MENGELWERK. Een beste man. Uit het Fransch van LOUIS TAR AN. Mon sprak nooit van Diaconelli zonder er btf te voegen: een beste man. Wie Diaconelli was? Eon oude tenor, die indertijd met succes te Marseille gezongen bad, daarna al8 impresario vyf jaar door Zuid-Amerika gereisd had en die zich nu voor goed te Parijs had gevestigd, waar hy de betrekking van leeraar in den zang vervulde. In hetzelfde huis van Diaconelli woonde ook een weduwe Thirel mot hare dochter, een meisje van zeventien jaren. Vroeger, toen haar man nog leefde, was juffrouw Thirel in voel boteren doen geweest; oen oude piano, gebarsten van hout en geel van toetsen, was daar nu in de armoedig gemeubelde vertrekjes de eenige getuigo van. Moeder en dochter waren dadelijk begonnen te werken voor oen handworkenwickeldoor heel zuinig te leven en van den ochtend tot den avond hard te W9rken, verdienden zij luist genoeg om in hun onderhoud te worzien. Kalm ging hun leven daarheen; na een dag van vermooienden arbeid zette Albino zich 's avonds aan de piano, voor haar het gelukkigste uurtje van den dag. Het schoone donkergelokte hoofd een weinig achterover, zong zy. Zonder dat haar stem eenigszins geschoold was, klonken do tonen zuiver en liefelijk. Op een avond dat Albine weer aan het zingen was, kwam Diaconelli toevallig langs bun raam. Een oogenblik later stond hy reeds buigend op den drempel, - zyn herhaald ge klop was niet opgemerkt. Met al de over drijving van zijn zuidelijke natuur, gevoegd by zyn routine in het gemakkeiyk spreken als acteur, goot hy een waren zondvloed van loftuitingen en bewonderende uitroepen ovor het jonge meisje uit. „Een artiste! Een ware kunstenares! Een boven anderen begenadigde! Zy bezat immers wat niet aan te leeren was! Wat haar nog ontbrak, zou door wat studie gemakkeiyk te veroveren zyn!" Zichzelf in de rede vallend met een„on zing my dit nu nog eens voor!" liet Dia conelli zich op een stoel naast de piano neervallen. Als werktuigiyk voldeed zy aan zyn ver zoek, geheel onder den indruk der imponeerende pereooniykhoid. Nog sterker dan daar straks, vibreerde nu haar stem. Hot hoofd bewogond op do maat der muziek, soms even medeneuriönd, dan haar gebiedend even stil te houden om de oene of andere opmerking aan te hooren, scheen zyn verrukking nog steeds te stygen. By het laatste akkoord stond Diaconelli op om op bombastischen toon tot juffrouw Thirel te zeggen: „En van dit begaafde meisje zou men een dagloonster willen makenHaar laten werken voor een handwerkenwinkel I Zy heeft veel te veel talent om niet eenmaal te schitteron wanneer zy met haar gaven gewoekerd zal hebbonl Haar weg is gebakend, haar plaats vastgesteld, zy zal een artiste worden, een kunstenares van naam!" Do moeder, met don ingeboren afkoer van het tooneel, eigen aan de burgerklasse, trachtte bescheiden eenige tegenwerpingen in het mid den te brongen, doch by de eerste woorden viel Diaconelli haar al in de rede. „Onzin, domme onzin," klonk het niet beel beleefd; „alsof men toch niet braaf kon biy ven. Met een vasten wil kan men alles. Geen gevaar zoo groot dat men, daarmede gewapend, uiet kan trotseeren." Kinderiyk glimlachend hoorde Albine bom un; de zwakko moeder was reeds bezweken voor zulk een woordenvloed. Men stelde nu vast dat Diaconelli zich met het onderwys zou belasten; iederen dag zou zy by hem komen om les to nemen; later, als zy aan de eone of andere opera verbonden was, zou zy hem hiervoor betalen. Dat zy geplaatst zou worden en dat nog wel hooi spoedig, leed volgens hom geen twijfel. Weldra zou zy debuteeren on dan zou een keur van engagementen zeker volgen; zjj zou verdienen zoo veel zy maar wilde. Met een glimlach zou zy dan nog eens op haar togenwoordig leven terugzien. En met al de weelde, dio haar winstgevend bestaan haar zou veroorloven, zou z\1 zich omringen; haar naam zou op ieders lippen zynniet alleen haar eigen vaderland, noen, gehoel Europa zou zy atormordorhand voroveren. Het hoofd steunend met do hand, geleund tegen do piano, stond do ex-tenor daar, steeds moor opwindend het jongo meisje, dat met scbittoronde oogen on verhoogde gelaatskleur hom aanzag. Lang na middernacht verliet Diaconelli zyn buren en Albine sliep in, zich gouden droomen iroomend van de toekomst. II. Slapeloos lag do moeder, zich om- en om wendend op de armeiyke legerstede, denkend aan het groote geluk, dat haar dochter to beurt gevallen was. In haar verboelding was zy reeds getuigo van haar triomfen, boorde zy reeds het eigen rytuig stllhoudon voor de prachtig gomeubiioorde woning. Albine dacht niet aan het leven zooals Diacocolli haar dat beschreveiv had: een tooversprookje in het verschiet; haar was het veel meer genot do kunst te dienen om do kunst. Reeds den volgenden morgen begon haar nieuwe leven met do eerste les van Diaconelli. Opgewonden van vreugde kwam zy terug. Nog nooit hadden haar fijne, vlugge vingers zooveel afgewerkt als dien dag. Als by instinct koos zy vroolyke, levendige kleuren: lange guirlandes en sieriyke bloemtakken in schitte rende tinten borduurde zy los en bevallig op het geduldige stramien. Soms hield zy even op, de punt der fijne naald in de hoogte, een blyden glimlach om de lippen, vol van haar schoonen droom. Een maand lang duurde die stemming, hield dat gevoel van extase aan: al die dagen ge noot het jonge meisje van het onuitsprekelyk heeriyke gevoel te mogen hopen. III. Zou Diaconelli na eenigo lessen gemerkt hebben dat hy zich vergist had in het talent van zyn leerlinge? Was de stem van het meisje niet bestand tegen aanhoudende oefe ning? Of had hy wellicht een andere ster ontdekt, waardiger de schitterende toekomst, die hy Albine voorspeld had? De lessen werden niet meer met dezelfde toewyding gegeven, zooveel mogeiyk bekortte hy huD duur, tot op een zekeren morgen zyn geduld uit was en hy Albine op niet zeer aangenamen toon mededeelde dat zy toch niet g3f wat zy be loofde. Zeker, zy had een mooie stem, maar in haar stak toch nooit een kunstenares. In de kunst moest men hoog staan of er zich mot mede inlaten. „Hoe zyt gy er toch toe gekomen, om juist zulk een loopbaan te kiezen?" besloot de boste man zyn aanspraak. „Werkeiyk, gy deükt verkeerd als gy meent dat het leven van oen artist zoo gelukkig is. Miskenning en armoede, dat is meestal hun deel. Veel beter onopgemerkt te leven en voor een handwerken- winkol te werken, zonder allerlei eerzuchtige plannen en begeerten, die toch nimmer ver vuld worden. Dat bestaan mag dan minder schitterend zyn, hot is ongetwyfeld veel kalmer en gelukkiger." Met betraande oogen, de handen in den schoot gevouwen, hoorde juffrouw Thirel den ouden komediant aanal haar schoone lucht- kasteelen lagen nu immers ineens en voor goed in duigen. Albine zeide niets; slechts had oen vale bleekheid haar gelaat overtogen. Zwijgend, met een enkelen handdruk, namen de beide vrouwen afscheid van Diaconelli. Thuisgekomen, begon de moeder: „mis schien bedriegt by zich en is er een andere reden. Maar Albine viel haar in do rede. „Noen, moeder, het is boter dat ik het op geef, geloof my. Ook verrast to die mededee- ling my niet; reeds een paar dagen ver wachtte ik niet anders te vernemen." Byna onhoorbaar kwamen de woorden haar over de witte lippen, de groote oogen staar den voor zich uit met doffen blik. IV. Op het zolderkamertje der zesde vordieping ging nu het leven weder voorby evenals vroeger; alloen hoorde men Albine niet meer zingen. Den eersten avond had zy het nog eens geprobeerd om haar moeder genoegen te doen, om even spoedig weer op te houden. Daarna was de oude piano gesloten ge bleven. Over Diaconelli werd nooit meer ge sproken; zyn naam was nog niet gonoemd. Zonder klacht, steeds onverschillig voor zich uitziend, hard werkend den ganschen dag, bracht Albine haar dagen door. Zy borduurde nu haar bloemen met doffe, matte kleuren, waardoor zy verwelkt geleken, op het punt van te sterven. Mot vermoeiden vleugelslag fladderden haar kapellen over de bleeke, ver flenste bloemen. Van dag tot dag werd zy magerder en stiller; de dokter sprak van bloedarmoede, van een zwak gestel. Albine stierf omdat zy in de vroegere duisternis was teruggekeerd zonder slechts eenmaal de zon te zien, omdat zy geloofd had in haar droom, in haar kunst. V. Wanneer men van Diaconelli spreekt, zal men toch nooit nalaten met overtuiging te zeggen: „Zoo'n beste man!" Programma van Muziekuitvoeringen. AMICITIA. Zondag 30 Joui, door bet Staf- muziekcorps dir dd. 8cha1t«rij, Directeur: de beer Job. C. Geyp. Eersto afJeeliug No. 1. „Ami- cilia Marecb" (1ste uitv.), Job. C. Geyp2. Ouverture „Gn-tavae", F. Aabor; 3. „Icb biu cin Kind vom llluio", Walz, C. Zeiler; 4. Fantaieie „Carmen", G. Bizet Tvrcedo afleeling: No. 5. Ouverture „Lus tige Weiber voi Windsor", O. Nicolaï; 6. Rhapsodio No. 2, Fr. Lie-^t; 7. a. Seronata, M. Modzkoweki; b. „Flayfnr Kittens", polka voor picolo-eolo (lsto uitv.), O. Havugton; 8. „Das Nacbtlsger ia Grauada", Fantaieio (1ste uitv.), R. Krcutzer; 9. „Les Gnomes'', R. Eilcnberg. BUITENLAND. Frankrijk. Frankryk heeft zyne protectionistische politiek niet kunnen handhaven tegenover het kleine Zwitserland; de gevoeligo verliezen, die de Frausche handel heeft geleden, waren argumenten, die zelfs Méline niet kon weg- redeneeren. Die verliezen hoopt men nu weder goed te maken, maar deDuitschers en de Italianen, die de plaats der Fransche koop lieden hebben ingenomen, zullen zich niet gemakkeiyk weder laten verdringen. Vóór bet uitbreken van den tariefoorlog bedroeg de Fransche uitvoer naar Zwitserland 250 millloen fr.in 1892 daalde zy op 172, in 1893 op 105 en in 1894 op 97'/, millioen. De vermindering betrof uitsluitend die arti kelen, welke door buitengewoon hooge rechten worden beschermd. De uitvoer dezer artikelen is 55 pet. afgenomen, terwyi die van andere niet merkbaar is afgenomen. Het meest heeft de Fransche wynhandel geleden. Voor den tariefoorlog voerde Frank ryk 250,000 hectoliter naar Zwitserland uit, doch in 1894 nog slechts 30,000 hectoliter. Niet alleen ontvangt tegenwoordig Zwitserland wyn uit Italië, Oostenryk en Duitschland, maar heeft ook zyn eigen wynbouw verbeterd. Van al de chantage-zaken, waarvan de heer Dopffer de instructie leidde, bleef er nog één te berechten over: die van de pogingen tot geldafpersing, aangewend door de „XlXe Siècle" tegen de compagnie générale Trans- atlantiquo Twee beklaagden zijn hierin be trokken Portalis, oud directeur van genoemd blad, en Girard, oud-administrateur. De eerste is, zooals men weet, voortvluchtig en onvind baar; alleen de laatste verscheen voor de 8ste K imer. Girard, die thans 18 maanden gevan genisstraf ondergaat wegens de zaak der socië teiten, is op het oogenblik slechts de schaduw van wat hy vroeger was. Hy kon, alleen ondersteund en dnn nog met groote moeite, zich voortbewegen. Wezenloos keek by rond en ternauwernood kon hy zich verstaanbaar maken. Na eenige vergeefsche pogingen om de zaak te behandelen, besloot de rechtbank om haar uit to stellen en tevens om Girard, wiens gezondheidstoestand uiterst slecht is, voorloopig vry te laten. De minister van onderwys Poincaré heeft een wetsontwerp ingediend, strekkende om den titel van „Universiteit" te verleenen aan alle faculteiten, georganiseerd by besluit van 1885 en reeds vertegenwoordigd door een algemoenen raad, die by de nieuwe regeling vanzelf de raad der gewestelyke universiteit zal worden. By de voorgenomen hervorming van hot hcoger onderwys in 1890 stelde men voor, Frar.kiyk in zeven of acht groote universiteitsdistricten te verdeelen, elk met eene boogeschool tot middelpunt. Do heer Léon Bourgeois, toenteityd minister van onderwijs, cionde het ontwerp b(j den Senaat in. Hy wildo don titel van universiteit slechts vorleenen aan de centra, waar vier faculteiten vereenigd waren. Besan^on, Dyon, Clermont- Fe. rand, Poitiers, enz. werden opgeofferd. Het wetsontwerp werd in den Senaat verworpen. De hooge regeering bevestigt intusschon voor een reeks van maatregelen de instelling der algcmeene raden van 1885. Niet alleen werd elke faculteit op zichzelvo, maar ook de gezamen- lyke faculteiten werden als rechtspersoon erkend met het recht om hare goederen te beheeren, enz.; kortom, al heetten de vereenigingen van faculteiten nog geune Universiteiten, zy groeiden en bloeiden met elk jaar meer. Te Rysol schreef men zelfs in den gevel aan de nieuwe faculteitsgebouwen: „Universiteit van Rysol". Alleen de wettelyko bekrachtiging ontbreekt dus nog om in Frankryk het be staan van vyftien Universiteiten een feit te doen zyn. Do toekomstige Universiteiten zul len inkomsten ontvangen uit oen gedeelte der door de studenten betaalde gelden. De examengelden alleen zullen als tot nog toe in de schatkist komen. De hoogescholen zullen de haar toekomende gelden alleen kunnen bestedon voor laboratoriumkosten, bibliotheken en verzamelingen, oprichtiDg en onderhoud van gebouwen, instelling van nieuwe cursus sen en werken in het belang der studenten. België. Uit Brussel wordt gemeld dat er ernstig sprake is van een overnemen door den staat van den spoorweg Gent Eecloo Mal degein- Brugge. Door de uitbreiding der haven van Heyst zou dit de beste plaats zyn voor het in het loven roopon van oen stoomtootóienst tusschtn Engeland en het vasteland. Engelsche specialiteiten en ingenieurs van den Belgischen Staatsspoorweg zouden het hierover volkomen eens zyn. Het derde internationaal landbouwcon- gres wordt te Brussel gehouden van S tot 16 September. Daar zyn zeer belangryke punten aan do dagordo gesteld, als: de landbouwvoor drachten, de proefvelden, do n&tuuriyko mest- stoffon, de proefstations, de samenwerkende vereenigingen, de vereenigingen voor land bouwkrediet, de verhouding tusschen land heer en huurdor, het muntvraagstuk in ver band met de landbouwcrisis, veefokkery en veeveredcling, internationale veeartsenykun digo overeenkomsten, veredeling vaD zaden, teelt van brouwgerst, heide ontginning, be sproeien en draineeren, landbouwnyverhei! (waaronder zuivelnyverheid,) boschbouw, enz. Met ae voorbeelden tusschen Frankryk j en Zwitserland voor oogen neemt België het beschermend stelsel aan en verloochent het do politiek, dio het zestig jaren heeft gevolgd en doet daarmede zooals de oud-minister- presidtnt, voorzitter der Kamer, Beemaert vei klaarde, „een eersten stap op den weg van het economisch bankroet van België". Terwyi een party stryd tegen het socialisme op hare banier had geschreven, heeft zy door hare reactionaire politiek den aanhang der socialisten vermeerderd. „De socialisten", zegt de Etoile Beige„behoeven slechts de armen over elkander te slaan; hun werk doen do verblinden en onbewusten." Het ministerie De Burlet, waarin geene bekwame mannen der party zitting hebben, moet zich de weinig eervolle rol getroosten, zyn naam te leenen voor hetgeen de heer Woeste het beveelt te doen. Deze ver houding is voldoende om het veracht te maken, doch onder zyn vlag volgt de meer derheid den anti liberalen aanvoerder. Hy en zyne omgeving verlangden beschermende rechten, beperking van het gemeente-kiesrecht, de verdaging van militaire hervormingen enz. Dit programma is door het ministerie ten uitvoer gelegd. ItaU& Alle radicale bladen in Italic zyn woedend, omdat de Kamer, onder toejuiching van het land, het complot van Cavallotti tegen Crispi heeft verydeld. „De volksvortogenwoordiging zegt de „Popoio romano" hoeft het gevoelen uit gedrukt van het geheele land; het walgt van de schandaalmakery, waaraan een onver- beterlyke bende eerzuchtige en vermetele lieden zich overgeeft, die door eene overrom peling zich meester wil maken van de regee ring en in Crispi de bezworen nationale in stellingen wil treffen. Het besluit der Kamer is do getrouwe uitdrukking van het oordeel der groote meerderheid van het Italiaansche volk over Francesco Crispi als patriot en staatsman." De „Tribuna" schryft: „De Kamer heeft de gemeenschap en de medeplichtigheid af gewezen met hen, die bet kabinet in den persoon van zyn hoofd wilden wondon en een der onoplosbaarste en gevaarlijkste crisis sen wilden doen ontstaan, die ooit in Italië zyn voorgekomen. De Kamer verloochent en veroordeelt ieder, die uit eerzucht, haat of politieken hartstocht niet terugschrikt voor de gemeene poging, oon byna tachtigjarige, die aan het hoofd der regering staat, nadat hy 53 jaren op ieder slagveld hoeft gestreden, waar Italiö's bestaan op het spel stond, moreel te vernietigen." Inderdaad is Crispi's rechtvaardiging door de Kamer schitterend geweest. Hy verkreeg 37 stemmen boven de absolute meerderheid. Het trok de aandacht dat de voormalige minister van justitie Bonacci, die tot de op positie behoort en kan beoordeelen, of Cava- lotti's documenten waarde hebben, voor Crispi stemde. In een brief aan de „Don Cbisciotte" verklaart Cavallotti, dat hy de publicatie van zyn plico heeft uitgesteld op aanraden van eenigo vrienden, die Crispi in de gelegenheid wilden stellen uit zichzelf heen te gaan. Dik- wyis heeft hy medelijden gevoeld met den grijsaard, diens offers hadden echter vergel ding geëisebt. Daar Crispi hein ontvlucht, dwingt hy hem tot een proces. Geiyk reeds is medegedeeld, zal hy tegen den minister president een aanklacht indienen. Bpauje. De gendarmerie van Madrid heoit aan de poorten der stad eene bende roovers aange houden, die sedert vier maanden den omtrek onveilig maakte, en talryke diefstallen had gepleegd, met de wapens in de hand. Reeds lang zocht men de roovers, maar vruchte loos. Men wist dat er eene bende bestond en in Madrid woonde, maar dat was alles. De roovers werden steeds stoutmoediger en dron- gtn onlangs in het paviljoen Prado, koninklyk domein, waar zy een heele verzameling kost bare tapyten roofden. Eindelyk gelukte het den gendarmen hen aan te houden Men had vernomen, dat zy dikwyls over de brug der Franschen gingende brigadier Severino Conde, legde zich daar met vyf man in hinderlaag. E-n gezelschap van 7 man en 1 vrouw, ais er zeer verdacht uitzagen, trok weldra zyne aandacht. Het was inderdaad de bende. Toen de gendarmen hen omringd hadden eischte de brigadier hunne overgave, maar zy losten allen hunne pistolen op de gerdarmen, die geluk kig niet getroffen werden. De gendarmen schoten ook en een der roovers viel dood neer. De roovers verdedigden zich nog en trachtten te vluchten; zy sprongen over de brug in 't water, maar de gendarmen er achter. Allen werden gevat, uitgenomen één. Allen zyn oudveroordeelden. - Een bericht uit Jamaica meldt, dat de Spaansche regeering besLg heeft gelegd op de brik „Charles" van Nieuw York, oie uniformen en krygsvoorraad voor de Cubaansche opstan delingen aan boord had. Een Spaansch detachement onder bevel van een luitenant heeft, zonder tegenstand te bieden, zich overgegeven aan den vyand. De luitenant zal by verstek gevonnist worden door den krygsraad. Rusland. De „Voss. Ztg." verneemt dat in Rusland in de finantiöele kringen, dio by de Cbineesche leening zijn betrokken, groote opgewondenheid heerscht. Er wordt geen geheim meer van gemaakt, dat do leening wordt vertraagd coor moeilijkheden, die vooralsnog „formeele" wor den genoemd. De Chineesche regeering zou hare goedkeuring weigeren voor het bouwen van een zytak van den Siberischen spoorweg naar Nioetschoeang, in Mandschoerye. Volgens een vertrouwbaar bericht, zou een hoogge plaatste Rus hebben gezegd dat die mo i!yk- heden door de inmenging der diplomatieke vertegenwoordigers van Duitschland en Rus land te Peking waren ontstaan, die der Chi neesche regeering zouden hebben geraien, aan den eisch van Rusland niet toe te geven. Maar desniettemin, voegde de Rus er bij, zal Rusland de noodige middelen voor deleening vinden. De naar Moskou gekomen Fransche bankiers zullen indien de zaak eerst over eenige weken haar beslag krygt, een reis doen in het binnenland van Rusland of zelfs in den Kaukasus en Rusland niet verlaten, voordat de leening is tot stand gekomen. Uit eene memorie van den minister van spoorwegen, voorgelezen in eene vergadering van de commissie van den Siberischen spoorweg, is gebleken dat Siberië tegen woordig 9 a 12 millioen pud graan meer op brengt dan verbruikt. De memorie zegt ver der dat er alle reden is om te gelooven, dat na de voltooiing van den grooten spoorweg dat verschil nog aanmerkeiyk grooter zal worden. Om nu zooveel mogelyk te voorkomen, dat de toevoer van Siberische granen de markt over stroomt en de pryzen doet dalen, heeft men besloten de Siberische granen te vervoeren naar Archangel, in plaats van naar de Balti- sche havens. Daartoe is het noodig eeno spoor wegen te leggen van Perm over Wjatka naar Kotlas. De keizer heeft bevolen, voor den aan leg van die lijn 6,000,000 roebels beschikbaar te houden. In Rusland verkondigt het officieuze Jour nal de St. Pétersbourg" keizer Wilhelms lof en een ander blad, de „Birsh. Wed." schryft: „Ja, als men eerlijk wil zyn, moet men dan uit de opening van het kanaal tot oorlog zuchtige plannen besluiten? Waarom wil men er geen maatregel tot zelfbescherming, tot verdediging der residentie en der grenssteden in zien? Na de ervaringen met Elzas-Lotharin- gen verlangt het ryk der Hohenzollern niet meer naar land of verdere „afronding" van zyn gebied. Waarom zou derhalve Duitsch land Frankryk of Rusland den oorlog willen aandoen, daar Duitschland geen stuk van het grondgebied dier twee staten begeert? Zou het in het belang van den wereldvrede niet veel beter zyn, wanneer wy voor de waar heid uitkwamen en verklaarden dat Duitsch land verzadigd is en geen veroveringslust meer bespeurt. Duitschland wil zich slechts beveiligen tegen toevalligheden in de manier van het Boulangisme of van die diepzinnige politici, die Konstantinopel willen nemen en beweren, dat de weg daarheen door Beriyn loopt." Turkjje. Terwyl de regeering van Turkye laat tegen spreken, dat een komplot der kweekelingen van do militaire Academie te Konstantinopel heeft bestaan, worden van verschillende kanten nadere bijzonderheden g9meld. Zoo verneemt het „Berl. Tageblatt," dat ook Softa's en Ulema's in het komplot waren betrokken. Aan het hoofd stond een comité van 10 personen. Te Modresse, dicht bfj het kcizerlyk paleis waren wapenen verlorgen. Van daar uit zou het paltis van den sultan worden overrompeld. Do samenzwering was een gevolg van de verbittering tegen den sultan, omdat hy zich niet krachtiger had verzet tegen de eischen der mogendheden met betrekking tot de Armenische hervor mingen. Bulgarfie. Tusschen Bulgary* en Turkye is em ver koeling ontstaan, naar aanhi dng vmi weder- zijdsche schending der grenznn Dj Bulgairsche regeering heeft haren vertegenwoordiger uit Konstantinopel teruggeroepen, omdat z|j geen bevredigend antwoord ontving op haar ver langen van schadevergoeding en baar verzoek, in Macedonië nog vyf Bulgaarsche bisschoppen te benoemen. Stambocloffs orgaan, de „Swoboda", heeft vernomen dat de vooruitzichten der Macedo nische insurgenten niet zoo gunstig staan, als andere Bulgaarsche bladen melden. Twee benden, de eene van 25; de andere van 40 man, zouden vernietigd en allo deelnemers gedood of gevangen zyn. China. De mogendheden, dio na het tractaat van Simonoseki, China bijsprongen, komen hare belooning vragen. Rusland tracht van China de concessie te verkryger», of heeft wellicht by geheim tractaat reeds verkregen voor de verlenging van zyn Transsiberischen spoorweg door Mandschoerye. Ook Frankryk heeft van de gunstige gelegenheil gebruik gemaakt. De heer Gérard, Frankryks gezant te Peking, heeft eene overeenkomst geteikend, waarby de noordelijke grensiyn van de Fransche bezit tingen in Indo China en allo etonomischo en commerciö le quaestiên, indertyd tusschen Frankrijk en China gerezen, geregeld worden. De Porysche correspondent der „Times" acht het zeer waarschyniyk dat Frankrijk ter bereiking van dit doel op China pressie heeft uitgeoefend, in vereeniging met de mogend heden, uie kort te voren tegen Japar;. waren opgetreden, daar Frankryk op zichzelf van te voren er ui t in ge>la.tgd was, China^s verzet tegen zijne voorstellen te breken. Behalve betreffende de afbakening der grens, kernen in het tractaat belangryke bepalingen -'cor, rakende het vervoer van koopwaren en den aanleg van spoorwegen en telegramflymn in Tonkin cn op Cbineesch gebied, waarvan voor den Franschen handel in de toekomst geene geringe voordeelen te wachten zyn. utrecht, 23 Juni. Op do ktraermarkt warej 12 WJge. s uk* keraon aangevoerd, bevattende 700 b nnen, welke voor 1. a ƒ1.40 j.er ben verkocht w rden. Hedou woren aan do \rrjc kaasmarkt ail ier aan gevoerd 128 wagens met kaas 33,300 kgr.) De prij» was van 34f±G de lüü kilo.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 6