N\ 10877
iterdai»; ÏO Aucustue
A0. 1895
s... Sourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
11
Leiden, 9 Augustus.
Feuilleton.
Met scherpe wapenen.
IEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT;
DA&BLA
PRIJS DER ADVERTENTLËN:
Yan 1-6 regels f 1.05. Iedere regel moer/" 0.17J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
plaatst. De beide graven van Middacht n
flankeerden te paard het rijtuig, waarin de
Koninginnen gezeten waren.
Tot halfzes vertoefden HH. MM. by de
familie Bentinck. Het Christelijk Fanfarecorps
van Ellekom speelde in den tuin van het
kasteel het Wilhelmus en het Waldecksche
volkslied.
Toen de Vorstinnen het kasteel verlieten,
zongen do kinderen van de Zondagsschool, die
de gravin van Middachten op haar kasteel
houdt, een lied, terwijl een der leerlingen een
ruiker aanbood. De jonge Koningin stuurde
zelve het tweespan. De rit ging nu door de
Middachterlaan, door Ellekom, waar ook een
schoone eerepoort prijkte, en door het dorp
Dieren. Bjj bekkenslag was des morgens den
Dioronschen ingezetenen bekend gemaakt, dat
de koninklijke bezoeksters haar weg door
Dieren zouden nemen, en was ieder verzocht,
de vlag uit te steken. Aan dit verzoek was
zooveel doenlijk voldaan. Zelfs was in het dorp
met bekwamen spoed een eerepoort opgericht.
Jammer dat het bijna den gebeelen dag
zoo verbazend regende!
Er schijnt, zegt de „Arnb. Ct.", nog
altijd een kink in den kabel te zijn. Regi
menten, bataljons, compagnieën zijn reeds
lang zonder hoofd, doch de aanvulling lait
steeds op zich wachten. Heel best beeft een
promotie bij de Nederlandsche landmacht nooit
willen vlotten, maar zóóveel geharrewar als
er in den laatsten tijd schijnt te wezen, kwam
maar zelden voor.
Eerst wil het niet om A, dan hokt het om
B, later weer om C en middelerwijl staat de
heele bevorderingslijst op non activiteit.
Toen indertijd hetgrenadiers-commandement
negen maanden onvervuld was gebleven en
heel de pers zich in de zaak gemengd had,
werd eindelijk een interpellatie op het Bin
nenhof aangekondigd en zietkort daarna
was de knoop doorgehakt en hadden do gre
nadiers en jagers hun kolonel.
Er werd toentertijd beweerd, dat, wijl het
zaakje zoo uitmuntend zonder kolonel mar
cheerde, er ernstig spraak van was geweest,
den kolonelsrang af te schaffen. Wij voor ons
hebben die bewering toen meer als oen aar
digheid beschouwd, maar thans beginnen wij
heusch te gelooven, dat men van hoogerhand
bezig is een proef te nemen, om na te gaan,
of en zoo ja, in hoeverre de dienstbelangen
worden geschaad, als gedurende zekeren tijd
van het jaar de tactische en administratieve
eenheden zonder commandant worden ge
laten.
Een nobel streven voorzeker uit een oog
punt van bezuiniging, maar niet wol te ver
dedigen uit een oogpunt van billijkheid jegens
de talrijke officieren, die roöds maanden lang
op de hun eerlijk toekomende promotie wachten,
onbekend als zij zijn gebleven met bovenbe
doelde proefneming. Één ding is intusschen
maar gelukkig. Dat nl. het militaire raderwerk
in het groote huishouden er niet door stil
blijft staan. De naast-lagere in rang springt
onmiddellijk ter tijdelijke waarneming in en
geniet daarvoor ookhoogere bezoldiging?
Mis! Zóó ver zijn we nog Diet.
De groothertog van Saksen-Weimar en
zijne dochter, mevr. de groothertogin van
Mecklenburg, arriveerden gisteravond met den
Duitschen trein van 9 u. 20 min. in de
residentie.
Bij het verlaten van hun salonrijtuig wer
den de vorstelijke personen eerbiedig begroet
door den heer Yon Reichenau, zaakgelastigde
van het Duitsche keizerrijk, met zijne gade
aanwezig, en wijders nog verwelkomd door
eenige dames, den Commissaris dor Koningin,
den gouverneur der residentie, generaal Yan
Helden; den wethouder baron Wittert van
Hooglan'dt, namens het gemeentebestuur; den
intendant van de groothertogin den heer
Vinkhuyzen; haar thesaurier, den heer Coutu
rier; den kunstschilder Bisschopden directeur
en onder-directeur van het schilderijen-museum,
met alle welke zoowel do groothertog als zijn
dochter vriendelijke woorden wisselden, eerst
op het platform en daarna nog een wijle in
de koninklijke wachtkamer.
Van daar begaven de vorstelijke personen
zich in een ter hunner beschikking gesteld
rijtuig van het Hof naar het Kurhaus to
Scheveningen, vergezeld van een hofdame en
den adjudant, den heer De Palózieux.
Op het buitongood „Lyndenstein" van
baron R. Van Lynden, te Beetsterzwaag, word
gisteren het tweede noordelijk zangersfeest
gehouden, uitgaande van den Bond van christe
lijke zangverenigingen in Nederland. Van
heinde en ver kwamen zangers, zangeressen
en gasten per extra tram, stoomboot en in
rijtuigen te Beetsterzwaag aan en richtten
hunne schreden naar het feestterrein. Het ge
noemde buitengoed leent zich uitstekend voor
dergelijke bijeenkomst. In den vijver was het
spreekgestoelte opgeslagen; di omzoomende
bellende gazons boden het auditorium prachtige
plaatsen aan. Te 10 uren werd het feest geopend
door gemeenschappelijk gezang vin Ps. 95
1 4, waarna ds. H. A. E. Heinecken, te Smilde,
het openingswoord sprak. Meor dan 400 zan
gers en zangeressen brachten daarna onder
leiding van den heer Godefroy, muziek-onder-
wijzer te Steenwijk, en onder begeleiding van
de stafmuziek van het instructie-bataljon te
Kampen, tal van liederen op verdienstelijke
wijze ten gehoore. Het ensemble was zoer
goed; de hoer Godefroy had vóór deze uit
voering de verschillende zangvereenigingen
bezocht en eene harer repetities bijgewoond.
Tusschen de verschillende zangstukken traden
als sprekers op graaf Van Hogendorp, te
's-Hage; professor Valeton, te Utrecht; ds.
Laan, te Rotterdam; és. Van Passen, te Meppel.
Het slotwoord werd gesproken door ds. Slote-
maker de Bruine, te Haulerwyk. Het weer
hield zich, behalve oen paar buitjes in den
morgen, droog; de wind was echter voor het
gezang te sterk. Niet alleen werden gods
dienstige liederen gezongen; m n hoorde o. a.
het „Oude Wilhelmus" en het „Koninginnelied"
van W. F. G. Nicolai. Het aantal bezoekers
bedroeg ongeveer 2000.
Aan de Weesinrichting te Neerbosch is
weer eene gift van f 3000 van N. N., uit
Amsterdam, door don directeur dier inrichting
ontvangen.
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco por post
Afzonderlijke Nommers
Het gezelschap van ongeveer 100 Ameri-
kaanscbe predikanten met hunn9 dames, die
een rondreis door Europa doen en heden,
naar zy kalden aangekondigd, ook Leiden
zouden bezoeken, is niet gekomen
i Veel was er voor hunne ontvangst in de
Pieterskerk, waar zij door Leidsche predikanten
on andere kerkelijke autoriteiten zonden wor
den opgewacht, vooraf geregeld, ook wat hun
bezoek aan het academiegebouw, enz. betreft.
De marmeren gedenksteen van John Robinson,
hun „Pelgrimvader," was onderhanden geno
men, enz., enz., alles er getuigenis van afleg
gende dat hun bezoek op hoogen prijs werd
I gestold. Ook de bewoonsters van het Jan-
Pesijnshof; waaraan die steen geplaatst is,
iZigen met verlangen naar hunne komst uit.
I En ziet, gisteren tegen den avond kwam de
tijding, dat zij er van af hadden gezien. Slechts
een tiental heeren waren hier reods gister
namiddag gekomen en deden een rij toert jo
door de stad.
Dat was alles! Voor lien, die een waardige
ontvangst hadden voorbereid, zeker een groote
en bovendien volstrekt niet misplaatste teleur
stelling.
Voor de akte Fransch (L. O is geslaagd
de heer S. Broekhuizen, van Leiden.
Hedenmiddag ontvingen wij per Neder
landsche mail de nog ontbrekende Bataviasche
bladen van 5 tot en met 9 Juli.
De Nederlandsche mail, ofschoon drie dagen
vroeger vertrokken, kwam dus nog een dag
later aan dan de Fransche mail, die reeds
gistoron de bladen tot 12 Juli bracht.
In het „Hotel des Indes" te 's-Graven
liage is aangekomen kapitein L. Wintz, van
de koninklijke Engelsche zeemacht, attaché
bij hot gozantschap van Hare Britsche Majos
teit, alwaar genoemde zeeofficier, in uniform
gekleod, gisteren zijn opwachting maakte.
De hertog van Newcastle zal daar hedon
aankomen.
Graaf Emmanuel Kretzulesco, buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister van Rumeniö
te Parijs, is met familie in het hotel „Den
Ouden Doelen" te 's Gravenhage aangekomen.
In dat hotel heeft ook intrek genomen admi
raal L D. Barnardiston, van Londen.
Prins Max van Baden, die sedert geruimen
tijd te Scheveningen verblijft, verlaat aan
staanden Zaterdag de badplaats.
Uit de rekening en verantwoording,
overgelegd door de commissie tot het behee-
ren van het Fonds voor onderofficieren, enz.,
die onder toekenning van gagement of van
gratificatie uit den militairen dienst worden
ontslagen, blijkt dat by slot van het jaar
1894 meer is ontvaugen dan uitgegeven
f 4735.66, terwijl een kapitaal van f 275,000
op het Grootboek der 2'/, pets. Nationale
Werkelijke Schuld als eigendom van het
Fonds is ingeschreven; dat het aantal deel-
genooten aan het Fonds op ultimo December
1894 bedroeg 309; dat op genoemd tydstip
180 personen in het genot waren van jaar-
lijksche lijfrenten en pensioenen, waarvan het
gezamenlijk bedrag der jaarlijksche uitkeerin-
8)
Na een poos werd de zieke rustiger, maar
hij bleef weigeren den bedwelmenden drank
te nemen. Hy sloot de oogen en gaf geen
antwoord meer op het aanhoudend smeeken
van Guy. Eindelijk schudde hy ook niet meer
van neenten slotte haalde hij geregeld adem
als een slapend kind.
Later maakte Guy er zich een verwijt van,
dat hfi zoo niets geen achterdocht had ge
koesterd. Maar hij had Diet het minste ver
stand van hersenziekten die vreemde ziekten,
die den mensch in den mensch dooden. Toch
begreep hij, waarom zijn vader zich had willen
tekort doen. Het was niet de eerste keer.
Het was uit angst. Hij was bang gek te worden,
gek te sterven, zooals vóór hem zijn vader.
De menschen noemden hem „de excentrieke."
Sommigen zeideD, dat hy gek was. Maar hij
was het niet. Hy was alleen bang gek te
worden. Nog sliep hij, toen de verpleegster
ia een rijtuig van de pantomime huiswaarts
keerde, en Guy sloop zacht naar beneden om
haar in te laten. Zij bleven een poos in de
gang en Guy vertelde haar fluisterend, wat er
met de bella-donna was gebeurd. Toen gingen
ze naar boven en vonden Tomas Oscard
den bekenden historicus dood op den grond.
Hfi had slaap geveinsd om zy'n plan te kunnen
volvoeren. Hy had den'dood verkozen, waar
van hy de volle beteekenis niet kende, boven
1.40.
0.05.
gen eene 6om van f 7348 beloopt; dat let
den laatsten December 1894 11 deelgenooten
van hunne uit het Fonds aankomende gelden
een gezamenlyk bedrag van f 7760 in het
Fonds hebben laten berusten, ten einde daar
van jaarlijksche rente te genieten.
De gemeenterekening van Haarlem over
1894 wyst aan in ontvangst f 1,278,187.53,
in uitgaaf f 1,177,984.48'/2 en alzoo een batig
saldo van f 100,203.04,/2.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Vrouwenbond tot verhooging van ketzedelyk
bewustzyn, deelt mede dat de jaarvergadering
zal gehouden worden te Alkmaar, op Donderdag
10 October a. s.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft aan G. G. J. Westholz, te Utrecht, op
zyn verzoek, met ingang van 16 dezer, eervol
ontslag verleend als tydelyk assistent aan
's Ryks Veeartsenyscbool aldaar.
De „Vereeniging ter bevordering van de
belangen des Boekbandels" hield gisteren in
„Krasnapolsky", te Amsterdam hare 78ste
algemeene vergadering.
De vergadering werd geleid door den heer
Tadema, die mededeelde dat de toestand der
Vereeniging uitstekend is en de geldmiddelen
in oen bevredigenden toestand verkeeren. De
Vereeniging had echter ook een verlies te
lyden, nl. van haar zeor betreurd eerelid
Martinus Nyboff.
Op voorstel van het bestuur word tot
eerelid der Vereeniging benoemd do heer
E. B. Ter Horst, vroeger lid der firma Wolters,
te Groningen, thans te 's Gravenhage.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester werden goedgekeurd, evenals
het jaarverslag, dat reeds vroeger, in hst
„Nieuwsblad voor den Boekhandel", werd
medegedeeld.
Een vyftal nieuwbenoemde loden der Vereeni
ging, de heeren G. W. Behnfante, A. A. Idema,
S. E. Van Nooten W.Nzn., II. Wormser en
J. A. Wormser Jr., werden door den voor
zitter met een kort woord welkom goheeten.
De verslagen der verschillende commissies:
voor de bibliotheek, voor het Frederik-Muller-
fonds, enz,, werden zonder discussie goed
gekeurd.
Tot leden van het bestuur werden benoemd
de heeren B. A. M. Boele van Hensbroek, to
's Gravenhage, en P. Noordhoff, te Groningen.
Tot penningmeester de heer N. G. Van Kampen,
te Amsterdam.
Tot lid der commissie voor het Ondersteu
ningsfonds werd, in de plaats van den heer J.
H. De Bussy, benoemd de heer R. W. P. De
Vries, en tot penningmeester de heer Allert
De Lange. De heer De Vries werd herbenoemd
tot lid der „Commissie voor de bouwstoffen".
De heer Vincent Van Gogh werd herkozen
tot lid en penningmeester van de commissie
tot regeling van het vertalingsrecht.
Vooraf waren nog benoemd tot correspon
denten voor Friesland, Overysel, Gelderland,
Utrecht en Noord-Brabant en Limburg, in
plaats van de heeren J. T. Eekhoff, Joh.
H. W. Kreunen, C. Schillemans, G. P. H.
Zahn en P. B. Nieuwenhuy§, die niet herkies
baar waren, de heeren: J. J. Van Druten,
de mogelykheid van jarenlang levend dood
te moeten voortbestaan, zooals zyn vader. En
wie zal uitmaken of zuivere zelfzucht hem
tot die daad dreef? Kan vaderliefde ook niet
tot de dryfveeren behoord hebben? Thomas
Oscard, de excentrieke geleerde, was altyd
een krachtige natuur geweest, die zich om
het oordeel der menschen niet bekommerde.
Hy had die daad vastberaden, na ryp overleg,
verricht en keerde regelrecht tot zyn Schepper
terug, het arme menschenhoofd vol argu
menten en redeneeriogen om voor zyn Rechter
zyn zaak te bepleiten. Zy namen hem op,
legden hem eerbiedig op het bed neer en Guy
liep om den dokter.
„Ik zou," sprak deze, toen hy de heele
geschiedenis had aangehoord „ik zou u
zeer goed een bewys van overlijden kunnen
geven. Ik kan dat overeenbrengen, bedoel ik,
met myn goweten als dokter en met myn
ander geweten. Hij had geen dertig uren
levens meer er was een abces in de her
senen. Maar ik raad u een onderzoek te vragen.
Het zou kunnen" - hy hield op en keek den
jongen man scherp aan „het zou kunnen,
op lateren leeftyd, als ge een oud man zyt,
dat gy behoefte zoudt gevoelen om deze ge
schiedenis te vertellen."
Weer zweeg de dokter en koek even met
een flauwen glimlach naar de vrouw, die
naast hem stond. „Of de verpleegster" ging
hy voort, zich de moeite gevende om zyn
zin te voltooien. „Wy hebben allemaal van
dio oogenblikken van spraakzaamheid. En het
is een geschiedenis, die men wel eens niet
zou kunnen gelooven."
Laurens Van Hulst, H. J. Greup, P. R. Broese
en Eluard Nypels.
Een verzoek van commissarissen van het
Bestelhuis, om goedkeuring van hun besluit,
de achttien werklieden aan die inrichting op
65-jarigen leeftyd te pensionneoron, werd by
acclamatie ingewilligd.
By de behandeling van het verslag over
het afgeloopen vereenigingsjaar deelde de
voorzitter mede dat de bewerking van da
wet op het auteursrecht door mr. J. D.
Veegens voor de leden kosteloos verkryg-
baar is en spoedig verkrygbaar zal worden
gesteld by de firma Gebroeders Bolinfante,
te 's-Gravenhage.
Naar aanleiding van het voorstel tot
gemeenteiyke exploitatie van de telephoon,
by den Rotterdamschen gemeenteraad inge
diend, heeft de Nod. Bell-telephoon-Maat-
scbappy, welke thans de telephoon te Rot
terdam exploiteert, een breedvoerig adres aan
B. en Ws. gericht. Zy begint met aan te toonen,
dat op telepboongebied alleen het ideaal te
bereiken is, wanneer de exploitatie in handen
komt van den Staat, zooals in alle andere
landen bewezen is, doch van een gemeentelyke
exploitatie weinig verbetering is te verwachten.
Waar zy dan ook steeds van het denkbeeld
is uitgegaan, dat, vroeg of laat, de telephoon
een Rykszaak zou worden, kon de maat
schappij er niet op bedacht zfiD, dat door de
gemeente Rotterdam een besluit tot eigen
exploitatie zou genomen worden. Ware dit
het geval geweest, zy zou reeds veel vroeger
met haar nieuwe voorstellen zyn voor den
dag gekomen, die zy thans aanbiedt. Na een
overzicht gegeven te hebben van de wyze,
waarop zij gewerkt heeft, niettegenstaande
een zoo korte concessie als haar verleend werd
aan een uitbreiding ?.ls wenscholyk werd
geacht tal van moeilykheden in den weg legde,
verklaart zy zich thans bereid, wannoer een
nieuwe concessie mocht worden verleend van
niet al te korten duur: lo. den abonnoments-
prys binnen de stad te stellen op f 75 met
een veel lager tarief voor hen, die per gesprek
per jaar zouden willen betalen2o. het centraal-
bureel in te richten voor 2000 atonnós en
met de uitbreiding van het kabinet voort te
gaan om dit aan alle eischen te doen beant
woorden 3o. overal, waar het gewenscht wordt,
de toestellen te vernieuwen en nachtdienst
voor alle geabonneerden in te voeren; 4o. het
aantal aansluitingen voor don gemeentedienst
uit te breiden.
De Koninginnen brachten Woensdag een
bezojk aan de gravin Bentinck op het kasteel
„Middachten" by De Steeg. Da gravin is aan
de Koningin-Regentes verwant en bracht voor
enkele weken ook een bezoek op Het Loo.
Te halfvier arriveerden HH. MM. per
extratrein aan het station De Steeg, waar een
met vier paarden bespannen koets van Mid
dachten de hooge bezoeksters opwachtte. On-
middellyk na aankomst stapten de Vorstinnen
in en reden over Steeg naar het oude kasteel.
Van alle huizen wapperde de nationale
driekleur. Aan het station, in het dorp en aan
den ingang van de oprijlaan, die naar het
kasteel voert, waren fraaie eerepoorten ge-
Dus eindigde de „excentrieke Oscard" zyn
verbiyf hier beneden in de omgeving van den
„coroner." En de wereld vond dat interessant.
De wereld houdt van iets nieuws, zelfs by
sterfgevallen. De eene of andere Amerikaan zal
nog wel eens een nieuwe wyze van begraven
uitvinden, en als hy er maar een patent voor
kan krygen, zal hy fortuin maken. Het be
haagde bovendien de wereld Guy Oscard te
beklagen met die zuivere, eenvoudige sym
pathie, die ze altyd over heeft voor de ryken,
die in droefheid verkeeren. Iedereen wist dat
Thomas Oscard zyn heele leven in overvloed
had verkeerd en er was geen reden om te
veronderstellen, dat Guy zyn voeten niet in
heel gemakkelijke schoenen zou steken. Het
was ongelukkig, dat hy zyn vader op zoo'n
tragische wyze moest verliezen en het scherpe
oog van de wereld zag terstond hot zwakke
punt van de geschiedenis. Maar de officier
van instructie en de jury verloren den ver-
schuldigden eerbied niet uit het oog, en de
menschen in 't algemeen doelden zelfs niet op
de mogelykheid, dat Guy zyn best niet zou
gedaan hebben zyn vader in 't leven te houden.
Onder de brieven van rouwbeklag vond de
jonge man er ook een van Lady Cantourne,
met welke hy de kennismaking had her
nieuwd, en op zyn tyd bezocht by haar dan
ook in baar huis in Vere Gardens, om haar
min of meer onhandig zyn dank te betuigen.
Mevrouw was thuis, zoodat Guy Oscard
dan ook werd binnengelaten. Hy keek de
kamer rond met een kwaiyk verborgen, onder
zoekenden blik, dien de tante van Millicent
Cbyne niet ontgiDg.
„Het is heel vriendelyk van u, my te be
zoeken," zeide zy, „zoo kort na den dood
van uw vader. U hebt zeker veel moeite en
verdriet gehad. Millicent en ik hebben dikwyis
over u gesproken en hadden medeiyden met
u. Zy is uit, maar zy kan ieder oogenblik
thuiskomen. Ga zitten, als het u belieft."
„Dank u," zeide hy en nadat hy een stoel
had genomen, herhaalde hy dat woord nog
eens droomerig en duideiyk „dank u"
als wilde hy haar daarmee danken voor alles,
wat ze hem te kennen gaf.
„Ik heb uw vader goed gekend," giog do
dame voort, „toen we nog jong waren. De
wereld verwachtte groote dingen van hem.
Dat verklaart den toon van pessimisme, dien
hy over zich had gekregen. U is geheel
anders u is geen pessimist nietwaar?"
Guy tuurde ernstig naar de toppen van
zyn gehandschoende vingers. „"Wel, ik vrees,
dat ik me in die quaostie juist niet heb ver
diept."
Lady Cantourne verwaardigde hem mot een
vriendelyk lacbje. Zy was onovertroffen in
de kunst een jongmensch wakker te schudden
en binnenste buiten te keeren.
„U behoeft u niet te verontschuldigen. Ik
ben biy, dat u daar nog nooit aan hebt ge
dacht. Denken is het begin van pessimisme,
vooral by jongelui; want als ze denken,den
ken ze natuuriyk over zichzelf."
„Wel, ik geloof dat ik net zooveel over
my zelf denk als andere menschen."
„Misschien, maar ik geloof het niet. Zoudt
u wel om de thee willen schellen?"
Hy gehoorzaamde en zy sloeg hom goed
keurend gade. Om de eene of andore reden
misschien wol omdat hy er zich niet op toe
legde was deze jonge man zeer in Lady
Cantournes gunst geraakt. Eenige weken
vóór dit bezoek was zij behoorlyk to weten
gekomen, dat Miss Millicent Cbyne geënga
geerd was met Jack Meredith en mot hom
zou trouwen, zoodra dat jonge mensch een
positie zou veroverd hebben, die hem daartoe
in staat stelde, Zy had niet de geringste aan
merking gemaakt, noch op die keuze, noch
op dat besluit; slechts gezegd, dat het haar
speet, dat Jack oneenighoid had gehad met
zyn vader. Verder had zo den wenk gegeven,
dat bet raadzaam zou zyn dit engagement
zoo stil mogelyk te houden. Zy wilde niet,
voegde zy er by, dat Millicent een soort vogel
verschrikker zou worden voor Sir John, en
waartoe zou het dienen, ruchtbaarheid te geven
aan het treurige feit, dat zoo'n natuuiiyko
en gewenschte gebeurtenis een twist had doen
ontstaan? Sir John was cynisch en, zooals al
die lui, een echte hardkop. Het was meer dan
waarschynlyk, dat by Ea eei.ige maanden
zyn zoon zou terugroepen, en, intusschen,
was het voor een meisje geen zaak, dat er
over haar werd gekibbeld. Liöy Cantourne
was een veel te verstandige vrouw, om iets
tegen dit engagement in te breDgen. Integen-
doel, zy gaf niet onduideiyk te kennen, dat
zoo'n party in menig opzicht wenscheiyk kon
zyn. Terzelfder tyd evenwel moedigde zy Guy
Oscard aan by haar aan buis te komen, tor-
wyi ze best wist, dat deze ge6n flauw ver
moeden had van Jack Merediths betrekking
tot haar nicht. Wordt vervolgd.)