N®. 10883
A". 1895
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Zatei'daa: TT Augustus.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Yoor Leiden per 3 maanden. 1.10.
Franco per post 1-40.
Afzondorlyke Nommers 0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Yan 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer/" 0.17£. Grootere
lettors naar plaatsruimte. Yoor het incasseeron buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Leiden, 16 Augustus.
Gedurende de 2de helft der maand Juli
zyn aan het postkantoor alhier bezorgd de
volgende brieven, welke, door onbekendheid der
geadresseerden, niet besteld konden worden:
P. Knoors, P. Ritzes, IJsbreker, E. Brinck-
man, Amsterdam; A. M. v. Bcrgon's Graven
hage; M. De Graaf, Katwijk aan Zee; v. Melle,
niet vermeld.
Briefkaarten Droste, AmsterdamM. Bruyn,
C. Gelderblora, J. v. Batenburg, G. v. d. Hert,
's-Gravenhage; Crynen, C. v. Zyp, Rotterdam
B. v. d. Heide, Zandvoort.
Brieven, besteld naar het buitenland: E.
Dekeyser, L. J. Brinckman, BrusselF. Sirag,
Atjeb; G. De Heer, SingaporeE. Kueneman,
Port-Said; E. Von Plaster, Kimberley; M. J.
C. Reitz, Somerset.
's Rjjks Ethnographiscb Museum te Leiden
heeft van mr. F. J. J. Van Uye Pieterse,
kanselier bij het Nederlandsche gezantschap
te Konstantinopel, de onderstaande voorwer
pen ten geschenke ontvangeD. Geïnventariseerd
als serie 1012, Nos. 1-3.
1 gebloemde doek en 1 metalen hoofddeksel
van Bulgarije, alsmede 1 mes van Turkije.
Aan den schenker is de dank der Regeering
betuigd.
Op het drietal voor Evang.-Luthersch
predikant te Groede (Zeeland) komt voor ds.
C. A. Evelein, te Leiden.
Gisteren was het 50 jaar geleden, dat
de zeereerw. heer H. Yan Vlasselaar, te Lisso,
tot pastoor werd benoemd. Heden was het feest
voor alle kinderen der parochie. Het geheele
dorp was met vlaggen getooid.
By het Staatsexamen werden gisteren
voor de faculteiten der geneeskunde, enz. 11
candidaten geëxamineerd. Toegelaten zyn 8
cand., de heeren G. Herwig Rz., J. Kunst,
G. K. Nugteren, J. V. Muller, J. G. Veenenbos,
P. A. Meerburg, G. Valewink en J. Pot.
Na voortzetting van het examen is van de
vorige groep alsnog geslaagd de heer A. L.
Yan Beeck.
Het examen is afgeloopen.
Gisteren is te Haarlem overleden de heer
F. Bungo, tot voor korten tijd consul van
hot Koninkrijk der Nederlanden te Havre,
welke betrekking de overledene meer dan
30 jaren vervulde en waarin hy zich de
achting zoowel van aldaar gevestigde Neder
landers als van de Fianscho ingezetenen
verwierf. Ook de Nederlandsche regeering
erkende zijne verdiensten door hem vóór
eënigej ïren tót Ridder in de Orde van den
Nedorlandscben Leeuw te benoemen. De ter-
aarde bestelling zal te Rotterdam plaats
hebben.
De burgemeester van de gemeente Hooge
en Lage Mierde en Hulsel (N.-B.), de heer
J. Jockin, heeft als zoodanig ontslag aan
gevraagd.
Naar de „Arast. Ct." verneemt, worden
er pogingen in het werk gesteld, om na
afloop van do Amsterdamsche wereldtentoon
stelling Oud-Hollandt nog gedurende een jaar
te laten staan. Tevens bestaat het voor
nemen, om, wanneer de noodige gelden en
vergunningen verkregen zyn, met de Amster
damsche IJsclub oen overeenkomst aan te
gaan voor don a. s. winter en van de Markt
een kunstysbaan te maken.
Den volgenden zomer zou Oud-Hollandt
weder op gelyko wijze als thans kunn-.n
worden geëxploiteerd, opdat het voor stad
genoot on vreemdeling evenals nu nog voor
een zomer een groote aantrekkelijkheid blyve.
De „Staats Ct." behelst het reeds door
ons opgenomen bericht, dat de in de pro
vincie Limburg op te richten Winter-Landbouw-
school in de gemeente Sittard zal worden
gevestigd.
Deze inrichting zal worden geopend in den
loop van de maand November van dit jaar.
Aan deze inrichting kan worden geplaatst
a. een onderwijzer in het bezit eener akte
•van bekwaamheid als hoofdonderwijzer en
van eeno akte voor lager onderwys in de
landbouwkunde, jaarwedde/" 1500; b. een vee
arts, in het bezit van het diploma van veearts,
jaarwedde ƒ400.
Aanmeljing vóór 27 Augustus e. k. bij den
inspecteur van het middelbaar onderwys,
belast met het toezicht op de landbouw
scholen, den heer F. B. Löhnis, te 's-Gra-
venhage.
Naar de „Nieuwe Prov. Gr. Ct." ver
neemt, heeft de heer K. Dik, thans verbly
houdende in de gevangenis te "Winschoten, ge
vraagd om eervol ontslag als burgemeester
der gemeento Nieuwc-Pekela. Da minister van
binnenlandsche zaken heeft echter op dit
verzoek geantwoord, dat de beslissing daar
omtrent wordt aangehouden tot het vonnis
over zijne beschuldiging gevallen zal zyn.
De minister van oorlog brengt ten ver
volge op zyne aankondiging in de Staats
courant van 7 dezer ter kennis van de
belanghebbenden, dat tegen 1 Oct. a. s.
alsnog voor toelating als cadet der infanterie
hier te lande bi) de Koninklijke Militaire
Academie in aanmeiking komt do cadet
H. M. d'Angremond, van de Cadettenschool
te Alkmaar. Sts. Ct
De bekende Afrika reiziger, dr. Karl
Peters, Koizerlyk Duitsch commissaris voor
Afrika, bevindt zich te Scheveningen en heeft
in het hotel „Kurhaus" zyn intrek genomen.
Reeds het vorig jaar heeft dr. Peters de
badplaats met een bezoek vereerd en velen
zullen zich zyn aangename persoonlijkheid
nog herinneren.
Naar men vernoemt, zal dr. Peters van
Scheveningen uit eerstdaags een hoogst be
langrijk werk over het Zuid-Afrikaansch goud-
mynengebied, den Congo en het legendarische
Ophir uit het Oude Testament het licht doen
zien.
In verband met een vorig bericht, als
zouden Vlaardingsche reeders binnenkort be
ginnen met hot laten graven van eene haven
by den Hoek van Holland, kan gemeld worden
dat aan de firma Du Ry van Beost Holle
Van Wingerden concessie is verleend tot het
maken van eene haven op een door die firma
aldaar verkregen terrein.
Uit den aard der zaak heeft men vooral in
Limburg met het grootste leedwezen vernomen,
dat het syndicaat, gevormd met het doel om
een Ned. rlandsche wapenfabriek te Maastricht
op te iicht«n, aan den minister van oorhg
heeft n e?geleeld, dat het aan do door dezen
bewindsman gestelde eischen tot levering der
nieuwe geweren niet kan Wildoen en daarom
zyn aanbieding heeft ingetrokken.
„Reeds voor eenige dagen," zoo schrijft de
„Limb. Koer.", „kwamen geruchten tot ons,
dat deze voor Maastricht zoo gewichtige onder
neming in de haven zou schipbreuk ïyden.
Toch restte toen een kansje op behoud; er
word neg met den minister onderhandeld.
Wy onthielden ons daarom tot dusver van
elke mededeelirig over de loopende geruchten.
Thans hebben wy echter zekerheid.
„De minister schijnt niet toeschietelyk te
zyn geweest en met name zyn eischen met
betrekking tot den t(jd der levering al te
hoog gesteld te hebben. Of dat nu de heeren
geldschieters huiverig gemaakt heeft, om de
zaak voortgang te doen hebben? Het schynt
ons zoo. Wat tr van zy, het feit, dat Maas
tricht zyn fabriek, waarop reeds zoo stellig
gehoopt werd, niet zal krygen, staat maar al
te vast.
„Gewis een groote teleurstelling voor
Maastricht, dat voor de groote verliezen, die
het door maatregelen van vroegere hoogwyze
oorlogsministers ondervond, van den togen-
woordigen titularis in de wapenfabriek een
schaccloosstolling hoopte te krygen; een
grooter teleurstelling nog voor onzen afge
vaardigde, den heer De Ras, die ontzagiyk
veel moeite en geld ton offer bracht om dezer
levensquaestie voor de Maastrichtsche arbeids-
wereld en industrie oeno gunstige oplossing
te geven.
„Hy mag wel in bittere spyt uitroepen:
„Dat is schipbreuk lyden in de haven I"
„Tegenover des heeren De Ras' onvermoeid
streven mag en zal Maastricht echter zoggen
„Men rekent d' uitkomst niet, doch telt het
doel alleen."
In een reisrapport van den commandant
van Hr. Ms. schooner „Dolfijn," belast met
hot politie toezicht op de visschery in de
Noordzee, van 6 tot 25 Juli j!., leest men
o. a. het volgende: „Van 14 tot 19 Juli werd
te Aberdeon vertoefd. Aldaar werd onze be
middeling ingeroepen door den schipper van
den Ylaaioinger logger „Yoorlichtc-r" lot het
bepalen van het sleeploon van genoemden
logger, die by het binnenkomen in de haven
den grond geraakt had, doch vervolgens vlot
gekomen was en toen de hulp van een stoom
tram Ier had ingeroepen om hem verder binnen
te sleepen. Er werd 20 pond sterling gevraagd,
'doch door myne bemiddeling mocht het ge
lukken het sleeploon op 1'/, pond sterling te
bepalen."
Van den bougvisscher P. R. 46 word de
klacht vernomen, dat een Engolschman zyn
beug had stuk gezeild. Daar hy echter nummer
noch naam van dezen kende, kon aan de
klacht geen gevolg worden gegeven.
Het stoomschip „Jason" vertrok 15 Aug.
van Amsterdam via Liverpool naar Batavia;
do „Prinses Wilhelmina", van Batavia naar
Amsterdam, arriveerde 15 Aug. te Suez; de
„Prins Maurits" vertrok 15 Aug. van Amster
dam naar Suriname; de „Spaarndam", van
Rotterdam naar Nieuw York, passeerde 15 Aug.
Lizard; de „Java", van Amsterdam naar
Batavia, arriveerde 15 Aug. te Port Said; de
„Prinses Marie", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 15 Aug. Dungeness.
Ry lispostspaarbank.
Deze instelling, voortdurend in bloei toe
nemende, mag zich vooral in den laatsten
tyd in grooten vooruitgang verheugen.
Ten bewyze hiervan kunnen o. a. dienen
het ingelegd bedrag, benevens bet voordeelig
saldo, over de jongste maand Juli, in verge-
lyking gebracht met dergeiyke gegevens,
betrekkelijk de maanden Juli der vier laat-
stelyk voorafgegane jaren.
Er werd ingelegd
In Juli 1891 1,310,434.02s
1892 1,424,530.61s
1893 1,617 561.34
1894 1,834,180.62s
1895 2,270,755.02s
Het saldo beliep:
Over Juli 1891 f 471,661.77s
1892 464,433 86s
1893 549,707.73s
1894 633,860.49
1895 917,021 05s (het
hoogste saldo, dat, sedert het in-werking-
treden der instelling, over eenige maand ver
kregen werd).
Men ziet dat voor Juli 1895 de progressie
buitengewoon aanzienlijk is.
Het saldo tegoed dor 480,000 inleggers
beliep aan het einde dier maand ongeveer
41 millioen gulden.
Besmettelijke veeziekten.
Gemengd Nieuws.
De „Staats Ct." behelst een staat van de
gevallen van besmettelijke veeziekten, in
Nederland voorgekomen gedurende do maand
Juli 1895.
Uit dezen staat blykt, dat van mond- en
klauwzeer in het geheele Ryk voorkwamen
224 gevallen by hot vee van 21 eigenaars
en wel in Zuii-IIolland 18 gevallen by .2
eigenaars; in Noord-Holland 175 gevallen by
15 eigenaars; in Utrecht 31 gevallen by 4
eigenaars.
Van besmettelyke varkensziekte werden ge
constateerd in het geheele Ryk 1644 gevallen
by de varkens van 1107 eigenaars, nameiyk
in Noord-Brabant 39 gevallen by 26 eigenaars,
in Gelderland 19 gevallen by 10 eigenaars,
in Zuid Holland 445 gevallen by 395 eigenaars,
in Noord-Holland 67 gevallen by 35 eigenaars,
in Zeeland 46 gevallen by 39 eigenaars,
in de prov. Utrecht 6 gevallen by 6 eigenaars,
in Friesland 1009 gevallen by 586 eigenaars,
in Groningen 3 govallen by 3 eigenaars,
en in Drente 10 gevallen by 7 eigenaars.
Van miltvuur kwamen in het geheele Ryk
17 gevallen voor by het vee van 14 eigenaars.
Van hondsdolheid werd in Juli geen enkel
geval geconstateerd.
Alhier worden pogingen in het
werk gesteld om eene gyranastiek-vereeniging
op te richten voor kweektlingen of onder-
wyzers, die naast de gewone akte L. O. de
gymnastiek akte nog behoeven.
Men wil nameiyk, naast eene goede leiding,
ook leesavonden houden, enz.
Tegen hedennamiddag te twee
uren had de plaatselyke commandant te 's Gra-
venhage op voorstel van den auditeur-militair
de indaging by trommelslag bevolen van den
2den luitenant-kwartiermeester B. L. J, uit
Leiden, die voortvluchtig is. Te kwart vóór
tweeën begaf zich daartoe een tiental tam
boers van de Oranjekazerne naar het huis van
bewaring.
Te Zeist wordt vanwege het
Genootschap voor Landbouw en Kruidkunde,
afd. "Wyk-by Duurstede, eene tentoonstelling
gehouden van planten, bloemen, bouquetten
en akkerbouwgewassen.
Onder de bekroonden komt voor A. P.
Hendriksen met drie eerste pryzen, zilveren
medailles, en wel één voor een bouquet van
in het wild groeiende bloemen, één voor oeno
verzameling afgesnedon bloomen van vollen-
grondplanten en één voor eene verzameling
afgesneden bloemen van Gladeolus, alsmede
een bronzen medaille voor een verzameling
van vyftig soorten aardappelen.
De vele regen van don laatsten
tyd heeft groote schade aan de aardappelon
veroorzaakt. Van vele kanten komen berichten,
dat de ziekte er in voorkomt.
Door J. B.P. T.P. V.C. K.P. P.
C. V., allen wonende naby Halfweg te Haar
lemmermeer, zyn aldaar, terwyl zy in be
schonken toestand verkeerden, eenige wan
ordelijkheden gepleegd, terwyl zij allerlei
onbehoorlyke liedjes zongen.
Bet zaakje liep zóó hoog, dat de ryksveld-
wachter Z. het met behulp der sabel niet kon
bedwingen, maar telkens werd aangevallen en
getracht hem zyne sabel te ontnemen, zoodat
hy zich eindelijk verschuilde in de herberg van
Van Soelen.
Tobn de ryksveldwachters Haak en Koster
tot hulp waren opgekomen, gingen de bel
hamels uiteen.
De gehouden veiling van drogo
bloembollen by den heer W. v. d. Eykel, te
Rynsburg, werd door vele personen bezocht,
die niet alleen toekeken, maar ook flink
kochten. De veiling is dan ook naar wensch
geslaagd; de handel ging vlug en vlot en
goede pryzen werden er besteed, terwyl de
omzet boven verwachting was. Waarscbyniyk
zal dan ook, naar men zegt, eene tweede
veiling spoedig volgen.
Door de Noord Zuid-Hollandsche
stoomtram, die te 1 u. 25 m. van Haarlem
te Hillegom arriveerde, werd naby het station
„Hotel Koning" aangereden on omvergeworpen
het rytuig van mevr. de wed. v. d. Schoot,
waarin zy zelve en nog eenige dames waren
gezeten. Eerstgenoemde werd gewond aan
het voorhoofd en de anderen kwamen licht
gekwetst of met don schrik vry.
Met scherpe wapenen.
18)
„Ik geloof heuscb," ging zy voort, „dat
ik wel zou leeren met een boot om te gaan
gelooft u dat ook niet? Kom, moedig my
eens aan! Ik heb zoo myn best gedaan om
hot te leeren."
Maar hy bleef ernstig. Zy hield niet van
dien ernst; zy kende dit van vroeger by
ondervinding. Een van Millicents grieven tegen
de mannen was, dat ze zich nooit eens met
hart en ziel konden overgeven aan onschul
dige, verboden hofmakery.
Natuuriyk was hier slechts sprake van een
hofmakery van geringe beteekenis en van
zeer tydelyken aard. Zy was geéngageord met
Jack Meredith, dien goeden Jack, die op dit
oogenbhk zoo hard voor haar werkte, ver
weg, ergens in de tropen en als Guy Oscard
dit niet wist wel, dan was dat zyn schuld.
De heele wereld zou het hem kunnen ver
tellen, als hy er maar naar vroeg.
Millicent Chyne hield er, evenals John, haar
theorieën op na. De ondervinding, haar romans,
de moderne levensopvatting hadden haar ge
leerd, in haar omgeving weinig goeds te ver
wachten van de menschelyko natuur een
gevaarlyke leer, omdat zy ons van monigen
plicht ontslaat, en plichtsbesef is het kort
begrip van de tien geboden, zóó kort samen
gevat, als maar eenigszins mogeiyk is.
Zij verwachtte van geen enkelen man
zelfs niet van Jack dat hy haar volkomen
getrouw zou blyven in woord en daad, zooals
men wel eens in de boeken leest. En hoe
kan men tegenwoordig geven, wat men zelf
van anderen niet verwacht? Jack, zoo meende
zy, was veel te veel een man van de wereld,
om van haar te verwachten, dat zy thuis zou
zitten kniezen. Zy kon nu eenmaal niet be-
grypen, dat men, om dit te voorkomen, nu
juist niet aan den waterkant behoefde te gaan
staan, achter een grooten, bloeienden heester,
in gezelschap van een anderen man, die vol
strekt niet zyn best deed om voor haar te
verbergen, dat hy op haar verliefd was. Er
zyn meer zulke vrouwen.
„Ik weet niet of u veel geleerd heeft,"
antwoordde hy, „maar ik wel."
„En wat heeft u dan geleerd?" vroeg zy
fluisterend, half aangetrokken door het ge
vaarlyke van die gewaagde vraag.
„Dat ik u liefheb," antwoordde hy, terwyl
hy vlak voor haar ging staan, met een op
rechtheid, die haar verbaasde. „Kort geleden
was ik daar niet zeker vandaarom bleef ik
drie weken weg, maar nu weet ik het zeker."
„O, zeg dit niet!"
Zy stond haastig op en wilde heengaan. Zy
begon deernis met hem te krygen, een gevoel,
dat soms den besten jager bestormt als hy
den een of anderen statigen woudbewoner
met zyn meedoogenloos geweer heeft neer
gelegd een plotseling opkomende wensch,
dat hij het ongedaan kon maken.
„"Waarom niet?" vroeg hy. Hy was akelig
ernstig en de hoedanigheden, die van hem
een goed jager maakten - een onovertrefbaar
goed jager op groot wild zyn kalmto en
zelfbeheersching te midden van gevaar, gaven
hem ook nu een eigenaardige vastberaden
heid, die Millicent Chyne niet kon begrypen.
„Waarom niet?" hernam Oscard.
„Ik weet hot niet - omdat u het niet
doen moet."
En in haar hart hoopte zy, dat hy het nóg
eens zou doen.
„Ik schaam my er niet voor," hernam hy.
„en ik zie niet in, waarom ik het u niet zou
zeggen - of aan ieder ander, als het te pas
mocht komen."
„Doe dat nimmer!" riep zy werkeiyk ver
schrikt uit. „Aan my moogt u het wel zeggen
dat kan geen kwaadmaar aan niemand
anderaTante Marianne mag het niet weten,
Sir John evenmin."
„Ik zie niet in wat Sir John er mee te
maken kan hebben. Lady Cantourne zou
natuuriyk liever zien, dat een man van adel
u vroeg, maar als u nu eenmaal van my
hieldt, zou zy wel naar rede luisteren."
In zyn beoordeeling van die goede dame
had hy het zeker by het rechte eind vooral
als do rede haar soms mocht influisteren:
„Drie duizend pond per jaar!"
„Houdt u van me?" vroeg hy en naderde
haar dichter.
De tegenwoordigheid van dien sterken man,
zoo onmiddeliyk in haar nabyheid, schiep
haar een wereld van gestreelde eigenliefde en
slechts half bevredigde nieuwsgierigheid. Het
was haar een van de grootste triomfen in
haar leven, omdat hy zoo geheel verschillend
was van de rest. Hy was voor haar, wat de
eerste tyger voor hem moest geweest zyn.
De vrees, dat hy nog meer zou naderen, was
voor haar een alleraangenaamste gewaarwor
ding. Zy genoot volop, zooals een man kan
genieten, die zich midden ia een gevecht
bevindt.
„Daar kan ik niet op antwoorden, nu nog
niet."
En de halfschuwe blik, dien zy hem over
haar schouder toewierp, was onedel, niet rein.
Maar hy was in ernst en bovenal een man
van eer. Hy bleef dan ook op een behoor-
lyken afstand.
„Wanneer," vroeg hy, „zoudt u er dan wel
op kunnen antwoorden?"
Zy stond met den rug naar hem toegekeerd
en staarde op het spiegelgladde water van de
Solent, waarop een paar jachten lagen en een
zware, zwarte schoener, die zich lieten voort-
dryven door het goty en de morgenbries. In
gedachte trommtldo zy met haar vingers op
den lagen, steenen muur. Aan den voet daar
van zweefden een paar meeuwen kryschend
rond boven een school viscbjes. Een van die
vogels deed een eigenaardig geluid hooren;
het was alsof by by zichzelf lachte.
„Zooeven zeide u nog zelf," antwoordde
Millicent eindelyk, „dat u het eerst ook nog
mot wist en hoo kunt u nu van my ver
wachten, dat ik bet opeens zal weten?"
„U zoudt het dadelyk weten," hernam hy
ernstig, „als u niet3 voor my voelde. Nu u
niet dadelyk „neen" zegt, mag ik hopen, dat
het eenmaal „ja" zal zyn." En hy kwam
dichter by hy vatte de hand, die zy had
laten hangen het was aangenaam, hem zoo
dicht by te gevoelen „en ik ben daarom
biy, dat u nu niet „neen" zegt. Zeg toch geen
neen. Ik zal wachten zoolang u maar wilt,
op uw „ja," Millicent; liever zou ik blyven
wachten en denken, dat het wel eens „ja"
zal worden, zelfs al moest het later toch
„neen" zyn."
Zy zeide niets, maar trok de hand niet
terug, die hy gevat had.
„Mag ik - tot myn terugkomst blyven
gelooven, dat bet „ja" zal zyn?"
„Dat kan ik u niet beletten," fluisterde zij,
en keek hem toeder aan.
„En mag ik u schryven?"
Zy schudde het hoofd.
„Zoo nu en dan eens?" smeekte hy. „Niet
dikwyls? Juist genoeg, om u eens af en toe
aan myn bestaan te herinneren?"
Zy lachte even en dat lachje bracht hem
in verrukking - later dacht hy er nog dik:
wyis aan.
„Goed," antwoordde zy.
Op dat oogenblik klonk Lady Cantoumoe
stem in do verte. Zy riep hem.
Koml" riep Millicont uit. „Laten wy dade
lyk gaan. En niemand niemand, hoor u,
mag iets hiervan weten."
„Niemand zal er iets van weten," klonk
het antwoord.
(Wordt vervolgd.)