaak, en vooral de verdere
levensloop van Szupiszics en diens inhechte
nisneming zoo merkwaardig dat ze fraaie stof
voor eon crimineelen roman zouden kunnen
opleveren.
Csombor, die, alvorens by de posteryen te
zyn aangesteld, als schipper, politie-agent,
doodgraver een conducteur een avontuurlyk
loven had goleid, was op het denkbeeld van
den diefstal gekomen nadat een zyner vrienden
hem verteld had dat hy eens f 60,000 op het
postkantoor had gevonden en het geldeerlyk
aan de administratie had teruggegeven. Daar
uit maakte Csombor de gevolgtrekking dat
het niet zoo moeilyk mo93t zyn om eens
een goeden slag te slaan. Hy wist, zooals
hy later aan den rechter van instructie be
kende, dat '8 avonds om zes uren de geld-
verzendingen geschiedden, en had daarom
aan zyn vriend Szupiszics, zonder hem nader
zyn plannen mee te deelen, verzocht tegen dien-
tyd met oen grooten zak voor de poort van
het kantoor te komen. Zoo gezegd, zoo ge
daan. Niettegenstaande er zes ambtenaren in
de zaal werkten, wist Csombor een geld-
trommel ongemerkt in den meegebrachten
zak te laten glyden, daarmede stilletjes naar
buiten te komen en den zak aan Szupiszics
te geven, waarop dezo dien in een schuur
niet ver van Csombor's woning verstopte.
Drie dagen lang bleef hy daar verborgen;
toen besloten zy hun buit in veiligheid te
brengen. Zy huurden een schuit, staken over
naar den overkant der rivier en zochten een
eenzame plaats op, met het plan de trommel
open te breken. Terwyi zy daarmede bozig
waren, hoorden zy stappen naderenSzupiszics
stapte vlug met de kist in zyn schuit, en
Csombor vluchtte het land in. Maar de men-
schen gingen voorby zonder iets van de twee
te merken, zoodat, toen het gevaar geweken
was, Szupiszics met zyn schuit weer aan
land kwam, Csombor meenam en naar de
spoorbrug roeide, met het doel om daar het
kistje in het water te gooien. Natuuriyk
namen zy eerst hot geld er uit, maar gingen
daarby, ten gevolge van den uitgestanen schrik,
zoo onhandig te werk dat zy niet merkten
dat er nog bankpapier in het kistje lag, zoo
dat een deel van het gestolen geld, namelyk
de nog zoek zynde f 100,000, waarschyniyk
nog in de trommel lagen toen deze in de
Donau werd geworpen. Aan land gekomen,
begroeven zy het geld op een eenzame plaats
en groeven het een paar dagen later weer op,
waarop de buit eeriyk verdeeld werd: ieder
f 76,000. Szupiszics verdween daarop uit Buda-
Pesth, terwyl Csombor kalmpjes naar het
postkantoor terugkeerde.
Een dag of wat later werd het verdwynen
van de trommel ontdekt, en men vermoedde
dat Csombor daaraan niet onschuldig was. Hy
werd een tydlang gevangengehouden, maar
moest wegens gebrek aan bewyzen ontslagen
worden. Die achterdocht was echter voor
Csombor een reden om de grootste voorzichtig
heid in acht te nemen en zoo bleef by nog
twee jaren by de post, oogenschynlyk even
arm als te voren. Ook toen by die betrekking
verliet om ze voor allerlei kleine neringen te
verwisselen, gold hy nog steeds voor oen
armen drommel.
Het duurde nog zoowat vyf jaren voordat
hy, in de meening dat de zaak nu albykans
vergeten was, zyn levenswyze begon te ver
anderen. Hy kocht een logement met daaraan
verbonden wynhuis en die zaak scheen zoo
te floreeren dat Csombor langzamerhand huizen
en landeryen ging koopen en zich zelfs met
de politiek ging bemoeien. In één woord, by
zyn buren en in zyn wyk gold hy voor een
welgesteld man.
Dat zou zyn ongeluk worden, want de
politie had den diefstal nooit uit het oog
verloren en daarom ook Csombor haar by-
zondere aandacht waardig gekeurd. De bron
van diens rykdom kwam haar troebel voor,
en zy wilde er wat moer van weten. Zoo
vernam zy dat Csombor elk jaar het bezoek
van een vreemdeling kreeg, die Jo3zka heotte.
Daarover ondervraagd, zeide Csombor dat het
een vreemdeling was, die op een klein eiland
aan de kust van Dalmatiö woonde. Dat ver
haal klonk te romantisch dan dat do politie
zich er mee kontevreden stellen, en weetgierig
als naar gewoonte, wilde zy wat meer van
dien geheimzinnigen vreemdeling weten.
Spoedig kwam zy er achter dat die Joszka
identiek was met een zekeren Szupiszics, die
elf jaar geleden juist op het tydstip van den
diefstal uit Buda-Pesth was verdwenen. Die
omstandigheid gaf te denken, en toen het
bleek dat de verklaringen van Csombor over
dien Joszka veel tegenstrydigs bevatten, be
sloot zy het spoor te vervolgen en zich eens
met dien Joszka of liever Szupiszics te gaan
bemoeien. Werkeiyk bleek deze op een eilandje
aan de Dalmatische kust te wonen, waarop
de Hongaarsche autoriteiten zich met de Oos
tenrijksche tot het doen van verdere naspo
ringen in verbinding stelden.
Hierdoor kwam men tot de volgende ont
dekkingen.
Szupiszics had kort na het bedryven van
den diefstal de Hongaarsche hoofdstad ver
laten en na nog een tydlang rondgezworven
te hebben zich op het eilandje Selve, oen
rotsklip by de Dalmatische kust, gevestigd.
Daar geloofde hy veilig te zyn.
Selve is oen tameiyk onbekend eiland, door
een duizendtal menschen, meerendeols ma
trozen en visscbor8, bewoond, en dat slechts
tweemaal in de week door een postschip uit
Zara wordt aangedaan. Den overigen tyd is
het eiland van elke verbinding met het vaste
land verstoken. De wynstok en do olyfboom
zyn de eenige gewassen, die op den rotsbodem
groeien, en in het kleine stadje prykt nog
altyd de leeuw van St.-Marcus, ten teeken
dat vroeger de meeste mannon als matroos
op de schepen dor republiek Venetië een be
staan vonden.
Naar dat eiland had Szupiszics zich met
zyn geld begeven, en hy won er zoozeer het
vertrouwen dor bewoners dat zy hem weldra
in den gemeenteraad kozen en hy het mooiste
meisje van Selve, Eugenia Rassol, tot vrouw
kon nemen. Geen wonder, want Szupiszics
werd met al zyn geld de weldoener van het
eiland: hy hielp waar hy kon, en nooit klopte
men tevergeefs aan zijn deur, zoodat het
verklaarbaar was dat de bewoners langzamer
hand een grooten eerbied voor zyn rykdom
en hulpvaardigheid kregen en hem daarom
niet anders dan Signor Conto begonnen te
noemen. Zoo werd Szupiszics door die eenvou
dige menschen tot graaf van Selve verheven.
Hy leefde er zeer gelukkig, had een mooi
huis, was een goed vader en echtgenoot,
jaagde en vischte yverig en verliet, met uit
zondering van een jaariyksche reis naar Buda-
Pestb, zyn eiland niet. Aan die idylle maakte
de justitie met ruwe hand oen einde toen zy
wist dat de onbekende, die Csombor eenmaal
'sjaars bezocht, de zoogenaamde graaf van
Selve was.
Uit vrees dat de bewoners voor hun wel
doener party mochten trekken, nam men by
de inhechtenisneming de grootste voorzichtig
heid in acht. 's Avonds voer de justitie met
een stoomboot van Zara naar Selve, waar in
het holst van den nacht geland werd. De van
te voren verwittigde op het eiland geposteerde
gendarme bracht de gerechtsdienaren naar het
huis van Szupiszics. Dit werd omsingeld, de
eigenaar werd gewekt en men hield dadeiyk
huiszoeking, waarby f 80,000 gevonden werd.
Naar de herkomst van zooveel geld onder
vraagd, beweerde Szupiszics het by den over
gang van het Russische leger over de Donau
in den laatsten oorlog deels verdiend, deels
gevonden te hebben. Natuuriyk geloofden de
ondervragers daar geen woord van, te meer
omdat de verdachte zóóveel tegenstrydige ver
klaringen deed dat hy op het laatst zelf inzag
dat verder loochenen niets meer baten kon.
Hy bekende dan ook alles haarfijn, zoodat de
justitie nog tydig in den ochtend met haar
prooi en al het geld naar de boot kon gaa.i,
en deze al lang weg was vooraleer de bewo
ners precies wisten wat er 's nachts gebeurd
was. De vrouw van den dief had men voor
de zekerheid ook dadelyk meegenomen.
Toen men nu eenmaal Szupiszics had, be
sloot men zich ook van zyn kameraad Csom
bor meester te maken. Tot dusver had men
dezen slechts van tyd tot tyd op het politie-
bureel ontboden, tot het geven van inlich
tingen, en hem ongemerkt laten bewaken.
Thans echter werd hy uit zyn huis gehaald,
en ondanks hevig tegenstribbelen naar het
bureel gebracht, waar de commissaris reeds
klaar stond om met het verhoor te beginnen.
Deze, een slimme vos, liet Csombor eerst een
tydlang kalm doorpraten, totdat hy hem meteen
enkele vraag op een tegenstrydigheid betrapte.
Op deze eene contradictie volgde een tweede,
en nog een derde, totdat de commissaris einde-
lyk aan het woord kwam en den dief glas
helder bewees dat hy loog.
Die uiteenzetting maakte zoo'n indruk op
Csombor, dat hy als een zak in zyn stoel
zonk, waarop de commissaris, oordeolende
dat thans het psychologische oogenblik ge
komen was, don delinquent goedig by de hand
nam, zeggende: „Kom oude jongen, liegen
helpt nu niets meer, want je medeplichtige
is reeds achter slot en heeft allee bekend."
Dit hoorende werd Csombor doodsbleek en
vroeg na een poos om een flesch goeden
rooden wyn, die hy bykans in één teug leeg
dronk. Aldus courage gekregen hebbende, was
by bereid te bekennen en verhaalde op zyn beurt
eveneens alles haarfijn. Ook in zyn bezit vond
men, behalve huizen en gronden, nog ƒ40,000
aan geld, zoodat de postadministratie van ge
luk mag spreken. Beide beschuldigden zyn
echter, daar het misdryf verjaard is, in vry-
heid gesteld. (N. R. C.)
Gr e m engd Nieuws*
Te Hoogezand is op den buiten-
vaarder E. Hanokamp, van Voendam, een
moordaanslag gepleegd. Terwyl H. met zyn
broer per rytuig van Groningen kwam, ont
moetten zy zekoron J. Freek, die vroeg mede
te rydeD; daar hy beschonken was, werd dit
geweigerd. Freek greep daarop het paard
vast en toen Hanekamp uit het voertuig op
hem toesprong, bracht hy hom met een merk-
yzer een steek toe. Er bestaat weinig hoop
op zyn herstel. Freek is gevankelyk naar
Winschoten vervoerd.
De personentrein 164, die te 9.03
van Leeuwarden vertrekt en te Peperga te
10.49 aankomt, is gistermorgen, Woarsdiyniyk
ten gevolge van verkeerden wisselstand, op
het spoor geloopen, waar de goederentrein in
de richting Zwolle stond.
De locomotief drong in den trein, met het
gevolg dat de achterste wagens geheel wer
den ingedrukt. Ook de locomotief bekwam
belangryke schade.
Persoonlyke ongevallen kwamen gelukkig
niet voor.
Van andere zyde verneemt het „Hbl." dat
de locomotief van den eerstgenoemden trein
gehoel verbryzeld is. Uit Meppel werd een
locomotief gezonden, die den trein verder
bracht. De schuld moet by den wissolwachtor
liggen.
In de nabyheid van Ajaccio, de
hoofdstad van het eiland Corsica, heeft een duel
plaats gehad tusschen de hoeren Benedetli
en Alexandri, die by de verkiezingen voor
den departementalen raad togen elkaar in
het strydperk traden. Natuuriyk kon slechts
een der beide candidaten worden gekozen.
De geslagen candidaat daagde den gekozen
afgevaardigde toen uit tot een tweegevecht
op het pistool. De uitslag daarvan was, dat
de heer Alexander, door een kogel in de borst
getroffen, werd gedood. Dit duel is weer een
bewys van de zonderlinge toestanden, welke
op het eiland Corsica bestaan en die onlangs
in de Fransche Kamer ter sprake werden
.gebracht.
Uit Djeddah wordt gemeld dat
een troep pelgrims, die van Mokka terug
keerde, door gewapende Bedoeïenen zyn over
vallen. Vele pelgrims werden gekwetst.
De koningin van Spanje heeft
gratie verleend aan alle militairen, die niet
tot levenslange gevangenisstraf zijn veroor
deeld, onder voorwaarde, dat zy dienst nemen
op Cuba.
Uit Sofia wordt getelegrafeerd
dat de overheid dertig personen heeft gevan
gengenomen, die schuldig zyn aan den aan
val op het dorp Dospat en het vermoorden
der inwoners.