Dinsdag 0 Juli.
A®. 1395.
feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <Zpn- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
EENE EERESCHULD.
N°. 10349.
LEIDSCH
DAGBLAD.
FBUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden.
Franco per poste
Afzonderlijke Nommers1
f 1.10.
l.to.
0.05.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Offieiöole Kenniigeringen.
Inrichtingen, die gevaar, schade of
hinder veroorzaken.
B. en Wï. Tan Wonbrugge maken bekend dat ia
ingekomen eon vorzoek van J. Boot, tot het op
Ciobten van een echeepetimmorwerf en ■mederij,
welk verzoek met bijlagen ter eecretarie ter leziog
la nedergelegd, en dat bezwaren kunnen worden
Ingediend, die op Vrydag 19 Juli v. m. elf uren
mondeling of schriftelijk kunnen worden toegelicht.
Leiden, 8 Juli.
Do Verordening op het bouwen en sloopen,
vastgesteld bij 's Raads besluit van den lOden
Juni 1895, heeft aan Gedeputeerde Staten aan
leiding gegeven tot de volgende opmerkingen:
„Ait. 7, al. 5 en 6.
„Ter voorkoming, dat B. en Ws. het bouwen
te lang zouden kunnen ophouden, schynt het
ons gewenscht een alinea toe "te voegen, be
palende, dat als B. en^-^Ws. niet binnen 8
dagen na do tweede verdaging een besluit
nemen, met bouwen volgens de ingezonden
teekeningen mag worden aangevangen.
„Art. 23. Nadere omschrijving wat met het
woord „werk" wordt bedoeld, werkplaats in
het algemeen dan wel bouwwerk is gewenscht,
terwijl drinkbaar water ons beter toeschijnt
dan goed drinkwater. Intusschen komt het
ons voor, dat het geven van het voorschrift
van art. 23, in welks onderwerp wordt voor
zien door bet aireede in de Tweede Kamer
aangenomen ontwerp eenor „veiligheidswet"
beter niet in deze verordening wordt opge
nomen, vermits in art. 28 van dat ontwerp
omtrent bepalingen van den gemeentoraad
bepaalde voorschriften worden gegeven.
„Art. 31. Vermits dit artikel niet kan
worden toegepast ingeval het een gebouw
geldt, in hetwelk eene inrichting is, vallende
onder de wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad
No. 95), achten wij de bijvoeging: uit eenig
gebouw, niet vallende onder de wet van 2 Juni
1875 (Staatsblad No. 95) noodzakelijk."
In overleg met de Commissie tot het ont
werpen en herzien der Plaatselijke Strafver
ordeningen berichten B. en Ws. dat z(J zich
kunnen vereenigen met de opmerking van
Gedeputeerde Staten op art. 7 en alzoo in
overweging geven aan dat artikel toe te voegen
eene alinea van den volgenden inhoud:
„Wanneer B. en Ws. niet binnen 8 dagen
na de tweede verdaging een besluit hebben
genomen, mag met het bouwen volgens de
ingezonden teekeningen worden aangevangen."
In art. 23. In plaats van het woord „werk"
te lezen „bouwwerk".
In art. 31 tusschen de woorden „gebouw"
en „verwijderende" in te voegen do woorden:
„niet vallende onder de wet van 2 Juni 1875
(Stsbl. No. 95).
- Na een ingesteld onderzoek is het B. en
Ws. gebleken dat er geen bezwaar bestaat
tegen de inwilliging van het verzoek van
den heer H. A. J. Krüger, om vergunning
tot het doen leggen van een hardsteenen
trede, lang 2.80 meter, breed 25 centimeter
en hoog 18 centimeter, en verder de breedte
in de rooilijn aan te vullen met een stoep-
zerk van gelyke lengte als die der trede,
voor den ingang van de keuken en boven
woning en langs den zijgevel van het nieuw-
gjbouwde perceel aan de Mare, hoek Klare-
steeg, No. 50, weshalve B. en Ws. in over
weging geven de gevraagde vergunning te
verleenen onder voorwaarde, dat de zerk niet
meer dan 0.03 meter boven de straat uitkomt.
Naar aanleiding van het verzoek van de
directie der broodfabriek „Ceres" om een houten
loodsje te mogen plaatsen aan de achterzijde
dier fabriek, waarvoor ontheffing noodig is
van de bepaling van art. 221 der Algoraeeno
Politieverordening, krachtens welke gebouwen
niet mogen worden opgericht dan met steenen
gevel en steenen zijwanden, deelen B. en Ws.
den gemeenteraad mede dat is gebleken dat
het houten gebouwtje reeds is geplaatst.
Op dien grond is wegens overtreding van
het aangehaald artikel der Algemeene Politie
verordening proces-verbaal opgemaakt, en is
de directie der fabriek door B. en Ws. uitge
noodigd binnen 8 dagen tot de opruiming
van het gebouwtje over te gaan.
Zy geven tevens in overweging alsnu afwy-
zend op het verzoek te beschikken.
In de voormiddag-godsdienstoefening in
de Pieterskerk had gistermorgen de bevesti
ging plaats van den nieuwen leeraar by de
Ned. Horv. gemeente, ds. G. Van Herwaarden.
By deze plechtige gelegenheid trad, op verzoek,
als spreker op onze geachte stadgenoot prof.
dr. J. H. Gunning.
Onder het zingen van het 3de vers van
Gezang 2 kwamen de leeraren, gevolgd door
heeren diakenen en ouderlingen, het kerkge
bouw binnen en betrad prof. Gunning het
spreekgestoelte. De redenaar had tot tekst
gekozen uit den Algemeenen Zendbrief van
Johannes het vierde hoofdstuk en daarvan het
18de vers, de volgende woorden: „de vol
maakte liofde".
Na de predikatie en het zingen van Psalm
en Gezang-verzen, werd overgegaan tot de
voorlezing van het formulier, dienende voor
de bevestiging van predikanten, waarna de
vragen, die den nieuwen leeraar werden ge
daan, plechtig en met luide stem door hem
werden beantwoord.
Des avonds te zes uren deed ds. Van Her
waarden in hetzelfde kerkgebouw zjjne intrede,
en hield eene rede naar aanleiding van
1 Timotheus 6 vers 12, 1ste gedeelte.
Was de opkomst van belangstellenden des
morgens niet byzonder groot, des avonds was
het kerkgehouw geheel gevuld.
De nieuwe herder en leeraar vervult de
plaats van dr. J. H. Gunning J. Hz., thans
te Utrecht.
De overgangsexamens van de leerlingen
der Hoogtre Burgerschool voor Jongens zullen
in het gebouw op de Pieterskerkgracht plaats
hebben op Woensdag 10 Juli a. s.
lste Klasse A. 10 10*/4. Cyfer- en Stel
kunde (v.W.). 10'/4 11 y2. Fransch. II1/, 12
Aardrijkskunde.
lste KI. B. 10 10y,. Geschiedenis. 10*/4
ll1/,. Hoogduitsch (B). liy2 12 Meetkunde.
2de Klasse A. 1010J/4. Engelsch. 10'/4
ll1/,. Hoogduitsch. II1/, 12. Nederlandsch.
2de Klasse B. 10 103/4. Fransch. 10'/4
ll1/,. Aardrykskunde. 11'/, 12. Geschiedenis.
3de Klasse A. 10 10*/4. Cyfer- en Stel
kunde (L.). 10y4-liyt. Nederlandsch. 1 lf/a
12. Nat. historie.
3de Klasse B. 10 - 10*/4. Meetkunde. 10*/4
ll1/,. Engelsch. ll1/, 12. Natuurkunde.
4de KI. 10 101/,. Scheikunde. 101/, 11.
Staatswetenschappen. 11 ll1/, Natuurkunde.
11'/, 12. Kosmographie.
De tentoonstelling van teekeningen zal
gehouden worden op Donderdag, Vrydag en
Zaterdag, 11, 12 en 13 Juli, van 9 tot 12 en
van 2 tot 4 uren, in de kleine Concertzaal
der Gehoorzaal (ingang Aalmarkt).
Heden is alhier openbare afkondiging
geschied van de Verordening van den 9den
Mei 1895, houdende aanwyzing van do
plaatsen, dagen en uren voor de verschillende
markten binnen de gemeente Leiden.
Door de afdeeling „Leiden" van den
Bond van Nederlandsche Onderwijzers is, onder
berinnering dat o. a. te Amsterdam, Arnhem,
Middelburg, Nijmegen en Goes een pensioen
fonds voor weduwen en weezen van gemeente
ambtenaren bestaat, aan alle candidaten voor
de a. b. gemeenteraadsverkiezing de vraag ge
steld, of zy by eventueele verkiezing tot lid
van den gemeenteraad bereid zouden zyn
mede te werken tot do oprichting van een
dergelyk gemeenteiyk fonds te dezer stede.
Indertijd werd medegedeeld dat zich een
hoofdcomitó met subcomités in verschillende
plaatsen des lands heeft gevormd Toor de
oprichting van een monument voor den be-
roemaen schilder Frans Hals.
Dit hoofdcomité bestaat uit de volgende
heeren Jhr. mr. J. W. G. Boreel van Hoge-
landen, burgemeester van Haarlem, eere-voor-
zitter; J. Krol Kzn., voorzitter; H. W. Mesdag,
Jozef Israels, prof. C. L. Dake, Gerard Muller,
mr. A. Enschedé, H. J. Scholten, S. J. Graaf
van Limburg Stirum, mr. A. W. Thöne, jhr.
F. Teding van Berkhout, penningmeester, mr.
Z. W. Straatman, secretaris.
In eene ons door genoemd hoofdcomitó toe
gezonden circulaire lezen wy o. m.
Frans Hals stierf op twee en-tachtigjarigen
leeftyd in kommervolle omstandigheden. Hy
werd begraven in de groote St.-Bavokerk te
Haarlem, zooals blijkt uit de documenten, waar
staat, dat den lsten Sept. 1666 de opening
van een graf werd gevraagd „voor Meester
Frans Hals in de kerk van St.-Bavo in het
koor N°. 56 fl.
Zal die nuchtere aanteekening in een register
het laatste woord blyven? Zullen wy ons te
vreden stellen met de wetenschap, dat aan
den grooten Meester een graf werd ingeruimd,
waarvan de plaats ternauwernood is terug te
vinden?
Frans Hals heeft zich door zyne werken
een onvergankeiyk gedenkteeken gesticht.
Volkomen waar maar het nageslacht
dient getuigenis af te leggen van de bewon
dering en den eerbied, die het gevoelt voor
het genie van een man, die een zoo groot
aandeel heeft in den roem van het verleden.
Het aantal monumenten ter eere onzer
groote mannen is gering. Men is ten onzent
nimmer kwistig geweest in het stichten van
gedenkteekenen als dankbare hulde voor den
roem, dien onze natie door hare grootscbe
figuren op verschillend getied heeft verworven.
Het denkbeeld, om voor onzen Frans Hi li
een monument te doen verryzen, heeft by
velen reeds groote sympathie gevonden.
Vermelden wy in de eerste plaats, dat het
H. M. der Koningin Weduwe Regentes heeft
behaagd, Hoogstderzelver ingenomenheid met
dat voornemen te betuigen en Haren hoog-
gewaardeerden steun toe te zeggen.
Wy wenden ons thans tot allen, die met
ons van oordeel zyn, dat eene waardige hulde
aan Haarlems grooten Meester alleszins gepast
mag worden geacht.
Steunt daarom ons pogen l
Een volk, dat zyn groote mannen eert, sticht
zichzelf eene eerezuil.
Het sub-comité te Leiden, dat zich bereid
heeft verklaard gelden in ontvangst te nemen,
bestaat uit de heeren mr. C. M. Dozy, archi
varis; L. Driessen; dr. W. Pleyto, directeur
van het Oudhei ikundig Museum; G. J. Bos,
kunstschilder; prof. dr. A. G. v. d. Sande
Bakhuizen; Floris Verster, kunstschilder;
prof. mr. H L. Drucker en dr. W. N. Du Rieu,
directeur der Academische Bibliotheek, secr.
Zaterdagmorgen te 9.43 vertrokken
HH. MM. de Koninginnen met gevolg per
extra trein van Het Loo naar 's Gravenhage.
Uit de gemeente Apeldoorn namen als ge
noodigden in den koninklijken trein plaats de
heeren J. A Van Stcyn, intendant van het
palois en domein Het Loo, jhr. mr. J. H. Van
Haersma de Witt, jagtrmeester der Koningin
voor Gelderland, en dr. J. Vlaanderen, hof-arts.
De luit. generaal jhr. G. M. Verspeyk, den
vorigen dag op het paleis Het Loo gearriveerd,
maakte de reis oveneens mede.
Dd Koninginnen werden te 's-Hage ont
vangen door baron Bentinck, eersten stal
meester.
Dadeiyk na aankomst begaven Hare Majes
teiten zich door het Koninklyk wachtsalon
naar de gala-rytuigen, die gereed stonden om
Haar naar het paleis te brengen.
De vestibule van het salon was met planten
versierd en van het stationsgebouw wapperde
de driekleur. In de omgeving van het station
en verder langs den weg naar het paleis
wachtte een talryke menigte, die de Koning
innen toejuichte.
Koningin Wilhelmina maakte, na de plech
tigheid van Zaterdag en vóór haar terugkeer
naar het Loo, nog een rijtoer in de residentie.
By het voorbygaan van den hofstoet naar
de Maliebaan werd door een man met een
fluitje gefloten. Het volk werd hierover ver
toornd en wilde den kerel te lyf.
De politie moest hem tegen de volkswoede
beschermen en bracht hem naar het bureau
aan de Nieuwe Haven.
Het bleek een bekende socialist te zyn.
HH. MM. de Koninginnon zyn Zaterdag
middag 6 u. 40 min. per Staatsspoor naar
het Loo teruggekeerd, vergezeld van de dames
en heeren van haar gevolg.
Aan het Staatsspoor-station was baron Ben
tinck, eerste stalmeester, weer aanwezig, om
den Vorstinnen uitgeleide te doen.
Langs den weg en op het stationsplein
was eene geestdriftvolle menigte en luide
hoezees weerklonken.
De koninkiyke trein stond onder gelei e
van de heeren Engering, chef van dienst;
Silvergieter Hoogstad, inspecteur; en Achen-
bach, ingenieur der Staatsspoorwegen.
Op het achter balkon van den vorstelyken
waggon onderhielden HH. MM. zich met baron
Bentinck, tot de trein vertrok.
H. M. de Koningin-Regentes heeft in
buitengewone audiöntie ontvangen den gezant
van het Duitsche kekerrijk, graaf Von Rantzau,
ter aanbieding zyner terugroepingsbrieven,
als gezant by het Nederlandsche Hof.
De Fransche gezant, de heer Bihourd,
is door H. M. de Koningin Regentes ontvangen
tot overhandiging zyner geloofsbrieven. Met
het gebruikelyke ceremoniöel werd de diplo
matieke vertegenwoordiger der Fransche Repu
bliek van het gebouw der legatie naar het
Paleis geleid en naar het gezantschapshotel
teruggebracht.
Onze gezant te Ivonatantinopel, jhr. mr.
O. D. Van der Staal van Piershil, vertoeft
met zyne echtgenoote in de residentie.
Volgens het „Haagsche Dagbl." zyn door
de Regeering met de Staatsspoorweg Maat
schappij onderhandelingen aangeknoopt om
trent de overneming van een gedeelte der
spoorbanen van de voormalige Nederlandsche
Rynspoorweg Maatschappy van Utrecht tot
Woerden, ten Westen van het Merwedekanaal;
de over te nemen lijnen zullen moeten dienen
tot het houden van oefeningen van het corps
genietroepen in het leggen en opbreken van
spoorwegbanen.
Gistermorgen had in de kapel van het
koninklyk paleis Het Loo een godsdienst
oefening plaats in tegenwoordigheid van
H.H. M.M. de Koninginnen met gevolg en
eenige genoojigden. De voorganger, dr. J. H.
Gunning, pred. te Utrecht, had tot tekst:
Genesis 13 vers 7-18.
De straatbelasting, door B. en Ws. van
Middelburg voorgesteld, heeft by vele ingo-
zetenen dier gomeente ontevredenheid verwekt.
Hedenavond zal nu een vergadering worden
gehouden van eigenaars van hulzen, om tegen
deze belasting te protesteeren, en tevens ge
legenheid worden gegeven tot onderteeke-
ning van een aan den gemeenteraad in te
dienen adres om dit voorstel niet aan te
nemen.
Reeds is gemeld dat de heer J. H. Snydera
zyn benoeming tot lid van Gedeputeerde
Staten heeft aangenomen, doch waarschyniyk
geen zitting kon nemen wegens bloedver
wantschap met den beer P. J. Siegers, in
dezelfde zitting tot lid van Gedeputeerde
Staten benoemd. Nu meent de heer Snyders
dat hy, als oudste in jaren en omdat de
benoeming in dezelfde zitting geschiedde, zit
ting kon nemen. De Commissaris der Koningin
en jhr. mr. J. J. Pompe van Meerder-
voort echter waren van oordeel, dat de heer
Siegers wel degelyk zitting kon nemen op
grond dat, vóórdat de heer Snyders b e-
noemd werd, de heer Siegers zyne be
noeming reeds had aangenomen. Of
12)
Ja, ja, ik ken je te goed, je bent een
braaf meieje. Neem me met kwalyk. Zie je,
in zaken wordt men wel eene wantrouwend.
Uaar ala je me zegt, dat ge op eerlijke wijze
aan die zevenhonderd gulden gekomen zlJt,
twijfel ik er Diet meer aan. En die wou je
dus, dat ik aan je vader leende, alsof ze van
mij kwamen?
Papa zou ze van m|j misschien niet
aannemen en me allerlei vragen doen, die ik
liever niet beantwoord.
Precies, precies, ik kan dat begrijpen
en mijnheer Trommelman is zoo nieuwsgierig
niet. Nu eigenlijk gaf ik ze liever wezeniyk
uit mijn eigen zak, maar dat ie me nu on
mogelijk. Voor den schijn zal ik hem vier
percent rekenen; dat is geen woekerwinst,
dunkt me, voegde de notatie met z(Jn ge-
moedelyksten glimlach er bi).
Ik kan het renteloos geven.
Dat zou hij niet vertrouwen. Dat is geen
gewoonte in zaken. Neen, wi) zullen vier per
cent rekenen en ik zal ze eerlijk voor je be
waren. Laten we eens kijken, hoe je papiertjes
er uitzien 1
Emilie reikte hem het couvert met de
bankbiljetten over en Trommelman telde ze
nauwkeurig na, alsof er nog een zweem van
waarschijnlijkheid bestond, dat de Bom er
niet zon wezen.
Akkoord, sprak h(j, dan zullen we de
quitantie maar eens in orde breDgen, en bi)
zette zich aan zijn lessenaar en schreef, zoo
langzaam als een financier betaamt, in den
behoorlijken vorm eene quitantie, die b|] baar
overhandigde.
Als je die nu maar teekenen wilt, juffertje 1
Emilie verkeerde nog zoozeer onder den
indruk van haar onderhoud met De Bellan-
court, die haar eveneens eene quitantie had
willen doen teekenen, dat zü reeds haren
naam gezet had, toen het opeens baar inviel,
dat niet zij, maar de notaris het papiertje
moest onderteekenen.
Och, je hebt gelijk, je hebt gelykl riep
hy lachend uit. Hoe kan ik zoo dom zyn;
ik dacht, dat ik al met je ouden heer bezig
was. Wy zullen een ander makenmaar
was het oigeniyk niet beter, dat ik je de
geteekende quitantie van je papa gaf, zoodra
ik die van hem in myn bezit heb? Dat is
veel aardiger; als hy dan betalen wil, geef
je hem het papiertje en de heele zaak is uit.
Emilie vond dat ook veel aardiger. Morgen
zou Trommelman aan haren vader schryven,
dat het geld tot zyne beschikking lag, en als
hy het had gebaald, zou Emilie des avonds de
schuldbekentenis in ontvangst kunnen nemen.
De notaris had er erg veel pleizier in, dat
zy te zamen den ritmeester zoo zouden beet
nemen en Emilie lachte ook harteiyk mede.
Zy nam met een verlicht hart afscheid en
verliet het kantoor. Juist toen zy de deur
uitging, werd de huisdeur door het knechtje
in livrei geopend en trad de heer Meeg
binnen.
De heer Meeg was even onhandig als altyd
en toen hy in de gang, die nochtans zoo smal
niet was, Emilie voorbyging en haar groeten
wilde, stootte hy eerst met den hoed tegen
den muur, zoodat die op den grond rolde, en
toen by hem wilde oprapen, ontviel hem het
pak papieren, dat hy onder den arm droeg.
Emilie, die op de hoogte was van de plan
nen, die de familie Trommelman ten opzichte
van Meeg koesterde, lachte ondeugend en
vroeg: Hebt u de papieren al meegebracht,
mynheer Meeg?
O, neen, juffrouw Verset, het zyn maar
effecten, antwoordde hy, met een diepen blos.
De notaris zeide niets, maar als Emilie hem
in het gelaat had kunnen zien, zou zy opge
merkt hebben, dat by er volstrekt zoo goedig
en vriendeiyk niet uitzag, als toen hy zooeven
met baar „zaken deed."
Het was nu byna tien uren, toen zy thuis
kwam. De ritmeester was reeds naar de
kazerne, en hare moeder vond het zeer onge
past, dat zy zoo lang uitbleef, terwyl er zoo
veel in het huishouden te doen viel. De storm
bedaarde, toen Emilie zeide:
Knor nu maar niet, moedertje; ik kan
niet alles vertellen, maar u zult spoedig my
nog bedanken voor myn wandeling.
Wat heb je dan gedaan, meisje?
Vraag nu maar niets; heb maar een heel
klein poosje geduld, dau zal u er alles van
weten en ik hen zeker, dat u niet minder in
uw schik zal zyn dan ik.
IV.
Den volgenden morgen reeds vóór negenen
stond Emilie weder voor de woning van notaris
Trommelman. Den vorigen dag had zy in de
grootste spanning doorgebracht, elk oogenblik
het briefje tegemoetziende, waarin de notaris
haren vader uitnoodigde om eens hy hem te
komen, ten einde hem dan mede te deelen,
dat hy geld los had gekregen, en zy had
zich al voorgesteld hoe opgeruimd haar vader
zou thuiskomen en welk een gelukkigen dag
zy samen zouden hebben. Maar het briefjo
was maar niet gekomen; en zy had er toch
niet over kunnen sprekeD zonder haar ge
heim te verraden. Eindeiyk, tegen dat zy ter
rust zouden gaan, had zy zich niet langer
kunnen inhouden; zy had aan hare moeder
gezegd, dat de notaris baar beloofd had haren
vader te helpen en mevrouw Verset was toen
nog zenuwachtiger en onrustiger geworden
dan hare dochter. Zy had een voorgevoel, dat
er iets was gebeurd, dat niet in orde was,
en na een nacht, die grootendeele slapeloos
doorgebracht werd, was zy bet, die Emilie
aanspoorde om zoo spoedig mogeiyk naar
Trommelman te gaaD. Omdat het zoo regende,
haalde zy haren eigen regenmantel voor
Emilie van boven, wat bijna nooit gebeurde,
daar ze altyd beweerde, dat die meer leed,
wanneer een ander dan zyzelve hem droeg.
Toen Emilie de schel bad overgehaald, bleet
in huis alles stil. Zy schelde nog eens. Weder
geen antwoord. Na de derde maal gescheld
te hebben, hoorde zy veetstappen in de gaDg
eene oude meid kwam voor en deelde haar
mede, dat de notaris zich niet al te wèl ge
voelde en niemand kon ontvangen.
Kan ik dan mevrouw of juffrouw Alber;
tine niet oven Bpreken?
Die zUn uit.
Uiti Zoo vroeg en met zulk weer!
Ja, daar heb ik niets over te zeggen,
antwoordde de meidze zyn uit.
Kan ik dan niet op haar wachten? Ik
ben juffrouw Verset, de dochter van den rit
meester Verset.
Het kan wel wezen, maar ik weet niet,
wanneer mevrouw terugkomt.
Ik heb den tyd.
Emilie wilde doordringen, maar de oude
meid belette haar dit.
Een men8Ch moet vry in zyn eigen huis
zyn, zei ze, en op zulk een toon, dat juffrouw
Verset het raadzamer oordeelde maar liever
heen te gaan en hare moeder te gaan halen.
Misschien zou deze meer vermogen.
Toen zy weer op de stoep stond en de
zware deur achter haar dicht viel, had zy
berouw, dat zy toch maar liever niet had aan
gehouden. Zy had nog de vier kwartjes in
hare beurs, die acht dagen geleden haar vader
haar had gegeven, toen zy naai de avondparty
by Trommelman ging. Als zy de oude meid
een kwartje gaf, zou deze haar misschien
wel toelaten.
Wtrdt vervolgd.)