N°. 10365 §eze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 26 Juli. Feuilleton. De noodlottige fauteuil. Zaterdag Juli. A°. 1895 LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden- i 1.10. Franco por post1.40. Afzondorl\jke Nommort0.05. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Ten Raadhuize alhier heeft, ten overstaan van den notaris Schoor, de overdracht plaats gehad aan de gemeente Leiden van hot land goed „Endegeest", onder Oegstgeest, dat, zooals bekend, bestemd is voor op- en in richting van een krankzinnigengesticht. De provinciale vereeniging van ambte naren ter gemeentesecretarie in Zuid-Holland hield weder eene algemeene vergadering in het Zuid-Hollandsch Koffiehuis te 's Gravenhage. Na voorlezing van de notulen kwam het eerst in behandeling een voorstel van don heer Van der Molen, te Schoonhoven, om jaarlijks het verslag der Vereeniging in druk aan de leden toe te zenden. Aangezien echter dit verslag wordt opgenomen in het Bulletin van den Bond van gemeente ambtenaren en aan de leden wordt toegezonden, werd het voorstel verworpen. De rekening en verantwoording over 1894, sluitende met een batig saldo van f 20.61, werd op voorstel van de finantiöele commissie goedgekeurd en vastgesteld, onder dankbetui ging aan den penningmeester, den heer Couvée, van Oegstgeest, voor het door hem gevoerde beheer. Op een schrijven van het hoofdbestuur van den Nederlandschen bond van gemeenteamb tenaren, houdende verzoek om de zienswijze van de afdeeling te vernemen omtrent de wenschelgkheid tot verbetering van het be staand examen voor adspirant-gemeentesecre- taris en ambtenaar ter secretarie, werd op voorstel van het bestuur besloten thans nog geen oordeel uit te spreken, doch aan het hoofdbestuur mede te deelen dat de afdeeling gaarne kennis zal nemen van de voorstellen tot wijziging van de afdeeling Friesland, waar do zaak reeds in onderzoek is, ten einde daarover ter gelegener tjjd de zienswijze der afdeeling kenbaar te maken. In de bestaande vacature in het bestuur werd voorzien door de benoeming van den heer A. L. F. Van Luik, ambtenaar ter ge meente secretarie te Monster, die zich de keuz9 liet welgevallen, nadat eerst de heer C. Oudenaarde, te Lekkerkerk, voor de op hem uitgebrachte benoeming had bedankt. Ten slotte werd door den voorzitter, den heer Van Franck, ingeleid: „Het kiesrecht naar art. 80 der Grondwet." Spreker gaf eerst een overzicht van de wijze, waarop het kies recht sedert de Grondwet van 1814 geregeld was, zette daarna uiteen welke ruimte art. 80 den gewonen wetgover laat en eindigde met eene vergelijking van de hoofdbeginselen van het ontwerp-Tak met die van het thans ingediende wetsontwerp. Door verscheidene loden werd verzocht het stuk ter lezing te mogen hebben, waartoe de inleider gaarne genegen was. Nadat nog op voorstel van den heerZaneveld, van Lisse, besloten was, de volgende ver gadering te Leiden te houden en overigens niemand meer het woord verlangde, sloot de voorzitter de vergadering. Dr. F. J. Los. predikant bij de Ned.-Herv. gemeente te Bruchem, heeft voor het beroep aar Maassluis bedankt. De gemeenteraad van Valkenburg heeft in zijne vergadering van gisteravond met ingang van 1 September eervol ontslag ver leend aan den heer B. Rootnat als onder wijzer aan de gemeenteschool, wegens vertrek naar Rotterdam. In zijne plaats word benoemd de heer W. C. Maarleveld, te Vierpolders, bij Brielle. Met den benoemde bestond de voordracht uit de heeren J. Th. Rinkema, te Leiden, en H. Groenendijk, te Alfen a/d. Rijn. Op de voordracht ter vervulling van do betrekking van onderwijzer aan de openbare lagere school in de gemeente Sassenheim zijn geplaatst de heeren C. Coppée, te Half weg; A. S. Degens, te Haarlem, en C. G. Frans- donk, te 's-Gravenhage. Het rapport, door den directeur der ge meentewerken te 's-Gravenhage, den heer J. A. Lindo, uitgebracht betreffende diens bezoek, ingevolge opdracht, aan de Belgische badplaatsen gebracht, is thans in druk ver schenen. Het bevat eene uitvoerige uiteen zetting van de verschillende omstandigheden, onder welke het visschersbedriJf wordt uit geoefend te Heyst, Blankenberghe, Ostende, Nieuwpoort, Oost-Duinkerken, Coxyde, La Panne, maar komt tot de conclusie, dat uit de Belgische toestanden geen gevolgtrek kingon zijn te maken in verband met de oplossing van het te Scheveningen aanhangige vraagstuk. „De toestanden", zegt de heer Lindo, „zyn te verschillend en worden bij ons door om- stanaigheden beheerscht, waarvan men in België vry is. Niet alleen wordt hut haven- vraagstuk hier zeer bemoeilijkt en finantiëel bezwaard door de defensie-quaestie, maar ook do 6lschen voor een visscbtrshaven zijn hier veel hooger te stellen dan in België, wegens de grootere afmetingen der schepen, terwijl bovendien de kosten zo:jr worden gedrukt door de omstandigheid, dat do havenhoofden, uitsluitend voor de visschers- haven dienende, geheel op deze drukken en niet op een geheele haveninrichting, die op zichzelf levensvatbaarheid heeft, zooals te Ostende." Het Museum Meermanno "Westreenianum (Prmsessegracht No. 30, te 's Gravenhage) zal gedurende Augustus 1895 geopend zjjn op den lsten en den 15den. Op die dagen zjjn toegangskaarten, zoowel aan het Museum zelf als aan de Koninklijke Bibliotheek (Voorhout No. 34), te verkrijgen. De agenda voor de algemeene vergadering van den Nederlandschen broodkoek- en banketbakkersbond, te houden te Utrecht op Woensdag 7 Aug. a. s., vermeldt o. m. als voorstel van het hoofdbestuur: een adres te richten aan de hooge regeering, om steun te verzoeken, ten einde voor de bakkerij in Nederland algemeen Zondagsrust te verkrijgen of te bevorderen. B(j HH. MM. de Koninginnen moet, naar men meldt, het voornemen bestaan, in Sept. a. 8. een gedeelte der groote manoeuvres by te wonen, welko om Amersfoort worden gehouden, en tegenwoordig te zijn by de revue. Men meldt uit Arnhem: Onder groot enthusiasme van duizenden reden Hare Majesteiten gistermiddag even voor drieën het ieestterrein van de landbouw tentoonstelling binnen. De stoet werd vooraf gegaan door den burgemeester van Arnhem. Het koninkiyk rytuig, geëscorteerd door 2 officieren der rydende artillerie en gevolgd door vier liofrytuigen, reed tot aan de konink- lyke tribune, waar Hare Majesteiten uit stapten en ontvangen werden door de heeren jhr. Brantsen, voorzitter der afdeeling Arn hem van deGolder8che Landbouwmaatschappy, en mr. Aberson, voorzitter der regelings com missie, die de Koninginnen welkom heetten. De beide dochtertjes van den burgemeester boden ruikers aan de jeugdige Koningin, die deze met een vriendeiyk „dank u zeer" in ontvangst nam. De voorzitter dor Maatschappij, benevens de secretaris, werden aan Hare Majesteiten voorgesteld, waarna de tocht over het terrein werd aanvaard. Het eerste bezoek werd gebracht aan den met uitsluitend edele dieren gevulden stal van de firma Kok en Zoon. Gedurende het verdere bezoek stroomde het hemelwater on ophoudelijk neder. Het boofd-feestnummer van gisteren is in den waren zin des woords in het water ge vallen. Honderden verlieten het terrein en even velen drongen om binnen te komen, waardoor aan den ingang een onbeschrijflijk gedrang ontstond. De Koninginnen vertoefden geruimen tyd in de stallen en eindigden de wandeling over het terrein met een bezoek in het hoofd gebouw, waar zy zich ophielden in het salon en de toiletkamer, door de firma Cohen te Arnhem smaakvol gemeubeld, waarna zy zich weder begaven naar het paviljoen om het concours hippique te zion. Verder meldt men aan de „Tel." uit Arnhem van gisteren Toen onze stad hedenmorgen ontwaakte, vertoonde de hemel een droef gelaat en de eerste buitenlui, die reeds ongeveer to 8 uren binnen do veste kwamen, zagen morsige straten en treurig, nat neerhangend aundoek. Het scheen, of er een toeleg bestond, om het feest van heden te doen mislukken; nu eens nydig dik neerkletterend, dan weer tergend fijn en langzaam daalde de regen neer en benam zoodoende veel van het schoone uit zicht, dat men van het terrein om Sonsbeek op den omtrek heeft Gelukkig evenwel benam het weer den feestvierenden den moed niot. Iedere trein bracht van heiode en verre zyn reizigtrs uit alle deelen des lands. Men zag zoowel het Friesche hoofdyzer als de Noord Hollandsche kap, het Zuid Hollandsche krulyzer en de Zeeuwsche welgedane armen, als de Noord-Brabantsche en Geldersche panne- koekmuts. Nederlands landbouwers waren hier ver- eenigd en in gemoede kan men verklaren: de tentoonstelling is uitstekend geslaagd. Na de inkomste der Koninginnen en het bezichtigen van het terrein kwam gelukkig spoedig daarna de zon door, een echt warm Oranjezonnetje, dat de di uipende kleertn spoe dig deed drogen en de stemming herleven. Omtrent het concours hippique meldt men het volgende: Toen Hare Majesteiten op de koninklijke tribune hadden plaats genomen, na alles met belangstelling te hebben bezichtigd, werd met het concours weldra een aanvang gemaakt. Door HH. MM. de Koninginnen was voor elk nummer van dit programma een eereprfis toegevoegd, bestaande voor elk nummer uit een bronzen beeld. Het concours hippique slaagde volkomen. Ongelukken hadden niet plaats. Het geheel had een aangenaam verloop en de Koningin nen vertrokken by scbynende zon onder het gejuich der duizenden toeschouwers te vyf uren weder naar het Loo. De heer Pauwen van West-Pannerden deelde den correspondent opgetogen mede, hoe lieftallig en zaakkundig de jeudige Koningin hem verschillende vragen deed, omtrent de prachtige collectie paarden, door hem tentoongesteld. De eerepryzen in de verschillende num mers van het concours hippique vielen res pectievelijk ten deel aan M. J. baron Van Pallandt, met den 5 jarigen zwarten ruin „No ginger"; aan luit. jhr. Rutgers van Rozen burg, met de donkerbruine merrie „Spanish Castle", en aan jhr. C. De Pesters, met de merrie „All Right." H. M. de Koningin reikte de prfizen uit. Geaurende de feesten maakten de dame3 baronesse Mollerus van Westkerke, echtgenoote van don Commissaris der Koningin in Gelder land, mevr. Lyclama, echtgenoote van den Commissaris der Koningin in Overfisel, en mevr. baronesse van Voorst tot Voorst, echt genoote van den Commissaris der Koningin in Noord Brabant, hare opwachting by HH. MM. In de plaats van den heer Richard Von Perger, die onlangs naar Weenen is vertrok ken, zal als directeur der muziekschool te Rotterdam optreden de heer J. H. Sikemeier; als directeur der zangvereeniging en der Toonkunst-uitvoeringen alhier de heer A. B. H. Verhey; en als directeur der concerten Eruditio Musica de heer Arthur Seidel. (N. R. G.) De minister van binnenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat met I Sept. e. k. te vervullen is de betrek king van leeraar in de gymnastiek aan de Rykslandbouwschool te Wageningen. Jaar wedde f 750. Zy, die voor deze betrekking in aanmerking wenschen te komen, gelieven zich vóór 7 Aug. a. s. aan te melden by den inspecteur van het middelbaar onderwys, be last met het toezicht op de landbouwscholen, F. B. Löhnis, te 's Gravenhage. Hr. Ms. instructieschip „Nautilus", onder bevel van den kapt. luit. ter zee P. F. H. Volcke, is in don ochtend van 25 dezer te San Miguel (Azorische eilanden) aangekomen. Aan boord van dien bodem was alles wèl. Het stoomschip „Amsterdam", van Rot terdam naar Nieuw-York, passeerde 25 Juli Wight; de „Kanzier", van Hamburg en Am sterdam naar O.-Afiika, arri eerde 24 Juli te Dar es Salaam; de „Prins Alexander", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 25 Juli v?n Genua; de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 25 Juli Gibraltar; de „General", van Oost-Afrika naar Vlissingen en Hamburg, arriveerde 25 Juli te Lissabon; de „Voorwaarts" arriveerde 26 Juli van Am sterdam te Batavia. By koninkiyk besluit zyn benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassaumr. F. N. L. Aberson, voorzitter van de regelings commissie voor de landbouwtentoonstelling te Arnhem in 1895, en W. C. Schimmel, secretaris van de provinciale commissie tot verbetering van het paardenras in Gelderland. Aan J. A. Cremers, op zfin verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Bin- gelrade, met dankbetuiging voor de lang durige, door hem in die betrekking bewezen diensten. Aan S. E. Heukers een pensioen toegekend van f 538. Met ingang van 1 Augustus a. 8., benoemd tot commies der posteryen 4de kl. W. Roose boom, thans surnumerair der posteryen. De Oost-Indische ambtenaar met verlof W. Kooiman, laatstelijk hoofdonderwijzer aan de school tot opleiding van inlandsche genees kundigen te Batavia, op zijn verzoek, met ingang van 1 Aug. a. s., wegens physieke ongeschiktheid, eervol uit 'a lands dienst ont slagen, met toekenning van pensioen. Vol of flink bezet schynt het in de schouwburgtent der heeren Gebrs. Van Lier op de Doezastraat, maar niet te willen worden. Wel is die tent heel ruim en biedt ze heel- wat zitplaatsen aan; ook was de opkomst gisteravond, vooral op de goedkoopste rangen, bevredigend; maar zoolang er nog heele banken open biyven en men in de hoogte, d. w. z. op den laagsten rang, nog niet dringt, is het o. i. niet in 't reine. En er wordt toch zoo goed gespeeld by Van Lier en do keuze der stukken is er ook zoo uitnemend! Wat dat betreft, verdienen de heeren Van Lier eene veel grootere belangstelling. „Manus de Snorder" toch, het tooneelspel in één bedryf van Rosier Faassen, waarmede gisteravond aangevangen werd, is heusch een aardig stuk, en als de heer C. P. T. Bigot en de dames De la Mar-Kley, Kinsbergen-Rent- meester en Andró Meeuwissen medespelen, kan men er van op aan iets goeds te zien. En zoo was het dan ook. En het als nieuw aangekondigd biyspel in drie bedrijven „Prima Donna," naar het Vlaamsch van Aug. Hendrikx, door C. P. T. Bigot, te Brussel meer dan 150 achtereen volgende avonden met het grootste succes opgevoerd, had ook hier gisteravond succos. Geen wonder dan ook, want er komen heel aardige tooneeltjes in voor, waarom met reden gelachen kan worden. Die toebereidselen van de vrouw des huizes om hare dochter te vergezellen naar het „colcours", waar deze den eersten prys ver werft; de vreugde over dat feit en de maat regelen, door vader genomen om het wereld- 8) Gy bemindet hem voor uw huweiyk, mevrouw, en ik wiet het; ik ben dus de grootste schuldige, hernam de woyvode; en nu geen woord moer; Diemand zal ooit ver nomen, wat hier dezen avond gebeurd is. Wees gezegend, ik bemin u als een vader! riep de arme jonge vrouw, eu drukte een kus op zyne hand. Ja, ja, als een vader, bromde de woy vode met een wilden lach. Gy begrypt, hoe deze drie personen den nacht doorbrachten. De gravin trok zich in hare vertrekken terug en dankte God, Die haar voor grooter ongeluk bewaard had. Romuald volbracht, hoewel angstig gestemd, zyne militaire phchten, terwyi de woyvode zich in zyne kamer op- •loot, om er over te peinzen, wat hem te doen stond. Den volgenden morgen ging men vroeg- tydig op reis. By een kruisweg gekomen, liet de palzgraaf het leger halt houden, en beval den cornet, die de soldaten aanvoerde, naar Kario te gaan. Ik ga met messire Romuald naar KonBi en zal my morgen vóór den avond weder by ulteden voegen. Het escorte verdween links en de woyvode ging met Romuald tot aan eene plaats in het bosch, alwaar toen eene kleine kapel stond, die door een kluizenaar gebouwd was. Deze had aldaar lange jaren geleefd en by zijn sterven den reuk van heiligheid achtergelaten. Luister, Romuald, zeide graaf Bromslas, ik heb u hier gebracht om one laatste gebed te kunnen doen; want dit zeg ik u, slechts één van ons beiden zal deze plaats levend verlaten. Het is goed, antwoordde de jonge man, ik ben gereed; dood mp, ik heb het verdiend. Zoo ik u gisteren onvoorwaardelijk schul dig bevonden had, zoude ik u dadeiyk als een hond gedood hebbendoch eene inwendige stem heeft my gezegd dat wy beiden schuldig zyn; gy, omdat ge my bedrogen hebt, snik, omdat ik op mpn leeftyd u uwe bruid ont futseld heb. Ik laat daarom het oordeel aan God over, wie van ons beiden het leven zal moeten laten. Ik heb in myn zadel twee pistolen liggen; het eene is geladen. Gy kunt kiezen; dan plaatsen wy ons aan den open kant van het bosch en wy zullen het hinniken van een onzer paarden afwachten om los te branden. Wy zullen recht op het hart mikken; mocht een van ons beiden vallen, dan zal de ander de verplichting op zich moeten nemen, een einde aan het leven van den gekwetste te maken. Ge begrypt: wy kunnen slechts één van beiden levend terugkeeren. Romuald bad innig en eerbiedig; daarop zeide hy Ik heb u zwaar beleedigd; God zal den schuldige weten te straffendoch zweer my, dat gy het leven uwer vrouw niet zult ver korten 1 Ik zweer u dat ik haar geen haar zal krenken I Na lang wachten hoorde men een der paarden hinniken. Er viel een schot en Romuald viel doodeiyk getroffen ter neder. De oude graaf had bet geladen pistool ge- trokken en hy bad goed gemikt. God had Zyn oordeel geveld. Na zich van den dood van zyn slachtoffer verzekerd te hebben, nam de graaf de pistolen, borg ze in zyn zadel, raapte het l(1k op, bond het op het paard van den doode, sprong ver volgens zelf te paard en reed toen in de richting van Korimo. Het was twee uren in den morgen, toen de geheimzinnige ruiter de Blad bereikte. Hy begaf zich naar de joodsche wjjk, sprong van zyn paard en klopte aan een onaanzien- ïyk huisje aan. Wat wil men van my? zeide eene stem. Hom, Itzek, open de deur voor den palzgraaf. De palzgraaf? Kom, loop heen! Open de deur of ik trap haar inl Eindelyk werd de deur geopend. Er kwam een groot hoofd met een baard alB van een bok te voorschyn, twee dikke wenkbrauwen, kleine, sluwe, gluiperige oogen en eene hooge muts, waaruit aan beide zyden gryze haren, die als kurketrekkers kronkelden, te zien waren; dit alles maakte een onaan- genamen indruk. Wat ie er van üw Edelheids dienst? Luister, Itzek; ik kom je vragen, wat ge verkiest, duizend zlotys, - eene Poolsche munt of een touw, om je op te knoopen? Hoe kan Uw Edelheid zulk eene vraag doen? Met een gegrinnik, dat veel op het blaten eener geit geleek, boog hy zich diep ter neder. Wat moet ik doen, Uwe Excellentie? Neem dit lyk van het paard af, breng het in uw huis, kleed het uit en dan kunt gy de kleederen en het geld houden. Ik geef u ook het paard, met het tuig en de wapenen, behalve nog de duizend zlotys. En wat moet ik verder doen? Als ge het lyk uitgekleed hebt, dan zult ge hem de huid afstroopen; die huid zult ge looien, evenals die van een kalf of een varken. De huid van een varken aan te raken zou reede eene misdaad voor my zyn, doch die van een christen te looien, ie nog veel grooter zonde. Due gy verkiest het koord om den hals? Och, ocb, dan zouden myne twaalf kin deren van hun lieven vader beroofd zyn. Komaan, geen praatjes; haal alles binnen; niemand behoeft er iets van te weten. Zal Messire my het looien afzonderiyk betalen? Het is maar twintig zlotysik over vraag niet. Vlieg op, met je twintig zlotys, maar kom aan, vlug wat! Itzek ging de kleine deur binnen en opende de groote. De woyvode liet zyn paard binnentreden, maakte den doode los en bracht het lyk in de looiery, terwyi de oude jood hem byiichtte. De graaf beval den man het stilzwygen te bewaren en de huid zóó te looien, dat ze eeuwen goed zou blyventoen wierp hy hem eene bears toe, welke de beloofde duizend zlotys bevatte, betaalde hem daarenboven nog twintig voor het looien der huid, zette zich weder in den zadel en reed heen. Twee weken later was graaf Bromslas met zyn leger te Weenen en vyf dagen na zyne aankomst, den 12den September 1683, ver* sloeg Jan Sebiesky het machtige leger van den grootvizier Kara-Mistapha. De scboone Isabella verkeerde intusschen in de grootste onzekerheid omtrent het lot van haren neef. Zy werd bleek en kon doe nachts den slaap niet vatten. De kapelaan van het kasteel kwam haar dikwijls gezelschap houden, doch de beste man was weinig welbespraakt en verveelde haar spoedig. Na zes weken van groote spanning, zag Isabella op een morgen, voo< haar venster zittende, een ruiter de laan oprijd ;n Hy waa geheel met stof bedekt en met kloppend hart wachtte zy hem af. Zy had goed geradenhet was eene mis sive uit bet leger. De woyvode berichtte haar dat de over winning door hem behaald en Weenen ontzet waB, en dat de onnoemiyke schatten, door den grootvizier achtergelaten, in zyn bezit waren. Hy eindigde met de betuiging, dat zyne vrouw hem nooit uit de gedachte was, en dat zy een geschenk, eenig in zyne soort, van hem ontvangen zoude. Hy schreef echter geen woord over Romuald. Wordt vervolgd.) DAGBLAD.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1