ƒ3.8R0.39; in 1S93 ƒ4,11982; alzoo minder
ii i ö:M - 259 43, wtlko mindere opbrengst
li t gevolg is van een rrinder langen tijd van
besloten water door ijsbezetting in 1894.
Voorts bereikte Ged. Staten in den zomer
van 1894 een verzoek van het gemeente
bestuur van Dordrecht, om eene verandering
der grenzen tussehen zijne gemeente en Dub
beldam te bevorderen. Deze zaak is nog in
onderzoek.
Ten slotte wordt vermeld, dat burg. en weth.
van Delft opnieuw de uitbreiding hunner
gemeente bij Ged. Saten aanhangig maakten.
Deze zaak is daarop wederom door dit col
lege ter hand genomen.
Godurende 1894 werden door de Mallegat-
sluis geschut 20758 vaartugen, metende
1379150 M3. Aan doorvaartrechten werd be
taald ƒ5477.69.
Het getal der scholen voor lager onderwijs
was op het einde van 1894: 749.
De opbrengst van het voor alle inrichtingen
betaalde vergunningsrecht 213,185.981/2-
Het getal dor inrichtingen, waar krachtens
vergunning sterke drank in het klein werd
verkocht, bedroeg op het einde van 1894
41S2 tegen 4210 in 1893.
In 1894 zijn ingekomen 1466 reclames
tegen aanslagen in de verschillende Rijks
airecte belastingen, terwijl er tot ultimo Dec.
1529 werden beslist.
Op 7677 aangiften ter bekoming van terug
gave van personeele belasting naar tijdsgelang
werd eene beschikking genomen.
Praatjes over kunst.
Vlokken..
LIX (Vervolg).
In de „Briefjes van een nuchter mensch",
vooi komende in het jongste nummer van „De
Kroniek", door den heer J. De Meester, wordt
het vuur aan de schenen des beeren Smit
Kleine gelegd, naar aanleiding van een zijner
„Vlinders" in het Zondagsblad van het Nieuws,
waarin do weigering van Albert Verwey (be
noeming tot lid der Leidsche Maatschappij),
afkeurend wordt besproken. „Ik althans,"
(zoo schrijft de heer Kleine), „zon het een
benoemde euvel duiden, indien hij, door mij
voorgesteld, die benoeming „gnüdigst ablehnte".
Alevel bjj het veldwinnen van het democra
tisch Idee biyft de vlag dor hoffelijkheid in
de achterhoede."
(Dat komt nu ook al van die openhartig
heid van Julius Pruttelman Brorameyor uit de
bocht, die daar in hot groene weekblad is
gaan verklappon hoe hij door Taco De Beer
is aangezocht, tot lid der maatschappy toe te
treden; honderd anderen toch worden buiten
hun weten op dio algemeen bekende „ver-
trouwelyke" ceel geplaatst.)
Doch laat ik om der curiositeit-wille, den
heer De Meester het woord geven:
A level, ik ben net als u op decorum ge
steld, en deel dan ook ten volle uw overtui
ging dat de 129 jarigo joffer zich allermalst
h eft aangesteld, of wilt u liever: zich fameus
heelt gecompromitteerd, door een jongen vent
als Verwey na te loopen, iemand van dertig
jaar, getrouwd, vader en die indertijd al
op zyn ondubbelzinnigst heefc doen biyken
hoe by over hot ouwe mensch dacht.
Doch die vlag van u, ziet u, die vlag, ik
zie maar geen kans om er mee uit de achter
hoede weg te komen. Wat voor achterhoede
hot eigeniyk is, weet ik zelf niet, 't moet
zooveel als de staart van hot fcriomfankelyke
democratische idee zyn, meer woet ik er niet
van, het idee wint veld, de vla# kan er dus
welbeschouwd niets by verliezen dat-ie achter
blyft, maar ik zit er mee. En ik weet van
de vlag ook al net zoo weinig als van de
achterho2de, en als van do heele armoe. Het
is in dón woord een vreemde bosf, en al wat
ik omtrent de vlag kan vermoeden is dat dit
nu de bekendo vlag ino?t wezen die de lading
dekt. Misschien ook de vlag op de modderschuit.
In de schuit is nu pas weer een „partytje"
voorges Lelden gevangen, twintig dames en
beeren die denken dat ze in een trekschuit
zitten, en aan den wal staat Verwey eu lacht
de fuif uit," en verdor: „Wy menschen die
maar zoo'n klem beetje meedoen aan litera
tuur en verder in kranten schrijven, wy
moeten het beusch niet zoeken by de oomes.
Vindt u dat nou zoo'n eer om Lid van die
Maatschappy te zyn? God man, je hebt er
niks in te brengenEn de vóórmannen van
jou gild, je collega's-van-betéékenis, hebben
rok niets in te brengen: ze vertoonon zich
zelfs niet. Oomes hier zyn de geleerden, do
mannen van historie en taal hoogst, hoogsfc-
achtenswaardige lieden, maar met wie gy niets
hebt te maken, en die zich van regiment
vergissen door zich „te schuren onder het
(hoffelyk) vaandel der literatuur" etc.
En met een beleefden groet eindigt, de heer
De Meester: „Geloof me, er ia ook voor een
pen als van Piet Vluchtig rog wel wat te
doen. Het is jammer dat die Ju/ia*geschiedenis
indertyd zóó'n invloed op u heeft gehad. Buet
had u immers al gezeg\i dat u voor kritiek
niet geschikt bent. Maar het genre der Hopjes,
der journalistrsche Hopjes daar had wat m
gezeten voor u. Na uw si j'etais excellence
hadt u een Ah ik lid otrn Letterkunde was
moeten «ehryven. Dat was véél aardiger ge
weest dan lid te zyn.
Nog een paar interessante sonnetten van
Verwuy, nu de „Vlokken" (wegens gebrek
aan plaatsruimte) in twee werden geknipt,
(ouder „Vlokken" kan gemakkelijk worden
„geschaard") mogen hier eene plaats vinden:
Jozef Israels.
Toen in één nacht Jeruzalem verblaakte,
Eu de omziende, op den donkren horizon,
Kruishout zag opgericht, cu somtijds kon,
Als de gloei laaide erlangs, Christus' gewraakte
Hoofd zien, en de oogen die zijn Stad niet laakten
Zachtkens geopend, vlood hij daar do zon
Broeide en do nevels leekten toen begon
Leken langs zijn gelaat leed, onbespraakte....
En daar een vrouw, dolende op donkre hei,
Of huikje op neovle. zee gleed; of in pels
Mottig vergaan, schurftige hurkte in steeg;
Of triestige in sombre Steo te sterven lei;
Of treurge afkeek op duin zcewaatren leeg;
Maalde hij elk, die glorie Israels.
Jacques Perk
Hij was een zwerver, droef te moede om 't aoode
Zeven on -Schoonheid die zijn oog nooit zag,
En grot en rot3 doorklonk zijn luid geklag,
Tot Corner scheen dier Schoonheid blijde bode.
Maar Zomer niet, noch A'upris, noch do bloode
Bronnimf zijn Zij, die in Matbildes lach
Maar schéén te dagen, tot hij leeren mag
Schoonheid in zich, en aardsche wijsheid noode.
Zachte melancholie wa9 heel zijn wezen,
Maar helste blijdschap fonkelde uit zijn tranen
Totdat zijn ziel, stijgende in zuivro banen,
Als leeuwrik liedren zong in blauwen hoogen.
En 'k heb hem lief dat hij zóó ver bleef wezen
Buiten de menschheid en haar bochtge bogen.
C. V.
N.B. In het eerste gedeelte van dit „Vlokje",
van gisteren, komt in het versje van Verlaine
eene misstelling voor.
Tussehen den 2den en 3den regel moet
namelyk de volgende worden gevoegd:
Que je suis faible et que mon pas.
Het eerste couplet wordt dan ook vierregelig.
Aardig-leuk, deze nederigheid van den begaafden
ariticua dor „N. R. 0.", on achrijvor to. a. van „oen
huwelijk'*). (Noot van don „Ylokken"-scbrjjver).
Zie zijn .Mathilda".
Gemeenteraad van Ocgstgeest.
Installatie van den nieuwèenoemden Burgemeester.
De Voorzitter opent de vergadering, waarop
door den secretaris voorlezing wordt gedaan
van een afschrift van het koninklyk besluit
van den 17den Juni j. I. No. 57, houdende
benoeming van den heer J. M. De Kempenaer
tot burgemeester der gemeenten Oegstgeest
on "Voorhout, alsmede eene missive van den
heer Do Kempenaer voornoemd,, waarby
Z.Ed.Achtb. mededeelt, dat de vereischts eeden
in handen van den heer Commissaris der
Koningin in deze provincie door hem zyn
afgelegd.
De heer Do Kempenaer wordt daarna door
de twee jongste raadsleden, de heerem J. C.
Spaargaren en P. Kromhout, ter vergadering
binnengeleid. Nadat hy heeft plaats genomen,
wordt hy door den heer E. Groen met de
volgendo. woorden toegesproken.
„Zeer geachte BurgemeesterMag ik als
de tolk van den Raad IJ hartelyk geLuk-
wenschen mot de onderscheiding, U ten deel
gevallen, doordat het Hare Majesteit onze
geëerbiedigde Koningin hoeft behaagd U tot
Burgemeester onzer gemeente te benoemen.
Ik spreek dan hierby ook nog den wensch
uit, dat do gemeente Oegstgeest onder Uw
bestuur moge bloeien, en gy met den Raad,
het Dagelyksch Bestuur en den secretaris
moogt samenwerken om onze gemeente, die
ons lief is geworden, geheel en onverdeeld te
blyven besturen.
„Ik verzeker U dan ook plechtig, dat by
al hetgeen door U in het belang der gemeente
zal worden gedaan zoowel op stoffclyk als
op zedeiyk gobied, gy op de medewerking van
den Raad, uwe wethouders, en den secretaris
kunt rekenen; God scbenke U daartoe kracht
en lustl Hiermede, Burgemeester, verklaar
ik U voor geïnstalleerd".
Daarop werd door den Burgemeester het
voorzitterschap aanvaard, nadat door den heer
E. Groen hem de keten als teeken zyner
waardigheid is omgehangen.
De heer De Kempenaer antwoordt, op do
door den heer E. Groen gesproken woonden,
waarvoor hy hem bedankt, in het kort onge
veer met de volgende woorden:
„Het is U allen bekend, dat het de Koningin
behaagd heeft my tot Burgemeester dezer
gemeente te benoemen en ik als zoodanig
dan ook in uw midden ben om het burge
meestersambt te aanvaarden. Het is zeker
dat wy hier zullen moeten samenwerken tot
het behartigen der belangen der gemeente,
waarvan ik my diep doordrongen gevoel, zoo
dat het afleggen der botrekkelyke eeden voor
my geen ylele klank is geweest.
Spreker verwacht dan ook in de eerste
plaats de medewerking van den Raad, voorts
dio van het Dagelijksch Bestuur, en de
ambtenaren der gemeente, opdat by oak in
staat zal zyn te doen wat de belangen der
gemeente medebrengen, terwyl hy hoopt,
een waardig opvolger te zyn van een man,
die door den last der jaren genoodzaakt is
geworden zyn ambt neder te leggen, daarby
den wensch uitdrukkende, dat men by zyn
heengaan vaD Oegstgeest hetzelfde zou moeten
getuigen als wat men van zyn voorganger
heeft kunnen doen.
Niemand verder het woord verlangende,
wordt do vergadering door den Voorzitter
gesloten, waarna de secretaris den Burge
meester toespreekt met de volgende woorden
„Als secretaris dezer gemeente zy het ook
mü thans vergund een enkel woord tot U
te spreken, en U in aansluiting met het
gesprokene van onzen waarden heer Groen,
by vernieuwing hartelyk geluk te wensehen
met het blijk van vertrouwen, hetwelk de
Hooge Regeering ia U heeft gesteld door
uwe benoeming tot Burgeraeesttr onzer ge
meente.
Hoewel nooit by ervaring, kan ik mij toch
wel e enigermate een begrip vormen, welke
taak daardoor op uwe schouders gelegd.
Voorwaar, het is gemakkelyker geregeerd te
worden dan te regeeron, doch by harmonische
eenheid zonder zyn beginsel prijs te geven,
of zyn gevoelen te verloochenen, vermag men
veel en kan men, by wyze van spreken, bergen
verzetten. Die eenheid, Burgemeester, hoop
ik, dat onder uwe leiding tussehen U en my,
ja steeds in deze zaal zal heerschen. Dan
voorzeker kan het niet anders ot" Gods zegen
zal moeten rusten op den arbeid van het
Bestuur dezer gemeente.
Waarin ik U met myne geringe krachten
ter zy'de mocht kunnen staan, stel ik my
voor U disponibel, terwyl ik myne belangen
ook by U aanbeveel.
De Burgemeester dankte den heer Blanke-
styn voor de gesproken woorden, en drukte
den wensch uit, dat by het met hem even
goed zal kunnen vinden als dit met de
secretarissen zyner vorige gemeenten was
geschied.
Hierna werd aan de aanwezige belang
stellende toehoorders medegedeeld, dat er
gelegenheid bestond voor degenen, die zulks
verlangden, om ZEd.Achtb. te spreken, waar
van vele ingezetenen gebruik maakten.
Gemeenteraad ran Zoeter woude.
Zitting van heden.
Na opening der vergadering door den heer
J. H. Slicher, burgemeester, die mededeelde
dat de hoeren Vooi winden en Konynenburg
met kennisgeving afwezig waren, werden de
notulen gelezen en gearresteerd.
De punten der agenda waren weinige, niet
veelbeteekenend en dan ook spoedig afge
handeld.
Onder de ingekomen stukken kwam voor
een dankbetuiging var. den heer Van Ryn,
gemeente-opzichter, voor de ongevraagde vor-
hooging zyner jaarwedde met 75.
Op het verzoek van J. M. Van Vliet om
het verstrekken door de gemeente van beugels
ton behoeve van zijn kind, was, na bet advies
van de goneesheereD te hebben gehoord, gun
stig beschikt, echter voordat do Raad was
gehoord, wyl hot een spoedeischena geval gold.
Voorts werd modedeeling gedaan van den
uitslag der gehouden aanbestedingen en be
sloten de werken den laagsten inschrijvers te
gunnen. De kosten van bestratingen over-
schrijdeu de raming door de hoogere pryzen
der steenen, wat niet kon worden voorzien.
De heer v. d. Velde, kennis nemende van
de kosten der bestrating Heerenstraat, vraagt
of h6t niöt raadzamer waro geweest te wach
ten tot na do annexatie, waarvan hy weer
iets naders in de courant heeft gelezen.
De Voorzitter stelt den heer v. d. Velde
gerust met de mededeeling, dat officieel hem
nog niets naders bekend is.
BesLoten werd tat verpachting van het
vischwater in de gemeente op dezelfde wyze
en onder gelijke voorwaarden als in 1892.
De gemeente-rekening, aanwyzende in ont
vangsten een bedrag van 41,054.59s, in
uitgaven, een bedrag van ƒ36,840.145, zal 14
dagen tor visie liggen en daarna in openbare
vergadering worden behandeld.
fillet Zendlngsfeest op „Lcydulu".
Duizenden menschen waren gisteren te
zamen gestroomd op het by Vogelenzang ge
legen huiton „Leyduin", het eigendom van
den hoer II. S. Van Lennep, te Amsterdam,
die welwillend voor de tweede maal zyn
schoon „Leyduin" thans voor het houden van
het 32ste Zencingsfeeet met vriendeiyke be
reidwilligheid had afgestaan. Van den vroegen
morgen af voerden lange treinen personen
aan van eiken leeftyd, en er scheen geen
einde te komen aan de lange ry van opge
wekte feestvierders, die maar steeds het gast
vrije buiten binnenkwamen. De meeste wees
kinderen van Haarlem waren ook overgekomen
om het feest mede te vieren.
Op een weiland was eene cantine in de
open lucht ingericht, waar met de meeste
nauwkeurigheid voor alles was zorg gedragen.
Lange tafels, waarop stapels broodjes, fiesschon
bier, limonade en andere dranken enz., lokten
als om stryd de menigte uit, en reeds voor
do openingsrede werd uitgesproken, zag men
verschillende groepjes op het gras in volle
vroolykheid zitten, zich lavende met wat er
te krygen was. Tegen betaling van slechts
5 cents kon men een kom water en een
handdoek bekomen om zich te verfrisschen,
en een stukje zeep kwam hier gralis by,
kortom, niets Het in de openlucht-cantine te
wensehen over. Een 32-tal veldwachters, aan
wezig op verzoek van den burgemoester van
Bloemendaal, onder leiding van den heer Kloet,
van Haarlem, droeg zorg voor de orde.
Men kou het hun aanzien, dat deze dag
geen dag van inspanning zou zyn, overtuigd
als zy waren, dat hier do orde als vanzelf
zou bewaard blijven; een deel hunner lag
vreedzaam in het gras onderling te kouten.
Wel waren zy in den vroegen morgen reeds
werkzaam geweest, door een twintigtal bede
laars te verwyderen.
Op vier spreekplaatsen werden godurende
den dag toespraken gehouden; handwyzers
maakten het gemakkelijk om ze te vindon.
Het weder was wel niet bij uitstek zomerscb
het zonnetje bleef achter de wolken verborgen
en windvlagen deden de boomen vaak gewel
dig ruischen, doch het regendo niet, en do
menschen hadden geen last van warmte.
Ongeveer 10 uren sprak de heer H. J.
HogerztïT, van Amsterdam, een welkomstwoord
op de eerste spreekplaats, waarby hy een
weemoedig woord wy lde aan den in h*t
voorjaar overleden heer J. J. Yerbrngb, te
Yelp, den thesaurier van het Z n ingsfeest,
van wien spreker zeide, dat allen zyn gemis
ongetwyfeld gevoelden. Spreker noemde het
een groot voorrecht, dat nu een zestal
zendelingen in hun midden waren, en bracht
voorts een woord van dank aan den heer
H. A. Yan Lennep voor het bereidwillig af
staan van zyn buiten. Spreker drukte de hoop
uit, dat niets van het buiten geschonden zou
worden; dan mogen we misschien, besloot
spreker, onder algemeene vroolijkheid, later
nog eens terugkomen.
Nadat vervolgens een lied gezongen was
onder begeleiding van het fanfarecorps
„Obadja", van Rotterdam, hield de heer J.
Van Wyk Jr., predikant te Amsterdam, de
openingsrede. De heer Van Wyk sprak naar
aanleiding van de woorden: „Vader, die in de
Hemelen zyt, Uw naam worde geheiligd I"
Vervolgens werden op do andere spreek
plaatsen mede toespraken gehouden, welke
betrekking hadden op het gebied dór zending
en door eene groote menigte met zeer veel
aandacht werden aangehoord.
In de pauzo liet het fanfarecorps der
„Martha-Stichting", van Alfen aan den Ryn,
schoon uitgevoerde koraalmnziek hooren, en
•bracht een groepje dames afwisseling aan door
het aanheffen van eenige liederen.
In een ommezientje was het terrein van de
cantinp ingenomen door dorstigen en honge-
rigen. De bergen broodjes slonken weg tot
het plat der tafel te zien kwam, de koffie
kannen werden geleegd en gevuld, de fleschjes
bier en limonade verdwenen onbegrypelyk snel.
En toen de inwendige mensch versterkt
was, toog men naar de weide achter de eerste
spreekplaats gelegen, waar eene tentoonstel
ling werd gehouden ten bate der Zending,
van diverse voorwerpen uit do heidenwereld,
afkomstig van het Museum der Utrechtsche
Zendingsvereeniging, directeur ds. Adriani.
Eenige zendelingen legden op zeer onder
houdende wyze het doel der verschillende
voorwerpen uit, en vaak ging een schatei lach
op uit de aandachtig toeluisterende menigte,
wanneer byv. gewezen werd op een stuk hout,
in gebogen vorm, dat diende voor hcofdkussen
voor twee personen, wanneer een afgodsbeeld
der Lomtokkers in de hoogte werd gehouden,
dat een staart bezat van kolossale lengte, enz.
Kleedingstukken, wapens (byv. lange messen
der Loirbokkers) en muziek-instrumenten
werden met de meeste belangstelling otzich-
tigd. De tentoongestelde voorwerpen waren
geplaatst onder een afdakje, en aan weers-
zyden stondtn oenigo zendelingen, onvermoeid
uitlegging gevende, waarvoor hunne ervaring
uitstekende diensten bewees.
Na de pauze traden nog een twaalftal
heeren als sprekers op, die met onverflauwde
belangstelling werden aangehoord. De heer
J. J. Van Noort, pred. te Amsterdam, sprek
de eorste afscheidsrede uit, en ds. A. J. A.
Vermeer, prod, te Den Haag, de slotrede.
Het was voor allen, aie in de zendingszaak
belangstellen, een aangename dag geweest
en ds. Venneer kon m zyn slotwoord met
voldoening er op terugzien en zeker uit naam
van allen den lieer Van Lennep dank zeggen
voor zijn welwillendheid.
Do ambulance had geen dienst behoeven te
doen voor ernstige ongelukken. Toch hadden
daar een twintigtal patiënten troost gezocht,
de een voor lioofdpyn, de ander voor een
flauwte en een derde omdat hy zich in de
hand had gesneden.
Tegen halfzes begon het terrein, thans be
dekt met vele papieren, leeg te worden. De
bezoekers gingen naar de feesttreinen, die
allen weer huiswaarts zouden voeren, de
boeren reden naar hun hofsteden en er daalde
weer rust op „Leyduin".
Het einde van den dag was dus in overeen
stemming met den aanvang, zoodat ook dit
Zendingsfeest als volkomen geslaagd kan
worden beschouwd.
Het getal feestgangers werd geschat op 7000.
UITLOTINGEN. Loton der voreenigiDg tot
bevordering van 'e lands weerbaarheid, to Rotterdam.
Trekking van 1 Joh. 30 aerieëo.
138 12U4 1831 2517 351G 4300 5302 5971 6704 7400
381 1384 2159 2737 3379 45GO 5337 6042 7028 7434
632 1G64 2471 3315 3956 4803 5661 6230 7172 7500
Alloebaar met f 3 per aandeel.
Loten etad Weeneo v. 1374 a 100 gld. O. W.
Trekking van 1 Juli 1895, betaalbaar 1 October 1895.
fl. 200,000 e. 1768 nr. 81; 20.000 0. 2919 nr. 65;
5000 e. 2688 nr. 41; elk ll. 1000 f. 70 1 r 20, 0. oil
nr. 74, a. 863 nr. 33, e. 871 nr. 26 en a. 1169 r,r. 37
buitendien getrokken serieën 406, 476,572,777, 1052,
1081, 1138, 1154, 1542, 2007. 2025, 23C4 2308,2844.
Loten Oostenrijk 1854. Ser eë-trekkiog van
hedoD43 95 115 301 315 383 596 629 631 675
797 809 825 83 871 1008 1108 1203 1237 1298
1365 1429 1 138 1151 1466 1671 1C85 1717 1743
1769 1824 197 2035 2086 2219 22 6 '2307 2440
2620 2650 2726 2763 2776 2943 2970 2991 3.03 3239
3267 3361 3100 3637 5097 3730 3733 3777 3848
3853 3378 3a80 3883 3907.
ingezonden.
De 1ste scbryver in bet vaste corps der
Kon. Ned. Marine, H. Mooy, werkzaam aan
de Kweekschool voor Zeevaart alhier, her
denkt heden den dag, waarop hy vóór 25 jaren
in dienst trad by Hr. Ms. Zeemacht en tevens
dat hij 25 jaren den onderofficiersgraad
bekleedt.
Dat dit feit niet ongemerkt voorby is ge
gaan aan de Kweekschool is zeker verklaar
baar, vooral voor hen, die den heer Mooy
kennen, en zijn9 superieuren en collega's
hebben dan ook hem hunne sympathie ken
baar gemaakt.
Hem zijn onder meerdere kleine attenties
niet 3lleen hunne wensehen, doch ook een
toepasselyk cadeau aangeboden, hetwelk hem
door den oppsrsch-pper De Smit onder eenige
waardeerendo woorden werd overgereikt, did
hem de oprechte hoogachting betuigde niet
alleen namens ce tegenwoo'cig weikzaam
~ynde onderolfi-i.-ren, maar 03k uit naam van
hen, dii vroeger hier met den heer Mooy
z jn g pl iatst geweest.
Da geuitto wensehen vinden zeker weer
klank by zijne vele leerlingen, van wie er
ook reeds verscheidene den onderofficiersgraad
bekleoden, en die in meerdere of mindere
mate, toch zeker allen iets aan den heer
Mooy verplicht zijn, niet alleen voor het ge
noten onderwys, maar ook voor do humane
en minzame behandeling v?n hem onder
vonden, want groot of kl-.in, onverschillig
wie den heer Mooy iets te verzoeken had,
voor ieder was by de welwillende humane raar;.
Dat het hem moge worden gegeven nog
vele jaren in zijn nuttigen werkkring te mogen
werkzaam zijn en hem met zyn huisgezin
nog een lang en gezegend leven ten deel
moge wezen 'is zeker do wensch van allen,
die hem hébben leeren kénnen en hoogachten.
De gezamenlijke Onderofficieren van de
Kweekschool voor Zeevaart alhier.
Gr e ui e ii gf cl Nieuws.
Aan de telephoon alhier zyn
aangesloten do heeren Speet en Van Velsen:
hun woonhuis Rynkade IS onder No. 24-7
en hun bloemenmagazyn aan de Breestraat
10 onder No. 243.
Door het breken van den boom
geraakte hedenmorgen aan de Oude Vost een
span paarden, welke voor een volgrytuig
liepen, op hol In volle vaart draafden de
beesten Jangs genoemde gracht; h-t rytaig
kwam in zyn vaart met verschillend© voer
tuigen in aanraking, welke werden omver
geworpen. Ten slotte raakte het ry tuig tegen
een boom bekneld, waardoor het tuig brak
en de paarden zonder voertuig hun weg voort
zetten tot aan de Beestenmarkt, waar de
dieren gelukkig tot staan werden gebracht,
zonder dat er persoonlyke ongelukken waren
voorgevallen. De paarden werden naar hun stal
gebracht, terwyl later het rytuig werd gehaald.
De voerman was aan de Oude Vest, toon
by zyn rossen niet meer meester kon blyven,
bytyds van den tok gesprongen.
Men schryft ons uit Roelof-
Arendsvoen: De tuindery alhier heeft van
den stormwind van gisteren alweder geen
voordeel ondervonden. Vele boonen zyn van
de stokken af en met gebroken ranken tegen
den grond geslagen. Op sommigo plaatsen
is het legstroo, waarom de augurkenpfanten
hare vangkrulletjes slaan, weggewar.iJ, waar
door hier en daar aan die planten, öi; toch
al met buitengewone zorg moeten behandold
worden, eenige kneuzingen werden toege»
bracht. Het ongestadige weder - nu eens
zwoel en heet, dan weder herfstachtig ruw
en guur loopt den tuinder dezen zomer
niet erg in de hand.
De krijgsraad te s-G ravenhage
heeft den korporaal J. B. L., van hot regi
ment grenadiers en jagers, veroorJeeli tot
6 maanden gevangenisstraf met degredatie
wegens heling van kazerneeiing-goederen, en
den milicien J. B. M. tot 1 maand gevange
nisstraf wegens diefstal van die goed ren.
Hedenmorgen om tien uren had
te Alfen aan Gouwsluis onder schepenjagers
en bevrachters een vechtparty plaats, waarby
R. Grobber drie diepe sneden met een mes
over het hoofd kreeg.
Aan de Dreef te Haarlem had
gisteren vanwege de Haarlemsche Hard-
dravery-Vereeniging een wedstryd plaats,
welke, ondanks het niet zeer mooie weder,
door een vry talryk publiek werd bygewoond.
De volgende paarden waren ingeschreven:
„Mirka", eigenaar Jan Sr een, Den Haag;
„Nobel", eigenaar J. G. Matfje, Mijdrecht;
„Major Ulrich", eigenaar A. A. v. d. Berg,
Haarlem; „Wilhelm", eigenaar G. De Vaal,
Haarlem; „Lucillo", eigenaar J. Schnyi,
Utrecht: „Pbrynia", eigenaar A. A. v. d. Berg,
Haarlem; „Ninus," eigenaar J. Koster, Heem
stede; „Majick", eigenaar J. A. v. d. Berg,
Haarlem; „Plawney", van stal „Trio", te
Soest; „Voél Tabor", eigenaar G. Do Graaf,
Bussum „Wilhelm II", eigenaar H. Verharen,
Amsterdam, en „BonmeL.", eigenaar v. d. Lee,
Koudekerk.
De baanlengte was 350 meter. De paarden
reden by paren af; ieder paard dat tweemaal
op don tegenstander verloor, viel af. Na de
eerste twee ritten bleven over „Mirka", „Major
Ulrich", „Lucille", „Ninus", „Plawney" en
„Bonnie L." Hiervan vielen nog af „Mirka",
„Lucille" en „Bonnie L.", zoodat do over-
blyvenden onderling moesten ryden om de
drie pr\jzen. Het resultaat was, dat „FUwney"
den eersten prya 200, „Major Ulrich" do
eerste premie 50 en „Ninus", de tweede
premie ƒ25, verwierven.
Onder leiding van den heer Wit te-
veen, lid van den gemeenteraad (daartoe
uitgenoodigd, wyl mr. Bake, voorzittvr van
de Vereeniging tot bevord. van 't Vreemde
lingenverkeer, verhinderd was) werd gister
avond in de „Vereeniging" te Utrecht eene
vergadering van inwoDenden aldaar gehouden,
ter bespreking van een plan om den leden
van „Triton", de studenten-roeivereeniging,
die te Kiel de eer van Utrecht, van heel
Nederland zoo glansryk gehandhaafd hoeft,
by hunne terugkomst te Utrecht een schit
terende ontvangst ie bereiden, als bewijs van
hulde, speciaal van de burgerij.
Besloten is dat met de mannen, die het
initiatief tot deze beweging genomen hebben,
de voorzitters der vertegenwoordigde vereeni-
gingen de commissie van uitvoering zullen
vormen, en dez9 dan zoo spoeoig mogelijk
eene oproeping zal doen voor een definitief
plan, dat waarschynlyk a. s. Maandagavond
r ot uitvoering zal komen.