MENGELWERK.
Een beste man.
Uit het Fransch van LOUIS TAR AN.
Mon sprak nooit van Diaconelli zonder er
btf te voegen: een beste man.
Wie Diaconelli was?
Eon oude tenor, die indertijd met succes te
Marseille gezongen bad, daarna al8 impresario
vyf jaar door Zuid-Amerika gereisd had en
die zich nu voor goed te Parijs had gevestigd,
waar hy de betrekking van leeraar in den
zang vervulde.
In hetzelfde huis van Diaconelli woonde
ook een weduwe Thirel mot hare dochter, een
meisje van zeventien jaren.
Vroeger, toen haar man nog leefde, was
juffrouw Thirel in voel boteren doen geweest;
oen oude piano, gebarsten van hout en geel
van toetsen, was daar nu in de armoedig
gemeubelde vertrekjes de eenige getuigo van.
Moeder en dochter waren dadelijk begonnen
te werken voor oen handworkenwickeldoor
heel zuinig te leven en van den ochtend tot
den avond hard te W9rken, verdienden zij
luist genoeg om in hun onderhoud te
worzien.
Kalm ging hun leven daarheen; na een
dag van vermooienden arbeid zette Albino
zich 's avonds aan de piano, voor haar het
gelukkigste uurtje van den dag.
Het schoone donkergelokte hoofd een weinig
achterover, zong zy. Zonder dat haar stem
eenigszins geschoold was, klonken do tonen
zuiver en liefelijk.
Op een avond dat Albine weer aan het
zingen was, kwam Diaconelli toevallig langs
bun raam. Een oogenblik later stond hy reeds
buigend op den drempel, - zyn herhaald ge
klop was niet opgemerkt. Met al de over
drijving van zijn zuidelijke natuur, gevoegd
by zyn routine in het gemakkeiyk spreken als
acteur, goot hy een waren zondvloed van
loftuitingen en bewonderende uitroepen ovor
het jonge meisje uit.
„Een artiste! Een ware kunstenares! Een
boven anderen begenadigde! Zy bezat immers
wat niet aan te leeren was! Wat haar nog
ontbrak, zou door wat studie gemakkeiyk te
veroveren zyn!"
Zichzelf in de rede vallend met een„on
zing my dit nu nog eens voor!" liet Dia
conelli zich op een stoel naast de piano
neervallen.
Als werktuigiyk voldeed zy aan zyn ver
zoek, geheel onder den indruk der imponeerende
pereooniykhoid.
Nog sterker dan daar straks, vibreerde nu
haar stem. Hot hoofd bewogond op do maat der
muziek, soms even medeneuriönd, dan haar
gebiedend even stil te houden om de oene
of andere opmerking aan te hooren, scheen
zyn verrukking nog steeds te stygen.
By het laatste akkoord stond Diaconelli op
om op bombastischen toon tot juffrouw Thirel
te zeggen:
„En van dit begaafde meisje zou men een
dagloonster willen makenHaar laten werken
voor een handwerkenwinkel I Zy heeft veel
te veel talent om niet eenmaal te schitteron
wanneer zy met haar gaven gewoekerd zal
hebbonl Haar weg is gebakend, haar plaats
vastgesteld, zy zal een artiste worden, een
kunstenares van naam!"
Do moeder, met don ingeboren afkoer van
het tooneel, eigen aan de burgerklasse, trachtte
bescheiden eenige tegenwerpingen in het mid
den te brongen, doch by de eerste woorden
viel Diaconelli haar al in de rede.
„Onzin, domme onzin," klonk het niet beel
beleefd; „alsof men toch niet braaf kon biy
ven. Met een vasten wil kan men alles. Geen
gevaar zoo groot dat men, daarmede gewapend,
uiet kan trotseeren."
Kinderiyk glimlachend hoorde Albine bom
un; de zwakko moeder was reeds bezweken
voor zulk een woordenvloed.
Men stelde nu vast dat Diaconelli zich met
het onderwys zou belasten; iederen dag zou
zy by hem komen om les to nemen; later, als
zy aan de eone of andere opera verbonden
was, zou zy hem hiervoor betalen.
Dat zy geplaatst zou worden en dat nog
wel hooi spoedig, leed volgens hom geen
twijfel. Weldra zou zy debuteeren on dan zou
een keur van engagementen zeker volgen;
zjj zou verdienen zoo veel zy maar wilde. Met
een glimlach zou zy dan nog eens op haar
togenwoordig leven terugzien. En met al de
weelde, dio haar winstgevend bestaan haar
zou veroorloven, zou z\1 zich omringen; haar
naam zou op ieders lippen zynniet alleen
haar eigen vaderland, noen, gehoel Europa zou
zy atormordorhand voroveren.
Het hoofd steunend met do hand, geleund
tegen do piano, stond do ex-tenor daar, steeds
moor opwindend het jongo meisje, dat met
scbittoronde oogen on verhoogde gelaatskleur
hom aanzag.
Lang na middernacht verliet Diaconelli zyn
buren en Albine sliep in, zich gouden droomen
iroomend van de toekomst.
II.
Slapeloos lag do moeder, zich om- en om
wendend op de armeiyke legerstede, denkend
aan het groote geluk, dat haar dochter to
beurt gevallen was. In haar verboelding was
zy reeds getuigo van haar triomfen, boorde
zy reeds het eigen rytuig stllhoudon voor de
prachtig gomeubiioorde woning. Albine dacht
niet aan het leven zooals Diacocolli haar dat
beschreveiv had: een tooversprookje in het
verschiet; haar was het veel meer genot do
kunst te dienen om do kunst.
Reeds den volgenden morgen begon haar
nieuwe leven met do eerste les van Diaconelli.
Opgewonden van vreugde kwam zy terug.
Nog nooit hadden haar fijne, vlugge vingers
zooveel afgewerkt als dien dag. Als by instinct
koos zy vroolyke, levendige kleuren: lange
guirlandes en sieriyke bloemtakken in schitte
rende tinten borduurde zy los en bevallig op
het geduldige stramien. Soms hield zy even
op, de punt der fijne naald in de hoogte, een
blyden glimlach om de lippen, vol van haar
schoonen droom.
Een maand lang duurde die stemming, hield
dat gevoel van extase aan: al die dagen ge
noot het jonge meisje van het onuitsprekelyk
heeriyke gevoel te mogen hopen.
III.
Zou Diaconelli na eenigo lessen gemerkt
hebben dat hy zich vergist had in het talent
van zyn leerlinge? Was de stem van het
meisje niet bestand tegen aanhoudende oefe
ning? Of had hy wellicht een andere ster
ontdekt, waardiger de schitterende toekomst,
die hy Albine voorspeld had? De lessen werden
niet meer met dezelfde toewyding gegeven,
zooveel mogeiyk bekortte hy huD duur, tot
op een zekeren morgen zyn geduld uit was
en hy Albine op niet zeer aangenamen toon
mededeelde dat zy toch niet g3f wat zy be
loofde. Zeker, zy had een mooie stem, maar
in haar stak toch nooit een kunstenares. In de
kunst moest men hoog staan of er zich mot
mede inlaten.
„Hoe zyt gy er toch toe gekomen, om juist
zulk een loopbaan te kiezen?" besloot de
boste man zyn aanspraak. „Werkeiyk, gy
deükt verkeerd als gy meent dat het leven
van oen artist zoo gelukkig is. Miskenning en
armoede, dat is meestal hun deel. Veel beter
onopgemerkt te leven en voor een handwerken-
winkol te werken, zonder allerlei eerzuchtige
plannen en begeerten, die toch nimmer ver
vuld worden. Dat bestaan mag dan minder
schitterend zyn, hot is ongetwyfeld veel kalmer
en gelukkiger."
Met betraande oogen, de handen in den
schoot gevouwen, hoorde juffrouw Thirel den
ouden komediant aanal haar schoone lucht-
kasteelen lagen nu immers ineens en voor
goed in duigen.
Albine zeide niets; slechts had oen vale
bleekheid haar gelaat overtogen.
Zwijgend, met een enkelen handdruk, namen
de beide vrouwen afscheid van Diaconelli.
Thuisgekomen, begon de moeder: „mis
schien bedriegt by zich en is er een andere
reden.
Maar Albine viel haar in do rede.
„Noen, moeder, het is boter dat ik het op
geef, geloof my. Ook verrast to die mededee-
ling my niet; reeds een paar dagen ver
wachtte ik niet anders te vernemen."
Byna onhoorbaar kwamen de woorden haar
over de witte lippen, de groote oogen staar
den voor zich uit met doffen blik.
IV.
Op het zolderkamertje der zesde vordieping
ging nu het leven weder voorby evenals
vroeger; alloen hoorde men Albine niet meer
zingen. Den eersten avond had zy het nog
eens geprobeerd om haar moeder genoegen
te doen, om even spoedig weer op te houden.
Daarna was de oude piano gesloten ge
bleven. Over Diaconelli werd nooit meer ge
sproken; zyn naam was nog niet gonoemd.
Zonder klacht, steeds onverschillig voor zich
uitziend, hard werkend den ganschen dag,
bracht Albine haar dagen door. Zy borduurde
nu haar bloemen met doffe, matte kleuren,
waardoor zy verwelkt geleken, op het punt
van te sterven. Mot vermoeiden vleugelslag
fladderden haar kapellen over de bleeke, ver
flenste bloemen. Van dag tot dag werd zy
magerder en stiller; de dokter sprak van
bloedarmoede, van een zwak gestel. Albine
stierf omdat zy in de vroegere duisternis
was teruggekeerd zonder slechts eenmaal de
zon te zien, omdat zy geloofd had in haar
droom, in haar kunst.
V.
Wanneer men van Diaconelli spreekt, zal
men toch nooit nalaten met overtuiging te
zeggen: „Zoo'n beste man!"
Programma van Muziekuitvoeringen.
AMICITIA. Zondag 30 Joui, door bet Staf-
muziekcorps dir dd. 8cha1t«rij, Directeur: de beer
Job. C. Geyp. Eersto afJeeliug No. 1. „Ami-
cilia Marecb" (1ste uitv.), Job. C. Geyp2. Ouverture
„Gn-tavae", F. Aabor; 3. „Icb biu cin Kind vom
llluio", Walz, C. Zeiler; 4. Fantaieie „Carmen", G.
Bizet Tvrcedo afleeling: No. 5. Ouverture „Lus
tige Weiber voi Windsor", O. Nicolaï; 6. Rhapsodio
No. 2, Fr. Lie-^t; 7. a. Seronata, M. Modzkoweki;
b. „Flayfnr Kittens", polka voor picolo-eolo (lsto uitv.),
O. Havugton; 8. „Das Nacbtlsger ia Grauada",
Fantaieio (1ste uitv.), R. Krcutzer; 9. „Les Gnomes'',
R. Eilcnberg.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Frankryk heeft zyne protectionistische
politiek niet kunnen handhaven tegenover het
kleine Zwitserland; de gevoeligo verliezen,
die de Frausche handel heeft geleden, waren
argumenten, die zelfs Méline niet kon weg-
redeneeren. Die verliezen hoopt men nu
weder goed te maken, maar deDuitschers en
de Italianen, die de plaats der Fransche koop
lieden hebben ingenomen, zullen zich niet
gemakkeiyk weder laten verdringen.
Vóór bet uitbreken van den tariefoorlog
bedroeg de Fransche uitvoer naar Zwitserland
250 millloen fr.in 1892 daalde zy op 172,
in 1893 op 105 en in 1894 op 97'/, millioen.
De vermindering betrof uitsluitend die arti
kelen, welke door buitengewoon hooge rechten
worden beschermd. De uitvoer dezer artikelen
is 55 pet. afgenomen, terwyi die van andere
niet merkbaar is afgenomen.
Het meest heeft de Fransche wynhandel
geleden. Voor den tariefoorlog voerde Frank
ryk 250,000 hectoliter naar Zwitserland uit,
doch in 1894 nog slechts 30,000 hectoliter.
Niet alleen ontvangt tegenwoordig Zwitserland
wyn uit Italië, Oostenryk en Duitschland,
maar heeft ook zyn eigen wynbouw verbeterd.
Van al de chantage-zaken, waarvan de
heer Dopffer de instructie leidde, bleef er nog
één te berechten over: die van de pogingen
tot geldafpersing, aangewend door de „XlXe
Siècle" tegen de compagnie générale Trans-
atlantiquo Twee beklaagden zijn hierin be
trokken Portalis, oud directeur van genoemd
blad, en Girard, oud-administrateur. De eerste
is, zooals men weet, voortvluchtig en onvind
baar; alleen de laatste verscheen voor de 8ste
K imer. Girard, die thans 18 maanden gevan
genisstraf ondergaat wegens de zaak der socië
teiten, is op het oogenblik slechts de schaduw
van wat hy vroeger was. Hy kon, alleen
ondersteund en dnn nog met groote moeite,
zich voortbewegen. Wezenloos keek by rond
en ternauwernood kon hy zich verstaanbaar
maken. Na eenige vergeefsche pogingen om
de zaak te behandelen, besloot de rechtbank
om haar uit to stellen en tevens om Girard,
wiens gezondheidstoestand uiterst slecht is,
voorloopig vry te laten.
De minister van onderwys Poincaré heeft
een wetsontwerp ingediend, strekkende om
den titel van „Universiteit" te verleenen aan
alle faculteiten, georganiseerd by besluit van
1885 en reeds vertegenwoordigd door een
algemoenen raad, die by de nieuwe regeling
vanzelf de raad der gewestelyke universiteit
zal worden. By de voorgenomen hervorming
van hot hcoger onderwys in 1890 stelde men
voor, Frar.kiyk in zeven of acht groote
universiteitsdistricten te verdeelen, elk met
eene boogeschool tot middelpunt. Do heer
Léon Bourgeois, toenteityd minister van
onderwijs, cionde het ontwerp b(j den Senaat
in. Hy wildo don titel van universiteit slechts
vorleenen aan de centra, waar vier faculteiten
vereenigd waren. Besan^on, Dyon, Clermont-
Fe. rand, Poitiers, enz. werden opgeofferd. Het
wetsontwerp werd in den Senaat verworpen.
De hooge regeering bevestigt intusschon voor
een reeks van maatregelen de instelling der
algcmeene raden van 1885. Niet alleen werd elke
faculteit op zichzelvo, maar ook de gezamen-
lyke faculteiten werden als rechtspersoon erkend
met het recht om hare goederen te beheeren,
enz.; kortom, al heetten de vereenigingen
van faculteiten nog geune Universiteiten, zy
groeiden en bloeiden met elk jaar meer. Te
Rysol schreef men zelfs in den gevel aan de
nieuwe faculteitsgebouwen: „Universiteit van
Rysol". Alleen de wettelyko bekrachtiging
ontbreekt dus nog om in Frankryk het be
staan van vyftien Universiteiten een feit te
doen zyn. Do toekomstige Universiteiten zul
len inkomsten ontvangen uit oen gedeelte
der door de studenten betaalde gelden. De
examengelden alleen zullen als tot nog toe
in de schatkist komen. De hoogescholen zullen
de haar toekomende gelden alleen kunnen
bestedon voor laboratoriumkosten, bibliotheken
en verzamelingen, oprichtiDg en onderhoud
van gebouwen, instelling van nieuwe cursus
sen en werken in het belang der studenten.
België.
Uit Brussel wordt gemeld dat er ernstig
sprake is van een overnemen door den staat
van den spoorweg Gent Eecloo Mal degein-
Brugge. Door de uitbreiding der haven van
Heyst zou dit de beste plaats zyn voor het
in het loven roopon van oen stoomtootóienst
tusschtn Engeland en het vasteland. Engelsche
specialiteiten en ingenieurs van den Belgischen
Staatsspoorweg zouden het hierover volkomen
eens zyn.
Het derde internationaal landbouwcon-
gres wordt te Brussel gehouden van S tot 16
September. Daar zyn zeer belangryke punten
aan do dagordo gesteld, als: de landbouwvoor
drachten, de proefvelden, do n&tuuriyko mest-
stoffon, de proefstations, de samenwerkende
vereenigingen, de vereenigingen voor land
bouwkrediet, de verhouding tusschen land
heer en huurdor, het muntvraagstuk in ver
band met de landbouwcrisis, veefokkery en
veeveredcling, internationale veeartsenykun
digo overeenkomsten, veredeling vaD zaden,
teelt van brouwgerst, heide ontginning, be
sproeien en draineeren, landbouwnyverhei!
(waaronder zuivelnyverheid,) boschbouw, enz.
Met ae voorbeelden tusschen Frankryk j
en Zwitserland voor oogen neemt België het
beschermend stelsel aan en verloochent het
do politiek, dio het zestig jaren heeft gevolgd
en doet daarmede zooals de oud-minister-
presidtnt, voorzitter der Kamer, Beemaert
vei klaarde, „een eersten stap op den weg
van het economisch bankroet van België".
Terwyi een party stryd tegen het socialisme
op hare banier had geschreven, heeft zy door
hare reactionaire politiek den aanhang der
socialisten vermeerderd. „De socialisten", zegt
de Etoile Beige„behoeven slechts de armen
over elkander te slaan; hun werk doen do
verblinden en onbewusten."
Het ministerie De Burlet, waarin geene
bekwame mannen der party zitting hebben,
moet zich de weinig eervolle rol getroosten,
zyn naam te leenen voor hetgeen de heer
Woeste het beveelt te doen. Deze ver
houding is voldoende om het veracht te
maken, doch onder zyn vlag volgt de meer
derheid den anti liberalen aanvoerder. Hy en
zyne omgeving verlangden beschermende
rechten, beperking van het gemeente-kiesrecht,
de verdaging van militaire hervormingen enz.
Dit programma is door het ministerie ten
uitvoer gelegd.
ItaU&
Alle radicale bladen in Italic zyn woedend,
omdat de Kamer, onder toejuiching van het
land, het complot van Cavallotti tegen Crispi
heeft verydeld.
„De volksvortogenwoordiging zegt de
„Popoio romano" hoeft het gevoelen uit
gedrukt van het geheele land; het walgt van
de schandaalmakery, waaraan een onver-
beterlyke bende eerzuchtige en vermetele
lieden zich overgeeft, die door eene overrom
peling zich meester wil maken van de regee
ring en in Crispi de bezworen nationale in
stellingen wil treffen. Het besluit der Kamer
is do getrouwe uitdrukking van het oordeel
der groote meerderheid van het Italiaansche
volk over Francesco Crispi als patriot en
staatsman."
De „Tribuna" schryft: „De Kamer heeft
de gemeenschap en de medeplichtigheid af
gewezen met hen, die bet kabinet in den
persoon van zyn hoofd wilden wondon en
een der onoplosbaarste en gevaarlijkste crisis
sen wilden doen ontstaan, die ooit in Italië
zyn voorgekomen. De Kamer verloochent en
veroordeelt ieder, die uit eerzucht, haat of
politieken hartstocht niet terugschrikt voor
de gemeene poging, oon byna tachtigjarige,
die aan het hoofd der regering staat, nadat
hy 53 jaren op ieder slagveld hoeft gestreden,
waar Italiö's bestaan op het spel stond,
moreel te vernietigen."
Inderdaad is Crispi's rechtvaardiging door
de Kamer schitterend geweest. Hy verkreeg
37 stemmen boven de absolute meerderheid.
Het trok de aandacht dat de voormalige
minister van justitie Bonacci, die tot de op
positie behoort en kan beoordeelen, of Cava-
lotti's documenten waarde hebben, voor Crispi
stemde.
In een brief aan de „Don Cbisciotte"
verklaart Cavallotti, dat hy de publicatie van
zyn plico heeft uitgesteld op aanraden van
eenigo vrienden, die Crispi in de gelegenheid
wilden stellen uit zichzelf heen te gaan. Dik-
wyis heeft hy medelijden gevoeld met den
grijsaard, diens offers hadden echter vergel
ding geëisebt. Daar Crispi hein ontvlucht,
dwingt hy hem tot een proces. Geiyk reeds
is medegedeeld, zal hy tegen den minister
president een aanklacht indienen.
Bpauje.
De gendarmerie van Madrid heoit aan de
poorten der stad eene bende roovers aange
houden, die sedert vier maanden den omtrek
onveilig maakte, en talryke diefstallen had
gepleegd, met de wapens in de hand. Reeds
lang zocht men de roovers, maar vruchte
loos. Men wist dat er eene bende bestond en
in Madrid woonde, maar dat was alles. De
roovers werden steeds stoutmoediger en dron-
gtn onlangs in het paviljoen Prado, koninklyk
domein, waar zy een heele verzameling kost
bare tapyten roofden. Eindelyk gelukte het
den gendarmen hen aan te houden Men had
vernomen, dat zy dikwyls over de brug der
Franschen gingende brigadier Severino Conde,
legde zich daar met vyf man in hinderlaag.
E-n gezelschap van 7 man en 1 vrouw, ais
er zeer verdacht uitzagen, trok weldra zyne
aandacht. Het was inderdaad de bende. Toen
de gendarmen hen omringd hadden eischte de
brigadier hunne overgave, maar zy losten allen
hunne pistolen op de gerdarmen, die geluk
kig niet getroffen werden. De gendarmen
schoten ook en een der roovers viel dood
neer. De roovers verdedigden zich nog en
trachtten te vluchten; zy sprongen over de
brug in 't water, maar de gendarmen er
achter. Allen werden gevat, uitgenomen één.
Allen zyn oudveroordeelden.
- Een bericht uit Jamaica meldt, dat de
Spaansche regeering besLg heeft gelegd op de
brik „Charles" van Nieuw York, oie uniformen
en krygsvoorraad voor de Cubaansche opstan
delingen aan boord had.
Een Spaansch detachement onder bevel van
een luitenant heeft, zonder tegenstand te
bieden, zich overgegeven aan den vyand. De
luitenant zal by verstek gevonnist worden
door den krygsraad.
Rusland.
De „Voss. Ztg." verneemt dat in Rusland
in de finantiöele kringen, dio by de Cbineesche
leening zijn betrokken, groote opgewondenheid
heerscht. Er wordt geen geheim meer van
gemaakt, dat do leening wordt vertraagd coor
moeilijkheden, die vooralsnog „formeele" wor
den genoemd. De Chineesche regeering zou
hare goedkeuring weigeren voor het bouwen
van een zytak van den Siberischen spoorweg
naar Nioetschoeang, in Mandschoerye. Volgens
een vertrouwbaar bericht, zou een hoogge
plaatste Rus hebben gezegd dat die mo i!yk-
heden door de inmenging der diplomatieke
vertegenwoordigers van Duitschland en Rus
land te Peking waren ontstaan, die der Chi
neesche regeering zouden hebben geraien,
aan den eisch van Rusland niet toe te geven.
Maar desniettemin, voegde de Rus er bij, zal
Rusland de noodige middelen voor deleening
vinden. De naar Moskou gekomen Fransche
bankiers zullen indien de zaak eerst over
eenige weken haar beslag krygt, een reis doen
in het binnenland van Rusland of zelfs in den
Kaukasus en Rusland niet verlaten, voordat
de leening is tot stand gekomen.
Uit eene memorie van den minister van
spoorwegen, voorgelezen in eene vergadering
van de commissie van den Siberischen
spoorweg, is gebleken dat Siberië tegen
woordig 9 a 12 millioen pud graan meer op
brengt dan verbruikt. De memorie zegt ver
der dat er alle reden is om te gelooven, dat
na de voltooiing van den grooten spoorweg dat
verschil nog aanmerkeiyk grooter zal worden.
Om nu zooveel mogelyk te voorkomen, dat de
toevoer van Siberische granen de markt over
stroomt en de pryzen doet dalen, heeft men
besloten de Siberische granen te vervoeren
naar Archangel, in plaats van naar de Balti-
sche havens. Daartoe is het noodig eeno spoor
wegen te leggen van Perm over Wjatka naar
Kotlas. De keizer heeft bevolen, voor den aan
leg van die lijn 6,000,000 roebels beschikbaar
te houden.
In Rusland verkondigt het officieuze Jour
nal de St. Pétersbourg" keizer Wilhelms lof
en een ander blad, de „Birsh. Wed." schryft:
„Ja, als men eerlijk wil zyn, moet men dan
uit de opening van het kanaal tot oorlog
zuchtige plannen besluiten? Waarom wil men
er geen maatregel tot zelfbescherming, tot
verdediging der residentie en der grenssteden
in zien? Na de ervaringen met Elzas-Lotharin-
gen verlangt het ryk der Hohenzollern niet
meer naar land of verdere „afronding" van
zyn gebied. Waarom zou derhalve Duitsch
land Frankryk of Rusland den oorlog willen
aandoen, daar Duitschland geen stuk van het
grondgebied dier twee staten begeert? Zou
het in het belang van den wereldvrede niet
veel beter zyn, wanneer wy voor de waar
heid uitkwamen en verklaarden dat Duitsch
land verzadigd is en geen veroveringslust
meer bespeurt. Duitschland wil zich slechts
beveiligen tegen toevalligheden in de manier
van het Boulangisme of van die diepzinnige
politici, die Konstantinopel willen nemen en
beweren, dat de weg daarheen door Beriyn
loopt."
Turkjje.
Terwyl de regeering van Turkye laat tegen
spreken, dat een komplot der kweekelingen
van do militaire Academie te Konstantinopel
heeft bestaan, worden van verschillende kanten
nadere bijzonderheden g9meld.
Zoo verneemt het „Berl. Tageblatt," dat
ook Softa's en Ulema's in het komplot waren
betrokken. Aan het hoofd stond een comité
van 10 personen. Te Modresse, dicht bfj het
kcizerlyk paleis waren wapenen verlorgen.
Van daar uit zou het paltis van den sultan
worden overrompeld. Do samenzwering was
een gevolg van de verbittering tegen den
sultan, omdat hy zich niet krachtiger had
verzet tegen de eischen der mogendheden
met betrekking tot de Armenische hervor
mingen.
Bulgarfie.
Tusschen Bulgary* en Turkye is em ver
koeling ontstaan, naar aanhi dng vmi weder-
zijdsche schending der grenznn Dj Bulgairsche
regeering heeft haren vertegenwoordiger uit
Konstantinopel teruggeroepen, omdat z|j geen
bevredigend antwoord ontving op haar ver
langen van schadevergoeding en baar verzoek,
in Macedonië nog vyf Bulgaarsche bisschoppen
te benoemen.
Stambocloffs orgaan, de „Swoboda", heeft
vernomen dat de vooruitzichten der Macedo
nische insurgenten niet zoo gunstig staan,
als andere Bulgaarsche bladen melden. Twee
benden, de eene van 25; de andere van 40
man, zouden vernietigd en allo deelnemers
gedood of gevangen zyn.
China.
De mogendheden, dio na het tractaat van
Simonoseki, China bijsprongen, komen hare
belooning vragen. Rusland tracht van China
de concessie te verkryger», of heeft wellicht
by geheim tractaat reeds verkregen voor de
verlenging van zyn Transsiberischen spoorweg
door Mandschoerye. Ook Frankryk heeft van
de gunstige gelegenheil gebruik gemaakt.
De heer Gérard, Frankryks gezant te Peking,
heeft eene overeenkomst geteikend, waarby
de noordelijke grensiyn van de Fransche bezit
tingen in Indo China en allo etonomischo en
commerciö le quaestiên, indertyd tusschen
Frankrijk en China gerezen, geregeld worden.
De Porysche correspondent der „Times"
acht het zeer waarschyniyk dat Frankrijk ter
bereiking van dit doel op China pressie heeft
uitgeoefend, in vereeniging met de mogend
heden, uie kort te voren tegen Japar;. waren
opgetreden, daar Frankryk op zichzelf van te
voren er ui t in ge>la.tgd was, China^s verzet
tegen zijne voorstellen te breken. Behalve
betreffende de afbakening der grens, kernen
in het tractaat belangryke bepalingen -'cor,
rakende het vervoer van koopwaren en den
aanleg van spoorwegen en telegramflymn in
Tonkin cn op Cbineesch gebied, waarvan voor
den Franschen handel in de toekomst geene
geringe voordeelen te wachten zyn.
utrecht, 23 Juni. Op do ktraermarkt warej 12
WJge. s uk* keraon aangevoerd, bevattende 700 b nnen,
welke voor 1. a ƒ1.40 j.er ben verkocht w rden.
Hedou woren aan do \rrjc kaasmarkt ail ier aan
gevoerd 128 wagens met kaas 33,300 kgr.) De prij»
was van 34f±G de lüü kilo.