MENGELWERK. De waarschuwing van den Scheveningschen baddokter, in Eet-Nieuws van den Dag, welke wjj in oen vorig nummer van ons blad mede deelden, geeft den heer Cb. E. H. Boissevain aanleiding in h6t Handelsblad het volgende te hchrtfven: „Ofschoon voor niemand onder willende doen in bewondering en eerbied voor het 8choone beroep, dat dr. Francken uitoefent, meen ik, dat hy in zijn ingezonden stuk in een fout van vele geleerden vervalt en te veel generaliseert. Wat dr. Francken zegt over het misvormen van de schoongevormde kindervoetjes door nauwe laarzen heeft mijn volle sympathie en evenzeer ben ik het eens mot do conclusie, die men onwillekeurig uit z(jn stuk trekt, dat nl. het Schevemngsche promonadostrand niettegenstaande nauw keurig toezicht met glasscherven overdekt - een totaal ongeschikte speelplaats is voor kindoren. Wel echter ben ik het geheel onoens met z'ljno ïueoning, dat het loopen metbloote voeten over het strand en af en toe in het water voor iedor nadeelig is. Het spreekt vanzelf, dat er onverstandige ouders zijn, evenals er doctoren zijn, die de ruwe kracht van de Noordzeolucht „aan het strand" even slecht kennen als de heilzame werking. Ouders, die hun kinderen, zoowel de sterkere als ben, die aan bloedarmoede of hartzwakte lijden, uren lang tot halverwege in het water laten staan, bandelen even onverantwoorde lijk als de dokter, die jongen, zwakken kindoren niet verbiedt om op het strand te komen of ten minste den ouders voorschrijft te zorgen, dat die kinderen nooit natte voeten krijgen. Voor gozonde en sterke, levenslustige kin deren, die willen graven en spitten, die hun vestingen willen verdedigen, of die dikwijls verrast worden door een opkomenden vloed, verdient het loopen met bloote voeten verre do voorkeur, want hot is veel slechter dat de kindoren den geheelen dag in natte kousen en schoenen rondloopen, dan geduronde enkele oogenblikken met natte voeten, die dadelijk weer opdrogen in de zon. Want de voeten worden toch nat, dat weet ieder, die z\jn kinderen ooit aan het Zandvoortsche strand liet spelen. Resumeerende, zoude ik ouders en doctoren wel den volgenden raad willen geven 1. Laat gezonde en sterke kinderen gerust mbt bloote voeten aan oen strand, waar geen glasscherven zijn, spelen, maar waak tegen overdrijving en zorg, dat ze als regel niet in het water staan en nooit langer dan enkele minuten. 2. Laat uwe kindoren, als zij kouson en schoenen aan heb'oen, nooit in het natte zand spelen, tenzij met india-rubber-waterlaarzen. 3. Volg het voorbeeld van de visschers en kom mot zwakko kindoren of zuigelingen ondor het jaar nooit op het strand. De zee lucht, die boven of achter de duinen heil zaam is, is aan het strand veel te krachtig en te zeer met zoutdeelon bezwangerd en daardoor veelal nadeelig voor jonge of zwakke longen. 4. Biyf met zwakko kinderen of met hen, die hoofdpijn of ingewandsstoringen krijgen van natte voeten, öf op de duinen of in het droge zand. 6. Beschouw ieder geval op zichzelf en zeg nooit: de kinderen van X. kunnen daar of daar tegen, dus laat ik het mijn kinderen ook doen. Mocht ik iets gezegd hebben, dat niet juist wordt geacht, zoo houd ik mU voor ver betering of aanvulling aanbevolen." Gemeenteraad van Dazcrswoudc. Do belangrijkste punten van behandelirg, die ter tafel kwamon, waren do voorloopige vaststelling der gemeente-rekening ovor 1894, en de benoeming van oen hoofd der school aan don Rijndijk. In betrekking tot eerstgenoemd punt der agonda werd voorlezing gedaan van het rap port der commissie, die met hot onderzoek der gemeenterekening is belast geweest en die verklaart, niets ontdekt te hebben, wat tot op- of aanmerking aanleiding had kunnen geven. Op haar advies wordt bosloten de rekening voorloopig goed te keuren. In verband met de benoeming van een hoofd der school aan den Rijndijk wordt voorlezing gedaan van de door den districts schoolopziener opgemaakte ranglijst en de verschillende getuigenissen van de arrondis- sements schoolopziener, in wier ressort de voorgodragen sollicitanten workzaam zijn. Op do vraag des Voorzitters, wie der heeren naar aanleiding van do voordracht het woord ver langt, zegt de heer Van den Akker de voor keur to goven ann den lieer v. Douwen boven don heer S. Okkerse (die No. 1 op de voor dracht is), omdat eorstgenoamde in het bezit dor akto Fransch is, wat in do oproeping een aanbevoling werd genoemd. Dj heer Wessolingh houdt zich, als er geen geliigo rodon is, om daarvan af te wijken, aan No. 1 der voordracht. Waartoe anders e:n vergelijkend examen? De Voorzitter wyst or op, dat ook het vorig hoofd der school, de heer Sasburg, niet in hot bezit dor akto Fransch was, toen hij benoemd werd, en toch andere sollicitanten, met wie dat wel het goval was, werden gepasseerd. Bovendien gelooft spr., dat aan onderwijs in 't Fransch aan den Rijndijk geen behoefto bestaat, of alleen voor ZEd. Ac.htb., en dat, mochten zich liefhebbors van het Fransch aanmelden, het te benoemen hoofd dan toch in staat is de beginselen te onderwijzen, al is h(j ook zonder akte. ZEd. Achtb. is het met den heer Wesselingh eens, dat No. 1 de voorkeur heeft. Omtrent den heer Okkerse kon men, daar hy aan de school in de omge- ving van deze gemeente werkzaam is, alle gewonscht9 inlichtingen bekomen en die inlich tingen waren alle gunstig; de heer Okkerse staat als oen flink en degelijk onderwyzsr bekend, zoodat men met grond kan verwach ten, dat hy voor de school van den Rijndijk uitstekend geschikt zal zijn. De heer Van den Akker merkt naar aan leiding van het door den heer Wesselingh gesprokene op, dat er niet één, maar 6 per sonen op de voordracht staan, die allo ge schikt geacht kunnen worden voor hoofd der school aan den Ryndljk. Hier is het echter de vraag, wie het meest geschikt kan geacht worden, en dan wijst spr. op den heer v. Douwen, die ook hoofd eener school, doch in het bezit der akte Fransch is. Wel is waar zijn nog nooit aanvragen ingekomen van ouders, om hun kinderen Fransch te onder wijzen, doch dit vond zjjn oorzaak hierin, dat het hoofd der school geen akto Fransch had. De heer Wesselingh houdt zich stipt aan den uitslag van het vergeiykend examen en zou het onverstandig en treuiig vinden No 1 te passeeren, omtrent wien spr., en nog wel van bevoegde zyde,vernomen heeft dat hy een in alle opzichten zeer geschikt onder- wyzer is. De heer Koetsier gunt meerbedoelde be trekking aan den heer Doesburg Lannooy, iemand, die al jaren lang als eerste onder- wyzer in Amsterdam werkzaam en goed in de practyk ervaren is. Spr. ziet zoo gaarne jonge menschen vooruitgeholpen. De heer Van den Akker merkt op, dat het hier niet de quaestie geldt, dezen of genen aan een betrekking te helpen, en dat iemand, die reeds aan het hoofd eener school heeft ge staan en dus met onderwyzend personeel heeft leeren omgaan, de voorkeur verdient. Niomand verder het woord verlangende, wordt tot benoeming overgegaan. De uitslag is, dat op den heer S. Okkerse, hoofd der school te Ter-Aar, 7 stemmen van de 10 (het Raadslid de heer Van Driel was absent) zyn uitgebracht, zoodat deze benoemd is. De heer Doesburg kreeg 2, de heeren Van Douwen en Van Gerkesklooster kregen elk 1 stem. De datum van in functie trediDg wordt be paald op 1 Nov. a. s. Een kort voor de Raadszitting ingekomen reclame tegen den hoofdeiykon omslag wordt gerenvoyeerd naar B. en Ws., ten einde nader te worden onderzocht. Ten slotte, by het doen der gebruikelyke rondvraag, vraagt de heer A. De Bruyu om het plaatsen van oen lantaren aan den in gang van het Westeinde, en een aan den ingang van het Oosteinde. De Voorzitter antwoordt dat deze vraag in het college van het Dagelyksch Bestuur zal worden overwogen. Hierna wordt de vergadering gesloton ter behandeling van eon bezwaarschrift. Gremeng-d. Nieuws. De indertyd reeds medegedeelde zaak van den diefstal van gouden en zilveren medailles aan het departement van marine diende gisteren voor de Haagsche rechtbank. Verdacht dien diefstal te hebben bedre\on, had zich te verantwoorden een geschorste portier. Hem werd ten laste gelegd öf die medailles te hebben ontvreemd uit een kast, öf, met de wetenschap, dat die medailles toe behoorden aan den Staat der Nederlanden, deze te hebben gevonden en ten eigen bate te hebben verkocht. Als eerste getuige werd gehoord de ambte naar, die de medailles onder z\jn beheer had. Uit diens verklaring bleek dat vermist waren 4 gouden medailles, ad 35 per stuk, en 7 zilveren, ad 2 50 per stuk. Do bronzen waren alle aanwezig. Voorts bleek dat het al zeer gemakkoiyk ging om in de kast te komen, waar de medailles in eon ongesloten kistje bewaard worden. (Thans worden z(j in de brandkast bewaard). Do beklaagde ontkende ten stelligste de stukkon gestolen te hebbon en beweerde ze gevonden te hebben, gewikkeld in een stuk kardoespapier, in het papierhok naby de knechten kamor. Da tweede hoofdgetuige was een knecht van de firma v. K., te 's-Gravenhage, die op verzoek van beklaagde 2 gouden en 6 zilveren medailles had verkocht, by genoemde frma, voor 38.S7r Dez9 getuige bad beklaagde, die li3m later om geheimhouding verzocht, ern stige verwyten gedaan over de moeilijkheden, waarin hy hem gebracht had, en hem do ont vangen 5 fooi teruggegeven. De verdere getuigenverklaringen waren voor de zaak zelf van minder belang, doch daaruit bleek dat beklaagdo ongeveer 700 inkomen had, zich fatsoenly'k g9droeg tn zich, voor zoover bekend, nooit aan oneerlykheid schuldig maakte. Ho wel herhaalde malen attent gemaakt op het onmogelijke van zyne verklaringen, die zoo geheel weersproken werden door de feiten, bleef beklaagde volhouden dat by de medailles gevonden en het daarvoor ontvangen geld in hot water aan de Mauritskade ge worpen had. Subst officier van justitie mr. Van Buttingha "Wichers hechtte blykbaar ook geen waarde aan het verhaal van beklaagde, wees er op dat hy er belang by had om de juiste toe dracht der zaak niot mede te deelen, omdat nog twee gouden en één zilveren medaille vermist worden, die by waarschyniyk nog onder zich heefc om later te versmelten, en vorderde zyne veroordeeling tot 1 jaar en 6 maanden gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. G. F. Thoe Schwarzenberg, deed een beroep op de cle mentie van de rechtbank. Uitspraak over acht dagen. De Hollandsche Maatschappij van Landbouw heeft voor de kouring van zaaigranen op Maandag 9 S?pt. 1895 in het „Hotel Krasnapolsky" te Amsterdam beschik baar gesteld voor verschillende soorten van wintertarwe, wint^rgerst en winterrogge 15 pry'zen ieder a f 5. De inzending moet plaats hebben op den dag der keuring 's morgens vóór 10 uren. Van ieder monster moet worden ingezonden een liter en daarby vermeld worden hoeveel daarvan te koop is en tot welken prys. Bakken voor het tentoonstellen der monsters zullen voorhanden zyn. Het onderzoek in zake de klacht van eenige ingezetenen van Den Haag tegen den inspecteur van politie v. B. Jr. bij de ontruiming van het Café ,,'t Gouden Hoofd", is thans geëindigd. Naar men verneemt, komt het rapport van den roet het onderzoek belasten hoofd ambtenaar van politie tot de conclusie, dat de ontruiming niet alleen gewettigd, maar ook wenschelyk was en dat geen enkele daad van geweld daarby door de politie was ge pleegd, allerminst gelijk in de klacht als voornaamste grief was aangegeven het wegtrekken van stoelen onder het lichaam der bezoekers. Echter is die hoofdambtenaar van meening dat bet, met het oog op de gezindheid van het publiek, wellicht beter ware geweest indien de inspecteur (die daartoe echter niet verplicht schynt) de aanzegging tot sluiting van het café in pers'oon tot den eigenaar had gericht in plaats van dit aan do hem ondergeschikte agenten op te dragen. Te Utrecht zal een wedstryd van met bloemen versierde kleine voertuigen (sportkarren, kinderwagens, vólocipèdes, ezel-, bob ken en hittenwagens), uitgeschreven door „Floralia", worden gehouden op Woensdag 4 September a. s., te halftwee, terwyl te drie uren oen optocht der versierde voertuigen door den tuin zal worden gehouden. In Engeland en Duitschland worden derge lijke weastryden met groot succes gehouden, en ook in ons land, o. a. to's Gravenhage en Arnhem, werd zoo'n concours met goeden uit slag bekroond. In de vorige week bleef de laat6t medegedeelde stemming in den kaashandel voortdurende prijzen ondergingen nog weinig verandering, doch de handel was vlug. In do Alblasserwaard werd van 17 tot 21 '/2 besteel; in de Lopiker- en Krirapener- waard was de prys van 1ste soort Goudsche 22 tot 24l/1, zwaardere f 26 tot 28,2de soort ƒ16 tot ƒ21. Derby 1ste soort ƒ22 tot ƒ231/,, 2 Jo soort 20 tot ƒ211/,, Edammer lste soort 22 tot 25, 2de soort 20 tot 22. De gemeente B 1 e s k e n s g r a a f wordt met een proces bedreigd door haar vroegeren onderwijzer P. Van der Wende, thans te Stavenlsse. Deze beweert nl., dat by indertyd door den Raad van B. werd benoemd op een jaarwedde van 600, benevens een gratificatie van 50 na elk vol jaar verblyf, welke toelage, na aanvankeiyk te zyn uitbe taald, ovor de jaren '92, '93 en '94 werd ingehouden. Nadat Ged. Staten van Zuid- Holland op een desbetreffend adres van den heer Van der W. verklaarden geen termen te vinden om in deze tusschenbeido te treden, werd de gemeente Bleskensgraaf namens den eischer eerst door eon deurwaarder tot be taling aangesproken, terwyl thans tegen haar een rechtsvordering zal worden ingesteld. Te "V-lissingen had Woensdag een vrouw, die als marketentster met den troep uitrukte, oven vóór haar vertrek haar twee-en-halfjarig stiefkind in de bleek achter het nuis opgesloten. Nadat de buren, die het kind hoorden schreien, het met behulp der politie hadden verlost en medenamen, bleek, zegt men, b(j ontkleeding dat het kind bont en blauw geslagen en erg mishandeld was; het werd in het militair hospitaal gebracht, alwaar het, na gewasschen en verbonden te zyn, in het R.-K. weeshuis ter verpleging opgenomen werd. De vrouw onderging op het politie-bureel een verhoor. (ilf. G) Een turfschuur, staande inde Achterwotering, gem. Reeuwyk, toebehoorende aan den heer P. Kersbergon Lzn., geheel gevuld mot vier- en vy'fjirige eerste qualiteit mengturf, is geheel afgebrand. De brand is vermoedely'k ontstaan doordat een 14 jarige knaap, achter de schuur bezig zynde zijn pyp aan te steken, onachtzaam zyn nog brandenden lucifer heeft weggeworpen. Niets was geassureerd. De schade, alleen aan de turf toegebracht, bedraagt ongeveer 1000. Te Karczewo, naby Schmiegel in Posen, is een arbeiderswoning verbrand, waarby zes personen het leven hebben verloren. By ministoriöele beschikking zyn op de lagere scholen in Thüringen de ïyf- stralïen weer ingevoerd. De Parysche gemeenteraad heeft thans de rosièrede rozeukoningin, voor het loopende jaar aangewezen. Deze eenstemmig tot de hooge, maar niet onvoordeelige waar digheid verheven jonge dame heet Julie Céline Drouard, is 21 jaren oud, waschvrouw van beroep en heeft hare vier broertjes en zusjes zonder hulp sedert den dood van hare ouders opgevoed. Zy ontvangt uit een daarvoor be stemd legaat een som van 1200 franken. Een zeldzame onderscheiding bezit de Dresdener slager Forkert, een veteraan van 1870. Behalve dat hy in 't bezit is van het yzoren kruis, heeft by de Fransche red- dings medaille, die hy zich verworven heeft door by de overgave van Metz een Franschen generaal, met eigen levensgevaar, te redden uit de Moezel. Mosselen als moordenaars. Een zeeman vond onlangs in de baai van Chesapeake een doode eend op het water dryven, welker snavel door een mossel om sloten werd, die blykbaar door de eend met geopende schaal was aangetroffen en als een lekker beetje was beschouwd. Maar de mossel sloot de schaal en zoo stierf de eend den hongerdood. Een Engelsch toerist uit Black- burne, die met een vriend een rondreisje maakte per rywiel, is op vreeselyke wyze om het leven gekomen. Hy reed by Portrush over de rails van de electrische tram, die zwaar geladen waren met electriciteit; de stroom sloeg over door het rijwiel en de toerist viel bewusteloos neder. Na eenige minuten was hy overleden. Te Parys werden de openbare wandelplaatsen eenigen tyd onveilig gemaakt door een individu, dat kinderen tot zich lokte om hun de oorlelletjes af te snyden. Eindelijk is deze zonderlinge monomaan gepakt; hy bleek een gewezen apotheker te zyn, die in den laatsten tyd als marmer poiyster aan den kost kwam. By Brechin, een station aan een zylyn van den Caledonischen spoorweg in Schotland, is een trein door het weigeren van de remtoestellen van de rails geloopen tegen een steenon muur. Tal van reizigers werden gekwetst, doch gelukkig niet ernstig. Ten gevolge van ontploffing van een petroleumlamp brak brand uit in een voor pelgrims bestemd lokaal te Ribordone in de Italiaansche provincie Turyn. Acht personen kwamen in de vlammen om, vier werden zwaar gewond. O Lijster. Uit het Fransch van ANDRÉ THEURIËT. Het is nu ongeveer vyf jaren geleden, dat ik den weg afdaalde van Briantais naar Saint- Jouan, een van die gloeiende Bretonsche wegen, aan beide zyden met kastanjeboomen beplant, nu en dan afgewisseld door een eeuwenouden eik. Tusschen de hooge booraen, met hun breede, eerwaardige kruinen, staat het kreupelhout hoog opgeschoten. De grond zelf is geheel bedekt met dicht groen gras en in de wagensporen, die voort durend vochtig zyn, spruiten rose en witte bloemen uit den vruchtbaren bodem. Het was omstreeks acht uren in den morgen en de frissche lucht deed reeds denken aan herfstatmosfeer; overal in den omtrek hoorde men het Iuidon der klokken voor de mis, zware tonen, afgewisseld door vrooiyk geklep. In de besseboomen op de groene vlakte achter het kreupelhout zongen de lysters. Een zilte geur bracht my in herinnering, dat de zee Diet ver verwyderd was. Juist wilde ik een heining van staken over- klimmen, toen ik stappen achter my hoorde. Ik keerde my om en zag een man voor my van een dertig jaren, evenals ik ongetwyfeld genietend van een wandeling in het vroege morgenuur. Zyn kleeding echter weersprak die veronderstelling wel eenigsziDs: voor iemand, die matinous is, was hy wel wat al t9 gesoigneerd gekleed. Een blauw lakensch pak en een zyden hoed zyn nu juist niet de kleedingstukken, waarin men zich des morgens het liefst kleedt. Zyn gelaat sprak duideiyk van een doorwaakten nacht; de kringen onder de oogen, de scherp uitkomende neus, zyn bloeke gelaatskleur weerspraken die meening niet. Naar het uiteriyk te oor- deelen, zou men hem voor een landedelman gehouden hebbon. Daar ik eigenlyk een weinig liep te dwalen, vond ik het een goede geldgonheid den vreem deling eens naar den weg te vragen. „Ik ga zelf naar Saint-Jouan," antwoordde hy, en als gy het goed vindt, zal ik er u langs den kortsten weg brengen; ik ben op weg naar huis en hoe eerder ik er kom, hoe liever, want ik verlang te gaan slapen." Hy zag zeker dat ik hem verwonderd aan keek glimlachend voögde hy er ten minste by „Dat verbaast u, ge vindt het ongetwyfeld vreemd dat ik my ter ruste ga begeven als een ander opstaat en zyn dagtaak begint; maar dat komt doordat ik den Dacht heb doorgebracht in het Casino te Saint-Malo. Het spel was erg geanimeerd en wy lieten het eene partytje baccarat op het andere volgen. Eerst by het aanbreken van den dag konden wy besluiten het spel te staken." Ik keek myn metgezel eens wat nauw keuriger aan en inderdaad bemerkte ik nu dat h(j geheel het uiteriyk had van een hartstochteiyk speler; de gryze oogen flik kerden met een onnatuuilyken glans, die zonderling afstak by het overigens onbeweeg- lyke gezicht. Toen wy de heining over waren geklommen, begon er een lyster te fluiten. Langzaam volgden de schelle tonen elkander op; nu ernstig, dan weer uitdagend vrooiyk klonk zyn gezang. Myn nieuwe kennis wendde by de eerste tonen het hoofd om. „Dat is een jonge lyster, mynheer, een mooi diertje, dat zich eerst te goed heeft gedaan aan jeneverbessen en nu zyn hoogste liedje uitzingt. Ik hoor zoo gaarne het gezang van den lyster, voortgedragen door den wind over de groane vkkte. Die lyster is myn amulet, dat my geluk, aanbrengt; had ik dien gisteren hoorea zingen eer ik naar het Casino ging, dan had ik zeker niet zoo'n déveine gehad. In plaats van iets te winnen, heb ik alles wat ik by my had verloren, maar ik heb alle hoop morgen beter te slagen; ik ben er altyd voor nog eens een kansje te wagen." De lyster ging voort met zyn vrooiyk gefluit, de speler bleef staan om er naar te luisteren. „Ik ken dat beestje wel, hot heeft zyn nest daarginder op dien laaghangenden eikotak. Ik heb het meermalen zien "zitten broeden, want by de lysters broedt het mannetja de eieren uit. Ik herken hem aan zyn zwarte oogen en oranjegekleurde vleugeltjes, de twee kenteekenen, die hem onderscheiden van zyn familie. Op het oogenblik, dat ik my over het nestje boog, vloog de vogel op en sinds dien tyd heb ik geen geluk meer in het spel gehad, mynheer. Het was wreed en onvoorzichtig van my, de rust van het diertje te verstoren." Een zware zucht ontsnapte de borst van den speler; men kon het den man aanzien dat hem iets drukte. Wy waren nu genaderd tot een lange laan, aan beide zyden met hoogopgaande heesters beplant, aan het einde waarvan men een hek zag, grillig met lofwerk versierd naar den smaak dor eeuw van Lodev>yk den Der tienden. „Dit is de weg, die naar Saint-Jouan leidt, en hier woon ik", zeide myn gids. Wy scheidden na elkaar de hand gedrukt te hebbenlangzaam zag ik zyn gestalte verdwynen tusschen het hooge, bloeiende struikgewas. In Saint-Jouan ondervroeg ik den her bergier, die mij mededeelde dat de laan met heesterö' leidde naar een kasteel, bewoond door deïi heer De Trêlivan. De Vólgende week in Saint-Malo vertoevend, zag ik nogmaals den eigenaar van het kasteel. Hy was toen gezeten aan een tafel, waar men baccarat speelde, en hield de bank; kleine pareltjes zweet stonden hem op het voorhoofd en zyn handen beefden zenuw achtig, terwyl hy de kaarten rondgaf. Een kwartier later strekte hy de hand uit naar een stapel goud en terwyl hy zich daarvoor omkeerde, zag hy my toevallig staan. „Het gaat vry goed," fluisterde hy my toe, „ik ben op weg de fouten, die ik gister avond beging, weer goed te maken. Het hangt er alles maar van af of men veine heeft of niet. Om esprit de jeu geef ik niets, daar hecht ik niet aan. En daarby komt dat ik van avond den lyster heb hooreu zingennog nooit heb ik het diertje zoo vrooiyk hooren kwinkeleeren. Een mooie vogel, mynheer I Terwijl ik hem zoo hoorde fluiten, dacht ikdat geeft een goeden avond, en inderdaad, ik mag niet on tevreden zyn over den loop van het spel." Den volgenden morgen verliet ik Saint- Malo en eerst dit jaar ben ik er weer terug gekomen. Langs don rechteroever der Ronce liet ik my naar Dinan ryden. Onderweg brak een der wielen, waardoor wy een kort oponthoud hadden. De koetsier Verzocht my een minuut of vyf te willen loopen, dan zouden wfi Saint-Jouan bereikt hebben, waar gelukkig een wagenmaker woonde. Lang vergeten herinneringen worden weer opgewekt by het hooren van dien naam. Ik herkende het landschap, de laan, aaD beide kanten beplant met heesters, den hollen weg met het groene grastapyt en de oudo eiken en de kastanjeboomen. Het leien dak van het kasteel glinsterde in de zonnestralen en op de groene vlakte hoorde ik de lysters fluiten. Links, een weinig van den weg af, ontdekte ik een eenvoudig kruis van graüet, in de schaduw van een grooten ahornboom. Op het heuveltje, waarop het geJenkteo^en was op gericht, lagen do witte, afgevallen bloesems. „Ligt hier iemand begraven?" vroeg ik den koetsier. „Ja, de eigenaar van het kasteel, een zekere mynheer De Trêlivan." Trólivan! Die naam hielp my den persoon in herinnering brengen. Ik zag myn gids weer van eenige jaren geleden, met de glinsterende gryze oogen, luisterend naarh.t gezang der lysters. „Hier op deze plek heeft hy zich voor het hoofd geschoten, mynheer", ging de koetsier voort. „Hy was een hartstochtelijk speler en hy had een groote som verloren in het Casino, meer dan hy voor vrouw en kinderen kon verantwoorden. Op een ochtend kwam hy thuis, na den geheelen nacht met spelen doorgebracht te hebben; hy is toen op dit heuveltje gaan zitten en heeft zich een kogel door de hersenen gejaagd. Het was jammer van den geschikten man en altyd vrooiyk als hy won ten minste. Menigmaal heb ik hem thuis gebracht met myn rijtuig uit Saint-Malo en dan liet hy my ophouden om naar 't gezang van den lyster te kunnen luisteren. Hy beweerde altyd dat hem dat geluk aanbracht. Arme man! Dien ochtend heeft de lyster zeker niet gezongen!" ingezonden. Mijnheer de Redacteur! Nog een klager, die echter met geringe kosten kan tevreden gesteld worden! Door het plaatsen van een lantaarn tegen over de wachtkamer der Voorechootsche tram, zal het Gemeentebestuur van Zoeter- woude het puoliek zeer verplichten. Ziet en overtuigt u 's avonds by donkere maan Door de plaatsing hiervan in Uw geacht Dagblad, gelieve U daartoe te willen mede werken. K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6