MENGELWERK.
De waarschuwing van den Scheveningschen
baddokter, in Eet-Nieuws van den Dag, welke
wjj in oen vorig nummer van ons blad mede
deelden, geeft den heer Cb. E. H. Boissevain
aanleiding in h6t Handelsblad het volgende
te hchrtfven:
„Ofschoon voor niemand onder willende
doen in bewondering en eerbied voor het
8choone beroep, dat dr. Francken uitoefent,
meen ik, dat hy in zijn ingezonden stuk in
een fout van vele geleerden vervalt en te
veel generaliseert. Wat dr. Francken zegt
over het misvormen van de schoongevormde
kindervoetjes door nauwe laarzen heeft mijn
volle sympathie en evenzeer ben ik het eens
mot do conclusie, die men onwillekeurig uit
z(jn stuk trekt, dat nl. het Schevemngsche
promonadostrand niettegenstaande nauw
keurig toezicht met glasscherven overdekt -
een totaal ongeschikte speelplaats is voor
kindoren.
Wel echter ben ik het geheel onoens met
z'ljno ïueoning, dat het loopen metbloote
voeten over het strand en af en toe
in het water voor iedor nadeelig is. Het
spreekt vanzelf, dat er onverstandige ouders
zijn, evenals er doctoren zijn, die de ruwe
kracht van de Noordzeolucht „aan het strand"
even slecht kennen als de heilzame werking.
Ouders, die hun kinderen, zoowel de sterkere
als ben, die aan bloedarmoede of hartzwakte
lijden, uren lang tot halverwege in het water
laten staan, bandelen even onverantwoorde
lijk als de dokter, die jongen, zwakken kindoren
niet verbiedt om op het strand te komen of
ten minste den ouders voorschrijft te zorgen,
dat die kinderen nooit natte voeten krijgen.
Voor gozonde en sterke, levenslustige kin
deren, die willen graven en spitten, die hun
vestingen willen verdedigen, of die dikwijls
verrast worden door een opkomenden vloed,
verdient het loopen met bloote voeten verre
do voorkeur, want hot is veel slechter dat
de kindoren den geheelen dag in natte kousen
en schoenen rondloopen, dan geduronde
enkele oogenblikken met natte voeten, die
dadelijk weer opdrogen in de zon. Want de
voeten worden toch nat, dat weet ieder, die
z\jn kinderen ooit aan het Zandvoortsche
strand liet spelen.
Resumeerende, zoude ik ouders en doctoren
wel den volgenden raad willen geven
1. Laat gezonde en sterke kinderen gerust
mbt bloote voeten aan oen strand, waar geen
glasscherven zijn, spelen, maar waak tegen
overdrijving en zorg, dat ze als regel niet in
het water staan en nooit langer dan enkele
minuten.
2. Laat uwe kindoren, als zij kouson en
schoenen aan heb'oen, nooit in het natte zand
spelen, tenzij met india-rubber-waterlaarzen.
3. Volg het voorbeeld van de visschers en
kom mot zwakko kindoren of zuigelingen
ondor het jaar nooit op het strand. De zee
lucht, die boven of achter de duinen heil
zaam is, is aan het strand veel te krachtig
en te zeer met zoutdeelon bezwangerd en
daardoor veelal nadeelig voor jonge of zwakke
longen.
4. Biyf met zwakko kinderen of met hen,
die hoofdpijn of ingewandsstoringen krijgen
van natte voeten, öf op de duinen of in het
droge zand.
6. Beschouw ieder geval op zichzelf en
zeg nooit: de kinderen van X. kunnen daar
of daar tegen, dus laat ik het mijn kinderen
ook doen.
Mocht ik iets gezegd hebben, dat niet juist
wordt geacht, zoo houd ik mU voor ver
betering of aanvulling aanbevolen."
Gemeenteraad van Dazcrswoudc.
Do belangrijkste punten van behandelirg,
die ter tafel kwamon, waren do voorloopige
vaststelling der gemeente-rekening ovor 1894,
en de benoeming van oen hoofd der school
aan don Rijndijk.
In betrekking tot eerstgenoemd punt der
agonda werd voorlezing gedaan van het rap
port der commissie, die met hot onderzoek
der gemeenterekening is belast geweest en
die verklaart, niets ontdekt te hebben, wat
tot op- of aanmerking aanleiding had kunnen
geven. Op haar advies wordt bosloten de
rekening voorloopig goed te keuren.
In verband met de benoeming van een
hoofd der school aan den Rijndijk wordt
voorlezing gedaan van de door den districts
schoolopziener opgemaakte ranglijst en de
verschillende getuigenissen van de arrondis-
sements schoolopziener, in wier ressort de
voorgodragen sollicitanten workzaam zijn. Op
do vraag des Voorzitters, wie der heeren naar
aanleiding van do voordracht het woord ver
langt, zegt de heer Van den Akker de voor
keur to goven ann den lieer v. Douwen boven
don heer S. Okkerse (die No. 1 op de voor
dracht is), omdat eorstgenoamde in het bezit
dor akto Fransch is, wat in do oproeping een
aanbevoling werd genoemd.
Dj heer Wessolingh houdt zich, als er geen
geliigo rodon is, om daarvan af te wijken,
aan No. 1 der voordracht. Waartoe anders
e:n vergelijkend examen?
De Voorzitter wyst or op, dat ook het vorig
hoofd der school, de heer Sasburg, niet in hot
bezit dor akto Fransch was, toen hij benoemd
werd, en toch andere sollicitanten, met wie
dat wel het goval was, werden gepasseerd.
Bovendien gelooft spr., dat aan onderwijs in
't Fransch aan den Rijndijk geen behoefto
bestaat, of alleen voor ZEd. Ac.htb., en dat,
mochten zich liefhebbors van het Fransch
aanmelden, het te benoemen hoofd dan toch
in staat is de beginselen te onderwijzen, al
is h(j ook zonder akte. ZEd. Achtb. is het
met den heer Wesselingh eens, dat No. 1 de
voorkeur heeft. Omtrent den heer Okkerse
kon men, daar hy aan de school in de omge-
ving van deze gemeente werkzaam is, alle
gewonscht9 inlichtingen bekomen en die inlich
tingen waren alle gunstig; de heer Okkerse
staat als oen flink en degelijk onderwyzsr
bekend, zoodat men met grond kan verwach
ten, dat hy voor de school van den Rijndijk
uitstekend geschikt zal zijn.
De heer Van den Akker merkt naar aan
leiding van het door den heer Wesselingh
gesprokene op, dat er niet één, maar 6 per
sonen op de voordracht staan, die allo ge
schikt geacht kunnen worden voor hoofd der
school aan den Ryndljk. Hier is het echter
de vraag, wie het meest geschikt kan geacht
worden, en dan wijst spr. op den heer
v. Douwen, die ook hoofd eener school, doch
in het bezit der akte Fransch is. Wel is waar
zijn nog nooit aanvragen ingekomen van
ouders, om hun kinderen Fransch te onder
wijzen, doch dit vond zjjn oorzaak hierin, dat
het hoofd der school geen akto Fransch had.
De heer Wesselingh houdt zich stipt aan
den uitslag van het vergeiykend examen en
zou het onverstandig en treuiig vinden No 1
te passeeren, omtrent wien spr., en nog wel
van bevoegde zyde,vernomen heeft dat hy
een in alle opzichten zeer geschikt onder-
wyzer is.
De heer Koetsier gunt meerbedoelde be
trekking aan den heer Doesburg Lannooy,
iemand, die al jaren lang als eerste onder-
wyzer in Amsterdam werkzaam en goed in
de practyk ervaren is. Spr. ziet zoo gaarne
jonge menschen vooruitgeholpen.
De heer Van den Akker merkt op, dat het
hier niet de quaestie geldt, dezen of genen aan
een betrekking te helpen, en dat iemand, die
reeds aan het hoofd eener school heeft ge
staan en dus met onderwyzend personeel
heeft leeren omgaan, de voorkeur verdient.
Niomand verder het woord verlangende,
wordt tot benoeming overgegaan. De uitslag
is, dat op den heer S. Okkerse, hoofd der
school te Ter-Aar, 7 stemmen van de 10 (het
Raadslid de heer Van Driel was absent)
zyn uitgebracht, zoodat deze benoemd is. De
heer Doesburg kreeg 2, de heeren Van Douwen
en Van Gerkesklooster kregen elk 1 stem.
De datum van in functie trediDg wordt be
paald op 1 Nov. a. s.
Een kort voor de Raadszitting ingekomen
reclame tegen den hoofdeiykon omslag wordt
gerenvoyeerd naar B. en Ws., ten einde nader
te worden onderzocht.
Ten slotte, by het doen der gebruikelyke
rondvraag, vraagt de heer A. De Bruyu om
het plaatsen van oen lantaren aan den in
gang van het Westeinde, en een aan den
ingang van het Oosteinde.
De Voorzitter antwoordt dat deze vraag
in het college van het Dagelyksch Bestuur
zal worden overwogen.
Hierna wordt de vergadering gesloton ter
behandeling van eon bezwaarschrift.
Gremeng-d. Nieuws.
De indertyd reeds medegedeelde
zaak van den diefstal van gouden en zilveren
medailles aan het departement van marine
diende gisteren voor de Haagsche rechtbank.
Verdacht dien diefstal te hebben bedre\on,
had zich te verantwoorden een geschorste
portier. Hem werd ten laste gelegd öf die
medailles te hebben ontvreemd uit een kast,
öf, met de wetenschap, dat die medailles toe
behoorden aan den Staat der Nederlanden, deze
te hebben gevonden en ten eigen bate te
hebben verkocht.
Als eerste getuige werd gehoord de ambte
naar, die de medailles onder z\jn beheer had.
Uit diens verklaring bleek dat vermist waren
4 gouden medailles, ad 35 per stuk, en 7
zilveren, ad 2 50 per stuk. Do bronzen waren
alle aanwezig. Voorts bleek dat het al zeer
gemakkoiyk ging om in de kast te komen,
waar de medailles in eon ongesloten kistje
bewaard worden. (Thans worden z(j in de
brandkast bewaard).
Do beklaagde ontkende ten stelligste de
stukkon gestolen te hebbon en beweerde ze
gevonden te hebben, gewikkeld in een stuk
kardoespapier, in het papierhok naby de
knechten kamor.
Da tweede hoofdgetuige was een knecht
van de firma v. K., te 's-Gravenhage, die op
verzoek van beklaagde 2 gouden en 6 zilveren
medailles had verkocht, by genoemde frma,
voor 38.S7r Dez9 getuige bad beklaagde, die
li3m later om geheimhouding verzocht, ern
stige verwyten gedaan over de moeilijkheden,
waarin hy hem gebracht had, en hem do ont
vangen 5 fooi teruggegeven.
De verdere getuigenverklaringen waren
voor de zaak zelf van minder belang, doch
daaruit bleek dat beklaagdo ongeveer 700
inkomen had, zich fatsoenly'k g9droeg tn zich,
voor zoover bekend, nooit aan oneerlykheid
schuldig maakte.
Ho wel herhaalde malen attent gemaakt
op het onmogelijke van zyne verklaringen,
die zoo geheel weersproken werden door de
feiten, bleef beklaagde volhouden dat by de
medailles gevonden en het daarvoor ontvangen
geld in hot water aan de Mauritskade ge
worpen had.
Subst officier van justitie mr. Van Buttingha
"Wichers hechtte blykbaar ook geen waarde
aan het verhaal van beklaagde, wees er op
dat hy er belang by had om de juiste toe
dracht der zaak niot mede te deelen, omdat
nog twee gouden en één zilveren medaille
vermist worden, die by waarschyniyk nog
onder zich heefc om later te versmelten, en
vorderde zyne veroordeeling tot 1 jaar en
6 maanden gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger, mr. G. F. Thoe
Schwarzenberg, deed een beroep op de cle
mentie van de rechtbank.
Uitspraak over acht dagen.
De Hollandsche Maatschappij
van Landbouw heeft voor de kouring van
zaaigranen op Maandag 9 S?pt. 1895 in het
„Hotel Krasnapolsky" te Amsterdam beschik
baar gesteld voor verschillende soorten van
wintertarwe, wint^rgerst en winterrogge 15
pry'zen ieder a f 5.
De inzending moet plaats hebben op den
dag der keuring 's morgens vóór 10 uren.
Van ieder monster moet worden ingezonden
een liter en daarby vermeld worden hoeveel
daarvan te koop is en tot welken prys.
Bakken voor het tentoonstellen der monsters
zullen voorhanden zyn.
Het onderzoek in zake de klacht
van eenige ingezetenen van Den Haag tegen
den inspecteur van politie v. B. Jr. bij de
ontruiming van het Café ,,'t Gouden Hoofd",
is thans geëindigd.
Naar men verneemt, komt het rapport
van den roet het onderzoek belasten hoofd
ambtenaar van politie tot de conclusie, dat
de ontruiming niet alleen gewettigd, maar
ook wenschelyk was en dat geen enkele daad
van geweld daarby door de politie was ge
pleegd, allerminst gelijk in de klacht als
voornaamste grief was aangegeven het
wegtrekken van stoelen onder het lichaam
der bezoekers.
Echter is die hoofdambtenaar van meening
dat bet, met het oog op de gezindheid van
het publiek, wellicht beter ware geweest
indien de inspecteur (die daartoe echter niet
verplicht schynt) de aanzegging tot sluiting
van het café in pers'oon tot den eigenaar
had gericht in plaats van dit aan do hem
ondergeschikte agenten op te dragen.
Te Utrecht zal een wedstryd
van met bloemen versierde kleine voertuigen
(sportkarren, kinderwagens, vólocipèdes, ezel-,
bob ken en hittenwagens), uitgeschreven door
„Floralia", worden gehouden op Woensdag
4 September a. s., te halftwee, terwyl te drie
uren oen optocht der versierde voertuigen
door den tuin zal worden gehouden.
In Engeland en Duitschland worden derge
lijke weastryden met groot succes gehouden,
en ook in ons land, o. a. to's Gravenhage en
Arnhem, werd zoo'n concours met goeden uit
slag bekroond.
In de vorige week bleef de laat6t
medegedeelde stemming in den kaashandel
voortdurende prijzen ondergingen nog weinig
verandering, doch de handel was vlug.
In do Alblasserwaard werd van 17 tot
21 '/2 besteel; in de Lopiker- en Krirapener-
waard was de prys van 1ste soort Goudsche
22 tot 24l/1, zwaardere f 26 tot 28,2de
soort ƒ16 tot ƒ21. Derby 1ste soort ƒ22 tot
ƒ231/,, 2 Jo soort 20 tot ƒ211/,, Edammer
lste soort 22 tot 25, 2de soort 20 tot 22.
De gemeente B 1 e s k e n s g r a a f
wordt met een proces bedreigd door haar
vroegeren onderwijzer P. Van der Wende,
thans te Stavenlsse. Deze beweert nl., dat by
indertyd door den Raad van B. werd benoemd
op een jaarwedde van 600, benevens een
gratificatie van 50 na elk vol jaar verblyf,
welke toelage, na aanvankeiyk te zyn uitbe
taald, ovor de jaren '92, '93 en '94 werd
ingehouden. Nadat Ged. Staten van Zuid-
Holland op een desbetreffend adres van den
heer Van der W. verklaarden geen termen te
vinden om in deze tusschenbeido te treden,
werd de gemeente Bleskensgraaf namens den
eischer eerst door eon deurwaarder tot be
taling aangesproken, terwyl thans tegen haar
een rechtsvordering zal worden ingesteld.
Te "V-lissingen had Woensdag
een vrouw, die als marketentster met den
troep uitrukte, oven vóór haar vertrek haar
twee-en-halfjarig stiefkind in de bleek achter
het nuis opgesloten. Nadat de buren, die het
kind hoorden schreien, het met behulp der
politie hadden verlost en medenamen, bleek,
zegt men, b(j ontkleeding dat het kind bont
en blauw geslagen en erg mishandeld was;
het werd in het militair hospitaal gebracht,
alwaar het, na gewasschen en verbonden te
zyn, in het R.-K. weeshuis ter verpleging
opgenomen werd. De vrouw onderging op het
politie-bureel een verhoor. (ilf. G)
Een turfschuur, staande inde
Achterwotering, gem. Reeuwyk, toebehoorende
aan den heer P. Kersbergon Lzn., geheel
gevuld mot vier- en vy'fjirige eerste qualiteit
mengturf, is geheel afgebrand.
De brand is vermoedely'k ontstaan doordat
een 14 jarige knaap, achter de schuur bezig
zynde zijn pyp aan te steken, onachtzaam zyn
nog brandenden lucifer heeft weggeworpen.
Niets was geassureerd. De schade, alleen
aan de turf toegebracht, bedraagt ongeveer
1000.
Te Karczewo, naby Schmiegel
in Posen, is een arbeiderswoning verbrand,
waarby zes personen het leven hebben verloren.
By ministoriöele beschikking zyn
op de lagere scholen in Thüringen de ïyf-
stralïen weer ingevoerd.
De Parysche gemeenteraad heeft
thans de rosièrede rozeukoningin, voor het
loopende jaar aangewezen. Deze eenstemmig
tot de hooge, maar niet onvoordeelige waar
digheid verheven jonge dame heet Julie Céline
Drouard, is 21 jaren oud, waschvrouw van
beroep en heeft hare vier broertjes en zusjes
zonder hulp sedert den dood van hare ouders
opgevoed. Zy ontvangt uit een daarvoor be
stemd legaat een som van 1200 franken.
Een zeldzame onderscheiding
bezit de Dresdener slager Forkert, een veteraan
van 1870. Behalve dat hy in 't bezit is van
het yzoren kruis, heeft by de Fransche red-
dings medaille, die hy zich verworven heeft
door by de overgave van Metz een Franschen
generaal, met eigen levensgevaar, te redden
uit de Moezel.
Mosselen als moordenaars.
Een zeeman vond onlangs in de baai van
Chesapeake een doode eend op het water
dryven, welker snavel door een mossel om
sloten werd, die blykbaar door de eend met
geopende schaal was aangetroffen en als een
lekker beetje was beschouwd. Maar de mossel
sloot de schaal en zoo stierf de eend den
hongerdood.
Een Engelsch toerist uit Black-
burne, die met een vriend een rondreisje
maakte per rywiel, is op vreeselyke wyze
om het leven gekomen. Hy reed by Portrush
over de rails van de electrische tram, die zwaar
geladen waren met electriciteit; de stroom
sloeg over door het rijwiel en de toerist viel
bewusteloos neder. Na eenige minuten was
hy overleden.
Te Parys werden de openbare
wandelplaatsen eenigen tyd onveilig gemaakt
door een individu, dat kinderen tot zich lokte
om hun de oorlelletjes af te snyden. Eindelijk
is deze zonderlinge monomaan gepakt; hy
bleek een gewezen apotheker te zyn, die in
den laatsten tyd als marmer poiyster aan den
kost kwam.
By Brechin, een station aan een
zylyn van den Caledonischen spoorweg in
Schotland, is een trein door het weigeren van
de remtoestellen van de rails geloopen tegen
een steenon muur. Tal van reizigers werden
gekwetst, doch gelukkig niet ernstig.
Ten gevolge van ontploffing
van een petroleumlamp brak brand uit in een
voor pelgrims bestemd lokaal te Ribordone in
de Italiaansche provincie Turyn. Acht personen
kwamen in de vlammen om, vier werden
zwaar gewond.
O Lijster.
Uit het Fransch van ANDRÉ THEURIËT.
Het is nu ongeveer vyf jaren geleden, dat
ik den weg afdaalde van Briantais naar Saint-
Jouan, een van die gloeiende Bretonsche
wegen, aan beide zyden met kastanjeboomen
beplant, nu en dan afgewisseld door een
eeuwenouden eik. Tusschen de hooge booraen,
met hun breede, eerwaardige kruinen, staat
het kreupelhout hoog opgeschoten.
De grond zelf is geheel bedekt met dicht
groen gras en in de wagensporen, die voort
durend vochtig zyn, spruiten rose en witte
bloemen uit den vruchtbaren bodem.
Het was omstreeks acht uren in den morgen
en de frissche lucht deed reeds denken aan
herfstatmosfeer; overal in den omtrek hoorde
men het Iuidon der klokken voor de mis,
zware tonen, afgewisseld door vrooiyk geklep.
In de besseboomen op de groene vlakte achter
het kreupelhout zongen de lysters. Een zilte
geur bracht my in herinnering, dat de zee
Diet ver verwyderd was.
Juist wilde ik een heining van staken over-
klimmen, toen ik stappen achter my hoorde.
Ik keerde my om en zag een man voor my
van een dertig jaren, evenals ik ongetwyfeld
genietend van een wandeling in het vroege
morgenuur. Zyn kleeding echter weersprak
die veronderstelling wel eenigsziDs: voor
iemand, die matinous is, was hy wel wat al
t9 gesoigneerd gekleed. Een blauw lakensch
pak en een zyden hoed zyn nu juist niet
de kleedingstukken, waarin men zich des
morgens het liefst kleedt. Zyn gelaat sprak
duideiyk van een doorwaakten nacht; de
kringen onder de oogen, de scherp uitkomende
neus, zyn bloeke gelaatskleur weerspraken
die meening niet. Naar het uiteriyk te oor-
deelen, zou men hem voor een landedelman
gehouden hebbon.
Daar ik eigenlyk een weinig liep te dwalen,
vond ik het een goede geldgonheid den vreem
deling eens naar den weg te vragen.
„Ik ga zelf naar Saint-Jouan," antwoordde
hy, en als gy het goed vindt, zal ik er u
langs den kortsten weg brengen; ik ben op
weg naar huis en hoe eerder ik er kom, hoe
liever, want ik verlang te gaan slapen."
Hy zag zeker dat ik hem verwonderd aan
keek glimlachend voögde hy er ten minste by
„Dat verbaast u, ge vindt het ongetwyfeld
vreemd dat ik my ter ruste ga begeven als
een ander opstaat en zyn dagtaak begint;
maar dat komt doordat ik den Dacht heb
doorgebracht in het Casino te Saint-Malo. Het
spel was erg geanimeerd en wy lieten het
eene partytje baccarat op het andere volgen.
Eerst by het aanbreken van den dag konden
wy besluiten het spel te staken."
Ik keek myn metgezel eens wat nauw
keuriger aan en inderdaad bemerkte ik nu
dat h(j geheel het uiteriyk had van een
hartstochteiyk speler; de gryze oogen flik
kerden met een onnatuuilyken glans, die
zonderling afstak by het overigens onbeweeg-
lyke gezicht. Toen wy de heining over waren
geklommen, begon er een lyster te fluiten.
Langzaam volgden de schelle tonen elkander
op; nu ernstig, dan weer uitdagend vrooiyk
klonk zyn gezang.
Myn nieuwe kennis wendde by de eerste
tonen het hoofd om.
„Dat is een jonge lyster, mynheer, een
mooi diertje, dat zich eerst te goed heeft
gedaan aan jeneverbessen en nu zyn hoogste
liedje uitzingt. Ik hoor zoo gaarne het gezang
van den lyster, voortgedragen door den wind
over de groane vkkte. Die lyster is myn
amulet, dat my geluk, aanbrengt; had ik dien
gisteren hoorea zingen eer ik naar het Casino
ging, dan had ik zeker niet zoo'n déveine
gehad. In plaats van iets te winnen, heb ik
alles wat ik by my had verloren, maar ik
heb alle hoop morgen beter te slagen; ik
ben er altyd voor nog eens een kansje te
wagen."
De lyster ging voort met zyn vrooiyk
gefluit, de speler bleef staan om er naar te
luisteren.
„Ik ken dat beestje wel, hot heeft zyn
nest daarginder op dien laaghangenden eikotak.
Ik heb het meermalen zien "zitten broeden,
want by de lysters broedt het mannetja de
eieren uit. Ik herken hem aan zyn zwarte
oogen en oranjegekleurde vleugeltjes, de twee
kenteekenen, die hem onderscheiden van zyn
familie. Op het oogenblik, dat ik my over
het nestje boog, vloog de vogel op en sinds
dien tyd heb ik geen geluk meer in het
spel gehad, mynheer. Het was wreed en
onvoorzichtig van my, de rust van het diertje
te verstoren."
Een zware zucht ontsnapte de borst van
den speler; men kon het den man aanzien
dat hem iets drukte.
Wy waren nu genaderd tot een lange laan,
aan beide zyden met hoogopgaande heesters
beplant, aan het einde waarvan men een
hek zag, grillig met lofwerk versierd naar
den smaak dor eeuw van Lodev>yk den Der
tienden.
„Dit is de weg, die naar Saint-Jouan leidt,
en hier woon ik", zeide myn gids.
Wy scheidden na elkaar de hand gedrukt
te hebbenlangzaam zag ik zyn gestalte
verdwynen tusschen het hooge, bloeiende
struikgewas.
In Saint-Jouan ondervroeg ik den her
bergier, die mij mededeelde dat de laan met
heesterö' leidde naar een kasteel, bewoond
door deïi heer De Trêlivan.
De Vólgende week in Saint-Malo vertoevend,
zag ik nogmaals den eigenaar van het kasteel.
Hy was toen gezeten aan een tafel, waar
men baccarat speelde, en hield de bank;
kleine pareltjes zweet stonden hem op het
voorhoofd en zyn handen beefden zenuw
achtig, terwyl hy de kaarten rondgaf. Een
kwartier later strekte hy de hand uit naar
een stapel goud en terwyl hy zich daarvoor
omkeerde, zag hy my toevallig staan.
„Het gaat vry goed," fluisterde hy my
toe, „ik ben op weg de fouten, die ik gister
avond beging, weer goed te maken. Het hangt
er alles maar van af of men veine heeft of niet.
Om esprit de jeu geef ik niets, daar hecht ik
niet aan. En daarby komt dat ik van avond
den lyster heb hooreu zingennog nooit heb
ik het diertje zoo vrooiyk hooren kwinkeleeren.
Een mooie vogel, mynheer I Terwijl ik hem
zoo hoorde fluiten, dacht ikdat geeft een
goeden avond, en inderdaad, ik mag niet on
tevreden zyn over den loop van het spel."
Den volgenden morgen verliet ik Saint-
Malo en eerst dit jaar ben ik er weer terug
gekomen. Langs don rechteroever der Ronce
liet ik my naar Dinan ryden.
Onderweg brak een der wielen, waardoor
wy een kort oponthoud hadden. De koetsier
Verzocht my een minuut of vyf te willen
loopen, dan zouden wfi Saint-Jouan bereikt
hebben, waar gelukkig een wagenmaker
woonde. Lang vergeten herinneringen worden
weer opgewekt by het hooren van dien naam.
Ik herkende het landschap, de laan, aaD
beide kanten beplant met heesters, den hollen
weg met het groene grastapyt en de oudo
eiken en de kastanjeboomen. Het leien dak van
het kasteel glinsterde in de zonnestralen en
op de groene vlakte hoorde ik de lysters
fluiten.
Links, een weinig van den weg af, ontdekte
ik een eenvoudig kruis van graüet, in de
schaduw van een grooten ahornboom. Op het
heuveltje, waarop het geJenkteo^en was op
gericht, lagen do witte, afgevallen bloesems.
„Ligt hier iemand begraven?" vroeg ik
den koetsier.
„Ja, de eigenaar van het kasteel, een
zekere mynheer De Trêlivan."
Trólivan! Die naam hielp my den persoon
in herinnering brengen. Ik zag myn gids
weer van eenige jaren geleden, met de
glinsterende gryze oogen, luisterend naarh.t
gezang der lysters.
„Hier op deze plek heeft hy zich voor het
hoofd geschoten, mynheer", ging de koetsier
voort. „Hy was een hartstochtelijk speler
en hy had een groote som verloren in het
Casino, meer dan hy voor vrouw en kinderen
kon verantwoorden. Op een ochtend kwam
hy thuis, na den geheelen nacht met spelen
doorgebracht te hebben; hy is toen op dit
heuveltje gaan zitten en heeft zich een kogel
door de hersenen gejaagd. Het was jammer
van den geschikten man en altyd vrooiyk
als hy won ten minste. Menigmaal heb ik
hem thuis gebracht met myn rijtuig uit
Saint-Malo en dan liet hy my ophouden om
naar 't gezang van den lyster te kunnen
luisteren. Hy beweerde altyd dat hem dat
geluk aanbracht. Arme man! Dien ochtend
heeft de lyster zeker niet gezongen!"
ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
Nog een klager, die echter met geringe
kosten kan tevreden gesteld worden!
Door het plaatsen van een lantaarn tegen
over de wachtkamer der Voorechootsche
tram, zal het Gemeentebestuur van Zoeter-
woude het puoliek zeer verplichten.
Ziet en overtuigt u 's avonds by donkere
maan
Door de plaatsing hiervan in Uw geacht
Dagblad, gelieve U daartoe te willen mede
werken. K.