N°. 10840. Vrijdag 3® Juni. AM895. (Bezs (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. P euilleton. SDA DE MASRE. LEIDSCH DAGBLAD PHIJS DEZES COtTBAET: Voor Leiden per 3 maanden. i f 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke j 0.05. PRIJS DER ADVERTENTTÊN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend Oiliciëel© Kennisgevingen. De Bargeireceter der gemeente Leiden betuigt bjj deze zjjuen dank aan de ingezotenen voor de goede orde, die gelieenclit heeft, en de stipte op volging van do door do politie voorgeachreven maatregelen tot handhaving van de openbare orde, brj gelegenheid van de feesten, gegeven tor herden king van bet 820-Jarig bestaan dor Leidacha Hooge* school. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 36 Juni 1895. F- WAS. Leiden, 27 Juni. Onder voorzittorsckap van den heer C. H. Rouw is eene vergadering gehouden van de Leidsche afdeeling van het Algemeen Neder- landsch Werkliedenverbond, uitgeschreven naar aanleiding van de staking der werklieden in de afdeeling „weverü" van de Leidsche Katoenmaatschappü, onder directie van de hoeren C. en F. Driessen. Tot die vergadering waren boven en behalve de belanghebbenden, ook uitgenoodigd ver tegenwoordigers van den R.-K. Volksbond en van Patrimonium. Beide veroenigingen hadden aan de uitnoo- diging gevolg gegeven; de laatstgenoemde had tot haren afgevaardigde aangewezen den heer W. Pera, lid van den gemeenteraad. Onder de belangstellenden werden vorder opgemerkt de heeren B. H. Heldt, lid van de Tweede Kamer, en J. Van Dorst, secretaris van den algemeenen arbeidsraad te Amsterdam. Besloten werd eene commissie samen te Btellen, ten einde to trachten tusschen werk lieden en patroons eon minnelijke schikking te treffen. Tot ledon dier commissio werden benoemd de heeren mr. F. Was, burgemeester; prof. mr. H. L. Drucker, lid der Tweede Kamer; de weleerw. heer ti. A. v. Kessel, geestelijk adviseur van do afd. LeiJen van den R.-K. Volksbond; W. Pera, afgevaardigde der Werk liedenvereniging „Patrimonium"; S-Lo Poole, fabrikant te dezer stede, en C. II. Kouw, voorzitter der afd. Leiden van het Alg. Ned. Werkliedenverbond. De heeren Drucker, Pera en Kouw, ter vergadering tegenwoordig, namen hunne be noeming bereids aan. De liberale kiesvoreeniging to Nieuwkoop heeft in hare jongste vergadering tot candi- daten voor den gemeenteraad gesteld de heeren G. Vermeij en B. Kemp, beiden aftredende leden en wethouders van Nieuwkoop. By do a. s. periodieke aftreding van gemeenteraadsleden z\jn te Noordwijkerhout aftredend de heeren P. De Kan en H. Oost- dam Ez. De heer H. F. Bultman, te Haarlem mermeer, is als vertegenwoordiger van onze Regeering naar Parijs vertrokken, om deel te nemen aan de conferentie in zake de wette lijke internationale regeling van de bescher ming der voor den landbouw nuttige vogels. In de gisteren gehouden openbare ver gadering van den Raad var State, afd. voor do geschillen van bestuur, werd o. a. rapport uitgebracht door den Staatsraad mr. De Nerée van Babberich, in zake h9t beroep »an den Commissaris der Koningin in Zuid-Holland dd. 16/20 April 11., waarbij aan het bestuur der bijzondere lagere school in de Brotick- horststraat te Noordwijk van het kerkbestuur der parochie van den H. Jeroen een subsidie over 1894 van 1258.33 is toegekend, terwijl 1379.16 was govraagd. De Commissaris oordeelde dat nog ruim 16 te veel is toe gekend, met welke zienswijze Ged. Staten zich inmiddels vereenigden. De koninklijke beslissing volgt later. De Hollandsche IJzeren-SpoorwegMaat- schappij en de Maatschappij tot Expl. van Staatsspoorwegen hebben te zamen een offi ciéél spoorboekje doen samenstellen, dat als „Het 10-cent8-Nederlandsch-Spoorboekje" in den handel is. Door de bij iedere tabel opgegeven aan sluitingen vindt men in dit boekje bijna alle denkbare trajecten tusschen Nederlandsche stations op één bladzijde vermeld, hetgeen veel zooken uitspaart. Buitendien kunnen de uitgebreide tarieven velen van groot gemak zijn. Het boekje bevat voorts eene zeer duide lijke en volledige spoorweg en tramkaart van Nederland en eene spoorwegkaart van een groot deel van Europa. Hot wordt uitgegeven door den heer Jacs. G. Robbers, te Amsterdam. Mon seint uit Igls: Hare Majesteiten Koningin Wilhelmina en Koningin-Regentes Emma z(jn gisteren met prinses Elisabeth van Waldeck en Pyrmont en H. D. gevolg, na een verblijf van vyf weken in het hotel „Iglerhof direct van Igls in Tyrol naar het Loo ver trokken. Tusschen 15 en 20 Juli worden, in het „Oranje hotel", te Scheveningen, verwacht de Erfgroothertog on de Erfgroothertogin van Baden. In de heden te Scheveningen te houden algemeene vergadering van leden der Vrije Universiteit zal een voorstel worden inge diend voor het benoemen van oe.ne enquête commissie, welke een onderzoek in het ge schil dr. A. Kuyper en jhr. rar. A. F. De Savornin Lobman zal instellen, opdat aan de gespannen verhouding der hoogleeraren een einde worde gemaakt en daardoor de bloei der Vrfio Universiteit niet worde be lemmerd. Door de directie der Nederlandsche Bell Telephoon-Maatschappü is aan de Kamer van Koophandel te Amsterdam een schrijven ge zonden van den volgenden inhoud „Wü ontvingen uw schrijven, dd. 22 Juni 1895, en hebben de eer u in antwoord daarop mede te deelen, dat wi) het vertrouwen, jegens ons in uwe motie uitgesproken, niet zullen beschamen. De u to.gezonden briefwisseling met het gemeentebestuur zal u de overtuiging schenken, dat uteeds het belang eenor onge stoorde voortzetting van den dienst, totdat het gemeentenet in zfin geheel zou ger«*»d zjjn, onzerzijds op den voorgrond is gestelo, en ook nu nog zal men ons bereid vinden tot onderhandelingen, waarbij wü met allen ernst er naar streven zullen, die voortzetting mogelijk te maken." In bovenbedoelde motie, welke door de Kamer van Koophandel in hare Vrijdag-avond gehouden vergadering bü acclamatie werd aangenomen, spreekt de Kamer haar ver trouwen uit, dat: eenerzijds het gemeente bestuur by zijne onderhandelingen omtrent eene ttydelyke voorziening van het telephoon- bedriif doordrongen zal blijken van het groote belang in deze voor den nandel, anderzüds ook de Ned. Bell-Telephoon-Maatschappü hare verplichtingen jegens den handel niet zou uit het oog verliezen. Thans is aan de geabonneerden te Amster dam door de directie der Bell-Telepboon-My. de circulaire gezonden, die we de vorige week als aanstaande aankondigden. Daarin wordt medegedeeld dat do Mij. na 7 September a. s. op de tot nu toe geldende voorwaarden geeno nieuwe aansluitingen meer bezorgt en geen verhuizingen meer zal uitvoeren, terwül zü met het oog op de onzekerheid, waarin zü door de handelingen van bet gemeentebestuur worden gebracht, verplicht is alle verbintenis sen, ten spoedigste, te doen afloopen, en dus tü aangetoekend schrüven alle contracten zal opzeggen; of zü na 7 September a. s. in de mogelijkheid zal zijn, de exploitatie voort te zetten, zal afhangen van de maatregelen, door het gemeentebestuur te nemen, eu van den afloop van onderhandelingen, die zü hoopt dat spoedig zullen aanvangen en tot welker welslagen zij met don meesten ernst wil mede werken. Op 1 Juli a. s. zal in stede van over een half jaar abonnement slochts over het bedrag, verschuldigd over een termijn van 2 maanden en 7 dagen, boschikt worden. Naar het „Hbl." verneemt, is de histo rische galerü, die jarenlang de wanden der kunstzalen van „Axti" te Amsterdam siorde, en die verleden jaar door het bestuur aan den kunstkooper Koekoek te Londen voor ruim 17,000 verkocht werd, thans weder door bemiddeling van de firma C. F. Roos voor ongoveer driemaal den kostonden prüs het eigendom geworden van den heer Tersteeg c. s., te 's Gravenhage. De schenker van 100,000 aan de vereeni- ging „Rembrandt" te Amsterdam tot het vormen van eene verzameling van moderne kunst is, naar hetzelfde olad verneemt, de heer D. Franken, te Vósinet by Parüs. Worden telken jare van Rykswege de stoomketels, op de stoombooton in gebruik, aan een onderzoek onderworpen, naar men verzekert zal thans aan de Regeering verzocht worden ook de schepen aan een onderzoek to onderwerpen. Men acht het gevaar voor een slecht schip even groot al3 van een slechten stoomketel. De Staatscourant van 27 dezer bevat het programma der lessen, welke gedurende het jaar 1895 1896 aan de Polytechnische School zullen gegeven worden. De cursus vangt aan op Maandag 2 Sept. a. s. By koninklijk besluit van 24 dezer (mede opgenomen in de Staatscourant van 27 dezer) ia. met ingang van 1 Juli a. 8., benoemd tot hoogleraar aan die school dr. M. W. Beije- rinck, te Delft. In de Maandag te Roermond gehouden vergadering van den Gemeenteraad was o. a. ingokomen: een schryven van den wethouder Janssen, aan den Raad, mededeelende dat door hem, wethouder, persoonlijk een brief ia gericht aan de Koningin Regentes, waarin hü aan Hare Majesteit op gepaste en eerbiedige wfize kennis heeft gegeven van de groote teleurstelling, die Roermond heeft ondervonden door het niet-bezoeken dier stad door HH. MM. tfidens haar verblijf in Limburg, benevens het antwoord, hierop ontvangen van H M. De heer De Ranitz schrfift namens de Koningin: „Het deed Hare Majesteit leed, dat een be zoek aan de stad Roermond voor ditmaal moest achterwege blijven. „Omstandigheden echter, geheel afgescheiden van de gevoelens, welke Hare Majesteit aan het bestuur en aan de bevolking van Roer mond toedraagt, gaven daartoe aanleiding". Ook werd mede Jeeling gedaan van bet ant woord van den Commissaris der Koningin in Limburg. De heer Michiels deed hierna opmerken, dat uit dit antwoord van den Commissaris gebleken is, dat deze zich niet verplicht acht de reden op te geven, waarom hfi aan Hare Majesteit het voorgenomen bezoek aan Roer mond ontried. Er blijft nu dus aan den Gemeenteraad niets anders over dan zich tot de Regeering te wenden, want de verdenking, die thans op Roermond rust, mag niet blijven bestaan. In de meeste plaatsen is men van meening, dat Roermond wel wat zeer ernstigs moet hebben misdreven, dat het op zoo in 't oog vallende wüze word gestraft: de stad is ge blameerd en die blaam mag niet op haar blÜveD rusten. En zoolang niet de juiste oorzaken bekend zyn, is het ook niet mogolfik zich van die verdenking te zuiveren. De Commis saris der Koningin is een regeeringsambtenaar en als zoodanig is de Regeering verantwoor delijk voor de daden van haar ambtenaren. Mitsdien stelde spreker voor, dat de Raad zich wende tot de Hooge Regeering, ten einde langs dien wog te mogen vernemen, waarom Roermond op deze wüze is behandeld. Op de vraag van den voorzitter wie dit voorstel ondersteunde, meldden zich de heeren Telders en Evers aan. Daarna besloot de Raad, dat het voorstel in de eerstvolgende vergadering zal worden behandeld. In de gisteren gehouden vergadering van den Raad der gemeente Opsterland (Fr.) begon de voorzitter met de mededeeling, dat de gemeentekas met 1 Juli niet in staat zal zün, de traktementen der ambtenaren uit te betalen. Om stagnatie in die betaling te voor komen, besloot de Raad eene geldloeuing van ƒ12,000 te sluiten. Daarna kwam in behan deling een verzook van het departement „Gorredük" der Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Dit departement heeft in die plaats eene bewaarschool gesticht, die zü tot nog toe in stand houdt met behulp van subsidie uit de gemeentekas. Deze stichting floreert echter niet, zoodat het departement thaDS aan den Raad eene jaarlyksche subsidie van 600 uit ao gemeentekas vraagt. Verschillende raadsleden oordeelden dat het beter was, de bewaarschool door de gemeente over te nemen dan daaraan eene jaarlijksche subsidie van ƒ500 te verleenen; anderen wenschten onder zoek. Ten slotte werd het verzoek in handen gesteld der raadsleden, te Gorredük woon achtig, ten fine van onderzoek en advies. Een der leden, de heer De Boer, bracht de solli citatie van den anarchistischen onderwyzer Dykstra voor eene tydelyke betrekking ter sprake. Mr. Van Harioxma thoe Slooten wees er op, dat D niet in het bozit is van hei attest van zedelijk gedrag, dat de wet op het L. O. voor eene sollicitatie eischt. De voor zitter antwoordde dat het bier eene tüdelüke betrekking gold, en B. en Ws. geen bezwaar maakten Dykstra daarvoor te benoemen.., evenals destüds geschied was m6t den onder- wüzer Schippers, die ook niet bedoeld attest kon overleggen. De gewone audiéntio van den minister van binnenlandsche zaken za.' op 29 dezer niet gehouden worden. Het stoomschip „Bundesrath", van Oost- Afrika naar Rotterdam en Hamburg, verlak 25 Juni van Napels; de „Prinses Sophie" vertrok 26 Juni van Batavia naar Amsterdam de „Prinses Wilhelmina" arriveerde 26 Juni van Amsterdam te Batavia; do hEdam", van Nieuw-York naar Amsterdam, passeerde 26 Juni Dover; do „Java"; van Batavia na'-r Amsterdam, passeerde 26 Juni Perim; «lo „Lawoe", van Rotterdam naar Java, voltrok 26 Juni van Suez; de „Maasdam" vertrok 26 Juni van Rotterdam naar Nieuw-York; do „Soenda", van Amsterdam naai Batavia, pas seerde 26 Juni Gibraltar; de ^Voorwaarts", van Amsterdam naar Batavia, arriveerde 27 Juni te Genua. Bü koninklyk besluit iè benoemd jhr. C. Röell, met ingang van i Juli a. s. tct burgemeester van Eemnes. Met ingang van 1 Juli a. s. aan R. J. Smyter, op zyn verzoek, eervol ontslag ve leend als burgemeester van Diepenveen, met dankbetuiging voor do langdurige diensten, dooi hem ln die betrekking bewezen. Mot ingang van 1 Sept. a. e. bonotmd tui directeur van en leeraar aan de Rdks Hooge: n burgerschool te Zwolle, C. Honigh, thans leeraar aan de Ryks landbouwschool te Wage- ningen, aan wien tevens eervol ontslag is ver leend uit laatstgenoemde betrekking. Toestemming verleend aan W. B. Kronen burg, secretaris der gem. Ambt-Delden, om t? Stad-Delden te wonen. Met ingang van 1 Juli 1895, benoemd by de topograpbische inrichting: tot adj.-commios. de eerste klerkon A. J. Van Niekerk on C. W J. Baesjou; tot tweeden klerk, de tydeiyiit élèves B. C. Van Raamd en M. J. A. Briedt, allen bü die inrichting. Benoemd, bü den plaatselyken staf, tot kapitein, do eerste luit. A. Geel, plaats, adj. te Amersfoort; bü bet wapen der cav., b(j den staf van hot wapen, tot majoor, toege voegd aan den inspecteur der cav., do ritm. M. R. Hamming, van dien staf, thans adjudant van genoomden inspecteur; bü het 1ste roj. huzaren, tot eersten luit., d9 tweede luits. H. W. K. Vertholen de Salve de Bruneton, van het corps, en jhr. T. H. Röell, van het 3de reg. huzaren; bü bet 2de reg. huzaren, tot ritm. de eerste luit. W. H. Peters, van 51) Toen Ida dien brief gelezen had, was het haar alsof zü een slag in het aangezicht ont vangen bad. Was het werkelijk waar, dat Eduard haar plaats zoo spoedig door een ander had laten vervangen? Niot, dat zü er een oogenblik aan gedacht had zelve die plaats weer te willen herwinnen, maar het was toch hard, zoo spoedigen zy had hem nog altyd lief. Daar zat zü aan het venster, dat uitzicht gaf op het blauwe meer van Genève. De kabbelende golfjes waren door de stralen der maan als verzilverd. Een weldadige kalmte had het geraas van den dag vervangen, doch het stormde in haar hart. Niet lang duurde echter die opstand tegen het noodlot. Zü had immers reeds zoovele maanden gestreden en de vrucht van dien strijd bleef nu ook niet uit. Nadat zü in de eenzaamheid had uitgeweend, werd zü kalmer en den volgenden dag was zy weer in staat een tochtje naar het lieflijke Bex te onder nemen. Dien dag bracht haar een aardige verras sing. Wat dat was, zullen wy uit een brief aan Aline vernemen: „Lieve Aline! „Met eenig schuldgevoel bezwaard, zet ik mi) neder om jo te schrüven. Ik beken dat het niet hartelijk van my was het niet eerder te doen, doch er is bier zóóveel afleiding, dat de dagen en weken letterlijk omvliegen. Van mama hebt ge zeker het een en ander uit mijne brieven vernomen. De zuivere, frissche berglucht heeft my goed versterkt, en ik maak groote wandelingen en beklim hooge bergen zond9r vermoeid te worden. Ik behoef je niet te vertellen dat de natuur hier prachtig is; ach, als men, op de bergon zynde, door die eeuwig jonge en schoone schepping om ringd is; als de helderwitte gletschers door het zonlicht beschenen worden; dan beschouwt men zich zoo ver verheven boven al die nietige aardsche beslommeringen. Onze geest heft zich op, en het is ons, alsof wy dan nader zyn by dien God, Die boven lucht en wolken troont." „Tot zoover had ik gisteren geschreveD, toen Christine Smals ge weet uit de brieven aan mama wel wie dat is mü roepen kwam, om naar Vevey te gaan. Ik dacht weinig dat my by myn terugkomst zulk een droevige tüding wachtte, want, Aline, het spyt my werkeiyk dat Eduard zich door Constance zoo heeft laten verblinden, dat bü zyn verder leven aan haar wijden wil. Hunne karakters verschillen, dunkt my, te veel; maar mis schien vergis ik my." „Vandaag zullen wy met den trein naar Bex gaan. Dat lieflyk plaatsje ligt in het Rbónedal, en ik verheug er mü zeer op, de prachtige omstreken er van te leeren kennen. De Dationale kleederdracht van de bevolking beteekent niet veel. De gekleurde photogra- pbieën zyn de eenige, die ons daarvan op de hoogte brengen. De mannen zyn byna juist als by ons te lande gekleed; alleen dragen zü boeden met breedo randen, om hen tegen de blakerende zonnestralen te beschutten. Do vrouwen, die hier in de wijnbergen werken, hebben vuile wollen kleederen aan en zien er smerig en vervallen uit. Ik had het my zoo geheel anders voorgesteld! Zoo ziet ge dat er ook overal proza aanwezig is, zelfs in een land, dat, wat natuurschoon betreft, zoo ver boven andere streken bevoorrecht is." „Het schynt dat ik verplicht ben dezen brief in verschillende tempo's te schrüven. Zooeven werd mü een visitekaartje gebracht, waarop ik tot myne verbazing den naain van Willem De Brie las. Natuuilyk sprong ik dadelyk op, om naar dien vriend myner jeugd heen te snellen; ik kon mü niet begrijpen, hoe en waarom by hier is gekomen. O, Aline, wat was ik biy hem weer te zien I Jo begrüpt hoeveel wü met elkander over den verleden tyd gesproken hebben. Als ik tyd heb, schryf ik hier van avond nog wat by; nu moeten wy naar den trein." „Gisteravond is er niets van myn plan ge komen om mün brief te eindigen, maar nu wil ik er niet langer mede wachten. O, Aline, wat is de omgeving van Bex verrukkeiyk schoon! Wy wandelden naar „leSignal"laDgs steile slingerpaden, en hadden, daar aange komen, een prachtig vergezicht Het meer van Genève, de Wallische Alpen en de laag ge legen Rhóne vertoonden zich aan odzo blikkeD, en ik herinner my niet, ooit zoo iets schoons en verhevens aanschouwd te hebben. Wy gingen vervolgens naar het „Hótel de Salines," in hetwelk honderd zestig slaapkamers zyn. Aldaar was concert in den tuin; en toen de avond viel, en de maan, tusschen do bladeren door, haar zilveren stralen schoot; o, toen had ik zoo gaarne u allen hier bü mü gehad. De Avenron baande zich met zulk een geweld een weg langs hoogten en diepten, dat het geklater van dien bergstroom dikwyia de muziek overstemde. „Ge kunt denken hoe Willem genoot. Hy deelde my mede dat zyn lust tot reizen hem te machtig was geworden en dat hy altyd zoo vurig gewen8cht had Zwitserland to zien. Het treft dus aardig, dat ik juist hier ben, en wy hebben nog veel plannen. Waarschijnlijk gaan wy morgen naar St.-Maurice en de George de Trient, die beroemde bergkloof. Wy gaan dan per spoor naar Bex en verder met een rytujg naar St.-Maurice. Men is veel meer in de gelegenheid de schoone omgeving op te merken als men per as gaat, dan dat men over borgen en dalen, in vliegende vaart in een spoortrein gezeten, voortholt. „Alles zal mü later als een droom voor komen; er zyn oogenblikken, dat ik het ver leden vergeet, om alleen in het tegenwoordige te leven; maar die oogenblikken duren slechts kort, want acb, dan doet de koudo werke ïykheid mü zoo ruw uit myne droomen ont waken. Maar nu eindig ik dezen brief. Groet allen, die naar mü vragen, en geloof ray: je je harteiyk liefhebb. vriendin Ida." XXV. Und hiite doine Zango wohl. Bald iet ein böaoa Wort geaagt, O Qott, eo war nicht boa gemokt Der Andere aber geht und klagt. O liob', so lang dn lieben kanntt! O lieb', eo lang du lieben magett Die Stande kommt, die Stunde komrnt Wo da an Orabern atehst u-d klagatl Ferdinand Fbeiliorath. Hoe helder scheen de zon en hoe betoo- verend was de aanblik van het gehoele natuur tafereel, toen Ida in gezelschap van Willom De Brie, en mevrouw Smals met haro dochter naar Bex 8toou< om van daar den tocht naar Saint-Maunce te ondernemen. Do jonge Rus had zich aangeboden het gezelschap tot geleide te verstrekken, daar hy reeds meer malen genoemde plaats bezocht had, en men had met genoegen van zyn aanbod gebruik gemaakt. Ida deed haar best alle sombere gedachten op zyde te zetten, en men had dan ook wel een pessimist van de ergste soort moeten zyn, om op dezen dag niets dan een cynischen glimlach voor al het schoone, wat er te zien was, over te hebben. Saint-MauriceWie heeft niet by het zien der afbeeldingen er van gewenscht, doze plaats te mogen bezoeken, en tocb, toen Ida die vesting van rotsen doorreed, en die som bere gevangenis, uit welker hooge toronramen hier en daar een afschuweiyk boevengezicht op de reizigers neerzag, opmerkte, dacht zy met woomoed aan de contrasten, dio het leven zoo dikwyis te aanschouwen geeft. Wordt vervolg

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1895 | | pagina 1