van hooger onderwas aan eene bijzondere school van hoogor onderwys te Steyl, ge meente Tegelen. In hunnen rang overgeplaatst: lo. bij het wapen der art. van het leger in Ned.-Indië, de tweede luit. H M. E. BroJhaag, .van het 3do reg. vesting art.; 2o. by het wapen der art. van het leger hier te lande, de tweede luit. L. Tielenius Kruythoff, bestemd voor den dienst in Inciö, thans a la suite van het koloniaal werfdepot. De kapitein op non-activiteit M. J. Boeijo, van het wapen der artillerie, op zyn aanvrage op pensioen gesteld en het pensioen bepaald op f 970 'sjaars. Voor het ty'dvak van 1 Mei tot en met 31 Aug. 1895 aan M. A. Van Melle, student in de faculteit der geneeskunde en der letteren en wijsbegeerte by 6e Rijks universiteit te Groningen, ter ondersteuning ln zijne studiën, van Rijkswege eene beurs van f 800 verleend. Uit het gemeente"ves slag over 1894. Aan het hoofdstuk „Medische Politie" is nog het volgendo ontleend: O-durende het jaar 1S94 werden ten Raad- huize aangegeven als aangetast door: Diphtheritis 70 personen, waarvan 14 over leden. 8 personon aan Roodvonk, die herstelden. Typhus en Febris Typboidea 2 personen, die herstelden. Mazelen 21 personen, die her stelden. Geeno besmettelijke ziekten werden epi demisch verklaard. Cholera asiatica, die zich in naburige ge meenten aan den Rijn vertoonde, kwam hier ter stede bij één persoon voor, die daaraan overleed. "Wederom werden maatregelen ge nomen tot opheffing van schadelijke toe standen, o. a. het dempen van putten, waar van het water bij onderzoek was gebleken te zyn ongeschikt voor het gebruik. In den toestand der begraafplaatsen, in vorige verslagen vermeld, is geene verandering ge komen. Het aantal lijken, op elke begraafplaats in hot afgeloopen jaar begraven, is als volgt: algemeene begraafplaats, geene, afdeeling be stemd voor de Israëlieten 1, begraafplaats aan de Groenestoeg 65, begraafplaats aan de voorm. Maropoort 244, begraafplaats aan de voorm. Heerenpoort 416, R. K. begraafplaats 279, totaal 1005. De bijdrage foor de verpleging van de zieke stadsarmen in het academisch ziekenhuis is vastgesteld op ƒ0.75 per dag en per persoon, zijnde dit contract krachtens Raadsbesluit van 10 November 1892 wederom voor 5 jaren ver lengd. In 1894 werden aldaar opgenomen 234 personen, togen 17G in 1893, waarvan 51 overleden zijnhet aantal verpleegdagen be droeg 8273, tegen 5628 in 1893. In het voormalig Caecilia-gasthuis zijn eenige lokalen ingericht voor de tijdelijke bewaring van krankzinnigen, wier verpleging aan huis onmogelijk is, en wel gedurende enkele dagen, totdat zij naar een gesticht kunnen worden overgebracht. Van doze lokalen is, ovenals in vorige jaren, enkele malen gebruik gemaakt, in dringend noodige gevallen. Op 1 Januari 1894 werden in de genees kundige gestichten voor krankzinnigen, voor Tokening der gemeente, verpleegd: te Delft 43; te 's Hertogenbosch 1; to Coudewater 13; to Erineloo, gesticht Veldwijk, 2; in het gesticht Voorburg te Vucht 1 on in het ge sticht Bloemendaai te Loosduinen 8; te zamon 68. In het Ziekenhuis der Waalsche Diaconie aan het Rapenburg bestaat gelegenheid tot plaatsing van zieken van alle gezindten, eiken leoftyd en beide geslachten, volgens de voor waarden, in het Reglement opgenomen. Gedurende het jaar 1894 zijn in bovon- genoemde inrichting opgenomon 144 patiënten, waarvan 49 mannelijke en 95 vrouwelijke, verdeeld als volgt: 38 lijders der 1ste kl., 56 der 2de kl. en 51 dor 3de kl. Hiervan be- hooren tot de Nederd.-IIerv. gemeente 107, Fransche of Waalsche 5, Evangelisch-Luther- scho 3, Doopsgezinde 2, Remonstrantsche 4, Gereformeerdo 1, Roomsch Katholieke 6, Israö- lietischo 4, niet opgegeven 12. Het aantal verpleegdagen bedroeg voor die schuldals men daartoe zonder schuld komen kan, is men er nooit veilig voor." Komlói Vincze bleef nog eenige dagen bij don kerkermeester, die hem zoo lief gekregen had, dat hy hem als oen vriend behandelde. Do oude man voorzag don ontslagen gevan gene van kleederou en gaf hem zelfs eenig geld, toon hy heenging. De voormalige Botyaar was nog altyd oen knap man, al was zyn haar ook grys goworden. Zijne informaties waren spoedig ingewonnen. De eens zoo gevierde Boriska was juffrouw Borisa geworden. Zy was niet getrouwd en had alle aanzoeken afgewezen, nadat een aristocraat, die haar eenigen tyd hoop gogeveu had, haar toch verlaten had. Na den dood van den vader word zy de erfgename van zyn vermogen en leefde teruggetrokken in zyn huis, eon oude, naar men zeido zeer trotscbo juffrouw, met zonderlinge oude-jonge- juffers-grillen. Nu stond hy, Komlós Vincze, weer voor haar. „Herken je my niet?" Zy zag hem vast aan en veranderde van kleur. Daarop wendde zy hot hoofd af. „Ik ken j-j niet." „Ik ben het, Boriska Zy beefde, toen hy haren naam noemde. „Ah, jy, de brandstichter?" „Ik ben geen brandstichter. Ik zweeg en van de 1ste klasse 824, 2de klasse 1209, 3do klasse 1246. Van het lokaal voor besmetteiyko ziekten werd gedurende het afgeloopen jaar tweemaal gebruik gemaakt. Voor de buitenverpleging werd voor 78 dag- en 85 nachtwachten de hulp iDgeroepen, terwyi van de baden geen gebruik werd gemaakt. Van de in het Reglement voor de verple ging opgenomen bepaling, dat ook ïyders tegen verminderden prys of kosteloos konden opge nomen worden, werd slechts door 3 ïyders gebruik gemaakt, waartoe men door flnantiëele redenen gedwongen werd. Het bestuur onderging dit jaar eene wyzi- ging door het uittreden van de heerenW. F. Van Wyk Thz. en mr. C. M. Dozy als regenten. In deze vacatures was op uit0. December nog niet voorzien. De directrice mej. C. Fabius verliet de in richting en werd vervangen door mej. D. Hubers. Onder deze waren nog werkzaam 1 eerste zuster, 3 leerliDgzusters, 2 proefzusters, 1 huiszuster, 2 knechts, 4 dienstmeiden en 1 linnenmeid. De gebouwen bevinden zich in goeden staat. In het St.-Elisabeths gasthuis werden gedu rende 1894 verpleegd 96 patiënten, waarvan 34 uit de gemeente Leidon en de overige uit andere gemeenten. Hiervan overleden 3 personen uit Leiden en 5 personen van buiten de gemeente. In den geneeskundigen dienst voor de armen is geeno verandering gebracht. Do levering der geneesmiddelen, met inbegrip der benoodigdheden tot verdere gereedmaking dier geneesmiddelen aan de Stads-apotheek, en geleverde breukbanden, enz. bedroeg ƒ3486.17, alsmede voor gehouden ïykschou- wingen 31. Het aantal gereed gemaakte recepten beliep 30,483 in 1893 en 28,312 in 1894. De inkomsten, voortvloeiende uit de leve rantie aan onderscheidene instellingen van lief dadigheid vanwege de Gemeente-apotheek, bedroegen 626.73, de uitgaven voor de ge- beelo inrichting bedroegen 5687.83'/,. Gemeenteraad van Hiilegom. Voorzitter de heer D. Wentholt. Afwezig de heeren R. A. v. d. Schoot en H. Veldh. v. Zanten. Na de opening der vergadering werden door den secretaris de notulen gelezen, welke goedgekeurd werdeD. Ingekomen waren de navolgende stukken: a. Van Ged. Staten, dd. 1 Juli, de goed- kouring van het Raadsbesluit van den 28sten Juni 1895, botreffeude af- en overschry vingen, dienst 1895; b. van hetzelfde college, dd. 1 Juli, de goed keuring betreffende de betaling uit den post van onvoorziene uitgaven, dienst 1894; c. Schryven van do afdeeling Oegstgeest en Omstreken van de Holl. Maatschappy van Landbouw, dd. 9 Juli 1895, modedeelendo dat de tentoonstelling vanwege hare afdeeling den lldon September zal gehouden worden en betuigt haren dank voor het toegezegd subsidie van f 25. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Mededeoling werd gedaan van de op 27 Juli plaats gehad bobbende kasopneming by den gemeente ontvanger, en dat by dien ambte naar alles in orde is bevonden. Een request van de onderwyzeressen aan de openbare lagere school om verhooging van jaarweddo. B. en Ws. hadden het request gezonden aan de schoolcommissie om advies en door dit college was gunstig advies daarop uitge bracht. Hierna was hot request behandeld in de vergadering van B. en Ws. en ook dozen hadden gemeend, dat de aanvraag biliyk was, te meer, omdat de adressanten 7 en 4 jaar in functie waren. B. en Ws. stelden nu den Raad voor elk een verhooging toe te kennen van 50. Het voorstel, in stemming gebracht, werd met 5 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen stemden do heeren T. Lommersen, K. Van Bourgondiën, G. V. v. Zanten on S. Uitendaal. liet de verdenking op my rusten, om jou niet te verraden." „Je hebt my het leven vergiftigd," zeide zy bitter. „Ik durfde niet vrooiyk zyn zoo lang jy leefdet." „Als je my nog liefhebt „Jou liefhebben 1" stoof zy op. „Jou, don brandstichter, den ontslagen gevangene, den ellendoling, die twintig jaar lang ketenen droeg?!" „Om jou, om jou alleon droeg ik zeriep hy. „Wog weg!" riep z\j uit, terwijl zy met van toorn flikkerende oogen opstond. „Ik wil jo niet meer kennen. Ga heen!" „Boriska!" Zy greep het schelkoord. „Boriska!" riep Komlós Vincze, en met yzeren vuist greep hy heur hand. Zy worstelde met hem, waanzin maakte zich van hem meester. Daarvoor twintig jaar van zyn leven opgeofferd daarvoor! Steeds heftiger drukte hy haar aan zyne borst. Liefde, haat en wraakzucht streden in zyn binnenste by wist niet meer, wat hy deed. Des avonds laat klopte iemand aan de deur van de cipierswoning in de vesting. De oude opende en was zeer verwonderd, Komlós Vincze voor zich te zien. Hy geleidde hem naar zyne kamer, waar de pas ontslagen ge vangene op 6en stoel neerviel. Alsnu volgde het onderzoek der geloofs brieven van de nieuwbenoemde Raadsleden, waarom do Voorzitter verzocht dat de ver gadering door hen zou worden verlaten tot na afloop van het onderzoek. Tot het nazien der stukken benoemde de Voorzitter eene commissie, bestaande uit de hoeren J. Van Til Rz., K. v. Bourgondiën en G. V. Van Zanten. By monde van den heer G. Veldh. van Zanten rapporteerde de commissie, dat zy de stukken in orde had bevonden. Met algemeene stommen werd besloten de opnieuw benoemden toe te laten tot de ver gadering. De heer H. Veldh. van Zanten kwam ter vergadering. De herkozen Raadsleden werden ter ver gadering genoodigd en hun mededeeling ge daan van het rapport der commissie en het besluit tot toelating. Aangeboden werd de gemeente-rekening over 1894, sluitende met een batig saldo van f 2961.96. Benoemd werden tot het nazien daarvan de heeren T. Lommerse, K. Van Bourgondiën en J. v. Waveren Jz. Vervolgens zal de rekening by de Raads leden circuleeren en gedurende 14 dagen voor ieder ter inzage liggen ter secretarie. Van Gedep. Staten was terugontvangen de politie-verordening, met verzoek eenige wijzi gingen, door hun college aangewezen, te verbeteren. De bedoelde artikelon werden gewyzigd en daarna de werd verordening opnieuw vast gesteld. Als reclamanten voor hun aanslag in don Hoofdelylcen Omslag hadden H. H. Van Waveren („Zomerzorg") en de dames Veekens zich tot Gedep. Staten gewend, zoodat afge vaardigden moesten benoemd worden ter verdediging dier aanslagen. Benoemd werden als zoodanig de heeren G. V. v. Zanten en J. v. Til Rz. De Voorzitter deelde don Raad mede, dat aan den heer J. Vrugt, ambtenaar ter secre tarie, op zyn verzoek, eervol ontslag was verleend en dat in zyne plaats was benoemd de heer J. Lommelaars, te Oegstgeest. Alsnu volgde de gebruikelyko rondvraag. De wethouder H. H. Van Waveren wees op den yskeldcr, als niet beoogende aan het doel, waarom hy wenschte dezen te doen verbeteren, opdat by ys zou kunnen bevatten, en dat dit niet, zooals nu, versmolt. Spr. had zich een werkje over yskelders aangeschaft en met zijn neef den bierbrouwer er over gesproken, die verklaard had dat de kelder te klein was en deze een middel- lyn moest hebben van minstens 6 meters. Nu wenschte spr. te vornemen of de Raad verlangde, dat do werkzaamheden door iemand uit de gemeente zouden worden verricht, hetgeen hy voor zich een zeer nauwlettendo zaak zou vinden. By informaties echter, te Haarlem gedaan, was hem gevraagd waarom bet noodig was zulk een uitgaaf te doen, daar Haarlem en Leiden toch in nauwe correspondentie staan met Hiilegom en van een der beide plaatsen spoedig ys was te bekomen. Daarom was spr. van gevoelen, dat een yskelder voor Hillogom niet noodzakeiyk was. De Raad evenwel meende dat een yskelder te hebben wel noodzakeiyk was, doch, alvorens tot verbetering over te gaan, gaarne eens informatie zou inwinnen hoe op andere plaatsen yskelders waren ingericht. Dit onderzoek zal worden gedaan en deze zaak werd dan ook tot later uitgesteld. De heer G. Veldh. Van Zanten wees op de naleving der Politie verordening, daar het by die verordeningv verboden is ontvlambare stoffen op minder dan 5 meter afstand van huizen te plaatsen. Daarom wenschte hy dat bloemisten hunne rietschelvon niet in de nabyheid van huizen plaatsten. De Voorzitter dankte den spreker voor zyne opmerking. Ten slotte vroeg de eerste wethouder of de Raad ook het voeden on aansteken der lan tarens wenschte te doen geschieden by aan besteding. Besloten werd dit in eigen beheer te houden, „Ja, ik ben er weer.... en zal je niet weer verlaten. Heb je myn boeien by de hand? Doe ze my weer aan. Je moogt het doen ik heb een vrouw gedood. De oude deed hem de boeien weer aan en bracht liem voor den rechter. Komlós Vincze vertelde het gerecht de ge- beele geschiedenis van zyn leven en bekende onomwonden, haar vermoord te hebben, voor wier eer hy twintig jaar van zyn leven op geofferd had. Men veroordeelde hem ter dood, maar beval hem in de clementie van den monarch aan zyn vonnis word veranderd in levenslange gevangenisstraf. Hy droeg evenwel de oude hem liefgewor- den ketenen niet lang meer. Zyn krachten begaven hem en op zekeren morgen vond men hem dood in zyne cel. "Wie vroeger de oude, vesting bezocht en hare kazematten bezichtigde, werd ook in de cel van Komló3 Vincze gebracht, en de cipier vertelde den ontroerden toehoorders altyd de geschiedenis van den ongelukkige en toonde hun de ketenen, die deze voor een kus zyn leven lang gedragen had. De vesting is niet meer te zien; zy is in de laatste jaren geslecht. Maar het lot van den armen Betyaar leefc nog voort onder de dorpelingen, die elkander aandoenlyke ge schiedenissen vertellen, en menig volkszanger heeft er eene aangrypende ballade op gemaakt. doch het leveren van de petroleum aan te besteden. Hierna ging men over tot eene vergadering met gesloten deuren. Gemeenteraad van Voorschoten. Tegenwoordig alle leden. "Waarnemend Voorzitter de heer Steeneveld, oudste wethouder. Na mededeeling van eenige ingekomen stukken, waaronder een adres van H. F. Balfoort, om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein, hetwelk aan B. en Ws. ter afdoening wordt gerenvoyeerd, komt aan de orde een verzoek van P. Royne- veld om zyn waterput aan het gemeente-riool te mogen doen aansluiten. Conform het voorstel van B. en Ws. wordt de gevraagde vergunning onder de daarby gestelde voorwaarden verleend. B. en Ws. bieden aan de rekening der ge meente ovor het jaar 1894, in ontvangst be dragende 28,157.35 en in uitgaaf 26,423.725 en alzoo sluitend met een batig saldo van f 1733.625. By stemming worden benoemd tot leden der commissie, met het nazien der rekening belast, de heeren Schoor en Van Kempen. Niets meer aan de orde zynde, sluit de Voorzitter de vergadering. Borgtocht voor kwartiermeesters. Naar aanleiding van het bericht, dat de hoofd-intendant zou hebben voorgesteld en de minister van oorlog goedgekeurd, voortaan door de officieren-kwartiermeesters een borg tocht te doen stellen, schryft de oud-hoofd intendant van het N.-I. leger, de heer M. Willemslyn, het volgende aan de „Arnh. Ct. Ik kan niet begrypen, dat de hoofdinten dant van een dergelyken maatregel nut ver wacht en geloof dan ook, dat we hier met een voorbarig bericht te doen hebben. Stellig is bet noodig tegen de meer en meer voorkomende gevallen van geldelyke tekortkomsten by het Nederlandsche leger maatregelen te nemen, maar myns inziens zullen die behooren te bestaan in eene her ziening der bestaande administratieve voor schriften en der middelen tot controleering der comptabelen. Hoe groot zou toch de borgtocht moeten worden gesteld om eenig tegenwicht te ver- krygen voor eventueele tekortkomsten, welke, zooals het laatste geval te Leiden heeR aan getoond, in de duizenden guldens bunnen boloopen In Nederlandsch-Indië, waar de inkomsten der officieren belangryk hooger zyn dan in Nederland, is de borgtocht voor kapitein- magazynmoester in maximum op 1000, voor de luitenants op 500 gesteld. Maar in de door kapiteins beheerde maga- zynen bedragen do voorraden aan lands- goederen soms meer dan een millioen waarde, in die door luitenants beheerd voor een ton gouds of meer. Den kwartiermeester van corpsen en garni zoenen in Indië is het stellen van borgtocht nog niet opgelegd en ik heb my daar ook steeds ten stelligste tegen verklaard. Dat de eerst sedert een paar jaren by het Indische leger gecreëerde magazynmeesters der militaire administratie ook borgtocht moeten stellen, is eveneens tegen myn advies, maar een gevolg van het feit, dat ook aan hunne kameraden by de genie en artillerie een dergelyke eisch was gesteld. In de tien jaren, welke ik de eer heb ge had aan het hoofd der Indische intendance te staan, hebben zich slechts twee gevallen van geldelyke tekortkomsten onder de admi nistratie officieren voorgedaan, waarvan slechts één tot vry belangryk bedrag, hetwelk zelfs niet door twintig borgtochten zou hebben kunnen worden gedekt. In beide gevallen werd ook de falsiteit geconstateerd, een kwaad, waartegen in den regel geen administratieve voorschriften kunnen helpen. Dat zelfs in zoo geheel andere toestanden zoo weinig gevallen van slecht beheer voor kwamen, moet myns erachtens eensdeels worden toegeschreven aan het streng toezien op de personen, aan wie belangryke geld sommen werden toevertrouwd, en anderdeels aan hot feit, dat de militaire administratie van het Nederlandsch Indische leger, waarvan de aanvulling intusschen ook nog heel veel te wenschen overlaat, op betere leest is ge schoeid dan die in Nederland en dat in Indië betere middelen van controleering worden toegepast dan hier te lande. Ik hoop dan ook, dat men zich nog eens bedenken zal, voordat men een maatregel invoert, welke aan den eenen kant zeer weinig succes belooft en aan den anderen kant den slecht bezoldigden administratie-officier van het Nederlandsche leger of zyn betrekkingen eene werkelyk niet gering te schatten last zou opleggen. Gr e in e ïi gf cl Nieuws. By de t£ Leiden gehouden ge rechtelijke schouwing van het lyk der Haagsche vrouw, moet gebleken zyn dat zy gestorven is aan een schedelbreuk, veroorzaakt door den slag met een melkkan, haar door hare dochter toegebracht. Voorts moet gebleken zyn dat de dochter niet de bedoeling had hare moeder te treffen, maar zy het gemunt had op haren vryer, van wien de moeder haar wilde scheiden. Toen gisteren een. bruidsparty uit Rynsburg uit „toeren" zou gaan, onder vond zy te Kat wyk aan den Ryn een min der aangenaam incident, doordat van een der rytuigen een wiel brak. Men is nl. bezig aan het vernieuwen der straat by de ophaal brug, en volgons algemeen oordeel, was de wyzo, waarop dit straatwerk door den daar mede belasten persoon werd uitgevoerd, oor zaak van het ongeluk. Gisteren is by het passeeren van trein 39 aan den overweg by wachtpost 53 by IJselmonde overreden en gedood Th. W. Ringer, oud 18 jaren. In Juli waren op het Kurhaus te Scheveningen gelogeerd het volgend aantal familiön, naar de nationaliteiten gerangschikt: 151 Duitschers, 111 Nederlanders, 92 Oosten- rykers, 51 Amerikanen, 41 Franschen, 38 Engelschen, 15 Belgen, 3 Zweden, 2 Rus sen, 1 Australiër, 1 Chinees; totaal 506 per sonen. In de afgeloopen maand Juli zyn te Scheve ningen aan de zeebad-inrichting genomen 13,862 buitenbaden en 1131 binnenbaden. Tegen een wielryder, die door zyn onbesuisd en hard ryden op den Rys- wykschon weg te 's-Gravenhage een 3-jarig knaapjo omverreed, zoodat diens kleederen scheurden en het een bloedend wondje aan de kin bekwam, werd door het O. M. by het kantongerecht aldaar een geldboete van 15, subsidiair 3 dagen hechtenis, gevorderd. Gisteren werd te Gouda eene door de Goudsche harddravery-vereeniging „Eendracht maakt Macht" uitgeschreven hard- dravery voor paarden van zessen klaar ge houden. Ingeschreven waren de paarden: „Nobel", van den heer J. G. Matze te My- drecht; „Mirka", van den heer Jan Steen te 's Gravenhage; „Pauwin", van den heer Joh. Verburg te Pynakker; „Augusta", van den heer J. G. Matze; „Prinses", van den heer W. H. J. Brom te Utrecht; „Tabor V", van den heer J. G. Matze; en „Victoria", van den heer W. Verboom te Haastrecht. De prijs, 250, werd gewonnen door „Nobel", de 1ste premie, 100, door „Tabor V", de 2do premie, 25, door „Mirka". Het „Handelsblad" verhaalt een mooi geval: Het was in „Artis". Gebruik makende van den mooien zomerdag, waren vele Amster dammers en vreemdelingen den Dierentuin gaan bezoeken. Onder de wandelaars bevon den zich een dame en een heer, vreemdelingen schynbaar. De heer trok ieders aandacht door zyn merkwaardig lange en goed verzorgde snor. De vreemdelingen stonden voor de apenkooi, zy vonden het erg aardig ao oieren met beschuitjes te voeren. De oppas.*-, r maakte hen opmerkzaam dat een he«.le groote aap, onder den bynaam van den „geest van Buiksloot" bekend, niet te vertrouwen was en men zich niet te dicht by het hek moest wagen. De heer stoorde zich hier echter niet aan; de „geest van Buiksloot" zat heel stil boven in het hok, met een gezicht zóó on- noozel, alsof hy de onschuld in persoon ware. Plotseling schynt de aap iets ontdekt te hebben, hij schiet naar beneden, pakt de snor beet enverdwynt er mede. Een kreet van ontzetting van den heer; de dame valt flauw; een homerisch gelach stygt op uit het publiek. „Wil u uw snor terug hebben, mynheor?" vroeg de oppasser, met moeite zyn lachen bedwingend. Maar de heer was verdwenen. En de „geest van Buiksloot" peuz 1de met innerlijk ge noegen ce valsche snor op, die zooeven nog de aandacht van alle Artis bezoekers trok. Ze was zoo lang en zoo goed verzorgd! Een der goederenbooten van den dienst RotterdamUtrecht, „Estafette I", varende langs den Holl. IJsel en de Maas, is gistermorgen voor de Noorderhaven te Rotter dam aangevaren door de sleepboot „Betty", van de onderneming Smit, en spoedig daarna gezonken niet de ni9t verzekerde lading. De boot zelf was geassureerd; de bemanning is gered. Onder den naam „crystallose" wordt thans een nieuw preparaat in den handel gebracht ter vervanging van saccharine. Het is gekristalliseerd en gemakkelyk oplosbaar in water; het is 400-maal zoeter dan suiker, en de smaak is aangenamer dan die van saccharine. Woensdagavond woedde een hovige brand in de boerderfl van L Houdyck in den z. g. Asc'npot, by Gouda. Zoowel de woning als de koestal brandde tot den grond toe af. De brand ontstond door het broeien van hooi. Dadelyk was de brandweer van Gouda en van Reeuw yk tor plaatse. Tot den volgenden ochtend waren zi in de weer om den berg te blusschen, die aanhoudend brandde. Do hoer Calisch heeft een brief ontvangen van den beroemden Afrika-reizigor Stanley, waarin ueze hem mededeelt, dat hy binnenkort de wereldtentoonstelling te Am sterdam denkt te bezoeken. De juiste datum voor het bezoek is nog niet vastgsteld. De „Talisma n." Volgens de „Leeuw. Ct." is door de maatschappy van de stoomboot „Assistent" beslag gelegd op de geborgen goederen (hout) van het onlangs op de hoogte van Moddergat gestrande schip en een eisch van 7000 als schadevergoeding ingesteld. Het bericht over de valkeniers naar aanleiding van den dood van den heer Mollen, te Valkenswaard, ook in ons blad op genomen, is niet geheel juist, schryft men aan het „Centrum." Helaas wel wat het overlyden van den oud valkenier van wylen Willem III betreft. Hy was op zyne gewone morgenwandeling tor'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 2