N°. 10858
Vrijdag IQ Juli
A°. 1895
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, IS Juli.
Feuilleton.
DE BRUIDSSCHAT.
LEIDSCH
DAG-BLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.06.
PRIJS DER ADVERTENTTËN:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De Victoria regïa in den Leidschen
Acadcmieluin.
Nadat ten vorigen jare de Victoria regia
In den Academietuin alhier, wegens reparatie
der kas, niet kon gekweekt worden; terwijl
hare ontwikkeling in 1893 te wenscben over
liet, vertoont z\j zich thans weder in hare
volle pracht, en levert de bekende kas, met
de vele Bekerplanten en andere merkwaardige
gewassen, een hoogst aantrekkelijk schouw
d op; alleen kan het er by zonnig wéér
op het midden van den dag wat ruim warm
in wezen.
De than* gekweekte Victoria werd in
dit voorjaar als een jonge plant per post
pakket uit den Hortus te Hamburg ontvangen,
wat men haast zou aarzelen te gelooven,
wanneer men thans die kolossale bladeren
van twee Meter middellijn, met sierlijke, boog-
opstaande randen, op het water ziet liggen.
In de vorige week is zy begonnen te bloeien,
en hare bloemen leveren met de vroeger hier
gekweekte een aanzieniyk verschil op.
Deze is dan ook een andere variëteit, die
men als de rood bloeiende onderscheidt, maar
welker bloemen by de andere, die als de type
kan beschouwd worden, in schoonheid ach
terstaat.
De laatst bedoelde toch, die men hier en
elders vroeger had, begon hare bloem te
openen des namiddags tegen vier uren on
geveer. By normaal zomerwcêr ging ze dan
des avonds zoo ver open, dat ze een kolossale
tui ver witte tulp geleek, en in dien toestand
vond men haar don volgenden morgen terug.
Deze prachtige, maagdelyk Witte bloem
leverde, midden tusschen de groote bladeren,
een verrukkelijk gezicht op. Weinige bezoe
kers hadden daar echter genot van, omdat
zy zich reeds tegen negen uren sloot. Ze
bleef dan gesloten tot 's namiddags 3 of 4
ur-n. Dan opende zy zich voor de tweede
maal, maar nu niet als een witte tulp, zooals
ze er uitzag eenige uren geleden, maar als
een prachtige roode ster. In den daarop vol
genden nacht sloot zy zich voorgoed. Voor
die dit wisten en deze bloem den tweeden
dag zagen, 's morgens en tegen den avond,
Was dit een ware verrassing.
Geheel anders gedraagt zich de thans ge
kweekte plant. Ook deze begint zich 's namid
dags langzaam te openen, maar brengt het
dar. toch niet ver; dat opengaan duurt gere
geld den nacht en den volgenden dag door,
tot ze te zes uren 's avonds van den tweeden
dag geheel open is Dan is ze donker-rood,
een harde kleur, vergeleken met hot prachtige
karmynrood der andere.
Is dit zich openen by de eerstbedoelde in twee
stadiën verdeeld, door een volkomen sluiten
afgewisseld, nu gaat alles ineens, zeer lang
zaam door, en die verrassende overgang van
Wit tot rood, by volkomen verandering van
vorm tevens, komt by deze niet voor.
Dit neemt echter niet weg dat ook deze
bloem zeer schoon is en het geheel met de
volkomen ontloken bloem een sierlyk, men
zegt beter een indrukwekkend schouwspel
oplevert.
Wat de bladeren betreft, staat zy in geenen
deele by de andere achter. Hoe groot ze nu
reeds zyn, hebben ze toch blykbaar hun
maximum van grootte nog niet bereikt.
De plant heeft trouwens nog twee volle
maanden vóór zich en zal dus nog gaandeweg
in schoonheid winnen.
Daar de bloem juist op haar schoonst is
's avonds tegen zeven uren, wanneer de Hortus
gesloten wordt, en velen daardoor buiten de
gelegenheid zyn haar te zien, zal van a. s.
Maandag af gedurende de eerstvolgende weken,
de Zondagen uitgezonderd, de Hortus tot
's avonds acht uren uiterste tijd) toegan
kelijk blyven. Echter dan uitsluitend voor het
bezoek der Victoria-kas. W.
By de firma D. Sala en-Zn./op de Breestraat
alhier, is geëxposeerd een schilderij, voor
stellende „het koolrooien op een land", geschil
derd door den heer G. Bos.
Er bestaat gelegenheid tot verzending
der correspondentie naar Nieuw York, door
middel van het stoomschip „Zaandam", van
Amsterdam vertrekkende. Ten postkantore al
hier moeten de brieven, enz. uiterlyk morgen
avond om 10.30 bezorgd zyn.
De wyze van verzending behoort duideiyk
op het adres vermeld te worden.
Op Dinsdag 23 Juli zal een detachement,
sterk 6 officieren, 93 onderofficieren en min
deren en 1 divisie rijdende pontontrein, per
extra trein van 7 u. 52 min. v.m. van Dor
drecht naar Leiden vertrekken. Alhier zullen
zich te 10 uren bevinden de treindetachementen
van het 1ste, 2de en 3de reg. veld artillerie,
sterk 1 officier, 46 man en 78 paardendezen
zullen zich by het detachement voegen, dat
vervolgens naar Sassenbeim marcheert, waar
oen begin met de oefeningen zal worden
gemaakt.
Op Vrydag 23 Augustus zal te Hengeloo,
onder presidium van prof. dr. Suringar uit
Leiden, de jaarvergadering der „Nederlandsche
Botanischo Vereeniging" plaats vinden. By
die gologenheid zal het 50-jarig bestaan der
vereeniging feesteiyk herdacht worden.
Geref. Kerken. Bedankt is voorCubaard,
door den heer H. R. Nieborg, te Reeuwyk
c. a.voor Gouda, door den heer A. H. Gezelle
Meerburg, te Delft.
Volgens het reglement voor het D. A.
Thieme fonds, onder het beheer staande van
de Vereeniging ter bevordering van de belangen
des Boekhandels, wordt uit de rente van ge
noemd Fonds om de vyf jaar oen premie
uitgekeerd voor één of meer werkstukken van
fabrieks-, handwerks of kunstny verheid, inge
zonden op een uitgeschreven prysvraag.
Gevolg gevende aan bovenstaande bepaling,
wenscht het bestuur der genoemde vereeniging
een prysvraag uit te scbryven voor een stuk
gedreven zilverwerk in oud-Nederlandschen
styi. De ingekomen stukken, waarover een
later te benoemen commissie van deskundigen
zal oordeel en, blyven het eigendom van de
inzenders. De uit te koeren premie zal f 20
bedragen.
Inzendingen vóór 15 Juli van het volgend jaar.
Dezer dagen had de jaarvergadering plaats
van het „Nederl. Zendeling-genootschap" te
Rotterdam.
Uit 't verslag van den penningmeester bleek,
dat de uitgaven voor het binnenland 25,373.25
hadden bedragen en die voor het buitenland
f 54,400.09s.
Het orgaan der vereeniging had een batig
slot opgeleverd van f 308.87.
Een voorstel werd aangenomen, om in 1897
het eeuwfeest der vereeniging feestelijk te
herdenken.
Door ds. L. C. Schuller tot Peursum werd
het leven en werken geschetst van wijlen den
heer J. C. Ncurdenburg, die jaren lang de
ziel van 't genootschap was geweest.
's Avonds had eene openbare vergadering
plaats, die geleid werd door dr. De Visser, van
Amsterdam, en waarin de zendeling Letteboer
naar Savoe werd afgevaardigd.
Wy ontvingen het eerste nummer van
een nieuw maandblad, „De Plattelandspost"
genaamd. Het is gewijd aan de belangen der
brievengaarders en andore lagere ambtenaren
by de posterijen in Nederland, en zal het
orgaan zyn van den „Bond van brievengaar
ders in Nederland."
Uitgever van het blad is de heer O. Rommers,
te Leeuwarden.
Onder de „Varia" in het eerste nommer van
„De Plattelandspost" leest men:
Juist had ik tot oefening de „Instructie" ter
hand genomen en lag 6 boven, toen 'n paar
stevige tikken aan het loket van rnyn kantoor
my waarschuwden te openen en te zien wat
verlangd werd. Ik stond nu „vlak" tegenover
een bruin gelaat van een lid van het publiek,
terwijl my „'n briefkaart" gecommandeerd
werd. Asjeblieft 1 Maar daarmee is onze vriend
nog niet klaar, want: „geeme nou jouw potlood
een6 of 'n pen!" i3 zooveel als: ik wenschto
die hier wel te schrijven. Aan een potlood
weldra geholpen, een paar keer aan het puntje
gelikt, en jawel... geduld s. v. p.I Eindelijk
all right 1 „Wat kost dat ding?" „Drie
cent", was myn antwoord. En nu de hand in
den zak, mis; in den anderen zak, mis;
vestzakje om en om, mis! „Wel weerga's!
me'n buultje leggen laten; nou, je komt wel
ders an hoor en dan vraag je maar gerust
om die cente" en flap, dicht de deur. Daar
zat ik nog steeds op die vette paragraaf te
turen.
„Het publiek worde beleefd behandeld. Men
moet het alle mogelyke hulp en inlichting
verstrekken."
Uit zeer goede bron verneemt „De Post,"
dat de regeering besloten heeft eene Staats
commissie te benoemen, ten einde het pen-
sioenvraagstuk voor oude werklieden te
onderzoeken, dus uitvoering te geven aan de
onlangs door de Tweede Kamer aangenomen
motie-Heldt. Uitgenoodigd om van die com
missie deel uit te maken zyn o. a. de
Kamerloden De Beaufort (Amsterdam), Hint
zen, Heldt, Veegens, Schaepman, Harte, Van
Alphen, De Savornin Lohman, en voorts
prof. d'Aulnis, prof. Van Pesch en de heeren
Stork en Pollet (Tilburg).
De heer M. Dirkzwager Gzn., te Maassluis,
heeft wegens ongesteldheid ontslag genomen
als wethouder.
De burgemeester der gemeente De Wyk
heeft den Raad medegedeeld, dat hy zyn
ontslag zal vragen.
Tot de gedelegeerden op het internationaal
spoorwegcongres te Londen, die de eer genoten
aan H. M. de koningin van Engeland op eene
byzondere audiëntie te worden voorgesteld,
behoorde voor Nederland de heer J. J. Van
Kerkwyk, een der afgevaardigden van de
Nederlandsche Regoering.
De leening, opengesteld by de Maat
schappij voor Geldbelegging te 's-Gravenhage
en by de firma Labouchore, Oyens en Cie. te
Amsterdam, voor de Spiegel en Lystenfabnek
„de Atlas" te Amsterdam, ten bedrage van
f 525,000, is geheel volteekend.
Aan de Kamers van Koophandel en
Fabrieken te Amsterdam, Rotterdam, 's-Gra
venhage, Dordrecht, Schiedam, Leiden, Middel
burg, Vlissingen, Zaandam, Harlingen en
Groningen en aan de Twentsche Vereeniging
ter bevordering van nyverheid en handel is
door den minister van w., h. en n. een
exemplaar toegezonden van de „Accounts
relating to trade and navigation of the United
Kingdom", nopens de maand Juni 11. (Sts Ct.)
De heer S. L. M. Popta, controleur by
den waarborg en de belasting der gouden en
zilveren werken te 's Hertogenbosch, heeft na
43 jarigen cienst pensioen aangevraagd.
De minister van marino heeft den luit.
ter zee 2de kl. C. D. De Haes en den officier
van gez. 1ste kl. J. Byl, uit Oost-Indië in
Nederland teruggekeord, op non-activiteit
gesteld.
De minister van marine brengt ter alge-
meene kennis, dat, blijkens ontvangen bericht
van den commandant van Hr. Ms. torpedoboot
„Nobo," op 15 dezer, by het stoomen in de
Zuiderzee benoorden Enkhuizen, eene red
dingboei van dat vaartuig is overboord geraakt.
Het vinden van dit voorwerp behoeft derhalve
geene aanleiding tot ongerustheid te geven.
CSts.-Ct
Aan het Staats-examen tot toelating
aan de Universiteit namen gisteren deel 9
candidaten voor de faculteiten der rechtsge
leerdheid, godgeleerdheid en letteren. Toe
gelaten zyn 7 candidaten: de heeren A. J.
Barnouw, H. F. Boot, B. J. Esser, F. W.
Fischer, J. Van Kan, H. Op de Laack, F.
Thyssen. Afgewezen werd één candidaat,
terwyl met één candidaat het examen zal
worden voortgezet.
Voor do faculteiten der geneeskunde of der
wis- en natuurkunde werden twee candidaten
geëxamineerd. Toegelaten is éón candidaat:
de heer J. G. Walaardt Sacró.
Voor beide diplomata werden twee candi
daten geëxamineerd, toegelaten de heer V. H.
Rutgers, en voor A alleen de heer P. Roos.
Het „N. v. d. D." ontving een telegram
uit Batavia, meldende dat de heer E A.
Rovers, de vroegere directeur van financiën,
en sedert 23 Oct. 1893 lid van den Raad
van Indië, wegens ziekte in September naar
Europa zal gaan.
Van regeeringswege, dus wordt aan het
„Hbl." uit Batavia geseind, is medegedeeld
dat een bende van dertig Atjehers de Chi-
neesche wyk van Telok Semaweh overviel
en alle huizen verbrandde. De vyand werd
door een hevig vuur onzerzyjs verdreven.
De Chineezen hebben de wyk genomen naar
Penang.
Uit Bern wordt gemold dat de byeen-
komst van het internationale vrede-congres
in dit jaar niet zal doorgaan. Het congres
zou óf te 's Gravenhage óf te Luxemburg
worden gehouden.
Het stoomschip „Amsterdam", van
Nieuw-York naar Rotterdam, passeerde 17
Juli Bevezier; do „Java", van Batavia naar
Amsterdam, passeerde 17 Juli Ouessant; de
„Prinses Amalia" arriveerde 17 Juli van
Batavia te IJmuiden; de „Prinses Sopbie",
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 17 Juli
van Port-Said.
By koninkiyk besluit is met ingang van
16 dezer benoemd F. R. Corten, te Meersen,
tot Rykslandbouwleeraar.
Benoemd H. J. Tiemens, tot burgemeester
van Angerloo.
By het personeel van den geneesk. dienst
der landmacht benoemd tot officier van gez.
lste kl., de off. van gez. 2de kl. dr. A. C.
M. Van Moorsel, van dat personeel.
Onder-luitenants in Indië.
Ter nadere regeling van de positie van
onder-luitenant by het wapen der infanterio
van het leger in Nederl.-Indië is het volgende
bepaald
De onder-luitenants hebben den graad van
onder officier, doch 6taan als zoodanig boven
allo adjudant-onderofficieren en de met dezen
geassimileerde militairen.
Zy verrichten, voor zooveel hun corps
commandant hen daarvan niet vrystelt, alle
diensten, die van luitenants kunnen worden
gevorderd, doch nemen geen zitting in krygs-
raden.
Zy leggen den eed af, zooals die voor offi
cieren is voorgeschreven.
Zy zyn gekleed en gewapend als de tweede
luitenants van hun wapens, zonder rangs
distinctieven, en met dit verschil, dat zy geen
sjerp dragen en in groote tenue de schouder-
snoeren en kwasten dragen, zooals die voor
adjudant-officieren zyn voorgeschreven.
Zy ontvangen eene gratificatie voor eerste
uitrusting ten bedrage van f 200 of van f 500
naar gelang zy benoemd worden uit den
graad van adjudant-onderofficier of uit een
lageren graad.
Zy zyn, wat hunne pensioensvooruitzichten
betreft; geheel gelykgesteld met tweedo
luitenants, doch alleen voor zooveel zy óf
minstens 6 effectieve jaren in den graad van
onder-luitenant hebben gediend, óf wei den
dienst moeten verlaten wegens voortdurende
ongeschiktheid voor den dienst, zoowel in als
buiten Europa, niet het gevolg van eigen
moedwillige handelingen of van ongeregeld
gedrag.
Overigens hebben zy slechts aanspraak op
gagement, zooals dit aan adjudant onder
officieren toekomt.
8)
Devallet vond het goed en den anderen
middag luidde Philippe weder aan de klok
van het Kasteel, thans veel vrouweiyker ge
kleed dan den vorigen avond. Nu werd onmid
dellijk de deur geopend en toen zy de sjaal
wilde overgeven, zeide het dienstmeisje, dat
Ey maar dadelijk binnen zou gaande juffrouw
had al zoo lang op haar gewacht. Philippe
begreep er niets van: hoe kon men op haar
wachten, terwyl men niet eens wiet, dat zy
komen zou? Maar de meid liet haar niet reel
Hjd tot nadenken; zy stond in de kamer vóór
ly het wist, tegenover mevrouw Sluitering
en eeae jongedame in baltoilet.
Het wae juffrouw Margeriet Sluitering, die
voor het bal van dien avond haar toilet paste,
omdat er verscheidene dingen aan moesten
veranderd worden, waarvoor de modiste beloofd
had te twaalf uren by haar te komen. En nu
iras het byna ééu uuri
Margeriet maakte eene beweging of zy tHings
de kamer wilde uitloopen. Het was of zy zich
schaamde dat zy zóó gezien werd, maar vergat
dat dien avond iedereen haar zóó zien zou.
Mevrouw zag de indringster met een onvrien-
delyken blik aan, maar Philippe voorkwam
de opmerking, die ze op de lippen had.
Neem me niet kwalyk, mevrouw, zeide
ze, de meid dwong me om naar binnen te
gaan. Ik wilde haar de sjaal geven, die ik
gisteravond zoo dom was by my te houden,
in plaats van ze by den stalhouder te laten.
Hier is de sjaalik zal maken dat ik dadelyk
wegkom, voegde ze er glimlachend by, met
een blik op Margeriet.
O, juffrouw, 't is uwe schuld volstrekt
niet, 't is die domme meid 1 De modiete zou
komen en zeker dacht ze, dat u het was.
't Is heel beleefd, dat uzelve met dat
sjaaltje komt, sprak mevrouw nu ook wel
willender. Wy hadden er niet eens aan gedacht
by dien schrik van gisteravond.
Nu viel het gesprek op het gebeurde en
mevrouw Sluitering en hare dochter hadden
daar nog heelwat over te vertellen. Het ge
sprek werd staande gevoerd, want Philippe
zeide dat zy geen tyd had en dadelyk weer
terug moest, maar juist zulke gesprekken,
waarby men niet zitten gaat, zyn gewooniyk
het levendigst. Onder het besef, dat men geen
tyd heelt, haast ieder zich te zeggen, wat hy
meent, dat hy zeggen moet, en dit juist geeft
er iets onderhoudends aan.
Neen, wezeniyk, nu moet ik weg, zeide
Philippe; 't is byna halftwee.
Halftwee I En de modemaakster is er
nog niet, riep Margeriet. Lieve Hemel, wat
moet ik beginnen I Zeg zelve eens of ik met
deze japon naar een bal kan gaan? Ze zit
afschuwelyk.
Er mankeert wel wat aan, maar zoo heel
erg ie het toch niet. Geef my maar eens even
eene schaar en een paar Bpelden.
Mevrouw ging naar haar werktafeltje en
reikte haar het verlangde.
Philippe tornde nu de zynaden los, nam ze
in, spelde hier een plooitje en daar een plooitje
weg en ging zóó handig te werk, dat het
lyfje weldra als geschilderd zat.
Ziezoo, als u nu eens in den spiegel wilt
kyken of het nu beter naar uw zin is, dan
moet u het maar uittrekken, dan zal ik het
gauw in elkander naaien.
Margeriet haalde een voetenbankje en ging
daarop staan, om over de pendule heen in den
spiegel te kunnen kyken.
Keurig I riep ze uitwat zegt u, mama
Ik moet zeggen, de juffrouw heeft er
eer van.
Als u het nu even wilt uittrekken, zal
ik het vernaaien, herbaalde Philippe.
Margeriet deed het lyfje uit en bracht
een naald en draad. Philippe nam een stoel
en toog onverwyid aan het werk. Juffrouw
Sluitering zette zich tegenover haar in een
fauteuil, kruiste de bloote armen over elkander
en sloeg de handige naaister aandachtig gade,
terwyl mevrouw de kamer uitging om haren
man te vragen, wat zy aan dat meisje doen zou.
Het japonnen-maken schynt my toch wel
een prettig werkje toe, zeide Margariet na
eenige oogenblik ken. Is het heel moeiiyk?
Welneen, als je 't maar kent.
Juist, maar om het te kennen, meet
men het leeren Zou u 't my willen leeren
Waarom niet? Heel graag zelfs.
't Is wezeniyk al te lief van u.
Och neeD, elke extra-inkomst Is my wel
kom, zeide Philippe, steedB yverig voort-
arbeidende.
O, zeide Margeriet, geheel onwillekeurig
de gewaarwording uitende, die deze woorden
by haar opwektenzy had er geen oogenblik
aan gedacht, dat het geld zou kosten.
Philippe begreep terstond de beteekenis van
dat ,o!" en heel eenvoudig liet zy volgen:
Ja, juffrouw, voor niemendal kan ik het
niet doen. Daarvoor ben ik niet ryk genoeg;
myn vader zegt altyd dat wat ik ken en
weet myn bruidsschat is. Ik zou het u wel
voor niets kunnen leeren en dan zoudt u
my een presentje geven, maar 't is veel beter,
dat wy vooruit weten, waarvoor wy van
elkander af zyn. Duur ben ik nietwat zoudt
u denken van dertig gulden?
Wat my betreftbegon Margeriet.
Voor dertig gulden leer ik het u, en dat
is beter dan dat wy met lessen rekenen. En
't is niet duur: voor die som kunt u in het
vervolg al uwe japonnen zelve maken. Dat
spaart heelwat aan do modemaaksters uit
en vooral aan verschotten, want daarsnyden
de modistes de dames altyd geweldig op. In
drie japonnen hebt u het er al uitgehaald.
En 't ls zoo gemakkeiyk, als men zichzelve
helpen kan.
Ik heb er wel zin in, maar
Wezeniyk, 't is niet te veel, want ik
moet er ander werk voor verzuimen.
Neen, duur is het niet, 't is alleen maar,
ik weet niet of mama het goedvindt.
Eene eenige dochter van ryke ouders 1
Die behoeft maar te zeggen wat zy wil en
't gebeurt. Het moet wel gemakkeiyk wezen,
zoo ryk te zyn en altyd zoo'd beursje te
hebben, dat zegt: wat verlangt de juffrouw?
wat zal de juffrouw gebruiken? waar wil de
juffrouw van avond heen? Het eenige, wat
zoo'n beursje niet geven kan, is de man, dien
de juffrouw verlangt. Mannen genoeg zyn er
met zoo'n beursje te krygen, maar niet altyd
hy, dien men wenechen zou.
Philippe praatte voort, zonder oen oogenblik
met werken op te houdenzooals een schilder,
die voor zyn ezel staat en wiens werk vlot.
Door het voorovorzitten en de jacht, die zy
by haar werk maakte, had haar gelaat oen
hooger blos gekregen; hare mooie blauwe
oogen hadden nog levendiger uitdrukking dan
gewooniyk en getuigden van hare inspanning,
en toen zy eene vragende uitdrukking op
Margeriet richtte, om te zien welken Indruk
deze toespeling maakte op hetgeen, waaraan,
volgens de Franschen, elke vrouw denkt, en
waarover de minder beschaafden altyd praten,
kon juffrouw Sluitering niet nalaten te zeggen:
Zeker hebt uzelve er een op het oog.
Ik? o lieve Hemel, aeenl Voor myzelve
denk ik Diet aan trouwen. Bovendien, papa
kan my niet missen.
En uw bruidsschat dan?
Die bruidsschat is eigenlyk de vaderlyke
nalatenschap, ziet u, maar omdat ik veel van
myn vader houd en hy van my, noemen w(j
het altyd maar den bruidsschat. Dat fleurt
deu ouden man nog wat op en myenfin,
men kan nooit weten wat er gebeurt: al
denk ik er niet aan, onmogeiyk ls het toch
niet. Maar uwe kansen zyn beter.
Wordt verwit d.)