N\ 10877 iterdai»; ÏO Aucustue A0. 1895 s... Sourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. 11 Leiden, 9 Augustus. Feuilleton. Met scherpe wapenen. IEIDSCH PRIJS DEZER COURANT; DA&BLA PRIJS DER ADVERTENTLËN: Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer/" 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. plaatst. De beide graven van Middacht n flankeerden te paard het rijtuig, waarin de Koninginnen gezeten waren. Tot halfzes vertoefden HH. MM. by de familie Bentinck. Het Christelijk Fanfarecorps van Ellekom speelde in den tuin van het kasteel het Wilhelmus en het Waldecksche volkslied. Toen de Vorstinnen het kasteel verlieten, zongen do kinderen van de Zondagsschool, die de gravin van Middachten op haar kasteel houdt, een lied, terwijl een der leerlingen een ruiker aanbood. De jonge Koningin stuurde zelve het tweespan. De rit ging nu door de Middachterlaan, door Ellekom, waar ook een schoone eerepoort prijkte, en door het dorp Dieren. Bjj bekkenslag was des morgens den Dioronschen ingezetenen bekend gemaakt, dat de koninklijke bezoeksters haar weg door Dieren zouden nemen, en was ieder verzocht, de vlag uit te steken. Aan dit verzoek was zooveel doenlijk voldaan. Zelfs was in het dorp met bekwamen spoed een eerepoort opgericht. Jammer dat het bijna den gebeelen dag zoo verbazend regende! Er schijnt, zegt de „Arnb. Ct.", nog altijd een kink in den kabel te zijn. Regi menten, bataljons, compagnieën zijn reeds lang zonder hoofd, doch de aanvulling lait steeds op zich wachten. Heel best beeft een promotie bij de Nederlandsche landmacht nooit willen vlotten, maar zóóveel geharrewar als er in den laatsten tijd schijnt te wezen, kwam maar zelden voor. Eerst wil het niet om A, dan hokt het om B, later weer om C en middelerwijl staat de heele bevorderingslijst op non activiteit. Toen indertijd hetgrenadiers-commandement negen maanden onvervuld was gebleven en heel de pers zich in de zaak gemengd had, werd eindelijk een interpellatie op het Bin nenhof aangekondigd en zietkort daarna was de knoop doorgehakt en hadden do gre nadiers en jagers hun kolonel. Er werd toentertijd beweerd, dat, wijl het zaakje zoo uitmuntend zonder kolonel mar cheerde, er ernstig spraak van was geweest, den kolonelsrang af te schaffen. Wij voor ons hebben die bewering toen meer als oen aar digheid beschouwd, maar thans beginnen wij heusch te gelooven, dat men van hoogerhand bezig is een proef te nemen, om na te gaan, of en zoo ja, in hoeverre de dienstbelangen worden geschaad, als gedurende zekeren tijd van het jaar de tactische en administratieve eenheden zonder commandant worden ge laten. Een nobel streven voorzeker uit een oog punt van bezuiniging, maar niet wol te ver dedigen uit een oogpunt van billijkheid jegens de talrijke officieren, die roöds maanden lang op de hun eerlijk toekomende promotie wachten, onbekend als zij zijn gebleven met bovenbe doelde proefneming. Één ding is intusschen maar gelukkig. Dat nl. het militaire raderwerk in het groote huishouden er niet door stil blijft staan. De naast-lagere in rang springt onmiddellijk ter tijdelijke waarneming in en geniet daarvoor ookhoogere bezoldiging? Mis! Zóó ver zijn we nog Diet. De groothertog van Saksen-Weimar en zijne dochter, mevr. de groothertogin van Mecklenburg, arriveerden gisteravond met den Duitschen trein van 9 u. 20 min. in de residentie. Bij het verlaten van hun salonrijtuig wer den de vorstelijke personen eerbiedig begroet door den heer Yon Reichenau, zaakgelastigde van het Duitsche keizerrijk, met zijne gade aanwezig, en wijders nog verwelkomd door eenige dames, den Commissaris dor Koningin, den gouverneur der residentie, generaal Yan Helden; den wethouder baron Wittert van Hooglan'dt, namens het gemeentebestuur; den intendant van de groothertogin den heer Vinkhuyzen; haar thesaurier, den heer Coutu rier; den kunstschilder Bisschopden directeur en onder-directeur van het schilderijen-museum, met alle welke zoowel do groothertog als zijn dochter vriendelijke woorden wisselden, eerst op het platform en daarna nog een wijle in de koninklijke wachtkamer. Van daar begaven de vorstelijke personen zich in een ter hunner beschikking gesteld rijtuig van het Hof naar het Kurhaus to Scheveningen, vergezeld van een hofdame en den adjudant, den heer De Palózieux. Op het buitongood „Lyndenstein" van baron R. Van Lynden, te Beetsterzwaag, word gisteren het tweede noordelijk zangersfeest gehouden, uitgaande van den Bond van christe lijke zangverenigingen in Nederland. Van heinde en ver kwamen zangers, zangeressen en gasten per extra tram, stoomboot en in rijtuigen te Beetsterzwaag aan en richtten hunne schreden naar het feestterrein. Het ge noemde buitengoed leent zich uitstekend voor dergelijke bijeenkomst. In den vijver was het spreekgestoelte opgeslagen; di omzoomende bellende gazons boden het auditorium prachtige plaatsen aan. Te 10 uren werd het feest geopend door gemeenschappelijk gezang vin Ps. 95 1 4, waarna ds. H. A. E. Heinecken, te Smilde, het openingswoord sprak. Meor dan 400 zan gers en zangeressen brachten daarna onder leiding van den heer Godefroy, muziek-onder- wijzer te Steenwijk, en onder begeleiding van de stafmuziek van het instructie-bataljon te Kampen, tal van liederen op verdienstelijke wijze ten gehoore. Het ensemble was zoer goed; de hoer Godefroy had vóór deze uit voering de verschillende zangvereenigingen bezocht en eene harer repetities bijgewoond. Tusschen de verschillende zangstukken traden als sprekers op graaf Van Hogendorp, te 's-Hage; professor Valeton, te Utrecht; ds. Laan, te Rotterdam; és. Van Passen, te Meppel. Het slotwoord werd gesproken door ds. Slote- maker de Bruine, te Haulerwyk. Het weer hield zich, behalve oen paar buitjes in den morgen, droog; de wind was echter voor het gezang te sterk. Niet alleen werden gods dienstige liederen gezongen; m n hoorde o. a. het „Oude Wilhelmus" en het „Koninginnelied" van W. F. G. Nicolai. Het aantal bezoekers bedroeg ongeveer 2000. Aan de Weesinrichting te Neerbosch is weer eene gift van f 3000 van N. N., uit Amsterdam, door don directeur dier inrichting ontvangen. Voor Leiden per 3 maanden. Franco por post Afzonderlijke Nommers Het gezelschap van ongeveer 100 Ameri- kaanscbe predikanten met hunn9 dames, die een rondreis door Europa doen en heden, naar zy kalden aangekondigd, ook Leiden zouden bezoeken, is niet gekomen i Veel was er voor hunne ontvangst in de Pieterskerk, waar zij door Leidsche predikanten on andere kerkelijke autoriteiten zonden wor den opgewacht, vooraf geregeld, ook wat hun bezoek aan het academiegebouw, enz. betreft. De marmeren gedenksteen van John Robinson, hun „Pelgrimvader," was onderhanden geno men, enz., enz., alles er getuigenis van afleg gende dat hun bezoek op hoogen prijs werd I gestold. Ook de bewoonsters van het Jan- Pesijnshof; waaraan die steen geplaatst is, iZigen met verlangen naar hunne komst uit. I En ziet, gisteren tegen den avond kwam de tijding, dat zij er van af hadden gezien. Slechts een tiental heeren waren hier reods gister namiddag gekomen en deden een rij toert jo door de stad. Dat was alles! Voor lien, die een waardige ontvangst hadden voorbereid, zeker een groote en bovendien volstrekt niet misplaatste teleur stelling. Voor de akte Fransch (L. O is geslaagd de heer S. Broekhuizen, van Leiden. Hedenmiddag ontvingen wij per Neder landsche mail de nog ontbrekende Bataviasche bladen van 5 tot en met 9 Juli. De Nederlandsche mail, ofschoon drie dagen vroeger vertrokken, kwam dus nog een dag later aan dan de Fransche mail, die reeds gistoron de bladen tot 12 Juli bracht. In het „Hotel des Indes" te 's-Graven liage is aangekomen kapitein L. Wintz, van de koninklijke Engelsche zeemacht, attaché bij hot gozantschap van Hare Britsche Majos teit, alwaar genoemde zeeofficier, in uniform gekleod, gisteren zijn opwachting maakte. De hertog van Newcastle zal daar hedon aankomen. Graaf Emmanuel Kretzulesco, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van Rumeniö te Parijs, is met familie in het hotel „Den Ouden Doelen" te 's Gravenhage aangekomen. In dat hotel heeft ook intrek genomen admi raal L D. Barnardiston, van Londen. Prins Max van Baden, die sedert geruimen tijd te Scheveningen verblijft, verlaat aan staanden Zaterdag de badplaats. Uit de rekening en verantwoording, overgelegd door de commissie tot het behee- ren van het Fonds voor onderofficieren, enz., die onder toekenning van gagement of van gratificatie uit den militairen dienst worden ontslagen, blijkt dat by slot van het jaar 1894 meer is ontvaugen dan uitgegeven f 4735.66, terwijl een kapitaal van f 275,000 op het Grootboek der 2'/, pets. Nationale Werkelijke Schuld als eigendom van het Fonds is ingeschreven; dat het aantal deel- genooten aan het Fonds op ultimo December 1894 bedroeg 309; dat op genoemd tydstip 180 personen in het genot waren van jaar- lijksche lijfrenten en pensioenen, waarvan het gezamenlijk bedrag der jaarlijksche uitkeerin- 8) Na een poos werd de zieke rustiger, maar hij bleef weigeren den bedwelmenden drank te nemen. Hy sloot de oogen en gaf geen antwoord meer op het aanhoudend smeeken van Guy. Eindelijk schudde hy ook niet meer van neenten slotte haalde hij geregeld adem als een slapend kind. Later maakte Guy er zich een verwijt van, dat hfi zoo niets geen achterdocht had ge koesterd. Maar hij had Diet het minste ver stand van hersenziekten die vreemde ziekten, die den mensch in den mensch dooden. Toch begreep hij, waarom zijn vader zich had willen tekort doen. Het was niet de eerste keer. Het was uit angst. Hij was bang gek te worden, gek te sterven, zooals vóór hem zijn vader. De menschen noemden hem „de excentrieke." Sommigen zeideD, dat hy gek was. Maar hij was het niet. Hy was alleen bang gek te worden. Nog sliep hij, toen de verpleegster ia een rijtuig van de pantomime huiswaarts keerde, en Guy sloop zacht naar beneden om haar in te laten. Zij bleven een poos in de gang en Guy vertelde haar fluisterend, wat er met de bella-donna was gebeurd. Toen gingen ze naar boven en vonden Tomas Oscard den bekenden historicus dood op den grond. Hfi had slaap geveinsd om zy'n plan te kunnen volvoeren. Hy had den'dood verkozen, waar van hy de volle beteekenis niet kende, boven 1.40. 0.05. gen eene 6om van f 7348 beloopt; dat let den laatsten December 1894 11 deelgenooten van hunne uit het Fonds aankomende gelden een gezamenlyk bedrag van f 7760 in het Fonds hebben laten berusten, ten einde daar van jaarlijksche rente te genieten. De gemeenterekening van Haarlem over 1894 wyst aan in ontvangst f 1,278,187.53, in uitgaaf f 1,177,984.48'/2 en alzoo een batig saldo van f 100,203.04,/2. Het hoofdbestuur van den Nederlandschen Vrouwenbond tot verhooging van ketzedelyk bewustzyn, deelt mede dat de jaarvergadering zal gehouden worden te Alkmaar, op Donderdag 10 October a. s. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan G. G. J. Westholz, te Utrecht, op zyn verzoek, met ingang van 16 dezer, eervol ontslag verleend als tydelyk assistent aan 's Ryks Veeartsenyscbool aldaar. De „Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekbandels" hield gisteren in „Krasnapolsky", te Amsterdam hare 78ste algemeene vergadering. De vergadering werd geleid door den heer Tadema, die mededeelde dat de toestand der Vereeniging uitstekend is en de geldmiddelen in oen bevredigenden toestand verkeeren. De Vereeniging had echter ook een verlies te lyden, nl. van haar zeor betreurd eerelid Martinus Nyboff. Op voorstel van het bestuur word tot eerelid der Vereeniging benoemd do heer E. B. Ter Horst, vroeger lid der firma Wolters, te Groningen, thans te 's Gravenhage. De rekening en verantwoording van den penningmeester werden goedgekeurd, evenals het jaarverslag, dat reeds vroeger, in hst „Nieuwsblad voor den Boekhandel", werd medegedeeld. Een vyftal nieuwbenoemde loden der Vereeni ging, de heeren G. W. Behnfante, A. A. Idema, S. E. Van Nooten W.Nzn., II. Wormser en J. A. Wormser Jr., werden door den voor zitter met een kort woord welkom goheeten. De verslagen der verschillende commissies: voor de bibliotheek, voor het Frederik-Muller- fonds, enz,, werden zonder discussie goed gekeurd. Tot leden van het bestuur werden benoemd de heeren B. A. M. Boele van Hensbroek, to 's Gravenhage, en P. Noordhoff, te Groningen. Tot penningmeester de heer N. G. Van Kampen, te Amsterdam. Tot lid der commissie voor het Ondersteu ningsfonds werd, in de plaats van den heer J. H. De Bussy, benoemd de heer R. W. P. De Vries, en tot penningmeester de heer Allert De Lange. De heer De Vries werd herbenoemd tot lid der „Commissie voor de bouwstoffen". De heer Vincent Van Gogh werd herkozen tot lid en penningmeester van de commissie tot regeling van het vertalingsrecht. Vooraf waren nog benoemd tot correspon denten voor Friesland, Overysel, Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant en Limburg, in plaats van de heeren J. T. Eekhoff, Joh. H. W. Kreunen, C. Schillemans, G. P. H. Zahn en P. B. Nieuwenhuy§, die niet herkies baar waren, de heeren: J. J. Van Druten, de mogelykheid van jarenlang levend dood te moeten voortbestaan, zooals zyn vader. En wie zal uitmaken of zuivere zelfzucht hem tot die daad dreef? Kan vaderliefde ook niet tot de dryfveeren behoord hebben? Thomas Oscard, de excentrieke geleerde, was altyd een krachtige natuur geweest, die zich om het oordeel der menschen niet bekommerde. Hy had die daad vastberaden, na ryp overleg, verricht en keerde regelrecht tot zyn Schepper terug, het arme menschenhoofd vol argu menten en redeneeriogen om voor zyn Rechter zyn zaak te bepleiten. Zy namen hem op, legden hem eerbiedig op het bed neer en Guy liep om den dokter. „Ik zou," sprak deze, toen hy de heele geschiedenis had aangehoord „ik zou u zeer goed een bewys van overlijden kunnen geven. Ik kan dat overeenbrengen, bedoel ik, met myn goweten als dokter en met myn ander geweten. Hij had geen dertig uren levens meer er was een abces in de her senen. Maar ik raad u een onderzoek te vragen. Het zou kunnen" - hy hield op en keek den jongen man scherp aan „het zou kunnen, op lateren leeftyd, als ge een oud man zyt, dat gy behoefte zoudt gevoelen om deze ge schiedenis te vertellen." Weer zweeg de dokter en koek even met een flauwen glimlach naar de vrouw, die naast hem stond. „Of de verpleegster" ging hy voort, zich de moeite gevende om zyn zin te voltooien. „Wy hebben allemaal van dio oogenblikken van spraakzaamheid. En het is een geschiedenis, die men wel eens niet zou kunnen gelooven." Laurens Van Hulst, H. J. Greup, P. R. Broese en Eluard Nypels. Een verzoek van commissarissen van het Bestelhuis, om goedkeuring van hun besluit, de achttien werklieden aan die inrichting op 65-jarigen leeftyd te pensionneoron, werd by acclamatie ingewilligd. By de behandeling van het verslag over het afgeloopen vereenigingsjaar deelde de voorzitter mede dat de bewerking van da wet op het auteursrecht door mr. J. D. Veegens voor de leden kosteloos verkryg- baar is en spoedig verkrygbaar zal worden gesteld by de firma Gebroeders Bolinfante, te 's-Gravenhage. Naar aanleiding van het voorstel tot gemeenteiyke exploitatie van de telephoon, by den Rotterdamschen gemeenteraad inge diend, heeft de Nod. Bell-telephoon-Maat- scbappy, welke thans de telephoon te Rot terdam exploiteert, een breedvoerig adres aan B. en Ws. gericht. Zy begint met aan te toonen, dat op telepboongebied alleen het ideaal te bereiken is, wanneer de exploitatie in handen komt van den Staat, zooals in alle andere landen bewezen is, doch van een gemeentelyke exploitatie weinig verbetering is te verwachten. Waar zy dan ook steeds van het denkbeeld is uitgegaan, dat, vroeg of laat, de telephoon een Rykszaak zou worden, kon de maat schappij er niet op bedacht zfiD, dat door de gemeente Rotterdam een besluit tot eigen exploitatie zou genomen worden. Ware dit het geval geweest, zy zou reeds veel vroeger met haar nieuwe voorstellen zyn voor den dag gekomen, die zy thans aanbiedt. Na een overzicht gegeven te hebben van de wyze, waarop zij gewerkt heeft, niettegenstaande een zoo korte concessie als haar verleend werd aan een uitbreiding ?.ls wenscholyk werd geacht tal van moeilykheden in den weg legde, verklaart zy zich thans bereid, wannoer een nieuwe concessie mocht worden verleend van niet al te korten duur: lo. den abonnoments- prys binnen de stad te stellen op f 75 met een veel lager tarief voor hen, die per gesprek per jaar zouden willen betalen2o. het centraal- bureel in te richten voor 2000 atonnós en met de uitbreiding van het kabinet voort te gaan om dit aan alle eischen te doen beant woorden 3o. overal, waar het gewenscht wordt, de toestellen te vernieuwen en nachtdienst voor alle geabonneerden in te voeren; 4o. het aantal aansluitingen voor don gemeentedienst uit te breiden. De Koninginnen brachten Woensdag een bezojk aan de gravin Bentinck op het kasteel „Middachten" by De Steeg. Da gravin is aan de Koningin-Regentes verwant en bracht voor enkele weken ook een bezoek op Het Loo. Te halfvier arriveerden HH. MM. per extratrein aan het station De Steeg, waar een met vier paarden bespannen koets van Mid dachten de hooge bezoeksters opwachtte. On- middellyk na aankomst stapten de Vorstinnen in en reden over Steeg naar het oude kasteel. Van alle huizen wapperde de nationale driekleur. Aan het station, in het dorp en aan den ingang van de oprijlaan, die naar het kasteel voert, waren fraaie eerepoorten ge- Dus eindigde de „excentrieke Oscard" zyn verbiyf hier beneden in de omgeving van den „coroner." En de wereld vond dat interessant. De wereld houdt van iets nieuws, zelfs by sterfgevallen. De eene of andere Amerikaan zal nog wel eens een nieuwe wyze van begraven uitvinden, en als hy er maar een patent voor kan krygen, zal hy fortuin maken. Het be haagde bovendien de wereld Guy Oscard te beklagen met die zuivere, eenvoudige sym pathie, die ze altyd over heeft voor de ryken, die in droefheid verkeeren. Iedereen wist dat Thomas Oscard zyn heele leven in overvloed had verkeerd en er was geen reden om te veronderstellen, dat Guy zyn voeten niet in heel gemakkelijke schoenen zou steken. Het was ongelukkig, dat hy zyn vader op zoo'n tragische wyze moest verliezen en het scherpe oog van de wereld zag terstond hot zwakke punt van de geschiedenis. Maar de officier van instructie en de jury verloren den ver- schuldigden eerbied niet uit het oog, en de menschen in 't algemeen doelden zelfs niet op de mogelykheid, dat Guy zyn best niet zou gedaan hebben zyn vader in 't leven te houden. Onder de brieven van rouwbeklag vond de jonge man er ook een van Lady Cantourne, met welke hy de kennismaking had her nieuwd, en op zyn tyd bezocht by haar dan ook in baar huis in Vere Gardens, om haar min of meer onhandig zyn dank te betuigen. Mevrouw was thuis, zoodat Guy Oscard dan ook werd binnengelaten. Hy keek de kamer rond met een kwaiyk verborgen, onder zoekenden blik, dien de tante van Millicent Cbyne niet ontgiDg. „Het is heel vriendelyk van u, my te be zoeken," zeide zy, „zoo kort na den dood van uw vader. U hebt zeker veel moeite en verdriet gehad. Millicent en ik hebben dikwyis over u gesproken en hadden medeiyden met u. Zy is uit, maar zy kan ieder oogenblik thuiskomen. Ga zitten, als het u belieft." „Dank u," zeide hy en nadat hy een stoel had genomen, herhaalde hy dat woord nog eens droomerig en duideiyk „dank u" als wilde hy haar daarmee danken voor alles, wat ze hem te kennen gaf. „Ik heb uw vader goed gekend," giog do dame voort, „toen we nog jong waren. De wereld verwachtte groote dingen van hem. Dat verklaart den toon van pessimisme, dien hy over zich had gekregen. U is geheel anders u is geen pessimist nietwaar?" Guy tuurde ernstig naar de toppen van zyn gehandschoende vingers. „"Wel, ik vrees, dat ik me in die quaostie juist niet heb ver diept." Lady Cantourne verwaardigde hem mot een vriendelyk lacbje. Zy was onovertroffen in de kunst een jongmensch wakker te schudden en binnenste buiten te keeren. „U behoeft u niet te verontschuldigen. Ik ben biy, dat u daar nog nooit aan hebt ge dacht. Denken is het begin van pessimisme, vooral by jongelui; want als ze denken,den ken ze natuuriyk over zichzelf." „Wel, ik geloof dat ik net zooveel over my zelf denk als andere menschen." „Misschien, maar ik geloof het niet. Zoudt u wel om de thee willen schellen?" Hy gehoorzaamde en zy sloeg hom goed keurend gade. Om de eene of andore reden misschien wol omdat hy er zich niet op toe legde was deze jonge man zeer in Lady Cantournes gunst geraakt. Eenige weken vóór dit bezoek was zij behoorlyk to weten gekomen, dat Miss Millicent Cbyne geënga geerd was met Jack Meredith en mot hom zou trouwen, zoodra dat jonge mensch een positie zou veroverd hebben, die hem daartoe in staat stelde, Zy had niet de geringste aan merking gemaakt, noch op die keuze, noch op dat besluit; slechts gezegd, dat het haar speet, dat Jack oneenighoid had gehad met zyn vader. Verder had zo den wenk gegeven, dat bet raadzaam zou zyn dit engagement zoo stil mogelyk te houden. Zy wilde niet, voegde zy er by, dat Millicent een soort vogel verschrikker zou worden voor Sir John, en waartoe zou het dienen, ruchtbaarheid te geven aan het treurige feit, dat zoo'n natuuiiyko en gewenschte gebeurtenis een twist had doen ontstaan? Sir John was cynisch en, zooals al die lui, een echte hardkop. Het was meer dan waarschynlyk, dat by Ea eei.ige maanden zyn zoon zou terugroepen, en, intusschen, was het voor een meisje geen zaak, dat er over haar werd gekibbeld. Liöy Cantourne was een veel te verstandige vrouw, om iets tegen dit engagement in te breDgen. Integen- doel, zy gaf niet onduideiyk te kennen, dat zoo'n party in menig opzicht wenscheiyk kon zyn. Terzelfder tyd evenwel moedigde zy Guy Oscard aan by haar aan buis te komen, tor- wyi ze best wist, dat deze ge6n flauw ver moeden had van Jack Merediths betrekking tot haar nicht. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1