Dinsdag 0 Juli. A®. 1395. feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. EENE EERESCHULD. N°. 10349. LEIDSCH DAGBLAD. FBUS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden. Franco per poste Afzonderlijke Nommers1 f 1.10. l.to. 0.05. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Offieiöole Kenniigeringen. Inrichtingen, die gevaar, schade of hinder veroorzaken. B. en Wï. Tan Wonbrugge maken bekend dat ia ingekomen eon vorzoek van J. Boot, tot het op Ciobten van een echeepetimmorwerf en ■mederij, welk verzoek met bijlagen ter eecretarie ter leziog la nedergelegd, en dat bezwaren kunnen worden Ingediend, die op Vrydag 19 Juli v. m. elf uren mondeling of schriftelijk kunnen worden toegelicht. Leiden, 8 Juli. Do Verordening op het bouwen en sloopen, vastgesteld bij 's Raads besluit van den lOden Juni 1895, heeft aan Gedeputeerde Staten aan leiding gegeven tot de volgende opmerkingen: „Ait. 7, al. 5 en 6. „Ter voorkoming, dat B. en Ws. het bouwen te lang zouden kunnen ophouden, schynt het ons gewenscht een alinea toe "te voegen, be palende, dat als B. en^-^Ws. niet binnen 8 dagen na do tweede verdaging een besluit nemen, met bouwen volgens de ingezonden teekeningen mag worden aangevangen. „Art. 23. Nadere omschrijving wat met het woord „werk" wordt bedoeld, werkplaats in het algemeen dan wel bouwwerk is gewenscht, terwijl drinkbaar water ons beter toeschijnt dan goed drinkwater. Intusschen komt het ons voor, dat het geven van het voorschrift van art. 23, in welks onderwerp wordt voor zien door bet aireede in de Tweede Kamer aangenomen ontwerp eenor „veiligheidswet" beter niet in deze verordening wordt opge nomen, vermits in art. 28 van dat ontwerp omtrent bepalingen van den gemeentoraad bepaalde voorschriften worden gegeven. „Art. 31. Vermits dit artikel niet kan worden toegepast ingeval het een gebouw geldt, in hetwelk eene inrichting is, vallende onder de wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95), achten wij de bijvoeging: uit eenig gebouw, niet vallende onder de wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 95) noodzakelijk." In overleg met de Commissie tot het ont werpen en herzien der Plaatselijke Strafver ordeningen berichten B. en Ws. dat z(J zich kunnen vereenigen met de opmerking van Gedeputeerde Staten op art. 7 en alzoo in overweging geven aan dat artikel toe te voegen eene alinea van den volgenden inhoud: „Wanneer B. en Ws. niet binnen 8 dagen na de tweede verdaging een besluit hebben genomen, mag met het bouwen volgens de ingezonden teekeningen worden aangevangen." In art. 23. In plaats van het woord „werk" te lezen „bouwwerk". In art. 31 tusschen de woorden „gebouw" en „verwijderende" in te voegen do woorden: „niet vallende onder de wet van 2 Juni 1875 (Stsbl. No. 95). - Na een ingesteld onderzoek is het B. en Ws. gebleken dat er geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van het verzoek van den heer H. A. J. Krüger, om vergunning tot het doen leggen van een hardsteenen trede, lang 2.80 meter, breed 25 centimeter en hoog 18 centimeter, en verder de breedte in de rooilijn aan te vullen met een stoep- zerk van gelyke lengte als die der trede, voor den ingang van de keuken en boven woning en langs den zijgevel van het nieuw- gjbouwde perceel aan de Mare, hoek Klare- steeg, No. 50, weshalve B. en Ws. in over weging geven de gevraagde vergunning te verleenen onder voorwaarde, dat de zerk niet meer dan 0.03 meter boven de straat uitkomt. Naar aanleiding van het verzoek van de directie der broodfabriek „Ceres" om een houten loodsje te mogen plaatsen aan de achterzijde dier fabriek, waarvoor ontheffing noodig is van de bepaling van art. 221 der Algoraeeno Politieverordening, krachtens welke gebouwen niet mogen worden opgericht dan met steenen gevel en steenen zijwanden, deelen B. en Ws. den gemeenteraad mede dat is gebleken dat het houten gebouwtje reeds is geplaatst. Op dien grond is wegens overtreding van het aangehaald artikel der Algemeene Politie verordening proces-verbaal opgemaakt, en is de directie der fabriek door B. en Ws. uitge noodigd binnen 8 dagen tot de opruiming van het gebouwtje over te gaan. Zy geven tevens in overweging alsnu afwy- zend op het verzoek te beschikken. In de voormiddag-godsdienstoefening in de Pieterskerk had gistermorgen de bevesti ging plaats van den nieuwen leeraar by de Ned. Horv. gemeente, ds. G. Van Herwaarden. By deze plechtige gelegenheid trad, op verzoek, als spreker op onze geachte stadgenoot prof. dr. J. H. Gunning. Onder het zingen van het 3de vers van Gezang 2 kwamen de leeraren, gevolgd door heeren diakenen en ouderlingen, het kerkge bouw binnen en betrad prof. Gunning het spreekgestoelte. De redenaar had tot tekst gekozen uit den Algemeenen Zendbrief van Johannes het vierde hoofdstuk en daarvan het 18de vers, de volgende woorden: „de vol maakte liofde". Na de predikatie en het zingen van Psalm en Gezang-verzen, werd overgegaan tot de voorlezing van het formulier, dienende voor de bevestiging van predikanten, waarna de vragen, die den nieuwen leeraar werden ge daan, plechtig en met luide stem door hem werden beantwoord. Des avonds te zes uren deed ds. Van Her waarden in hetzelfde kerkgebouw zjjne intrede, en hield eene rede naar aanleiding van 1 Timotheus 6 vers 12, 1ste gedeelte. Was de opkomst van belangstellenden des morgens niet byzonder groot, des avonds was het kerkgehouw geheel gevuld. De nieuwe herder en leeraar vervult de plaats van dr. J. H. Gunning J. Hz., thans te Utrecht. De overgangsexamens van de leerlingen der Hoogtre Burgerschool voor Jongens zullen in het gebouw op de Pieterskerkgracht plaats hebben op Woensdag 10 Juli a. s. lste Klasse A. 10 10*/4. Cyfer- en Stel kunde (v.W.). 10'/4 11 y2. Fransch. II1/, 12 Aardrijkskunde. lste KI. B. 10 10y,. Geschiedenis. 10*/4 ll1/,. Hoogduitsch (B). liy2 12 Meetkunde. 2de Klasse A. 1010J/4. Engelsch. 10'/4 ll1/,. Hoogduitsch. II1/, 12. Nederlandsch. 2de Klasse B. 10 103/4. Fransch. 10'/4 ll1/,. Aardrykskunde. 11'/, 12. Geschiedenis. 3de Klasse A. 10 10*/4. Cyfer- en Stel kunde (L.). 10y4-liyt. Nederlandsch. 1 lf/a 12. Nat. historie. 3de Klasse B. 10 - 10*/4. Meetkunde. 10*/4 ll1/,. Engelsch. ll1/, 12. Natuurkunde. 4de KI. 10 101/,. Scheikunde. 101/, 11. Staatswetenschappen. 11 ll1/, Natuurkunde. 11'/, 12. Kosmographie. De tentoonstelling van teekeningen zal gehouden worden op Donderdag, Vrydag en Zaterdag, 11, 12 en 13 Juli, van 9 tot 12 en van 2 tot 4 uren, in de kleine Concertzaal der Gehoorzaal (ingang Aalmarkt). Heden is alhier openbare afkondiging geschied van de Verordening van den 9den Mei 1895, houdende aanwyzing van do plaatsen, dagen en uren voor de verschillende markten binnen de gemeente Leiden. Door de afdeeling „Leiden" van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers is, onder berinnering dat o. a. te Amsterdam, Arnhem, Middelburg, Nijmegen en Goes een pensioen fonds voor weduwen en weezen van gemeente ambtenaren bestaat, aan alle candidaten voor de a. b. gemeenteraadsverkiezing de vraag ge steld, of zy by eventueele verkiezing tot lid van den gemeenteraad bereid zouden zyn mede te werken tot do oprichting van een dergelyk gemeenteiyk fonds te dezer stede. Indertijd werd medegedeeld dat zich een hoofdcomitó met subcomités in verschillende plaatsen des lands heeft gevormd Toor de oprichting van een monument voor den be- roemaen schilder Frans Hals. Dit hoofdcomité bestaat uit de volgende heeren Jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hoge- landen, burgemeester van Haarlem, eere-voor- zitter; J. Krol Kzn., voorzitter; H. W. Mesdag, Jozef Israels, prof. C. L. Dake, Gerard Muller, mr. A. Enschedé, H. J. Scholten, S. J. Graaf van Limburg Stirum, mr. A. W. Thöne, jhr. F. Teding van Berkhout, penningmeester, mr. Z. W. Straatman, secretaris. In eene ons door genoemd hoofdcomitó toe gezonden circulaire lezen wy o. m. Frans Hals stierf op twee en-tachtigjarigen leeftyd in kommervolle omstandigheden. Hy werd begraven in de groote St.-Bavokerk te Haarlem, zooals blijkt uit de documenten, waar staat, dat den lsten Sept. 1666 de opening van een graf werd gevraagd „voor Meester Frans Hals in de kerk van St.-Bavo in het koor N°. 56 fl. Zal die nuchtere aanteekening in een register het laatste woord blyven? Zullen wy ons te vreden stellen met de wetenschap, dat aan den grooten Meester een graf werd ingeruimd, waarvan de plaats ternauwernood is terug te vinden? Frans Hals heeft zich door zyne werken een onvergankeiyk gedenkteeken gesticht. Volkomen waar maar het nageslacht dient getuigenis af te leggen van de bewon dering en den eerbied, die het gevoelt voor het genie van een man, die een zoo groot aandeel heeft in den roem van het verleden. Het aantal monumenten ter eere onzer groote mannen is gering. Men is ten onzent nimmer kwistig geweest in het stichten van gedenkteekenen als dankbare hulde voor den roem, dien onze natie door hare grootscbe figuren op verschillend getied heeft verworven. Het denkbeeld, om voor onzen Frans Hi li een monument te doen verryzen, heeft by velen reeds groote sympathie gevonden. Vermelden wy in de eerste plaats, dat het H. M. der Koningin Weduwe Regentes heeft behaagd, Hoogstderzelver ingenomenheid met dat voornemen te betuigen en Haren hoog- gewaardeerden steun toe te zeggen. Wy wenden ons thans tot allen, die met ons van oordeel zyn, dat eene waardige hulde aan Haarlems grooten Meester alleszins gepast mag worden geacht. Steunt daarom ons pogen l Een volk, dat zyn groote mannen eert, sticht zichzelf eene eerezuil. Het sub-comité te Leiden, dat zich bereid heeft verklaard gelden in ontvangst te nemen, bestaat uit de heeren mr. C. M. Dozy, archi varis; L. Driessen; dr. W. Pleyto, directeur van het Oudhei ikundig Museum; G. J. Bos, kunstschilder; prof. dr. A. G. v. d. Sande Bakhuizen; Floris Verster, kunstschilder; prof. mr. H L. Drucker en dr. W. N. Du Rieu, directeur der Academische Bibliotheek, secr. Zaterdagmorgen te 9.43 vertrokken HH. MM. de Koninginnen met gevolg per extra trein van Het Loo naar 's Gravenhage. Uit de gemeente Apeldoorn namen als ge noodigden in den koninklijken trein plaats de heeren J. A Van Stcyn, intendant van het palois en domein Het Loo, jhr. mr. J. H. Van Haersma de Witt, jagtrmeester der Koningin voor Gelderland, en dr. J. Vlaanderen, hof-arts. De luit. generaal jhr. G. M. Verspeyk, den vorigen dag op het paleis Het Loo gearriveerd, maakte de reis oveneens mede. Dd Koninginnen werden te 's-Hage ont vangen door baron Bentinck, eersten stal meester. Dadeiyk na aankomst begaven Hare Majes teiten zich door het Koninklyk wachtsalon naar de gala-rytuigen, die gereed stonden om Haar naar het paleis te brengen. De vestibule van het salon was met planten versierd en van het stationsgebouw wapperde de driekleur. In de omgeving van het station en verder langs den weg naar het paleis wachtte een talryke menigte, die de Koning innen toejuichte. Koningin Wilhelmina maakte, na de plech tigheid van Zaterdag en vóór haar terugkeer naar het Loo, nog een rijtoer in de residentie. By het voorbygaan van den hofstoet naar de Maliebaan werd door een man met een fluitje gefloten. Het volk werd hierover ver toornd en wilde den kerel te lyf. De politie moest hem tegen de volkswoede beschermen en bracht hem naar het bureau aan de Nieuwe Haven. Het bleek een bekende socialist te zyn. HH. MM. de Koninginnon zyn Zaterdag middag 6 u. 40 min. per Staatsspoor naar het Loo teruggekeerd, vergezeld van de dames en heeren van haar gevolg. Aan het Staatsspoor-station was baron Ben tinck, eerste stalmeester, weer aanwezig, om den Vorstinnen uitgeleide te doen. Langs den weg en op het stationsplein was eene geestdriftvolle menigte en luide hoezees weerklonken. De koninkiyke trein stond onder gelei e van de heeren Engering, chef van dienst; Silvergieter Hoogstad, inspecteur; en Achen- bach, ingenieur der Staatsspoorwegen. Op het achter balkon van den vorstelyken waggon onderhielden HH. MM. zich met baron Bentinck, tot de trein vertrok. H. M. de Koningin-Regentes heeft in buitengewone audiöntie ontvangen den gezant van het Duitsche kekerrijk, graaf Von Rantzau, ter aanbieding zyner terugroepingsbrieven, als gezant by het Nederlandsche Hof. De Fransche gezant, de heer Bihourd, is door H. M. de Koningin Regentes ontvangen tot overhandiging zyner geloofsbrieven. Met het gebruikelyke ceremoniöel werd de diplo matieke vertegenwoordiger der Fransche Repu bliek van het gebouw der legatie naar het Paleis geleid en naar het gezantschapshotel teruggebracht. Onze gezant te Ivonatantinopel, jhr. mr. O. D. Van der Staal van Piershil, vertoeft met zyne echtgenoote in de residentie. Volgens het „Haagsche Dagbl." zyn door de Regeering met de Staatsspoorweg Maat schappij onderhandelingen aangeknoopt om trent de overneming van een gedeelte der spoorbanen van de voormalige Nederlandsche Rynspoorweg Maatschappy van Utrecht tot Woerden, ten Westen van het Merwedekanaal; de over te nemen lijnen zullen moeten dienen tot het houden van oefeningen van het corps genietroepen in het leggen en opbreken van spoorwegbanen. Gistermorgen had in de kapel van het koninklyk paleis Het Loo een godsdienst oefening plaats in tegenwoordigheid van H.H. M.M. de Koninginnen met gevolg en eenige genoojigden. De voorganger, dr. J. H. Gunning, pred. te Utrecht, had tot tekst: Genesis 13 vers 7-18. De straatbelasting, door B. en Ws. van Middelburg voorgesteld, heeft by vele ingo- zetenen dier gomeente ontevredenheid verwekt. Hedenavond zal nu een vergadering worden gehouden van eigenaars van hulzen, om tegen deze belasting te protesteeren, en tevens ge legenheid worden gegeven tot onderteeke- ning van een aan den gemeenteraad in te dienen adres om dit voorstel niet aan te nemen. Reeds is gemeld dat de heer J. H. Snydera zyn benoeming tot lid van Gedeputeerde Staten heeft aangenomen, doch waarschyniyk geen zitting kon nemen wegens bloedver wantschap met den beer P. J. Siegers, in dezelfde zitting tot lid van Gedeputeerde Staten benoemd. Nu meent de heer Snyders dat hy, als oudste in jaren en omdat de benoeming in dezelfde zitting geschiedde, zit ting kon nemen. De Commissaris der Koningin en jhr. mr. J. J. Pompe van Meerder- voort echter waren van oordeel, dat de heer Siegers wel degelyk zitting kon nemen op grond dat, vóórdat de heer Snyders b e- noemd werd, de heer Siegers zyne be noeming reeds had aangenomen. Of 12) Ja, ja, ik ken je te goed, je bent een braaf meieje. Neem me met kwalyk. Zie je, in zaken wordt men wel eene wantrouwend. Uaar ala je me zegt, dat ge op eerlijke wijze aan die zevenhonderd gulden gekomen zlJt, twijfel ik er Diet meer aan. En die wou je dus, dat ik aan je vader leende, alsof ze van mij kwamen? Papa zou ze van m|j misschien niet aannemen en me allerlei vragen doen, die ik liever niet beantwoord. Precies, precies, ik kan dat begrijpen en mijnheer Trommelman is zoo nieuwsgierig niet. Nu eigenlijk gaf ik ze liever wezeniyk uit mijn eigen zak, maar dat ie me nu on mogelijk. Voor den schijn zal ik hem vier percent rekenen; dat is geen woekerwinst, dunkt me, voegde de notatie met z(Jn ge- moedelyksten glimlach er bi). Ik kan het renteloos geven. Dat zou hij niet vertrouwen. Dat is geen gewoonte in zaken. Neen, wi) zullen vier per cent rekenen en ik zal ze eerlijk voor je be waren. Laten we eens kijken, hoe je papiertjes er uitzien 1 Emilie reikte hem het couvert met de bankbiljetten over en Trommelman telde ze nauwkeurig na, alsof er nog een zweem van waarschijnlijkheid bestond, dat de Bom er niet zon wezen. Akkoord, sprak h(j, dan zullen we de quitantie maar eens in orde breDgen, en bi) zette zich aan zijn lessenaar en schreef, zoo langzaam als een financier betaamt, in den behoorlijken vorm eene quitantie, die b|] baar overhandigde. Als je die nu maar teekenen wilt, juffertje 1 Emilie verkeerde nog zoozeer onder den indruk van haar onderhoud met De Bellan- court, die haar eveneens eene quitantie had willen doen teekenen, dat zü reeds haren naam gezet had, toen het opeens baar inviel, dat niet zij, maar de notaris het papiertje moest onderteekenen. Och, je hebt gelijk, je hebt gelykl riep hy lachend uit. Hoe kan ik zoo dom zyn; ik dacht, dat ik al met je ouden heer bezig was. Wy zullen een ander makenmaar was het oigeniyk niet beter, dat ik je de geteekende quitantie van je papa gaf, zoodra ik die van hem in myn bezit heb? Dat is veel aardiger; als hy dan betalen wil, geef je hem het papiertje en de heele zaak is uit. Emilie vond dat ook veel aardiger. Morgen zou Trommelman aan haren vader schryven, dat het geld tot zyne beschikking lag, en als hy het had gebaald, zou Emilie des avonds de schuldbekentenis in ontvangst kunnen nemen. De notaris had er erg veel pleizier in, dat zy te zamen den ritmeester zoo zouden beet nemen en Emilie lachte ook harteiyk mede. Zy nam met een verlicht hart afscheid en verliet het kantoor. Juist toen zy de deur uitging, werd de huisdeur door het knechtje in livrei geopend en trad de heer Meeg binnen. De heer Meeg was even onhandig als altyd en toen hy in de gang, die nochtans zoo smal niet was, Emilie voorbyging en haar groeten wilde, stootte hy eerst met den hoed tegen den muur, zoodat die op den grond rolde, en toen by hem wilde oprapen, ontviel hem het pak papieren, dat hy onder den arm droeg. Emilie, die op de hoogte was van de plan nen, die de familie Trommelman ten opzichte van Meeg koesterde, lachte ondeugend en vroeg: Hebt u de papieren al meegebracht, mynheer Meeg? O, neen, juffrouw Verset, het zyn maar effecten, antwoordde hy, met een diepen blos. De notaris zeide niets, maar als Emilie hem in het gelaat had kunnen zien, zou zy opge merkt hebben, dat by er volstrekt zoo goedig en vriendeiyk niet uitzag, als toen hy zooeven met baar „zaken deed." Het was nu byna tien uren, toen zy thuis kwam. De ritmeester was reeds naar de kazerne, en hare moeder vond het zeer onge past, dat zy zoo lang uitbleef, terwyl er zoo veel in het huishouden te doen viel. De storm bedaarde, toen Emilie zeide: Knor nu maar niet, moedertje; ik kan niet alles vertellen, maar u zult spoedig my nog bedanken voor myn wandeling. Wat heb je dan gedaan, meisje? Vraag nu maar niets; heb maar een heel klein poosje geduld, dau zal u er alles van weten en ik hen zeker, dat u niet minder in uw schik zal zyn dan ik. IV. Den volgenden morgen reeds vóór negenen stond Emilie weder voor de woning van notaris Trommelman. Den vorigen dag had zy in de grootste spanning doorgebracht, elk oogenblik het briefje tegemoetziende, waarin de notaris haren vader uitnoodigde om eens hy hem te komen, ten einde hem dan mede te deelen, dat hy geld los had gekregen, en zy had zich al voorgesteld hoe opgeruimd haar vader zou thuiskomen en welk een gelukkigen dag zy samen zouden hebben. Maar het briefjo was maar niet gekomen; en zy had er toch niet over kunnen sprekeD zonder haar ge heim te verraden. Eindeiyk, tegen dat zy ter rust zouden gaan, had zy zich niet langer kunnen inhouden; zy had aan hare moeder gezegd, dat de notaris baar beloofd had haren vader te helpen en mevrouw Verset was toen nog zenuwachtiger en onrustiger geworden dan hare dochter. Zy had een voorgevoel, dat er iets was gebeurd, dat niet in orde was, en na een nacht, die grootendeele slapeloos doorgebracht werd, was zy bet, die Emilie aanspoorde om zoo spoedig mogeiyk naar Trommelman te gaaD. Omdat het zoo regende, haalde zy haren eigen regenmantel voor Emilie van boven, wat bijna nooit gebeurde, daar ze altyd beweerde, dat die meer leed, wanneer een ander dan zyzelve hem droeg. Toen Emilie de schel bad overgehaald, bleet in huis alles stil. Zy schelde nog eens. Weder geen antwoord. Na de derde maal gescheld te hebben, hoorde zy veetstappen in de gaDg eene oude meid kwam voor en deelde haar mede, dat de notaris zich niet al te wèl ge voelde en niemand kon ontvangen. Kan ik dan mevrouw of juffrouw Alber; tine niet oven Bpreken? Die zUn uit. Uiti Zoo vroeg en met zulk weer! Ja, daar heb ik niets over te zeggen, antwoordde de meidze zyn uit. Kan ik dan niet op haar wachten? Ik ben juffrouw Verset, de dochter van den rit meester Verset. Het kan wel wezen, maar ik weet niet, wanneer mevrouw terugkomt. Ik heb den tyd. Emilie wilde doordringen, maar de oude meid belette haar dit. Een men8Ch moet vry in zyn eigen huis zyn, zei ze, en op zulk een toon, dat juffrouw Verset het raadzamer oordeelde maar liever heen te gaan en hare moeder te gaan halen. Misschien zou deze meer vermogen. Toen zy weer op de stoep stond en de zware deur achter haar dicht viel, had zy berouw, dat zy toch maar liever niet had aan gehouden. Zy had nog de vier kwartjes in hare beurs, die acht dagen geleden haar vader haar had gegeven, toen zy naai de avondparty by Trommelman ging. Als zy de oude meid een kwartje gaf, zou deze haar misschien wel toelaten. Wtrdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1